EPO Stadsregio Arnhem-Nijmegen Concept
In opdracht van: Stadsregio Arnhem-Nijmegen
Nijmegen, 18 juni 2009
Inhoudsopgave Blz.
Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 1.2 1.3 1.4
EPO input voor structuurvisie De regionale ambitie EPO: een gezamenlijk document Opbouw van deze EPO
Hoofdstuk 2 Reële ruimtebehoefte 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Vraagraming Aanbod Confrontatie van vraag- en aanbod Monitoring Afsprakenkader ruimtebehoefte
Hoofdstuk 3 Zorgvuldig Ruimtegebruik 3.1 3.2 3.3
Herstructureringsopgave Intensivering Afsprakenkader zorgvuldig ruimtegebruik
Hoofdstuk 4 Kwaliteit op bedrijventerreinen 4.1 4.2 4.3
Segmentering Behoud van kwaliteit Afsprakenkader kwaliteit
Hoofdstuk 5 Instrumentarium 5.1
Inzet procesregisseurs
Mede door Buck Consultants International uitgevoerd
1 1 1 2 3
4 4 6 8 10 10
12 12 14 15
17 17 17 18
20 20
Bijlage 1
Vraagramingen Regionaal Plan
22
Bijlage 2
Aanbod
23
Bijlage 3
Herstructureringsopgave
26
Bijlage 4
Literatuurlijst
30
Hoofdstuk 1
1.1
Inleiding
EPO input voor structuurvisie
De Provincie Gelderland werkt momenteel aan de structuurvisie bedrijventerreinen, onlangs is het concept voorontwerp opgesteld. Regio’s spelen een belangrijke rol bij het vaststellen en realiseren van de doelen uit de structuurvisie. Daarom is elke regio gevraagd een Economisch Programmerings- en Ontwikkelingsdocument (EPO) op te stellen. Hierin worden afspraken omtrent (her)ontwikkeling en programmering van bedrijventerreinen in de regio vastgelegd. De vragen die zijn gesteld in het kader van de EPO sluiten goed aan op de ambitie die de stadsregio zich in zowel het Regionaal Plan als de Economische Agenda heeft gesteld om het bedrijventerreinbeleid te verbeteren. Onderliggende notitie vormt de EPO van de Stadsregio Arnhem Nijmegen. Het EPO geeft, door een gezamenlijke aanpak en afspraken op subregionaal niveau, antwoord op de uitvoering van de huidige ambities. Op basis van deze EPO wil de stadsregio afspraken maken met de Provincie Gelderland over de herstructurering van bestaande en de ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreinen in de regio.
1.2
De regionale ambitie
De stadsregio heeft een hoge economische ambitie, die zich in de komende jaren zal uitwerken in de regionale economie en van invloed zal zijn op de toekomstige vraag naar bedrijventerreinen (zie hoofdstuk twee voor nadere toelichting): • • • • •
De stadsregio als economisch kerngebied van Gelderland; De stadsregio groeit, ook in bevolkingsaantal nog door tot 2020 (dit in tegenstelling tot enkele andere Gelderse regio’s); Extra bedrijvigheid en extra werkgelegenheid door doortrekking A15 tot aan de A12 bij Zevenaar; Overloopfunctie vanuit de Randstad; Erkenning van de stadsregio als logistieke hotspot;
Stadsregio Arnhem Nijmegen
1
• • • •
Extra (beleidsmatige- en acquisitie-)inspanningen en investeringen in kansrijke clusters vanuit de economische agenda van de stadsregio; Bovenregionale marketing en acquisitie-inspanningen; Extra ruimtevraag door thematische bedrijventerreinen; Forse transformatieopgave die bekend is voor de regio.
Als gevolg van de hoge economische ambitie heeft de stadsregio de verwachting dat de vraag naar ruimte in de komende jaren zal uitstijgen boven de vraagraming van het TMscenario zoals dat door de provincie wordt gehanteerd. De stadsregio gaat uit daarom uit van het ‘TM+ scenario’. De stadsregio wil de planningsopgave die voortkomt uit het TM+ scenario vooral gebruiken als een leidraad en benadrukt dat gemeenten en stadsregio sturen op het aanbieden van voldoende ruimte van de juiste kwaliteit om te kunnen ondernemen (dit is immers niet voor elk bedrijf hetzelfde). Dat wil zeggen dat de stadsregio het te voorbarig vindt om nu al plannen te schrappen, maar zeer zeker wel van mening is dat overaanbod voorkomen dient te worden. De stadsregio wil dan ook de ontwikkelingen van vraag en aanbod blijvend monitoren en de resultaten daarvan gebruiken bij het faseren van zachte plannen. Om uitwerking te geven aan de regionale ambitie omtrent vraag, aanbod, herstructurering etc. en om afspraken te bewerkstelligen en om het proces te versnellen worden, is de stadsregio voornemens om in de nabije toekomst subregionale procesregisseurs aan te stellen. Hiermee kan maatwerk geleverd in elke subregio.
1.3
EPO: een gezamenlijk document
Bij het opstellen van deze EPO heeft de stadsregio een trekkende rol vervuld, maar de gegevens, de ambities en de concrete afspraken in dit document zijn in nauwe samenwerking met de twintig gemeenten geformuleerd. Het startschot voor het traject is gegeven door een bestuurlijke bijeenkomst en ook de afsluiting heeft op die manier plaatsgevonden. In de tussentijd zijn er drie regiobrede workshops georganiseerd en vier denktanks. Hiermee is een goede basis gelegd om uitvoering te geven aan verdergaande gemeentelijke samenwerking en/of regionale afspraken ten aanzien van herstructurering, regionale ruimteplanning en zorgvuldig ruimtegebruik, zoals geformuleerd in deze EPO. Onder voorbehoud van goedkeuring in de stadsregioraad, wordt het EPO - als uitwerking van de structuurvisie bedrijventerreinen - op 14 juli aanstaande behandeld in Gedeputeerde Staten.
