dinsdag 3 februari 2015 - jaargang 18 nummer 1 | Energie Actueel verschijnt 10 keer per jaar | Oplage 3.000 | Abonneren via www.energieactueel.nl
‘De EU is zeker nu verplicht te handelen’ Klaus Töpfer, architect van de Duitse Energiewende
6 Stroomstoring van 18 seconden Voor het eerst in Nederland is een stroomstoring automatisch opgelost door ingrijpen van het elektriciteitsnet zelf. Zo’n 600 huishoudens, winkels en bedrijven in Rotterdam-Centrum zaten medio januari gedurende slechts 18 seconden zonder stroom in plaats van de gemiddelde twee uur. Netbeheerder Stedin, onderdeel van Eneco, nam in juni 2012 dit volledig zelfherstellende net in gebruik.
Strenge eisen zorgen dat business case groen gas niet rondkomt
5 2
7
Gedeputeerde Govert Veldhuijzen
‘Zonder burgerparticipatie geen windmolens’
Nederlandse onderwaterturbinebouwer
timmert wereldwijd aan de weg
E.On voornemens om Benelux-tak af te stoten Het Duitse energieconcern E.On is voornemens de Benelux-divisie onder te brengen in een nieuwe onderneming. Dit is het gevolg van de onlangs aangekondigde splitsing tussen de activiteiten gericht op conventionele opwekking en handel in energie, en de activiteiten die zich richten op duurzame energie, verkoop en service aan klanten. E.On
Benelux gaat naar verwachting in zijn geheel over naar de conventionele tak, aldus Frits Bruijn, de nieuwe ceo van E.On Benelux.
Dit zou betekenen dat de organisatie in de Benelux niet verdergaat onder de E.On-vlag. Alle activiteiten, zowel de elektriciteitscentrales in België en Nederland, als de levering aan zakelijke en huishoudelijke klanten,
komen dan in de nieuwe onderneming, die in E.On-kringen de werknaam ‘Newco’ heeft gekregen. De splitsing zal in april 2016 zijn beslag krijgen. E.On kondigde in december vorig jaar de opmerkelijke splitsing van de conventionele activiteiten aan, om slagvaardiger aan de duurzame toekomst te kunnen werken voor beide ondernemingen. In de Benelux heeft het bedrijf amper duurzame
productie en relatief weinig eindverbruikers als klant. Vandaar dat het hoofdkantoor in Düsseldorf voornemens is de gehele Benelux-organisatie integraal naar ‘Newco’ over te plaatsen. Kritische massa
“Ik vind het goed nieuws voor ons”, aldus Bruijn. “In de Benelux zijn de onafhankelijke onderdelen relatief klein en geïntegreerd. Als die bij
Energie Actueel stopt als krant Vattenfall: Energiewende ja, maar niet zonder schadeloosstelling Energie Actueel verschijnt niet langer als krant. Nog twee edities de komende maanden en dan stopt de uitgave van brancheorganisatie Energie-Nederland. Dat heeft het bestuur van Energie-Nederland eind 2014 besloten. Voornaamste reden voor stopzetting van de krant is van financiële aard. De digitale uitgave energieactueel.nl wordt wel voortgezet. In 1998 werd de krant opgezet door EnergieNed, de toenmalige vereniging van energiedistributiebedrijven. Hoofddoel van de uitgave was het beschrijven en duiden van het in dat jaar ingezette proces van liberalisering van de energiemarkt en de daarmee gepaard gaande, ingrijpende transformatie van de energiebranche. “In de loop der jaren hebben we als krant steeds verslag willen doen van de enorme veranderingen in en om de energiesector”, zegt hoofdredacteur Anne Sypkens Smit. Afgaand op de reacties van lezers en geïnterviewden zijn we daarin goed geslaagd. De krant is altijd gewaardeerd als een betrouwbaar, informatief en analyserend baken voor en over de energiemarkt, zowel nationaal als internationaal.” Tijden veranderen
Als medium dat de vele facetten van het liberaliseringsproces door de jaren heen heeft belicht, heeft Energie Actueel inmid-
dels zijn waarde meer dan bewezen, meent Sypkens Smit. “Natuurlijk zijn er nog volop thema’s om nog jaren mee vooruit te kunnen: de energietransitie, de Duitse Energiewende, de verdere totstandkoming van de Europese markt en ga zo maar door.” Maar het is na ruim 250 edities mooi geweest, stelt de hoofdredacteur. “Toen we met de krant begonnen, riepen de veranderingen in de energiesector, de liberalisering, de privatiseringen en de internationalisering veel vragen op die vroegen om duiding vanuit verschillende invalshoeken. Er lag duidelijk een behoefte aan informatie en opinies. Inmiddels is energie voor veel media ‘hot news’; de context is met de jaren veranderd. Bovendien is door de komst van internet het medialandschap aardig op zijn kop gezet; steeds meer papieren uitgaven gaan digitaal. En hoewel we nog steeds de waarde zien in het maken van een papieren krant, beseffen we ook terdege dat het een kostbare aangelegenheid is. Energie-Nederland als enige uitgevende partij kan en wil deze kosten niet meer op zich nemen.” Betekent het doek voor de krant het einde van Energie Actueel? “Beslist niet”, zegt Sypkens Smit. “We zijn twee jaar geleden gestart met het digitale platform energieactueel.nl. Daar blijven we mee doorgaan volgens het vertrouwde recept, met eigen berichtgeving en opinie.”
DOOR WIM VERSEPUT, KOPENHAGEN
Vattenfall eist dat het voor de gedwongen stillegging van zijn kernreactoren in Duitsland financieel schadeloos wordt gesteld. Die eis aan de regering in Berlijn heeft het Zweedse energieconcern neergelegd bij het Internationaal Centrum voor Beslechting van Investeringsgeschillen, het ICSID, in Washington. Vattenfall zegt er meteen bij, dat het verzoek om arbitrage niet is bedoeld als protest tegen de Energiewende op zich. De daaruit voortvloeiende exit uit de nucleaire energie is volgens het bedrijf een democratisch genomen besluit waar het geen vraagtekens bij wil zetten, zegt concernjuriste Anne Gynnerstedt. De Zweedse regering verleende destijds wel compensatie aan de Duitse eigenaar E.On, toen (in 1997) de kerncentrale Barsebäck bij Malmö op grond van politieke besluitvorming buiten bedrijf moest worden gesteld. Barsebäck had technisch nog een flink aantal jaren meegekund. Financiële schadeloosstelling voor het verlies op de investering was daarom niet meer dan billijk en zo’n aanpak wil Vattenfall van Duitse zijde nu ook zien.
