Jaargang 1 | Nummer 2 | December 2005 Sylviuslaan 2 9728 NS Groningen Postbus 1040 9701 BA Groningen Telefoon 050 526 86 63 Fax 050 525 54 27 E-mail
[email protected] Internet www.weusthuis.nl
Europees aanbesteden in innovatief perspectief De vanzelfsprekendheid waarmee overheden de ontwikkeling van complexe ruimtelijke vraagstukken gunden aan één of enkele marktpartijen behoort definitief tot het verleden. Steeds meer diensten, werken en leveringen worden in concurrentie aanbesteed en steeds vaker op innovatieve wijze, wat vooral wil zeggen dat marktpartijen eerder in het planproces worden ingeschakeld. De Gemeente Wervershoof in NoordHolland 'verdiende' enkele miljoenen door de ingrijpende aanpak van het dorpscentrum Europees aan te besteden. De sportvelden (zie luchtfoto) in het gelijknamige dorp moeten wijken voor nieuwbouw en zijn verplaatst naar de westrand van het dorp.
De opdrachten waarmee Weusthuis te maken heeft, zijn - uitgdrukt in geld - vaak dermate omvangrijk dat de opdrachtgever (overheid of overheidsgelieerd) Europees moet aanbesteden. Deze vorm van aanbesteden vergt aanvankelijk extra inzet van de opdrachtgever, bij het formuleren van de opdracht én bij het selecteren van geschikte kandidaten. De besluitvorming moet immers voor alle belang-hebbenden
volledig transparant zijn. Maar gelukkig gaat ook hier de kost voor de baat uit, is de ervaring van Jacqueline de Booij en Marco Hormann. Voor een tweetal gemeenten regisseerden zij onlangs een complexe Europese aanbestedings-procedure. Zij hebben gemerkt dat ondanks alle regels, ook hier een innovatief perspectief lonkt én loont.
Lees verder op blz. 2
Vervolg voorpagina
uropees E in innovatief
Overheden gaan steeds vaker over tot openbare aanbesteding van diensten, werken en leveringen. De regelgeving en het toezicht daarop is de afgelopen jaren steeds verder verscherpt. Bij een aanbesteding waarmee een bedrag gemoeid is van meer dan vijf miljoen euro zijn overheden verplicht een Europese aanbestedingsprocedure te volgen. “Voordat een offerteaanvraag wordt gepubliceerd, is er al veel werk verzet”, vertelt Marco Hormann die namens Weusthuis betrokken is bij de Europese aanbesteding van het Geerts Willigenplein in Heerenveen.
heid nodig vanuit verschillende disciplines. Mijn rol als procesregisseur is het bij elkaar brengen van deze verschillende deskundigheden. Ik moet ervoor zorgen dat er op het juiste moment een document ligt dat inhoudelijk én juridisch goed in elkaar steekt. Als je als gemeente geen of weinig ervaring hebt met openbare aanbestedingen dan loont het al snel om hiervoor iemand in de arm te nemen. Met een gedetailleerd en zorgvuldig geformuleerd programma van eisen kun je een hoop ellende voorkomen.”
Ontwerp & realisatie Geerts Willigenplein Heerenveen
Boven: Bovenaanzicht van het nieuwe Geerts Willigenplein in Heerenveen. Marco Hormann van Weusthuis begeleidde de Europese aanbesteding. Onder: Onder de grond is er plaats voor zo'n 330 auto's. Bovenop realiseert Gemeente Heerenveen een park.
Het Geerts Willigenplein in Heerenveen ligt aan de noordkant van het winkelcentrum, vlak achter het gemeentehuis, en wordt gebruikt als parkeerterrein. Gemeente Heerenveen heeft het plan opgevat om de verblijfskwaliteit van het plein een forse impuls te geven. Dit gebeurt door een ondergrondse parkeergelegenheid te creëren voor circa 330 auto’s en het maaiveld opnieuw in te richten, waardoor een parkachtige uitstraling wordt gecreëerd. Gezien de investering die hiermee gemoeid is – ruim negen miljoen euro - was Europees aanbesteden aan de orde. Om dit proces te begeleiden, schakelde Gemeente Heerenveen Weusthuis in.
