ESPRi
Samenwerkingsovereenkomst
Epidemiological and Social Psychiatric Research institute (Epidemiologisch en Sociaal Psychiatrisch Research instituut)
1
Samenwerkingsovereenkomst De overeenkomst wordt aangegaan door ondergetekenden:
1. Erasmus Universitair Medisch Centrum Rotterdam, ten behoeve van deze overeenkomst exclusief handelend voor en ten behoeve van haar afdeling Psychiatrie, hierna te noemen Erasmus MC, 2. Gemeentelijke Gezondheidsdienst Rotterdam-Rijnmond, hierna te noemen GGD,
3. Organisaties voor geestelijke gezondheidszorg in het gebied Zuid-West Nederland, zoals genoemd in bijlage 1,
afzonderlijk en gezamenlijk hierna ook te noemen Partij of Partijen.
2
Considerans
Het brede terrein van de psychiatrie en de openbare geestelijke gezondheidszorg (OGGz) omvat zowel het bevorderen van de geestelijke (volks)gezondheid van de algemene bevolking, de ondersteuning van kwetsbare groepen in de samenleving of binnen instituties, als (onderzoek naar) de interactie tussen personen, de omgeving en (het ontwikkelen) van psychiatrische aandoeningen. Het verbeteren van de OGGz beoogt door het bestrijden van risicofactoren veel voorkomende psychische problemen te voorkomen of in een vroeg stadium te kunnen interveniëren. Daarnaast zijn er gerichte interventies om het functioneren van langdurig zorgafhankelijke patiënten te verbeteren. Deze activiteiten kunnen indirect bijdragen aan de bescherming van het algemeen belang en het bevorderen van de openbare orde en veiligheid. Het Erasmus MC, de GGD Rotterdam-Rijnmond, en de GGz-partners in de regio werken samen om te komen tot een centrum waarin het epidemiologisch en sociaal psychiatrisch onderzoek wordt gebundeld. Voor de uitvoering van onderzoek doet het Erasmus MC in veel gevallen een beroep op de (O)GGz-partners. Omgekeerd hebben de GGzinstellingen in de regio belang bij samenwerking met de universiteit zowel vanuit het perspectief van de ontwikkeling van eigen onderzoek en scholing als vanuit het perspectief van kwaliteitsbeleid (evidence-based werken).
Binnen het onderzoek in de regio worden twee hoofdthema’s onderscheiden: (1) epidemiologisch onderzoek naar determinanten en beloop van psychiatrische stoornissen en (2) evaluatie onderzoek van geestelijke gezondheidszorgvoorzieningen en specifieke interventies. Basisvragen binnen deze hoofdthema’s betreffen (a) omvang en aard van de problematiek, (b) variaties naar tijd en plaats, (c) risicofactoren, en (d) zorgbehoefte. Naast beschrijvend en etiologisch onderzoek gaat het om onderzoek gericht op de ontwikkeling en evaluatie van preventie-projecten en zorgvernieuwing. De verdere inperking van dit brede onderzoeksterrein kan ten eerste worden gezocht in een bepaalde psychiatrische stoornis en ten tweede in een bepaald type vraagstelling. In de regio is de aandacht vooral gericht op patiënten met ernstige psychische stoornissen (onder andere psychotische stoornissen) en op secundaire en tertiaire preventie-mogelijkheden. Aansluitend bij de doelstellingen van samenwerkingspartners, een inschatting van de kansen op vernieuwing en mogelijkheden voor acquisitie van externe financiering is de focus voor de komende jaren: -
vroegdetectie en –interventie van psychische stoornissen,
-
epidemiologisch en interventie onderzoek bij patiënten met ernstige psychiatrische aandoeningen en in de acute psychiatrie.
