Innovatief Aanbesteden – Energieneutraal Bouwen Masterplan Innovatie Aanbestedende dienst
VMSW – AGION – VIPA – Erfgoed Vlaanderen
Platform Manager
Dany Robberecht ‐ Verhaert, Masters In Innovation
Datum: 21 mei 2012 Versie: A1 P a g i n a | 1
®
© MASTERS IN INNOVATION
Inhoudstafel 1. Innovatief aanbesteden – Energieneutraal Bouwen in een notedop ....................................................... 4 2. Situering Energieneutraal Bouwen zonder meerkost ............................................................................... 6 2.1. De socio‐economische uitgangspunten van het project ................................................................... 6 2.2. Doelstelling van dit rapport ............................................................................................................... 9 3. Proces & aanpak van het innovatieplatform .......................................................................................... 10 3.1. Een gefaseerde projectaanpak ........................................................................................................ 11 3.2. Convergentie van diverse sporen .................................................................................................... 11 3.3. Een integrale ketenbenadering; van aanbesteding tot exploitatie ................................................. 12 3.4. Overzicht van de activiteiten ........................................................................................................... 12 4. Publieke consultaties .............................................................................................................................. 14 4.1. Workshop – Stand van de techniek ..................................................................................................... 14 4.2. Workshop – Energieneutraal gebouw van de toekomst ..................................................................... 15 4.3. Workshop – Ketenregie en aanbestedingstraject................................................................................ 16 4.3. Workshop – Innovatiepotentieel ......................................................................................................... 17 5. Overzicht van het pre‐commercieel project ........................................................................................... 19 5.1. VMSW – 6 prototypewoningen........................................................................................................ 20 5.2. Onroerend Erfgoed – gevelinnovatieproject ................................................................................... 23 5.3. VIPA – Life cycle cost methode ........................................................................................................ 25 5.4. AGION – ESCO‐model voor renovatieprojecten .............................................................................. 28 6. Verdere planning ..................................................................................................................................... 32 7. Annexen bij het eindverslag .................................................................................................................... 33 7.1. Bijlage 1: Overzicht geregistreerde deelnemers .............................................................................. 33 7.2. Bijlage 2: Rapportering publieke consultaties ................................................................................. 41
P a g i n a | 2
®
© MASTERS IN INNOVATION
Distributielijst Organisatie IWT VMSW Onroerend Erfgoed VIPA AGION Verhaert
Aant. Ex. 1
Persoon Peter Thevissen Bernard Wallyn Nathalie Vernimme Stefaan Pottie Ann Demeulemeester Dany Robberecht
1
Lijst met figuren Figuur Figuur 1 Figuur 2 Figuur 3 Figuur 4 Figuur 5 Figuur 6 Figuur 7 Figuur 8 Figuur 9 Figuur 10 Figuur 11
P a g i n a | 3
Verklaring Aanpak innovatief aanbesteden Zoekvelden tot innovatie Een bouwketen; van idee tot exploitatie Overzicht activiteiten en kernvragen Overzicht activiteiten workshops Energieneutraal Bouwen zonder meerkost Abstractieniveaus van specificaties Pre‐commercieel project VMSW Onderzoeksopportuniteiten vanuit het VMSW traject Pre‐commercieel project Onroerend Erfgoed Pre‐commercieel project VIPA Pre‐commercieel project AGION
®
© MASTERS IN INNOVATION
Management samenvatting 1. Innovatief aanbesteden – Energieneutraal Bouwen in een notedop Het project kadert in het Actieplan Innovatief Aanbesteden (IA) van de Vlaamse Regering (18/07/2008). Het IA is een beleidsinstrument waarbij de overheid beroep doet op een innovatieve inbreng van bedrijven, organisaties en kennisinstellingen. Om dit mogelijk te maken wordt een innoverende methodologie gebruikt waarbij overheid en bedrijven samen de uitdaging in kaart brengen op een Innovatieplatform. Europa verwacht van ons dat we vanaf 2021 bijna‐energieneutraal bouwen. Dit betekent dat we zelf instaan voor een groot deel van ons energieverbruik. Daartoe moeten we naast energievriendelijk bouwen ook die energie kunnen produceren. De meest milieuvriendelijke, de meest goedkope én dus de meest sociale energie is deze die niet wordt verbruikt, zonder daarbij afbreuk te doen aan het bewonerscomfort. De investeringskosten om dit waar te maken zijn vandaag echter hoog en lopen op naarmate de beoogde energiebesparing hoger wordt. We stellen vast dat er enorm veel nieuwe technologie ontwikkeld wordt om het primaire energieverbruik in gebouwen te verminderen: efficiëntere isolatie (nieuw gamma aan isolatiematerialen, water‐ en luchtdicht isoleren, betonstorten, groeiende trend om buitenisolatie te plaatsen, …), nieuwe technische installaties met mogelijkheid tot productie en opslag/recuperatie van eigen energie (condensatieketels, micro‐WKK, zonneboilers, windmolens, PV‐installaties, buffervaten, gecontroleerde ventilatie, meet‐ en regelsystemen). De diffusie van deze technologie op grote schaal en op een correcte en geïntegreerde manier op het werkterrein zelf stelt evenwel grote problemen. Dit leidt tot inefficiëntie bij de realisatie van bouwprojecten en tot belangrijke onnodige meerkosten. Bij openbare aanbestedingen wordt de diffusie van nieuwe technologie bijkomend nog gehinderd door de aanbestedingsaanpak die de implementatie van innovatieve oplossingen bemoeilijkt. Daarom dient het bouwproces te evolueren naar een groepsproces waarin modellen van samenwerking centraal staan, eerder dan de huidige, verkokerde manier van bouwen, die ervan uitgaat dat de ontwerper over alle kennis beschikt en de aannemer slechts moet uitvoeren. Dit houdt in dat bestekken niet alleen meer beschrijvend zijn, maar ook prestatiegericht of dat andere vormen van opdrachtverlening ontstaan. Een en ander betekent ook een andere manier van werken, namelijk werken in bouwteams waarbij de laatste informatie online op de werf beschikbaar is. Belangrijk is dat hiervoor ook een goede juridische en contractuele basis uitgewerkt wordt. Bovenstaande uitdagingen moeten kunnen aangepakt worden op een budgetneutrale wijze.
P a g i n a | 4
®
© MASTERS IN INNOVATION
In deze context ligt het accent bij Innovatief Aanbesteden in de bouwsector op innovatie met betrekking tot de diffusie van technologische oplossingen, meer bepaald op het geïntegreerd en innoverend herdenken van het ontwerp‐ en bouwproces, bouwconcepten, alsook van bouwsystemen en – technieken. Even belangrijk hierbij is de onderlinge afstemming van het concept, de bouwtechnieken en de uitvoering. De introductie van een bouwteam wordt hierbij gezien als een essentieel element in de geïntegreerde aanpak. Verder zijn er innoverende aanbestedingsvormen nodig die de introductie en diffusie van innoverende oplossingen faciliteren. De bouwsector is een van de belangrijkste sectoren in Vlaanderen en hierbij treedt de publieke sector op als de belangrijkste bouwheer. In deze positie is het niet meer dan normaal dat de overheid het goede voorbeeld geeft en de trend zet. In het voorliggende project bundelen vier publieke instanties hun krachten om energieneutraal bouwen een impuls te geven in Vlaanderen: de sociale woningbouw (VMSW), de woonzorgsector (VIPA), de scholenbouw (AGION) en onroerend erfgoed. Het analysetraject liep over 6 maand en omvatte 4 innovatieve sporen: gebruikersvereisten, technologie, ketenregie of aanbestedingstraject, en (buitenlandse) referentieprojecten. Het masterplan innovatie kwam tot stand na een omstandige (publieke) consultatie van diverse partijen. Er werden 4 workshops georganiseerd met gemiddeld meer dan 60 deelnemers uit bedrijfsleven en kennisinstellingen. Deze werden aangevuld met een bevraging van de technologische stakeholders. Vanuit deze analyse werd een precommercieel project geïdentificeerd. Het project kent 4 sporen 1) VMSW: we bouwen 6 energieneutrale prototypewoningen en schatten de schaaleffecten in om deze op termijn zonder meerkost te realiseren. 2) Onroerend Erfgoed: we mikken op nieuwe materialen, nieuwe technieken en nieuwe systemen om gevels (wanden en ramen) van monumentale gebouwen energiezuinig te maken. De oplossingen vinden ongetwijfeld hun weg naar de bredere renovatiemarkt. 3) VIPA: we ontwikkelen een ‘life cycle cost’ methodiek op basis van bestaande inzichten en passen hem toe op een te realiseren rust‐ en verzorgingstehuis met een budget van +/‐ €10M. 4) AGION: we ontwikkelen een ESCO aanpak voor de renovatie van een schoolgebouw en passen dit toe op een reële site. We rekenen op een renovatieproject tussen €2,5M en €5M voor het gebouw. Vernieuwing aan zowel overheidszijde als aan de aanbiederskant staat in deze voorop. Het bouwteam en een aangepaste aanbestedingsformule staan centraal in de 4 projecten.
P a g i n a | 5
®
© MASTERS IN INNOVATION
Context Energieneutraal Bouwen 2. Situering Energieneutraal Bouwen zonder meerkost 2.1. De socioeconomische uitgangspunten van het project Dit project heeft betrekking op de bouw, renovatie of restauratie van sociale woningen, scholen en woonzorgcomplexen. Het beleidsdomein verantwoordelijk voor het beheer van onroerend erfgoed is eveneens partner in het project. De bedoeling van het project is om in het bouw of verbouwingsproces besparingen te kunnen doorvoeren en te zoeken naar innovatieve benaderingen / middelen / technieken die het realiseren van energieneutrale gebouwen eenvoudiger en goedkoper maken. Uiteraard moet dit leiden tot toepasbare concepten zowel in nieuwbouw als bij renovatie. Het beoogde effect is het sterk terugdringen van het energieverbruik tegen een haalbare meerinvestering bij sociale woningen en overheidsgebouwen. De innovatieve oplossingen moeten ook voldoen aan de zeer uiteenlopende prestaties die van gebouwen in voornoemde toepassingsdomeinen geëist worden (comfort, veiligheid, gezondheid, toegankelijkheid, erfgoedwaarde,…) Uit de praktijk blijkt de kostprijs voor de bouw, renovatie en restauratie van (sociale) woningen duidelijk toe te nemen bij overschrijding van het energieprestatiepeil van circa E60. Bij appartementsgebouwen met collectieve energievoorzieningen wordt de drempel reeds bij E80 ervaren. Bij de recente aanbesteding van drie pilootprojecten “Sociale Passiefwoningen” werd de kostprijsnorm met 45%, 50% en zelfs 80% overschreden. Dit heeft tot gevolg dat ‐ binnen de beschikbare middelen van de sector ‐ minder woningen kunnen gebouwd worden bij strengere energieprestatie eisen. Daar tegenover staat dat, volgens de EPBD‐ richtlijn 2010/31/EU, tegen eind 2020 (vanaf 01/01/2019 voor overheidsgebouwen) alle nieuwbouw “bijna‐energieneutraal” moet zijn. Analoge vaststellingen gelden voor de scholenbouw, waarvan de nieuwbouwscholen die in 2018 worden gerealiseerd binnen enkele jaren op de ontwerptafel liggen en waarbij het E60 prestatiepeil (vanaf 2014) eveneens qua kostprijs een moeilijk te nemen hindernis is. In de sector sociale huisvesting is het principe van terugbetaaltermijn niet van toepassing voor de investeerder: de sociale huisvestingsmaatschappij investeert en draagt de meerkosten, terwijl de huurder van de vermindering van stookkosten geniet. De huurprijs is enkel aan het inkomen van de huurder gekoppeld.
P a g i n a | 6
®
© MASTERS IN INNOVATION
Om laag energiewoningen‐ en gebouwen te realiseren tegen een aanvaardbare kost, is een geïntegreerd en innoverend herdenken van ontwerp‐ en bouwproces, alsook van bouwsystemen en –technieken een noodzaak. Naast een meergebruik aan materialen en ruimte, wordt de kostprijs voornamelijk bepaald door het bouwconcept (compactheid, oriëntatie en planindeling), de hoge graad van detailleringen bij ontwerp en uitvoering (t.a.v. bouwknopen en luchtdichtheid), verwarmingstechnieken voor lage temperatuur en kleine vermogens met voldoende aanbod van sanitair warm water, efficiënte ventilatiesystemen en toepassing van niet ‘klassieke’ bouwsystemen o.a. houtskeletbouw en prefab. Even belangrijk is de onderlinge afstemming van het concept, de bouwtechnieken en de uitvoering. Sociale woningen, scholen en zorgvoorzieningen moeten geschikt zijn voor een zeer gevarieerd gebruikerspubliek en vergen een beperkt en eenvoudig onderhoud en mogelijkheden tot aanpasbaarheid over hun volledige levensduur. Zoals bij andere projecten kunnen eenvoud, schaal en standaardisering de kosten drukken tot 70% als aangetoond bij de proefprojecten sociale Basis Norm Woningen. Deze vaststellingen zijn eveneens integraal van toepassing op scholen en zorgvoorzieningen. Er wordt dan ook gezocht naar innovaties bij ontwerp‐ en uitvoeringproces, toegepaste technieken en materialen, als bij gebruik‐ en onderhoudaspecten en mogelijke samenwerkingsverbanden en alternatieve aanbestedingsvormen. Veel innovatiepotentieel wordt hierbij verwacht van het inzetten van bouwteams en bouwsystemen. De innovaties moeten op grotere schaal kunnen toegepast worden, vatbaar zijn voor herhaling en bij voorkeur voldoende flexibiliteit inzake ontwerp bieden. Bij de restauratie van onroerend erfgoed en meer bepaald van sociale woningen vormt het verzoenen van erfgoedwaarden en energiezuinigheid een grote uitdaging. Concreet wordt gezocht naar innovaties die een zo klein mogelijke impact hebben op het uitzicht van het gebouw en de bewaringstoestand van authentieke materialen en bouwonderdelen. Er is vraag naar enkele beglazing met verhoogde isolatiewaarde, dunne buitenbepleistering met superieure isolerende en vochtregulerende eigenschappen, hoogwaardige dakisolatie met minimale materiaaldikte en voldoende buigzaamheid met aandacht voor de aansluiting van de dakpartij met de topgevel, erfgoedvriendelijke zonne‐ energieinstallaties, automatische meet‐ en beheersystemen voor ventilatie en verwarming die rekening houden met een optimaal binnenklimaat met het behoud van historische materialen en structuren. De wet op overheidsopdrachten maakt het onmogelijk om de uitvoerders van meet af aan bij de projectontwikkeling te betrekken. Ook worden bij klassieke aanbestedingen alternatieve en innovatieve bouwvormen en technieken systematisch uitgesloten. Bij offerte aanvragen is daarbij een objectieve vergelijking van innovatieve voorstellen problematisch.
P a g i n a | 7
®
© MASTERS IN INNOVATION
Doel van het project is ook om vernieuwende aanbestedingsmethodieken te verkennen die een oplossing bieden aan bovenstaande beperkingen.
P a g i n a | 8
®
© MASTERS IN INNOVATION
2.2. Doelstelling van dit rapport Met dit eindverslag beogen we een beeld weer te geven van het traject dat we in de periode oktober 2011 – maart 2012 bewandelden. We trachten een synthese te geven van de resultaten, maar laten niet na ook het vervolg te duiden. Innovatie is per definitie een zoektocht, die moeilijk op voorhand is te voorspellen. Noch het startpunt is duidelijk, noch het eindpunt is makkelijk vast te leggen. Het is immers een continu proces dat bijgestuurd dient te worden in functie van de context en status van het moment. De rol van de platform manager kan dan ook niet beperkt blijven tot een communicatieve rol of tot een louter procesmatige rol, hoewel de aansturing wel degelijk essentieel is. In het platform werd daarom sterk ingezet op het inhoudelijke en het creatieve, op het verwerven van inzichten en het creëren van een gemeenschappelijk draagvlak hiervoor, op het genereren van voldoende opties, want keuzemogelijkheden zijn cruciaal en bijzonder schaars aanwezig. Dit alles maakt dat sommige aspecten vastliggen, maar anderen nog steeds open vragen zijn, dat in de toekomst snel nieuwe vragen zullen rijzen. Het werk is dus niet af, maar dit rapport biedt wel een kader om de toekomstige innovaties te stroomlijnen. Het verschaft een visie gebaseerd op een intensieve deep‐dive, afgetoetst vanuit verschillende perspectieven met diverse actoren via grondig overleg.
P a g i n a | 9
®
© MASTERS IN INNOVATION
Werkprogramma en aanpak 3. Proces & aanpak van het innovatieplatform De beschreven aanpak, opgesteld voor het program management van platformen voor innovatief aanbesteden is geïnspireerd op best practices en methodieken die door VERHAERT op dagdagelijkse basis worden ingezet in haar strategische consulting activiteiten voor bedrijven. Om innovatieve initiatieven succesvol uit te voeren dient men systematische zoekvelden te bewandelen. Gezien het multidisciplinaire karakter van innovatie en de vele interacties met de omgeving ontstaat een grote behoefte aan afstemming, strategie en methodologie, building in deze Fuzzy front end van innovatie. Vraaggedreven innovatie kan eerder als een gesloten innovatiemodel beschouwd worden, waarbij een kennisinstelling en bedrijven nieuwe kennis ontwikkelen, een bedrijf (of bedrijvenconsortium) dit toepast en de overheid dit op afstand financiert. Dit model blijkt beperkter in zijn efficiëntie dan simultane interacties tussen de verschillende spelers. De methodiek en processen van Verhaert zijn afgestemd op “Open innovatie” waarin belang wordt gehecht aan iedere stakeholder in de waardeketen (zowel downstream als upstream). Dit door eenieder meerwaarde toe te delen, wat vereist dat elk product‐ of service‐idee vanuit elke actor in de waardeketen een betere toegevoegde waarde moet kennen dan bestaande, andere oplossingen. M.a.w. het is uitermate belangrijk om concentrisch vanuit elke stakeholder te denken. Deze aanpak van VERHAERT is inherent “user centered”. Zoals blijkt uit deze term zijn hierbij twee aspecten cruciaal; 1) het denken vanuit de stakeholders zoals reeds aangehaald maar tevens 2) de inzet van creativiteit en visueel denken als smeermiddel in een consensus building proces, bij het realiseren van een gemeenschappelijk draagvlak en voor het gezamenlijk conceptualiseren en maturiseren van de ideeën. Deze aanpak staat garant voor innovatie en inspirerende projectdefinities met een sterke buy‐in van de eindgebruikers en de verschillende stakeholders.
