PPS/ESCo Praktijkdag 2014 “Maak ruimte voor samenwerking om innovatie optimaal te benutten“ Woensdag 10 december 2014 organiseerde PPS Netwerk Nederland en ESCoNetwerk.nl de jaarlijkse ESCo/PPS Praktijkdag, het grootste ESCo en PPS evenement van het jaar. De dag, mede georganiseerd door PPSsupport, Consortium Komfort (Ballast Nedam, Strukton), het Rijksvastgoedbedrijf, RVO, Ministerie van BZK en het ministerie van Defensie, vond plaats op de Kromhout Kazerne (een PPS gebouw) in Utrecht en had als centraal thema samenwerken als driver voor innovatie. De dag begon met een plenair, strategisch deel en werd vervolgd met een interactief middaggedeelte waarin ca. 35 verschillende workshops werden gegeven. Belangrijkste boodschap van de dag: PPS en ESCo zijn geen eendagsvliegen, maar staan voor innovatieve oplossingen, professioneel opdrachtgever-‐ en opdrachtnemerschap, duurzame partnerships met focus op de relatie, meedenken met elkaar en het tonen van lef om tot de innovatie te komen die gunstig en noodzakelijk is voor alle betrokken partijen.
Harry Sterk (directeur PPS Netwerk Nederland/ ESCoNetwerk.nl) opende de dag met een korte presentatie over PPS-‐ en ESCo-‐constructies; constructies die vroeger beschouwd werden als exotisch en erg ingewikkelde oplossingen, maar tegenwoordig meer en meer omarmd worden. “Een belangrijk punt is bovendien dat PPS niet alleen maar over DBFMO gaat (de meest uitgebreide contractvorm), maar dat de opgave en de organisatie bepalend zijn voor de uiteindelijke vorm van het project. PPS en ESCo’s zijn daarmee niet alleen weggelegd voor de Rijksoverheid, maar ook steeds meer regionale opdrachtgevers passen vormen van PPS en ESCo’s toe op de renovatie, nieuwbouw of verduurzaming van projecten. Innovatie ontstaat vanzelf door andere manieren van uitvragen, het anders organiseren en anders realiseren via vormen van samenwerking. Innovatie vraagt wel om durf. Er is sprake van een veranderende mindset die vraagt om nieuwe spelregels en professioneel opdrachtgever-‐ en opdrachtnemerschap. Die mindset leidt tot een sterke behoefte om
te leren en om ervaringen te delen en dat blijkt maar uit de grote belangstelling voor deze Praktijkdag.” Leanne van den Hoek (commandant van de divisie Facilitair & Logistiek, Ministerie van Defensie) heet het publiek welkom op de Kromhout Kazerne, een PPS-‐locatie met 200 jaar defensiegeschiedenis: “Wij zijn een aantal jaren geleden een PPS-‐traject gestart voor het vernieuwen van de kazerne en daarin hebben wij ondervonden dat het een andere wijze van organiseren was dan wij gewend waren. Omdat niet alleen de bouw maar ook onderhoud en exploitatie bij de markt kwam te liggen moesten wij aan de voorkant goed nadenken over de functionaliteit van de gebouwen over een periode van 25 jaar. Belangrijk was om de juiste kennis bij elkaar te krijgen waarin zowel het bouwen zelf als de ‘soft services’ van gelijk belang zijn. Outputgericht specificeren is bevorderlijk voor innovatieve oplossingen. In die dialoog moet je als opdrachtgever wel een volwaardige gesprekspartner zijn en weten wat je wilt. Van de exploitatie hebben we zelf ook veel geleerd en die kennis willen we in de toekomst toepassen. We zijn nu 4 jaar verder na oplevering, en we moeten elkaar scherp houden door continu met de opdrachtnemer te kijken hoe we er voor staan. Een PPS doe je niet even, daar moet je samen hard aan blijven werken”.
