Ervaringen met de uitvoering van de werkloosheidsverzekering en activering van werklozen in België
Congres SER
Den Haag, 5 februari 2014
Ann Van Laer
Nationaal Secretaris ACV 1
2
ACV
= Algemeen Christelijk Vakverbond van België Een van drie erkende interprofessionele werknemersorganisaties (naast ABVV en ACLVB) 1.700.000 leden = nummer 1 in België, nummer 4 in Europa en nummer 10 in de wereld Zowel werknemers, ambtenaren als werklozen ACV is een drietalige organisaties, actief in gans België, zowel federaal, regionaal als lokaal, in alle sectoren Aangesloten bij EVV en IVV
3
Achtvoudige betrokkenheid van sociale partners bij de arbeidsvoorziening/werkloosheidsverzekering 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Beheer RVA Uitbetaling werkloosheidsuitkeringen Individuele rechtsbijstand werklozen Organisatie aanvullende werkloosheidsverzekering in sectoren Beheer regionale arbeidsmarktvoorziening (VDAB in Vlaanderen) Sectorale fondsen voor tewerkstelling en opleiding Beheer plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen (PWA’s) Overheidsopdrachten aan respectieve sociale partners in kader van arbeidsmarktbeleid
4
Vooraf
1. Is onderdeel van globale (sterke) rol sociale partners in beheer en uitvoering sociale zekerheid • tripartiet “globaal beheer” van de sociale zekerheid • centrale rol van sociale partners in elke tak van de sociale zekerheid • in meeste takken uitvoeringsrol voor organisaties die aan sociale partners zijn gelieerd (kinderbijslag, jaarlijkse vakantie arbeiders, ziekte- en invaliditeitsverzekering, sociale secretariaten)
5
2.
Die globale rol in sociale zekerheid ook niet los te koppelen van globale plaats van sociale partners in beleid, via overleg en advies, o.m. sterke interferentie met overleg in Groep van 10 /Nationale Arbeidsraad en adviesfunctie NAR
3.
Historisch zo gegroeid en tot op heden zo behouden • sociale zekerheid ontstaan uit vrij initiatief sociale partners • cf. “the Ghent model” voor de werkloosheidsverzekering • rol werd na WO II ook blijvend erkend door de overheid (tot op heden) • rol ook na regionalisering erkend door Gewesten/Gemeenschappen (inz. voor arbeidsvoorziening)
Rol 1: paritair beheer RVA
6
• 7 werknemers (3 ACV – 3 ABVV – 1 ACLVB) • 7 werkgevers • 2 regeringscommissarissen voor resp. Begroting en Werk (enkel vetorecht) • administrateur-generaal • adjunct-administrateur-generaal • onafhankelijk voorzitter Enkel sociale partners hebben stemrecht
7
Rol 2: rol in uitvoering Werkloosheidsuitkeringen worden overwegend (87%) uitbetaald door de vakbonden In verlengde daarvan ook gelijkaardige rol voor de nieuwe overheidsvergoedingen bij ontslag van arbeiders: ontslaguitkeringen en ontslagcompensatievergoedingen. Suppletoir stelsel voor niet-gesyndiceerden: “Hulpkas”
Georganiseerd via aparte rechtspersonen (de UI’s = uitbetalingsinstellingen), maar sterk ingebed in globale dienstverlening
8
Personeels- en werkingskosten vergoed door RVA
Noteer: • België startte in jaren ’90 met een nieuw type loonkostvermindering voor werkgevers (activering van de uitkering = werkloze die werk vindt behoud uitkering en werkgever past bij tot normaal loon): ook hier uitbetaling door vakbonden • vanaf jaren ’80 reeds RVA-uitkeringen bij loopbaanonderbreking of
vermindering van arbeidsprestaties van werknemers (o.m. “tijdkrediet”): hierin verkregen vakbonden geen uitvoeringsrol
9
Rol 3: rechtsbijstand werklozen Vakbonden (als feitelijke vereniging) erkend voor: • bijstand aan werklozen bij verhoor werklozen (in kader van sanctieprocedures) • verdediging werklozen voor arbeidsrechtbanken (gevolmachtigde afgevaardigden van vakbonden kunnen plaats innemen van advocaten) Noteer: arbeidsrechtbanken bestaan telkens uit 1 beroepsmagistraat + 2 lekenrechters ( 1 werkgevers + 1 werknemers).