elkaar blijven, hebben we meer kritische massa en kunnen we beter blijven samenwerken. Ik verwacht dat we hiermee een heel mooie toekomst hebben.” Newco wordt een compleet onaf hankelijke, beursgenoteerde onderneming waarin alle waterkracht-, kolen-, gasen kerncentrales van het concern worden ondergebracht. Het nieuwe E.On kan zich daarmee geheel gaan richten op duurzame productie en dienstverlening aan klanten, onder andere op het gebied van energiebesparing. “Het worden dus twee totaal verschillende bedrijven, die helemaal hun eigen toekomst gaan bepalen”, aldus Bruijn. Lees het interview met Frits Bruijn op pagina 3
Energie Actueel is ook digitaal beschikbaar:
Energy Charter
Belangrijkste argument is echter, dat Duitsland zich net als Zweden heeft onderworpen aan het Energy Charter Treaty, het verdrag waarin na afloop van de Koude Oorlog de internationale betrekkingen op het gebied van handel, transmissie en investeringen in energie zijn vastgelegd. Met dat verdrag in de hand geeft Vattenfall Duitsland weinig kans dat het de claim kan ontlopen. De veiligheid van investeringen in het geval van wijzigingen van politiek beleid wordt door het verdrag namelijk expliciet gewaarborgd. Een uitspraak in Washington zal overigens nog wel even op zich laten wachten, op zijn minst enkele jaren, denkt Vattenfall. Bedragen kan en wil Gynnerstedt ook niet noemen. Daarmee zou inbreuk worden gemaakt op de vertrouwelijkheid die de arbitrageregels van de partijen vergen. Vattenfall had in Duitsland twee kerncentrales in beheer, in Brunsbüttel en Krümmel. Die zijn meteen gesloten nadat de Energiewende door het parlement was aanvaard, hoewel voor de uitfasering van de kernenergieproductie als zodanig een termijn werd gegeven tot uiterlijk 2022.
energieactueel.nl
2 ECONOMIE markt & bedrijven Energie Actueel
|
jaargang 18, nummer 1
|
dinsdag 3 februari 2015
Duurzame elektriciteit uit getijdenstroom
Nederlandse onderwaterturbinebouwer timmert wereldwijd aan de weg DOOR ALEXANDER HAJE De belangstelling om met een onderwaterturbine elektriciteit uit stromend water te halen groeit wereldwijd. Ook in Nederland, zegt Hans van Breugel, directeur van Tocardo. “Dijken zijn niet alleen een primaire waterkering, ze worden steeds belangrijker als energiedijk.” Het bedrijf uit Den Oever gaat op korte termijn turbines plaatsen in de Afsluitdijk en het Marsdiep en maakt goede vorderingen met de plannen voor een getijstroomcentrale in de Oosterschelde.
De ontwikkeling van onderwaterturbines kostte Tocardo meer dan acht jaar. Maar inmiddels zijn de eerste modellen volop in productie. Ze wekken energie op in rivieren en bij getijdenstromen zonder dat daarvoor stuwdammen nodig zijn. Hierdoor kunnen de turbines in veel delen van de wereld een belangrijke bijdrage leveren in de stroomvoorziening, vertelt Van Breugel. Onlangs nam het bedrijf uit Den Oever IHC Tidal Energy uit Alblasserdam over. “Wij zijn blij met deze stap omdat Nederlandse kennis behouden blijft en het ons productenpakket verbreedt”, zegt hij. Van Breugel legt uit dat Tocardo turbines bouwt met een horizontale as en IHC met een verticale. “Juist die technologie is beter toepasbaar in ondiepere wateren.” Wereldwijd
Grootschalig getijstroomproject in Kornwerderzand
In het kader van de renovatie van de Afsluitdijk werken Tocardo en TTC samen in een pilotproject ‘spuistroom’. Doel is om turbines vanaf 2017 te integreren in de vernieuwde spuikokers van Kornwerderzand. Naast substantiële duurzame energieproductie vormt het een showcase van innovatieve Nederlandse Deltatechnologie voor (internationale) investeerders.
Van Breugel: “Tocardo is in 2008 verzelfstandigd. Toen zijn we begonnen met de uitbouw van de getijturbinetechnologie. We hadden voor die tijd al een bewezen product in de Afsluitdijk, op steenworp afstand van ons kantoor in Den Oever. Die draait nu al bijna zeven jaar zonder problemen en zonder noemenswaardig onderhoud. Daarna zijn we geleidelijk gegroeid en verkochten we ons eerste commerciële project. Nu zijn we bezig om onze producten op andere
Aanpassing straatverlichting goed voor gemeentekas en milieu variant, wat goed nieuws is voor de kas van de gemeentes. Volgens Enel Sole Energiebesparing is een belangrijk speerpunt van veel Europese utilities. en Endesa hebben ze bij het werk geGoed voor het milieu en natuurlijk bruik gemaakt van lokaal personeel, voor de eigen omzet. Het Italiaanse waardoor er een impuls is gegeven Enel Sole en het Spaanse Endesa (een aan de lokale ontwikkeling en aan het dochteronderneming van Enel) zijn midden- en kleinbedrijf. Endesa en gezamenlijk op dit gebied al vier jaar Enel Sole hebben al in 2011 het initiatief zeer actief. In 2014 wisten ze opnieuw genomen om de straatverlichting in een grote energiebesparing te realidiverse Spaanse steden energiezuiniseren door straatlichten in een aantal ger te maken. Sindsdien is het tweetal Spaanse steden te vervangen of te uitgegroeid tot koploper op dit gebied renoveren. Ook Gas Natural Fenosa en hebben zestien steden in Spanje doet op dit gebied van zich spreken. van hun diensten gebruik gemaakt. 90% van de straatverlichting van Het tekende recent een overeendeze steden is inmiddels vernieuwd, komst om in het Spaanse Calella de komende twaalf jaar de straatverlich- waardoor een forse energiebesparing van gemiddeld 50% per lantaarnpaal ting te vervangen, wat eveneens een is gerealiseerd. Bij de straatverlichting grote energie- en financiële besparing oplevert. wordt gebruik gemaakt van zogeheten ‘smart control’, waardoor elk licht Enel Sole en Endesa wisten in 2014 apart geprogrammeerd kan worden. met de aanpassing van de straatverlichDit vergroot in sterke mate de efficiënting de energieconsumptie van zeven tie. De levensduur is bovendien veel Spaanse steden met 64% te verlagen. langer dan de oude verlichting, omdat Efficiëntere lichtbronnen werden gede nieuwe verlichting kwalitatief veel beter is. In totaal beheren Endesa en plaatst in Murcia, Madrid, Tarragona, Enel Sole nu zo’n 80.000 straatlanManacor en plaatsen in de regio’s taarns. Energiezuinige straatverlichSevilla, Cordoba en Almeria. Hierdoor werd een CO2-reductie van ruim 4000 ting maakt ook deel uit van een groot ton bereikt. In totaal werd de verlichproject in Brazilië, waar Endesa en ting van 40.113 lantaarnpalen vervan- Enel sinds een paar jaar bezig zijn de gen door een meer energievriendelijker eerste ‘smart city’ van Latijns-Amerika DOOR PETER WESTHOF
te creëren. Duurzame led-verlichting en grotere prikkels om energie te besparen in gebouwen vormen onder meer de basis hiervan. Verlichting in Calella
Gas Natural Fenosa is ook op het vlak van energiezuinige straatverlichting actief. Het Spaanse bedrijf kwam recent tot overeenstemming met de Spaanse badplaats Calella, gelegen in de autonome regio Catalonië, om daar de komende twaalf jaar de straatverlichting te vervangen of te vernieuwen. Het contract, ter waarde van 4,7 miljoen euro, behelst óók de energievoorziening, het regelmatige onderhoud en het behoud van de lantaarnpalen. Hierdoor kan Calella in totaal een besparing van 60% op de energierekening realiseren. Gas Natural Fenosa gaat de werkzaamheden uitvoeren in een joint venture met het bedrijf Electricat Boquet. Er zullen meer dan 3.000 straatlampen vervangen of gerenoveerd worden en verkeerslichten zullen worden vervangen. Ook de decoratieve verlichting bij een aantal monumenten zal verbeterd worden. In totaal gaat het bij het project om de management van een geïnstalleerd vermogen van 300 kilowatt. Tijdens de duur van het contract zal Calella een besparing van 300.000
plaatsen in de wereld uit te rollen.” Lange adem
Wind en zon staan in ons land sterk in de belangstelling, zegt Van Breugel, die zichzelf een commercieel idealist noemt en zijn roots heeft in de olie- en gasindustrie. “Met water ligt dat toch iets anders. De ontwikkeling van de benodigde technologie vraagt een lange adem. In 2000 kwam getijdenenergie wat meer in beeld in ons land. Daarvoor was de aandacht meer gevestigd op golfenergie.” De potentie voor de thuismarkt is relatief klein, zegt hij. “Zeker als je kijkt naar wat getijdenenergie kan toevoegen aan de duurzaamheidsdoelstellingen voor 2020 en 2023. Kijken we richting 2050, dan zal de potentie van getijdenenergie en andere energie uit watertechnologieën in Nederland verder kunnen groeien. En een belangrijke bijdrage leveren met 100% voorspelbare energieproductie.”