P a g i n a | 10
®
© MASTERS IN INNOVATION
3.1. Een gefaseerde projectaanpak De aanpak van Verhaert heeft als globale doelstelling het opzetten van een innovatieplatform, m.a.w. een platform voor het identificeren en selecteren van mogelijke ideeën die oplossingen bieden aan bepaalde socio‐economische uitdagingen of ter verbetering van de performantie van de openbare dienstverlening. Het voorgestelde proces bestaat uit 5 fasen, startende met een explorerende fase 0. De volgende 4 fases verzorgen de interactie tussen Aanbestedende Overheid (vraagzijde), industrie (aanbodzijde), innovatieagentschap (m.b.t. innovatie en industriebeleid) en kennisinstellingen (research en assessment capaciteit). Deze interactie tussen vraag‐ en aanbodzijde pakken wij aan op een gestructureerde manier, waarin divergerende en convergerende taken elkaar afwisselen. M.a.w. exploratie en verbreding (oplossing genererend) wordt gevolgd door convergentie, het zoeken naar oplossingen waar iedereen zich wenst achter te zetten, waarvoor een dragend platform wordt gecreëerd van de gehele waardeketen (down‐ & upstream) en waar m.a.w iedereen een deel van de waarde toevoegt.
Figuur 1: Aanpak innovatief aanbesteden
3.2. Convergentie van diverse sporen Het innovatieplatform werd vanuit verschillende ingangspunten benaderd. Deze worden in de terminologie van Verhaert ook wel zoekvelden genoemd.
Gebruikersvereisten
Technologie
Aanbestedingsproces
Referentieprojecten
Figuur 2: Zoekvelden tot innovatie
Deze zoekvelden worden parallel bewandeld in een iteratief proces aan de hand van workshops en beperkt onderzoek.
P a g i n a | 11
®
© MASTERS IN INNOVATION
3.3. Een integrale ketenbenadering; van aanbesteding tot exploitatie Het Innovatief Aanbesteden platform spoort innovatie doorheen de ganse keten op.
Figuur 3: Een bouwketen van idee tot exploitatie
3.4. Overzicht van de activiteiten Onderstaand diagram geeft een beeld van de diverse workshops en de belangrijkste mijlpalen. Het innovatieplatform volgde een logisch pad vertrekkende vanuit de stand van de techniek tot een oriëntatie voor een innovatieprogramma. De workshops werden opgevat als publieke consultaties met als doel nieuwe inzichten te verwerven, samen oplossingen te definiëren en draagvlak te creëren.
Figuur 4: Overzicht activiteiten en kernvragen
De workshops werden aangevuld met een bevraging van de industrie en kennisinstellingen. Deze peilde naar de kansen, trends en verwachtingen. De individuele resultaten hiervan worden niet publiek gemaakt, desalniettemin werden alle inputs verwerkt in het traject.
P a g i n a | 12
®
© MASTERS IN INNOVATION
De zoekvelden of eenvoudigweg de sporen van het traject werden naadloos verweven in de verschillende workshops zoals onderstaande figuur illustreert.
Figuur 5: Overzicht activiteiten workshops Energieneutraal Bouwen zonder meerkost
Hoewel een workshopthema een accent op één van de sporen kon leggen blijft het nuttig om het debat multidisciplinair te houden.
P a g i n a | 13
®
© MASTERS IN INNOVATION
Een brede benadering voor innovatie 4. Publieke consultaties 4.1. Workshop – Stand van de techniek De workshop werd opgevat rondom 3 aspecten: • • •
Referenties uit de praktijk Gebruikersnoden Het aanbestedings‐ en bouwproces
Doel van de workshop was een beeld te verkrijgen van de huidige aanpakken, methodes en eventuele tekortkomingen of verwachtingen. Het bleek zeer zinvol om de kennis van het collectief, die typisch versnipperd is, te consolideren en te toetsen. De workshops werden per applicatiedomein gevoerd. Een verslag met krijtlijnen vindt u in bijlage. We vatten de belangrijkste observaties nog even samen:
P a g i n a | 14
®
© MASTERS IN INNOVATION
4.2. Workshop – Energieneutraal gebouw van de toekomst De workshop werd opgevat rondom diverse thema’s. Deze werden binnen de werkgroepen volgens voorkeur en relevantie behandeld. • • • • •
Nieuwe bouwtechnieken, ‐methodes en gebouwconcepten Financieringsmodellen Gebruikersconcepten, ‐vereisten Sensibilisering Maatschappelijke visie
Doel van de deze sessie was te identificeren waar vernieuwing/verandering noodzakelijk is. We onderzoeken tevens welke veranderingen er kunnen plaatsvinden en welke effecten we ervan verwachten; ligt er potentieel in een radicaal nieuw gebouwconcept of eerder in de integratie van technieken of op de wijze waarop we vandaag gebouwen ontwerpen? Er werd een werkgroep per applicatiedomein ingericht. We verwijzen graag naar het verslag in bijlage voor de bevindingen.
P a g i n a | 15
®
© MASTERS IN INNOVATION
4.3. Workshop – Ketenregie en aanbestedingstraject Het platform kent niet alleen vernieuwingspotentieel van technologische aard, diffusie van nieuwe technologie vereist in grote mate procesvernieuwing. De overheid en de bouwheren in het bijzonder dienen het proces anders te organiseren teneinde het vooropgestelde doel te kunnen bereiken. Bij het schrijven van het bestek verlaten we de klassieke manier van een bestek opstellen: dit richt zich op het probleem/project en het resultaat (outputs) dat men van een oplossing verwacht. Deze nieuwe manier van werken beoogt in het bestek een programma van eisen op te stellen en dit met voldoende detaillering. Op basis van het programma van eisen doen de aanbieders een aanbieding die bestaat uit een voorstel van oplossing tegen een bepaalde prijs. Het startpunt is de waarde/resultaat die de opdrachtgever verlangt. Dit is het uitgangspunt voor het programma van eisen.
Figuur 6: Abstractieniveaus van specificaties
Het verslag van de workshop vindt u in bijlage. We vermelden ook graag volgende links in het kader van deze nieuwe manier van werken: http://www.vbwasfalt.nl/cms/Media/LeidraadPrestatie.pdf http://www.kei‐centrum.nl/websites/kei/files/kei2003/kei‐files/corpovenista/corpovenista3_6‐ AfstudeeronderzoekKlaassen.pdf http://hbo‐kennisbank.uvt.nl/cgi/hu/show.cgi?fid=3856 http://www.bouwcollege.nl/Pdf/Voorbereiding%20en%20uitvoering%20bouwaanvraag/23‐05‐ 320%20Innovatief%20aanbesteden.pdf
P a g i n a | 16
®
© MASTERS IN INNOVATION
4.3. Workshop – Innovatiepotentieel Het platform identificeerde volgend potentieel: A. Innovatie rond procedures, omkadering en aanpak aanbesteding 1. Ontwikkeling van een prestatiebestek 2. Een verruimd Total Cost of Ownership concept waarbij zowel ontwerp, uitvoering en exploitatiebeheer zit. Tevens hoe LCC in de praktijk toepassen als alternatief voor kostprijs als gunningscriterium 3. Studie over optimale bouwteam aanpak (organisatie) a. Vanuit juridisch perspectief b. Vanuit ontwerp perspectief: ontwerpaanpakken voor de realisatie van energieneutrale gebouwen 4. Voorstudie naar gebalanceerd programma van eisen (in vraag stellen van bouweisen) 5. Studie schaalvergrotingsmogelijkheden: ontwikkeling van wijkconcepten op basis van hybride concepten en slimme energie‐opwekking. (welke aspecten dienen in de gemeenschap opgenomen teneinde energieneutraal zonder meerkost te realiseren?) Subonderdelen kunnen zijn: a. Organiseren van de samenwerking tussen verschillende bouwheren en de aanpak qua aanbestedingsprocedure+bestek in deze 6. Ontwikkeling van een kennisloket – kennisportaal (bvb energieneutrale technieken, aanbestedingsprocedures, …) 7. Ontwikkeling van een set metingen om de reële gebouwprestaties bij oplevering te bepalen vanuit energiestandpunt (blowdoortest, thermografie onder standaardcondities los van gebruikersgedrag), en dit vervolgens te vergelijken met de gevraagde prestaties 8. Ontwikkelen van een protocol met te nemen algemene stappen (Erfgoed) 9. Ontwikkelen van coöperatieve investeringsmodellen a. nieuwe escomodellen: op wijkniveau, gebouwniveau, etc. …) b. energieleveranciers die investeren c. in het geval van AGION, een kader waarbij ouders in een coöperatief financieringsmodel stappen 10. Ontwikkeling van andere financieringsmodellen voor de betaling van studieteams en uitvoerders (bv niet langer in procenten, bonus financiering etc.) 11. Studie van de effecten goedkope energieleningen i.p.v. subsidie; subsidies werken soms prijsverhogingen in de hand 12. Masterplan om op korte tijd massaal energie te besparen in alle lagen van de bevolking, in alle gebouwtypes, in nieuwe en oude gebouwen 13. Ontwikkeling van een efficiënte energieaudit van een gebouw: meten van energieverbruik onder standaardcondities en opsporen van warmtelekken. Analyse van gebruikersgedrag, afstelling van installaties; advies m.b.t. gebruikersgedrag, kleine investeringen, te mijden investeringen, … 14. Rationeel patrimoniumgebruik en investering multifunctioneel gebruik (AGION)
P a g i n a | 17
®
© MASTERS IN INNOVATION
B. Innovatie op technologisch vlak en op conceptueel niveau 15. Nieuwe modulaire gebouwconcepten met personalisatiegraad: modulair/lego, … a. Bvb prefab gebouwconcept op basis van standaardmodules (klas, eetzaal, …) b. Levenslang wonen concept c. De efficiënte sociale woning 16. Nieuw renovatieconcept voor bestaande gebouwen (bvb retrofitten van scholen tot energieneutrale gebouwen) 17. Studie bouwtechnieken: standardisatie van interfaces (opportuniteiten, randvoorwaarden, potentiële oplossingen, …) + eventueel labodemonstratie/prototype als eindresultaat d. Nutvoorzieningen, vloer‐ en wandelementen, HVAC, … 18. Studie energie‐meegroeitechnieken: bvb gelaagde wandelementen die op termijn qua E‐peil verbeteren 19. Nieuwe gebouwconcepten op basis van slimme energie‐opwekking (balans schil/opwekking) 20. Toegepast onderzoek nieuwe bouwcomponenten/technologie: bvb toepasbaarheid aerogels, nieuwe buigzame dunnen isolatie, glas, HVAC, … 21. Conceptstudie rond een holistisch gebouwbeheersysteem – slimme gebruiksvriendelijke regelsystemen: systeemontwerp met gebruiksvriendelijk interactie voor typegebruikers (ouderlingen, personeel, ….) en simulatieprogramma verdiencapaciteit (verwarming / ventilatie, deuren / ramen, …) 22. Energie efficiënte venstergordijnen 23. Domotica ten dienste van energiezuinige gebouwen 24. Energieneutrale gebouwen: optimum door evenwicht bouwschil, duurzame energieproductie en energiemanagement. Vergelijkende studie tussen verschillende aanpakken/concepten: bvb passiefconcept versus geothermie in combinatie met energiearme woning, …) 25. Studie energiebesparingsmogelijkheden in een bestaand gebouw d.m.v. ingrepen met een terugverdientijd van max. 2‐3 jaar. Doel: minstens 30% besparing met weinig middelen. Ook interessant in het kader van armoedebestrijding. 26. Studie optimalisatie van het gebruikersgedrag in een woning: best practices en visie‐ ontwikkeling want gangbare tips hebben weinig effect op het gedrag. (instellen stookregimes, verluchting, ontvochtiging, warmwatergebruik en –aanmaak, homogeen verwarmen/elektrisch bijverwarmen/puntverwarmen, sluikverbruik, …) 27. Ontwikkeling van een model om gebouwconcepten met elkaar te vergelijken (Energie‐efficiënte, kost, …) 28. Netwerk met industrie i.f.v. detectie nieuwe methoden en technieken + referentieprojecten (Erfgoed) Dit potentieel werd besproken aan de hand meerwaarde versus risico’s (time‐to‐market, budget, onzekerheid, complexiteit). We distilleerden voor elk beleidsdomein (1) quick wins, (2) innovatieve aspecten, (3) onderzoeksgebieden en (4) onbelangrijke aspecten. Een verslag per domein vindt u bijlage.
P a g i n a | 18
®
© MASTERS IN INNOVATION
Pre‐commercieel Project 5. Overzicht van het precommercieel project Het project kent 4 sporen 1) VMSW: we bouwen 6 energieneutrale prototypewoningen en schatten de schaaleffecten in om deze op termijn zonder meerkost te realiseren. 2) Erfgoed Vlaanderen: we mikken op nieuwe materialen, nieuwe technieken en nieuwe systemen om gevels (wanden en ramen) van monumentale gebouwen energiezuinig te maken. De oplossingen vinden ongetwijfeld hun weg naar de bredere renovatiemarkt. 3) VIPA: we ontwikkelen een ‘life cycle cost’ methodiek op basis van bestaande inzichten en passen hem toe op een te realiseren rust‐ en verzorgingstehuis met een budget van +/‐ €10M. 4) AGION: we ontwikkelen een ESCO aanpak voor de renovatie van een schoolgebouw en passen dit toe op een reële site. We rekenen op een renovatieproject tussen €2,5M en €5M voor het gebouw. Vernieuwing aan zowel overheidszijde als aan de aanbiederskant staat in deze voorop. Het bouwteam en een aangepaste aanbestedingsformule staan centraal in de 4 projecten.
P a g i n a | 19
®
© MASTERS IN INNOVATION
bijkomende ingrepen
5.1. VMSW – 6 prototypewoningen Samen met verschillende sociale huisvestingmaatschappijen bouwen we 6 energieneutrale prototypewoningen en schatten de schaaleffecten in om deze op termijn zonder meerkost te realiseren. Er wordt gekozen voor een bouwteam aanpak als katalysator. Vandaag kenmerkt de situatie zich als volgt: •
Weinig ruimte voor innovatie van aanbodzijde
•
Extrapolatie van huidige aanpak resulteert in substantiële meerkosten
Daarom organiseren we een wedstrijd. We mikken hiermee op maximale openstelling voor innovatie door een Programma v. Eisen: •
Realiseerbaar op korte termijn :
•
Bewoonbaar
•
Voldoen aan wetgeving
•
(bijna) energieneutraal
•
‘Zonder’ meerkost
Dit programma beoogt intelligent te integreren wat beschikbaar is op vlak van systemen, componenten en technieken. We meten de resultaten na.
Figuur 7: Pre‐commercieel project VMSW
P a g i n a | 20
®
© MASTERS IN INNOVATION
We verwachten een andere aanpak met beter resultaat: • • •
andere bestekken meerwaarde van bouwteam ruimte creëren voor innovatie ‐ technisch ‐ financiering ‐ ESCO ‐ LCC
VMSW is sterk geïnteresseerd in het opmaken van een prestatie typebestek als aanvulling op haar typebestek B2005. Scope van het project:
P a g i n a | 21
®
© MASTERS IN INNOVATION
We verlangen innovatie op volgende punten: ‐ ‐ ‐ ‐
Innovatieve gebouwconcepten, ‐systemen, ‐materialen, en technische voorzieningen Economische verbetering van aspecten van het bouwproces, efficiëntere bouwmethodes en –technieken. Marktinnovatie of organisatorische vernieuwingen Minimum set aan vereisten in het bestek, dus maximale vrijheidsgraden voor innovatie
Er werd tevens bijkomend onderzoekspotentieel geïdentificeerd (bvb TETRA).
Figuur 8:Onderzoeksopportuniteiten vanuit het VMSW‐traject
P a g i n a | 22
®
© MASTERS IN INNOVATION
5.2. Onroerend Erfgoed – gevelinnovatieproject We beogen technologische vernieuwing bij restauratie van gebouwen met verhoging van energiezuinigheid en behoud van erfgoedwaarde. Beslissingen inzake restauratie worden vandaag ad hoc genomen. Er is een suboptimale afstemming tussen technische mogelijkheden gericht op energiezuinigheid en erfgoed‐waarde. We bieden de deelnemers 5 gevelprojecten (binnen/buiten), typerend voor restauratie. We zoeken op basis hiervan conceptuele oplossingen om energieverlies door ramen, deuren en wanden tegen te gaan; materialen, systemen, technieken. We vragen een voorstel van oplossing met prestatieberekening en terugverdieneffect. Facultatief kan de aanbieder zijn oplossing demonstreren (afhankelijk van de stand van zaken technisch gezien). We organiseren een wedstrijdformule.
Figuur 9: Pre‐commercieel project Onroerend Erfgoed
De deelnemers vertrekken van één van de 5 opgegeven gebouwen, ze worden nog geselecteerd. De deelnemers krijgen hiervan een tekeningenpakket. De vraagstelling is als volgt: -
Technologische oplossingen voor raamproblematiek, wanden, …
-
Terugverdieneffecten en prestatieberekening
-
Demonstratie (facultatief)
Onroerend Erfgoed organiseert een studiedag (okt/nov 2013) teneinde de projectresultaten te dissimineren en marktdoorstroming te bekomen. De projectdoorlooptijd wordt geschat op 12 maand. Bedrijven kunnen het pre‐commercieel project desgewenst in parallel met een IWT subsidie‐project uitvoeren.