3
Het onderzoek op deze hoofdthema’s en vanuit de twee werkomgevingen vraagt om een bundeling van krachten. Daartoe is een onderzoekcentrum opgezet waarin partijen gezamenlijk richting en uitvoering geven aan projecten. In een flexibele organisatiestructuur (bijlage 2) wordt een duidelijke prioritering van het onderzoek gewaarborgd en tegelijkertijd een breed draagvlak verkregen voor de uitvoering van het onderzoek en de implementatie van de resultaten: In een stuurgroepvergadering, waaraan alle partijen deelnemen, worden de keuzes met betrekking tot de onderzoekslijnen en de financiële onderbouwing van het onderzoekcentrum bepaald. De stuurgroepvergadering laat zich adviseren door een Wetenschappelijke Adviesraad waarin deskundigen verbonden aan de deelnemende partijen kunnen participeren. Het onderzoek en de acquisitie van externe middelen vindt plaats binnen onderzoekslijnen. De werkzaamheden worden uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van programmaleiders (principal investigators) die als budgethouders verantwoording afleggen aan de stuurgroepvergadering. Een ondersteunende sectie onder verantwoordelijkheid van het Unithoofd O&O biedt dagelijkse ondersteuning aan promovendi, zowel intern als extern, en richt zich op meer beleidsgerichte informatie-vragen. Ook algemeen ondersteunende taken, zoals het secretariaat, worden hier ondergebracht.
De Partijen komen de hierna opgetekende afspraken overeen:
4
1. Doel van de samenwerking 1.1.
Partijen participeren in een samenwerkingsverband met als doel het verwerven en overdragen van wetenschappelijke kennis over de geestelijke gezondheid en de daarbij betrokken zorgvoorzieningen, in het bijzonder de openbare geestelijke gezondheidszorg, om op die manier bij te dragen aan de effectiviteit, de doelmatigheid en de kwaliteit van de zorg.
1.2.
Partijen presenteren het hierboven beschreven samenwerkingsverband onder de naam ‘epidmiologisch en sociaal psychiatrisch research instituut’ (‘epidemiological and social psychiatric research institute’), af te korten als ESPRi. Het samenwerkingsverband heeft geen rechtspersoonlijkheid.
2. Werkzaamheden 2.1
Door het onderzoekcentrum worden projecten uitgevoerd in het kader van de onderzoekslijnen die door de Stuurgroep zijn vastgesteld. Afspraken over de financiering en inzet van personeel worden per project gemaakt.
2.2
In het onderzoekcentrum worden gegevens beheerd die door Partijen of derden aan de Stuurgroep ter beschikking zijn gesteld ten behoeve van bepaalde onderzoeksprojecten en het in stand houden van een psychiatrisch casusregister.
2.3
De werkzaamheden van het onderzoekcentrum zijn gericht op: A. het initiëren en uitvoeren van wetenschappelijk en beleidsgericht onderzoek op het gebied van de sociale psychiatrie en de (openbare) geestelijke gezondheidszorg; B. het adviseren over en ondersteunen van onderzoek door GGz instellingen en organisaties in de regio; C. het leveren van een bijdrage aan ‘evidence based’ zorg en beleid, D. bijdragen aan wetenschappelijk onderwijs en opleiding.
3. Stuurgroep 3.1.
Partijen zijn vertegenwoordigd in een Stuurgroep.
3.2.
De Stuurgroep is belast met het bestuurlijk toezicht op het functioneren van het onderzoekcentrum. De volgende besluiten zijn voorbehouden aan de Stuurgroep: - vaststelling van de onderzoekslijnen voor het onderzoekcentrum; - vaststelling van de centrale kaders op financieel en personeel gebied; - besluiten over (structurele) samenwerking met nieuwe partijen.
3.3.
De Stuurgroep kiest uit haar midden een voorzitter en treft zelf nadere regelingen inzake de vergaderingen. Beslissingen van de Stuurgroep worden in consensus genomen.
5
3.4.
De Stuurgroep stelt een dagelijks bestuur in bestaande uit drie vertegenwoordigers, inclusief de voorzitter en een bestuurder die het financiële beheer voert. Door het dagelijks bestuur wordt de stuurgroepvergadering voorbereid en namens de Stuurgroep kunnen routinematige zaken worden afgehandeld.
