Voorwoord Allereerst alle goeds toegewenst voor het komende jaar en uiteraard in goede gezondheid. Dit is de eerste gelegenheid in dit jaar dat ik dat kan doen aan alle leden tegelijk. Laat maar van harte gemeend. In 2012 is het 50 jaar geleden dat de laatste militairen uit voormalig Nederlands Nieuw-Guinea zijn vertrokken. Ondanks het feit dat ons vertrek bij de Papoea’s slechte herinneringen oproept vinden wij het als vereniging het toch juist om hieraan op een gepaste wijze aandacht aan te besteden in het komende jaar. Op welke manier wij dit onder uw aandacht willen brengen is nog niet aan te geven, maar wij hebben gemeend om hiervoor een jubileumcommissie in het leven te roepen onder voorzitterschap van ons bestuurslid Cor van Vliet. Verder zullen hiervan deel uit maken de heren: Andreas van Schelfhout en Jan van Gils. Met de overige kandidaten zijn we nog in gesprek. Aan de zijlijn zullen onze penningmeester Jaap van Hensbergen en adviseur Loek Habraken tevens hun bijdrage leveren. Ook zullen wij proberen om bij het V-fonds extra gelden aan te vragen voor de activiteiten die in gang zullen worden gezet en samenhangen met deze terugblik. Op dit moment zijn wij druk in de weer om een goede locatie te vinden in het land. In de Nieuwsbrief zullen wij u regelmatig op de hoogte houden van de ontwikkelingen voor deze speciale herdenking. Terwijl ik dit voorwoord aan het schrijven ben realiseer ik mij dat dit het laatste voorwoord is van mijn hand. Zoals jullie wellicht weten zal ik na bijna 13 jaar afscheid nemen van het bestuur van onze vereniging. Tijdens de Algemene Ledenvergadering op 18 mei 2011 zal in mijn plaats een nieuw bestuurslid worden benoemd. Alles overziende heb ik met veel plezier en genoegen deze club mogen leiden en ik ben er trots op dat er nu een bestuur zit dat er in kwalitatief opzicht mag zijn. Met heel veel respect kijk ik terug op de fijne samenwerking binnen ons bestuur en dat wij dit alles voor onze leden mogen doen. Ook is het aangenaam om te zien en te horen dat onze sobats dankbaar zijn voor het vele werk dat het bestuur voor hen doet. Tot zover deze informatie en ik zie jullie weer tijdens de komende reünie op 14 en 15 april a.s. en de Algemene Ledenvergadering op 18 mei 2011 in Soesterberg. Uw voorzitter, Judo Peperkamp.
1
Inhoudsopgave
Heden en verleden (deel 20)
pag. 03 t/m 04
Tempo Doeloe
pag. 05 t/m 06
Het stripverhaal van Nico Kors
pag. 07 t/m 09
Mijn baan voor weinig geld
pag. 10 t/m 15
Dagboek van Pieter Pijnenburg
pag. 16 t/m 18
Zomaar een kleine selectie uit actueel Defensie nieuws
pag.19
Van het bestuur
pag. 20 t/m 21
Voor uw agenda
pag. 22 t/m 23
Berichten van leden en organisaties
pag. 23 t/m 25
Oproepen
pag. 26 t/m 27
Boekenrubriek
pag. 27 t/m 29
Musea
pag. 29 t/m 30
Nieuwjaarsreceptie 16 januari 2011
pag. 31
2
Heden en verleden (deel 20) Geschreven door Arie Sluijs Het nieuwe jaar is al weer een heel eind op weg maar omdat dit het eerste verhaal van 2011 is de allerbeste wensen voor het bestuur en alle leden van de vereniging Nederlands NieuwGuinea Militairen 1945-1962. In de Telegraaf van 23 oktober las ik het artikel van Hans Kuitert “50 jaar trauma” waarin documentaire maker Kees Maaswinkel en journalist Andreas Schelfhout hun verhaal vertellen. Beide gaan nog gebukt onder het gebrek aan begeleiding en waardering over wat er vijftig jaar geleden door onze militairen in voormalig Nederlands Nieuw-Guinea werd gedaan. Als ik mezelf bij de kop neem heb ik daar weinig problemen mee gehad, bij terugkomst op Schiphol stonden alleen mijn ouders en broers en zussen boven op het balkon, ik had niet anders verwacht. Direct kon ik de draad weer oppakken, en na een paar dagen liep ik weer met mijn vader aardappelen te venten in Amsterdam. Zo ging dat, je wist niet beter. Maar ik kan me best indenken dat het voor elke sobat anders is. Ging je als vrijwilliger of werd je aangewezen om naar Nieuw-Guinea toe te gaan. Ik was een vrijwilliger, andere moesten. Wat heb je meegemaakt, waar heb je voorgestaan, speelde heimwee een rol? Zo zijn er nog wel een paar dingen op te noemen. Het zal zeker zo zijn dat er sobats zijn die met een trauma zitten. Maar toch vind ik het vreemd dat daar nooit over wordt gesproken, ook niet op de vele reünies die ik de afgelopen jaren heb bezocht. En juist op een reünie is het de plek om het daar met elkaar over te hebben. Ik was op Sorong gelegerd en misschien is daar minder voorgevallen als op andere plaatsen. De helft van mijn tijd zaten we op het eiland Jefman om het vliegveld te bewaken. Dat vond ik geweldig want ik was altijd al gek met vliegtuigen, die tik had ik al omdat ik vlak bij Schiphol woonde. Ik zat goed op het eiland Jefman en daar gebeurde nooit wat. Natuurlijk worden tegenwoordig de militairen bij thuiskomst heel anders ontvangen hoewel het toch beroepsmilitairen zijn. Je weet dus dat je uitgezonden kunt worden. In onze tijd was er inderdaad veel minder aandacht, begeleiding en waardering. Dat blijkt wel uit het feit dat tegenwoordig direct bij terugkeer een onderscheiding wordt opgespeld. Velen uit onze tijd moesten hier jaren op wachten. Zelf kreeg ik bijvoorbeeld ( maar ik weet dat er veel anderen zijn die hetzelfde is overkomen) pas op 17 april 1998, met een begeleidend schrijven ondertekend door de toenmalige minister Voorhoeve, dus 36 later, mijn Nieuw-Guinea kruisje. Het is allemaal vijftig jaar geleden moeten we maar denken en in de jaren is op alle gebied heel erg veel veranderd. Kijk alleen maar eens naar de ontwikkeling van onze legers. Een groot leger met alle specialiteiten hoeven de
3
Europese landen er niet meer op na te houden. We willen naar één Europa dus kan ieder land met een kleine krijgsmacht volstaan. Maar dan wel gespecialiseerd op een bepaalde taak (we hoeven niet overal goed in te zijn). De taken zijn verdeeld en toch heb je een sterk leger met minder kosten. Veel minder hoge militairen rijden in een auto en misschien kunnen ze in de toekomst wel gaan fietsen ( een heel moderne elektrische fiets bedoel ik natuurlijk) Over fietsen gesproken op Jefman hadden we één fiets hoe we daaraan zijn gekomen, geen idee, maar die fiets was er. Meestal werd de fiets alleen gebruikt voor boodschappen tussen de hangaar, en het dag en nachtverblijf of wachtlokaal. Als we weer waren afgelost op Jefman en weer in de Remoe kazerne waren aangeland werd door de sobats waarvan hun dienstijd er bijna opzat nieuwsgierig gekeken of ze al op de lijst stonden. En op een dag was het dan zover, je stond erop. Eindelijk stond ook de naam Arie Sluijs naast Louwie Meulendijks en Piet van Reij op de lijst. En met zijn drieën gingen we richting Biak. Wordt vervolgd
Hop and Go Bed en Breakfast Wij bieden prachtige kamers en een heerlijk ontbijt in huiselijke sfeer. Hop en Go is de ideale plek om te overnachten tijdens uw fiets of wandeltocht in het prachtige natuurrijke waddengebied. Informeer naar de mogelijkheden! Wij heten u van harte welkom.
