Manifest van de St Jakobswijk Een uitgave van buurtcomité St Jakob 3 april 1995 Geachte buurtbewoner, Geachte bezoeker, Geachte beleidsverantwoordelijke, Met een aantal mensen uit de buurt zijn wij al heel wat jaren erg actief bezig om –met de zeer beperkte middelen waarover wij beschikken-‐ deze wijk te herwaarderen, meer leefbaar te maken en al het mogelijke te doen om verdere verloedering te verhinderen. Vele jaren –zoals zovele wijken in het Brusselse-‐ heeft de wijk geslapen na de massale uittocht van haar bewoners. Die uittocht was enerzijds te wijten aan de ziekelijke afbraak-‐ en vernietigingswoede die de stad Brussel tot de dag van vandaag heeft gekenmerkt. Het beleid was volledig gericht op koning auto en op kantoorruimte. Deze trend werd gekeerd door nieuwe gewoontes en door een aantal initiatieven. Zo zien we meer en meer mensen hun groene verblijven verlaten en weer de stad intrekken. Ook onze buurt is langzaam maar zeker weer dichter bevolkt. Dit verloopt natuurlijk niet zonder slag of stoot. Zonder enig plan of structuur verzeilen we binnen de kortste keren wéér in een situatie waarbij het leven onmogelijk wordt en iedereen eens te meer zal gaan lopen. In de ons omliggende landen en steden zijn er massa’s voorbeelden van plaatsen waar de leefbaarheid wel op een gestructureerde manier in de hand gehouden wordt. Waarom dan ook niet bij ons, hier in onze eigen straten? De Brusselse overheid munt sinds mensenheugenis uit in de meest uiteenlopende varianten van onkunde en misbruik. Op dit moment lijkt daar een kentering in te komen. De ploeg is nu grondig van gezicht veranderd en heeft de bedoeling om komaf te maken met het beschamende beleid uit het verleden. Er staat hen wel een massa werk te wachten. Het is voor hen niet vanzelfsprekend te weten waar ze eerst moeten beginnen … DERHALVE is het onze taak als buurtbewoners om een handje toe te steken. Niemand kan beter inschatten wat de prioriteiten zijn dan WIJZELF.
HET ZIJN DE BUURTBEWONERS EN DE LOKALE HANDELAARS DIE HET BEST WETEN HOE DE VORK HIER IN DE STEEL ZIT. SLECHTS DOOR SAMEN TE WERKEN ZULLEN WE GEHOORD WORDEN. DE VOORSTELLEN VOOR EEN BETER BEHEER VAN, EN BELEID IN DE WIJK MOETEN DUS VAN ONS KOMEN. Laten we dan ook geen dag langer meer wachten en de handen onmiddellijk uit de mouwen steken. ER ZIJN EEN AANTAL VOORWAARDEN WAAR WE MOETEN AAN VOLDOEN WILLEN WE DEGELIJK WERK KUNNEN VERRICHTEN. 1. We moeten voldoende in aantal zijn om als representatief beschouwd te worden door vriend en vijand. 2. De taken moeten verdeeld worden onder een aantal vrijwilligers omdat niemand van ons voldoende tijd heeft om er zich voltijds mee bezig houden. 3. Nogal wat van deze activiteiten gaan gepaard met administratieve kosten. We moeten hiervoor dus een klein budget voorzien. 4. We moeten duidelijke stellingen innemen waar iedereen of althans de overgrote meerderheid het mee eens kan zijn. 5. We moeten woordvoerders voor de wijk aanduiden. Uiteraard kan iedereen zijn woordje doen maar het gaat niet op dat individuen het initiatief nemen om – zonder de buurtbewoners of handelaars te raadplegen-‐ met de overheid of de pers onderhandelen in onze naam. Iedereen behoudt zonder meer zijn recht op vrije meningsuiting maar spreekt in eigen naam wanneer hij of zij standpunten verdedigt die niet gedeeld worden door de grote meerderheid van de buurt. 