Intervisiegroep Noord Holland
Interactieve bespreking casuïstieken konijn en cavia Willem-jan Kitslaar 26-03-2013
Waar te beginnen en wat te bespreken?
Inleiding • Waar te beginnen en wat te bespreken? • Opbouw van de presentatie
Onmogelijk om alle aandoeningen te bespreken Gekozen voor veel voorkomende problemen Wat blijft er over om in 2 uur te bespreken?
Hét knaagdier? Er is helaas niet één knaagdier, maar er zijn ± 2277 verschillende soorten Gedurende de presentatie richt ik me op één van de meest gehouden knaagdieren:
Opbouw van de presentatie
?
• To castrate or not to castrate… That’s the question? – Voedster – Zeug • Voeding – Voedingsgerelateerde problemen? • • • •
– Cavia • • • •
Acaecotrofie Obesitas Dysurie Hypomotiliteit van het maagdarmkanaal
Antibioticum gebruik bij konijnen en knaagdieren Dacryocystitis Preventief fenbendazol geven? Vragen en discussie?
1
To castrate female rabbits? • Waarom wel? – Preventie van uterus problemen op latere leeftijd • Uterus adeno carcinomen • Pyometra • … – Preventie van ongewenst gedrag – Voorkomen van voortplanting
• Meest voorkomende tumor bij konijnen: maligne • Preventie: OVE (< 6 mnd) of OVHX (> 6 mnd) • Diagnose: – – – –
Klinische symptomen: uitvloeiing uit vulva, benauwdheid Buikpalpatie Echo abdomen Röntgenfoto abdomen
• Metastaseren naar:
• Waarom niet? – Risico van OK? • Sterfte van een gezond konijn bij OK: • Sterfte van een ziek konijn bij OK:
Uterus adenocarcinoom
0.8%
8%
• Wat te doen?
– Regionale lymfeknopen – Longen (→ röntgenfoto thorax/CT scan)
• Incidentie 60% bij vrouwelijke konijnen ouder dan 5 jaar • Incidentie neemt toe naarmate de leeftijd toe neemt • Cervix!
– OVE? – OVHX?
Uterus adenocacrinoom • Therapie:
To castrate female guinea pigs? • Waarom wel?
– OVHX – Inspectie regionale lymfeknopen
– Preventie van ovarium en/of uterus problemen op latere leeftijd • Ovariële cysten
– Preventie van ongewenst gedrag – Voorkomen van voortplanting
• Pre operatieve diagnostiek: – Bloedonderzoek: Ht
• Pre operatieve therapie: – Bloedtransfusie (eerst kruisagglutinatietest) • Post operatieve diagnostiek: Pathologie
• Waarom niet? – Risico OK • Sterfte van een cavia bij OK:
3.8%
• Wat te doen? – OVE – OVHX
Cavia’s castreren… • Cavia’s: – Castratie beertjes: regelmatig uitgevoerd – Wie doet er routinematig sterilisatie van zeugjes: ? – Belangrijkere vraag: • Wie heeft vertrouwen in een cavia OK? • Wie vindt het leuk?
Ovariële cysten • • • • •
Prevalentie Etiologie Klinische symptomen Diagnostiek Therapie
?