P a g i n a | 23
®
© MASTERS IN INNOVATION
Een aantal voorbeeldgevels:
P a g i n a | 24
®
© MASTERS IN INNOVATION
5.3. VIPA – Life cycle cost methode We ontwikkelen een ‘life cycle cost’ methodiek (LCC) op basis van bestaande inzichten en passen hem toe op een te realiseren rust‐ en verzorgingstehuis met een budget van +/‐ €10M. De aanbieders werken de LCC methodiek mee uit, i.s.m. een kennisinstelling, en valideren/verfijnen deze verder. Tijdens de ontwerpfase zullen op basis hiervan diverse ontwerpen kunnen afgewogen worden. Dit tonen we aan d.m.v. toewijzing van een pilootproject. We ontwikkelen volgende facetten: -
LCC tool
-
LCC gebaseerd bestek
-
Performantiecontract
-
Risico analyse (bestek / prestatiecontract
Figuur 10: Pre‐commercieel project VIPA
Dit project stelt ambitieuze verwachtingen: • • •
LCC als driver van rendabelere bouwtechnische keuzes bij ontwerp als onderdeel van het bestek LCC als gunningscriterium i.p.v. de bouwkost LCC als basis voor toekomstige prestatieverbintenissen
P a g i n a | 25
®
© MASTERS IN INNOVATION
De beoogde effecten: • • • •
Lagere totaalkost Betere energie‐ en gebouwprestaties Efficiëntere woonzorg exploitatie Betere invulling van gebruikersverwachtingen
We verwachten de ontwikkeling van een toepasbare ‘Vipa’ variant gebaseerd op bestaande internationale LCC‐inzichten en rekenmodules. Dit houdt tevens validatie in van een industrieel bouwteam. De module is aanpasbaar aan de snel evoluerende technieken. De methode mag de procedure nier verzwaren, het geheel blijft gebruiksvriendelijk. We trachten een groter inzicht te verwerven in de implicaties die de LCC methode met zich mee brengt in het bouwproces. Dit vormt een precedent en referentieproject teneinde het aanbestedingstraject te vernieuwen. Deze procesinnovatie vindt haar nut op volgende punten:
P a g i n a | 26
®
© MASTERS IN INNOVATION
We voorzien de volgende aanpak: 1) Oproep naar bouwheren om één van hun projecten te trachten realiseren met toepassing van LCC voor energie gerelateerde aspecten in hun bouwproject 2) Selectie + Screening van een drietal consortia op hun capaciteit en bereidheid in het gekozen project te stappen en LCC toe te passen op het bouwproject. VIPA brengt een academische partner in en een verder te ontwikkelen rekenmodule. 3) Vervolgens wordt op basis van criteria één van de consortia geselecteerd: dit consortium doorloopt vervolgens het hele project van ontwerp tot realisatie van het totaalproject ter waarde van €10M. De algemene kosten worden hierbij opgetrokken voor toepassen/verfijnen van de LCC methodiek. 4) Loopt men vast met toepassing van LCC dan schakelt het gekozen consortium terug naar de klassieke aanpak als fall‐back aanpak.
P a g i n a | 27
®
© MASTERS IN INNOVATION
5.4. AGION – ESCOmodel voor renovatieprojecten Voor een exemplarisch renovatieproject zal nagegaan worden of een geplande renovatie qua energiezuinigheid geoptimaliseerd kan worden door inzet van een bouwteam in combinatie met een ESCO‐opzet. De kosten en baten worden verdeeld tussen opdrachtgever , ESCO en bouwteam volgens een werkbaar business model. Dat renovatie een belangrijk pijnpunt vormt blijkt uit onderstaande: • • • •
Het schoolpatrimonium is sterk verouderd (ca 50% is van voor 1970). Er is een capaciteitstekort met een verwachte piek tegen 2016‐2020 Verstrengde energie‐eisen tegen 2020, ook voor bestaand patrimonium Een structureel tekort aan middelen
Wat plannen we te doen: 1.Uitwerking van basisscenario met uitsluitend financiering van opdrachtgever 2.Uitwerking van uitgebreid ESCO‐scenario met bijkomende financiering vanuit ESCO met focus op verhoogde energiezuinigheid. Inclusief: •
Financieringsvoorstel en business model
•
implementatieplan
•
contractvoorstel
We voorzien de uitvoering door een bouwteam van scenario 1 of 2 naargelang haalbaarheid van het ESCO‐scenario. We volgen een procedure van onderhandeling met bekendmaking. We verwachten een verhoogde kostenefficiëntie bij renovatie van schoolgebouwen. Een succesvolle ESCO‐formule zal ook een significante economische groei in het renovatiesegment (marktontwikkeling) als gevolg hebben. Bovendien verwachten we hierdoor nieuwe business modellen en grotere verdiencapaciteit voor de toeleverindustrie en meer ‘value for money’ en goedkopere life‐cycle‐cost voor scholen.
P a g i n a | 28
®
© MASTERS IN INNOVATION
Figuur 11: Pre‐commercieel project AGION
Hoofddoelstelling van het project is de ontwikkeling en toepassing van een ESCO‐model op een renovatieproject. De procedure omvat het stappenplan, de organisatie van het team en de contractuele/juridische uitwerking. Het juridisch team wordt onafhankelijk van het consortium aangesteld. De ESCO zet in op bijkomende voorinvesteringen om het gebouw nog energiezuiniger te maken. We mikken op een renovatieproject van €2,5M – €5M. De voorinvestering omvat alle bijkomende kosten, bvb studiekosten, gebouwingrepen, installaties, opvolging en onderhoud. De geplande renovatie, integraal gefinancierd door de opdrachtgever, vormt de terugval optie. Vertrekpunt vormt de geplande investering. Ingrepen van het basisproject voldoen aan de verplichte energie‐eisen (E‐peil, K‐, U‐ en R‐waarde). De ESCO haalt zijn return uit reductie van de energievraag door energiebesparende maatregelen op zowel: -
Ontwerpniveau (gebouwconcept, …)
-
Keuze materialen/technieken
-
Uitvoering van de werken
-
Adequate opvolging via gebouwbeheersysteem van het gebruik en de staat van bv installaties
-
Adequaat onderhoud
De verschillende actoren nemen verantwoordelijkheid door een aandeel in de energiereturn te krijgen.
P a g i n a | 29
®
© MASTERS IN INNOVATION
Verwachte expertises in het bouwteam: Architect, studiebureau energieberekening/technieken, expertise naar uitwerking financiële modellen, aannemer, expertise naar monitoring en onderhoud, projectregie, financiële partner (kan ook toeleverindustrie zijn). We verwachten volgende aspecten -
Ontwerpvoorstel + kostenvoorstel voor het actuele vraagstuk van de school
-
Ontwerpvoorstel voor bijkomende renovaties inzake een optimum aan energievraag te bereiken met volgende bijkomende elementen -
financieringsvoorstel vanuit het bouwteam/ESCO om de bijkomende investeringskosten te dragen → bonus malus mechanisme voor de verdeling van winsten onder de leden van het bouwteam (dus ook de school) en de ESCO
-
implementatieplan (bvb gespreide investering, timing werkzaamheden, aanpak nametingen, …)
-
contractvoorstel met terms & conditions onder dewelke een bouwteam bereid is studie, uitvoering en onderhoud te doen. Daarna volgt een onderhandeling tot een finaal contract
-
werkwijze of tool of tenminste een samenvattend rapport waarin de randvoorwaarden voor een verruimde ESCO en de belemmeringen worden opgenomen.
P a g i n a | 30
®
© MASTERS IN INNOVATION
We volgend onderstaande aanpak: 1) Oproep naar bouwheren om één van hun projecten te trachten realiseren met toepassing van een ESCO model. 2) Selectie + Screening van een bouwteam, o.a. op basis van de kostprijs van het actueel renovatieproject en de competenties en aanpak voor het ESCO‐model. 3) Bespreking ESCO‐model tot een finaal contract. Indien er geen overeenkomst wordt gemaakt wordt enkel het geplande project uitgevoerd.
P a g i n a | 31
®
© MASTERS IN INNOVATION
6. Verdere planning 1) Formulering en juridische check van 4 overheidsopdrachten
definitie van Programma van eisen
definitie van gunningscriteria op een transparante manier
definitie van IER (indien relevant)
aantrekken constructiemanager‐ energieconsultant
2) Interne administratieve goedkeuring (Minister, Inspectie Financiën) 3) Publicatie van 4 overheidsopdrachten: sequentieel
VMSW (Q2/2012), Onroerend Erfgoed, ViPA, AGIOn
4) Informatievergadering per project na publicatie overheidsopdracht 5) Tijdsspanne voor ontwikkeling van conceptvoorstellen door aanbieders met indiening ervan op antwoordformulier 6) Beoordeling door jury, onderhandeling en toewijzing opdracht met contract. 7) Uitvoering opdracht met metingen van reële performantie 8) Terugkoppeling resultaten naar business as usual
P a g i n a | 32
®
© MASTERS IN INNOVATION
Bijlagen 7. Annexen bij het eindverslag
7.1. Bijlage 1: Overzicht geregistreerde deelnemers
P a g i n a | 33
®
© MASTERS IN INNOVATION
Naam Alain Van Langeraert Alain Wuyckens
Bedrijf Van Marcke Logistics NV VMSW
Amedee Beylemans Angeliques Verspeurt Ann Swerts Anne Vanachter Antoon Soete Bart Modde Bart Van den Bossche Benjamin Clarysse Bernard WALLYN Bert Dekeyzer Bert Santens Bert Telamon Bert Verlinden Birgit Vandevelde Björn Mallants Boudewijn Vermeiren Carl Janssens Carlos Van De Velde Catherine Lootens Christ Bossuyt Christoph KOHLEN christophe debrabander Christophe Engels christophe hendrickx Christophe Marrecau Christophe Veys Cuyt Ivan Daniëlle Hoedemakers Dany Robberecht
Plantijn Hogeschool NAV agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie Sociale Bouw‐ en Kredietmaatschappij Arro Antwerpen 3E VENTO ECOHOMIC Bond Beter Leefmilieu VMSW
Functie Category Manager Hoofdtechnicus opleidingscoördinator Plantijn Hogeschool departement Wetenschap en Techniek Coördinator energieconsulentenproject Assistente Kenniscentrum Innovatief Aanbesteden directeur team manager 3E strategy & policy unit Bestuurder COO projectmedewerker ir VMSW
ELECTRABEL Telamon Fifthplay VITO Vereniging van Vlaamse Huisvestingsmaatschappijen VVH VIEGA Belgium bvba Promat International NV Isolatie & Constructie Katholieke Hogeschool Sint‐Lieven CVBA Helpt Elkander BAYER SA‐NV archicd Engels Factory kumpen PASSIEFHUIS ‐ PLATFORM agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie Mechelse Goedkope woning Bouwbedrijf Hoedemakers N.V. Kenniscentrum Innovatief Aanbesteden
Product Manager energieördinator Marketing Manager onderzoeker Directeur Projectmanager Business Development Manager ‐ Sys Gedelegeerd Bestuurder Projectmedewerker DIRECTEUR HELPT ELKANDER Head of Eco Commercial Building Program architect Afgevaardigd bestuurder projectleider Coördinator Programma Coördinator Innovatief Aanbesteden diensthoofd partrimonium Projectontwikkeling Platformmanager
d'Aubioul Peter David Eijbersen David Wintershoven De Meulemeester Anne Delphine Goffinet Dimitri Huygen Dirk De Taey Dirk D'herde Dirk Guffens Dirk Hermans Dirk Otte DIRK PEYTIER dirk spitaels Dirk Vanstappen
Agentschap Zorg en Gezondheid Sibomat nv Lessius Mechelen Agion BUtgb‐UBAtc Bolckmans nv FIFTHPLAY AR‐TE Architectenvennootschap Guffens, Dirk REHAU IWT Loodgieterij Peytier Plombier BVBA Bostoen vzw VSKO
Donald desmet Eddy Janssen Eddy Taelman Eestermans Bart Elke Janssens Els Denaeghel Els Matthysen Eric NEELS Erwin Theuns Evert Bourel Ewald Houben Filip Descamps Filip Dobbels Filip Van Mieghem Filip Verschueren Frank De Troyer Frank Vanhuysse Freddy Vandaele
TECHNUM ‐ TRACTEBEL ENGINEERING Karel de Grote‐Hogeschool SAnIDetectif EBVBA Katholieke Hogeschool Kempen DE ARK Howest VVH Ons Onderdak VK Engineering nv VAN ROEY sa NV Belvi DAIDALOS PEUTZ BOUWFYSISCH INGENIEURSBUREAU WTCB Soudal VAN ROEY KULeuven AT OSBORNE Agoria
Medisch Milieudeskundige Technisch Commercieel Adviseur onderzoeksingenieur directeur Hoofdadviseur Alg. Directeur Business Development Energy architect‐bestuurder Bouwplaatstechnoloog General Manager coördinator innovatiepartnering BEHEERDER directeur mkt en communicatie directeur DIKO ‐ VSKO ir. architect, afdelingshoofd technieken & duurzaam bouwen doctent Zaakvoerder Onderzoeker projectmanager Architect Howest Stafmedewerker communicatie architekt hoofd technische dienst head advanced technologies Projectvoorbereider Gedelegeerd Bestuurder zaakvoerder technologisch adviseur Senior Product Manager Projectleider Prof. adviseur Manager Electro & ICT
Geert De Bruyn Geert Matthys Geert Van Rossum Geert Verspeel Geoffrey Houbart Georges De Vent Georges KLEPFISCH Georges Timmermans Gert Janssen Ghislain Gielen Gie Verbunt Goedele De Vos Griet Janssen Gunter Hofkens Gunther De Grom Guy Smeulders Hannah Bohez Heidi Lenaerts Helmer Rooze Hilde Breesch Hilde Verachtert Horia Bali Hutse steven ilse dries irena kondratenko Ivan Pollet Ivo Van Vaerenbergh Jan Caris Jan Dietvorst jan jaeken Jan Moens Jan Sijnave
Cenergie Confederatie Bouw Mechelse Goedkope woning Nv Villabouw Bostoen Knauf N. et B. & Cie Belgische Glasfederatie BCDI CIRvzw ‐ Isolatie Rad MATHIEU GIJBELS BELVI IZEN Energy Systems nv
Katholieke Hogeschool Kempen BOLCKMANS ESYLUX Belgium Woonhaven Antwerpen AGIOn VLAAMS SMART GRIDS PLATFORM KaHo Sint‐Lieven VITO SAINT‐GOBAIN CONSTRUCTION PRODUCTS BELGIUM SHM Denderstreek vlaamse overheid‐ DAR PASSIEFHUIS ‐ PLATFORM RENSON VENTILATION REM‐B NV MACHIELS BUILDING SOLUTIONS Fedustria MILVUS Universiteit Gent Flanders' PlasticVision
projectleider energie‐adviseur Projectcoördinator ontwikkeling verkoopsnetwerk Innovation & project manager technisch adviserur Gedelegeerd Bestuurder directeur Hoofd engineering Technical Engineer Managing Director Coördinator Steunpunt Duurzaam Wonen en Bouwen Oost‐Vlaanderen onderzoekscoordinator ir. arch. project ingenieur Sales Manager Projectcoördinator stafmedewerker afdeling kennis en advisering algemeen directeur adjunct kabinet chef docent expert Technical Adviser Passive House Hoofd Technische Dienst teamhoofd duurzame ontwikkeling project coordinator Hoofd Research Renson Gedelegeerd Bestuurder General Manager adviseur managing director Professor Programma‐en Innovatie‐manager
Jan Ulens Jan Vandenberghe jan verheyen Jan Wouters Jean‐Marie Plasschaert Jeroen De Maeyer Jeroen Van der Veken Jeroen Vrijders Jo Boogaerts
BELPARTS Soudal nv. Lessius Woonhaven Antwerpen scheldimmo UGent K.H.Kempen WTCB Arteveldehogeschool, vereniging zonder winstoogmerk
Jo Van Valckenborgh Joachim Verhelst Jochen De Smet Johan Maes
AGIV Katholieke Hogeschool Kempen
Johan Van Dessel Johan Van Hirtum Johan Verplaetsen Jorrit Gillijns Jozef Van Zele Julien Bauwens Julien Nyst Karel Van Wyngene Katelijn Waer Kathleen Bervoets Katrien barrat Katrien Depuydt Kim Vaessen Klein Ralf Koen Van Gulck Kris Asnong Kris Loix
EANDIS CENTRE SCIENTIFIQUE ET TECHNIQUE DE LA CONSTRUCTION ‐ WETENS VAN HIRTUM GEUDENS Menerga UNILIN Recticel NV Meetjeslandse Bouwmaatschappij voor Volkswoningen REHAU Power‐Link, Universiteit Gent Bouwunie Natuurpunt C‐Change Gewestelijke Maatschappij voor Volkshuisvesting cvba KaHo Sint‐Lieven Technologiecampus Gent MACHIELS BUILDING SOLUTIONS Dubolimburg AR‐TE Architectenvennootschap
CEO SWS Manager onderzoeker Diensthoofd Projecten zaakvoerder IOF ‐ Tech Developer wetenschappelijk onderzoeker K.H.Kempen Projectleider WTCB ‐ Duurzame Ontwikkeling Diensthoofd Infrastructuur Themabeheerder Innovatief Aanbesteden Account Manager R&D Onderzoeker Coördinator
Afdelingshoofd WTCB Beheerder CEO Product Development Manager Technical Manager Projectontwikkeling Sales Manager Project Engineer Energieconsulent Celverantwoordelijke Beheerondersteuning ‐ Natuurpunt zaakvoerder hoofd technische dienst manager docent / onderzoeker Sales & Marketing Manager Coördinator Dubolimburg architect‐bestuurder
Kris van Daele Kris Van Dingenen Kris Van Peteghem Kristien Achten Kristien Van Hemelryck Kristof Neutens Kurt Peys Lasseel David Leen Peeters Leo Bloemen Leo Van Cauter Lieve Van Medegael Lieven De Vadder Lode Herreweghe LOOSVELD DIRK Luc Dumont Luc Heymans Luc Van den Abeele Ludo Cuypers Ludwig Van Wonterghem Maarten De Groote Maarten Michielssens Marc De Mey Marc Paesmans Marcelo Blasco Marcus Peeters Martin Viaene matthias brusselmans matthys chris Michael Vandermeerschen Michel De Paepe Michiel Verhaegen
fifthplay nv Vlaams Elektro Innovatiecentrum vzw Fedustria AG REAL ESTATE CO‐PRODUCTION IN DEVELOPMENT VMSW Bostoen Innovatiecentrum Antwerpen De Bouwschil (Linkx BVBA) Th!nk E VIEGA BELGIUM Hogeschool Gent Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs AR‐TE Architectenvennootschap Smartroof NV loosveld dirk bvba Verbond van de Glasindustrie Microtherm NV Kijk & Bouw NV COMmeto Stroomop bvba Vlaams Energieagentschap EcoNation TriEco Gewestelijke Maatschappij voor de Volkshuisvesting ‐ Les Log BLASCO KAHO Sint‐Lieven Provincie Vlaams‐Brabant A2D xemex VECOLUX BVBA Universiteit Gent OSAR ARCHITECTS