Goede reis en tot ziens. Hearrwei 17 9073 GA Marrum (FRL) www.hopandgo.nl
4
Joop & Gre Hop Tel: 0518-411725 Mob: 06-50600015 E-mail:
[email protected]
Tempo Doeloe Door Gerrit van Faassen “Tempo Doeloe” is eigenlijk hetzelfde als ”goeie ouwe tijd” in onze taal. In Nederland maar ook in Indië en Nieuw-Guinea kun je daar vraagtekens bij plaatsen. Was het wel zo goed? Of onthouden we misschien alleen de prettige dingen en vergeet je liefst alle rottige zaken? Ik ben nu 75 jaar en zie terug naar de tijd van toen. Tempo doeloe, bijna 55 jaar geleden, 1955 – 1957. Eenentwintig maanden dienen bij de Marine. Ik ben anders gaan denken over de militair van nu. Dienstplichtige militairen zijn er niet meer, alleen beroeps. Inde loop der jaren ben ik in de gemeente Hardenberg meer en meer betrokken geraakt bij de veteranen. Vanaf 1998 zit ik in de plaatselijke Stichting Indië monument. We houden elk jaar op 15 augustus een plechtige herdenking en het Indië plantsoen hier in Hardenberg. In het jaar 2005 organiseerden we onder de titel “van mobilisatie tot kolonisatie een grote expositie in de plaatselijke oudheidkamer”.Een expositie die ruim 3000 bezoekers trok. Met de “eens marinier altijd marinier” Henk Euverman uit Bruchterveld (pas lid geworden van onze vereniging) kregen we de gemeenteraad om en hebben we nu al vanaf 2008 een lokale veteranen dag en op 14 januari een Chinees-Indisch buffet bij ons restaurant de “Lange Muur”, waar we 70 aanmeldingen voor kregen. Met een aantal veteranen hebben we een werkgroep van tien man en vergaderen we maandelijks met koffie en zonder zaalhuur in het gemeentehuis. In de gemeente Hardenberg staan 232 veteranen geregistreerd en als werkgroep zetten we ons in om vooral jongeren erbij te betrekken. Onze werkgroep geeft voorlichting op scholen. We vertellen daar over Nieuw-Guinea (Euverman en ik) en andere veteranen spreken over hun tijd in Libanon en Bosnië. Veel mensen hier wisten niets over veteranen maar dankzij ons werk komt hier nu verandering in. We schrijven ook stukjes in de plaatselijke kranten en blijven onszelf promoten. Dit vond ik wel aardig om jullie te laten weten. En dan ga ik nu weer terug naar die tijd van toen Tempo Doeloe De Martin Mariners
In 1943, tijden de Tweede Wereldoorlog werden de eerste Mariners als vliegboot in dienst genomen door de Amerikaanse Luchtmacht. Deze vliegboten konden alleen op het water worden gebruikt, omdat ze geen wielen hadden. Na de oorlog werd een groot aantal omgebouwd tot amfibie en kregen ze wielen zodat ze ook op land konden starten en landen. Het toestel werd daardoor ongeveer 1900 kilogram zwaarder en dit leidde onder ongunstige omstandigheden tot Catalina A-1 rampzalige gevolgen.
5
De Mariners gingen de totaal opgevlogen zeer betrouwbare Catalina’s vervangen. Toen ik in 1956 op BIAK aan kwam vlogen er nog drie Catalina’s. De rest stond op de dump. Voor de veel grotere “Martin Mariner” was op Boroekoe het M.V.K. Biak geen hangar. Die hangar zou in de loop van dat jaar door de fa Kuipers uit Nunspeet worden gebouwd. De Mariner was 24 meter lang met een spanwijdte van 36 meter. Net zoals de “Cat”was hij tweemotorig en in de neus en de staartkoepel uitgerust met2x2 punt 50 mitrailleurs. De Mariner kon ook worden gebruikt als bommenwerper en had ruimte voor 30 mariniers. Een dergelijk groot toestel was bij de MLD nodig door de toenemende infiltraties van Indonesische para’s. De eerste Mariner was al op één februari 1956 vertrokken naar Biak vanaf vliegkamp Valkenburg. Deze vlucht bracht vele problemen met zich. Tijdens een tussenstop moest zelfs één van de motoren worden vervangen. En die motor moest uit Nederland worden overgevlogen. Dit pech vliegtuig kwam daarom pas op 14 maart op M.V.K Biak. Ik zie hem nog komen aanvliegen en landen op Boroekoe ik was er toen net drie dagen.
In onze opleiding in het M.O.K. kregen we een keer les schildwacht van, een ouwe korporaal van de Mariniers die het enige had meegemaakt met de ploppers in Indië. Hij zei ons hoe te handelen als je, je op wacht bedreigt voelde. Schiet eerst goed raak en roep dan “halt of ik schiet”. Want zo zei hij “als die vent dood is, krijg je achteraf geen gelul, dan sta je in je recht, want je bent als puppes drie de baas als je wacht loopt”. Van die wijze les maakte ik geen gebruik toen ik op een keer wacht liep in april 1956 op Boroekoe en bij de vliegtuigdump een flink lawaai hoorde. Ik zag bij een afgedankte CAT de kleppen op en neer gaan. Ik dacht “verrek, wat gebeurt daar nu?” Toen ik ging kijken bleek dat er twee Nederlandse zeelui in zaten die met de CAT aan het spelen waren. Toen ik dicht bij ze kwam verzamelde ik al mijn moed en met mijn Lee Enfield in de aanslag riep ik met stemverheffing: “Halt, of ik schiet:” Dat deden ze “teroes”. Toen bleek dat ze niet wisten dat ze op verboden terrein waren. Ik heb ze begeleid naar het wachtgebouw waar de O.O. van dienst zei dat hij niks had gezien en dat niemand in de wacht iets had gezien. En kon dus geen ongewenst bezoek zijn en ik moest dus last hebben van Mariner 1-1 de zon. Hij gaf de beide jongens, opvarenden van een Nederlands vrachtschip dat in de haven voor anker lag, een strootje en zei zoiets als “Goeie reis naar Holland”. En mij gaf hij de opdracht nog maar een rondje te lopen. Later heb ik nog ontiegelijk vaak schildwacht gelopen maar nooit één schot gelost. Ik voelde me als kajoe beter op mijn gemak dan als schildwacht en was altijd erg blij als de wacht erop zat. Het Mariner verhaal krijgt een vervolg. De groeten van de kajoe
6
Het stripverhaal van Nico Kors door Ed van Tuijl Het vliegveld van Merauke stelde weinig tot niets voor. Een beetje lange aanloop van zo’n DC 3 en de vraag was al gauw, haalt ie het of haalt ie het niet? Van die lange smalle ijzeren platen vol gaten. Aan elkaar gehaakt tot één geheel. Ziedaar de landingsbaan. Ooit nam zo’n plane de bocht te Tenten Moppa strip Merauke ruim en knalde tegen de pas nieuw gebouwde verkeerstoren aan. Geen nood. Een zuster van het plaatselijke ziekenhuisje repareerde de zaak met pleisters. Het kon allemaal op dat vliegveldje. Officieel Moppa Airport. In de volksmond gewoon ‘de strip’. In Kaimana, Fak Fak en op Sorong zal het niet anders geweest zijn. Voor de mannen van de D-compagnie een plek waar je weinig te zoeken had. Of het moest zijn om te repatten. Maar de meeste jongens kwamen er toch méér dan hun lief was. Ze moesten de zaak bewaken. Waartegen en waarvoor is niemand ooit echt duidelijk geworden. Maar er waren daar in Merauke wel meer dingen waarvan alleen het kader de indruk wekte dat ze wisten waarmee ze bezig waren. Maar goed, je moest. Dus ging je met de gevechtsgroep één keer per zoveel weken zeven dagen naar de strip. Ook Nico Kors deed zijn plicht. Een uit de kluiten gewassen Haarlemmer. Een mannetjesputter. Veel vlees op de botten. Tot groot vermaak van al die muskieten die de strip bevolkten. Nico was voor hen een heerlijk prikbord. In de grote slaaptent pareerde hij geduldig hun aanvallen. Dikke bulten. Flinke jeuk. Nou had Kors op zich niks tegen jeuk. Maar niet van de muskieten! Schuttersputten
Connie en Pendeck
Behalve waken in de schuttersputten bestond er een aanvullende verdedigende taak. Die enkele keer in de week dat zo’n Dakota hard remmend nét voor de laatste plaat tot stilstand kwam, reed er een jeep achter hem aan. Waarom? Joost mag het weten. Nico wist het in ieder geval niet. Hij is er in zijn Merauke periode ook nooit achter gekomen. En die periode van Nico was een beste. Twee
7
keer bereikte hij zijn repat datum. Maar even zo vaak werd dat uitgesteld. Je zal het maar treffen. Nico maalde er niet om. Hij deed zijn plicht. Ook op de strip. Twee uur op, vier uur af. Spieden vanuit de schuttersput. En wie zo nu en dan door slaap werd overmand die maakte dankbaar gebruik van die twee superjachthonden, Connie en Pendeck. Dus geen streep of ster die het in zijn hoofd haalde om stiekem de wacht te controleren. Tien tegen een dat ze al snel een grommende Connie aan hun broek hadden hangen. Twee legendarische honden. En die krengen lieten niet los. Net als die keer dat ze achter het paard van de dokter aangingen. Ja, de dokter had een paard. De dokter had trouwens niet alleen een paard maar ook een baard. Telkens als Nico dat span zag kreeg hij het idee dat Jezus in aantocht was. Kortom, geen gezicht. Ook niet op die dag dat de dokter zonodig op zijn paard het kazerneterrein op moest komen en moest afmeren bij de officierskantine. Toen Connie en Pendeck de tophit in de gaten kregen, keken ze elkaar aan en dachten hetzelfde. Aanvallen. Het verdrijven van zo’n magere kamponghond, daar was allang geen lol meer aan. Maar dit was nog een uitdaging. Dit was spanning, sensatie. Welke hond zwicht er niet voor? Om een lang verhaal kort te maken. De honden joegen het paard de stuipen op het lijf. Het paardenbeest sloeg op hol. Knalde in volle vaart tegen het hek en brak zijn nek. Ze hebben ‘m nog een dag of twee klem tussen wat zandzakken gelegd. Vergeefse moeite. In de kazerne van Merauke stond een week lang paardenvlees op het menu. De poepdoos