Stadsregio Arnhem Nijmegen
2
1.4
Opbouw van deze EPO
Dit EPO is opgebouwd conform de provinciale richtlijn. De afspraken in dit EPO hebben dan ook betrekking op de volgende onderwerpen: • • • •
Reële ruimtebehoefte Zorgvuldig ruimtegebruik Ruimtelijke kwaliteit Instrumentarium
Elk hoofdstuk wordt afgesloten met een afsprakenkader. Hierin staan de afspraken weergegeven die op (sub)regionaal niveau reeds zijn gemaakt. In de komende maanden zullen deze afspraken verder uitgewerkt dienen te worden, maar hiermee mag duidelijk zijn dat de eerste stap genomen is om te komen tot samenwerking en afstemming op subregionaal niveau. Binnen de Stadsregio Arnhem Nijmegen zijn drie subregio’s te onderscheiden. Economische dynamiek vindt voornamelijk plaats binnen deze drie subregio’s. Daar waar mogelijk en noodzakelijk zijn afspraken gemaakt op het niveau van de subregio’s. Deze afspraken staan aan het einde van elk hoofdstuk benoemd. Het betreft de volgende subregio’s: • • •
A12-zone A15-zone A73-zone
Tabel 1.1
Indeling subregio’s naar gemeenten A12 – zone Arnhem – Noord Doesburg Duiven Montferland Rheden Rijnwaarden Rozendaal Westervoort Zevenaar
Stadsregio Arnhem Nijmegen
A15 – zone Arnhem – Zuid Lingewaard Overbetuwe Renkum Nijmegen – De Grift
A73 – zone Beuningen Groesbeek Heumen Mook & Middelaar Millingen ad. Rijn Nijmegen excl. De Grift Ubbergen Wijchen
3
Hoofdstuk 2
2.1
Reële ruimtebehoefte
Vraagraming
De provincie hanteert het TM-scenario (Transatlantic Market) om de ruimtebehoefte voor de komende jaren te bepalen. Berekeningen binnen dit scenario geven aan dat de behoefte aan bedrijventerreinen in de stadsregio 225 ha. bedraagt voor de periode 2009 – 20151 (beleidsvrije raming). Voor de periode 2009 – 2020 is een uitbreidingsvraag van 272 ha. geraamd voor de stadsregio en een vervangingsvraag van 34 ha. De totale planningsopgave voor de periode 2009 – 2020 komt daarmee neer op 306 ha. Het TM-scenario is een beleidsvrije raming wat wil zeggen dat er geen rekening is gehouden met de zogenaamde ‘plussen’ vanuit de regio. Voor de stadsregio gaat er vanuit dat de volgende ‘plussen’ leiden tot extra ruimtevraag: • • •
•
•
De stadsregio is niet alleen het stedelijk kerngebied van de provincie, maar ook zeer zeker het economisch kerngebied. De stadsregio groeit, ook in bevolkingsaantal nog door tot 2040. − In tegenstelling tot enkele andere Gelderse regio’s. Extra bedrijvigheid en extra werkgelegenheid door doortrekking A15 tot aan de A12 bij Zevenaar. − Deze verlenging betekent een sterke verbetering van de verbinding Rotterdam – Duitsland en zal zijn weerslag kennen in de regio. − Deze verlenging leidt tot een sterke verankering van de bedrijvigheid in de regio. Overloop uit de Randstad. − Uit onderzoek2 blijkt dat de Randstad, naast de Veluwe, de belangrijkste donorregio is voor de bedrijven in de A12-zone. Gezien het ruimtegebrek zal die vraag in de toekomst alleen maar toenemen. Erkenning van de stadsregio als logistieke hotspot. − DTZ3 heeft de stadsregio aangewezen als een van de zes logistieke hotspots van Nederland. Dit zijn gebieden met een sterke logistieke positie en een zeer positieve groeiverwachting ten aanzien van logistiek. − Realisatie van een kenniscentrum logistiek kan deze positie versterken.
1
Bijlage 4; Onderzoekappendix vraag & aanbod bedrijventerreinen behorende bij de concept Structuurvisie Bedrijventerreinen Provincie Gelderland (maart 2008) Bureau Economisch Onderzoek van de provincie Gelderland 2 Stec Groep (mei 2007), Marketing- en Acquisitieplan bedrijfsregio Arnhem Liemers 3 Bron: Safe Haven, de Nederlandse markt voor distributiecentra (DTZ, 2008)
Stadsregio Arnhem Nijmegen
4
•
• •
Extra (beleidsmatige- en acquisitie-)inspanningen en investeringen in kansrijke clusters vanuit de economische agenda van de stadsregio. − Dit betreft concreet de volgende vijf clusters: Health, Semiconductors, Energie- en Milieu Technologie (EMT), Mode & Design en Toerisme. Bovenregionale marketing en acquisitie-inspanningen; − Zo mogelijk in samenwerking met Oost NV. Extra ruimtevraag door thematische bedrijventerreinen zoals Roelofshoeve II in Duiven (zie tevens onderstaand kader), Agropark tweede fase in Lingewaard terrein en de Novio Tech Campus in Nijmegen.
Duurzaam Roelofshoeve In het kader van het project Duurzaam Roelofshoeve wordt gewerkt aan een ambitieus duurzaamheidsconcept. Hierbij wordt gedacht aan concepten waarbij de energetische- dan wel fysieke output van het ene bedrijf de input vormt voor het volgende bedrijf totdat het laagste entropische niveau wordt bereikt (cascade concept) dan wel de kringloop gesloten wordt (cradle tot cradle concept). In deze concepten wordt elektra, warmte en/of biogas geproduceerd in een mate waarin het industrieterrein meer dan self-sufficient is en kan leveren aan het openbare nuts-netwerk. Naast de diverse technologische vraagstukken zijn er ook vraagstukken die de ruimtelijke ordening dan wel economische zaken raken met name daar waar het vragen betreft als “Hoe ronden we het industrieterrein optimaal af en welke bedrijven passen binnen dit optimalisatieprofiel?” Voor de doorontwikkeling en realisatie van de concepten zullen diverse subsidies aangevraagd worden. Bron: Stadsregio Arnhem Nijmegen
De stadsregio ziet de vraagraming van de provincie als een voorzichtige inschatting en wil dan ook uitgaan van ‘TM+ scenario’, waarbij er vanuit wordt gegaan dat ruimtevraag een optelsom is van de geprognosticeerde uitbreidingsvraag en vervangingsvraag vanuit het TM-scenario en de extra vraag als gevolg van de genoemde plussen. De stadsregio wil dan ook vasthouden aan de planningsopgave die is gebaseerd op de vraagramingen zoals gepresenteerd in het Regionaal Plan. Dit resulteert in een planningsopgave van 280 ha. voor de periode 2009 – 2015 (zie hiervoor tevens bijlage 1). Zoals eerder aangegeven vindt de economische dynamiek binnen de stadsregio niet plaats op het niveau van de stadsregio, maar op het niveau van de subregio’s. Het is dan ook van belang om de planningsopgave uit het TM+ scenario op subregionaal niveau inzichtelijk te maken. Dit leidt tot de volgende subregionale verdeling 4 van de vraag voor de periode tot 2015: • • •
4
A12-zone A15-zone A73-zone
134 ha 84 ha 62 ha
Hierbij is aangesloten bij de relatieve verdeling zoals deze destijds eveneens is gehanteerd in het kader van het Regionaal Plan, zijnde A12-zone 48%, A15-zone 30% en A73-zone 22% van de totale planningsopgave
Stadsregio Arnhem Nijmegen
5
Doorkijk na 2020 De lange termijn ramingen van de provincie laten zien dat de verwachting is dat de vraag naar bedrijventerreinen rond 2020 – 2025 stabiliseert en vervolgens leidt tot een negatieve uitbreidingsvraag. Het TM-scenario gaat er dus vanuit dat het oppervlak bedrijventerrein vanaf 2022 in de gehele stadsregio kan afnemen met een totaal van 13 ha. tot 20405. Dat neemt niet weg dat er tussen gemeenten verschillen bestaan. Zo zijn er binnen de stadsregio ook gemeente die binnen het TM-scenario een groeiende vraag naar bedrijventerreinen blijven behouden, ook na 2020.
2.2
Aanbod
Het aanbod wordt inzichtelijk gemaakt per zone en bestrijkt de periode t/m 2015 (zie tevens bijlage 2): • • •
Actuele voorraad (terstond en niet terstond uitgeefbaar) Zachte plannen Transformatie
Tevens wordt er een onderscheid gemaakt naar lokale en regionale terreinen, omdat beide type terreinen een eigen functie kennen, een eigen dynamiek in de vraag hebben en ‘last but not least’ een eigen functie hebben. Lokale terreinen voorzien in een vraag van bedrijven die zich niet kunnen vestigen op regionale terrein (kavelomvang, type activiteiten etc.).