Managing Director Algemeen Directeur Economisch Adviseur Technical advisor energy Architect studiedienst VMSW passiefhuismedewerker Innovatieadviseur Zaakvoerder zaakvoerder Planningsconsulent onderzoeker stafmedewerker architect‐bestuurder Zaakvoerder ZAAKVOERDER Technisch Adviseur R & D Manager technico commercial director Zaakvoerder zaakvoerder beleidsmedewerker Gedelegeerd Bestuurder Afgevaardigd Bestuurder directeur Zaakvoerder Lector / onderzoeker energiecoördinator architect CTO Product manager KNX Control Systems Hoofddocent UGent Partner, bestuurder
Myriam Vanneste Nathalie Vernimme Niek Van Dierdonck Olivier Schittecatte Patrick Carrette Paul Eykens Paul Steskens Pedro Pattijn Peggy Bovens Peggy Van De Velde Peter Pillen Peter Thevissen Peter Tulkens Peter Van Acker Peter Vande Sompele Philip Eeckhout Philippe Everaert Philippe Van de Velde Piet Delagaye Pieter Walraet Pieter Jan Jacobs Pieter‐Jan Jacobs Prof ir Patrick AMPE Raf Gorissen Ralf Bosch Roland Debruyne Roos Servaes Sabine Pauquay Sara Lambrecht Seppe Thys Séverine Baudoin Stefan Bijnens Steffi Maris
Wetenschappelijk en Technisch Centrum van de Belgische Texti Onroerend Erfgoed Belparts HELIA Plastic Color nv Eandis ISOPROC WTCB Ingenium PB calc & consult MICROTHERM Ons Onderdak agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie Knauf Insulation OVAM, Openbare Vlaamse Afval/materialen‐maatschappij De Ideale Woning Philips LQS OVAM Ingenieursbureau Stockman NV KPW architecten Het Leemniscaat HOGESCHOOL GENT EnergieSimulatie Laborelec Klimaver bvba OVAM VELUX België NV Eigen Woning Genano Benelux Holcim Belgium Wienerberger NV Schiedel‐Bemal
R&D manager erfgoedonderzoeker Chief Innovation Officer Business Development Manager REG adviseur Eandis gedelegeerd bestuurder Onderzoeker BU manager Ingenium Energie zaakvoerder PB calc & consult R&D scientist directeur Programma Coördinator Innovatief Aanbesteden Director Public Affairs directeur‐ingenieur hoofd technische dienst De Ideale Woning Marketing manager Beleidsmedewerker gedelegeerd bestuurder Partner zaakvoerder Hoogleraar zaakvoerder Energy Savings Specialist Lid Directiecomité ICS beleidsmedewerker Innovatie Public affairs Manager Hoofd technische dienst Managing Director Sust. construction & marketing manager Sales Director key project manager innovation and ventilation
Stephane Faignet Steven Matthys Stijn Melis Stijn Verheyen Sven Goedefroo Tim De Troyer Tim Vancouillie Tom Anthoni Tom De Smidt Tom Neven Tom Vellemans Toon Demuynck Valéry Stevens Veronique Houben Veronique Houben Wilfried Gilis Willem Deboeverie Willem Hulstaert Willy Van Belleghem WILLY VAN PASSEL wim borgers Wim Boydens Wim De Groote Wim Debacker Wolfgang Verraes xavier van kesteren Yves Lambert
iwt Gewestelijke Maatschappij voor de Volkshuisvesting ‐ Les Log Niko ROFIX goedefroo+goedefroo architecten bvba Erasmushogeschool Brussel ENERGY TO ZERO CONSULT Xella BE AGIOn GO! Flanders' PlasticVision Demuynck, Toon Departement RWO NV Belvi BELVI RATIONAL ENERGY USE AND SOLUTIONS HOTA Huizen Om Te Aarden Onroerend Erfgoed Vlaams ministerie van onderwijs LESSIUS /CAMPUS DE NAYER ROFIX studiebureau r. r. boydens nv E‐STER VITO AA Lauwers pvc info Agoria Naventa
adviseur adjunct‐diensthoofd technische dienst Product Manager Energy @ Niko Productmanager Architect‐zaakvoerder Docent Adviseur Technisch Adviseur medewerker K&A Deskundige HVAC GO! Programma‐ en Innovatiemanager Energiedeskundige beleidsmedewerker ‐ afdeling Woonbeleid Marketing Manager zaakvoerder afg. beheerder Zaakvoerder HOTA erfgoedonderzoeker Departement Onderwijs WERKLEIDER account manager gedelegeerd bestuurder Zaakvoerder onderzoeker Directeur voorzitter PVC INFO Voorzitter
7.2. Bijlage 2: Rapportering publieke consultaties
P a g i n a | 41
®
© MASTERS IN INNOVATION
Verslag IA Energiezuinig Bouwen Kick-off 2011/10/17
Verslag kick-off Energiezuinig Bouwen Verslag en feedback na de kickoff meeting van het project Visueel Vlaanderen In eerste instantie wensen we alle deelnemers te danken voor de talrijke opkomst op de kick-off vergadering en hun reeds zeer actieve deelname. Agenda 14u00 - 14u15 14u15 - 14u30 14u30 - 14u45 14u45 - 15u00 PAUZE 15u30 - 15u15 15u15 - 16u15 16u15 - 16u45 NETWERKING
Introductie - Peter Thevissen AGION VIPA Erfgoed Vlaanderen VMSW The Polar Foundation - Johan Berte Aanpak innovatieplatform - Dany Robberecht
Deelnemers aan het platform Een overzicht van deelnemers is beschikbaar op de website innovatief aanbesteden. Verdere verloop van het project Het traject Visueel Vlaanderen wordt opgericht voor een periode van maximum 5 maand. Het innovatieplatform heeft als doel ‘the state of the art’ (stand van de techniek) te bepalen en een marktconsultatie te organiseren. Het platform zal daartoe volgende workshops/evenementen initiëren: Datum 28 oktober 18 november 30 november 14 december
Onderwerp Stand van de techniek Workshop huis van de toekomst Workshop organisatie & aanbestedingsvormen Workshop innovatiepotentieel Slotevenement
Tijdstip 9u-12u 13u30-17u 13u30-17u
Locatie MCE Brussel VAC Leuven VAC Leuven
9u-12u
VAC Leuven Nog te bepalen
De leden van het innovatieplatform ontvangen voor elke workshop een uitnodiging. Ze dienen op voorhand hun deelname te kennen te geven.
1/1
Verslag IA Energiezuinig Bouwen – stand van de techniek 2011/10/28
Verslag Workshop 1 – Stand van de techniek Verslag en feedback We wensen vooreerst de deelnemers te bedanken voor hun inzichten en medewerking. Dit verslag poogt de krijtlijnen weer te geven van het overleg. Komende workshops De agenda voor het project Energieneutraal Bouwen is als volgt: Datum 18 november 30 november 14 december Nog te bepalen
Onderwerp Workshop innovatierichtingen Workshop aanbestedingstraject Workshop innovatiepotentieel Slotevenement
Tijdstip 13u30 – 17u00 13u30 – 17u00 9u00 – 12u00
Locatie VAC, Leuven VAC, Leuven VAC, Leuven
Alle geregistreerden ontvangen een uitnodiging. We dringen aan om uw aanwezigheid op voorhand kenbaar te maken. Dit vereenvoudigt de logistiek aanzienlijk. Doelstellingen van het project Via deze marktconsultaties wensen we te onderzoeken waar innovatiepotentieel ligt binnen het bereik van een Innovatief Aanbesteden traject. Deze consultaties leiden maw tot onderwerpen als basis voor een pre-commercieel bestek waarop industrie en onderzoeksinstellingen vervolgens kunnen inschrijven. De VMSW wenst een aantal prototypewoningen te realiseren. De anderen (VIPA, AGION en Onroerend Erfgoed) volgen het project en stappen in indien voldoende interessant potentieel zich aanreikt uit de workshops. Deelnemers aan het platform Een overzicht van deelnemers is beschikbaar op de website innovatief aanbesteden. Verslag workshop stand van de techniek De workshop werd opgevat rondom 3 aspecten: • Referenties uit de praktijk • Gebruikersnoden • Het aanbestedings- en bouwproces Doel van de workshop was een beeld te verkrijgen van de huidige aanpakken, methodes en eventuele tekortkomingen of verwachtingen. Het bleek zeer zinvol om de kennis van het collectief, die typisch versnipperd is, te consolideren en te toetsen. De workshops werden per applicatiedomein gevoerd. We zetten graag de voornaamste krijtlijnen op een rijtje.
1 / 12
Verslag IA Energiezuinig Bouwen – stand van de techniek 2011/10/28
ONROEREND ERFGOED Oefening 1 - Referentieprojecten Eerste reactie: OE legt te veel beperkingen op die een optimale aanpassing van het monument aan de huidige eisen i.v.m. omgaan met energie hypothekeren. De dooddoener: nergens mag enkel glas door dubbel glas worden vervangen, terwijl dit geval per geval wordt bekeken. De beglazing maakt trouwens slechts één aspect uit van de bouwschil. Iedereen is het uiteindelijk eens over het feit dat het erfgoed niet kan voldoen aan de eisen, en dat ook niet moet wegens de waarden waarvoor het staat. De meeste gebouwen zijn ontworpen met het oog op één bepaalde functie, bijvoorbeeld een woning of een kerk. Wijziging van functie kan afbreuk doen aan de eigenheid van het gebouw, en leiden tot oneigenlijk gebruik, met fysische schade voor gevolg. Anderzijds kan een monument slechts overleven als het een functie heeft, waardoor onderhoud is gewaarborgd (of zou moeten zijn). De basis van een restauratiedossier is het historische en bouwfysische onderzoek. In analogie daarmee zou er dus ook een onderzoek moeten gebeuren naar de “energetische” mogelijkheden van elk gebouw. Er is dus noodzaak aan wetenschappelijk onderzoek dat ons een beter inzicht geeft in de bestaande toestand op gebied van energieverbruik, isolatie, verluchting e.d. Daarvoor is aangepaste meetapparatuur nodig, die door monitoring over een bepaald tijdsbestek, inzicht geeft in de mogelijkheden en beperkingen i.v.m. omgaan met energie. Deze gegevens moeten dan opgeslagen worden in een voor iedereen op een begrijpelijke wijze toegankelijke databank. Uiteraard dient men rekening te houden met het feit dat elk gebouw een uniek gegeven is (case by case); de resultaten kunnen dan ook niet zo maar geëxtrapoleerd worden. Daaruit kunnen dan simulatietools ontstaan, een werkinstrumentarium voor het evalueren van soortgelijke gebouwen. Uiteindelijk is het de bedoeling dat alle betrokkenen (eigenaar, erfgoedconsulent, ontwerper, ing. technieken) aan de hand van cijfers en feiten in dialoog gaan, om tot een oplossing te komen die geen afbreuk doet aan de erfgoedwaarde van het gebouw. We zullen steeds geconfronteerd worden met de integratieproblematiek, aangezien elk gebouw anders is. Het investeren in onderzoek in dit bepaald segment -het Onroerend Erfgoed maakt ongeveer 1 à 2 % uit van het Vlaamse gebouwenbestand (bijna 11.000 beschermde objecten, en 79.000 in de inventaris tegen 2 mio “gewone” gebouwen)- kan een aanzet zijn voor verdere uitbreiding naar renovatie. Dit is immers een markt die qua potentieel het vijftigvoudige uitmaakt. Nieuwbouw maakt slechts 1% uit op jaarbasis. Oplossingen zullen betaalbaar worden naarmate ze meer toepassing vinden. Uitdagingen : bv. performante enkele beglazing, reflecterende verven e.d. Oefening 2 – Gebruikersscenario’s Het gebruik van het erfgoed is variabel te noemen. Dit varieert van permanent gebruik, zoals woningen, over variabel gebruik zoals openbare gebouwen en musea, tot occasioneel gebruik zoals kerken. Als we spreken over gebruik, spreken we over menselijk comfort. Dit is gedeeltelijk subjectief, en heeft te maken met straling, convectie e.d. We moeten eerst op zoek gaan naar materialen die warmte behouden of reflecteren (verf?), en pas in de tweede plaats naar systemen die goedkoper verwarmen. Het gebruikersgedrag speelt een zeer grote rol. Door eenvoudige maatregelen (uitzetten van toestellen in slaapstand e.d.) zonder investering kan tot 30% worden bespaard op de energiefactuur. Sensibiliseren is dus nodig, de gebruiker moet de basics in acht nemen. Naast het gebruikersgedrag zijn regelsystemen en monitoring sleutelwoorden in combinatie met technologie voor de bouwschil en energieopwekking, maar men mag niet te veel focussen op nieuwe technologie: in eerste instantie moet gekozen worden uit de bestaande set van beschikbare
2 / 12
Verslag IA Energiezuinig Bouwen – stand van de techniek 2011/10/28
oplossingen afgestemd op het gebruik van het gebouw alvorens totaal nieuwe technologie te gaan ontwikkelen. De sterke eisen gesteld binnen het kader van onroerend erfgoed kunnen evenwel een driver zijn voor de ontwikkeling van vernieuwende technogie, die vervolgens toepasbaar kan zijn voor renovatie en nieuwbouw. Oefening 3 – Bouw- en aanbestedingsproces Hier worden geen specifieke problemen gedetecteerd. De voorstudie is zeer belangrijk (zie oefening 1). Beter investeren bij de aanvang van het project, zodat met een degelijk dossier kan worden aanbesteed. Zo wordt discussie achteraf met de aannemers vermeden. Nuttige links (niet vermeld op de vergadering) http://www.naarenergieneutraal.nl/project/16/Restauratieproject-De-Koningsvrouwen-van-Landlustin-Amsterdam.html http://www.bnagebouwvanhetjaar.nl/prijsvraag/preview.php?prijsvraag_name=prijsvraag15&id=2205 http://www.stichtingduurzaamrenoveren.nl/ http://www.greenbuildingadvisor.com/green-basics/windows-glass-ratings-and-installation-0 energy improvements to an existing house, air tightness www.arkema-inc.com/literature/pdf/455.pdf http://www.oldhouseauthority.com/archive/old_windows.php http://www.nps.gov/hps/tps/tax/incentives/avoiding_7.htm http://www.historic-scotland.gov.uk/thermal-windows.pdf http://www.vancouverheritagefoundation.org/articles/insulation.pdf http://windows.lbl.gov/adv_Sys/hi_R_insert/ZeroEnergyWindowDOE-FactSheet.pdf Eindwerk Energiebesparing en erfgoed http://www.pilkington.com/resources/pilkingtonspaciaenglish1.pdf http://www.pilkington.com/europe/thenetherlands/dutch/products/bp/bybenefit/thermalinsulation/spacia / http://intraprojects.com/vacuumglas.htm http://www.superisolatie.nl/page/home/Toepassingen.htm http://www.monumentenglas.nl/ http://www.gent.be/docs/Departement%20Cultuur/Dienst%20Architectuur/Symposium_Principes_duu rzaam_bouwen_voor_monumenten.pdf http://www.nbdonline.nl/product/175235.Achterzetramen_optimale_isolatie_voor_historische_panden.html#product/1 75235-0/0/0 http://www.centrum.amsterdam.nl/publish/pages/225853/kieren20v.d.20zanden.pdf http://www.brusselnieuws.be/artikel/passiefrenovatie-aan-het-koninklijk-paleis http://energieneutraalmonument.nl/wordpress/?page_id=8 http://www.forumerfgoedverenigingen.be/nl/uploads/b1556.pdf Stappers, M.H.L. & Schellen, H.L. (2011). Na-isoleren van historische gebouwen. Duurzaam Erfgoed : duurzaamheid, energiebesparing en monumenten, Houten; Amersfoort: UitgeverijnTerra Lannoo BV; Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.
3 / 12
Verslag IA Energiezuinig Bouwen – stand van de techniek 2011/10/28
WOON- EN ZORGINFRASTRUCTUUR Oefening 1 - Referentieprojecten ‐ Aanbod van technieken is omvangrijk ‐ Implementatie van technieken wordt bemoeilijkt door financiële drempels ‐ Extra investering voor implementatie van nieuwe technologieën is terug te verdienen tijdens de uitbating. Is dit argument niet krachtig genoeg om deze extra investering te doen? Het voorzien van een prestatieverbintenis (in plaats van een middelenverbintenis ) bij de aanbesteding zou hier mogelijks kunnen aan verhelpen. ‐ Keuze voor passiefhuisconcept sluit mogelijks het gebruik van nieuwe technologieën uit: o Geothermie/betonkernactivering/PCM(buffervaten) /: de capaciteit van zo’n systemen qua opslag/transport van warmte en koeling overstijgt ruimschoots de vraag van een passief gebouw. Vanuit economische rentabiliteit is de combinatie geothermie – energiearme woning (<E60) mogelijks interessanter dan het zuivere passief huis concept. ‐ Glas: de strategie om steeds beter isolerende beglazing te maken levert minder winst op dan gebouwconcepten te ontwikkelen waarbij minder grote ramen worden voorzien. ‐ Introductie van nieuwe technologieën verbeteren door meer sensibilisering ( & opleiding) van architecten(bureaus). De bouwsector doorloopt voor het ogenblik een leercurve inzake het introduceren van de aanwezige nieuwe technologieën. ‐ Isolatietechnieken/materialen: ruim aanbod op de markt, het uitvoering van isolatie (luchtdichtheid, bouwknopen,…) is belangrijker dan het zoeken nog naar performantere (en dus duurdere) isolatiematerialen. ‐ Ventilatie: performante systemen aanwezig op de markt: dimensionering & het rekening houden met het comfort van de bewoner moet belangrijker zijn dan de energieperformantie. Hier opnieuw is de combinatie lage energiewoning (<E60), geothermie/betonkernactivering, comfortventilatie mogelijks economisch rendabeler dan het zuivere passiefhuisconcept. Oefening 2 – Gebruikersscenario’s ‐
Domotica: o ruim en gedifferentieerd aanbod aanwezig op de markt. Het gebruik van deze systemen wordt vooral beperkt door de financiële drempel bij investering. o In de ontwerpfase ontbreekt meestal deze component. Komt meestal slechts in beeld na de realisatie van het gebouw o Bij uitputting van het investeringskrediet valt domotica meestal het eerste af.