Maar we dwalen af. We gaan weer naar de strip. Waar Nico zijn plicht vervulde. Zijn dagelijkse dingen deed. Ook zijn dagelijkse behoeften trouwens. Hij was ook maar een mens. Maar poepen op de strip was al net zo basic als het hele leven daar. Een gat in de grond. Dat was de poepdoos. Op je hurken. Je gat over de rand en persen maar. Dan plonsde het en spetterde het. In het slechtste geval weer net zo hard tegen je billen. Als Nico een beetje aan de dunne was dan had hij na een bezoek aan dat poepgat letterlijk én figuurlijk overal schijt aan. De strip vervulde trouwens nog een andere functie. Als strafmiddel. De een of de andere sergeant had een keer bedacht dat je Jan Soldaat aardig kon pesten door hem lopend, vanaf de kazerne, naar de strip te sturen. Liefst rond een uur of twee. Zodat het middagslaapje erbij inschoot. En vlak voor vertrek nog even de veldfles leeg laten lopen. Zou zo’n satanisch trekje tijdens de opleiding zijn aangeleerd of werden ze er domweg op gekeurd? Nu nog, zou je bij wijze De poepdoos van vergelding, het
8
kader op weg naar ’t Harde zo om en nabij Nunspeet moeten laten uitstappen en het laatste stuk moeten laten lopen. Nico en al die andere gestraften hadden er wel wat op gevonden. Eenmaal uit het zicht hielden ze gewoon een Chinees aan en liftten mee. Het kader dacht dat te ondervangen. Na vertrek Slaaptent van binnen van de boosdoener werd het tijdstip even doorgebeld naar de strip. Maar Nico en zijn medegestraften waren ook niet van gisteren. Gewoon meerijden, vlak voor de strip uitstappen, alsnog je middagdutje in het gras, en vervolgens zogenaamd doodmoe arriveren. De Brand
Hoewel de landingsbaan dus vrij kort was, werd het gras op de strip altijd vrij lang. Om de zoveel tijd moesten een paar koelies met zo’n kapmesje de zaak korten. Een heidens karwei. Kors en zijn maten, altijd bereid tot het helpen van de medemens, hadden daar het volgende op gevonden. Wat kerosine sprenkelen en de aansteker erbij. Waar de Papoea’s ’n dag over deden, brandde nu in tien minuten plat. Maar d’r was één probleem. In een mum van tijd stond de halve strip in de fik. Brandalarm. Fase rood. Een eind verderop stond immers de hele voorraad vliegtuigbrandstof in depot. Genoeg om heel Merauke zwart te blakeren. De mannen van het tweede peloton blusten zich een ongeluk. Het was vechten tegen de bierkaai. Vanuit de kotta werd een peloton gevangenen aangevoerd. In die blauwe outfit, op blote voeten. Ga dan maar eens een grasbrand blussen. Koppen snellen konden ze als de beste. Maar blussen was wel iets anders. Er kwam zowaar een aantal brandblussers ergens vandaan. Maar die krengen hadden, zo te zien, de afgelopen vijfentwintig jaar alleen maar aan de haak gehangen voor het geval dat. Nu was dat geval ineens aanwezig. Nooit gecontroleerd natuurlijk. Het enige dat eruit kwam was een stroperig straaltje wit spul. De brand naderde angstig snel de kerosineopslag. Nico en zijn maten begonnen ernstig rekening te houden met het starten van plan B. Oftewel inpakken en weg wezen. Zo snel en zo ver mogelijk. Maar toen gebeurde dat kleine wondertje. De straffe wind draaide. De vlammen vonden geen nieuw droog gras meer en doofden min of meer vanzelf. De aalmoezenier had het over de hand van onze lieve heer. “Het vuur is waarschijnlijk ontstaan door de brandende zon op een verdwaalde glasscherf”, zo rapporteerde het strip kader aan de kazerne. “Dat zal het ongetwijfeld geweest zijn”, zo beaamde de gevechtsgroep van het tweede peloton volmondig. De ware toedracht werd pas veel later bekend. Tijdens een goed glas bier op een reünie in ’t Harde.
9
Mijn baan voor weinig geld door Louis van Diessen Misschien ben ik de enige met deze mening, maar het moet maar eens gezegd worden. De militaire dienst was voor mij de slechts betalende baan ooit. En bovendien nog een gedwongen baan ook. Een baan ook nog waarin je had niks te zeggen. Ik werd gewoon opgeroepen om 6 december 1960 naar de Frederik Hendrikkazerne in Blerick te komen, en daar ging je, richting drillers, en gedecoreerde oud KNIL en Korea instructeurs. Dus lichting 60-6 was het begin van mijn carrière in het leger, infanterist bij de stoottroepen. Voor 1 gulden per dag plus kleding, kost en inwoning werd je elke dag afgeknepen, afgesnauwd toegeschreeuwd en met de belachelijkste opdrachten opgezadeld. O ja, je mocht ook nog in het dikke pak rondlopen en voor gek staan met die lange overjas. Knopen tot boven dicht, anders kreeg je een douw. Iedereen moest je herkennen als een rekruut. Haren kort alsof je onder de luizen zat en daar was Nederlands hoop dan. Ik kan me nog herinneren dat ik me dood stond te schamen op het perron van Blerick in die groene halve zolen kleding. Met die lange winterjas bijna tot aan mijn voeten. Als ze je nu zo zouden zien deden ze je direct een dwangbuis aan en zetten ze je op transport naar een inrichting. Je kreeg in het begin als rekruut maar 1 vrij vervoertje per twee weken. En als je het weekend thuis was geweest kreeg je een paar dubbeltjes extra omdat je dan uit de kost was op de kazerne. Rare toestanden, moeilijk om er aan te wennen. Psychiatrische hulp was nog net niet noodzakelijk maar het kwam wel op het randje. Discipline
Wie heeft niet die brullende sergeant meegemaakt die rood van woede stond te schreeuwen, met druppels spuug uit zijn mond, van wie die verdomde boomstam was die daar onder het bed lag. Het bleek een lucifer van het merk Zwaluw te zijn, dus de kleinste die er in de handel was. Toch moest er een gat van anderhalve meter diep gegraven worden om die lucifer te begraven, belachelijk, en voor een salaris van 1 gulden per dag! Maar noodzakelijk voor de discipline volgens het kader. Er was een sergeant bij die behoorlijk uit zijn mond stonk en de onhebbelijke gewoonte had om vlak bij je gezicht Moe? Waarvan? te schreeuwen
10
waardoor zijn onsmakelijke aroma als een walm om je heen hing. Je moest het maar verdragen want het waren je meerderen. Bij ons was de pelotonssergeant ene sergeant met de naam d’Hond, een beroeps, hij zei steeds gekscherend, zeg maar hondje, maar je moest het niet wagen want dan blafte hij je toe waar de honden geen brood van lusten. Een elke keer weer terugkerend grapje was de vraag van de onderofficieren wie er goed was in houtbewerken, als je dit geintje niet kende, stapte je enthousiast naar voren om je aan te melden, en dan mocht je met tafels en stoelen gaan sjouwen of iets dergelijks. De sergeanten hadden er een kinderlijk genoegen in om dit soort grapjes uit te halen. De vraag wie er verstand van sanitair had, was ook populair. Nou die mocht dan de latrines gaan schrobben. Bovendien waren in de staf een aantal, dat ons middenin de winter van januari 1961 met open wagens van Blerick naar de Harskamp vervoerden om daar de, “vuurdoop’’ te ondergaan. Nou ik kan je verzekeren dat het een ware marteling was achter op die dikke Daf. Het enige wat je kon doen was met je rug naar de rijrichting gaan zitten en wegduiken achter je buurman zodat je de snijdende vrieswind niet in je gezicht kreeg, en zo gingen we op weg naar de vuurdoop. Klagen hielp niet. Daar werd je hard van werd gezegd. Zelf zaten de officieren en onderofficieren lekker warm bij de chauffeur weliswaar onder een zeilen cabine maar wel met de kachel aan. Sadisme of psychopathische afwijkingen bij de leiding moest je maar verdragen als rekruut. Protesteren was insubordinatie en dat werd streng gestraft. En dat allemaal voor 1 gulden per dag. Drillen
En zo werden we gedrild tot een stelletje makke schapen, althans dat was de bedoeling. Van thuis kregen we gelukkig wat geld mee, zo kon je in de kantine en bij de Cadiwagen toch de beroemde gevulde koeken en pennywafels kopen. Ook de warme chocomel was in trek. Je werd wel uitdrukkelijk gewaarschuwd dat je toch vooral normaal eten moest gebruiken en dat je niet kon leven van penny wafels en gevulde koeken. Alsof je, je voor 1 gulden per dag vol kon proppen met dat spul. Hoera gered van de armoede
Gelukkig kwam er een einde aan ons chronische geldgebrek want we gingen naar Nederlands Nieuw Guinea! Wij dachten dus geen geldzorgen meer te hebben, maar o wat een bittere teleurstelling. De soldij, of eigenlijk wedde, dat was amper 100 gulden per maand voor een soldaat. Het leek een heel kapitaal maar je moest er veel van betalen. Je persoonlijke verzorging zoals tandenborstels, tandpasta, zeep om je te wassen, de Life boy zeep die ontsmettend werkte, scheergerei, lekkere luchtjes, zonnebrand crème enz. Ook je naaigarnituur, postbenodigdheden, fotoartikelen e.d. Je pajong, onmisbaar omdat het elke dag wel regende, hobbyspullen bv. om te vissen, buitenmodel kleding zoals een kepie. Je drankjes, hapjes, tabak, kosten van de kapper, vervoer etc. Een militaire wasserij was er niet dus moest je zelf de kleding wassen of een waskoelie be-
11
talen. Ook moesten we de crème voor onze gerimpelde en beschimmelde voeten tijdens de patrouilles opgelopen, zelf betalen. De zalf van de GGD hielp niet en stonk als de pest. En bovendien ook nog, als je uitgaanskleding versleten was moest je de vervanging ervan betalen! Dat allemaal van die miezerige 100 gulden in de maand! Ik hield er niks van over. Je zult zeggen kreeg je dan niets van Defensie, ja natuurlijk wel, het leger was erg gul voor zijn manschappen. Gratis werd verstrekt, het blanco, geweervet, dungareekleding, jungleboots, pendeks, corned beef, marinekaas, haring in tomatensaus, zouttabletten, munitie, handgranaten, jodium salicyl, lempoeder en een keer per maand een blikje sigaretten, Miss Blanche, Richmond of Ball. En ook stonden overal op de Remoekazerne in Sorong zgn. donkey, s met ijswater, gratis. Nou ik moet zeggen een mok met ijskoude lem, dat was wel lekker. Improviseren