ring in. Er ontstaat zo meer stabiliteit en grotere belangstelling om in deze technologie te investeren. Ook de Topsectoren Water en Energie zijn in dat opzicht erg belangrijk. Die vormen een grote stimulans. Nederland als thuismarkt is voor ons heel belangrijk. Want zonder thuismarkt is er geen export. Die thuismarkt begint nu langzaam op gang te komen.” Groei
Van Breugel noemt de projecten die in ontwikkeling en uitvoering zijn in Nederland perspectiefvol en succesvol. Zoals de Afsluitdijk, Oosterschelde, Brouwersdam en Waddeneilanden. “Op die plaatsen kunnen we de komende tien jaar ongeveer 100 à 150 megawatt opwekcapaciteit op de thuismarkt uitrollen. Zetten we dat af tegen onze exportmarkt, dan is dat natuurlijk betrekkelijk gering. Want die is tientallen malen groter. Maar belangrijk is nu vooral dat de aandacht voor getijdenenergie toeneemt in Nederland. En dat die kan bijdragen aan de verduurzaming van onze energievoorziening. Ook wij kunnen daar de vruchten van plukken.”
Export
Tocardo richt zich daarom nu nog vooral op de export, zegt Van Breugel. “We investeren veel in het Verenigd Koninkrijk en Canada. Daar beschikken we over eigen vestigingen. Landen als Nepal, Zuid-Korea en omgeving zijn belangrijk voor onze rivierturbine. Een deel van onze activiteiten is op die landen gericht. De overheden in die landen ondersteunen de ontwikkeling van duurzame stroom uit water.” In Nederland blonk de overheid tot voor kort niet uit in stabiliteit, zegt hij. “Het Energieakkoord brengt daar nu verande-
Hans van Breugel (Tocardo): “Belangrijk is dat de aandacht voor getijdenenergie toeneemt in Nederland. En dat die kan bijdragen aan de verduurzaming van onze energievoorziening.”
Best en slechtst presterende beursfondsen Periode 8 december 2014 t/m 26 januari 2015 best presterende
Endesa
14,58%
Veolia Env
11,35%
Iberdrola
4,42%
Enel
3,82%
EDP
2,29%
minst presterende
EVN
-4,39%
Gasnatural - Union Fenosa
-6,44%
Scottish & Southern
-9,22%
E.On
-9,81%
RWE
-17,98%
euro bereiken. Ook het milieu in en rond Calella zal profiteren. De CO2-uitstoot zal jaarlijks met zo’n 400 ton naar beneden gaan. Gas Natural Fenosa is, via dochterbedrijf
Gas Natural Servicios, ook in zeven andere steden in Spanje op dit vlak actief. In totaal worden 27.000 lichtmasten door Gas Natural Fenosa beheerd.
3 INTERVIEW splitsing Energie Actueel
|
jaargang 18, nummer 1
|
dinsdag 3 februari 2015
Frits Bruijn, ceo E.On Benelux “Waar ik heel ontevreden over ben, is dat de NGO’s hun handtekening onder het Energieakkoord hebben gezet en dus akkoord gaan met het feit dat wij doorgaan met nieuwe kolencentrales en de oude kolencentrales sluiten, maar tegelijkertijd blijven ageren tegen kolen.”
‘Jammer dat dat mensen zo negatief zijn over kolencentrales’
DOOR NOUD KÖPER Frits Bruijn is een salesman in hart en nieren, met ervaring bij onder meer Proctor & Gamble en McDonalds. Ook bij E.On Benelux begon hij zes jaar geleden op de salesafdeling, van waaruit hij in 2013 doorstroomde naar de Management Board. Eind vorig jaar werd hij aangesteld als ceo. En meteen braken woelige tijden aan, want bijna direct na zijn aantreden haalde het Duitse concern het wereldnieuws, door als eerste traditionele utility geheel te breken met het fossiele verleden.
Bruijn is blij met het recente voornemen van het hoofdkantoor in Düsseldorf om de Benelux-organisatie in zijn geheel over te brengen naar ‘Newco’. In deze nieuwe, beursgenoteerde onderneming worden per april 2016 alle conventionele activiteiten van het oude E.On ondergebracht: de waterkracht-, kolen-, gas- en kerncentrales, de wereldwijde handelsactiviteiten, en de exploratie en productie van olie en gas. Het nieuwe, slanke E.On kan zich dan geheel toeleggen op de schone toekomst: duurzame energie, slimme netten en dienstverlening aan klanten.