6. Niet te vaak… maar met enige regelmaat moeten beknopte vergaderingen georganiseerd worden waarop iedereen welkom is. 7. We zouden een aantal communicatiekanalen moeten opzetten zoals een krantje met een duidelijke herkenbaarheid (om te vermijden dat het in de brievenbus verdwijnt tussen de massa’s publiciteit) en/of een ad-‐valvas om iedereen ten allen tijde in te lichten over de gang van zaken op een efficiënte en goedkope manier. STELLINGNAME 1 DE NAAM ST JAKOBSWIJK Naar buiten toe en voor ons zelf hebben we een duidelijke identiteit nodig (zoals “de Marollen” of “de Zavel”). In het verleden is er al veel gebakkeleid over de naam van, de wijk. “Bijstandswijk” is op dit moment de meest verspreide benaming maar deze is voor ons helemaal niet authentiek. De naam “Goede Bijstand” werd afgeleid van de naam van de kerk die eigenlijk nog maar recent in deze wijk staat(zij dateert “slechts” van 1963). De wijk is echter véél ouder dan dat. Gedurende vele eeuwen was deze wijk een trefplaats voor pelgrims die vanuit het verre noorden hier voorbijtrokken op weg naar “St Jacques de Compostelle/ Sint Jacob van Compostella”. In die tijd stond er hier aan de oever van een tak van de Zenne een “hospice St Jacques” , een “Sint Jacobs kapel” en werd ook de stadspoort naar Sint Jacob genoemd (later bekend onder de naam “Overmollen)”. Vandaag nog kan men in de
voorgevel van de kerk meerdere verwijzingen naar St Jacob terug vinden. Zo bevat de poort duidelijke voorstellingen van de Sint Jacobsschelp en –staf. Ook één zijaltaar werd gewijd aan St Jacob. Met andere woorden: Zoals de meeste grote Europese steden had ook Brussel haar St Jacobswijk. Men mag ook niet vergeten dat “het bedevaarttoerisme” de voorloper van het huidig toerisme was en aldus een rijke bron van culturele uitwisselingen. Historisch gezien zijn er dus nogal wat argumenten die pleiten voor de benaming SINT JACOB. Voor meer details hieromtrent verwijzen we naar het boek van Roel Jacobs … Bovendien is het zo dat we –door deze historische achtergrond-‐ op een aanzienlijke steun kunnen rekenen van de Ambassade van Spanje om de wijk te revaloriseren tot één van de oudste van Brussel. Laten we daarom de naam “Goede Bijstand” behouden voor “ de parochie” en de wijk zélf haar oorspronkelijke naam “St Jacob” teruggeven. Zo ook voor het buurtcomité. STELLINGNAME 2 GEMENGDHEID VAN DE BEVOLKING. De bevolkingssamenstelling van onze St Jacobs wijk is om historische redenen zeer gevarieerd. Deze samenstelling is waardevol en berust op een fragiel evenwicht waarbij positieve acties moeten ondernomen worden om vooral de zwaksten onder ons te beschermen. De rol van buurtwinkel is hiervoor essentieel en dient dus ondersteund te worden. Enerzijds moeten we erop letten dat de zwakste bevolkingsgroepen de nodige bescherming krijgen, anderzijds kan het geenszins de bedoeling zijn kansarmen van over de ganse stad aan te trekken en ze in onze buurt te concentreren. Dit leidt tot gettovorming en onvermijdelijk tot problemen. STELLINGNAME 3 GEMENGHEID VAN DE HANDELSZAKEN Op dit moment is er in de wijk nog een grote diversiteit aan handelszaken. We hebben slagers, bakkers, groentewinkels, kruideniers, apothekers, medisch materiaal, huisartsen en kappers maar ook verschillende schoenwinkels, boetieks, antiek-‐ en “curiositeitenwinkels, huishoudartikelen, boeken-‐ en krantenwinkels en zelfs een “infobalie “van het Belgisch leger. Daarnaast hebben er ook steeds een aantal horecazaken bestaan en beschikken we over drie hotels. Het is een algemeen aanvaarde wetenschap dat een buurt alleen maar gezond kan zijn wanneer er een goede harmonie bestaat tussen de verschillende “sectoren”. De wijk is in een enorme groeiversnelling terechtgekomen. Willen we deze essentiële harmonie in de buurt bewaren of verbeteren dan is het moment gekomen om hier iets aan te doen.