2
Prevalentie • • • • • •
De prevalentie is ongeveer 90% Meest frequent bij cavia’s tussen de 2 en 4 jaar Voorkomen en grootte gecorreleerd aan leeftijd Voortplantingsgeschiedenis is irrelevant Meestal bilateraal Indien unilateraal: dan rechts > links
Klinische symptomen • Bilaterale symmetrische alopecia op flank • Druk en omvang van cysten zorgen voor: – Dyspneu – Anorexie – Afwijkende houding (abdominale pijn) – Peervormig vergroot abdomen
• Uitvloeiing uit de uterus
Etiologie • Exacte etiologie is onduidelijk • Verschillende gedachten, zoals: – Ionen pomp deregulatie in rete ovariae: lekkage vocht – Opname phyto-oestrogenen via voedsel – Solitair gehuisveste dieren hebben hogere incidentie – Obesitas is predisponerende factor
Uitvloeiing uit de uterus • Uterusproblemen secundair aan ovariële cysten: – Hoge incidentie (tot 100%) – Etiologie is onduidelijk – Belangrijk in verband met de therapie → OVHX
• Voorbeelden van secundaire uterusproblematiek: – Endometritis – Pyometra – Endometrium hyperplasie – Lyomyoma
Diagnostiek • Lichamelijk onderzoek: – Buikpalpatie
• Echo abdomen • Punctie ovariae (eventueel echogeleid) • Röntgenfoto
Therapie • Chirurgisch: – OVHX (in verband met de te verwachten secundaire uterus problemen)
• Hormonaal (induceren ovulatie) – Human Chorion Gonadotropine (hCG) – Gonadotropin releasing hormone (GNrH implantaat)
• Ovariocentesis
3
OK technieken OVE
Dorsolaterale flank OVE
• Ventrale midline OVE • Dorsolaterale flank OVE
• Techniek • Voordelen ten opzichte van ventrale midline OVE • Nadelen ten opzichte van ventrale midline OVE
• Ventrale midline OVE: – Vergelijkbaar met de hond/kat – Techniek wordt niet besproken
• Therapeutisch middel bij ovariële cysten? – Preventief: niet therapeutisch!
Dorsolaterale flank OVE
Positionering
• Techniek: – – – – – – – – – –
• Zijligging
Positionering in zijligging Oriëntatie huidincisie Craniocaudale dorsoventrale oblique huidincisie 1-2 cm Incisie buikspieren Identificatie uterushoorn en ovarium Ligeren en doornemen bloedvaten ovarium en ligamentum Ligeren en doornemen distale uterushoorn Hechten buikspieren in 1 laag Hechten huid Andere zijde: alle voorgaande stappen
Oriëntatie huidincisie • Markeringspunten: Ovarium (
Incisie huid en buikspieren
)
– Craniale begrenzing: Achterzijde ribben ( ) – Dorsale begrenzing: Ventrale zijde rugwervels ( – Huidincisie ( )
• Oblique craniocaudaal dorsoventraal 1-2 cm • Zowel huid als buikspieren )
4
Identificatie uterushoorn & ovarium • “Lone star rectractor”/wondspreider kan handig zijn
Uterushoorn
Ligeren bloedvaten en ligament • Oplosbaar hechtmateriaal
Ovarium
Ligeren en doornemen uterus
Hechten • Spieren – Alle spierlagen in 1 laag hechten – Oplosbaar hechtmateriaal
• Huid – Doorlopend/enkelvoudige hechtingen
Andere zijde • Cavia omdraaien • Alle bovengenoemde stappen herhalen
Voordelen • Voordelen flank OVE ten opzichte van midline OVE: – – – – – – – – –
Kleinere incisies noodzakelijk Hechtingen op de flank minder snel gecontamineerd Ovariae zijn makkelijker bereikbaar Geen manipulatie maagdarmkanaal en –viscera: adhesies? Minder warmteverlies Post operatief minder pijnlijk Minder risico dehiscensie hechtingen Procedure kost minder tijd Ademhaling gedurende OK minder belemmerd
5
Nadelen
Anesthesie
• Nadelen flank OVE ten opzichte van midline OVE: – Exploratie abdomen: onmogelijk – Volledige OVHX onmogelijk – 2 Incisies noodzakelijk – De patiënt moet in andere zijligging gebracht worden
• Een anesthesie protocol zou kunnen zijn: – Premedicatie: • Midazolam: • Butorphanol:
1 mg/kg IM 1 mg/kg SC
– Aanvullende analgesie: • Carprofen:
4 mg/kg SC
– Inductie: • Isofluraan:
4%
– Onderhoud:
• Contra indicatie voor flank OVE:
• Isofluraan:
1,5 – 2 % (MAC: 1,2 voor cavia’s)
– Lokaal anestheticum:
– Verwachte aandoening aan de uterus! • Onmogelijk om volledige OVHX/exploratie goed uit te voeren
• Lidocaïne:
1 mg/kg in beide mesovaria
– Post operatieve analgesie: • Carprofen:
Wat is mijn advies?
Andere reden…?