5
Bijlage 4; Onderzoekappendix vraag & aanbod bedrijventerreinen behorende bij de concept Structuurvisie Bedrijventerreinen Provincie Gelderland (maart 2008) Bureau Economisch Onderzoek van de provincie Gelderland
Stadsregio Arnhem Nijmegen
6
Tabel 2.1
Overzicht aanbod naar subregio Regionaal
Lokaal
(Sub)totaal
A12 – zone Terstond + niet terstond Zachte plannen Transformatie Subtotaal A12 – zone
101 66 - 17 150
19 19 - 34 4
120 85 - 51 154
A15 - zone Terstond + niet terstond Zachte plannen Transformatie Subtotaal A15 – zone
13 85 0 98
36 0 -9 27
49 85 -9 125
A73 – zone Terstond + niet terstond Zachte plannen Transformatie Subtotaal A73 – zone
38 63 - 20 81
6 13 - 11 8
44 76 - 31 89
stadsregio Terstond + niet terstond Zachte plannen Transformatie Totaal
152 214 - 37 329
61 32 - 54 39
213 246 - 91 368
Voor de periode na 2015 zijn de volgende zachte plannen nog bekend: •
• •
Centrepoort Noord (A12-zone) 5 ha netto t.b.v. parkeerplaats, ontwikkeling voor 2020 10 ha. netto, geplande uitgifte na 2020 7Poort II (A12-zone) Regionale zoeklocatie à 35 ha netto geplande uitgifte na 2020 Nijmegen De Grift (A15-zone) 37 ha netto Geplande uitgifte: 2016
Bovenstaande plannen6 zijn nog (zeer) zachte plannen. Er zal eerst duidelijk naar de behoefte gekeken worden voordat deze plannen verder ontwikkeld worden.
6
De Grift wordt al meerdere jaren meegenomen als zacht plan. Het was namelijk al in de voorloper van het Regionaal Plan 2006 – 2015 opgenomen evenals in het gemeentelijk structuurplan Land over de Waal.
Stadsregio Arnhem Nijmegen
7
2.3
Confrontatie van vraag- en aanbod
In de vraag- aanbodconfrontatie worden de aanbodcijfers zoals gepresenteerd in de vorige twee paragrafen afgezet tegen elkaar afgezet.
Tabel 2.2
Vraag- aanbodconfrontatie per subregio voor de periode 2009 - 2015, uitgaande van het TM+ scenario stadsregio 280 ha.
Vraag TM+ scenario (netto, lokaal +regionaal)
A12-zone 134 ha.
A15-zone 84 ha.
A73-zone 62 ha.
Terstond + niet terstond uitgeefbaar
213
120
49
44
Zachte plannen
246
85
85
76
Transformatie
-91
- 51
-9
-31
Subtotaal Confrontatie
368 + 88 ha.
154 + 20 ha.
125 + 41 ha.
89 + 27 ha.
Uit bovenstaande tabel blijkt dat het geplande aanbod groter is dan de vraagraming. De stadsregio stuurt op het kunnen aanbieden van voldoende ruimte (kwalitatief en kwantitatief) wat betekent dat de stadsregio er alles aan doet om overaanbod te voorkomen. Toch dient men bij de interpretatie van bovenstaande cijfers rekening te houden met de volgende twee aspecten: •
•
Nieuwe terreinen komen gefaseerd op de markt en worden gefaseerd uitgegeven over een langere periode met name als het om grotere plannen gaat. Het Betuws BedrijvenPark bijvoorbeeld komt in 2010 op de markt, maar de exploitatie loopt tot en met 20237. Ervaring heeft geleerd dat slechts een deel van de zachte plannen daadwerkelijk gerealiseerd wordt. De stadsregio wil voorlopig nog geen plannen schrappen en de mogelijkheid voor ontwikkeling openhouden voor de toekomst. Voordat er zachte plannen ontwikkeld zullen gaan worden zal een afweging gemaakt worden ten aanzien van de achtergrond van de vraag en de kwaliteit van het bestaande aanbod.
Binnen de stadsregio is er al een aantal afspraken gemaakt (zie onderstaand kader) om het overaanbod te verminderen aangezien een gepland overaanbod van deze omvang een niet-wenselijke situatie is. In de A12-zone zijn hierover al afspraken gemaakt en in de twee andere zones worden momenteel afspraken gemaakt op basis waarvan zachte plannen
7
In de actualisatie van de markttoets naar het Betuws BedrjijvenPark (Stec maart 2009), wordt onderstreept dat de vraag naar dit terrein zal uitkomen in een bandbreedte van 74 – 94 ha netto.
Stadsregio Arnhem Nijmegen
8
verder kunnen worden uitgesteld en waarop segmentering kan plaatsvinden. Het gaat om afspraken omtrent de volgende onderwerpen: • • •
Kwalitatieve match van vraag en aanbod; hierbij gaat het om een juiste afstemming tussen het type aanbod van terreinen en het type locaties dat bedrijven in de regio wensen. Opstellen criteria, welke terreinen zijn het belangrijkste? Segmenteren op (sub)regionaal niveau waarbij afspraken gemaakt worden over de ontwikkeling van locaties voor specifieke doelgroepen (w.o. hogere milieucategorie, vaarwatergebonden bedrijven, grootschalige logistiek et cetera).
Bestaande afspraken voor aanpak overprogrammering •
•
•
A12-zone Centerpoort Noord: 5 ha vóór 2020 ten behoeve van met name een bewaakt parkeerterrein voor vrachtwagens en 10 ha na 2020. 7Poort II: Regionale zoeklocatie van 35 ha netto is uitgesteld van 2018 naar na 2020 (startdatum uitgifte). De omvang van Kanaal II en III is gereduceerd, met respectievelijk 1 ha en 10 ha netto. Eventueel kan het zachte plan het Ambacht V (Westervoort) gefaseerd worden in de tijd. A-15 zone De Grift behoort in zijn geheel tot de A-15 zone en wordt in zijn geheel na 2015 ontwikkeld. Dit betekent dat 8 ha netto van het voormalig genoemde de Grift Zuid van hard plan (2010) tot zacht plan na 2015 is geprioriteerd (in totaal is de Grift 47 ha bruto en 37 ha netto). Betuws BedrijvenPark: Voorafgaand aan de vaststelling van het Regionaal Plan is hier een reductieslag gemaakt van 40 ha netto. A-73 zone De Loonse Waard: hierbij is de transformatieopgave later in de tijd gezet, deze wordt nu pas na 2020 getransformeerd waardoor deze buiten de planperiode (tot 2020) valt. Van de regionale zoeklocatie A-73 zone is de startdatum van uitgifte uitgesteld van 2010 naar 2012. Voor de zoeklocatie A73-zone is reeds afgesproken dat de netto omvang door toepassing van de SER-ladder gereduceerd is van 177,5 naar 103,9 hectare. Na een nadere analyse van de werkgelegenheidsontwikkeling en de verwachte terreinbehoefte. Is in het Regionaal Plan hiervoor 63 hectare opgenomen. Eventueel kan het zachte plan de Waterzuivering (Groesbeek) gefaseerd worden naar een later moment (nu 2015).