‘Uitgangspunt zou moeten zijn: hoe verminderen we de CO2-uitstoot’ Dat de leverings- en productieactiviteiten van E.On in de Benelux ondanks dit nieuwe business model niet uit elkaar worden getrokken, is vooral een pragmatisch besluit, aldus Bruijn. “Onze grootste assets in de Benelux zijn de centrales op de Maasvlakte. De klantenportefeuille is relatief klein vergeleken met andere landen waar E.On actief is. Daarom ligt het in ons geval voor de hand om bij elkaar te blijven. Zo is het gemakkelijker om als geheel meer waarde te blijven creëren. Als het bedrijf wordt gesplitst in allerlei snippertjes, wordt dat een stuk lastiger.” Wandelgangen
‘Waarde creëren’, die woorden klinken regelmatig uit de mond van Bruijn. Hij verdeelt E.On Benelux onder in drie onderdelen, die volgens hem ieder op zichzelf een mooie toekomst hebben. “De eerste is de salestak, onze dienstverlening aan bedrijven en consumenten. In het zakelijke segment willen we zeker verder professionaliseren. We hebben grote klanten met een aanzienlijke kostenpost voor energie. We bekijken samen met die klanten hoe we die rekening kunnen verlagen. Bijvoorbeeld door hen te adviseren over energiezuinige verlichting en efficiënte toepassing van warmte. Die expertise hebben we niet altijd zelf in huis; dan werken we samen met kwaliteitspartners. Ook in
het consumentensegment bieden we dergelijke dienstverlening aan. Bijvoorbeeld via de Energie-assistent, een app voor de smartphone die we onlangs hebben gelanceerd. En we zijn al een tijd bezig met het verkopen van zonnepanelen”. - Zijn dat niet juist allerlei activiteiten die het nieuwe E.On wil gaan ontwikkelen? “Bij de aankondiging van de splitsing is meerdere malen gezegd dat de bedrijven volkomen onafhankelijk zullen zijn. Newco zal daarin een eigen koers moeten ontwikkelen, die in de loop van 2015 wordt bepaald. Het zal zeker niet zo zijn – zoals in de wandelgangen wel eens wordt beweerd – dat onze sales in de etalage worden gezet. Als je veel energie opwekt, is het juist prettig dat je zelf ook levert aan eindverbruikers, dan heb je een soort natural hedge. Misschien willen we zelfs wel uitbreiden op de Nederlandse markt. Net zoals Eneco onlangs de klantenportefeuille van Dong heeft overgenomen. Ik denk dat daar zeker interessante mogelijkheden liggen.” Boterham
Ook het tweede onderdeel van E.On Benelux, de power generation-tak, heeft volgens hem een mooi toekomstperspectief. De splitsing van het bedrijf is door sommige critici uitgelegd als de creatie van een ‘bad bank’, een sterfhuisconstructie voor de fossiele assets van het bedrijf. Maar dat is totaal niet het geval, bezweert Bruijn. “Ik zou dat ten stelligste willen ontkennen. Als je dit aan Teyssen (Johannes Teyssen, de huidige ceo van E.On – red.) zou vragen, reageert hij met ferme taal. De balansen van beide gesplitste bedrijven worden gezonder dan de balans van het huidige E.On. Omdat er nog desinvesteringen gaan plaatsvinden. We hebben net de productietak in Spanje en een deel van Italië verkocht. Er zullen wel meer onderdelen volgen.” (zie ook kader – red.) Ondanks de moeizame omstandigheden in de energiemarkt, ziet het er in de Benelux volgens hem goed uit. “Binnenkort gaat onze nieuwe centrale op de Maasvlakte open, de meest efficiënte kolencentrales ter wereld. Daar is een uniek concept van co-siting uitgerold, een wisselwerking tussen onze energiecentrale en de omliggende industrie,
onder andere in de petrochemische sector en de bio-industrie. Naast reguliere energievoorziening levert de centrale aan deze bedrijven waterdamp, druk of koelwater voor hun processen. Op hun beurt leveren de bedrijven afval en andere reststoffen, die in de centrale kunnen worden bijgestookt. Grondstoffen en energiestromen worden zo op een duurzame manier hergebruikt. We investeren dus flink in de Benelux, en draaien nog altijd een positieve EBITDA. Daar zijn we heel tevreden mee, er zijn genoeg bedrijven die verlies lijden. Op het ogenblik kunnen we er allemaal nog een boterham van eten. Dat is goed nieuws. Maar we hebben meer ambities.” - Verwacht u dat er na de splitsing nog nieuwe investeringen gaan plaatsvinden in de Benelux? “Ik denk dat het heel goed zou kunnen. Als je twee bedrijven hebt met een gezonde balans, zouden beide bedrijven weer overnames kunnen gaan doen op hun gebied. Als Newco goed is in kolencentrales, kan het besluiten om er een paar bij te kopen. Al zie ik dat in de Benelux niet snel gebeuren.”
‘Balansen van beide gesplitste bedrijven worden gezonder dan balans huidige E.On’ - Passen kolencentrales nog wel in de duurzame energievoorziening? “Ik ben ervan overtuigd dat we tot ver in deze eeuw nog steeds conventionele energieopwekking nodig zullen hebben. Je kunt natuurlijk energie opwekken met alleen zon en wind. Maar je moet voldoende capaciteit achter de hand hebben voor als de zon niet schijnt en het niet waait. Dan kunnen kolencentrales een noodzakelijke rol vervullen voor de samenleving. Zeker zo’n nieuwe kolencentrale die heel erg efficiënt is. Als je daar nog bij optelt dat we voornemens zijn CO2 af te vangen en op te slaan, dan
is het bijna onbegrijpelijk dat mensen per definitie negatief zijn over kolencentrales. Er heerst heel veel onbegrip over. Ik denk ook dat het goed is voor de Nederlandse welvaart dat conventionele energie een rol blijft spelen. Als je alles via subsidies duurzaam gaat maken, wordt onze energie onbetaalbaar. Een goed werkend ETS-systeem zou de juiste prikkel geven. Daarnaast pleiten wij voor het ontwikkelen van een capaciteitsmechanise zodat ook betrouwbaarheid betaalbaar blijft.”
‘Je kunt geen energie opwekken met alleen zon en wind’ Gemiste kans
Daarbij wijst hij nadrukkelijk ook op het derde onderdeel van zijn bedrijf, de warmtelevering. “Als je nou iets kan bedenken wat zowel duurzaam als betaalbaar is, dan is het wel warmte. Wij zijn een grote producent van warmte met onze centrales in het havengebied; deze warmte is uitermate geschikt voor stadsverwarming. We ontwikkelen momenteel het idee om een warmtepijp door te trekken via het Westland naar Den Haag zodat we tuinders en stadswoningen kunnen verwarmen. Daarbij is belangrijk, dat we ook CO2 willen gaan leveren aan tuinders, waar hun plantjes van gaan groeien. De CO2-uitstoot die je daarmee voorkomt, is enorm. Het is jammer dat restwarmte geen hoofdthema in het Energieakkoord is geworden. Echt een gemiste kans.” - Er zijn heel veel partijen betrokken bij die warmtepijp. Het project lijkt maar moeizaam tot stand te komen. “Ik vind juist dat we goed samenwerken. Maar het is wel zo dat we enorm geholpen zouden zijn als de politiek een keer zou zeggen: ‘Jongens, we gaan het zo doen’. We zullen zeer waarschijnlijk wel subsidie krijgen voor het project. Op dat moment denk ik dat vanuit EZ wel meer leiding
gaat komen. Ik verwacht dat we in het voorjaar al een heel goede business case rond hebben.” - Afgezien van warmte, bent u tevreden met de deal in het Energieakkoord? “Met de deal zelf ben ik heel tevreden. Waar ik heel ontevreden over ben, is dat de NGO’s hun handtekening eronder hebben gezet en dus akkoord gaan met het feit dat wij doorgaan met nieuwe kolencentrales en de oude kolencentrales sluiten, maar tegelijkertijd blijven ageren tegen kolen. Hetzelfde geldt voor biomassa. Daar hebben we duidelijke afspraken over gemaakt, ook over de criteria. We hebben geen discussie over de duurzame herkomst van de biomassa zelf, maar uitsluitend over de snelheid van certificeringseisen die gewoon realistisch moeten zijn. Daar kan en mag het niet op stuklopen. Ik heb er dan ook het volste vertrouwen in dat we er in de vervolgonderhandelingen onder leiding van de voorzitter van de borgingscommissie (Ed Nijpels – red.) goed uit zullen komen.” “Ik denk dat we één ding kunnen leren van het Energieakkoord. De uitgangspositie voor de Ser is steeds geweest: we moeten naar duurzaam. Dus wind en zon. Terwijl het uitgangspunt zou moeten zijn: hoe gaan we de CO2-uitstoot verminderen? Dan moet je daar ook in betrekken wat de kosten van de verschillende opties zijn, en daar een optimale balans in zoeken.” - U mist een helder geluid over waar het naartoe moet? “Ja. Ik vind Kamp een heel goede minister. Een man die ergens voor staat. Maar ik denk niet – en dat zal hij zelf ook toegeven – dat er nu een heel duidelijke visie ligt van de overheid over waar het heen moet. Er is nu geprobeerd om met alle partners een akkoord uit te onderhandelen. Daar zijn we druk mee bezig. Maar is dat een langetermijnvisie? Is dat iets waar we ook na 2020 op kunnen voortborduren? Dat vraag ik me ten zeerste af. En ik denk dat iedereen zich dat wel een beetje afvraagt.”