Geen discussie “Bij deze Europese aanbesteding stelde de gemeente eerst een zeer gedetailleerd programma van eisen op”, vertelt Hormann. “Daarin leg je alles vast waarover je later geen discussie meer wilt voeren, en wel op zo’n manier dat het maar voor één uitleg vatbaar is. Om zo’n document te maken, heb je deskundig
Hormann vervolgt: “Het aan te besteden werk binnen deze Europese aanbesteding bestond uit drie delen, ook wel percelen genoemd. De ‘parkeergarage inclusief de inrichting van het maaiveld’, een ‘nieuw te bouwen appartementencomplex’ en ‘het beheer van het betaald parkeren in de plaats Heerenveen’. Na een voorronde waarin we geïnteresseerde partijen hebben gescreend op een aantal van tevoren vastgestelde criteria, zijn per onderdeel drie partijen uitgenodigd om offerte uit te brengen. We hebben gekozen voor een zogenoemde ‘Design & Built’procedure. Deze manier van werken was voor de gemeente nog redelijk nieuw. Meestal is het zo dat de gemeente aannemers vraagt offerte uit te brengen voor de uitvoering van een al ‘dichtgetimmerd’ bestek. Voor de ondergrondse parkeergarage en het beoogde appartementencomplex hebben we de partijen echter gevraagd op basis van het programma van eisen zélf te komen met een ontwerp én een kostenplaatje. Dit procedure-element in de vorm van een prijsvraag - afkomstig uit de Europese richtlijn Diensten - is daarbij ingebracht in de doorlopen
aanbesteden perspectief Burgemeester en wethouders van Gemeente Wevershoof inspecteren de vorderingen aan de westrand van het dorp. (v.l.n.r.) Wethouder E.C. van de Swaluw, Wethouder W.H. Pekel, Burgemeester F. Vletter, Wethouder J. Bakker.
aan-bestedingsprocedure conform de Europese richtlijn Werken. De prijswinnaar heeft vervolgens samen met de gemeente in een zogenoemd ‘bouwteam’ het voorlopige ontwerp uitgewerkt in een definitief ontwerp. Het werk is uiteindelijk pas gegund toen bleek dat het definitieve ontwerp voldeed aan alle uitgangspunten en randvoorwaarden van de gemeente. Hierbij was het beschikbare bouwbudget een belangrijk criterium. Inmiddels is de parkeergarage in uitvoering.”
Projectontwikkelaars Behalve inhoudelijke kwaliteitsverbetering en duidelijk opdrachtgeverschap, kan de winst van Europees aanbesteden dikwijls ook worden uitgedrukt in klinkende munt. Dat is in elk geval de ervaring van Gemeente Wervershoof in Noord-Holland. De gemeente besloot een ingrijpend ontwikkelingsproject in het gelijknamige dorp Europees aan te besteden en vroeg Weusthuis het traject te begeleiden. “Wanneer het de wethouder lukt om uit het ‘één-op-één verkeer’ met de projectontwikkelaars te blijven, heb je de eerste slag al te pakken”, meent Jacqueline de Booij, die namens Weusthuis als procesregisseur bij het project betrokken is. Dat betekent wel dat de gemeente bereid moet zijn de kosten in het voortraject voor eigen rekening te nemen. Vaak loont dat. Centrum- en Westrandplan Wervershoof Het dorp Wervershoof ligt aan de rand van het IJsselmeer, tussen Medemblik en Enkhuizen, en telt circa 5500 inwoners. Tot voor kort voet- en handbalden de leden van de plaatselijke clubs op de sportvelden aan de voet van de kerk midden in het centrum van het dorp. De gemeente verplaatst de sportvelden
naar de westrand van het dorp om zo in het centrum ruimte te maken voor seniorenwoningen, een sporthal en een gezondheidscentrum. De nieuwe sportvelden aan de Westrand gaan deel uitmaken van een te ontwikkelen ‘ecologische recreatieve zone’.