‐
Het begrip ‘slim gebouw’ genereert de baten gedurende de uitbating/onderhoud van het gebouw. De financiële voordelen van zo’n systemen zijn meestal onzichtbaar gedurende de investeringsfase.
4 / 12
Verslag IA Energiezuinig Bouwen – stand van de techniek 2011/10/28
Oefening 3 – Bouw- en aanbestedingsproces ‐
‐
‐
‐
Kwaliteit van de opdrachtnemers: o De focus ligt teveel op de goedkoopste voor het selecteren van de opdrachtnemer. Het is bijna onmogelijk om op basis van vorige slechte ervaringen opdrachtnemers uit te sluiten bij de openbare aanbesteding. Mogelijks biedt het systeem van raamcontracten hier soelaas: hierbij worden ‘pooles’ gemaakt van opdrachtnemers die in aanmerking komen op basis van kwaliteit. Kwaliteit van de lastenboeken: o Door te weinig tijd te investeren in de programma’s van eisen (voortraject voor het opstellen van lastenboeken) zijn de lastenboeken soms niet stabiel, wat leidt tot extra kosten bij de uitvoering van de werken. Het werken met bouwteams kan hieraan verhelpen. Volgens de leden van de workshop moet dit blijken uit een vergelijkende studie waarbij ondanks lagere aanbestedingsbedragen in Vlaanderen op het einde van de werken de effectieve kostprijs hoger ligt dan in Nederland met initieel hogere bedragen bij aanbesteding. Introductie van nieuwe technologieën: o De wet op de overheidsopdrachten legt een drempel voor de introductie van nieuwe technologieën. Meestal is het aantal aanbieders van deze nieuwe technologieën zeer beperkt, waardoor weinig competitie mogelijk is. Het aanbod via suggestie of variante is tot op heden niet evident. o De prijszetting houdt tot op heden enkel rekening met de kost van investering. Mogelijks is een verruiming van prijs naar de prijs van investering & onderhoud & uitbating (‘Life Cycle Cost’) een beter criterium voor selectie en laat een snellere integratie toe van nieuwe technologieën. Prijzen databanken: o De informatisering laat toe om databanken te raadplegen met eenheidsprijzen per aannemer. Simulaties laten toe om optimumcombinaties te simuleren, en lastenboeken te optimaliseren.
5 / 12
Verslag IA Energiezuinig Bouwen – stand van de techniek 2011/10/28
SOCIALE WONINGBOUW Oefening 1 - Referentieprojecten Systeembouw versus prefab ↓ Groepsbouw + compacter Bouwschil Techniek Managment Traject
→
‘Lowtech’ – gebruiksvriendelijk
Administratie Gebruikers Controle (zijn de doelstellingen bereikt?) Systemen gebruiken die gecertificeerd zijn Resultaatsverbintenis koppelen aan een verantwoordelijkheid (waarborg naar goede uitvoering)
Bewoner zelf hebben best niet te veel invloed op de systemen, High tech toepassingen met low tech zijn naar de gebruiker toe. KNELPUNT : Bouwmaatschappij investeert – huurder geniet korting Dit noodzaakt : - een motivatie van de SHMs -
een financiële stimulans van de overheid
-
een beperking van de investerings- en gebruikskost
6 / 12
Verslag IA Energiezuinig Bouwen – stand van de techniek 2011/10/28
KNELPUNT : Openbare aanbesteding zorgt voor problemen bij toepassing van innovatie Mechanisme hiervan dient geëvalueerd te worden, evt. andere financieringsmethodes bedenken : bvb - Publiek Private Samenwerking -
grond en pandenbeleid : http://www.vmsw.be/nl/professionelen/grond-en-pandenbeleidsociale-woningbouw-vmsw
-
CBO : http://www.vmsw.be/language/nl-nl/nl/professionelen/cbo-pps/cbo/cboaankondiging
Via offerteaanvragen kunnen variantes toegestaan worden, doch beperkingen om dat ontwerp niet afgestemd is op innovatieve systemen en een objectieve vergelijking van de verschillende variantes complex, zoniet onmogelijk, is. Financiële discussie moet men kunnen loskoppelen van innovatie.
Bij openbare aanbesteding komt men steeds uit bij de goedkoopste oplossing, hierdoor wordt de mogelijkheid om innovatie in het project te implementeren klein. Een eventuele mogelijkheid zou erin kunnen bestaan om de kwaliteit van lastenboek te verbinden met resultaat gerichte contracten. De laagste prijs, tijdens de volledige levenscyclus KNELPUNT : Bouwkost Totaalpakket bekijken om methodes te ontwikkelen die verder kunnen evolueren Reduceren oppervlaktes Stapelbouw - groepsbouw Prefab Systeembouw Prefab
houtskeletbouw probleem: elke aannemer heeft zijn eigen standaard Massiefbouw
Systeembouw moet diverse modellen van woningen / architectuur toelaten Typebestekken opgemaakt voor traditionele bouwwijzen ; sinds kort ook VMSW-bestek voor houtskeletbouw. Huurlasten versus woonlasten > rekenmodel vanaf ontwerpfase Monitoren van verbruik en vooropgestelde prestaties (met analyse en bijsturing gebouwtechnische en/of gebruiker) Energieneutraal multi-interpretabel Goed samenspel is noodzakelijk, de technieken zijn aanwezig, door de financiele onzekerheid bereiken ze de gebouwen niet, daarom tool ontwikkelen (ECOTOOL) KNELPUNT : Bouwteam : uitvoerder nu steeds uitgeloten van bouwteam (aanbesteding) Architecten alleen kunnen niet alle kennis hebben, daarom belang van in team te werken Belang van programma van eisen bij aanvang van het ontwerp. Comfort van de gebruiker is primair, maar men moet niet aan alle eisen te hard vasthouden
7 / 12
Verslag IA Energiezuinig Bouwen – stand van de techniek 2011/10/28
Werken met bouwteam = optimaler project, naderhand veel minder onvoorziene meerkosten en lagere gebruikskosten ! = grotere duurzaamheid. Oefening 2 – Gebruikersscenario’s Hoe leven gebruikers en hoe gaan ze om met energie? Bespreek één of meerdere bouwvormen vanuit gebruikersperspectief ideeën gebruikersproblemen innovatieve ideeën (gebruikersproblemen) (kan ik … ?) (radicale oplossing) verlichting blijft branden verlichting op sensor(en) geen verlichting, niet te compact bouwen voor voldoende daglicht, reflectie verbeteren, zelf energie opwekken, verplaatsbare verlichting hoe efficiënt energie micro wkk plaatsen stroom opwekken op opwekken beweging (vloer, traptreden), nachtknop alles uit, rustknop open ramen, of te lang verklikkersysteem sensoren op beweging of geopende ramen temperatuur of functie en gebruik
BELANGRIJKE OPPORTUNITEITEN / PISTES uit DISCUSSIE : - Gebruik van (volledige en beproefde) flexiebele bouwsystemen (o.a. prefab) met waarborg dat alle componenten op elkaar afgestemd zijn.
voorbeeld : http://eplusbouwen.be/e-plus.php
-
Responsabilisering van uitvoerders naar resultaat toe (momenteel heeft uitvoerder geen verantwoordelijkheid in EPB)
-
Andere financiëringsvormen in de sfeer van PPS, gronden en panden beleid,…
-
Bouwteam met uitvoerders
-
Controle over volledig bouwproces van initiatief tot gebruiksfase
Voorbeeld : Proefproject Bostoen
-
Herzien traditionele ontwerp criteria (min. oppervlakte normen, voorzieningen,…)
-
Meer accent op compacte groepsbouw, herbaalbaarheid.
8 / 12
Verslag IA Energiezuinig Bouwen – stand van de techniek 2011/10/28
SCHOLENBOUW Oefening 1 - Referentieprojecten Airdeck : geothermie : Nederland wil toepassingen ikv brede school Æ basistoelichting verwarming NIKO : Verlichting energiezuinigÆ daglichtsturing RENSON :Verlichting ? : Koeling E20 : Energie studiebureau: scholen audits (stedelijk onderwijs Antwerpen) Verbouwingen / renovaties XELLA : Ruwbouwproducten + isolatie Cellenbeton (Ytong) Akoestiek GROENLICHT Vlaanderen KAHO St-Lieven: ‘led’ toepassing: kwaliteitsborging noodzakelijk + automatisatie Studie naar mogelijkheden van automatisatie TL verhitting Licht als sfeerbepaler, concentratie / rust verkopend Kunstlicht / daglicht / koeling – samenspel Branden in scholen (basis) te hoog – avondgebruik KH Kempen : vereenvoudigen gebruik ventilatie (ref. projecten) : nazorg! Aannemers als installateur en exploitant Goede regeling (CO2 sturing) Tegenstelling energieverbruik (onderhoud!) (zonnewering idem) - CO2 sturing (complexe installatie indien centraal gestuurd) UNILIN (passiefschaal) : te veel automatische sturing Ramen en deuren : standaard Æ goedkoper OVAM: grondstoffen achtergrond: energieverbruik SIBOMAT: houtstructuur Cel rond schedelbouw 1) Lastenboeken : te veel materialen 2) Æ prestatiegericht werken Renovatie moeilijk toe te passen 3) Normen: wildgroei aan Europese, Belgische, andere… FSC / PFC Æ afstellen 4) Budget: te klein, vaak onderschat ‘Bouwteamverwerking’ Karel De Grote Hogeschool : warmtenetten, te veel energieverspilling in de industrie (Tetra project) Toenemende investeringskost (WKK,…)
9 / 12
Verslag IA Energiezuinig Bouwen – stand van de techniek 2011/10/28
AR-TE : geïntegreerd werken 1) Bouwteam niet altijd goed: prestatielastenboek : grote lijnen moeten vastliggen! 2) Schoolgebouw herzien 3) Onderhoud in beheerscyclus opnemen ≠ aannemers komen te laat in het verhaal : In 2 stappen : - ontwerp - uitvoering en exploitatie CENERGIE : (ook in naam van PHP) : ref. projecten passiefscholen 1) Concepten werkbaar houden 2) Ventilatie – EPB verplichting: debieten te hoog 3) Goede vbn: bouwteamwerking: nieuwe technieken ontwikkelen, spanning op erelonen! 4) EPB remt innovatie af. Engergieverbruik voor en na het bouwproces in kaart brengen GO! EPB voor scholen ontwikkelen Hoe meer isolatie, hoe meer nood aan individuele regeling. KAHO St-Lieven: duurzaam bouwen 1) Passiefschool ? ↔ gebruik 2) EPB 3) Sturing / regeling 4) Integratie technieken BIM : EPB ontwikkeling (methode in ontwikkeling) ASB : studie lopende: gebruikersprofiel (2013 af) Software Vlaanderen herzien tegen 2015 (cfr.Wallonië en BHG) Oefening 2 – Gebruikersscenario’s 1) Flexibiliteit : verplaatsen van functies 2) Lichten doven :
binnenkomen ?? Buitengaan: alles dooft automatisch vb. kaartje in hotelkamers Is daglichtsturing zo zuinig? Wat is de besparing?
3) Te eng gebruik van scholen; te weinig bezet tijdens de dag. Multifunctioneel gebruik verondersteld. Æ hardware, software afsturen op onmiddellijke situatie door goed GBS. 4) Ventileren niet centraal sturen 5) Standaardisering / modulaire systemen Æ financiële stomen vereenvoudigen Ontwerpen met modules
10 / 12
Verslag IA Energiezuinig Bouwen – stand van de techniek 2011/10/28
Oefening 3 – Bouw- en aanbestedingsproces 1) Standaarden / concepten ontwikkelen: niet altijd opnieuw warm water uitvinden 2) Procesflow beter organiseren: continuïteit Total cost of ownership 3) Besparingen mogelijk door betere samenwerking tussen onderaannemers Bonus Malus systeem doorheen de keten, tot en met beheer! Prestatie eisen in schijven – conflict met resualtaatsverbintenis. Standaarden voor scholen uitwerken Performantie contacten naar energieverbruik 4) Prestatie??? ? Wie,hoe… Valkuil : overbesteding; keuze voor gemiddelde prijs + fee voor hoogste (cfr. Duitsland) 5) Lastenboeken niet duidelijk / goed genoeg Æ bonus malus koppelen aan energiewinsten Peiling voorkeur applicaties 1) Gislain Gillen – Airdeck Betonkernactivering - school voor hele gemeenschap - veel personeel Æ effectief niet zoveel toe 2) Geert Eeckhout – NIKO Energiezuinige verlichting 3) Anneleen Vens - Renson Ventilatiesystemen en zonnewering Zonnewering 4) David Van Den Broeck - ?? Hoogenergetische luchtgroepen 5) Tim Van Coillie – E20 Enerieadviesbureau Alle scholen van stad Antwerpen Nieuwbouw 6) Tom Anthoni – Xella Isolerende bouwsteden Enkele scholen reeds met kalkzandsteen Basisschool in Etterbeek 7) Catherine Looten – Groen licht Vlaanderen kenniscentrum 8) Ivan Verhaert – Hogeschool Kempen Kenniscentrum energie Gebruikersgedrag in kaart brengen 2 gebouwen : ventilatie / koeling nodig
11 / 12
Verslag IA Energiezuinig Bouwen – stand van de techniek 2011/10/28
Energieopwekking Thermisch dynamische simulatie Energiezuinigheid in verlichting Æ door gecentraliseerde bediening Verlichting – kwaliteitsgarantie LED Tetra project: warmteverbruike en E-pompen centraal Æ geheel minimaliseren Warmtenetten:concept warmtedistributienet kritisch bekeken EPB stimuleert eigen ketel Afstappen van de individuele ketel Ontwerp Akoestiek / isolatie / draagkracht + warmtecaptatie Hollistische aanpak aanbevelen (synergie tussen verschillende loten) Hoe verschillende technieken op elkaar inspelen Terugverdiencapaciteit belangrijk in keuzes maken Æ scholen meer dan scholen laten zijn. Gebrekkige aandacht aan ventilatie in ontwerp -> nazorg: aannemers evolueren naar onderhoud. Hoe aanbesteden? School ramp voor klassiek ventilatiesysteem Æ sturing is belangrijk Æ wisselwerking met intermeterend systeem Studies op sturing niet voldoende. Meest complex HUAC installaties Æ evenwicht met E-opwekking / aankoopprijs Complexiteit installatie vs afgerekend krijgen en houden – maintenance Klimaatregeling Vraaggestuurde ventilatie Æ binnenluchtkas Adiabatische koeling Æ voor grotere auditoria Æ koeling zonder actieve koeling Gebruik Sturing Verlichting Visueel comfort Æ rust brengen Æ aandacht focussen Vereenvoudiging naar gebouwbeheersystemen Gedrag aanleren aan kinderen Æ mogelijkheid tot overrulen Te laag budget – Schadebouw Ontwerp Markt niet prefab-gezind – Hoge prijs
12 / 12
Verslag IA Energiezuinig Bouwen – Innovatierichtingen 2011/11/18
Verslag Workshop 2 – Innovatierichtingen Verslag en feedback We wensen vooreerst de deelnemers te bedanken voor hun inzichten en medewerking. Dit verslag poogt de krijtlijnen weer te geven van het overleg. Komende workshops De agenda voor het project Energieneutraal Bouwen is als volgt: Datum 30 november 14 december Nog te bepalen
Onderwerp Workshop aanbestedingstraject Workshop innovatiepotentieel Slotevenement
Tijdstip 13u30 – 17u00 9u00 – 12u00
Locatie VAC, Leuven VAC, Leuven
Alle geregistreerden ontvangen een uitnodiging. We dringen aan om uw aanwezigheid op voorhand kenbaar te maken. Dit vereenvoudigt de logistiek aanzienlijk. Stand van zaken na workshop 1 Er werd bij aanvang van de workshop een stand van zaken gepresenteerd. Deze vindt u integraal terug op de website. In dit verslag alvast de kernelementen.
De noden in een notedop
Het einddoel tot op heden
1/9
Verslag IA Energiezuinig Bouwen – Innovatierichtingen 2011/11/18
Deelnemers aan het platform Een overzicht van deelnemers is beschikbaar op de website innovatief aanbesteden. Verslag workshop ‘Innovatierichtingen’ De workshop werd opgevat rondom diverse thema’s. Deze werden binnen de werkgroepen volgens voorkeur en relevantie behandeld. • Nieuwe bouwtechnieken, -methodes en gebouwconcepten • Financieringsmodellen • Gebruikersconcepten, -vereisten • Sensibilisering • Maatschappelijke visie Doel van de deze sessie was te identificeren waar vernieuwing/verandering noodzakelijk is. We onderzoeken tevens welke veranderingen er kunnen plaatsvinden en welke effecten we ervan verwachten; ligt er potentieel in een radicaal nieuw gebouwconcept of eerder in de integratie van technieken of op de wijze waarop we vandaag gebouwen ontwerpen? Er werd een werkgroep per applicatiedomein ingericht. We zetten graag de voornaamste krijtlijnen op een rijtje.
2/9
Verslag IA Energiezuinig Bouwen – Innovatierichtingen 2011/11/18
SOCIALE WONINGBOUW Oefening financieringsmodel
In welke mate kunnen meerkosten terugverdiend of verrekend worden?