‘Newco solide, winstgevend en levensvatbaar’ E.On-topman Johannes Teyssen gaf tijdens de jaarlijkse Handelsblatt Energy Conference in Berlijn op 20 januari jl. vier redenen waarom de toekomst van Newco solide, winstgevend en levensvatbaar is. Teyssen: “Na een intensieve reorganisatie is onze conventionele productietak een van de meest competitieve in Europa. In een voortdurend consoliderende energiemarkt als Europa nemen deze assets een sterke positie in, zowel onder een capaciteitsmechanisme als in een markt waarin een schaarste-fee voor energie wordt berekend.” “Hoogstwaarschijnlijk zal de Duitse nucleaire tax gerechtelijk geannuleerd worden, en anders aflopen in 2016. Hierdoor zal het verdienmodel van Newco’s kerncentrales tot en met 2022 positief zijn. Hetzelfde geldt voor de centrales in Zweden.” “Newco zal beschikken over bijna 10 gigawatt stroomproductiecapaciteit in Rusland en daarmee de grootste buitenlandse investeerder in deze sterk groeiende energiemarkt zijn.” “De gastak van Newco is waardevol en winstgevend en van strategisch belang voor de Europese gasvoorziening.”
4 BUITENLAND achtergrond Energie Actueel
|
jaargang 18, nummer 1
|
dinsdag 3 februari 2015
België sluit dit jaar heel wat verouderde en onrendabele elektriciteitscentrales
DOOR JAN SCHILS, BRUSSEL
In België worden dit jaar zeker twaalf gasgestookte elektriciteitscentrales en daarbovenop enkele kleinere eenheden en wkk-centrales bij industriële bedrijven gesloten. Volgens een onlangs verschenen nota van het federale ministerie van Energie zijn deze centrales niet meer rendabel en/of verouderd. Dat ze niet langer rendabel zijn, heeft verschillende oorzaken: ze draaien te weinig door de concurrentie van goedkope steenkoolcentrales, door de invoer van goedkope stroom uit het buitenland (Frankrijk en Nederland) en als gevolg van de beschikbaarheid van veel groene stroom op zonnige dagen.” Het huidige sluitingsprogramma betekent in totaal het verlies van minstens
1.650 MW. Dat is anderhalve keer de capaciteit van een grote kerncentrale, ofwel 10% van het landelijke stroomverbruik tijdens de piekmomenten. Of de sluiting van deze centrales een gevaar vormt voor de voorzieningszekerheid in België valt nog af te wachten. Veel hangt af van de beschikbaarheid van de zeven kerncentrales die het land telt en van de weersomstandigheden, niet alleen deze winter maar ook gedurende die van 2015-2016. Mankementen
De laatste maanden en jaren gingen verschillende van deze kerncentrales voor kortere of langere periode dicht door mankementen of sabotage, terwijl de politiek (afhankelijk van de kleur van de partijen die aan de macht waren) voor grote onzekerheid zorgde. Nu
eens werd besloten tot een sluitingsprogramma om het dan weer geheel of gedeeltelijk af te blazen. Sinds kort is er in België een centrumrechts kabinet aan de macht en werd de onder socialistische druk geplande sluiting van twee oudere kerncentrales (Doel 1 en Doel 2 met samen 866 MW) weer teruggedraaid om de stroomvoorziening zeker te stellen. De twee centrales zullen tien jaar langer open blijven. Als ook de door scheurtjes in de reactorvaten stilgelegde kerncentrales Doel 3 en Tihange 2 (samen goed voor ruim 2.000 MW) weer opgestart kunnen worden, ziet het er met de stroomvoorziening in België meteen een stuk beter uit. Sluiting
De nu voorgenomen sluiting van de oudere en niet rendabele centrales
Belgische windmolens op zee ‘indrukwekkend’ Ofschoon verwacht wordt dat dit jaar weinig nieuwe groene stroomprojecten van de grond zullen komen in België, hebben de drie windmolenparken op de Noordzee vorig jaar meer dan 2,2 miljard kilowattuur elektriciteit geproduceerd. Dat komt overeen met een jaarlijks verbruik van bijna 624.000 huishoudens. De Belgische staatssecretaris voor de Noordzee, Bart Tommelen, noemt dat een “indrukwekkend cijfer”, vooral omdat 2014 geen al te best windjaar was en het derde park Northwind pas in mei operationeel werd. Op het Belgische deel van de Noordzee zijn nu 182 windmolens actief, verspreid over drie parken (C-Power, Northwind en Belwind). Hun productie is die van een kleine kerncentrale. De komende jaren zijn vijf nieuwe windmolenparken gepland (Mermaid, Northwester 2, Seastar, Rentel en Norther). Samen met de drie bestaande zullen zij een capaciteit hebben van circa 2.200 MW. De windmolenparken op zee leveren een belangrijke bijdrage om de stroomvoorziening te garanderen en een black-out te vermijden. Wanneer alle windmolenparken zijn geïnstalleerd, zal de Noordzeewind 50% van de totale jaarlijkse huishoudelijke elektriciteit leveren. De parken zijn goed voor 20.000 nieuwe arbeidsplaatsen tijdens de ontwikkelings- en bouwfase en voor 800 banen tijdens de exploitatiefase.
betreft onder meer enkele grote gasgestookte eenheden van Electrabel in België, maar ook in Esch-sur-Alzette in Luxemburg. Deze laatste centrale is op het Belgische hoogspanningsnet aangesloten en van belang voor de elektriciteitsvoorziening in België. In het Antwerpse havengebied gaan onder andere de centrales op de fabrieksterreinen van de chemiebedrijven Monsanto en Lanxess dicht. De afgelopen jaren werden de centrales, die nu dicht gaan maar op koude winterdagen nodig bleven voor de voorzieningszekerheid, opgenomen in een zogenoemde strategische reserve. De exploitanten moesten zo nodig tijdens winterse pieken bijspringen en hun centrales tegen een fi nanciële vergoeding daarvoor openhouden.
Duurzame energie koploper, daling CO2-uitstoot en energieverbruik in 2014
Duitse stroomsector lijkt het tij te keren DOOR DORINE VAESSEN, MINDEN De Duitse stroomsector is in 2014 een goede weg ingeslagen, analyseert de Berlijnse Denktenk Agora Energiewende in haar rapport ‘Stand der Dinge 2014’. Duurzame energie was voor het eerst de belangrijkste bron in de Duitse stroommix. Ze verdrong met een aandeel van 25,8% de bruinkool van de eerste plaats. Tegelijkertijd daalde het stroomverbruik met 3,8%, de sterkste reductie sinds 1990, met uitzondering van het crisisjaar 2009. Ook de CO2-uitstoot nam weer af van 317 miljoen ton in 2013 naar 301 miljoen ton in 2014 en ligt op het op een na laagste niveau sinds 1990.