Ontwerpwedstrijd Voor het ontwerp van het Centrum- en Westrandplan schreef de gemeente met hulp van Weusthuis een wedstrijd uit, vertelt De Booij: “Je moet er bij een wedstrijd natuurlijk wel voor zorgen dat de spelregels voor alle spelers helder zijn: waarop ga je het ontwerp beoordelen en welk gewicht geef je aan de verschillende criteria? Het project bestaat uit verschillende onderdelen. Voor elk van die onderdelen hebben we een programma van eisen gemaakt. Daarbij zijn verschillende adviseurs ondersteunend geweest. Ik weet op hoofdlijnen wat er moet gebeuren, maar schakel op onderdelen specialisten in die op de hoogte van de allerlaatste ontwikkelingen en zaken tot in detail uitwerken. Je bouwt als procesregisseur gedurende het traject een heel netwerk van deskundigen.”
Klinkende munt “Bij Europese aanbestedingen is het ontzettend belangrijk dat je van tevoren goed nadenkt over het selectieproces, hoe je dat inricht”, benadrukt De Booij. “Hoe ga je om met de grote hoeveelheden aanbiedingen die je krijgt? Want reken maar dat je veel aanbiedingen krijgt! Je moet het proces zó ontwerpen, dat je de grote hoeveelheid aanbiedingen aankunt en toch volledig transparant bent in het selectieproces. Ik merk bij veel overheden reserves en zelfs weerstand tegen
Impressie van de toekomstige woningen in Wervershoof. Europees aanbesteden omdat ze niet goed weten hoe ze dat selectieproces moeten vormgeven. En dat is jammer. Want openbaar, in concurrentie aanbesteden, kan financieel heel goed uitpakken. Dat hebben we in Wervershoof gemerkt, waar het verschil tussen de aanbieders in de miljoenen liep. Dat is toch zeker de moeite waard!”
Reageren?
[email protected] of
[email protected]
Weusthuis trakteert relaties tijdens lustrumfeest In de prachtige ambiance van paviljoen Coop Himmelblau van het Groninger Museum vierde Weusthuis op 6 oktober jongstleden haar tweede lustrum. Samen met zo’n 150 relaties werd genoten van een feestelijk programma. En natuurlijk was er een speech van Coen Weusthuis. Ook Kees van Twist, directeur van het Groninger Museum sprak een hartelijk woord richting de genodigden. Hij lichtte een tipje van de sluier op over het moeizame proces dat is doorlopen om het museum te laten worden wat het nu is.
De hilariteit was groot tijdens het spetterende optreden van cabaretgroep Vrouw Holland. Beeldende liedjes en gevatte sketches over herkenbare momenten in het leven zorgden voor lachende gezichten. Eenmaal uitgelachen stond een korte rondleiding door het museum op het programma. Vakkundige gidsen gaven een impressie van de uiteenlopende exposities die in het museum te vinden zijn. En met een overvloedig diner- en dessertbuffet werd het memorabele feest afgesloten.
Weusthuis steunt goede doelen in India
Foto links: Zo'n 150 relaties genoten van een gevarieerd programma. Foto’s links/onder: Coen Weusthuis en Kees van Twist (Groninger Museum). Foto midden: Vrouw Holland zorgde voor hilariteit onder het publiek. Foto onder: Een overheerlijk dessertbuffet ter afsluiting.