1) Financiering van de meerkost naast de “normale” huurprijs door: a. Warmtevoorziening te verhuren dmv budgetmeter (terugbetalen van de investering tijdens exploitatiefase). b. Inkomsten te genereren via energielevering (vereist wetswijziging) c. Huren als totaalpakket (“wonen” kopen) aan te bieden: forfaitaire energiekost, woonlastsubsidie, betere verdeling baten
2) Koppeling van de huurprijs aan energieperformantie (vereist wetswijziging) → opent mogelijkheden voor collectieve verwarming (ook bij koopwoningen) 3) Een financieringsmodel op basis van ESCO’s (Energy Servicing Companies) → ESCO investeert in energieneutraal gebouw / infrastructuur (bvb zonnepanelen op het dak) → Alternatief voor PPS-constructie, laat ook andere actoren toe → Opsplitsen meerkost (financierder/eigenaar) is noodzakelijk Hoe bekomen we een kostreductie? 1) Ontwikkeling van een wijkconcept → concepten op grotere schaal ontwikkelen teneinde kostreductie te realiseren 2) Schaalvergroting aanbesteden → Indien locale bouwmaatschappijen hun aanbestedingen zouden consolideren en uit een poole van partners kan gekozen worden zou dit een gunstig effect op de projectkost hebben. → Knelpunten zijn samenwerking en de Wet Overheidsopdrachten 3) Een meegroeiwoning op vlak van energie → zie oefening gebouwconcepten, bouwmethodes en bouwtechnieken Oefening Nieuwe gebouwconcepten, nieuwe bouwtechnieken, nieuwe bouwmethoden
Een nieuw gebouwconcept als uitgangspunt voor een energieneutraal gebouw 1) Gebaseerd op volgende insteken → Lego concept : standaard interfaces en stapelbouw van elementen → Automobiel industrie: een sterke geautomatiseerde toeleverindustrie met een zekere personalisatiegraad voor de eindklant waarbij kwaliteitscontrole en snelle uitvoering centraal staan → Myadidas: een concept waarbij gebruikers hun schoen schil per schil (van zool toe afwerking kunnen samenstellen) en die toch in een massaproductieconcept past 2) Doelstellingen → Significante kostenreductie (tot 50%) door standardisatie (snellere uitvoering, repeteerbaarheid, volumetoename, …) → Betere kwaliteit (prefab laat fabriekscontrole toe, standaard interfaces vereenvoudigen de samenbouw) 3) Conceptbeschrijving → Standaard units voor leefruimte, garage, …; aanpasbaar voor veranderende levensomstandigheden → Opbouw unit door standaard elementen → Afstemming elementen (facade, isolatie, dragende wand). Standaardelementen: wand, vloer, structuur, …
3/9
Verslag IA Energiezuinig Bouwen – Innovatierichtingen 2011/11/18
→ makkelijk uit elkaar te halen; gelaagd wandelement bestaat uit buitenschil, isolatie, prefab nutsleidingen, afwerkingslaag), te personaliseren, laat groei toe tot energieneutraliteit (afneembare afwerkingslaag) en laat recyclage toe → aanpasbaarheid element qua materialen → Standardisatie van interfaces (bvb electrisch een centrale doos per unit à la x.org) → bouwelementen wekken energei op, elementen zonder energie-opwekking kunnen later makkelijk vervangen worden door elementen met → Dit concept maakt gebruik van alternatieve goedkope energiesystemen → collectieve systemen (aanbod versus monitoring verbruik → visualiseren → sturen en sparen → Fuel-cell → ...
“Fabrikanten dienen te erkennen dat individuele interfaces geen verkoopargument vormen, integendeel dit drijft de kosten omhoog en verhoogt de complexiteit.” Een alternatief hierop:
→ VMSW bouwt niet meer, maar koopt bestaande aangeboden woningen. Via een standaard renovatie (schil, box-in-box) realiseert ze energieneutrale woningen.
Herzien van de tradionele ontwerpcriteria
→ Kleinere oppervlaktes compenseren door meer gemeenschapsvoorzieningen; bvb tuin, wasruimtes, carports ipv individuele garages, …
Nieuwe woonmodellen
→ Op wijkniveau het woonmodel wijzigen; bv gescheiden ouders – kinderen blijven in huis, ouders wisselen, bv kangeroe wonen, time sharing wonen (levenslang wonen – afstappen van woning verwerven)
4/9
Verslag IA Energiezuinig Bouwen – Innovatierichtingen 2011/11/18
ONROEREND ERGOED Oefening sensibilisering, vooroordelen, … Bij renovatie / restauratie kun je enkel streven naar energieneutrale gebouwen. De haalbaarheid is niet op dezelfde wijze verzekerd als bij nieuwbouw. Belangrijk is om haalbare doelen te stellen. In Duitsland bestaat er bvb. een certificaat voor passiefrenovatie met eisen die lager liggen dan voor een passiefhuis. Het zou interessant zijn iets dergelijks in Vlaanderen te introduceren voor erfgoedgebouwen.
Monumentvriendelijke alternatieven met betere kostefficiëntie
1) Protocol uittekenen met te nemen algemene stappen De focus kan in de eerste plaats uitgaan naar de quick wins die nu vaak vergeten worden 15% winst kan behaald worden met gedragsmaatregelen (thermostaten, spaarsystemen,..) 50% winst met kleinere investeringen genre: → luchtdichtheid verhogen (30%) → dakisolatie → beter verwarmingssysteem (nieuwe ketel met verhoogd rendement) 50-75% winst wordt pas behaald met grote ingrepen die een lange terugverdientijd hebben (20-40 jaar) Voor monumenten kan de focus liggen op de eerste 50% Uiteraard steeds met oog voor het goed technisch blijven functioneren en respect voor de erfgoedwaarden van het gebouw Eventueel aan te vullen met in tweede instantie slimme energieopweksystemen en compartimentering in zones met hogere & lagere energie-eisen (ook rekening houdend met de erfgoedwaarden).
Sensibilisering met betrekking tot bestaande en nieuwe alternatieven voor erfgoed
1) Uitbouwen van een netwerk van kennisinstellingen door OE 2) Maximaal verspreiden van de beschikbare innovatie in de sector: o.a. vb. Website: One-stopshop.org : online cataloog met mogelijke maatregelen, op te bouwen in samenwerking met kennisinstellingen, industrie
Oefening Nieuwe bouwtechnieken en –installaties/ performantieverbeteringen
“Er is nood aan meer dialoog tussen onroerend erfgoed en de industrie. Er is te weinig zicht op de mogelijkheden en wensen.” Nood aan betere isolatiematerialen
1) Bestaande vacuum panelen (dun) zijn niet buigzaam en mogen niet doorboord worden → kunnen overwogen worden in de OE-sector bij dwingende eis tot zware isolatie & weinig binnenruimte 2) Aerogels: buigzaam & snijbaar -> bijkomend onderzoek naar toepassing in OE-sector is nodig
Andere innovatierichtingen
1) Zonneboilers vullen met paraffine ipv water wat de energie langer vasthoudt 2) Phase changing materials → staan nog in de kinderschoenen 3) Ventilatiesystemen die ook warmte recupereren & relatieve vochtigheid regelen (met respect voor mens en gebouw) … Belangrijk in dit alles is omkeerbaarheid van systemen en systemen die afgestemd zijn op gebruiker maar ook op het gebouw met zijn erfgoedwaarden
5/9
Verslag IA Energiezuinig Bouwen – Innovatierichtingen 2011/11/18
SCHOLENBOUW Oefening Nieuwe gebouwconcepten, nieuwe bouwtechnieken, nieuwe bouwmethodes
Nood aan gebouwbeheersysteem
1) Kan ook gecentraliseerd beheerd worden (nieuwe dienstverlening naar scholen) → Meten / Weten / Verbeteren → Comfort optimalisatie → kostprijs op niveau LCC
Prefab conceptgebouw voor scholen
1) Standaardmodules voor klas, eetzaal, turnzaal, bureel, … 2) Doelstellingen → Significante kostenreductie door standardisatie (snellere uitvoering, repeteerbaarheid, volumetoename, …) → Betere kwaliteit (prefab laat fabriekscontrole toe, standaard interfaces vereenvoudigen de samenbouw)
Verschuiving van de budgetten van uitvoering naar ontwerp
1) Groter effect te realiseren bij rigoureuze conceptstudies 2) Meer simulatie op alle vlakken: kost versus energieverbruik 3) Bonus op architectenvergoeding (momenteel ligt die op 7%) bij lage kost en energiezuinig gebouw
Geavanceerde ventilatie- en verwarmingssystemen
1) Warmtenetten 2) Smart Grid → school vormt een energiehub voor de buurt
Oefening Financieringsmodellen
Schoolimmo – een coöperatief investeringsmodel
1) Investeringen in energieneutrale scholen 2) Participatie overheid: 60%-70% 3) Saldo privé → ouders investeren in de school (terugverdieneffect door meerwaarde op termijn = een soort aandeel/winstdeelneming)
Dit kan uitgevoerd als een ‘levenslang’ investeringsfonds.
Alternatieven voor de PPS constructie 1) Een financieringsmodel op basis van ESCO’s (Energy Servicing Companies) → ESCO investeert in energie-installaties: geothermie, PV, WKK, … → Terugverdieneffect via winstdeelneming door energiebesparing
Combineren van functies
1) Grondwaarde omzetten in extra bouwbudget → school / sport → school / vrije tijd → school / service flats → school / parkeerplaats 2) Privatiseren van schoolgebouw
Oefening Gebruikersconcepten, -verwachtingen en -vereisten
Gecoördineerde monitoring en sturing van het energieverbruik
1) Niet commerciële dienst 2) Responsabelisering en/of operationeel gebouwmanagement
6/9
Verslag IA Energiezuinig Bouwen – Innovatierichtingen 2011/11/18
Taakverschuiving voor studiebureaus - toeleveranciers
1) Ter beschikking stellen van type-concepten 2) Deze concepten zijn relatief te personaliseren 3) Ze zijn makkelijk te implementeren en op te volgen
Een nieuwe pedagogisch project
1) Analoog met Duitsland – ½ dag les / sport
Nood aan slimme en gebruiksvriendelijke en zelfregelende systemen
7/9
Verslag IA Energiezuinig Bouwen – Innovatierichtingen 2011/11/18
WOON- EN ZORGINFRASTRUCTUUR Oefening Maatschappeijke visie A. Concept van levenslang wonen, rekening houdend met een normale zorgcarrière van een persoon: 1. Werken met modules 2. Standaardmodules die voorzien in een basis-set van woon en leef functies 3. Per gezin/wooneenheid een set van modules die specifieke behoeften van de wooneenheid afdekken 4. Bij wijziging van de gezin/wooneenheid aanpassen door toevoegen/vervangen/verwijderen van module(s) 5. Leeffuncties voorzien per bouwlaag. Hindernissen: - cultuur - depersonalisatie Voordelen: - Standaardisatie leidt tot betere kwaliteit en tot lagere productieprijs - Uitbreidbaarheid en aanpasbaarheid - Herbruikbaarheid (cradle to cradle) - Prijsvergelijking op niveau van de module - ‘Kopen’ in plaats van ‘bouwen’ - Integratie van beheerssystemen per module (niet langer meer als optie) B. Gebruik van software om bouwconcepten met elkaar te vergelijken. - Op basis van materiaalprijzen, al dan niet LCCA - Op basis van energiekosten al dan niet LCCA Voordelen : - Objectivering van bouw en onderhoud/uitbatingskosten - Kader om vooropgesteld resultaat te toetsen C. Werken met bouwteam In de ontwerpfase komen tot een afgestemd bouwplan, waarin alle disciplines naast hun input van mogelijkheden nakijken of hun oplossingen compatibel zijn met de rest van het bouwplan. Op deze manier vermijden dat bijkomende kosten ontstaan tijdens de uitvoering van de werken: o Op het niveau van materialen en technieken o Op het niveau van de timing van de afzonderlijke werken. De bouwheer formuleert in dit concept zijn programma van eisen. Dit resulteert in een resultaatsverbintenis tussen de bouwheer en het bouwteam. Om het resultaat te toetsen voorziet het concept metingen bij oplevering en een gebouwenbeheersysteem voor de opvolging van het energieverbruik, comfortwaarden, en een preventief onderhoudsplan. Voordelen: - Multidisciplinaire aanpak - vermijden van bijkomende kosten bij uitvoering van werken
8/9
Verslag IA Energiezuinig Bouwen – Innovatierichtingen 2011/11/18
-
vermijden van bijkomende kosten naar aanleiding aanpassingen van bestek tijdens de uitvoering van de werken ten gevolge vaststelling incompatibiliteiten bouwrisico’s bij bouwteam in plaats van bij bouwheer verantwoordelijkheden duidelijk aanwijsbaar
D. Begrip energieneutraal – alternatieven voor passiefhuis Collectief wonen voor personen met een zorgvraag gaat samen met een programma van eisen met een verhoogde aandacht voor thermisch en akoestisch comfort en een bijzondere aandacht voor ventilatie. Daarnaast is deze woonomgeving tegelijkertijd de werkomgeving van hulpverleners die de bewoners bijstaan. Dit resulteert dan hoe dan ook in een vraag naar energie. Volgens het trias principe geldt als de vraag niet kan vermeden worden, men gebruik dient te maken van oneindige bronnen…. Geothermie, betonkernactivering zijn technieken die geen energie produceren maar die energie transporteren & vasthouden\stokkeren en naar gelang de behoefte energie/koeling ter beschikking stelt. De hoeveelheid energie die door deze systemen aangesproken kan worden is quasi onbeperkt, het te verplaatsen volume warmte/koude wordt voornamelijk bepaald door de het debiet van de warmtepompen en de inerte massa voor warmteopslag bij investering. De capaciteit van zo’n systemen qua opslag/transport van warmte en koeling overstijgt ruimschoots de vraag van een passief gebouw. Vanuit economische rentabiliteit is de combinatie geothermie – energiearme woning (<E60) mogelijks interessanter dan het zuivere passief huis concept. Oefening Financieringsmodellen 1. Om vernieuwende bouwconcepten gericht op energieneutraliteit te promoten, kan het interessant zijn zowel de investering als de uitbatingskost voor energie uit te besteden. Hierbij zou de gebruiker/bouwheer een vast maandelijkse bedrag betalen, waarbij de aanbieder vooraf afgesproken comfortwaarden garandeert voor de gebruiker. In dit geval zal de slimme aanbieder kiezen voor systemen die vanuit een levenscyclusanalyse het interessantst zijn, indien de kosten voor verbruik/onderhoud lager zijn dan de afgesproken maandelijks bedrag 2. Het verruimen van voorgaande concept niet enkel naar energie maar naar het gehele gebouw ‘leasingformule’ is mogelijks een piste. Volgens nieuwe inzichten inzake vastgoedmanagement, is eigenaarschap niet altijd de beste economische keuze. Hindernissen: - cultuur van eigenaarschap Voordelen: -
Gebruiker kent vooraf uitbatingkost Aanbieder heeft er alle belang bij om de meest performante concepten/technologieën te gebruiken Verschuiving van het risico van de gebruiker naar de aanbieder Betere beschikbaarheid van financiële middelen
9/9
IA Energiezuinig Bouwen – Verslag Workshop 3
Verslag Workshop 3 – Ketenregie en aanbestedingstraject Verslag en feedback We wensen vooreerst de deelnemers te bedanken voor hun inzichten en medewerking. Dit verslag poogt de krijtlijnen weer te geven van het overleg. Komende workshops De agenda voor het project Energieneutraal Bouwen is als volgt: Datum 14 december Nog te bepalen
Onderwerp Workshop innovatiepotentieel Slotevenement
Tijdstip 9u00 – 12u00
Locatie VAC, Leuven
De organisatievorm DBFMO is de meest uitgebreide vorm: Design, Build, Finance, Maintain and Operate (Uitbating). Een voorbeeld hiervan is de realisatie van Sportoase Duinenwater te Knokke-Heist http://www.sportoase.be/groepweb/index.php?option=com_content&task=view&id=30&Itemid=50 toegewezen na de aankondiging van de overheidsopdracht met referentie 2008/S238-316318: “Overheidsopdracht voor het ontwerp, de bouw, de financiering, het onderhoud en de exploitatie in een publiek-private samenwerking van een Zwembadcomplex 'Duinenwater' te Knokke-Heist.” Waar het gebouwbeheer, inclusief het energiemanagement, precies thuis hoort (hetzij onder Maintain of Operate) is niet zo duidelijk voor het panel). Wel is het zo dat de gebruikskosten, inclusief energie, alsmaar belangrijker worden. Een gebouw gaan gebruiken na oplevering er van is alsmaar complexer: filters kuisen, balansventilatie, passiefhuis vraagt veel onderhoud. Het resultaat en meer bepaald het totale energieverbruik na ingebruikname binnen de verwachtingen brengen is een hele klus en is soms een zoek- en optimalisatieproces over meerdere jaren. Wat in vele gevallen ontbreekt is een ondersteunende “Manual” en moet men zich tevreden stellen met een samenraapsel van allerlei individuele handleidingen van componenten. In Vlaanderen zijn er een beperkt aantal grote spelers die het Maintenance gebeuren beheersen. Hun kennis is moeilijk toegankelijk en wordt ternauwernood ter beschikking gesteld aan de gebruikers. Voor belangrijke realisaties wordt in dit verband en meer in het algemeen het nut ingezien van een onafhankelijke constructiemanager die de bouwheer bijstaat en los van de gekozen organisatievorm het bouwproject begeleid. Doel is tot een dynamische werking te komen. Idealiter neemt de constructiemanager een groot deel van de administratie weg bij alle partijen, zodat iedere partij zich op zijn kerntaak kan concentreren. De constructiemanager zorgt hierbij voor de onderlinge communicatie, kwaliteit en kostenbeheer. Men zou dit kunnen beschouwen als een verkapte vorm van een onderhandelingsprocedure. Best werkt men in dit verband met premies indien men onder de budgetten kan realiseren (bv. forfaitaire premies of 50-50 verdeling van minderkosten tussen bouwheer en betrokken partij. Andere bedenkingen vanuit de organisatievorm zijn: • Selectie van de ontwerper op basis van simulaties met als uitgangspunt een bepaald niveau energieverbruik • Uitschrijven van wedstrijden om tot vernieuwende concepten te komen vooralleer met de ‘design’ fase te staren en de ontwerpers als het ware te inspireren. Dit laat tevens ruimte om innovaties later in het bestek te faciliteren. Wedstrijden dienen in een pre-competitief kader te gebeuren. Deze trajecten hebben tevens een nood om pilootinnovaties te realiseren. Ofwel wordt hiervoor
1/5
IA Energiezuinig Bouwen – Verslag Workshop 3
•
ruimte voorzien in de aanbesteding, ofwel starten aparte onderzoekstrajecten hiervoor op (zie bvb Concept House TU Delft). Uitbreiden van de vorm tot DBFMOE waarbij E voor ‘Energy Service’ staat. In dit luik dienen specifiek diensten rond borging energie-neutraalheid opgenomen te worden (energieprestatiegerichte bestekken). De operations laten ook toe meerkosten terug te verdienen en openen perspectieven ten aanzien van meer risicogedreven piloten. Een Life Cycle Cost benadering dringt zich op.