“De daling van het stroomverbruik is een teken dat investeringen in energiebesparende apparaten en installaties lonen, aangezien de economie in 2014 met bijna 1,4% fl ink groeide”, concludeert Agora-directeur Patrick Graichen. “Sinds 1990 is het bruto binnenlands product in Duitsland met meer dan 40% gestegen, terwijl het stroomverbruik maar 5% hoger ligt.” Eveneens positief noemt hij de trendbreuk in de kooldioxide-uitstoot. “In 2012 en 2013 zagen we nog dat, tegelijk met de toename van de duurzame energie, paradoxaal ook de kooldioxide-uitstoot steeg. In 2014 daalde de CO2-uitstoot fl ink, vooral door de milde winter en
het duidelijk verminderde gebruik van oude steenkolencentrales.” ‘Verliezers’ zijn, naast de steenkolencentrales met een aandeel van 18% (12 terawattuur/ TWh minder dan in 2013), de gascentrales (9,6%). Bruinkool- (25,6 %) en kerncentrales (15,9%) produceerden op ongeveer hetzelfde niveau. Daling stroomprijs
De stroomprijs aan de beurs in Leipzig is in 2014 zo`n 10% gedaald en bedroeg op de spotmarkt gemiddeld slechts 33 euro per MWh, tegenover 38 euro in 2013. Twee effecten waren daarvan de oorzaak: lagere grondstofprijzen voor steenkool en aardgas en een lage
CO2-prijs. Omdat bovendien de toeslag uit het Erneuerbare Energien Gesetz (EEG) voor 2015 licht daalt, heeft dat volgens de analisten uitwerkingen op de stroomkosten. De som uit stroomkosten en EEG-toeslag lag in de afgelopen twee jaren bij ongeveer 10,5 cent per kWh; in 2015 daalt hij onder de 10 cent per kWh. Zowel grootafnemers die direct van de dalende beursprijzen profiteren als veel huishoudens kunnen in 2015 weer eens op licht dalende stroomprijzen rekenen. “De Duitse stroommarkt is voor buurlanden door de lage prijzen erg attractief ”, aldus Graichen, wijzend op de exportcijfers. Met 34,1 TWh in 2014 werd een nieuw exportrecord bereikt. Zo’n 5,6% van de in Duitsland geproduceerde stroom ging naar het buitenland, vooral naar Oostenrijk (39,2 TWh), Nederland (17,7 TWh) en Frankrijk (10 TWh). “De prijzen in die landen zijn hoger dan in Duitsland”, noemt Graichen als oorzaak. “De stroomexport is in 2014 niet veel toegenomen, aangezien de grensoverschrijdende transportcapaciteiten aan hun maximum zaten. In 2015 kan de export echter weer stijgen wanneer de flow-based marktkoppeling in maart dit jaar van start gaat.”
Flexibiliteit stroomsysteem
“Wellicht het beste nieuws voor het stroomsysteem is dat de flexibiliteit is toegenomen”, zegt Graichen. “Het aantal uren met negatieve stroomprijzen is met 64 uur in 2014 hetzelfde gebleven als in 2013, terwijl het aandeel wind en zon duidelijk is toegenomen. Minder conventionele centrales moesten meer duurzame energie-installaties opvangen dan twee jaar geleden. “Het geeft aan dat ook een systeem met veel wind- en zonnestroom technisch beheersbaar is. Toch moeten we op technisch vlak – versterken van de distributienetten en uitbreiding van hoogspanningsnetten met gelijkstroom – nog het nodige ondernemen om de uitbreiding van duurzame energie blijvend goed te verwerken. Ook zouden de aanbestedingsvoorwaarden op de stroommarkt moeten worden aangepast met kortetermijnaanbiedingen, aangezien hernieuwbare energie afhankelijk van het weer is.”
Strategische reserve
De nieuwe federale minister van Energie, Marie-Christine Marghem, moet binnenkort een besluit nemen over deze strategische reserve voor de winter van 20152016. Volgens de nota van het ministerie van Energie, maar ook volgens de landelijke energiewaakhond CREG en hoogspanningsnetbeheerder Elia kan er voor strategische reserve geen beroep meer worden gedaan op de verouderde centrales. In de eerste plaats hebben de meeste van deze centrales nieuwe vergunningen nodig en moet er fors worden geïnvesteerd om ze “op te lappen.” Maar een rondvraag bij de producenten leert dat ze niet meer willen investeren in onrendabele centrales. Slechts enkele kleine centrales van samen hooguit 80 tot 100 MW zouden nog beschikbaar zijn voor de strategische reserve.
10 TWh. Een belangrijk deel van de groei bij duurzame energie zal bij nieuwe grote offshore-windparken te vinden zijn. Het Leipziger Institut für Energie gaat in zijn prognose voor EEG-stroomlevering voor 2015 uit van een extra vermogen van 1.752 tot 2.287 MW. Daarbij zou in 2015 een hogere stroomproductie van de bestaande offshore windparken komen, die in 2014 door technische problemen waren uitgevallen. “Verwacht wordt dat windenergie op zee met een jaaropwekking van meer dan 10 TWh de wegvallende kerncentrale Grafenrheinfeld kan compenseren”, blikt Graichen vooruit. “Hierbij komt de uitbouw van windenergie aan land. De uitbouw van zonnestroom zal in 2015 met 1.700 MW volgens berekeningen van de netbeheerders iets onder het niveau van 2014 (1.900 MW) liggen.”
Vooruitblik 2015
Voor de zomer dit jaar gaat de kerncentrale Grafenrheinfeld van het net. De centrale heeft een vermogen van 1.345 MW en produceert jaarlijks zo’n
Patrick Graichen (Agora): “De Duitse stroommarkt is voor buurlanden door de lage prijzen erg attractief.”
5 INTERVIEW verkiezingen Energie Actueel
|
jaargang 18, nummer 1
|
dinsdag 3 februari 2015
Govert Veldhuijzen, gedeputeerde provincie Zuid-Holland
‘Zonder burgerparticipatie geen windmolens’
DOOR ALEXANDER HAJE CDA-Gedeputeerde Govert Veldhuijzen (economie, ruimte en energie) van de provincie Zuid-Holland is er voorstander van om burgers te laten participeren in windmolens. “Als mensen profijt hebben van windenergie en er zelf beter van worden, dan slagen we erin om die 6.000 megawatt wind op land in 2020 te gaan halen. Is die burgerparticipatie er niet of nauwelijks, dan wordt wind op land een lastig verhaal.”
- Hoe sterk leeft energie in uw provincie? Veldhuijzen: “Energie is duidelijk in belang aan het toenemen. We zijn de dichtstbevolkte provincie van Nederland en beschikken over een groot industrieel complex dat veel energie gebruikt. Ook de glastuinbouw heeft veel energie nodig. Tegelijkertijd biedt dat economische kansen voor verduurzaming. Energiebesparing, minder CO2-uitstoot en reductie van fossiele brandstoffen betekent ook dat er veel te winnen en te verdienen valt. Alle reden om daar veel aandacht aan te besteden. Ik denk dat de provinciale schaal een goede schaal is om die verduurzaming gestalte te geven.”