4. Wetenschappelijke adviesraad 4.1.
Het onderzoekcentrum kent een wetenschappelijke adviesraad, hierna te noemen WAR.
4.2.
De WAR heeft tot taak de Stuurgroep te adviseren over de opstelling en uitvoering van het onderzoeksprogramma.
4.3.
De WAR wordt samengesteld uit vertegenwoordigers van de betrokken Partijen.
4.4.
De WAR kiest uit zijn midden een voorzitter en treft zelf nadere regelingen inzake zijn vergaderingen.
5. Programmaleiders 5.1.
Per onderzoekslijn stelt de Stuurgroep een programmaleider (principal investigator) aan.
5.2.
De programmaleiders zijn belast met het ontwerpen van het onderzoeksprogramma en de daarbij behorende planning van werkzaamheden, begroting en financieringsmogelijkheden.
5.3.
De programmaleiders geven ter uitvoering van het onderzoeksprogramma leiding aan de dagelijkse werkzaamheden van het onderzoekcentrum.
6. Medewerkers 6.1.
Medewerkers die op projectsubsidies worden aangetrokken komen in dienst van de afdeling Psychiatrie van het Erasmus MC, welke instelling hen ter beschikking stelt aan het onderzoekcentrum. Hierover worden per project nadere afspraken gemaakt.
6.2.
Partijen kunnen tevens op basis van specifiek hiertoe te maken afspraken medewerkers detacheren naar het onderzoekcentrum voor het verrichten van de werkzaamheden. De medewerkers blijven in dienst van de uitlenende dienst of organisatie.
6.3.
Bij detachering is de programmaleider de functioneel en operationeel leidinggevende van de medewerkers die hun werkzaamheden voor het onderzoekcentrum verrichten, zoals wordt vastgelegd in de aan te gane detacheringovereenkomsten voor de betrokken medewerkers.
6
7. Publicaties en gebruik van onderzoeksresultaten 7.1.
De medewerkers die onderzoeksactiviteiten in het kader van het onderzoeksprogramma van het onderzoekcentrum verrichten hebben het recht en de taak uit dien hoofde verkregen onderzoeksgegevens en onderzoeksresultaten te publiceren.
7.2.
Per project worden afspraken gemaakt over publicaties, met inachtneming van de richtlijnen die door het Erasmus MC zijn opgesteld (vastgelegd in de brochure Research Codes). Wijze van publicatie van resultaten geschiedt in overleg met, en onder coördinatie van, de programmaleider.
8. Medisch ethische commissie Protocollen van onderzoeken die door het onderzoekcentrum worden uitgevoerd, worden – onder uitsluiting van andere medisch ethische toetsingscommissies – voorafgaand voorgelegd aan de Medisch Ethische Toetsingscommissie van het Erasmus MC.
9. Financiën 9.1.
Voor de financiële onderbouwing van het onderzoekcentrum draagt iedere partij volgens een van tevoren opgestelde begroting bij ter dekking van de vaste kosten van het onderzoekcentrum, bestaande uit de salariskosten en operationele kosten van een kleine vaste formatie die wordt ingezet in projectbegeleiding en ondersteuning;
9.2.
de deelnemende partijen spreken in de stuurgroep af hoeveel ieder bijdraagt aan de salariskosten van een programmaleider (principal investigator), waarbij deze financiering wordt aangegaan voor de periode tot aan de eerstvolgende evaluatie van de samenwerking;
9.3.
partijen kunnen bijgedragen aan de financiering van bepaalde projecten binnen de onderzoekslijnen van het samenwerkingsverband; dit wordt per project afgesproken volgens een van tevoren opgestelde begroting;
9.4.
voor (onderzoeks-)projecten worden subsidiegelden geworven op naam van het Erasmus MC, welke tevens de financiële administratie hiervan voert.