Op patrouille was er voor ons geen gelegenheid om geld uit te geven en dan hielden we over. Maar dat werd binnen de kortste keren, na terugkomst, weer uitgegeven in de plaatselijke kroegen. We dachten dat het niet op kon maar het tegendeel werd iedere keer waar. Na het primitieve eten van halfgare rijst met zoute vis of deng deng tijdens een patrouille wilden wij wel weer eens iets lekkers op ons bord hebben. Je schoot echt niet altijd een varken of kasuaris. Bij Toko Tio kon je lekkere schotels nasi en bami kopen en naar binnen werken met een literfles Heineken. En meestal bleef het niet bij één fles. In de winkel van de toko had je de meest walgelijke ingeblikte etenswaren zoals vliegen, mieren, sprinkhanen, wormen en andere vieze beesten. Dat aten we maar niet! Extraatje
Dikwijls hadden we zware diensten en kwamen dagenlang niet uit de kleding maar nooit kregen we een extraatje of bonus, geen enkele vorm van waardering. We moesten het doen met die zielige 100 gulden per maand! Ook tijdens en na acties was nooit een beloning in de vorm van een geldbedrag, dat had volgens mij toch wel stimulerend gewerkt. Er was toch immers een kans
12
om doodgeschoten te worden voor dat geringe bedrag. Alleen de gulden per dag werd verhoogd naar FL. 1,25 maar werd pas uitbetaald bij het afzwaaien. Dus geen extraatjes
Het enige voordeel van de acties was dat de uitgaanskleding niet gebruikt werd en dus ook niet kon verslijten. Wij deden het maar met wat we hadden en bijverdienen was er niet bij. Al had je wel van die slimmerds die voor geld een karweitje voor je deden, voor mij hebben ze nooit iets hoeven te doen, ik had dat geld zelf hard zat nodig. Toen we dachten terug te gaan naar Nederland moesten we verplicht 6 maanden langer dienen door diverse militaire omstandigheden. Maar geen enkele geldelijke beloning, bonus of zoiets voor dit gedwongen langer verblijf in de tropen. Het was dus overwerk dat niet betaald werd. Zoiets moet je eens in de burgermaatschappij doen, dan zetten ze je vast voor slavernij. Ook de beloofde vakantie liep ik mis. Als je een bepaalde tijd dienst gedaan had bestond het recht op vakantie, je kon dan kiezen waar je naar toe wilde, de mogelijkheid was er ook om te vliegen naar Hollandia om daar een week of zo door te brengen op kosten van het leger. Maar nee, hoor voor mij en vele anderen die meegedaan hadden aan de acties tegen de Indonesische parachutisten en infiltranten was dit niet meer mogelijk. Je mocht daar wel je leven wagen maar verder je mond houden. Ook geen enkele compensatie of iets anders voor het mislopen van deze begeerde week verlof. Nee, je werd gewoon gezegd dat de leiding dit besloten had en dat was it. Niet te veel over doormekkeren anders kom je nog achter de wacht ook, zei een bevriende sergeant. Ik moest op een keer na acties bij de kapitein komen en hij zei me dat de pelotonscommandant erg tevreden was over mijn manier van optreden tijdens de acties. Weliswaar met taalgebruik wat niet in het handboek soldaat voorkwam maar wel erg effectief volgens hem. Ik was erg verbaasd, ik heb er geen moment aan gedacht om een uitslover te zijn, ik deed gewoon mijn dienst zoals anders, zo ben ik nu eenmaal. Als beloning mocht ik op de schietbaan bij Joop van Zijl tijdens een opname voor de tv de groeten naar het thuisfront doen. Op de schietbaan werd op de achtergrond hevig geschoten door ons peloton zodat het thuisfront dacht dat het er nog erg gevaarlijk was. Dat is me later verteld door mijn familie, die schrokken zich toen wezenloos door dat geknal. De dag ervoor was er al een hoop paniek, er was een agent aan de deur die vroeg of zij een zoon in Nieuw Guinea hadden, ze dachten direct dat ik gesneuveld was. Je zou er een hartaanval van krijgen zei mijn moeder later. Maar de agent kwam vertellen dat ik op tv zou komen. Een beetje meer takt had mogelijk moeten zijn. Ik had liever een geldelijke beloning gehad dan die opname, maar daar was geen sprake van. Een paar tientjes en paniek thuis, mijn moeder is er dagen van overstuur geweest. Het enige wat ik er nog van heb is een DVD en die heb ik zelf nog betaald bij het instituut voor beeld en geluid. Maar mijn kleinkinderen zien opa wel toen hij net zo oud was als zij nu, rond de 20 jaar. En ze vonden het wel vet, zoals dit nu heet als ze onder de indruk zijn.
13
Afzwaaien
Toen we eindelijk naar huis mochten had ik niks als de kleding die ik bij aankomst aan had. Die was bewaard in de droogkamer op Sorong. Omdat ik meer als 20 kg afgevallen was kun je wel begrijpen hoe slobberig deze kleding om mijn lijf hing. De souvenirs die ik bij elkaar verzameld had, trommels, krissen, diverse schelpen, pajongs, peniskokers enz. kon ik niet meenemen omdat ik het vervoer niet kon betalen. Het enige dat ik meenam was mijn fotoalbum, een zwart gelakt juwelenkistje met een danseres erin die ronddraaide op de muziek van een speeldoosje, een armband van alpaca voor mijn vriendin, je reinste kitsch. Ook nam ik mijn vlijmscherp geslepen parang mee terug, die heb ik nu nog, maar die valt jammer genoeg onder de verboden wapens. Zo ging ik op 13 oktober 1962 op Biak het vliegtuig in, zonder een cent en met kleren aan mijn lijf die niet pasten. De strijders uit het oerwoud in lompen, zoals een bedelaar. Ik voelde me nu net zo als toen in Blerick op het station in die stomme lange overjas. De fl.1.25 per dag die we nog te goed hadden zouden pas uitgekeerd worden bij het groot verlof. Ik had ze nu nodig, het is toch mijn geld? Ik had wel een officiële pas gekregen van de kapitein met de verklaring dat ik mijn diensttijd goed vervuld had van 6 december 1960 tot 3 december 1962 en dat dit mee zou mogen helpen bij het vinden van een baan in de burgermaatschappij. Ik heb er nooit iets aan gehad. Tijdens de vlucht in de DC 8 probeerden we de tijd te korten met kaarten en in het bijzonder zwikken. Verlies en winst werden genoteerd want geld had niemand. Grote bedragen werden gewonnen en verloren maar niemand heeft ooit een cent gekregen of betaald. Aangekomen op Schiphol werden we met 8 man in een militair volkswagenbusje geladen en een voor een gedropt op adressen in de route van Amsterdam naar het zuiden. Ik was de laatste en stapte in Tilburg na bijna 2 jaar dienst berooid uit het busje, maar werd uitbundig ontvangen door mijn vriendin, familie buren en vrienden. Gelukkig was ik de dag erop jarig en ontving de nodige cadeaus in geld waardoor ik in ieder geval andere kleding aan kon schaffen. En voorlopig maar even leven op kosten van mijn ouders. Ik had niets, nog geen pakje shag en moest alles lenen zoals een fiets e.d. Tot overmaat van ramp kwam die beruchte winter van 1963 eraan, nu bekend als, de hel van “63’’ zodat ik flink op kosten werd gejaagd. Weer gewoon burger en dus een goed betaalde baan
Heel vlug ging ik naar het bedrijf waar ik al werkte voor mijn diensttijd en kon daar gelukkig direct weer beginnen. Zo heb ik me zelf weer opgewerkt in de maatschappij, van het leger helemaal geen ondersteuning alleen de fl. 1.25 per dag kreeg ik later op mijn rekening. Toen het echter hard nodig was er helemaal niets van de regering. We werden gewoon aan ons lot overgelaten en dat wringt nog steeds bij de meerderheid van de Nieuw -Guinea veteranen. Later bestond de mogelijkheid om fl. 1000 te ontvangen als je twee jaar in dienst was geweest, maar daar kwam ik drie dagen aan te kort. Zes december 1960 opgekomen en drie december 1962 afgezwaaid! Mijn redenering dat
14
tropenjaren dubbel telden, omdat ik van mei 1961 tot en met oktober 1962 toch 17 maanden overzee was geweest, werd afgewezen, dat was alleen voor beroeps en niet voor dienstplichtige militairen. Over discriminatie gesproken. Dit verhaaltje is absoluut niet om te klagen, verre van dat, laat daar geen misverstand over zijn. Ik heb het gewoon verteld zoals ik het ervaren heb, wel op een satirische manier, maar geheel volgens de waarheid. Daarom is het naar mijn mening een pluspunt dat er de laatste jaren veel meer aandacht voor de veteranen gekomen is. Al is het nogal verschillend hoe de diverse gemeentes met bijvoorbeeld de plaatselijke veteranendag omgaan. Bij ons in Tilburg bijvoorbeeld was het in 2010 een groot fiasco. De vorige keren was de veteranendag in het restaurant van het Willem II stadion tot volle tevredenheid van een ieder. Maar nu moesten we naar een nieuwe wijk De Reeshof en wel in een tent omdat die er toch stond voor een feest van De Schotjes. Wij zaten in een soort van voorprogramma van de Schotjes, herdenking in een tent, dat gaf al geen lekker gevoel, we werden behandeld alsof we maar opvulling waren, maar er waren ook nog andere onvolkomenheden. Geen voorzieningen voor rolstoelen, alles moest nog klaar gezet worden. Bij de aanvangstijd terwijl de veteranen al in de tent op zoek waren naar een stoel. Een stoel die we uiteindelijk zelf moesten pakken van een stapel. Het eerste uur geen koffie of thee te krijgen, de ceremoniemeester had totaal geen aandacht voor de veteranen en had alleen oog voor de bobo, s tot hij er op gewezen werd dat het een veteranendag was. Het toppunt was tijdens de minuut stilte voor de gevallenen, toen begonnen de speakers van de geluidsinstallatie vrolijk te schallen. Toen ben ik maar naar huis gegaan. Een schande, en weinig respectvol. Onze tijdelijke burgemeester, Ivo Opstelten, schaamde zich diep en kwam overal bij ons zijn excuus maken voor de chaos. Ik heb de voorzitter van de SP aangesproken en die heeft vragen gesteld in de gemeenteraad maar tot op heden heb ik er nog niets van gehoord. Het zal wel weer in de doofpot komen. Maar landelijk gaat het gelukkig een stuk beter. Het dat geeft zeker een goed gevoel.