Bron:
Stec Groep (23 april 2009), Notitie strategie voor bedrijventerreinen in de Stadsregio Arnhem Nijmegen
Stadsregio Arnhem Nijmegen
9
2.4
Monitoring
De vraagramingen zoals gepresenteerd aan het begin van dit hoofdstuk zijn lange termijn ramingen en geven derhalve een relatief stabiel beeld voor de uitgifte tot 2020. Het uitgiftetempo en de behoefte aan verschillende type bedrijfslocaties zijn daarentegen conjunctuurgevoelig en kunnen dan ook jaarlijks variëren. De stadsregio is voornemens om de uitgiftes met behulp van IBIS-gegevens jaarlijks te monitoren. Op basis van deze gegevens kan de fasering van nieuwe ontwikkelingen ook jaarlijks worden aangepast. Het EPO wordt daarmee een terugkerend agendapunt op regionaal en subregionaal niveau tijdens ambtelijk en bestuurlijk economisch overleg.
2.5
Afsprakenkader ruimtebehoefte
Voor dit onderwerp is een algemene en zijn er in de A73 zone subregionale afspraken gemaakt. In de A12-zone waren voor dit onderwerp reeds afspraken gemaakt.
Algemeen De stadsregio zal de ontwikkelingen van vraag en aanbod blijvend monitoren en de resultaten daarvan gebruiken bij het faseren van zachte plannen. Telkens zal op basis van deze gegevens op subregionaal niveau een afweging worden gemaakt voor het al dan niet door laten gaan van zachte plannen. De subregio’s zijn van mening dat het onderscheid tussen regionale en lokale terreinen dat sinds enige tijd gehanteerd wordt, gehandhaafd moet blijven. Hierdoor zullen bedrijven van buitenaf alleen maar worden doorverwezen naar gemeenten die een regionaal terrein hebben. Lokale terreinen zijn immers bestemd voor bedrijven uit de eigen gemeente. Binnen de stadsregio bestaat behoefte om in beeld te brengen waar ruimte is voor HMCbedrijven (bedrijven die vallen in een hoge milieucategorie). Het gaat hier nadrukkelijk niet om het zoeken of aanwijzen van een nieuwe locatie, maar om in beeld te brengen waarop de bestaande terreinen ruimte is om deze terreinen op te vangen.
A12-zone Binnen de A12-zone zijn in de afgelopen jaren al diverse stappen gezet om overprogrammering te voorkomen. Het gaat hierbij concreet over het faseren van bijvoorbeeld 7Poort II Stadsregio Arnhem Nijmegen
10
tot de periode na 2020 en het aangeven van prioriteiten zoals Roelofshoeve II gericht op bedrijven in de hogere milieucategorie en de inzet op logistiek in Montferland en Zevenaar. Er dient nog een verdiepingsslag te worden om te bepalen of, na toepassing van deze maatregelen, het aanbod aan bedrijventerreinen ook in kwalitatieve zin aansluit op de vraag.
A15-zone Ook binnen de A15-zone zijn stappen gezet om overprogrammering te voorkomen. Zo is De Grift getemporiseerd tot na 2015 en is op het Betuws BedrijvenPark voorafgaand aan de vaststelling van het Regionaal Plan een reductieslag van 40 ha gemaakt.
A73-zone In de A73-zone is er geen noodzaak voor het verder schrappen of uitstellen van plannen aangezien het geraamd overaanbod aan tot 2015 in de A73-zone relatief klein is. Dit komt mede door de gemaakte afspraken voor de zoeklocatie A73-zone. Hier is reeds afgesproken dat de netto omvang door toepassing van de SER-ladder gereduceerd is van 177,5 ha naar 103,9 hectare. Na een nadere analyse van de werkgelegenheidsontwikkeling en de verwachte terreinbehoefte is in het Regionaal Plan hiervoor 63 hectare opgenomen. Daarnaast is de uitleglocatie in de A73-zone gefaseerd na 2012.
Stadsregio Arnhem Nijmegen
11
Hoofdstuk 3
3.1
Zorgvuldig Ruimtegebruik
Herstructureringsopgave
In de afgelopen jaren is er binnen de stadsregio reeds gewerkt aan de herstructurering van de bedrijventreinen. In de A73-zone en de A12-zone zijn meerdere terreinen geherstructureerd (zie tabel 3.1 en onderstaand kader) en zijn de bebouwingsmogelijkheden verruimd. Toch ligt er nog een forse herstructureringsopgave, voor meerdere terreinen zijn plannen opgesteld en voor enkele is de uitvoering nabij, zoals het Nestlé terrein in Elst. De benodigde vergunningen zijn reeds afgegeven en de uitvoering start dit jaar.
Tabel 3.1
Gemeente
Herstructureringsplannen al gerealiseerd (afgerond na 2005)
Plan
Bruto
Netto
Jaar afronding
Gemaakte kosten
Financieringsconstructie Publiek (%)
Arnhem Duiven Duiven Nijmegen
Het Broek ‘t Holland De Corridor Westkanaaldijk Winkelsteeg fase Nijmegen 1 en 2 Nijmegen Oostkanaalhaven Overbetuwe De Schalm Wijchen oost Wijchen fase 1 t/m 4
Stadsregio Arnhem Nijmegen
Privaat (%)
Subsidie (%)
2007 1.400.000
60
40
5 110
83
2006 2005
2.154.519
66
0
34
115 120 3
97 70 1
2008 2006 2009
2.476.050 9.500.000 4.200.000
51 40
0 0 100%
49 60
60
45
2008
6.300.000
2.500.000
3.800.000
12
Bestaande afspraken en lopende acties herstructurering Binnen de A12-zone wordt het bedrijventerrein Nieuwgraaf in Duiven qua profilering, ligging, thema, etc. als belangrijkste voor herstructurering gezien. Dit terrein wordt in de A12-zone dan ook naar voren geschoven als ‘prioriteit herstructurering’. De intensiteit van het ruimtegebruik is de laatste jaren al verhoogd. We noemen hierbij als voorbeeld Duiven: daar gold eerst een maximale bebouwingsdichtheid van 50% (Centerpoort), op het lokale terrein Graafstaete geldt een bebouwingsdichtheideis van minimaal 70%. In de A73-zone is al behoorlijk geherstructureerd en zijn de bebouwingsmogelijkheden verruimd. Met name door Nijmegen, Wijchen en Beuningen is en wordt er samengewerkt op het gebied van herstructurering, denk aan de revitalisering van West Kanaaldijk/ Sluis waarbij door Nijmegen en Beuningen is samengewerkt en de samenwerking tussen Nijmegen en Wijchen bij het Mercuriuspark en Wijchen Oost. Voor de bestemmingsplannen Westkanaaldijk, een deel van Noord Oostkanaalhavens (stadsbrugtracé) en Winkelsteeg zijn de bestemmingsplannen reeds aangepast met maatregelen voor zorgvuldig ruimtegebruik (minimale bouwhoogtes, minimale bebouwingspercentages, etc.) Voor Winkelsteeg geldt bijvoorbeeld een minimaal bebouwingspercentage van 60% voor delen van het terrein. Tevens zijn minimale bouwhoogtes aangegeven. Voor Bijsterhuizen gaat dit nog gebeuren. Novio Tech Campus Nijmegen is een belangrijk herontwikkelingsproject voor de komende jaren. Bron: Stec Groep (23 april 2009), Notitie strategie voor bedrijventerreinen in de Stadsregio Arnhem Nijmegen
Op basis van kengetallen zoals deze ook zijn gehanteerd door de Taskforce Herontwikkeling Bedrijventerreinen, is een inschatting gemaakt van de herstructureringsopgave voor de komende vier jaar, zie onderstaande tabel. Tabel 3.2
Herstructureringsopgave komende vier
Plan A12- zone A15-zone A73-zone stadsregio komende vier jaar
Bruto 223 38 161 422 ha
Inschatting kosten 66.977.000 43.410.000 126.218.185 236.605.185
Een globale inschatting laat zien dat de herstructureringskosten voor de komende vier jaar in totaal ruim 230 miljoen Euro bedragen (zie tevens bijlage 3). Een deel van deze kosten is reeds gedekt. Gemeenten houden er, bij de dekking van de kosten rekening mee dat een deel van de kosten uit de planexploitatie afgedekt worden, terwijl andere herstructureringsprojecten hebben hun financiering al verder geregeld (o.a. Mercuriuspark Nijmegen). Dit betekent dat de werkelijke herstructureringsopgave feitelijk lager is. Voor zover er nog geen andere financieringsmogelijkheden zijn geregeld zijn de gemeenten er vanuit gegaan dat komt 50% voor rekening komt van de gemeente waarbij de financiering zo mogelijk wordt opgebracht met medewerking van het bedrijfsleven op de bedrijventerreinen. Voor de andere 50% willen de stadsregio en de regiogemeenten afspraken maken met Rijk en provincie om na te gaan wat de mogelijkheden zijn voor cofinanciering. Het gaat dan om een bedrag van maximaal 118 miljoen Euro.