7
10. Aansprakelijkheid 10.1.
Partijen kunnen slechts jegens elkaar aansprakelijk worden gesteld voor schade die is ontstaan in het kader van de uitvoering van deze overeenkomst, voorzover deze te wijten is aan grove schuld of opzet van de Partij die de schade heeft veroorzaakt.
10.2.
Partijen zijn aansprakelijk voor schade aan derden, als gevolg van de uitvoering van deze overeenkomst, naar rato van de mate waarin ieder der Partijen de schade heeft veroorzaakt.
11. Ingang, duur, opzegging en ontbinding 11.1.
Deze overeenkomst treedt in werking op 1 april 2012 en wordt vervolgens voortgezet voor aansluitende perioden van telkens 4 (vier) jaar. Gedurende de laatste 6 maanden van de looptijd van de overeenkomst zullen Partijen de samenwerking evalueren en desgewenst nadere afspraken maken.
11.2.
Indien partijen besluiten de overeenkomst niet te verlengen, zullen zij in goed overleg afspraken maken omtrent de afronding van de lopende onderzoeksprojecten en de afwikkeling van de onder deze overeenkomst aangegane verplichtingen gebruik makende van de financiële reserves van het onderzoekcentrum.
11.3.
In geval een der Partijen deze overeenkomst tussentijds wenst op te zeggen, dat wil zeggen beëindiging binnen vier jaar, dient deze Partij al haar financiële verplichtingen na te komen voor de gehele duur van deze overeenkomst met een minimum van 18 maanden. Voorts zijn Partijen overeengekomen, dat in geval van tussentijdse beëindiging van deze overeenkomst, voor welke reden dan ook, de lopende projecten waar mogelijk afgerond dienen te worden. Bij voortijdige stopzetting van een lopend project zijn Partijen gebonden tot het betalen van de lopende financiële verplichtingen, met inbegrip van de kosten van personeel dat voor het betreffende project is ingehuurd en het personeel dat in het kader van het onderzoekcentrum in vaste dienst is.
12. Uitleg en wijziging van de overeenkomst Deze overeenkomst wordt afgesloten onder Nederlands recht. Alle geschillen over de uitleg en de uitvoering van deze overeenkomst, daaronder begrepen die welke slechts door één der Partijen als zodanig worden beschouwd, worden voorgelegd aan een geschillencommissie. Deze commissie bestaat uit drie onpartijdige deskundigen die door Partijen gezamenlijk worden aangewezen. De geschillencommissie brengt ter zake adviezen uit die voor Partijen bindend zijn.
8
Aldus opgemaakt en getekend te Rotterdam op 29 augustus 2012 .
H. Buller
1.
Erasmus MC
2.
GGD Rotterdam-Rijnmond
3.
Bavo-Europoort
,.. 4.
Delta Psychiatrisch
5.
BoumanGGz
6.
Riagg Rijnmond
7.
Stichting Pameijer
8.
Yulius
9.
GGZWNB
10.
Emergis
11 .
Kijvelanden
12.