‘In Zuid-Holland liggen grote economische kansen voor verduurzaming’ - Is Zuid-Holland, als het om de duurzame energieopgave gaat, vergelijkbaar met andere provincies? “Doordat wij relatief veel energie gebruiken en sterk verstedelijkt zijn, zijn de mogelijkheden om duurzame energie vorm te geven toch beperkter dan elders in het land. In die zin verschillen we van andere provincies. Zuid-Holland is goed voor bijna een kwart van het bruto nationaal product en ongeveer eenzelfde deel van de Nederlandse energieconsumptie. Wij hebben aan de ene kant veel aanbod van restwarmte in de
Rotterdamse haven en aan de andere kant veel warmtevraag van de glastuinbouw en stedelijke gebieden. Dat knopen we aan elkaar, zoals in het Energie-akkoord is afgesproken.” Planologisch ingewikkeld
- Wat staat er de komende jaren concreet op het programma? “Er moet de komende jaren een substantiële hoeveelheid windenergie op land bijkomen. In Zuid-Holland ligt de 2020-doelstelling op zo’n 735 megawatt opgesteld vermogen. Dat betekent circa 250 windmolens. Momenteel staat de teller op 270 MW. Enerzijds is die opgave een planologisch ingewikkelde klus, omdat onze provincie behoorlijk verstedelijkt is en we beschikken over verschillende waardevolle landschappen. Aan de andere kant zijn we een windrijke provincie. Samen met gemeentebesturen zijn we heel actief om te kijken waar windparken ingepast kunnen worden in de omgeving. Daar ben ik best positief over. Het algemene beeld dat iedereen zich in Nederland zou verzetten tegen windmolens bestrijd ik. Het aantal gemeenten dat echt niet wil meewerken, is heel beperkt.” - Welke gebieden in Zuid-Holland zijn aangewezen voor windenergie? “We hebben in Zuid-Holland drie concentratiegebieden voor wind op land. De Rotterdamse haven met pakweg 100 windmolens, Goeree-Overflakkee met 75 en nog eens 75 windmolens verspreid over de rest van de provincie. In die laatste gebieden hebben we met name in het Groene Hart en rondom De Hoeksche Waard heel goed gekeken
‘Warmtenetten aan elkaar knopen’ Zuid-Holland heeft een grote potentie aan restwarmte, zegt Veldhuijzen. “Denk aan alle industrie bij Rotterdam en omgeving. Die verbruikt niet alleen veel energie, maar levert ook grote hoeveelheden warmte die nu nog grotendeels onbenut blijft en verdwijnt in de Nieuwe Waterweg. Waar we naar kijken, is om de bestaande warmtenetten in Rotterdam, Den Haag, Westland, Delft en Leiden aan elkaar te knopen en daar restwarmte uit de Rotterdamse haven naar toe te brengen. Met name het Westland met zijn glastuinbouw is een gebied dat veel warmte nodig heeft . Twee jaar geleden hebben we een samenwerkingsverband gevormd met 25 partijen, waaronder grote gemeenten, energie- en netbedrijven, en woningcorporaties om dat verder te onderzoeken. Er is een maatschappelijke kosten-batenanalyse gemaakt die heel positief is.”
Oprichting warmtebedrijf Veldhuijzen: “De gemeenten Rotterdam, Westland, Den Haag en Delft, en de provincie hebben besloten om gezamenlijk een warmtebedrijf te gaan oprichten. Tussen Den Haag, het Westland en Delft gaan we een warmteverbinding aanleggen die wordt aangesloten op de ‘Leiding over Noord’ in Rotterdam. Daaraan wordt ook aardwarmte gekoppeld. Met name op dat gebied is er veel potentie in Zuid-Holland. Aardwarmte aan het warmtenet koppelen betekent ook anticiperen op toekomstige ontwikkelingen. Want zodra het aanbod restwarmte op termijn kleiner wordt, kan duurzame geothermie die rol overnemen.”
naar de vraag waar we windmolens kunnen inpassen in het landschap. De locaties die uiteindelijk zijn aangewezen kunnen bogen op voldoende draagvlak in Provinciale Staten. Met de meeste gemeenten in die gebieden hebben we nu contracten getekend voor de realisatie van die windmolens. Er is één gebied, de Rotterdamse regio, waar we nu nog naar nieuwe locaties kijken.” Beste oplossing - Toch zijn er wel degelijk burgers en gemeenten die zich tegen provinciale plannen voor wind op land keren. Ook in uw provincie. “Dat klopt. Dat betekent dat we veel met gemeentebesturen praten om tot de beste oplossing te kunnen komen. Over het algemeen komen we daar goed uit. In een aantal gevallen ook niet. Twee voorbeelden. In Korendijk heeft de gemeenteraad gezegd dat het geen windmolens wil op de locatie die daarvoor is aangewezen. Eerder is daarover al discussie geweest. Dat betekent dat we nu als provincie zelf de procedure starten. In het Westland heeft de gemeenteraad in een eerder stadium gezegd niet te willen meewerken aan de plannen die er lagen. Inmiddels heeft het besloten daar toch serieus naar te willen kijken. Daar zie je juist een beweging de andere kant op.” - Maar gaat Zuid-Holland die wind op landdoelstelling nu ook echt halen in 2020? “Er is de afgelopen jaren al regelmatig bijgebouwd. Maar de grote bulk moet er nog komen. We hebben scherp op het netvlies wanneer projecten daadwerkelijk moeten beginnen om op tijd klaar te zijn. Daar is het hele proces op afgestemd. Wanneer gemeenten daarin achterblijven, niet opschieten, dan kan de Provincie de regie overnemen. Dat middel hebben wij, maar willen we eigenlijk liever niet inzetten. Op dit moment liggen we geheel op schema in de uitvoering van onze windenergieplannen.”
‘Op het gebied van rest- en aardwarmte hebben we een groot potentieel voorhanden’ Draagvlak vergroten
Veldhuijzen is van mening dat door participatiemogelijkheden van burgers in windmolens (hij gaat met initiatiefnemers van windparken daarover afspraken maken) het draagvlak voor wind f link wordt vergroot. “Ik vind dat daar nog meer in zou kunnen worden geregeld en het is jammer dat minister Kamp van Economische Zaken daar nog weinig voor voelt.
CDA-Gedeputeerde Govert Veldhuijzen (Zuid-Holland): “Naarmate je burgers
het gevoel geeft dat die windmolen iets van henzelf is, vergroot je het draagvlak voor windenergie.”
‘Laat gemeenten de realisatie van windparken zelf organiseren’ Veldhuijzen: “Vanuit de provincies is er regelmatig overleg met de ministers Schultz van Haegen en Kamp over het wegnemen van belemmeringen voor de plaatsing van windmolens. En we wisselen frequent met andere bestuurders van provincies kennis uit om dingen voor elkaar te krijgen. Het algemene beeld daarbij is dat hoe meer top-down en hoe grootschaliger dingen worden aangepakt, des te moeilijker het is zaken gerealiseerd te krijgen. Ik heb ook zelf altijd geprobeerd om het Rijk ‘buiten de deur’ te houden. Want hoe verder de overheid afstaat van burgers, hoe moeilijker het is om projecten van de grond te krijgen. Daarom ook ben ik er voorstander van om gemeenten de realisatie van windparken zelf te laten organiseren.”
Kijk eens naar Denemarken. Daar kunnen omwonenden volop participeren in windmolens. Het zou mooi geweest zijn als dat hier ook zo was. Er is in de Tweede Kamer wel discussie over geweest, maar een motie is verworpen. Naarmate je burgers het gevoel geeft dat die windmolen iets van henzelf is, vergroot je de kansen en het draagvlak voor windenergie. Daar ben ik van overtuigd.” - Kunt u daar vanuit de provincie nog iets aan doen? “De provincie kan aan de planologische medewerking van windparken voorwaarden verbinden. We hebben met gemeenten afgesproken dat zij dat met de initiatiefnemers van windparken zullen bespreken. Op
Goeree-Overf lakkee zijn we met gemeente en initiatiefnemers, waaronder Eneco, in gesprek om onder meer participatiemogelijkheden van burgers in windmolens te creëren. Dat zijn niet altijd eenvoudige gesprekken, maar ik denk dat we daar wel uitkomen. Ik prijs de gemeente dat zij zich zo intensief daarvoor inzet.” De gesprekken met gemeentebesturen over de wind-op-landopgave maken tamelijk veel tijd uit van zijn agenda, zegt Veldhuijzen. “De toon van die gesprekken is wisselend. Gemeenten willen graag het stuur zelf in handen houden. Dat respecteren wij. Maar soms, zoals ik al zei, moeten we wel de regie overnemen. Vooropgesteld doel is en blijft dat we er eerst samen proberen uit te komen.”