Stadsregio Arnhem Nijmegen
13
3.2
Intensivering
De SER-ladder is al enige jaren onderdeel van het beleid van de stadsregio. Deze is allereerst gericht op het benutten en intensiveren van bestaand terrein en pas dan op het ontwikkelen van nieuw terrein. Om hier uitvoering aan te geven heeft de gemeente Overbetuwe bijvoorbeeld een bestuurlijk convenant afgesloten met haar buurgemeenten over de voorrangsregeling voor bedrijven uit buurgemeenten. Het doel van de SER-ladder is onder andere het voorkomen van leegstand en veroudering op bestaande terreinen als gevolg van de verplaatsing van bedrijven naar de andere bedrijventerreinen. Binnen de stadsregio zijn al meerdere concrete voorbeelden te benoemen waar de SER-ladder en intensief ruimtegebruik in de afgelopen jaren zijn toegepast: • • •
•
De gemeente Overbetuwe op haar website een overzicht van bestaande bedrijfsverzamelgebouwen om daarmee ondernemers ook op bestaand vastgoed te wijzen. In Nijmegen wordt al sinds 2003 ingezet op zorgvuldig ruimtegebruik door ondermeer het opnemen van maatregelen hiervoor in het bestemmingsplan. Het Nijmeegs bedrijventerreinbeleid zet in op intensivering en herstructurering van bestaande terreinen (Mercuriuspark als onderdeel van NOK, Novio Tech Campus Nijmegen) en zijn nieuwe plannen gefaseerd zijn in de tijd, mede door het nog beschikbare aanbod en de mogelijkheid om te verdichten op enkele bestaande bedrijventerreinen. Ook in kleinere gemeenten als Millingen aan de Rijn, Renkum en Doesburg is intensivering en herstructurering van bestaande bedrijventerreinen leidend principe. Nieuwuitgifte speelt in deze gemeenten niet tot nauwelijks een rol.
In de komende jaren zal de SER-ladder verder worden toegepast, zie hiervoor tevens het laatste hoofdstuk ‘instrumentarium’. In het kader van het Regionaal Plan zijn er destijds afspraken gemaakt over de intensiveringsopgave. In het Regionaal Plan wordt gesproken over een intensiveringsopgave van 170 ha. voor de periode 2006-2020 op zowel oude als nieuwe terreinen8. Bij de voorbereidingen van deze EPO is getracht inzichtelijk te maken in hoeverre deze ambitie anno 2009 is gerealiseerd, maar er zijn te weinig gegevens voor handen om te berekenen op welke terreinen de (berekende) ruimtewinst is behaald. De stadsregio stelt daarom voor om een nulmeting te doen en de cijfers daarna met regelmaat te controleren.
8
Uitgangspunt hierbij is een behoefteraming van 490 ha. nieuw bedrijventerreinen (2006-2020)
Stadsregio Arnhem Nijmegen
14
3.3
Afsprakenkader zorgvuldig ruimtegebruik
Een algemene opmerking met betrekking tot dit onderwerp betreft de wens voor het toepassen van een regionale bedrijvendatabase. Het gaat hierbij om een regionale bedrijvendatabase, waarvan de inbreidingsanalyse en de leegstandsanalyse deel uitmaken. Dit zou een goede tool zijn om de SER-ladder goed toe te kunnen passen en om de bedrijven optimaal tot dienst te kunnen zijn.
A12-zone Doordat de A12-zone al relatief vergevorderd is op het gebied van herstructurering is het niet nodig om hierover nieuwe afspraken te maken. De aanpak van het terrein Nieuwgraaf is bijvoorbeeld al geprioriteerd en bovendien ligt er een voorstel om 50% van de opbrengsten van nieuwe regionale terreinen te labelen voor de herstructurering van bestaande terreinen (op gemeentelijk niveau)9. Bij de ontwikkeling van lokale terreinen daarentegen geldt dat de opbrengsten van de uitgifte lager uitvallen. Dit betekent dat voor herstructurering van lokale terreinen een groter beroep gedaan zal moeten worden op de gelden van het Rijk. Binnen de A12-zone is de afspraak gemaakt voor een actualisatie van de kwalitatieve match van de vraag en aanbod van de bedrijventerreinen. Gesteld wordt dat er al veel dingen afgestemd zijn, maar dat wenselijk is om alles nog eens overzichtelijk op een rij te zetten. Het aanbod aan bedrijventerreinen is goed in beeld, het inzicht in de vraag is gedateerd. Op basis van de resultaten van de kwalitatieve match zal gekeken worden of er aanpassingen mogelijk cq. noodzakelijk zijn in de segmentering en fasering van de terreinen. De gemeenten in de A12-zone onderschrijven de principes van de SER-ladder, maar voordat dit wordt vertaald in een uitgifteprotocol zou nader onderzocht moeten worden wat de voor- en nadelen zijn, bovendien zijn de gemeenten van mening dat het toepassen van de SER-ladder in een uitgifteprotocol alleen werkbaar is als dit op het niveau van stadsregio wordt opgepakt. Daarnaast zouden er duidelijke afspraken gemaakt moeten worden over de doorverwijzing van bedrijven naar buurgemeenten en het onderling uitwisselen van informatie over bedrijven die binnen de regio ‘shoppen’.
A15-zone De SER-ladder wordt in de A15-zone al toegepast bij het Betuws BedrijvenPark. De ervaringen die hier opgedaan zijn kunnen in de subregio en in de stadsregio gebruikt worden.
9
Bij de gemeente Arnhem blijft 100% van de opbrengsten uit nieuwe uitleg binnen de totale grondexploitatie voor Koningspleijn, die kostenneutraal is. Indien er mogelijk door grondprijsverhoging meer geld binnen komt zal de extra winst waarschijnlijk niet voor herstructurering elders in de stad worden ingezet wegens andere prioriteiten. Niettemin zal dan altijd nog meer dan 50% van de totale opbrengsten uit nieuwe uitleg binnen het plan Koningspleijn aan herstructurering worden besteed
Stadsregio Arnhem Nijmegen
15
Binnen de A15-zone is draagvlak voor het verkennen van de mogelijkheden voor verevening van oude en nieuwe terreinen. Er is nog geen draagvlak voor het labellen van een percentage van de opbrengsten van nieuwe bedrijventerreinen voor de herstructurering. Men wil op basis van het in beeld brengen van de voor- en nadelen, een afweging kunnen maken.