Het bouwteam Het bouwteam als organisatievorm wordt zeker bij overheidsopdrachten nog maar sporadisch gebruikt, wellicht omdat men niet weet hoe men dat aanbestedingswettelijk moet aanpakken. In minstens één geval zien we dat het niet indienen als een bouwteam een uitsluitingscriterium vormt (2010/S 118178487). Het bouwteam als organisatievorm is verwant met de DB-organisatievorm (http://essay.utwente.nl/59675/1/MA_scriptie_N_Nielen.pdf). Beide vormen hebben hun voor- en nadelen. Ons discussiepanel zag volgende stappen bij het oprichten van een bouwteam: 1. Opdrachtgever + onafhankelijke constructiemanager; eventueel is er dan ook al een architect 2. Beschrijving van de opdracht met het doel de opdracht de meest zinvolle en innovatieve invulling te geven. Dit kan gestuurd worden door incentives te voorzien die innovatie stimuleren. Bij een bouwteam vorm je een tijdelijke vereniging met allemaal afzonderlijke contracten tussen bouwheer en de andere partijen van een bouwteam . Een bouwteam zou Life Cycle Costing moeten hanteren hetgeen de beste garantie is dat winsten gerealiseerd worden in de Operatefase. De opzet van een bouwteam kan geïnspireerd worden vanuit de Amerikaanse wetgeving (A295-2008: evolutionaire aanpak of C195-2008: revolutionaire aanpak). Nieuw in een bouwteam is de manier waarop er met winst wordt omgegaan. 3. Ideaal is er bij het opzetten van een bouwteam een intake-gesprek, waarbij de constructiemanager een cruciale rol speelt; het moet klikken. De constructie manager is het extra paar ogen die alles coördineert, administratieve lasten op zich neemt en iedereen toelaat zijn kerncompetentie maximaal uit te spelen. Andere • • • •
bedenkingen tijdens de sessie: Organiseren van een pre-competieve markt Garantie voor uitvoering van grotere projecten Omzetting van Europees defensiepakket naar de bouwsector waar de mogelijkheid wordt geboden om vooraf overlegmomenten te organiseren, kennis in te winnen en kennis te bewaken Het bouwteam is eerder te zien als een partnership met uitstapmomenten voor zowel bouwheer als de andere leden wanneer de doelstellingen en de individuele verwachtingen inzake budget, prestaties en tijd onderling verschillen. Het is een tijdelijke samenwerkingsvorm die al of niet leidt tot een realisatie
2/5
IA Energiezuinig Bouwen – Verslag Workshop 3
Vraagspecificatie, aanbestedingsprocedure en gunningscriteria In het traject opgegeven in werkblad 1 kan je op verschillende momenten je aanbesteding lanceren. Je kan dat doen van zodra je een structuur ontwerp/vlekkenplan hebt of je kan pas gaan met een volledig gedetailleerd plan waarop alleen nog een prijs dient gezet te worden. Zo vroeg mogelijk een aannemer vastleggen heeft voordelen, omdat dan de maakbaarheid het best gegarandeerd is. Men gaat blijkbaar vandaag zelfs zo ver naar voren in het aanbestedingsmoment dat men aanbesteedt op basis van een programma van eisen en een beschikbaar budget (bv. in 2006/S 138-148058) na een voorselectie. Op basis van welke criteria er dan precies gegund wordt is nog niet duidelijk. Hiervoor moet het dossier verder geanalyseerd worden (waartoe de opdrachtgever bereid is). Inspiratie rond gunningscriteria bij algemene offerteaanvragen kan men vinden op www.bouwdata.net en www.pbcalcenconsult.be. De gunningscriteria vallen hierbij uiteen in 2 subsets: de prijs (60 punten) en het plan van aanpak (40 punten). Dit laatste kan bv verder onderverdeeld worden in : de gehanteerde uitvoeringsmethode en –planning; het veiligheids- en gezondheidsplan, de projectomkadering en de bouwmaterialen. 4. Andere knelpunten en remediëring A. Performantiemetingen : • Tijdens de werf is niet zozeer het probleem • Metingen tijdens het gebruik van het gebouw is zeer moeilijk • Er is nood aan technieken om gebouwprestaties te kunnen meten vanaf dag 1, bij oplevering van het gebouw: deze moeten betrouwbaar de werkelijke LCC kunnen voorspellen. B. Bij DBFMO is er een grote aannemer eventueel met meerdere onderaannemers. Deze zitten dikwijls niet mee rond de tafel bij teamdiscussies, maar de technische kennis zit wel bij hen! De uitbater, de O, moet ook de factuur van energie betalen: zo is er een incentive om de energieproblematiek van in het begin op de meest effectieve manier aan te pakken. C. Bij het gebruik van een gebouw gaat men er van uit dat over 30 jaar de bouwkost, maintenance en gebruikskost (inclusief lonen) zich verhouden als 1-5-200. In een private woning liggen deze verhoudingen wellicht heel anders. Er is nood aan een uniforme en gestandaardiseerde LCC methodologie die bruikbaar moet zijn voor alle architecten. Deze moet op het onderdeel energie dan kunnen getoetst worden met performantiemetingen uitgevoerd op het gebouw dat opgeleverd wordt.
3/5
IA Energiezuinig Bouwen – Verslag Workshop 3
Hoe kan de sector zich anders organiseren – wat leren we van de anderen? Vraag1: Is een prestatieverbintenis mogelijk en moet ze meer kosten dan een middelenverbintenis? Bedrijven die innovatieve zaken ontwikkelen voor de bouwsector zouden op één plek moeten kunnen uittesten. Er zouden best ook onafhankelijke testen moeten komen op basis van metingen. Er is nood aan prestatieverbintenissen: in dit kader stelt men vast dat bepaalde bouwbedrijven (cfr Bostoen) niet meer werken met ondernaannemers, maar met hun eigen aannemers; dit geeft blijkbaar meer garanties op een kwalititatieve uitvoering en de daaraan verbonden energieprestaties. Bij het uitvoeren van werken moet er met zo veel uitvoeringsaspecten rekening gehouden worden die de uiteindelijke energieprestatie van een gebouw beïnvloeden: met losse onderaannemers is dat moeilijk onder controle te houden. Bij een prestatieverbintenis ligt het risico bij de aannemer. Dit is verschillend van een middelen verbintenis. In dit verband dient opgemerkt te worden dat EPB meer zou moeten evolueren naar een dynamische berekening. EPB zou in een prestatieverbintenis moeten opgenomen worden: ‐ EPB berekening bij de bouwaanvraag ‐ 2 werfbezoeken om de EPB te controleren. Een prestatieverbintenis moet niet meer kosten dan een middelenverbintenis: voorwaarde is dat het veld zo afgebakend is dat alles duidelijk is. Anders is men gemakkelijk geneigd om een risico-opslag in te rekenen. Vraag 2: waarom hanteert de industrie zo weinig standaarden (bv. interfaces) in vergelijking met de automobielsector? WTCB, Bouwunie, iedere architect, de confederatie hebben alle hun eigen standaarden. Er zijn te veel standaarden , maar de juiste ontbreken vaak. Er is behoefte aan één standaard en dit op europees niveau (bv. space and floor area). Er zijn standaarden nodig op 2 niveaus: op kosten niveau en technische standaarden. Het gebrek aan de juiste standaarden wordt mee veroorzaakt door een gebrek aan ketenintegratie in de bouwsector. Prefabonderdelen vereisen standaarden, maar worden in België nog te weinig toegepast. Vraag 3: wat kunnen exploratieve studies bijdragen in de bouwsector? Zie vraag 4. Vraag 4: Wat kan vanuit de industrie georganiseerd worden teneinde innovatierisico’s voor de bouwheer te beperken en technologie beter te laten doorstromen. Er worden exploratieve studies uitgevoerd in de bouwsector (WTCB, VITO). Vraag is of hun scope wel correct is. Een alternatieve aanpak zou zijn dat alle concurrerende merken samen investeren in een platform, met daarna nog voldoende ruimte om te differentiëren en te concurreren. Probleem is echter dat er in de bouw nog te weinig geïndustrialiseerd is. De trigger hiervoor moet kost zijn. Bv. er bestaat een opportuniteit om alle fabrikanten van isolatie samen iets (een nieuwe basis) te laten ontwikkelen met gelijke kansen daarna voor de deelnemers. De sector ziet een opportuniteit voor een proefproject, een technologisch gedreven innovatie, duurzaam te exploiteren door in de toekomst nieuwe innovaties toe te voegen. Besluit: Bezorgdheden en Oplossingen ° Meer controle op de werf mbt tot alle aspecten rond energie ° Total Life Cycle Cost: noodzaak om dit vanaf het begin te weten ° boetes voor gebrekkige performantie moeten naar omhoog om te vermijden dat een lage boete als kost gewoon wordt meegenomen ° Standaardisering waar nodig: juiste standdaarden en dit op europees niveau. ° Meer communicatie nodig in de bouw, gemodereerd bij voorkeur door een onafhankelijke constructiemanager, die meer bepaald in een bouwteam meer dynamiek kan brengen en dit gericht op performante oplossingen.
4/5
IA Energiezuinig Bouwen – Verslag Workshop 3
° Objectieve criteria op papier rekening houdend met het gelijkheidsbeginsel: de lijn moet kunnen getrokken worden en dit op elk moment ° De uitbating van een gebouw is veel te dikwijls eerder aan de gebrekkige kant: goede manuals kunnen hierbij een oplossing bieden
5/5
IA Energiezuinig Bouwen – Verslag Workshop
Verslag Workshop 4 – Oriëntatie voor een innovatieprogramma Verslag en feedback We wensen vooreerst de deelnemers te bedanken voor hun inzichten en medewerking. Dit verslag poogt de krijtlijnen weer te geven van het overleg. De workshop had tot doel het innovatiepotentieel, geïdentifieerd in de vorige sessies, in eerste instantie te beoordelen en verder te bespreken. Doel was vnl. de focus van de deelnemers te kennen en af te toetsen met de applicatie eigenaars. De resultaten geven een richting waarin het precommerciële project kan gaan. Het vormt een eerste indicatie van de vernieuwing. De inputs van deze en vorige workshop wordt de komende periode verwerkt tot een precommercieel project. Komende workshops De agenda voor het project Energieneutraal Bouwen is als volgt: Datum 19 maart
Onderwerp Slotevenement
Tijdstip 13u30 – 17u00
Locatie VAC, Leuven
Overzichtslijst Innovatie rond procedures, omkadering en aanpak aanbesteding
1. Ontwikkeling van een prestatiebestek 2. Een verruimd Total Cost of Ownership concept waarbij zowel ontwerp, uitvoering en exploitatiebeheer zit. Tevens hoe LCC in de praktijk toepassen als alternatief voor kostprijs als gunningscriterium 3. Studie over optimale bouwteam aanpak (organisatie) a. Vanuit juridisch perspectief b. Vanuit ontwerp perspectief: ontwerpaanpakken voor de realisatie van energieneutrale gebouwen 4. Voorstudie naar gebalanceerd programma van eisen (in vraag stellen van bouweisen) 5. Studie schaalvergrotingsmogelijkheden: ontwikkeling van wijkconcepten op basis van hybride concepten en slimme energie-opwekking. (welke aspecten dienen in de gemeenschap opgenomen teneinde energieneutraal zonder meerkost te realiseren?) Subonderdelen kunnen zijn: a. Organiseren van de samenwerking tussen verschillende bouwheren en de aanpak qua aanbestedingsprocedure+bestek in deze 6. Ontwikkeling van een kennisloket – kennisportaal (bvb energieneutrale technieken, aanbestedingsprocedures, …) 7. Ontwikkeling van een set metingen om de reële gebouwprestaties bij oplevering te bepalen vanuit energiestandpunt (blowdoortest, thermografie onder standaardcondities los van gebruikersgedrag), en dit vervolgens te vergelijken met de gevraagde prestaties 8. Ontwikkelen van een protocol met te nemen algemene stappen (Erfgoed) 9. Ontwikkelen van coöperatieve investeringsmodellen a. nieuwe escomodellen: op wijkniveau, gebouwniveau, etc. …) b. energieleveranciers die investeren c. in het geval van AGION, een kader waarbij ouders in een coöperatief financieringsmodel stappen
1 / 13
IA Energiezuinig Bouwen – Verslag Workshop
10. Ontwikkeling van andere financieringsmodellen voor de betaling van studieteams en uitvoerders (bv niet langer in procenten, bonus financiering etc.) 11. Studie van de effecten goedkope energieleningen ipv subsidie; subsidies werken soms prijsverhogingen in de hand 12. Masterplan om op korte tijd massaal energie te besparen in alle lagen van de bevolking, in alle gebouwtypes, in nieuwe en oude gebouwen 13. Ontwikkeling van een efficiënte energieaudit van een gebouw: meten van energieverbruik onder standaardcondities en opsporen van warmtelekken. Analyse van gebruikersgedrag, afstelling van installaties; advies m.b.t. gebruikersgedrag, kleine investeringen, te mijden investeringen, … 14. Rationeel patrimoniumgebruik en investering multifunctioneel gebruik (AGION)
Innovatie op technologisch vlak en op conceptueel niveau
15. Nieuwe modulaire gebouwconcepten met personalisatiegraad: modulair/lego, … a. Bvb prefab gebouwconcept op basis van standaardmodules (klas, eetzaal, …) b. Levenslang wonen concept c. De efficiënte sociale woning 16. Nieuw renovatieconcept voor bestaande gebouwen (bvb retrofitten van scholen tot energieneutrale gebouwen) 17. Studie bouwtechnieken: standardisatie van interfaces (opportuniteiten, randvoorwaarden, potentiële oplossingen, …) + eventueel labodemonstratie/prototype als eindresultaat d. Nutvoorzieningen, vloer- en wandelementen, HVAC, … 18. Studie energie-meegroeitechnieken: bvb gelaagde wandelementen die op termijn qua E-peil verbeteren 19. Nieuwe gebouwconcepten op basis van slimme energie-opwekking (balans schil/opwekking) 20. Toegepast onderzoek nieuwe bouwcomponenten/technologie: bvb toepasbaarheid aerogels, nieuwe buigzame dunnen isolatie, glas, HVAC, … 21. Conceptstudie rond een holistisch gebouwbeheersysteem – slimme gebruiksvriendelijke regelsystemen: systeemontwerp met gebruiksvriendelijk interactie voor typegebruikers (ouderlingen, personeel, ….) en simulatieprogramma verdiencapaciteit (verwarming / ventilatie, deuren / ramen, …) 22. Energie efficiënte venstergordijnen 23. Domotica ten dienste van energiezuinige gebouwen 24. Energieneutrale gebouwen: optimum door evenwicht bouwschil, duurzame energieproductie en energiemanagement. Vergelijkende studie tussen verschillende aanpakken/concepten: bvb passiefconcept versus geothermie in combinatie met energiearme woning, …) 25. Studie energiebesparingsmogelijkheden in een bestaand gebouw dmv ingrepen met een terugverdientijd van max 2-3 jaar. Doel minstens 30% besparing met weinig middelen. Ook interessant in het kader van armoedebestrijding. 26. Studie optimalisatie van het gebruikersgedrag in een woning: best practices en visie-ontwikkeling want gangbare tips hebben weinig effect op het gedrag. (instellen stookregimes, verluchting, ontvochtiging, warmwatergebruik en –aanmaak, homogeen verwarmen/elektrisch bijverwarmen/puntverwarmen, sluikverbruik, …) 27. Ontwikkeling van een model om gebouwconcepten met elkaar te vergelijken (Energie-efficiënte, kost, …) 28. Netwerk met industrie i.f.v. detectie nieuwe methoden en technieken + referentieprojecten (Erfgoed)
2 / 13
IA Energiezuinig Bouwen – Verslag Workshop
Erfgoed Innovatiemap
6
20 4
8
7
26
27
22
28 2 13
25
Quick Wins
4. Voorstudie naar gebalanceerd programma van eisen (in vraag stellen bouweisen) Hoe pak ik het aan? 8. Ontwikkeling protocol met te nemen algemene stappen (Erfgoed). 7. Ontwikkeling (consequent toepassen) van een set metingen op de reële gebouwprestaties bij oplevering te bepalen vanuit energiestandpunt (blowdoortest, thermografie onder standaardcondities los van gebruikersgedrag), en dit vervolgens te vergelijken met de gevraagde prestaties. 26. Studie optimalisatie van het gebruikersgedrag in een woning: best practices en visieontwikkeling want gangbare tips hebben weinig effect op het gedrag. (instellen stookregimes, verluchting, ontvochtiging, warmwatergebruik en –aanmaak, homogeen verwarmen/elektrisch bijverwarmen/puntverwarmen, sluikverbruik, …)
3 / 13
IA Energiezuinig Bouwen – Verslag Workshop
27. Ontwikkeling van een model om gebouwtypologieën met elkaar te vergelijken (Energieefficiënte, kost, …) 28. Netwerk met industrie i.f.v. detectie nieuwe methoden en technieken + referentieprojecten
Innovatief aanbesteden
13. Ontwikkeling van een efficiënte energieaudit van een gebouw: meten van energieverbruik onder standaardcondities en opsporen van warmtelekken. Analyse van gebruikersgedrag, afstelling van installaties; advies m.b.t. gebruikersgedrag, kleine investeringen, te mijden investeringen, … 25. Studie energiebesparingsmogelijkheden in een bestaand gebouw dmv ingrepen met een terugverdientijd van max 2-3 jaar. Doel minstens 30% besparing met weinig middelen. Ook interessant in het kader van armoedebestrijding. 20. Toegepast onderzoek nieuwe bouwcomponenten/technologie: bvb toepasbaarheid aerogels, nieuwe buigzame dunnen isolatie, glas, HVAC, … 22. Energie efficiënte venstergordijnen
Strategisch basisonderzoek
6. Ontwikkeling van een kennisloket – kennisportaal (bvb energieneutrale technieken, aanbestedingsprocedures, …) 2. Een verruimd Total Cost of Ownership concept waarbij zowel ontwerp, uitvoering en exploitatiebeheer zit. Tevens hoe LCC in de praktijk toepassen als alternatief voor kostprijs als gunningscriterium voor renovatie / restauratie.