• Preventieve sterilisatie bij zeugjes door middel van de dorsolaterale flank OVE • Redenen: – Ovariële cysten hebben hoge incidentie – Secundair aan de cysten ontwikkeling uterus pathologie – OK bij oudere/zieke cavia is een groter risico – Flank OVE heeft minder risico’s dan midline OVE – OVHX is een zwaardere, langer durende OK
Opbouw van de presentatie • To castrate or not to castrate… That’s the question? – Voedster – Zeug • Voeding – Voedingsgerelateerde problemen? • • • •
• • • •
Acaecotrofie Obesitas Dysurie Hypomotiliteit van het maagdarmkanaal
Antibioticum gebruik bij konijnen en knaagdieren Dacryocystitis Preventief fenbendazol geven? Vragen en discussie?
2 mg/kg PO gedurende 4 dagen
• Complicerende factor om cavia eigenaar te bereiken? – Geen vaccinatie
• Bijniertumoren ontwikkeling?
?
Voeding Ad libitum hooi & gras ESSENTIEEL voor functie mdk
RABBIT FOOD PYRAMID
- Slijtage tanden en kiezen - Motiliteit maagdarmkanaal
Groente - Variatie, min. 3 soorten - Beperkt suiker- calciumrijk
Pellets - Max. 20-30 gram/kg/dag Fruit 1 à 2 kleine partjes Lekkernijen beperkt
6
Voedingsgerelateerde problemen Voedingsgerelateerde klinische problemen
• Gastro-intestinale hypomotiliteit
• Acaecotrofie • Bacteriële enteritis • Clostridium piriformes • E. coli • Gebitsproblemen • Obesitas • Urolithiasis • Dysurie •…
Casus • Acaecotrofie • Dysurie • Obesitas
Casus: “Smaus” Signalement Hangoor, 6½ jaar,
Voedingsgerelateerde problemen
Ddx voedingsgerelateerde problemen • Gastro-intestinale hypomotiliteit
niet gecastreerd, 4,7 kg
Anamnese • “Plakpoep” • Moeite met plassen
Algemene indruk
Eerste probleem
• Acaecotrofie • Bacteriële enteritis • Clostridium piriformes • E. coli • Gebitsproblemen • Obesitas • Urolithiasis • Dysurie •…
Gastro-intestinale hypomotiliteit • Symptomen:
Gastro-intestinale hypomotiliteit
– Anorexie +/- diarree – Gewichtsverlies – Kleine, harde, droge keutels – Deegachtige massa bij palpatie – Geen/te weinig borborygmi
• Diagnostiek: – Röntgenfoto abdomen – Herhaal röntgenfoto ivm prognose, therapie controle
7
Gastro-intestinale hypomotiliteit
Opiaat gebruik?
• Therapie: – Motiliteitsstimulerende middelen • Metoclopramide (0,5 mg/kg 2 dd, PO) • Cisapride (0,5 mg/kg, 2 dd, PO) – Pijnstillers • Carprofen (2 mg/kg, 2 dd, PO) • Metacam (1 – 2 mg/kg, 2 dd, PO) • Buprenorfine (0,01 – 0,05 mg/kg, 4 dd, SC) – Rehydratie • Vloeistoftherapie (SC, IV, IO) – Dwangvoeren (15 ml/kg, 3 – 4 dd, PO) – Beweging stimuleren, buikmassage
Tweede probleem
Bij problemen met het MDK?
De anatomie van het caecum Korte feiten • Grootste in verhouding tot alle diersoorten
Acaecotrofie
• 10 x de inhoud van de maag • 40 % van de inhoud van de digestietractus
Scheiding voedseldelen
Lymfoid weefsel
• Ileo-caecale opening
• Caecale appendix
• Ampulla coli
• Sacculus rotundus
• Proximale colon
De fysiologie van het caecum
Caecotrofe ontlasting Normale keutels
Fermentatie
Caecotrofen
Scheiding darminhoud > 0.5 mm
< 0.3 mm
directe uitscheiding via colon
bacteriële fermentatie in caecum
– 2 x daags lediging van het caecum: caecotrofe ontlasting
Proteïnen Vitaminen
8
Acaecotrofie
Acaecotrofie
• Intermitterend normale keutels: geen diarree! • Kan diverse onderliggende oorzaken hebben: – Verkeerde voeding (!)