Betreffende de HOTELS. Hotels, aparthotels en studio’s herbergen mensen die slechts zeer tijdelijk in de stad verblijven. Zij betekenen weinig belasting voor de wijk maar participeren anderzijds ook nauwelijks of niet aan de bescherming of het gemeenschapsleven van de buurt. (Het zijn niet meer de pelgrims met hun spannende verhalen uit andere werelden …) Het actuele aantal hotels en aparthotels is ruim voldoende voor onze wijk. Wij zijn dan ook grote tegenstanders van meer nieuwbouw en uiteraard van transformatie van bestaande woongelegenheid naar dit type van wonen. Betreffende de HORECAZAKEN Het succes van bepaalde horecazaken heeft vele anderen geïnspireerd om mee op de kar te springen. Gevolg is dat de ene horeca zaak na de andere uit de grond gestampt wordt. Op zich is het goed dat leegstaande panden plots benut worden. Maar bepaalde straten beginnen ruim gesatureerd te geraken. Het totale aantal horecazaken groeide op enkele maanden uit tot maar liefst 17 op de Kolenmarkt alleen al. Bovendien staan er 3 andere van +/-‐ 200m2 op het punt te openen. Er schuilen enkele belangrijke risico’s in een overaanbod. Tijdens de zomermaanden zal de geluidsoverlast nooit gekende hoogtepunten bereiken. Een veelvoud aan lawaaibronnen zal snel het tolerantieniveau van de bewoners overschrijden: • De muziek van de café ‘s zelf • Dronken of beschonken mensen maken meer lawaai. • Meer en meer auto’s flaneren en proberen parkeerplaats te vinden. Inbraakalarmen, takeldiensten, politie, gevechten … • De geluidsoverlast tot vroeg in de ochtend zal bewoners aanzetten de stad terug te verlaten. Wij wensen GEEN tweede “Beenhouwersstraat” te worden. Wij vragen de Stad dan ook om in het kader van een duidelijk bestemmingsplan de handelsruimten niet meer zonder meer naar Horeca te laten omvormen. Wij vragen de Stad dan ook haar verantwoordelijkheid te nemen en het nodige te doen om de goede orde te handhaven en de nachtagenten te laten patrouilleren. Wij verzetten ons ten stelligste tegen méér lunaparken in de wijk en wensen absoluut geen seksshops of peepshows. De stad dient zich de juridische middelen te verschaffen om tussen te komen op dit vlak ondanks de “vrijheid van handeldrijven”. Een Bijzonder Bestemmingsplan voor
Bestemming van Grond lijkt ons de beste methode. Wij verzoeken als buurtcomité hier een belangrijke rol in te spelen. STELLINGNAME 4 (HER)WAARDERING VAN GEBOUWEN Het is eerder bij toeval dat onze wijk nog bestaat. Modernistische projecten van de jaren 30 wensten alles plat te gooien en te vervangen door grote administratieve complexen. Dankzij een “vergetelheid” bestaan er in onze wijk nog een groot aantal straten en huizen die getuigen van het Brussel ten tijde van de eerste omwalling. Deze St Jacobs wijk –waarvan de geschiedenis teruggaat tot de 11de eeuw-‐ heeft recht op de status van Historisch Kwartier. Het kan niet zijn dat haar overleven een kwestie van toeval blijft. Derhalve eisen wij het behoud van alle historische straten en gebouwen. Geen enkele afbraak zal getolereerd worden en de renovaties moeten met respect voor de toenmalige bouwers worden uitgevoerd. De eigenaren van leegstaande panden zullen door de overheid aangemaand worden de huizen weer bewoonbaar te maken of ze te verkopen. In het geval huizen absoluut niet te herstellen zijn kan een mogelijke afbraak enkel aanvaard worden indien de nieuwbouw het oorspronkelijke gebouw zo goed mogelijk benadert. Elke eigenaar draagt een belangrijke verantwoordelijkheid ten opzichte van zijn buren. Het afbreken van