10
Rol 4: organisatie aanvullende vergoedingen bij werkloosheid Bovenop interprofessioneel stelsel (RVA) hebben vele sectoren aanvullende vergoedingen bij werkloosheid: • zowel volledige werkloosheid als tijdelijke werkloosheid • sterker uitgebouwd bij arbeiders (gezien kortere opzegtermijnen) • gebaseerd op sector-cao’s, algemeen verbindend verklaard bij Koninklijk Besluit • organisatie via paritair beheerde Fondsen voor Bestaanszekerheid • bijdragen ofwel geïnd door Fonds ofwel (meestal) via interprofessioneel stelsel (RSZ) en doorgestort • uitkeringen rechtstreeks betaald of via vakbonden. Noteer: om de paar jaar debat (ook met Europa) of dit overheidsinitiatief dan wel privé is
11
Rol 5: beheer regionale arbeidsmarktvoorziening Opdrachten inzake begeleiding/opleiding van werklozen waren tot in jaren ’80 federale materie en georganiseerd via RVA (onder paritair beheer) Vandaag: begeleiding/bemiddeling naar Gewesten en beroepsopleiding naar Gemeenschappen. In Vlaanderen beide toevertrouwd aan Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding: met behoud paritair beheer
12
Kwam vanaf 1999 sterk onder druk: Vlaamse regering wilde VDAB hervormen naar Nederlands voorbeeld: sociale partners niet meer in beheer, maar adviesfunctie op afstand (cf. Raad voor Werk en Inkomen in Nederland) Sociale partners hebben dat model kunnen tegenhouden: wel splitsing regie- en actorfuncties in schoot van VDAB.
13
Rol 6: beheer sectorale fondsen voor opleiding en tewerkstelling
Sectorale sociale partners zijn, vooral vanaf jaren ’80, eigen fondsen en/of instellingen voor tewerkstelling en opleiding gaan oprichten (cf. O & O – fondsen in Nederland) Paritair beheerd, met eigen middelen vanuit aanvullende sociale bijdragen. Gaandeweg ook meer overheidsondersteuning: Vlaanderen betaalt sectorconsulenten voor specifieke opdrachten (bv. diversiteit bevorderen in bedrijven) en recentelijk steunt federale overheid projecten naar risicogroepen
14
Taakstelling meer gedifferentieerd: • subsidies voor tewerkstelling van risicogroepen • opleiding van werklozen • opleiding van werknemers
• outplacement financieren en soms zelf aanbieden • consultancy naar bedrijven inzake HR-beleid
15
Rol 7: beheer plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen (PWA)
Verplichting aan elk gemeente om een PWA op te richten (aparte VZW). In beheer zetelen naast lokaal bestuur ook sociale partners. Opdracht = organisatie van de PWA-tewerkstelling: klussen, tuinonderhoud • inschakeling van werklozen in nabijheidsdiensten: klussen, tuinonderhoud, boodschappen.. • statuut: behoud van uitkering, maar toeslag per uur
16
Federale materie vandaag (onder controle van RVA), maar wordt overgeheveld naar Gewesten PWA’s hebben ook ingespeeld op nieuw stelsel van dienstencheques (schoonmaak bij particulieren en strijken vooral): overstap van PWA-statuut naar volwaardige arbeidscontracten
17
Rol 8: eigen rol werkgeversorganisaties en vakbonden in arbeidsmarktbeleid
18
Vlaamse overheid schakelde sociale partners ook rechtstreeks in in arbeidsmarktbeleid • diversiteitsbeleid naar ondernemingen: Jobkanaal bij werkgevers en diversiteitsconsultent bij vakbonden • begeleiding van werklozen (“bijblijf”), met recentelijk ook aparte benadering oudere werklozen • loopbaanbegeleiding van werknemers • daarnaast hebben vakbonden van oudsher ook eigen opleidingsprojecten naar werklozen (die meedingen voor oproepen vanuit VDAB of ESF)
19
Motto ACV: niet enkel bezig zijn met de problemen van de werknemers/werklozen, maar ook met hun toekomst
20
21
Tot slot: beleid met sociale partners, beter beleid? Vast en zeker • omdat hun leden ook de belangrijkste klanten zijn (beheer door de gebruikers is beter beheer) • omdat ze naar evenwicht zoeken tussen respectieve behoeftes van werkgevers en werknemers • omdat ze “met de voeten in de klei staan” • omdat ze er ook na de volgende verkiezingen nog zijn
./…
22
• omdat ze de band kunnen slaan met het sectorale initiatief • omdat de meeste federaal zijn georganiseerd (zie hoger) en ook Europees en internationaal actief zijn, dus beter brug kunnen slaan naar Europees beleid en marsrichting IAO • omdat ze ook eigen hefbomen hebben die kunnen bijdragen tot een performanter overheidsbeleid Ten bewijze: door de sociale partners beheerde federale en Vlaamse overheidsinstellingen krijgen de betere scores inzake performantie, ook Europees