Meindert Smallenbroek (directeur Bouwen, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) zegt dat de bestaande crisis in de bouw innovatieve kansen biedt op vernieuwing: “In de nieuwe werkelijkheid van de bouw moet vraaggerichter, innovatiever en duurzamer worden gedacht en gehandeld. Het gaat niet alleen maar om mooie plannen, maar vooral de resultaten komen centraal te staan. Duurzaamheid verdient zichzelf terug, maar de rolverdeling tussen opdrachtnemer en opdrachtgever moet wel helder worden gemaakt. Anders is niet duidelijk wie waar verantwoordelijkheid voor draagt. Maar door op de juiste manier samen te werken, is in de bouw zeker een grote kwaliteits-‐ en innovativiteitsslag te maken.” Jasper Wesseling (plaatsvervangend DG Bedrijfsleven en Innovatie, Ministerie van Economische Zaken) start zijn verhaal met het ’waarom’ van innovatie: “Innovatie leidt tot een versterking van ons verdienvermogen en concurrentiekracht en draagt bij aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Het Ministerie van Economische Zaken stimuleert innovatiegericht inkopen middels verschillende activiteiten, zoals het ondersteunen van individuele projecten, het bieden van tools en instrumenten en het activeren van het
netwerk. Samenwerken is essentieel voor innovatie, want als je doet wat je deed, krijg je wat je kreeg. En dat is nu juist niet wat we nodig hebben.”
Na de inleidende presentaties startte een interactief gedeelte met een panel bestaande uit publieke en private partijen geleid door Frits Huffnagel. Zes panelleden gaven hun pitch over hoe zij denken dat door samenwerking via innovatie betere en snellere resultaten kunnen worden bereikt en wat zij verwachten van hun samenwerkingspartner aan de publieke of private kant.
Peter Eitjes (Rijksvastgoedbedrijf): “De S in PPS stond vaak voor Strijd in plaats van voor Samenwerking. Belangrijk is om in de uitvraag al te sturen op zowel gebouwvoorwaarden (gebruikswaarde, belevingswaarde, toekomstwaarde) als de voorwaarden van relaties (duurzaam partnerschap en gastheerschap), want ook de relatie is essentieel voor een succesvol project. Maak daarom ook het relatie-‐aspect onderdeel van de uitvraag. Voorkomen moet worden dat na het contract een andere sfeer ontstaat die nadelig is voor het partnership. Veel aandacht moet daarom worden besteed aan het kiezen van de juiste (duurzame) partner die in dialoog, uitwerking, realisatie en exploitatie kan samenwerken.” Paul Peekel (Strukton): “De huidige situatie in de bouw is nog te innovatie-‐afkerig. Terwijl als we verder willen, in een economie 2.0, een innovatie-‐zoekende bouw nodig; in alle fasen van het traject. Wat je nu dus ziet is dat de voorbereiding van een (PPS)-‐project nauwelijks innovatief is en ook in de tender zoekt men naar zekerheid. Dit is mede gedreven door de rol van de financiers die het liefst proven technology willen financieren en dus moeite hebben echte innovatie te ondersteunen. Het optimaliseren of aanpassen van de scope door opdrachtnemer tijdens het traject is ook vaak lastig, want er moet worden gedaan wat was uitgedacht. Ik raad iedereen aan de innovatie al te zoeken in de planvormingsfase, want daar begint het. Daar zijn bedrijven / partners voor nodig die meedenken.”