A73-zone De reeds bestaande samenwerking tussen de gemeenten Wijchen, Nijmegen en Beuningen werkt goed, waardoor deze gemeenten ook in de toekomst met elkaar willen blijven samenwerken, onder meer bij de herstructurering van bedrijventerreinen. Wellicht dat een ambtelijk afstemmingsoverleg zoals dat al in de A12-zone plaatsvindt, ook in de A73-zone gehouden kan worden. Binnen de A73 zone bestaat de wens tot het toepassen van de ruimteverkenner, zowel op de individuele kavels als op de gehele bedrijventerreinen. Veel gemeenten hebben al in hun bestemmingsplannen maatregelen opgenomen waarmee intensief ruimtegebruik gestimuleerd wordt. De gemeenten in deze subregio denken aan het regionaal toepassen van minimale bebouwingspercentages en minimale bebouwingshoogten, zowel op nieuwe als op oude terreinen. Gemeenten zijn voorstander van het doorlopen van een uitgifteprotocol met bedrijven die zich op een (nieuw) bedrijventerreinen willen vestigen. Een strikte hantering, waarbij de uitkomst bindend is voor een bedrijf, wordt niet onderschreven door de gemeenten.
Stadsregio Arnhem Nijmegen
16
Hoofdstuk 4
4.1
Kwaliteit op bedrijventerreinen
Segmentering
Bij de ontwikkeling van bedrijventerreinen in de stadsregio wordt nadrukkelijk rekening gehouden met de gewenste kwaliteit vanuit de ondernemers om daarmee tegemoet te komen aan de verschillende gebruikers die verschillende eisen stellen. Naast een kwantitatieve match van vraag- en aanbod is dus tevens een kwalitatieve match van groot belang. Bij de ontwikkeling van zachte plannen zal er dus op subregionaal niveau niet alleen worden nagegaan hoe groot de vraag naar ruimte is, maar tevens welke kwaliteitseisen de toekomstige gebruikers stellen (denk aan beeldkwaliteit, kavelgrootte, ontsluiting, milieucategorie, laad- en losmogelijkheden et cetera). Daarnaast kunnen er terreinen ontwikkeld worden voor specifieke doelgroepen. Dit gebeurd reeds in de regio met onder meer: • • • •
Bedrijventerrein Roelofshoeve (duurzaam bedrijventerrein); Agropark tweede in Lingewaard (terrein is volledig gelieerd aan agribusiness); Novio Tech Campus in Nijmegen (clustering rond halfgeleiders en micro-electronica); Koningspleijn (selectieve uitgifte op basis van Energie en Milieutechnologie en Innovatieve industrie).
4.2
Behoud van kwaliteit
Gemeenten binnen de stadsregio zijn zich er van bewust dat behoud van kwaliteit een zeer belangrijke voorwaarde is om herstructurering in de toekomst te beperken en/of voorkomen. Parkmanagement wordt daarom in diverse ingezet. Zo is in Nijmegen op elk terrein sprake van een georganiseerde vorm van parkmanagement, de mate waarin verschilt echter per terrein. Overbetuwe stelt parkmanagement verplicht bij de ontwikkeling van nieuwe terreinen en hanteert een preventief herstructureringsbeleid. Dit houdt onder meer in dat er een hoge frequentie is van onderhoudswerkzaamheden en maatwerk wordt geleverd aan ondernemers bij de verkoop van kavels. En ook op de drie meest recente bedrijventerreinen,
Stadsregio Arnhem Nijmegen
17
De Schalm, Poort van Midden Gelderland Zuid en Merm, zijn de ondernemers bij aankoop van de grond verplicht deel te nemen in een beheersstichting; deze stichting wordt via een jaarlijkse bijdrage per m2 gevoed. Bij de ontwikkeling van het Betuws BedrijvenPark gaat men nog een stapje verder door het toepassen van het zogenaamde landlord-principe (zie onderstaand kader).
Het Betuws BedrijvenPark en het Landlord Principe In de Ontwikkelingsvisie Betuws BedrijvenPark (2007) is het parkmanagement uitgebreid tot het landlord-principe. Het Betuws BedrijvenPark wil een voorbeeld zijn voor een nieuwe generatie duurzame bedrijventerreinen in Nederland: • • • • •
tijdloos, met behoud van waarde op lange termijn; veilig, met een kwalitatief goede verkeersontsluiting; milieuvriendelijk, met een reële ambitieniveau voor zorgvuldig ruimtegebruik; een goede beeldkwaliteit, met zorgvuldige inpassing in haar directe omgeving met groen en water; een aantrekkelijk openbaar leven op straat.
Het Betuws BedrijvenPark creëert hierdoor een maximale waarde voor haar gebruikers, eigenaren, omwonenden en overige belanghebbenden. uitgangspunt voor parkmanagement gebaseerd op het landlord-pricipe is dat de Landlord continu aanwezig moet zijn, zowel in de beheerfase, als ook in de ontwikkelingsfase en bij de uitgiftefase en beheersfase. Bron: Gemeente Overbetuwe
4.3
Afsprakenkader kwaliteit
A15-zone In de A15-zone geeft aan mee te willen werken aan het regionaal uitwerken en afstemmen van beeldkwaliteitsplannen, parkmanagement, intensief ruimtegebruik en het toepassen van de ruimteverkenner. De gemeente Nijmegen en Overbetuwe hebben al regelmatig overleg over de samenhang tussen het zachte plan van de Grift en het Betuws BedrijvenPark. Deze bedrijventerreinen komen in de toekomst naast elkaar te liggen waardoor beide partijen groot belang hechten aan een goede afstemming. Het gaat hierbij om onderwerpen als segmentering, fasering, beeldkwaliteit, ontsluiting, windmolens. De gemeente Lingewaard heeft aangegeven meer overleg en afstemming te willen met de twee gemeente Overbetuwe en Nijmegen. Afstem-
Stadsregio Arnhem Nijmegen
18
ming met deze gemeente vindt momenteel alleen plaats tijdens het economisch platform stadsregio.
A73-zone Gemeenten in de A73-zone geven er de voorkeur aan om bedrijventerreinen te segmenteren naar omvang van de bedrijven en niet naar beeldkwaliteit, omdat lokale ondernemers zich moeten kunnen huisvesten voor elke vorm van beeldkwaliteit. Ook in A73-zone wil men parkmanagement verplichten bij de uitgifte van nieuwe terreinen. Wellicht zijn er mogelijkheden voor een gezamenlijke (subregionale) parkmanagementorganisatie. Dit leidt tot kennisoverdracht en tot kostenbesparing.