Engelse broek
15
Dagboek van Pieter Pijnenburg
Pieter Pijnenburg, verbleef van 14 februari tot 15 juni 1962 als militair (6 I.B.Delta Compagnie) in voormalig Nederlands Nieuw-Guinea en was gelegerd in de plaats Merauke. In dit dagboek beschrijft hij van dag tot dag gebeurtenissen in dat verre land. Dit deel van zijn dagboek bevat een stukje tekst over een gebeurtenis van bijna iedere dag van de jaar1961. Dit jaar dus precies vijftig jaar geleden. Dat is dan ook de reden dat we dit in de komende nummers van onze Nieuwsbrief plaatsen. Het dagboek begint op 30 januari 1961 als hij vertrekt naar de kazerne in legerplaats Oirschot. Februari 1961
ma di wo do vrij zat 1 2 3 4 6 7 8 9 10 11 13 14 15 16 17 18 20 21 22 23 24 25 27 28
16
zon 5 12 19 26
1 februari
Ruzie met een sergeant in Oirschot 2 februari
Om half vijf op en om half zeven naar huis met inschepingverlof 4 februari
Nog met mijn meisje Toosje uitgeweest. Een schat van een meid. 6 februari
Telegram gekregen, balen zeg! 7 februari
Afscheid van Toosje genomen. 8 februari
Mijn rotzooitje ingepakt en om elf uur met de bus naar Oirschot. 9 februari
Rotzooi ingeleverd en omgekleed in burger. Er zijn al twee ploegen vertrokken. 10 februari
Om half acht op, de sergeant kwam brood op bed brengen. De rest van de dag gekaart en geslapen. 11 februari
Vandaag ongeveer fl.35,00 gewonnen met kaarten. Een en twintigen. 12 februari
Datum vertrek naar Nederlands Nieuw-Guinea. Om half tien opgestaan. Twaalf uur eten en daarna met de bus naar Schiphol. 13 februari
Geland op Fairbanks, Alaska. Op Anchorage lag teveel sneeuw, maar na enige uren wachten toch naar Anchorage. Je adem werd afgesneden door de snerpende kou toen we het vliegtuig uitstapten. Op de luchthaven de zaak een beetje onveilig gemaakt door o.a. met Nederlandse centen de automaat daar te plunderen. De centen pasten precies. Toen weer ingestapt en op naar Tokyo. 14 februari
Landing op Tokio. Van Tokio naar Biak wat nog acht uur vliegen was en waar we s’avonds om elf uur aankwamen.
17
15 februari
Doorgebracht op Biak. 16 februari
Van Biak naar Hollandia. Daar op vrijdag geland. Eerste indruk, warm en benauwt. Verder naar Merauke over de bloemkool bush. Aankomst 17 februari. Op de strip in Merauke.
18 februari
Onder de draad doorgekropen en de stad (kota) wezen verkennen. Maar dat mocht ik niet dus werd ik opgewacht door een sergeant die mij maar meteen voor een week kamer wacht maakte. 21 februari
Nou, hier zit ik dan als kamer wacht, de kamer een beetje gepoetst en toen maar op bed gaan liggen. Dat mocht natuurlijk ook weer niet. 23 februari
Nog steeds kamer wacht. Het is best een leuk baantje. Alleen s ‘avonds niet want dan moet je zorgen dat de jongens om tien uur op bed liggen en om kwart over tien het licht uitdoen. 24 februari
Ik moet de kamer een goede beurt geven, daar heb ik nu echt geen zin in. Ik weet wel wie ik liever een beurt geef. Wee ruzie met de sergeant dus. 25 februari
Met een paar andere jongens de fillersdoop gekregen. Ben vol witte verf en zwarte schoensmeer gesmeerd. Gewoon laten doen dan hebben ze re het minste plezier van. Toen ze waren uitgeraasd meteen maar met zeep en een harde borstel de mandiehokken opgezocht. Wordt vervolgd
18
Zomaar een kleine selectie uit actueel Defensie nieuws
Nederlanders verkennen KUNDUZ Ter voorbereiding op de komende geïntegreerde politie trainingsmissie zijn vorige week de eerste 30 functionarissen in de Afghaanse provincie Kunduz aangekomen. Het team bestaat uit een aantal verkenners dat snel terugkeert en personen die achterblijven om de Nederlandse missie voor te bereiden. Het verkenningsteam verzamelt voor het verdere voorbereidingstraject in Nederland. Zeven personen blijven achter om het contact tussen Afghanistan en Nederland te onderhouden
Op de Noordzee zijn vijf explosieven geruimd door de mijnenjager Hr. Ms. Hellevoetsluis. De explosieven bevonden zich in de drukbevaren aanvoerroute naar de Rotterdamse haven.
Hr. Ms. De Ruyter bracht een werkbezoek aan Port Victoria, de hoofdstad van de Seychellen. Het schip is vlaggenschip van de Standing NATO Maritime Group 2 (SNMG2). De staf van deze NAVO-eenheid staat o.l.v. de Nederlandse commandeur M.Hijmans. Bedoeling van dit bezoek is om de banden met de autoriteiten en commandanten van de krijgsmacht van de Seychellen te versterken.
19
Van het bestuur Wij gedenken
Met eerbied en in gepaste stilte brengen we een laatste eresaluut aan A.W. de Kort, Tilburg D.B. Verhoeven, Heusden N.J. Ridder, Noordwijk L.L. de Smissaert L.L. de Pagter, Almere G.J. Poelarends R.W.G. Tillemans M. Dunlop
† † † † † † † †
5 juni 2010 2 juli 2010 3 december 2010 december 2010 10 december 2010 25 december 2010 8 januari 2011 13 januari 2011
Op 16 september 2010 is Cornelis Rovers (Kees), in een verzorgingstehuis waar hij sinds december 2009 verbleef, overleden. Kees werd geboren op 28 juli 1942 in Hillegom en ging in 1961 in militaire dienst. Avonturier als hij was wist hij zich al snel op te geven om als vrijwilliger zijn diensttijd door te brengen in voormalig Nederlands Nieuw-Guinea. De langste tijd was hij door gelegerd in Biak bij de LUA in de Bravo compagnie. Na zijn terugkeer in Nederland vervulde hij verschillende functies in de maatschappij. Hij was gelukkig als hij maar lekker bezig kon zijn. Na zijn pensionering ging de gezondheid achteruit. In 2007 kreeg hij een herseninfarct waardoor zijn gezichtsvermogen grotendeels verdween. Na een revalidatieperiode van vier maanden kon hij gelukkig door de inzet van zijn vrouw en kinderen verder thuis worden verzorgd. Tot het moment dat hij werd opgenomen in het verpleeghuis. Vijf sobats van onze vereniging hebben op waardige wijze de laatste eer kunnen bewijzen door een erewacht te vormen bij de crematie plechtigheid. Volgens zijn vrouw, die de sociale commissie dankbaar is heeft Kees hiermee het afscheid gekregen dat hij zo graag wilde. Na de plechtigheid bij de koffietafel werd aan mevrouw Rovers de Papoea vlag overhandigd namens onze vereniging. Teksten overlijdensberichten
Als aan het bestuur of leden van de sociale commissie daartoe een verzoek wordt gedaan plaatst de redactie een aparte tekst voor overledenen. Sociale commissie
Als u contact wilt met een lid van de sociale commissie kunt u het voor u dichtst bij wonend lid van deze commissie vinden in de lijst aan de binnenkant van de omslag van deze Nieuwsbrief. Voor de namen van de leden van de sociale commissie ziet de binnenzijde van de omslag.