• Therapie: – Oorzaak achterhalen – Oorzaak behandelen
– Obesitas (vetzucht)
– Motiliteitsstimulerende middelen:
– Rugproblemen
• Cisapride (0,5 mg/kg, 3 dd, PO) • Metoclopramide (0,5 mg/kg, 3 dd, PO)
– Pododermatitis (pootonsteking) – Buikpijn
– Afvallen – Beweging – Dieet aanpassing
– Huisvesting – Stress – Etc
Casus: “Smaus”
Derde probleem Diagnostiek
• Echo abdomen
Dysurie
• Röntgenfoto abdomen
Waarom echo abdomen? • Cystocentesis: BO en ABG • Sludge vs stenen • Wand van de blaas
Calcium metabolisme Ca2+ in dieet
Oorzaak dysurie bij Smaus?
“Normaal” Weinig aanbod Veel aanbod
• Volledige blaaslediging onmogelijk: obesitas • Verhoogde uitscheiding van calcium in de urine
Passief
Vitamine D3
+
Casus “Smaus”
Ca2+ Bloed
=
Voeding
+ Ca2+ urine
9
Therapie
Derde probleem • Obesitas • Diagnostiek
Blaas spoelen onder anesthesie Voeding aanpassen
– Algemene indruk
Vermijden calcium/oxalaat opname
• Therapie
Lucerne
– Afvallen
Rabarber
• Oorzaak obesitas bij Smaus?
Hooi met laag calcium percentage: Timothy hooi
– Beweging – Voeding
Brokjes met laag calcium percentage Medicinaal: hydrochloortiazide 10 mg/kg 1-2 dd PO
Voeding
Opbouw van de presentatie • To castrate or not to castrate… That’s the question? – Voedster – Zeug • Voeding – Voedingsgerelateerde problemen?
Wat kreeg Smaus te eten? Gemengde brok Groenten
• • • •
Fruit Yoghurt drops Soepstengels/koekjes
• • • •
Kaas Plukje hooi
Antibiotica gebruik… • Wat doen jullie? • Wat schrijft de wetgeving voor?
Gastro-intestinale hypomotiliteit Acaecotrofie Obesitas Dysurie
Antibioticum gebruik bij konijnen en knaagdieren Dacryocystitis Preventief fenbendazol geven? Vragen en discussie?
Antibiotica gebruik •
•
•
– Per 13 december 2012 (Staatsblad) en 14 januari 2013 (Staatscourant) is een besluit, c.q. regeling gepubliceerd met betrekking tot de beperking van antibioticumgebruik bij o.a. gezelschapsdieren. Het besluit is per 19 januari 2013 van kracht.
?
•
•
•1. Bij ministeriële regeling kunnen diergeneesmiddelen aangewezen worden die niet zonder voorafgaande kiemisolatie en gevoeligheidsbepaling mogen worden toegepast. •2. Bij ministeriële regeling kunnen regels gesteld worden ten aanzien van de kwaliteit, betrouwbaarheid en controleerbaarheid met betrekking tot de uitvoering van de kiemisolatie en gevoeligheidsbepaling. •3. Het is verboden de diergeneesmiddelen, bedoeld in het eerste lid, toe te passen, indien uit de gevoeligheidsbepaling blijkt dat andere diergeneesmiddelen toepasbaar zijn. •4. Een dierenarts of andere persoon als bedoeld in artikel 4.1, eerste lid, van de wet, kan van het bepaalde bij in het eerste tot en met het derde lid, afwijken indien vanwege diergeneeskundige noodzaak een gevoeligheidsbepaling onmogelijk is of onmiddellijke toepassing van het diergeneesmiddel noodzakelijk is. •5. Bij onmiddellijke toepassing van het diergeneesmiddel wordt een gevoeligheidsbepaling zo snel mogelijk alsnog uitgevoerd.
10
Antibiotica gebruik
Antibiotica gebruik
• Concreet: – Baytril mag niet meer… – Tenzij: • Medische noodzaak en geen alternatief • Altijd een BO/ABG ter controle ingezet is
• En nu? • “Eerste keus antibiotica bij konijnen”?