Stadsregio Arnhem Nijmegen
19
Hoofdstuk 5
5.1
Instrumentarium
Inzet procesregisseurs
De afspraken zoals benoemd aan het einde van elk hoofdstuk zijn de eerste resultaten van een intensief samenwerkingsproces waarmee de ambities, goede voornemens en noodzakelijke maatregelen die zijn beschreven in deze EPO tot uitwerking gebracht moeten worden. Aangezien alle partijen zich ervan bewust zijn dat dit een omvangrijk proces is dat zo nu en dan ook tot stevige discussies zal leiden, hebben de portefeuillehouders ‘werken en ruimte’ van alle regiogemeenten aangegeven hiervoor graag gebiedsgerichte procesregisseurs in te zetten. In lijn met de afspraken in dit EPO, staat de subregionale benadering hierbij centraal. Aansturing van de drie subregio’s vindt plaats vanuit de stadsregio. De procesregisseurs zullen de afspraken die de regiogemeenten, stadsregio, provincie en Rijk met elkaar maken in het kader van dit EPO, niet alleen verder inhoud geven, maar ook versnellen en afstemmen. De rol van de procesregisseurs is drieledig: A Ondersteuning bieden bij het maken van bedrijventerreinbeleid, het maken van subregionale afspraken en het oplossen van knelpunten bij herstructurering. B Invulling geven aan taken aangaande monitoring van o.a. vraag en aanbod, leegstand en intensivering. C Gevraagd en ongevraagd adviseren van wethouders Ruimte en Economie.
Stadsregio Arnhem Nijmegen
20
Bijlagen
Stadsregio Arnhem Nijmegen
21
Bijlage 1
Vraagramingen Regionaal Plan
In het Regionaal Plan van de stadsregio wordt uitgegaan van een bedrijventerreinenbehoefte van 490 ha. voor de periode 2006-2015. Deze behoefteraming is gebaseerd op de vorige generatie langetermijnscenario’s uit 1999. Daarnaast is in het Regionaal Plan een beleidsambitie geformuleerd om in periode 2006-2015 te komen tot een intensivering van het grondgebruik wat naar schatting zal leiden tot een ruimtebesparing van 170 ha. Per saldo resulteert een behoefte van 320 ha. (490 - 170). In de reeds verstreken prognosejaren 2006, 2007 en 2008 is de feitelijke uitgifte in de stadsregio 91 ha. geweest (IBIS-Gelderland, mei 2009). Voor de periode 2009-2015 resulteert dus nog een planningsopgave van 399 ha. (490 - 91) exclusief intensivering. Over de resultaten van de intensiveringsinspanningen tot op heden zijn geen gegevens bekend. Wanneer wordt aangenomen dat de opbrengsten geleidelijk in de periode 20062015 worden gerealiseerd dan is van de ambitie reeds 51 ha. ingelost en is er nog 119 te gaan. Wordt dit verdisconteerd in de hiervoor berekende planningsopgave dan resulteert nog een opgave van 280 ha. (399 - 119).
Uitbreidingsvraag + vervangingsvraag bedrijventerreinen stadsregio in ha. Regionaal Plan 2006-2015 gerealiseerd 2006-2008 Restant voor de periode 2009-2015 Bron:
Behoefteraming / Uitgifte 490 91 399
Intensiveringsambitie 170 51 119
Planningsopgave 320 280
memo: Vergelijking nieuwe en de vorige behoefteramingen voor de Stadsregio Arnhem Nijmegen, Bureau Economisch Onderzoek / Provincie Gelderland (18 mei 2009)
Stadsregio Arnhem Nijmegen
22
Aanbod
Bijlage 2
A12 – zone Tabel 1
Terstond + niet terstond uitgeefbaar A12-zone Gemeente Arnhem (excl. Zuid)
Bruto (in ha’s) 297
Doesburg
Netto uitgeefbaar (in ha’s) 30
32
29
0
Duiven
311
217
25
Montferland
181
153
3
Rheden
118
112
8
71
69
0
0
0
0
21
14
0
263
172
54
1.283
974
120
Rijnwaarden Rozendaal Westervoort Zevenaar Totaal
Tabel 2
Netto (in ha’s) 226
Zachte plannen A12-zone t/m 2015 Gemeente Arnhem
Plan Koningspleyn*
Regionaal
Bruto 27
Netto 23
Jaar uitgifte 2011
Duiven
Seingraaf
Regionaal
18
11
2011-2012
Duiven
Centerpoort Noord** Regionaal
8
5
2010 - 2011
Montferland
Eurregionaal bdt.
Regionaal
33
27
2012
Montferland
Kollenburg
Lokaal
9
7
2013
Rheden
Kanaal III
Lokaal
10
8
2011
Westervoort
Het Ambacht V
Lokaal
6
4
-
Totaal 111 85 * Koningspleyn: netto 23 ha waarvan 3,5 ha reeds uitgegeven t.b.v. de verplaatsing van de asfaltcntrale Bruijl uit Wageningen ** Centrepoort Noord: 5 ha netto voor 2020 t.b.v. een bewaakte parkeerplaats voor vrachtwagns en 10 ha na 2020
Stadsregio Arnhem Nijmegen
23
Tabel 3
Transformatie A12-zone Gemeente Arnhem
Plan Westervoortsedijk
Regionaal
Bruto (in ha’s) 21
Netto (in ha’s) 17
Doesburg
Havengebied
Lokaal
1
1
Doesburg
Koppelweg
Lokaal
2
2
Montferland
De Fluun Noord
Lokaal
5
5
Rheden
Dieren Oost
Lokaal
28
22
Rhijnwaarden
Herwen 1992
Lokaal
4
4
61
51
Totaal
A15-zone Tabel 4
Terstond + niet terstond uitgeefbaar A15-zone Gemeente Arnhem Zuid
Bruto (in ha’s) 35
Lingewaard Nijmegen De Grift Overbetuwe Renkum Totaal
Tabel 5
Netto (in ha’s) 30
195
168
34
43
25
0
273
179
15
67
66
0
613
468
49
Zachte plannen A15-zone t/m 2015 Gemeente Overbetuwe
Plan Betuws BedrijvenPark
Bruto 120
Regionaal
Totaal
Tabel 6
Netto uitgeefbaar (in ha’s) 0
120
Netto Jaar uitgifte 85 2010 85
Transformatie A15-zone Gemeente Lingewaard
Plan Polseweg
Lokaal
Lingewaard
Lingewal
Lokaal
Totaal
Stadsregio Arnhem Nijmegen
Bruto (in ha’s) 3
Netto (in ha’s) 3
6
6
9
9
24
A73-zone Tabel 7
Terstond + niet terstond uitgeefbaar A73-zone Gemeente Beuningen
Bruto (in ha’s) 99
Netto uitgeefbaar (in ha’s) 6
Groesbeek
42
33
0
Heumen
51
42
0
Mook & Middelaar
26
24
0
Millingen a/d Rijn
15
14
0
699
502
38
7
6
0
199
152
0
1.138
853
44
Nijmegen (excl. De Grift) Ubbergen Wijchen Totaal
Tabel 8
Netto (in ha’s) 80
Zachte plannen t/m 2015 Gemeente Heumen
Plan Overasselt
Lokaal
Bruto 5
Netto 3
Ubbergen
Wijzigingsgebied Lieskes Wengs
Lokaal
2
1
2010
Groesbeek
Hulsbeek
Lokaal
8
6
2012
Nijmegen
A73 zone - regionaal plan
Regionaal
90
63
2012
Groesbeek
Waterzuivering
Lokaal
4
3
2015
109
76
Totaal
Tabel 9
Jaar uitgifte 2009
Transformatie Gemeente Heumen
Plan Taaiendijk
Lokaal
Nijmegen
Noord Kanaalhaven