Tien jaar Weusthuis was voor ons een feest. En voorafgaand aan ons tweede lustrumfeest ontvingen wij dit jaar telefoontjes en e-mails met een bijna gelijke vraag: ‘met wat voor cadeau kunnen we jullie een plezier doen?’ We opperden een donatie te geven voor Nish.Chit, een stichting die tot doel heeft de levensomstandigheden van gehandicapten en kinderen in India te verbeteren. Aan die oproep is gehoor gegeven. We hebben bijna € 2.000,- ontvangen. Bedankt daarvoor! Weusthuis verdubbelt dit bedrag zodat het geconcentreerd in één project kan worden geïnvesteerd. Dat is het Mehrauli Home for girls geworden. Het Mehrauli Home for girls is een opvanghuis voor meisjes en een initiatief van Udayan Ghar, een charitatieve stichting die in Delhi en omgeving enkele ‘homes’ heeft opgezet voor de opvang en ‘long time care’ van ‘orphaned and abandonned children through a strategy called L.I.F.E. (Living in Family Environment)’. In elk ‘huis’ wonen 12 tot 15 kinderen onder het toeziende oog van een ‘moeder’. Nish.Chit heeft dit jaar besloten het Mehrauli Home for girls te sponsoren. De bijdrage van Weusthuis wordt hiervoor gebruikt en Nish.Chit zal dit bedrag aanvullen tot € 10.000,-. Het is de bedoeling dat Nish.Chit dit ‘huis’ de komende twee tot drie jaar (en zo mogelijk zelfs langer) blijft ondersteunen.
Nish.Chit Nish.Chit is de naam van een stichting die in India projecten start om de levens omstandigheden van gehandicapten en kinderen te verbeteren. De stichting is een idee van Shyam Khandekar, een uit India afkomstige stedenbouwkundige met een eigen adviesbureau in Nederland. De betekenis van Nish.Chit is tweeledig. In het Hindi, de nationale taal van India, betekent het ‘vastberaden, zeker of gedeci deerd’. Tegelijkertijd is het een afkorting van ‘the Netherlands Indian Society for Help to Children and Handicapped In Trouble’. Binnen haar eigen netwerk van betrouw bare bronnen zoekt de stichting projecten en initiatieven die voor ondersteuning in aanmerking komen. Zij zorgt er ook eigenhandig voor dat de in Nederland inge zamelde donaties bij de geselecteerde instel lingen terechtkomen. In principe gaat van elke Euro minimaal 95% naar het project. Het restant is bedoeld om in Nederland publiciteit te genereren en de naamsbekend heid te vergroten.
www.nishchit.com
Weusthuis day-to-day manager Europees project Shared Space
Internationale samenwerking heeft een grote impact op procesregie
Shared Space is de naam van een Europees project waarin een vernieuwende visie op de inrichting van de openbare ruimte in zeven pilot projecten wordt getoetst. Het project speelt zich af in vijf landen en is met een begroting van meer dan acht miljoen euro, één van de grootste projecten uit het subsidieprogramma Interreg IIIB North Sea Region. De provincie Fryslân is eindverantwoordelijk voor de uitvoering en realisatie van het project. De projectleider van de provincie Fryslân, Rob Duvergé staat daarin niet alleen. Samen met dayto-day manager Lydia Terpstra van Weusthuis is hij de drijvende kracht achter het project. “Gewoonlijk worden dit soort functies intern ingevuld. Bij gebrek aan tijd en mankracht zijn wij op zoek gegaan naar een betrouwbare en ervaren partij. Die hebben we in Weusthuis gevonden”, legt Duvergé uit. De provincie Fryslân zet zich actief in voor verschillende Europese projecten. De provincie wil de kennis en ervaring, ontwikkeld in deze transnationale projecten, implementeren in het provinciaal beleid. “Daar ligt ook ons belang”, zegt Duvergé. “Een project moet meerwaarde hebben. De Shared Space filosofie is dermate interessant dat we graag aan de basis staan van de verdere ontwikkeling. En we hebben in Fryslân veel aan de kennis die we nu opdoen. Ik heb me wel afgevraagd of door het inhuren van een externe partij de kennis en ervaring juist niet uit de organisatie wegloopt. Dat geluid hoor ik intern af en toe ook. Het project is natuurlijk ook aan mij gebonden. Zo lang ik er voor zorg dat ik weet wat er in het project speelt, zijn er geen problemen. Regelmatig overleg, goede archivering en een juiste afstemming zorgen ervoor dat het project prima in de organisatie is ingebed.”