Opbouw van de presentatie • To castrate or not to castrate… That’s the question? – Voedster – Zeug • Voeding – Voedingsgerelateerde problemen? • • • •
• • • •
?
Dacryocystitis • Symptomen: – Purulent excudaat uit oog of neus – Traanstreep
• Diagnose: – Oogonderzoek – Spoelen traanbuis – Kweek – Beeldvormende diagnostiek:
Gastro-intestinale hypomotiliteit Acaecotrofie Obesitas Dysurie
Antibioticum gebruik bij konijnen en knaagdieren Dacryocystitis Preventief fenbendazol geven? Vragen en discussie?
• CT scan (met contrast in traanbuis), röntgenfoto
Dacryocystitis • Therapie: primaire dacryocystitis – Acetylcysteïne, 4 dd, topicaal – Naspoelen met NaCl – AB oogdruppels 4 dd, topicaal – NSAID, 2 dd, systemisch
• Let op: onderliggende oorzaak voor unilaterale secundaire dacryocystitis: kieswortelontsteking – Diagnostiek
Opbouw van de presentatie
?
• To castrate or not to castrate… That’s the question? – Voedster – Zeug • Voeding – Voedingsgerelateerde problemen? • • • •
• • • •
Gastro-intestinale hypomotiliteit Acaecotrofie Obesitas Dysurie
Antibioticum gebruik bij konijnen en knaagdieren Dacryocystitis Preventief fenbendazol geven? Vragen en discussie?
11
Preventief fenbendazol?
Encephalitozoon cuniculi
• Waarom wordt fenbendazol gegeven? Eencellig microsporidiaal organisme: Intracellulaire parasiet/schimmel?
Transmissie van E. cuniculi: • Verticaal:
Transplacentaal
• Horizontaal:
Urine
Encephalitozoon cuniculi Bij welke diersoorten is Encephalitozoon beschreven?
Encephalitozoon cuniculi Pathofysiologie: 2 Spore hecht aan cel 3 Overbrengen genetisch materiaal in vacuole 4 Reproductie in de intracellulaire vacuole
Zoonose: YOPI’s
5 Rupturering vacuole 6 Vrijkomen sporen extracellulair
Encephalitozoon cuniculi
E. cuniculi: de symptomen “Stargazing”
Voorkeursorganen voor E. cuniculi Nier
Vestibulaire aandoeningen
Urine incontinentie
Ataxie
Zenuwweefsel Lens
Cataract PU/PD Epilepsie Uveitis
Dit komt tot uiting in de klinische verschijnselen Parese posterior Chronisch nierfalen
12
E. cuniculi: de diagnostiek
E. cuniculi: Bloedonderzoek
• Urineonderzoek: – Hema color kleuring voor oöcysten • Negatief: kan vals negatief zijn: intermitterende uitscheiding
• Bloedonderzoek: – Serologisch onderzoek: IgG, IgM
• Uitsluitings waarschijnlijkheids diagnose • Post mortem…
E. Cuniculi in (de) praktijk
IgM negatief
IgG negatief
Geen infectie
IgM positief
IgG negatief
Recente infectie
IgM negatief
IgG positief
“Oude” Infectie
IgM positief
IgG positief
Actieve Infectie
Fenbendazol preventief?
Therapie:
• ± 60% is zeropositief • Parasiet zit intracellulair. • Advies is niet eenduidig…
Antiparasitica: Fenbendazol: 20 mg/kg 1 dd ged. 28 dgn Albendazol: 10-30 mg/kg 1 dd ged. 30-60 dgn Symptomatisch: Dexamethason: 2 mg/kg 1 dd IM/IV ged. 3 dgn Hokgenoten mee behandelen.
Opbouw van de presentatie
?
• To castrate or not to castrate… That’s the question? – Voedster – Zeug • Voeding – Voedingsgerelateerde problemen? • • • •
• • • •
Gastro-intestinale hypomotiliteit Acaecotrofie Obesitas Dysurie
Antibioticum gebruik bij konijnen en knaagdieren Dacryocystitis Preventief fenbendazol geven? Vragen en discussie?
13