Regionaal
Wijchen
Kraanvogel
Lokaal
Totaal
Stadsregio Arnhem Nijmegen
Bruto (in ha’s) 8
Netto (in ha’s) 8
30
20
3
3
41
31
25
Herstructureringsopgave
Bijlage 3
Tabel 10
Herstructureringsvormen en bijbehorende kosten per ha
Type herstructurering Facelift
Omschrijving Grote opknapbeurt
Kosten per ha 75.000 euro/bruto ha
Revitalisering
Behoud bestaande economische functie met ingrepen in infrastructuur en openbare ruimte
230.000 euro/bruto ha
Zware revitalisering
Behoud bestaande economische functie met forse ingrepen m.n. verwerving/sloop, bodemsanering, nieuwe infrastructuur
1.400.000 euro/bruto ha
Herprofilering
Functiewijziging, maar wel behoud van werkfunctie (bijv. switch naar kantoren)
1.400.000 euro/bruto ha
Transformatie
Geen economische functie meer, maar bijv. wonen
-
Bron: Kansen voor Kwaliteit, Commissie Noordanus
Stadsregio Arnhem Nijmegen
26
Tabel 11
Herstructureringsopgave komende vier jaar
Gemeente Arnhem Arnhem Doesburg Doesburg Doesburg
Plan IJsseloord I Overmaat - Rijkerswoerd Havengebied Beinum Verhuellweg
Type Revitalisering Facelift Herprofilering Facelift Herprofilering
Duiven Montferland Rijnwaarden Rijnwaarden Westervoort Zevenaar Zevenaar
Nieuwgraaf De Fluun I Spijksedijk Herwen 1992 Het Ambacht Tatelaar Zuidspoor TOTAAL A12-ZONE
Revitalisering Revitalisering Revitalisering Facelift Facelift Zware revitalisering Zware revitalisering
40 18 50 4 21 13 8 223
Overbetuwe Overbetuwe Renkum Renkum Renkum Renkum
Elst centraal Nestlé terrein / De Aam Schaapsdrift Veentjesbrug Cardanuslaan Klingelbeekseweg TOTAAL A15-ZONE
Herprofilering Zware revitalisering Facelift Revitalisering Facelift Herprofilering
12 5 9,2 4 1,6 3,4 38
1)
Bruto 15 26 1 15 12
Netto 13 26 13
15 50 2 14 9 7
3 3 7,8 3 1,6 3,4
Realisatietermijn 2012 2007 - 2015 2011 - 2012 2009 - 2013
Inschatting kosten 1.300.000 2.000.000 1.960.000 1.125.000 9.617.000
2009 - 2014 2008 - 2009 vanaf 2010 2009 2010 2009 2009 - 2011
11.500.000 4.140.000 11.500.000 300.000 1.575.000 18.760.000 3.200.000 66.977.000
2012 2009 - 2010 2011 - 2013 2010 - 2012 2010 - 2013
16.800.000 20.000.000 700.000 1000.000 150.000 4.760.000 43.410.000
Gedekte 1) Kosten
1.800.000
20.000.000
3.760.000
Gemeenten zijn er bij het invullen van de kolom ‘gedekte kosten’ vanuit gegaan dat een deel van de kosten uit de planexploitatie afgedekt kan worden
Stadsregio Arnhem Nijmegen
27
Gemeente Groesbeek Heumen
Heumen Lingewaard Millingen ad Rijn Millingen ad Rijn Nijmegen Nijmegen Wijchen Wijchen Wijchen
Plan
Type
Bedrijventerrein I en II Sluisweg en Hoge Brug
Revitalisering Revitalisering
24 36
20 28
Hoge Brug Noord Pannenhuis I Molenveld Scheepswerf Mercuriuspark (Oost Kanaalhaven) Novio Tech Campus (NXP terrein) eerste fase Wijchen - Oost Wijchen - Oost fase 4a Wijchen - Oost fase 5 TOTAAL A73-ZONE
Revitalisering Revitalisering Revitalisering Facelift Herprofilering
3 30 11 4 25
3
Herprofilering Revitalisering Revitalisering Revitalisering
TOTAAL KOMENDE VIER JAAR
Bruto
Netto Realisatietermijn
Inschatting kosten
2007 - 2010 2009 - 2011
752.685 1.500.000
10 4 15
2009 - 2013 2009 2008 - 2013
3.500.000 6.900.000 2.438.000 277.500 55.000.000
16
10
2008 - 2013
5 8
5
2009 - 2012 2009 2011
161
Gedekte 1) Kosten
Openstaande posten
SEB/EFRO in behandeling 2.000.000
1.500.000
1.500.000 6.900.000
46.750.000
8.250.000
46.000.000
23.000.000
23.000.000
1.150.000 700.000 8.000.000 126.218.185
0 700.000 6.000000
1.150.000 2.000.000
236.605.185
1) Gemeenten zijn er bij het invullen van de kolom ‘gedekte kosten’ vanuit gegaan dat een deel van de kosten uit de planexploitatie afgedekt kan worden
Stadsregio Arnhem Nijmegen
28
Tabel 12
Herstructureringsopgave lange termijn
Gemeente Arnhem Arnhem Doesburg
Plan Kleefse Waard / Nieuwe Havenweg Westervoortsedijk / Emplacement Gieterij - eiland
Type Revitalisering Zware revitalisering Revitalisering
Bruto
Doesburg Rheden Rheden Rozendaal Westervoort Zevenaar
Koppelweg Kanaal I Dieren Oost n.v.t. Geen plannen Hengelder Oost
Transformatie Revitalisering Herprofilering
20 10
Revitalisering
23
4
Netto 6 4 4
Realisatietermijn na 2013
0 4600000 14000000
5.175.000
TOTAAL A12 ZONE Lingewaard Lingewaard Overbetuwe Overbetuwe
Lingewal Polseweg Aamse plas Luxan terrein / De Aam TOTAAL A15 ZONE
Beuningen Heumen Heumen Mook en Middelaar Nijmegen Nijmegen Nijmegen
Geen plannen Ambachtseweg Taaiendijk Korendal Noordkanaalhaven De Grift Winkelsteeg TOTAAL A73 ZONE
Stadsregio Arnhem Nijmegen
Inschatting kosten 725.000 2.500.000 897.000
27.897.000 Transformatie Transformatie Zware revitalisering Zware revitalisering
Revitalisering Transformatie revitalisering Transformatie Revitalisering
6 15 10
2 8 14 30 25 26 105
3 12 7
2 8 20
2020 2009
Lange termijn Lange termijn 2010 - 2020 na 2015
0 0 21.000.000 14.000.000 21.000.000
460.000 0 3.151.000 0 2.500.000 1.700.000 7.811.000
29
Bijlage 4
•
• • • • • •
Literatuurlijst
Bureau Economisch Onderzoek / Provincie Gelderland (actualisatie maart 2008), Concept onderzoeksappendix vraag & aanbod bedrijventerreinen behorende bij concept structuurvisie Bedrijventerreinen Bureau Economisch Onderzoek / Provincie Gelderland (18 mei 2009), memo: Vergelijking nieuwe en de vorige behoefteramingen voor de Stadsregio Arnhem Nijmegen; DTZ (2008), Safe Haven, de Nederlandse markt voor distributiecentra; Stec Groep (23 april 2009), Notitie strategie voor bedrijventerreinen in de Stadsregio Arnhem Nijmegen; Stec Groep (maart 2009), Actualisatie markttoets Betuws BedrijvenPark 2003; Stec Groep (mei 2007), Marketing- en Acquisitieplan bedrijfsregio Arnhem Liemers; Stadsregio Arnhem Nijmegen (26 oktober 2006), Regionaal Plan 2005 – 2020.
09-082
Stadsregio Arnhem Nijmegen
30