Cultuurverschillen en taalbarrières In een project met zoveel uiteenlopende partners is het in het begin altijd wennen en aftasten. In internationaal verband is dat nog sterker. “Het was zoeken naar mijn rol in het proces”, vertelt Terpstra. “Je hebt te maken met een breed netwerk van betrokken partijen en daarmee ook een breed spanningsveld. Iedereen heeft daarin zijn
eigen belangen. Uiteraard de opdrachtgever provincie Fryslân, het Interreg secretariaat in Viborg en het Keuninginstituut in Groningen. Het Keuninginstituut heeft de Shared Space filosofie bedacht en heeft ook duidelijke ideeën over de verdere ontwikkeling ervan. En natuurlijk de zeven partners die op hun eigen manier naar het project kijken. Het doorgronden van de cultuur verschillen en het overbruggen van taal barrières geven direct een andere dimensie aan zo’n project. Je kunt niet alleen vanuit je eigen referentiekader redeneren. Open staan voor andere culturen en rituelen is echt nodig. Alles bij elkaar is de impact van internationale samenwerking op het proces groter dan ik had verwacht.”
Juiste balans Werken aan een project met zoveel partners kent niet alleen voordelen. “Het is vanzelfsprekend dat iedere partner graag wat van zichzelf in het project terugziet”, zegt Duvergé. “Dat roept alleen wel een spanningsveld op tussen wat mogelijk is en wat niet. De uitdaging is om niet in de valkuil te trappen waardoor het project steeds groter en uiteindelijk oncontroleerbaar wordt.” De filosofie van Shared Space is nog steeds erg in ontwikkeling. Nieuwe, interessante vervolgstappen liggen in het verschiet. “Daarvoor is binnen dit project
alleen geen ruimte”, vult Terpstra aan. “En dat moet je vanaf de eerste dag goed in de gaten houden. In mijn zoektocht naar de juiste balans kan ik me niet laten meeslepen door al die nieuwe ideeën, maar moet ik juist de kaders van het project in de gaten houden. Je moet ergens een grens trekken en voor die vervolgstappen eventueel een nieuw project bouwen.” Duvergé noemt nog een ander nadeel: “We misten een uitgeschreven projectplan bij de start van het project. Sommige partners hadden de invulling van hun project nog niet helemaal rond. Tegelijkertijd was dat voor mij één van de redenen om juist Weusthuis voor deze opdracht te vragen. Je moet daar als bureau wel tegen kunnen”, motiveert Duvergé. “Mijn ervaring met Weusthuis in eerdere projecten is dat zij op dat vlak hun sporen hebben verdiend.”
Professionaliteit en kennis van zaken De rolverdeling tussen beiden is helder. Waar Duvergé eindverantwoordelijk is en de formele kant van het project voor zijn rekening neemt, richt Terpstra zich meer op het contact met en de sturing van de partners, opstellen van rapportages, voorbereiden van bijeenkomsten en zorgen dat de budgetten tijdig worden besteed. Duvergé: “We gebruiken elkaar als klankbord en stippelen samen de koers uit. Ook in de contacten en afstemming met de subsidieverstrekker, het Interreg-secretariaat in Viborg trekken we samen op. Omdat zij de voortgang van het project en onze uitgaven in Brussel moeten verantwoorden, houden ze ons nauwlettend in de gaten. Denken ze dat er iets niet goed gaat, dan trekken ze direct aan de bel.” “En dat is al eens gebeurd”, vertelt Terpstra. “Op een gegeven moment moest ik uitleggen waarom we nog steeds op zoek waren naar een partner in Duitsland wat volgens
Rob Duvergé, projectleider Shared Space
Lydia Terpstra, day-to-day manager
hen onbegonnen werk was. Ik kon ze het goede nieuws geven dat die Duitse partner al lang en breed was geregeld. Dat was alleen nog niet in hun stukken verwerkt. Door op dat moment professionaliteit en kennis van zaken te tonen, weten ze wat ze aan je hebben en groeit het vertrouwen. Het contact met Viborg is er sindsdien alleen maar beter op geworden.”