GGZ Breburg
Cen~
l
v
Bijlage 1: Deelnemende GGz organisaties
a) Bavo-Europoort
b) Bouman GGZ
c) Delta Psychiatrisch Centrum
d) Emergis
e) GGZ WNB
f)
Riagg Rijnmond
g) Stichting Pameijer
h) Yulius
i)
Kijvelanden
j)
GGZ Breburg
10
Bijlage 2: Organigram ESPRi
Epidemiologisch & Sociaal Psychiatrisch Research instituut
Stuurgroep - Bestuurders GGz-partners in de regio - Directie GGD Rotterdam-Rijnmond - Erasmus MC - Adviseurs (Principal Investigators) Voorzitter / Dagelijks Bestuur
Wetenschappelijke Advies Raad (Onderzoekscoördinatoren GGz-partners)
Sectie EPA
Sectie V&I
Epidemiologie en interventies bij patiënten met ernstig psychiatrische aandoeningen (inclusief de acute psychiatrie)
Vroegdetectie en -interventie
Principal Investigator
Principal Investigator
Sectie I&O Informatiebeheer en ondersteuning
Unithoofd O&O
11
de Kijvelanden forensisch psychiatrisch centrum
ErasmusMC Prof. Dr. W.J.G. Hoogendijk Afdeling Psychiatrie (Dp Gebouw, kmr. DP0420) 's-Gravendijkwal 230 3015 CE ROTTERDAM
Kenmerk
6 november 2012 21342/MP/hh/nl
Onderwerp
ESPRi contract
Datum
Doorkiesnummer
010 503 1204
Bijlage(n)
Geachte heer Hoogendijk, De samenwerkingsovereenkomst: ' Epidemiological and Social Psychiatrist Research Institute' (hiema: ESPRi) is door mij zorgvuldig gelezen en getoetst. Ik onderken het belang van de samenwerking zoals in de overeenkomst is neergelegd en onderschrijf het nut en de noodzaak ervan maar ik vind de duur van de verbintenis (een periode van 4 jaar) voor de Kijvelanden erg lang. Zoals bekend onderschrijft de Kijvelanden het belang van gedragswetenschappelijk onderzoek en Ievert daaraan ook een grote bijdrage, o.a. door het Expertisecentrum Forensische Psychiatrie ruimhartig te ondersteunen. Het Bestuur van de Kijvelanden geeft prioriteit aan (eigen) wetenschappelijk onderzoek dat de ontwikkeling van de forensische psychiatrie ondersteunt. We beschikken daarom over een aanzienlijke eigen wetenschappelijke staf. Onze financiele ruimte voor onderzoek is daarmee eigenlijk al volledig besteed. Gelet op vorenstaande concludeer ik dat het voor de Kijvelanden een (te) grote opgave is om zich in dit kader voor vier jaar te binden aan ESPRi en om daarmee een meerjarige (financiele) verplichting aan te gaan. Ik wil mij op dit moment wei voor een jaar verbinden aan deelname aan ESPRi en daarmee een fmanciele bijdrage voor eenjaar toezeggen. Daama wil ikjaarlijks een besluit nemen om mij voor een opvolgend jaar te binden. Met dit 'addendum' op artikel II (ingang duur en ontbinding) van de samenwerkingsovereenkomst, ben ik bereid deze ondertekenen. Het door mij bedoelde addendum op artikel 11 van de samenwerkingsovereenkomst ESPRi voor de Kijvelanden, luidt als volgt: 'Deze overeenkomst treedt in werking op 1 april2012. De looptijd van de overeenkomst is voor de Kijvelanden een jaar. De Kijvelanden zal telkens 3 maanden voor het verstrijken van deze termijn, uiterlijk 31 december in enig jaar, een besluit nemen over de verlenging van de looptijd met nog een jaar. Bij opzegging van de samenwerking door de Kijvelanden of indien de Kijvelanden voor de in dit addendum genoemde termijn geen besluit tot verlenging neemt, is de Kijvelanden aileen gebonden aan
Kijvelandsekade 1, Poortugaal Postbus 900, 3160 AC Rhoon Telefoon 010 503 12 12 Fax 010 503 12 OS E-mail info®kijvelanden .nl Internet www.kijvelanden .nl
D e Kij ve lan den is
~ gecertificeerd
de eerder schriftelijk toegezegde jaarbijdrage. De overige bepalingen van artikel 11 zijn op de Kijvelanden niet van toepassing.' De Kijvelanden wil zich voor de periode 2012 - 2013 voor een jaarbijdrage a€ 12.7 50,- verplichten. Afhankelijk van mijn (jaarlijkse) beslissing tot verlenging met een jaar, de eerste keer voor het einde van dit jaar, zal de Kijvelanden al dan niet een nieuwe financiele jaarbijdrage leveren. Met vriendelijke groet,
M.A. Polak, psychiater I voorzitter Raad van Bestuur