Waar ligt de klemtoon? 6. Loket kennisverspreiding, kwalitatieve oplossingen gevoed door “Quick wins”. 2. LCC eerder dan investeringskost als belangrijkste selectiecriterium: noodzaak bruikbare en efficiënte tool. Impact • Sterk verminderde investeringskost en gebruikskost. • Transparantie en klantvriendelijkheid Bespreking potentiële IA projecten
Waarom is dit innovatief?
Showstopper/ complexiteit
Welke doorlooptijd en/of budget (eventueel in termen van mankracht) schat u in?
6. Loket : richtinggevend advies (project- en tool gebonden). Doel: toegevoegde waarde aan minimale kost. PPS? Tetra? OE? Industrie? VEA?
Loket : bestaat niet en grote nood aan (versnippering, overaanbod) : geen kwaliteitsselectie.
Intellectuele eigendom Veel randvoorwaarden alvorens loket operationeel wordt.
5 à 10 VTE (operationeel) ontwikkeling : 200 à 250.000 / 2 jaar
2. Systeem LCC bruikbaar voor restauratie / renovatie.
Gebrek aan performant systeem
Gebruiksvriendelijk en breed toepasbaar.
Ontwikkeling 2 jaar (IA).
4 / 13
IA Energiezuinig Bouwen – Verslag Workshop
VMSW Innovatiemap
9 2
19
15
24
10
12
18
27 16
5
1
21
26
Quick Wins
1. Ontwikkeling van een prestatiebestek Cluster: 2. Een verruimd Total Cost of Ownership concept waarbij zowel ontwerp, uitvoering en exploitatiebeheer zit. Tevens hoe LCC in de praktijk toepassen als alternatief voor kostprijs als gunningscriterium. Wat is kostoptimaal? Pragmatisch. En 19. Nieuwe gebouwconcepten op basis van slimme energie-opwekking (balans schil/opwekking) En 24. Energieneutrale gebouwen: optimum door evenwicht bouwschil, duurzame energieproductie en energiemanagement. Vergelijkende studie tussen verschillende aanpakken/concepten: bvb passiefconcept versus geothermie in combinatie met energiearme woning, …)
5 / 13
IA Energiezuinig Bouwen – Verslag Workshop
Innovatief aanbesteden
5. Studie schaalvergrotingsmogelijkheden: ontwikkeling van wijkconcepten op basis van hybride concepten en slimme energie-opwekking. (welke aspecten dienen in de gemeenschap opgenomen teneinde energieneutraal zonder meerkost te realiseren?) Subonderdelen kunnen zijn: a. Organiseren van de samenwerking tussen verschillende bouwheren en de aanpak qua aanbestedingsprocedure+bestek in deze 15. Nieuwe modulaire gebouwconcepten met personalisatiegraad: modulair/lego, … e. Bvb prefab gebouwconcept op basis van standaardmodules (klas, eetzaal, …) f. Levenslang wonen concept g. De efficiënte sociale woning 16. Nieuw renovatieconcept voor bestaande gebouwen (bvb retrofitten van scholen tot energieneutrale gebouwen) Cluster: 18. Studie energie-meegroeitechnieken: bvb gelaagde wandelementen die op termijn qua E-peil verbeteren En 9.Ontwikkelen van coöperatieve investeringsmodellen a. nieuwe escomodellen: op wijkniveau, gebouwniveau, etc. …) b. energieleveranciers die investeren c. in het geval van AGION, een kader waarbij ouders in een coöperatief financieringsmodel stappen En 10. Ontwikkeling van andere financieringsmodellen voor de betaling van studieteams en uitvoerders (bv niet langer in procenten, bonus financiering etc.) En 12. Masterplan om op korte tijd massaal energie te besparen in alle lagen van de bevolking, in alle gebouwtypes, in nieuwe en oude gebouwen
Cluster: 21. Toegepast onderzoek nieuwe bouwcomponenten/technologie: bvb toepasbaarheid aerogels, nieuwe buigzame dunnen isolatie, glas, HVAC, … en 26. Studie optimalisatie van het gebruikersgedrag in een woning: best practices en visieontwikkeling want gangbare tips hebben weinig effect op het gedrag. (instellen stookregimes, verluchting, ontvochtiging, warmwatergebruik en –aanmaak, homogeen verwarmen/elektrisch bijverwarmen/puntverwarmen, sluikverbruik, …)
Strategisch basisonderzoek
27. Ontwikkeling van een model om gebouwconcepten met elkaar te vergelijken (Energieefficientie, kost, …)
6 / 13
IA Energiezuinig Bouwen – Verslag Workshop
Scholen Innovatiemap
5
25
6
13
1
15
11 23
21
26
6
7 19
2
4
3
2
7 19
11
18
12
9
17 27
24
27 16
3
14
20
1
Quick Wins
20. Toegepast onderzoek nieuwe bouwcomponenten/technologie: bvb toepasbaarheid aerogels, nieuwe buigzame dunnen isolatie, glas, HVAC, … 6. Ontwikkeling van een hub-loket (bvb energieneutrale technieken, aanbestedingsprocedures, …) 1. Ontwikkeling van een prestatiebestek
Cluster 1: 21.Conceptstudie rond een holistisch gebouwbeheersysteem – slimme gebruiksvriendelijke regelsystemen: systeemontwerp met gebruiksvriendelijk interactie voor typegebruikers (ouderlingen, personeel, ….) en simulatieprogramma verdiencapaciteit (verwarming / ventilatie, deuren / ramen, …) En 23. Domotica ten dienste van energiezuinige gebouwen
7 / 13
IA Energiezuinig Bouwen – Verslag Workshop
En 26. Studie optimalisatie van het gebruikersgedrag in een woning: best practices en visie-ontwikkeling want gangbare tips hebben weinig effect op het gedrag. (instellen stookregimes, verluchting, ontvochtiging, warmwatergebruik en –aanmaak, homogeen verwarmen/elektrisch bijverwarmen/puntverwarmen, sluikverbruik, …) Cluster 2 : 4. Voorstudie naar gebalanceerd programma van eisen (in vraag stellen van bouweisen) En 3. Studie over optimale bouwteam aanpak (organisatie) a. Vanuit juridisch perspectief b. Vanuit ontwerp perspectief: ontwerpaanpakken voor de realisatie van energieneutrale gebouwen En 2. Een verruimd Total Cost of Ownership concept waarbij zowel ontwerp, uitvoering en exploitatiebeheer zit. Tevens hoe LCC in de praktijk toepassen als alternatief voor kostprijs als gunningscriterium En 7. Ontwikkeling van een kennisloket – kennisportaal (bvb energieneutrale technieken, aanbestedingsprocedures, …) : implementatie en bonussysteem. En 19. Nieuwe gebouwconcepten op basis van slimme energie-opwekking (balans schil/opwekking)
Innovatief aanbesteden
Cluster: 7. Ontwikkeling van een set metingen om de reële gebouwprestaties bij oplevering te bepalen vanuit energiestandpunt (blowdoortest, thermografie onder standaardcondities los van gebruikersgedrag), en dit vervolgens te vergelijken met de gevraagde prestaties En 11. Studie van de effecten goedkope energieleningen ipv subsidie; subsidies werken soms prijsverhogingen in de hand En 13. Ontwikkeling van een efficiënte energieaudit van een gebouw: meten van energieverbruik onder standaardcondities en opsporen van warmtelekken. Analyse van gebruikersgedrag, afstelling van installaties; advies m.b.t. gebruikersgedrag, kleine investeringen, te mijden investeringen, … En 25. Studie energiebesparingsmogelijkheden in een bestaand gebouw dmv ingrepen met een terugverdientijd van max 2-3 jaar. Doel minstens 30% besparing met weinig middelen. Ook interessant in het kader van armoedebestrijding. 14. Rationeel patrimoniumgebruik en investering multifunctioneel gebruik (AGION) Cluster 3 : 11. Studie van de effecten goedkope energieleningen ipv subsidie; subsidies werken soms prijsverhogingen in de hand En 27. Ontwikkeling van een model om gebouwconcepten met elkaar te vergelijken (Energie-efficientie, kost, …) En 19. Nieuwe gebouwconcepten op basis van slimme energie-opwekking (balans schil/opwekking) En (24. Energieneutrale gebouwen: optimum door evenwicht bouwschil, duurzame energieproductie en energiemanagement. Vergelijkende studie tussen verschillende aanpakken/concepten: bvb passiefconcept versus geothermie in combinatie met energiearme woning, …))
8 / 13
IA Energiezuinig Bouwen – Verslag Workshop
Cluster 4: 15. Nieuwe modulaire gebouwconcepten met personalisatiegraad: modulair/lego, … a. Bvb prefab gebouwconcept op basis van standaardmodules (klas, eetzaal, …) b. Levenslang wonen concept c. De efficiënte sociale woning En (6. Ontwikkeling van een hub-loket (bvb energieneutrale technieken, aanbestedingsprocedures, …)) En 17. Studie bouwtechnieken: standardisatie van interfaces (opportuniteiten, randvoorwaarden, potentiële oplossingen, …) + eventueel labodemonstratie/prototype als eindresultaat a. Nutvoorzieningen, vloer- en wandelementen, HVAC, … En 27.Ontwikkeling van een model om gebouwconcepten met elkaar te vergelijken (Energie-efficiënte, kost, …) En (18. Studie energie-meegroeitechnieken: bvb gelaagde wandelementen die op termijn qua E-peil verbeteren) 16. Nieuw renovatieconcept voor bestaande gebouwen (bvb retrofitten van scholen tot energieneutrale gebouwen)
Strategisch basisonderzoek
5. Studie schaalvergrotingsmogelijkheden: ontwikkeling van wijkconcepten op basis van hybride concepten en slimme energie-opwekking. (welke aspecten dienen in de gemeenschap opgenomen teneinde energieneutraal zonder meerkost te realiseren?) Subonderdelen kunnen zijn: a. Organiseren van de samenwerking tussen verschillende bouwheren en de aanpak qua aanbestedingsprocedure+bestek in deze 9. Ontwikkelen van coöperatieve investeringsmodellen b. nieuwe escomodellen: op wijkniveau, gebouwniveau, etc. …) c. energieleveranciers die investeren d. in het geval van AGION, een kader waarbij ouders in een coöperatief financieringsmodel stappen 12. Masterplan om op korte tijd massaal energie te besparen in alle lagen van de bevolking, in alle gebouwtypes, in nieuwe en oude gebouwen
Waar ligt de klemtoon? Cluster 1: Overkoepelende dienst gebouwbeheer Cluster 2: Database (kennisloket) Cluster 3: Modulaire systemen Impact Bespreking potentiële IA projecten
Waarom is dit innovatief?
Cluster 1: Overkoepelende dienst gebouwbeheer
Overkoepelende dienst gebouwbeheer Gebouw als TCO
Showstopper/ complexiteit
Welke doorlooptijd en/of budget (eventueel in termen van mankracht) schat u in?
9 / 13
IA Energiezuinig Bouwen – Verslag Workshop
Cluster 2: Database (kennisloket) Cluster 3: Modulaire systemen
gebruiken Standardisatie naar functionaliteiten. Standardisatie model Zo open mogelijk Kosten innovatief Gedetailleerder Modules alle gebouwcomponenten op elkaar afstembaar Ruime invulling Alle vrijheid Kader van goed prestatiebestek
Zeer vaag Schaalvergroting
10 / 13
IA Energiezuinig Bouwen – Verslag Workshop
VIPA Innovatiemap
1
3
2
8
13
26
9
19
24
5 10
14
16 18
11
17
20
15 4 6
Quick Wins
10. Ontwikkeling van andere financieringsmodellen voor de betaling van studieteams en uitvoerders (bv niet langer in procenten, bonus financiering etc.) 14. Rationeel patrimoniumgebruik en investering multifunctioneel gebruik (AGION) 11. Studie van de effecten goedkope energieleningen ipv subsidie; subsidies werken soms prijsverhogingen in de hand 4. Voorstudie naar gebalanceerd programma van eisen (in vraag stellen van bouweisen) 6. Ontwikkeling van een kennisloket – kennisportaal (bvb energieneutrale technieken, aanbestedingsprocedures, …)
11 / 13
27
IA Energiezuinig Bouwen – Verslag Workshop
Innovatief aanbesteden 5. Studie schaalvergrotingsmogelijkheden: ontwikkeling van wijkconcepten op basis van hybride concepten en slimme energie-opwekking. (welke aspecten dienen in de gemeenschap opgenomen teneinde energieneutraal zonder meerkost te realiseren?) Subonderdelen kunnen zijn: a. Organiseren van de samenwerking tussen verschillende bouwheren en de aanpak qua aanbestedingsprocedure+bestek in deze 9. Ontwikkelen van coöperatieve investeringsmodellen b. nieuwe escomodellen: op wijkniveau, gebouwniveau, etc. …) c. energieleveranciers die investeren d. in het geval van AGION, een kader waarbij ouders in een coöperatief financieringsmodel stappen Cluster : 3. Studie over optimale bouwteam aanpak (organisatie) a. Vanuit juridisch perspectief b. Vanuit ontwerp perspectief: ontwerpaanpakken voor de realisatie van energieneutrale gebouwen En 1. Ontwikkeling van een prestatiebestek En 2. Een verruimd Total Cost of Ownership concept waarbij zowel ontwerp, uitvoering en exploitatiebeheer zit. Tevens hoe LCC in de praktijk toepassen als alternatief voor kostprijs als gunningscriterium 15. Nieuwe a. b. c.
modulaire gebouwconcepten met personalisatiegraad: modulair/lego, … Bvb prefab gebouwconcept op basis van standaardmodules (klas, eetzaal, …) Levenslang wonen concept De efficiënte sociale woning
Strategisch basisonderzoek
Cluster: 13. Ontwikkeling van een efficiënte energieaudit van een gebouw: meten van energieverbruik onder standaardcondities en opsporen van warmtelekken. Analyse van gebruikersgedrag, afstelling van installaties; advies m.b.t. gebruikersgedrag, kleine investeringen, te mijden investeringen, … En 8. Ontwikkelen van een protocol met te nemen algemene stappen (Erfgoed) En 26. Studie optimalisatie van het gebruikersgedrag in een woning: best practices en visie-ontwikkeling want gangbare tips hebben weinig effect op het gedrag. (instellen stookregimes, verluchting, ontvochtiging, warmwatergebruik en –aanmaak, homogeen verwarmen/elektrisch bijverwarmen/puntverwarmen, sluikverbruik, …) Cluster: 19. Nieuwe gebouwconcepten op basis van slimme energie-opwekking (balans schil/opwekking) En 24. Energieneutrale gebouwen: optimum door evenwicht bouwschil, duurzame energieproductie en energiemanagement. Vergelijkende studie tussen verschillende aanpakken/concepten: bvb passiefconcept versus geothermie in combinatie met energiearme woning, …) En 27. Ontwikkeling van een model om gebouwconcepten met elkaar te vergelijken (Energie-efficiënte, kost, …) Cluster: 16. Nieuw renovatieconcept voor bestaande gebouwen (bvb retrofitten van scholen tot energieneutrale gebouwen)
12 / 13
IA Energiezuinig Bouwen – Verslag Workshop
17. Studie bouwtechnieken: standardisatie van interfaces (opportuniteiten, randvoorwaarden, potentiële oplossingen, …) + eventueel labodemonstratie/prototype als eindresultaat a. Nutvoorzieningen, vloer- en wandelementen, HVAC, … 18. Studie energie-meegroeitechnieken: bvb gelaagde wandelementen die op termijn qua E-peil verbeteren 19. Toegepast onderzoek nieuwe bouwcomponenten/technologie: bvb toepasbaarheid aerogels, nieuwe buigzame dunnen isolatie, glas, HVAC, … 20. Toegepast onderzoek nieuwe bouwcomponenten/technologie: bvb toepasbaarheid aerogels, nieuwe buigzame dunnen isolatie, glas, HVAC, … Waar ligt de klemtoon? Team, prestatie, LCCA, Kennis Æ Integrator (cauching) Impact Automatisch: Integratie nieuwe technologieën met garantie op energie, duurzaamheid en kost Æ conceptoptimalisatie Bespreking potentiële IA projecten
Waarom is dit innovatief?
Showstopper/ complexiteit
Project 1 : Wetgevend initiatief, prestatie, team, LCCA Randvoorwaarde : kennis Mogelijks extra subs.
Nieuwe technieker
• Politiek • Kennis van bouwteam • Aanbod bouwteams
Project 2 : Esco (+ lokale initiatieven) / PPS (alternatieve financiering) : 9/5/13/26 Zorgnetwerk Het realiseren van centrum ism private groepen
Financiering (vb. gezondheidsstaat)
-
Project 3 : (Studie-leerproject) Renovatieproject: bestaand panel: integratie nieuwe technieker : haalbaarheid!
Standaardisatie: BIM : best practice
• Verandering beheer • Draagvlak (Testaankoop) bij bouwheer • BIM: software bestaat niet • Kennis van bouwteam • Aanbod bouwteams
Welke doorlooptijd en/of budget (eventueel in termen van mankracht) schat u in? Project 1 : 1 jaar
13 / 13