20
Welkom aan onze nieuwe leden
Mevr.C. Rovers Mevr. G van de Berg Mevr. L.M.W. Meeuws G.Th. Huiskes H.W.Branderhorst D.H.Maarsen L. van Hese Th.C.van Dijk B.H.Jansen J.A.M. Jacobs A.L.P.Bongaards J.P.Kon R.J.H.Smit J.Velstra F.L.Uuldriks M.Spaans H.Ven A.L.Willemse P.R.Blogg A.G.W.H.Dijck J.J.P.Schottert R.F.Johansen E.J.O.Nazarski D.H.Block H.A.Klip J.J.F.van de Staay
M. Monnickendamplein 6 2033 Dieptol 143 8332 Deken Kempslaan 19 5591 Zandinksweg 10 7642 Operettelaan 467 4543 Kennemerpark 42 2051 Marijkestraat 50 4461 Eindstraat 92 5801 Warnerstraat 8 7011 Laan der Hesperiden 50 1076 Soestdijkseweg zuid 196 3721 M.Simonszhof 54 1216 Rupel 9 1186 Aardappelland 35 9502 Zielhorsterlaan 16 3822 Graaf Janslaan 29 2263 Bremlaan 9 5271 Tolhuislaan 82 4875 Hebestraat 6 1829 Wilgenlaan1 5087 Perzikengaard 8 3941 Brabis 2 5641 Beeklaan 5 6088 Schubertstraat 4 1741 De C.van Opijnenstraat 11 4001 Sandbergstraat 12 7731
VA Haarlem BM Steenwijk BB Heeze NR Wiierden BR Utrecht KL Overveen VJ Goes CR Venray BM Gaanderen DN Amsterdam AH Bilthoven LM Hilversum LB Amstelveen EN Drachten AK Amersfoort TL Leidschendam KE St. Michielsgestel AM Etten-Leur JE Ouddorp KK Diessen LR Doorn JV Eindhoven EK Roggel HS Schagen VL Tiel DG Ommen
Onderscheidingen
Het bestuur wil graag op de hoogte worden gehouden van het verkrijgen van Koninklijke en Militaire Onderscheidingen door leden van onze Vereniging. De redactie wil het verkrijgen van een onderscheiding graag in de Nieuwsbrief vermelden. Daarom vragen we onze leden om ons op de hoogte te houden. Een verkrijger van een onderscheiding kan het zelf aan de redactie melden maar ook anderen kunnen ons hierop attenderen. We plaatsen het bericht het liefst met een foto van de uitreiking van de onderscheiding aan betrokkene. Een melding kunt u doen rechtstreeks naar de redactie (zie colofon) Richtlijn voor het dragen van draaginsignes en herinneringsspelden
Veteranen die deelnemen aan een ceremonieel eerbetoon mogen op hun verenigingstenue of net burgertenue het volgende dragen: Links op de borst: groot model onderscheidingen (bij voorkeur opgemaakt) en bij voorkeur ten behoeve van enige uniformiteit: Rechts op de revers: Draaginsigne Veteranen, de “zilveren anjer” van ZKH Prins Bernhard en de overige herinneringsspelden. Hierbij wordt aangetekend dat het tenue te allen tijde een nette en verzorgde uitstraling dient te hebben.
21
Voor uw agenda / Bijzondere bijeenkomsten Onze Reünie/herdenkingsbijeenkomst zal ook dit jaar in de Tonnet kazerne
in ‘t Harde worden georganiseerd op de donderdag 14 april en de vrijdag 15 april. De uitnodiging om de Reünie te bezoeken wordt met deze Nieuwsbrief 32 verzonden. Het bestuur vraagt u om de strook voor de datum van deelname z.s.m. aan ons op te sturen of de datum van uw komst te vermelden op de bank overschrijving. De Algemene Ledenvergadering in 2011 zal worden gehouden in
Soesterberg op 18 mei 2011. Voor deze vergadering ontvangen de leden van de vereniging in de maand april een uitnodiging met agenda. Wilt u tijdens de ALV deelnemen aan de lunch maak dan z.s.m. maar in ieder geval voor 10 mei een bedrag van €12,50 per persoon over op onze rekening o.v.v. lunch Soesterberg. rek. nr. 924556 t.n.v.Ver Nieuw-Guinea Militairen Ravelstraat 4, 6815 HB te Arnhem vanderedactievanderadctievanderedactievanderedactievanderedactievan Brieven
De redactie ontving van Frederik Wind de onderstaande brief: Ik, Frederik Wind, ex milicienmarinier, was van twee januari 1953 tot en met 26 januari 1954, gestationeerd op BIAK. In die tijd hebben wij een schietbaan op Biak aangelegd en op het eiland Owni een voortgezet trainingskamp opgezet. In de periode 1953/1959 waren in Nieuw-Guinea mariniers en landmachtpersoneel aanwezig. Helaas is op de website alleen maar informatie te vinden vanaf 1960. Waarom wordt er niets over de periode 1953/1959 vermeld? Ook wij die in die periode daar waren hebben onder spanning gefunctioneerd. Wij zijn met de MS van Kinsbergen naar Kokas/Fak Fak gevaren en hebben ook daar het een en ander meegemaakt. Ik was mitrailleurschutter en heb toen 2 uur op en vier uur af op een berg gezeten. Dat hebben we vier weken lang moeten doen. Als we naar de kampong wilden moest dat altijd met vier man i.v.m. de veiligheid, omdat daar de plaatselijke bevolking (indo’s en chinezen) niet te vertrouwen waren. In het binnenland hebben we nog echte koppensnellers ontmoet. De Papoea’s daar kregen in de Tweede Wereldoorlog voor iedere Jap die zij om brachten een gouden tand. Nogmaals ik begrijp niet dat er over de periode 1953/1959 geen materiaal is. De militairen van die tijd hebben in voormalig Nederlands Nieuw-Guinea ook het een en ander beleefd. Kan er aan dit gebrek aan informatie over deze periode niet iets gedaan worden? Ik woon thans in Engeland en woonde daarvoor acht jaar op Cyprus. De groeten van F. Wind
[email protected] (Naschrift van de redactie. Het klopt uiteraard dat we weinig vermelden over de door Frederik Wind genoemde periode 1953/1959. Dat komt domweg door het feit dat de meeste van onze leden (in ieder geval de landmacht leden) pas
22
in 1960 naar Nieuw-Guinea vertrokken. Maar redactie en bestuur willen graag de leemte vullen met verhalen/informatie van militairen die in Nieuw-Guinea waren in de genoemde periode. Maar daarvoor is hulp nodig van die leden die daar iets over kunnen vertellen. Frederik Wind kan dat zeker) Stuur uw reacties naar de redactie. Adres zie colofon. BERICHTEN van LEDEN en ORGANISATIES • Bericht van Wim Elgers Ridders Militaire Willemsorde overleden Ridder der 4e klasse der Militaire Willemsorde mevrouw Brunita Josepha
(Jos) Mulder-Gemmeke is maandag 20 december op 88-jarige leeftijd in haar woonplaats Den Haag overleden. Ze is op 27 december met uitgebreid militair ceremonieel begraven. Deze taak werd vervuld door 17 Pantserinfanteriebataljon van 13 Gemechaniseerde Brigade uit Oirschot. Op 24 december is ridder Militaire Willemsorde der 4e klasse Hendrik (Henk) Geert de Jonge begraven in het Rotterdamse Oud-Kralingen. Hij overleed op 12 december. Mevrouw Mulder-Gemmeke en Koningin Wilhelmina waren de enige vrouwen die de Militaire Willemsorde mochten ontvangen. Mevrouw Mulder-Gemmeke werd op 22 juli 1955 benoemd tot Ridder(4e klasse) in de Militaire Willemsorde voor haar verzetswerk. Zij was een van de oprichters van het illegale blad ‘Je maintendrai’ tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ook verzorgde zij herhaaldelijk transporten van radiozenders en andere middelen vanuit Engeland naar verzetsgroepen in Nederland. Geheim agent. Tijdens het vervoer per fiets van in haar kleding verstopte microfilms naar Brussel begaf de verzetsstrijdster zich door vijandelijke linies. Daarbij werd ze beschoten, maar wist het er levend af te brengen. De films waren bestemd voor de Nederlandse spionagedienst in Londen. Na een opleiding in Londen tot geheimagent, werd mevrouw Mulder-Gemmeke op 10 maart 1945 bij Nieuwkoop per parachute gedropt door een bommenwerper. Bij de landing viel ze in de ijskoude nacht in een sloot en liep permanente rugschade op. Verzetsmensen wisten haar te redden, maar ze liep wel een infectie op. De heer de Jonge ontving zijn Militaire Willemsorde op 7 oktober 1948. De Jonge, die na de KMA in 1938 werd bevorderd tot tweede luitenant bij het Regiment Kustartillerie, was Engelandvaarder en richtte de spionagegroep Albrecht op. Ook stimuleerde hij anderen om dergelijke groepen op te zetten. Op 1 september 1943 werd hij in de Pyreneeën opgepakt. In Duitsland belandde hij in verschillende gevangenissen en concentratiekampen tot de bevrijding in 1945. Met het overlijden van mevrouw B.J.Mulder-Gemmeke en de heer de Jonge, zijn er nog 6 Nederlandse Ridders in de Militaire Willemsorde in leven • Bericht van Joop de Ruiter De 928e Afd. Lt.Lua- Nieuw-Guinea organiseert haar 4e reunie op:
Vrijdag 15 april
23
Locatie Kumpulan op landgoed Bronbeek in Arnhem De aan de organisatie bekende personen hebben al een uitnodiging ontvangen Info: Joop de Ruiter. Telefoon 050-5034550 mail: joop.de
[email protected] •M arien Sandifort uit Ouddorp “een kort verslag van mijn reis naar Nieuw-Guinea”