Eric Diepstraten (Provincie Utrecht): “Als provincie benaderen wij pro-‐actief de markt en dagen ze uit met oplossingen te komen voor onze opgaven. Op ons kantoor zie je twee werelden; de collega’s die plannen maken vanachter hun bureau en de collega’s die met de markt aan de slag willen gaan gaan. Zelf financieren is voor ons wel nog altijd voordeliger, maar budgetten worden krapper en dat betekent dat we creatiever moeten zijn door wensen en ideeën van publieke en private partijen samen te brengen om tot innovatie te komen. Mijn oproep aan de zaal is; bedenk dat dit alleen kan met gelijkwaardige gesprekspartners. De publieke partij moet zelf ook voldoende kennis in huis hebben en vertrouwen hebben in de samenwerking. Wij hebben lessen geleerd, het ging niet vanzelf. Maar we zijn zeker tevreden met de ervaringen tot nu toe en gaan daar dus mee door.” Maarten van Engeland (ISS): “Wij zijn als bedrijf verantwoordelijk voor de ‘soft services’ waar Leanne van den Hoek het al eerder over had. Als ik de zaal vraag wie er niet innovatief is, dan zal niemand zijn hand opsteken. Innovatie staat voor vernieuwing en dat betekent dat het oude vertrouwde moet worden losgelaten. Voor ons betekent vernieuwing bijvoorbeeld een kantoor met digitale assistentes die kentekenplaten en gezichten herkennen en elke medewerker op basis van plaats en beschikbaarheid op dat moment een bepaalde parkeerplek (3e dek, plaats 45) of werkplek (4e verdieping, flexplek 10) toewijzen. Alle parkeerplekken en etages worden zo stuk voor stuk gevuld naarmate er meer werknemers binnenkomen. Etages die niet worden gebruikt hoeven op dat moment niet te worden voorzien van energie en zo is een energiebesparing mogelijk van 20 – 25 procent. Gewoontes van medewerkers worden geregistreerd en het verdienmodel is gebaseerd op de tevredenheid van gebruikers. Wat ik nu schets, is allemaal op basis van proven technology. Het kan allemaal, maar waarom gebeurt het dan niet? Een eis vanuit de opdrachtgever is vaak dat we innovatief zijn, maar dit moet wel vooraf al goed besproken worden, zodat de opdrachtgever al aan het idee kan wennen. Innovatieve oplossingen moeten dus al in de inleiding ter sprake komen.” John Nederstigt (Gemeente Haarlemmermeer): “Zijn PPS-‐ en ESCo-‐constructies een doel of is het een middel? Wij praten er wel over, maar onze klanten hebben geen notie van wat de ontwikkelingen zijn. Zijn wij dan zo slim [quote Van Gaal], of is er iets anders aan de hand? Een aantal punten zijn van belang. Ten eerste heb je bestuurlijke lef nodig voor dit soort contracten. Er moet veel gebeuren, en dat kan alleen als we er naar handelen; als we echt gaan doen. Bovendien moeten overheden verder kijken dan hun eigen termijn van vier jaar. Bedenk dat voor innovatie ruimte nodig is om nieuwe dingen echt mogelijk te maken. Innovatie heeft tijd nodig. Eerst lopen we misschien wat bulten op en zullen er wat fouten worden gemaakt. Maar leermomenten zijn nodig om daarna sneller en betere resultaten te behalen. Verkramptheid staat innovatie in de weg.” Jan Willen van Roggen (NIBC): “Naast de grote PPS-‐/ESCo-‐projecten die reeds lopen of die we nu starten, is het zaak dat we ook de kleinere projecten van de grond gaan krijgen. Hoe? Wat moeten we doen? We moeten voorbeeld nemen aan de grote projecten. Die hebben een aantal kenmerken die vertaald moeten worden naar kleinere projecten: Een afgebakend/goed omschreven project, er is een bepaald volume nodig en investeringsbedrag en tot slot is een sterke opdrachtgever essentieel. Gemeenten en provincies moeten meer denken in programma’s om meerdere soortgelijke projecten (bijvoorbeeld verouderde scholen) te bundelen en via 1 PPS-‐ of ESCo-‐contract op de markt te zetten. Banken zijn op zoek naar volume. Belangrijke voorwaarde om gebruik te maken van de voordelen van PPS is het maken van een goed businessplan. Na de pitches stelde Frits Huffnagel elk panellid de vraag over hij zelf nog zou kunnen doen ter bevordering van PPS en wat verwacht wordt van de tegenpartij. Door het panel werd antwoord gegeven langs diverse lijnen: • In de eigen organisatie blijven trekken en duwen is wat ik zelf zou kunnen doen. De tegenpartij moet lef tonen. Financiers vragen nog steeds te veel om dingen die gister bewezen zijn, maar dat gaat nu eenmaal niet bij innovatieve opdrachten.