Verbonden met de inhoud
Internationale waardering
Shared Space: een nieuwe visie op de openbare ruimte
Als leider van het Shared Space expert team is Hans Monderman in de categorie ‘Environment’ geselecteerd tot ‘Fellow of the World Technology Network (WTN)’. Het WTN is een wereldwijd netwerk van wetenschappers, ondernemers, jour nalisten, academici en beleidsmakers en werkt samen met partners als Philips, Nasdaq, CNN en Microsoft. De organisa toren waren onder de indruk van de radicale en toch zo eenvoudige aanpak van Shared Space.
De kern van het project is dat de openbare ruimte wordt vormgegeven als mensruimte die sociaal gedrag tussen weggebruikers bevordert. Dat betekent minder verkeersborden, drempels, vluchtheuvels en zebrapaden en meer eigen verantwoordelijkheid voor de verkeersdeelnemers. Op die manier kan een automobilist zich in dorpen, binnensteden, woonwijken en op het platteland voegen naar de wereld van voetgangers, spelende kinderen en fietsers.
Het WTN reikt ieder jaar prijzen uit aan uitzonderlijke en vernieuwende projecten op het gebied van leefomgeving en tech nologie. Naast de winnaar wordt de top vijf van iedere categorie als ‘Fellow’ aan het netwerk toegevoegd.
“De internationale erkenning voor het project is, gezien de overweldigende media-aandacht, erg groot”, licht Terpstra toe. “Een paginagroot artikel in de New York Times was de aanzet. Daarna volgde de internationale en later ook de nationale pers. Dat geeft dit project een erg speciaal karakter.”
Meer informatie over Shared Space is te vinden op www.shared-space.org
De filosofie van Shared Space (zie kader) is vernieuwend, volgens sommigen zelf controversieel. Is het noodzakelijk dat je als procesmanager achter de inhoud van het project staat? Op dit punt verschillen beide van mening. “Ik vind het belangrijk me verbonden te voelen met de inhoud”, zegt Terpstra resoluut. “Door mezelf met het project te verbinden word ik enthousiast. Dat geeft een prettig basisgevoel en stimuleert mij in mijn aanpak.” Duvergé denkt daar anders over: “In mijn ogen moet een procesmanager een project ongeacht de inhoud kunnen runnen. Ik moet wel toegeven dat het je werkplezier vergroot als het project je aanspreekt.”
Sterke kanten benutten Het Shared Space project is nu op de helft. De samenwerking verloopt volgens allebei naar wens. Terpstra: “We weten elkaars sterke kanten te benutten. Rob kent de provinciale organisatie als z’n broekzak. Hij kan daarom soms intern zaken sneller voor elkaar krijgen dan ik. Terwijl ik als buitenstaander juist weer functioneer zonder enkele politieke druk.” “Onze samenwerking verloopt op een natuurlijk manier waarbij we elkaar vooral aanvullen”, besluit Duvergé.
Reageren?
[email protected]
Stedelijke vernieuwing:
Bewoners doen mee!