Na vijftig jaar weer terug naar NieuwGuinea. Er is heel veel veranderd in die jaren maar ook vandaag aan de dag is die reis nog een hele onderneming. Toen we aankwamen in Biak waar ik indertijd gelegerd was werden we opgevangen door onze gids Chris Padwa. We gingen al snel op verkenning op dit nog altijd mooie eiland waardoor de herinneringen opborrelden. Overal Marien Sandifort met werden we door de bevolking warm opgeSilas en zijn vrouw vangen en het leek wel of ze erg blij waren ons te zien. Zelfs de Indonesische militairen van kamp Sorido waren erg hartelijk. We mochten overal komen en ook foto’s maken. Wel waren zij erg verwonderd dat we na vijftig jaar nog belangstelling hadden voor onze verblijfplaats van toen. Ook op het kamp was niet zoveel veranderd al waren de gebouwen behoorlijk in verval geraakt. Veel wegen zijn in tegenstelling tot vijftig jaar geleden geasfalteerd en ook heeft de bevolking net zoals hier mobieltjes waar ze druk gebruik van maken. Ook zijn er op de weg heel veel motoren en alles wat daar op lijkt te zien. Echt veel is er niet veranderd. Ik ben niet zo’n schrijver maar dit verhaaltje vertel ik jullie toch, en zeker aan hen die Biak van toen kennen, met een speciale reden. En wel de volgende. Beste sobats herinneren jullie je SILAS nog op de fiets met één arm? Hij werkte in de ziekenboeg, weten jullie dat nog? Het was heel bijzonder om hem met zijn vrouw na vijftig jaar weer te ontmoeten. Die ontmoeting was een heel emotioneel moment, voor hem en voor ons. Een moment dat ik voor altijd in mijn hart sluit. Samen met hem hebben we in de kerk gezeten. Het is heel mooi dat hij na een dergelijk lange tijd je naam en vriendschap van toen nog herinnerd. Iedereen die hem kent (zie foto) van toen roep ik op om een kaartje te sturen. Zijn adres is: Silas Rumbarar Vc.Sungai Brantas No Sungai 8933 Biak Republic Indonesia Na Biak zijn we nog naar Kaimana gegaan om na vier weken via Bali weer naar het koude Nederland terug te keren. Een bijzonder woord van dank aan Ad en Nel Bouterse en ook Alex Bezemer voor hun begeleiding. Kazerne BIAK 2010
24
• Ad en Nel Bouterse “een kort verslag van onze reis naar Nieuw-Guinea” Van twintig oktober tot één december maakten we een reis door voormalig Nederlands Nieuw-Guinea en Indonesië. Het is al weer een poosje geleden en zijn de Nederlandse en veteranenwerkzaamheden weer normale kost geworden. Onze reis had deze keer meerdere doelen. In het verleden bezochten we vaak alleen scholen maar deze keer hadden we ook kontact met een arts en verpleegkundige. Voor de arts hadden we een operatie set en paracetamol meegenomen. Ze waren daar (ik moet bijna zeggen helaas) bijzonder blij mee. Ad Bouterse met Alexander Eigenlijk moet het toch niet zo zijn dat Rumbiak die van hem een deze spullen daar niet normaal beoorkonde heeft ontvangen schikbaar zijn. Maar mensen blij maken geeft toch altijd weer een goed gevoel. Voor deze reis was er echter ook een bijzondere gebeurtenis voorzien. We konden namelijk tien voormalige koelies en oud leden van het PVK ontmoeten. Leden van het vroegere Papoea Vrijwilligers Korps. Zij kwamen uit de kampongs waar zij nu wonen naar onze tijdelijke verblijfplaats in Kaimana toe. Ze wisten allemaal hun rang en legernummer nog uit het hoofd. Aan vijf van deze Papoea’s heb ik een kleine veteranenspeld met een oorkonde uitgereikt. Ik heb dit gedaan namens het bestuur van de Vereniging Nederlands Nieuw-Guinea Militairen 1945-1962, als voorzitter van de sociale commissie van onze vereniging. De andere koelies en PVK leden die we nog kunnen vinden zullen in 2011 deze waardering ontvangen. Een echtgenote van een PVK lid kwam namens haar man die pas was overleden naar ons toe. Aan haar heb ik de veteranenspeld en oorkonde postuum uitgereikt. Zeker voor haar maar ook voor mij was deze uitreiking een zeer emotioneel moment van ons verblijf daar. Ik heb door die ontmoeting met deze oude Papoea vrienden van ons geleerd dat er nog veel mensen in leven zijn die ons in de jaren zestig dierbaar waren en veel voor ons betekenden. Onze missie van toen was voor deze bewoners van het toenmalige Nederlands Nieuw-Guinea bedoeld. Wij waren daar voor hun vrijheid die we helaas door allerlei politieke Ad Bouterse reikt de verwikkelingen nooit hebben kunnen veteranenspeld uit aan Lucas realiseren. Noucenie
25
OPROEPEN • OPROEP van Ed van Tuijl
In de afgelopen jaren verschenen nieuwsbrieven heb ik een aantal malen geschreven over de legerplaats Merauke. Maar ik wil niet elke keer over Merauke schrijven. Daarom nodig ik de lezers van de Nieuwsbrief uit om mij aan te geven of ze nog een leuk verhaal over hun legerplaats ( bv Fak Fak, Kaimana, Sorong, Biak of andere) hebben of daar een opmerkelijke gebeurtenis hebben meegemaakt. Vooral de verhalen dus van jongens die in een andere legerplaats dan Merauke zaten ontvang ik graag. Dan worden deze plaatsen ook eens belicht. Wie zijn verhaal kwijt wil kan mij mailen. Ik neem dan contact met je op om via één of een paar telefonische interviews jouw verhaal om te zetten in een artikel voor de Nieuwsbrief. Ik heb dat ook gedaan voor “het Stripverhaal” van Nico Kors, dat in deze Nieuwsbrief is te lezen. Het door mij gemaakte artikel wordt altijd van te voren opgestuurd zodat je weet wat er in komt te staan. Dus geen verrassingen achteraf. En als je dan ook nog een paar leuke foto’s bij dat verhaal hebt dan kan de redactie die aan het artikel toevoegen. Mijn mail adres:
[email protected] Geen mail? Dan een briefje naar: Ed van Tuijl, Polderstraat 13, 2965BA Nieuwpoort • OPROEP van Frans VOS
Oproep voor de reünie van MKS (Militie Kaderschool) op 3 mei 2011 in Doorn Het is 2011 en dus precies vijftig jaar geleden dat we opkwamen in de VBH kazerne in Doorn. En bijna iedereen werd uitgezonden naar Nederlands Nieuw-Guinea. Twee oude baksmaten, Edwin Jansen en Sjaak van der Male, organiseren deze reünie op 3 mei in Doorn. Maar we zoeken nog een aantal maten waarvan we de adressen niet hebben. Het zijn: Bos, Buitenhuis, Hardeman, de Kluiver, Koeleman, Roozendaal, Vente, Rutten, Buijs en Verheij van Wijck. En misschien zijn er ook nog wel maten waar we de namen niet van kennen. Zij kunnen zich natuurlijk ook melden voor de reünie. Voor deelname aan de reünie gaarne kontact opnemen met één van de onderstaande maten: Frans Vos 0165-543635
[email protected] Edwin Jansen 0317422335
[email protected] Sjaak van der Male 0317613852
[email protected] • OPROEP van Louis van Diessen
De sobats van het eerste peloton van de Acie op Sorong zijn nog steeds op zoek naar de toen witharige kok die met de andere koks de maaltijden in Teminaboean verzorgden. Zijn collega, s waren Wout Wanrooy en Jos Smits. Zijn bijnaam was Marietje, je weet hoe dat in het leger iedereen kreeg een bijnaam. Volgens informatie van een oud commando kapitein zou hij van Kuyk of een naam die daarop lijkt moeten heten. Mogelijk kwam hij uit Gelderland uit de buurt van Winssen. Reacties naar:
[email protected]
26
• OPROEP van Henk Hoogink
MKS (Militie Kaderschool 61/1) heeft kortgeleden haar eerste reünie gehouden. Maar we missen nog een aantal maten. Ben Barendsen/den Haag, A.M.Hartog/omgeving Zwolle- Kampen, Groeneveld, Jaspers/omgeving Souburg- Goes, Henk Ket/den Haag, Cas van Dorp/ omgeving den Haag- Leiden, C.van Noort/Leiden?,Henk van Brueghem/Veenendaal?, Jan Rensink/Raalte en Mols/Sittard? Reactie graag naar Henk Hoogink, IJsselkade 92,6981LG Doesburg, telefoon 0313475806, e-mail:
[email protected] • OPROEP van Wim van Delden
Het is vijftig jaar geleden dat we als militair naar Nederlands Nieuw-Guinea vertrokken en door geruime tijd doorbrachten. Wij willen graag met een groep van 10 tot 12 personen nog één keer , nu het nog mogelijk is teruggaan. Zijn er nog mensen die belangstelling hebben om mee te gaan. Zo,ja neem dan met mij contact op. Wim van Delden te Grave. Telefoon 0486472692. Mail
[email protected] * BEKENDMAKING
De Rooms-katholieke Geestelijk Verzorging, in samenwerking met de Stichting Militaire Lourdes Bedevaart, nodigt u uit deel te nemen aan de Militaire Bedevaart naar Lourdes 2011/. Met als thema “Verenigd door één Vader en hetzelfde gebed”, ontmoeten militairen uit tientallen landen elkaar in een ambiance van bezinning en gebed, gelardeerd met lichtere momenten van gezelligheid en kameraadschap. Informatie: website www.militaire bedevaart.nl BOEKEN RUBRIEK De redactie wil in deze rubriek voor veteranen interessante boeken vermelden De zomer van 1962
Boek geschreven door Andreas Schelfhout Boek beschrijft de laatste gevechten om Nederlands Nieuw-Guinea Andreas Schelfhout: “De zomer van 1962”, ISBN 978-90-8759-196-0, 16,50 euro. Te koop/te bestellen bij iedere boekhandel, bij de uitgever en via internet. Uitgeverij U2pi BV, Koningin Julianalaan 198, 2274 JP Voorburg, e-mail:
[email protected]. Steun de Papoea’s door dit boek te bestellen voor €19,14 ( €16,50 voor het boek en €2,64 verzending) Overmaken naar de Stichting Papoea Steunfonds Rekeningnummer 6887 onder vermelding van “De zomer van 1962” Van dit boek is al door het enorme succes de vijfde druk in bewerking. In dit boek werd door de Minister van Defensie een opvallende inleiding geschreven.