historisch waardevolle panden om ze te vervangen door nieuwbouw devalueert de omliggende huizen in belangrijke mate. Renoveren met respect voor de oorspronkelijke bouwers impliceert dat er ook gebruik gemaakt wordt van klassieke bouwmaterialen. Aluminium ramen en deuren zijn bijvoorbeeld uit den boze. Huisgevels met versleten bezetsel mogen worden afgekapt en afhankelijk van de kwaliteit van de onderliggende structuren al dan niet opnieuw worden bezet volgens de regels van de kunst. Het buurtcomité zal contact opnemen met de eigenaars van verlaten panden en hen eventueel bijstaan bij het bekomen van renovatiesubsidies of hen adviseren te verkopen. STELLINGNAME 5 GEMEENSCHAPPELIJK GEBRUIK VAN DE PUBLIEKE RUIMTE. De gemeenschappelijke publieke ruimte is zeer beperkt in de wijk. Zij moet derhalve goed gedeeld worden door de verschillende gebruikers ervan. “Alles aan de auto” is al even catastrofaal als “alles aan de voetgangers”. Een goed uitgebalanceerd evenwicht tussen beide is dus aan de orde.
Wij eisen daarom een definitieve inrichting van de verkeersvrije straten die op dit moment met uiterst onesthetische, voorlopige materialen afgebakend worden. Wij spreken hier over “de Gootstraat”, “De Bijstandsstraat” en de straten rond de kerk. Wij stellen voor dat de voetpaden van de historische straten verbreed worden, met parkeerplaats aan één zijde en de juiste infrastructuur om sluikparkeren op de voetpaden onmogelijk te maken. Hoewel er in Brussel zeer weinig fietsen te bespeuren zijn, stellen wij toch voor om in deze éénrichtingsstraten het fietsverkeer in twee richtingen toe te laten. Het kan nooit kwaad een goed voorbeeld te stellen voor de rest van de stad. Het ombouwen van het Fontainasplein tot een rond punt met een fontein zou enerzijds het verkeer enigszins kunnen afremmen, maar zou ook een brug kunnen vormen tussen onze wijk en de Aneessens wijk die nu gescheiden worden door een quasi-‐snelweg. De binnenruimte aan de Lollepotstraat waar de bouwwerken van de “Ancienne Belgique” aflopen, zou verkeersvrij moeten worden en ingericht als rustige binnenplaats in de drukke stad. STELLINGNAME 6 BEHEER VAN DE PUBLIEKE RUIMTE. In het kader van het herstel van de historische “routes” van onze wijk kunnen wij ons geen betere oplossing voorstellen dan deze die door de stad werd gerealiseerd aan de Grasmarkt. Ze beantwoordt aan onze verwachtingen, zowel wat betreft het concept als de keuze van de materialen, die zeer typisch zijn voor de Brusselse traditie. Voor de Lievevrouwbroerstraat en voor de Kolenmarkt stellen wij een wegbedekking voor met kasseien, die van het ene uiteinde van de straat tot het andere doorloopt. Door deze wegbedekking de Zuidstraat en de Lombardstraat te laten kruisen wordt het oorspronkelijke tracé van deze historische straten beter geaccentueerd. Bovendien zal het minieme niveauverschil fungeren als verkeersdrempel. Een gelijkaardige wegbedekking zou ook kunnen gebruikt worden voor de Mussenstraat en het Olivetenhof. De verkeersvrije straten : Gootstraat, Bijstandstraat en Lollepotstraat worden bedekt met kasseien van gevel tot gevel; dus zonder voetpad maar met een centrale goot. Wij stellen voor één enkele kleur te gebruiken voor al de infrastructuur van de wijk. Ook zouden –waar dit nog niet het geval is – de straat-‐ “lampen” moeten vervangen worden door dezelfde lantaarns om de identiteit van de wijk nog beter te bevestigen. Wij stellen tevens voor om enkele (gietijzeren) panelen te plaatsen die als AD VALVAS kunnen fungeren voor bezoekers en bewoners.