Jacqueline de Booij, adviseur bij Weusthuis, vertelt over haar ervaringen met bewonersparticipatie
Een plan kun je vanuit drie invalshoeken opstellen. Allereerst vanuit de bewoners of omwonenden van een plangebied; zij zijn immers de experts uit de buurt. Zij weten het beste wat ze wel en wat ze niet willen. Hun bijdrage kan ervoor zorgen dat het plan goed bij hen en de omgeving past. Ten tweede zijn er natuurlijk de vakmensen, zoals stedenbouwkundigen en architecten die vanuit hun vak en ervaring weten wat een verstandige ontwikkeling zou zijn. Als laatste invalshoek zijn er de ontwikkelaar, gemeente en/of woningstichting. Deze partijen weten welke wensen de markt heeft en kennen de verkoopbaarheid en/of de verhuurbaarheid. Door vanuit die drie invalshoeken een plan te benaderen én door samen met de partijen te proberen een optimale mix te vinden, komen de beste projecten tot stand. Dus ja, bewoners kunnen, als hen dat expliciet wordt gevraagd, prima meedenken over de toekomst van hun wijk en woonomgeving. Door professionele begeleiding van de andere partijen krijgen ze de mogelijkheid mee te denken over invalshoeken waar ze eerder niet bij stil stonden.
Soms komen ze dan met suggesties die bijvoorbeeld de verhuurbaarheid verbeteren, omdat ze de buurt goed kennen. Ik kies er dan ook voor bewoners vanaf het allereerste begin vanuit hun expertise van de buurt te betrekken in elke belangrijke processtap. Zo laat ik bewoners daadwerkelijk meebeslissen over de keuze van een stedenbouwkundig bureau dat ingeschakeld wordt voor planvorming in de wijk. Toch is zo’n proces, vanuit de andere twee partijen bezien, niet zonder risico’s. Het betrekken van bewoners bij de planvorming leidt er niet altijd toe dat het plan wordt gekozen dat volgens de deskundige ontwerpers het allerbeste is. Nog erger, zo zeggen sommigen, leidt bewonersparticipatie tot ‘Anton Pieck-achtige’ toestanden. Of tot een hoge mate van voorspelbaarheid. Maar is dat erg? Het gaat er toch om dat voor de bewoners (zowel de oude als de toekomstige) een prettige leefomgeving wordt gecreëerd?
Je conformeren aan een proces waarin bewoners een belangrijke rol hebben, betekent niet dat alles wat bewoners willen maar zo moet kunnen. Kan iets écht niet, dan moeten de opdrachtgevers dat ook zeggen. Zoals bij het handhaven van zeer slechte woningen of zoveel groen en water in een nieuw plan dat het onbetaalbaar wordt. Ook als ze vinden dat een plan echt niet mooi is. En voorwaar, uit ervaring blijkt dat bewoners daar doorgaans prima begrip voor kunnen opbrengen. Is een plan vanuit alle drie de invalshoeken nauwkeurig bekeken, dan wordt het eindresultaat door de betrokken partijen gedragen. En als de plannen in harmonie worden gepresenteerd blijken wettelijke procedures, zoals het aanpassen van bestemmingsplannen en het aanvragen van bouwvergunningen, vaak een formaliteit. Hierdoor kan men voortvarend aan de slag met het realiseren van mooiere en leefbaarder wijken en buurten.
Jacqueline de Booij,
[email protected]
Tekst: Senza Communicatie, Groningen; Vormgeving: Studio Rob Pentinga, Haren; Illustratie: Frans Le Roux; Drukwerk: Plantijn Casparie, Groningen
Ik krijg wel eens de vraag of het nu echt nut heeft bewoners te betrekken bij herstructurering en (her)ontwikkeling. Of het niet alleen maar lastig en vertragend is met lange en vervelende avondvergaderingen in het verschiet. Of de enige reden om bewoners wel bij de planvorming te betrekken is, om bezwaarprocedures te voorkomen. Mijn antwoord? Ja, het heeft wel degelijk meerwaarde als bewoners echt meedoen!