• •
• • • •
Nieuwe werkwijzen creëren, eigen maken en van de grond krijgen tussen opdrachtgever en opdrachtnemer, tussen publiek privaat. Stop met gunnen op de prijs en ga voor kwaliteit. De markt moet overgaan naar een gun-‐ cultuur in plaats van een claim-‐cultuur en lef tonen. Ook na de gunning is het belangrijk met elkaar in discussie te blijven gaan. Design & Build is al een eerste stap in PPS. Transactiekosten kunnen en moeten omlaag meer gebruik te maken van standaardcontracten en processen. Focus op de Samenwerking, want conflict is voor alle partijen nadelig. Samenwerken zal uiteindelijk leiden tot innovatie.
Jacqueline Cramer (voorzitter ESCo-‐Netwerk): “Ik leg het accent op verduurzaming. ESCo’s zijn partijen die hun opdrachtgevers ontzorgen van de energieopgave die opdrachtgevers zelf niet (volledig) kunnen financieren en/of onderhouden. Een prestatie wordt vastgelegd op basis en t.a.v. energieverbruik. ESCo is een containerbegrip. We moeten grootschalige transities gaan verzorgen in energie en dus niet meer allemaal ons eigen ding blijven doen. Het gaat niet alleen om de techniek, maar om anders organiseren en financieren. We moeten uitontwikkelen en opschalen, massa maken. Voor innovatief uitvragen is lef nodig, want het lijkt de eerste keren voor velen doodeng. We hebben meer initiatieven nodig om de grote sprongen voorwaarts te maken.” Na deze korte uiteenzetting werden twee documenten overhandigd aan Jacqueline Cramer. De eerste (concept-‐) versie van de Leidraad Aanbesteden Energieprestatiecontracten werd aangeboden door Alexandra Boot (Boot Advocaten) samen met Judith Arends (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland). Hierna werd de Code of Conduct voor Energieprestatiecontracten overhandigd door Marijke Menkveld (ECN). De Code of Conduct is na overhandiging direct ondertekend door de eerste twee ESCo-‐partijen: Van Dorp Installaties en Unica Ecopower. De definitieve versie van de Leidraad zal in het voorjaar van 2015 beschikbaar worden gesteld en daarmee is er voor iedere partij een document beschikbaar die de algemene lijnen en voorwaarden beschrijft voor aanbesteding van een ESCo-‐project. De Code of Conduct zal tijdens Building Holland (31 maart t/m 2 april 2015) kunnen worden ondertekend door meerdere andere ESCo-‐partijen. ESCoNetwerk.nl houdt vanaf heden het register bij van de ESCo-‐partijen die ondertekend hebben.
Leidraad aanbesteden Energieprestatiecontracten overhandigd door Boot Advocaten en RVO.nl V.l.n.r.: Alexandra Boot (Boot Advocaten), Judith Arends (RVO.nl) en Jacqueline Cramer (voorzitter ESCoNetwerk.nl)
Ondertekening van de Code of Conduct voor energieprestatiecontracten door Van Dorp Installaties en Unica Links: Paul van Dorp (Van Dorp Installaties). Rechts: Jan Maarten Elias (Unica)
Na het plenaire ochtendgedeelte stond er een lunch op het programma gevolgd door een vijftal rondes interactieve workshops. Ca. 35 verschillende workshops werden gegeven en 900 individuele afspraken stonden gepland. Allemaal in het teken van het belang van samenwerken om de bouwwereld uit de crisis te helpen en om innovatie te bevorderen. Leren van elkaar, kennis delen, lef tonen en open staan voor nieuwe werkelijkheden.
PPS Netwerk NL/ESCoNetwerk.NL, 10 december 2014