27
De Terugkeer
Op 22 september werd in het Indisch Herinnerings-centrum Bronbeek de terugkeer gepresenteerd. Het stripboek gaat over de Tweede Wereldoorlog in Zuidoost Azië en de Indonesische onafhankelijkheid en wordt als Nationaal Geschenk 2010 aangeboden aan alle derde klassen in het voortgezet onderwijs. Tekenaar Eric Heuvel en scenarioschrijver Ruud van der Rol geven in dit boek een indruk van de koloniale samenleving in vooroorlogse Indië. Dit werd door de makers gedaan in de vorm van een stripboek voor jongeren. Het boek is dus ook bestemd voor jongeren van 14 tot 16 jaar in het voortgezet onderwijs. De versie voor de scholen heeft een educatief katern, waarin belangrijke thema’s uit de strip worden toegelicht aan de hand van foto’s, kaartjes, dagboekfragmenten en interviews. Een boekhandelversie (zonder educatief katern)verschijnt in het najaar bij Uitgeverij Luitingh. Informatie Uitgeverij Luitingh, Amsterdam tel. 020-5307340. www.uitgeverijluitingh.nl Informatie: www.indischherinneringscentrum.nl Papoea’s Een volk in verdrukking!
Als Nieuw-Guinea veteraan heeft het de schrijver Henk Bartels altijd dwars gezeten dat de Papoea’s destijds noodgedwongen - door Nederland in de steek moesten worden gelaten. Maar voormalig Nederlands NieuwGuinea nu West Papoea is altijd in zijn gedachten gebleven. Hij schreef veel artikelen met West Papoea als achtergrond. Ook verscheen van hem het boek Tamara en Engelen van het Oerwoud. De schrijver hoopt dat met dit boek de Papoea’s een beetje uit de vergetelheid worden gehaald. Papoea’s Een volk in verdrukking! Henk Bartels. Paperback 132 pagina’s geïllustreerd €14,95. ISBN: 978-94-6089-551-7 Uitgever Boekscout, SOEST
[email protected] De jongens van Toedjoe Poeloe Doea
Eenmalige herdruk “De jongens van Toedjoe Poeloe Doea” Herinneringsalbum van het bataljon 3-14 R.I. 3e Infanterie Brigade groep, 1e Divisie “7 December” West-Java 1946-1950
28
Krakepoot
“Krakepoot” vertelt het verhaal van Wies Koppijn. Een dramatisch verhaal over een beschadigd leven. Geboren in Indië aan het begin van de Tweede Wereldoorlog. Gerepatrieerd naar het Nederland van de eind jaren veertig van de vorige eeuw. Daar trouwt ze met een Nederlandse straaljagerpiloot eind jaren vijftig. Net zwanger van hun eerste kind, verongelukt haar man met een Hawker Hunter straaljager. Net twintig moet ze dan haar leven nieuw vorm geven. ISBN 978-90-8708-128-7 www.uitgeverijbetelgeuze.nl Ontsnapt uit Arnhem
“Ontsnapt uit Arnhem” van de schrijver Godfrey Freeman, is het opmerkelijke, waar gebeurde verhaal van een jonge Royal Air Force-piloot die meevocht in de Slag om Arnhem. Dit adembenemende verhaal vertelt de persoonlijke ervaringen van een bescheiden maar ongelooflijk dappere soldaat die uit handen van de Duitsers wist te ontsnappen. ISBN 978-90-453-1121-0 BBNC uitgevers bv / BBNC Publishers
MUSEA De redactie wil in deze rubriek voor veteranen musea en interessante tentoonstellingen vermelden Welke militaire musea zijn er in Nederland? Hieronder vermelden we enkele van de musea. Informatie over deze musea is te vinden op internet. Militaire luchtvaartmuseum, Soesterberg www.militaireluchtvaartmuseum.nl Marine en mariniersmuseum, Den Helder www.defensie.nl/marine/cultureel Marechausseemuseum, Buren
www.marechausseemuseum.nl
Stoottroepenmuseum, Assen
www.stoottroepers.nl/RSPB-Museum
Legermuseum, Delft
www.legermuseum.nl
Cavaleriemuseum, Amersfoort
www.cavaleriemuseum.nl
Artilleriemuseum, ’t Harde
www.nederlandsartilleriemuseum.nl
Bronbeek, Arnhem
www.defensie.nl/cdc/bronbeek
29
Legermuseum Delft.
Voor volledige informatie over dit Museum raadpleeg de website www.legermuseum.nl • Toernooi ridders t/m 15 augustus 2011. Familietentoonstelling van een fantastische wereld vol riddertoernooien en middeleeuws muziek Museum Bronbeek Arnhem
• Vaste expositie “Het verhaal van Indië” Museum Bronbeek en het Indisch Herinneringscentrum Bronbeek hebben een nieuwe vaste tentoonstelling met de naam “Het verhaal van Indië” in het museum ingericht. De Nederlands koloniale geschiedenis in de Indonesische archipel staat hierin centraal. Vanaf 17 augustus2010 is deze tentoonstelling permanent geopend. Voor volledige informatie over dit museum raadpleeg de website www.bronbeek.nl Adverteerders
De redactie vraagt om adverteerders in onze Nieuwsbrief. Als u een gegadigde weet laat hem of haar dan contact opnemen met de redactie. (adres zie colofon) Onderwerpen voor de Nieuwsbrief
Hebt u een verhaal (met foto’s) over Nieuw-Guinea of hebt u iets interessants te melden, neem contact op met de redactie. De redactie wil graag in het bezit komen van foto’s van gebruikt materieel (voertuigen, wapens, uniformen e.d.) op Nederlands Nieuw-Guinea in de periode 1945-1962. Ook is er belangstelling voor foto’s van de kazernepoorten in de verschillende plaatsen op Nederlands Nieuw-Guinea. Hebt u een dergelijke foto neem dan even contact op met de redactie. Hebt u een verhaal m.b.t. op Nieuw-Guinea, een verhaal van toen of een verhaal van nu, stuur het naar de redactie. De redactie bekijkt dan of het geschikt is voor plaatsing in de Nieuwsbrief. Meegestuurde foto’s worden altijd geretourneerd. Ook vermeldingen van sportprestaties van onze leden nemen we graag op als ze echt bijzonder zijn. Website informatie Onder dit kopje vermeldt de redactie interessante websites. Als u een voorstel heeft attendeer de redactie dan daarop. www.stichtingmanusiapapua.nl
30
Nieuwjaarsreceptie 16 januari 2011 Vanaf het middaguur druppelden weer heel wat leden binnen in de “The Black Horse” in Roosendaal om de traditionele Nieuwjaarsreceptie van onze vereniging bij te wonen. De gasten werden eerst verwelkomd door Toon Dielemans en later door onze vicevoorzitter Bram Meurs die in zijn toespraakje wees op het feit dat deze receptie al voor de zeventiende achtereenvolgende keer hier gevierd werd. En dit alles mogelijk gemaakt door de tomeloze inzet van de Dielemansen. Om deze inzet nog eens te benadrukken werd aan Toon en zijn echtgenote José als blijk van waardering een fles edel vocht en een boeket bloemen overhandigd. Het werd in de loop van de middag een gezellige boel; het was druk aan de bar en het altijd vlot spelende duo “CARBON” zorgde er wel voor dat de voetjes van de vloer gingen. Ook aan de tafels werd gezellig bij gepraat. De stemming zat er goed in. Aan het eind van de middag werd de loterij gehouden. Ofschoon iets minder dan vorige jaren, werden er heel wat loten verkocht. De trekking werd, in het bijzijn van een notaris, verricht door Toon en zijn kleindochter Ilona. Veel van de prijzen werden ter beschikking gesteld door de Roosendaalse middenstand. Sommige prijzen waren zwaar van gewicht maar over het algemeen zeer gewaardeerd. En uiteindelijk ging het ook om het goede doel. De opbrengst van de loterij ten gunste van de Lepra Stichting in Merauke bedroeg ruim € 2200,Sterke verhalen
Tegen zes uur werd het koude en warm buffet alle eer aangedaan; de gerechten waren weer heerlijk en menig veteraan deed zich ook aan een tweede portie tegoed. Rond 19.30 uur kwam er een einde aan deze gezellige middag en ging men weer voldaan huiswaarts. Helaas ondervonden enkele aanwezigen vertraging in hun thuisreis vanwege het uitvallen van treinen van de N.S.
Aan de borreltafel
Toon Dielmans met kleindochter
31
32