6 INTERVIEWenergiewende Energie Actueel
|
jaargang 18, nummer 1
|
dinsdag 3 februari 2015
Klaus Töpfer, architect van de Duitse Energiewende
‘De EU is zeker nu verplicht te handelen’ Klimaatprogramma
Klaus Töpfer:
“De tijd van trendsettende veranderingen in de totale energiemarkt, vooral bij stroom, ligt nog voor ons en vooral voor Europa.” DOOR DORINE VAESSEN, MINDE Direct na de kernramp in Fukushima in maart 2011 benoemde de Duitse regering de voormalige milieuminister en huidige directeur van het klimaatinstituut IASS in Potsdam, Klaus Töpfer, tot leider van de Ethik-Kommission, het adviesorgaan voor Duitslands Energiewende. Stoppen met kernenergie over een periode van tien jaar is wel degelijk mogelijk, stelde hij in het rapport ‘Een gemeenschapswerk voor de toekomst’. Vier jaar na dato laat Töpfer zijn licht schijnen over de ontwikkelingen in de Duitse en internationale energiesector.
- In uw bericht Duitslands Energiewende schrijft u: “Duitsland kan de mening bestrijden, dat het gebruik van kernenergie uit milieuoverwegingen noodzakelijk is.” Hoe verenigt zich deze uitspraak met het huidige hoge aandeel aan ‘vuile’ kolenstroom in Duitsland? Töpfer: “Op het eerste gezicht is het een paradox: Duitsland wekt ondertussen bijna 30% van zijn stroom uit duurzame energiebronnen op. De terugloop van kernenergie wordt daarmee duidelijk gecompenseerd. Tegelijkertijd is in de laatste twee jaar de CO2-uitstoot in
Duitsland licht gestegen. Het doel van 40% CO2-reductie in 2020 ten opzichte van 1990 zal daardoor moeilijk te halen zijn. Deze paradox is niet aan de ‘Atomausstieg’ te wijten, maar aan het steeds groter wordende prijsverschil tussen kolen en gas aan de ene kant en de extreem lage prijzen voor CO2-certificaten aan de andere kant. Daardoor blijven ook oude, afgeschreven kolencentrales met een laag rendement en hoge CO2-uitstoot aan het elektriciteitsnet. Efficiënte, moderne gascentrales worden daarentegen niet economisch en niet voldoende benut.”
- Volgens het milieuministerie kunnen de Duitse klimaatdoelstellingen alleen worden gehaald, wanneer de CO2-uitstoot van de kolencentrales wordt aangepakt. In het nieuwste klimaatprogramma van de regering staan gedetailleerde voorstellen voor de renovatie van gebouwen, maar niet voor de omgang met de kolencentrales. De regering wil het aan de energiebedrijven overlaten hoe ze de kolencentrales afbouwen. Een goed idee? “In het onlangs gepresenteerde klimaatactieprogramma staat dat bij de energieopwekking tot 2020 de CO2-uitstoot met 22 miljoen ton moet worden gereduceerd. Het is zeer juist, dat de betrokken bedrijven de CO2-vermindering in eigen verantwoording en flexibel kunnen realiseren. Het gaat hier niet om een ‘Kohleausstieg’. Beslissend is nu dat de Bondsregering het doel van 40% CO2-reductie tot 2020 met maatregelen heeft vastgelegd en onverkort heeft gehandhaafd. Voor de lange termijn hebben we een kolenovereenstemming nodig, waarin de sociale en regionale effecten worden verwerkt.” Breed draagvlak
- Leidt het aangepaste Erneuerbare Energien Gesetz (EEG) dat in augustus 2014 van kracht is geworden tot de gewenste financiële investeringen en lagere stroomkosten voor gebruikers? “Een groot voordeel van de Energiewende is dat door de financieel gewaarborgde uitbouw van duurzame energie een brede
bevolkingsgroep in deze nieuwe energie heeft geïnvesteerd en verder zal investeren. Lokale banken hebben bij de financiering een beslissende rol gespeeld, eveneens een indicatie voor het brede draagvlak. De noodzakelijke veranderingen in het EEG, waarin bijvoorbeeld is opgenomen dat vanaf 2017 de bouw van nieuwe duurzame centrales via de procedure van aanbesteding loopt – wie het goedkoopst kan produceren, krijgt de opdracht – moeten wel garanderen dat deze brede deelname behouden blijft. Met de dalende kosten voor het opwekken van hernieuwbare energie wordt zelfvoorziening steeds aantrekkelijker. De prosument – de producent is tegelijk consument – wordt steeds meer realiteit, waardoor intensief over een flatrate tarief voor stroom wordt nagedacht.” Europese context
- Hoe past de Duitse Energiewende in de Europese context? “De Energiewende heeft inmiddels verreikende uitwerkingen op onze ‘elektriciteitsburen’ – de landen waarmee Duitsland via een sterke netinfrastructuur verbonden is. Dit gegeven moeten we van beide kanten benutten, bijvoorbeeld via alternatieve opslagconcepten. Buurlanden moeten de subsidies voor duurzame energie daarom veel meer op elkaar afstemmen. De toegenomen integratie van veel kleine, decentrale stroomopwekkingscentrales stelt de informatie- en communicatietechnologie
voor belangrijke opgaven. De betreffende industrie wacht de ontwikkelingen niet af, versnelt ze zelfs. Toch ligt de tijd van trendsettende veranderingen in de totale energiemarkt, vooral bij stroom, nog voor ons en vooral voor Europa.” - De Verenigde Staten en China hebben eind 2014 een akkoord gesloten om de kooldioxideuitstoot te beperken. Hoe ziet u deze aanzet tot een behoorlijk klimaatverdrag op de grote klimaatconferentie in Parijs dit jaar? Töpfer: “Na het opmerkelijke akkoord dat president Obama met zijn Chinese collega in Peking gesloten heeft, is de EU zeker nu verplicht te handelen. De klimaatconferentie in Parijs moet en kan tot een succesvolle klimaatpolitiek leiden, wanneer Europa de zelf opgelegde klimaatdoelen zonder mitsen en maren nakomt en de reeds met de Green Climate Fund overeengekomen financiële bijdragen voor de ontwikkelingslanden realistisch bekrachtigt. Belangrijke tussendoelen zijn daarvoor bereikt in november tijdens de eerste Pledging Conference in Berlijn, waarin de Europese landen 9,3 miljard dollar hebben toegezegd voor investeringen in ontwikkelingslanden. In dit verband moeten we vasthouden aan een low carbon economy met een optimale energie-efficiency. Het is een beslissende economische kans op een wereld die tot midden deze eeuw 9 miljard mensen een vreedzaam leven met elkaar zonder nood en ellende mogelijk maakt.”
HANNOVER MESSE. Bent u klaar voor de 4de industriële revolutie? 13 t/m 17 april 2015 Hannover ▪ Duitsland hannovermesse.com
ie k e f ab r t d k j i k s Be oekom t e d e v an td e k d e n on re nds . et l aa t s t
Partner Country
India 2015
Get new technology first
Hannover Consultancy B.V. ▪ Tel. +31 184 69 30 50 ▪
[email protected] ▪ Twitter:@HCnederland
7 ENERGIE analyse Energie Actueel
|
jaargang 18, nummer 1
|
dinsdag 3 februari 2015
Strenge eisen zorgen dat business case niet rondkomt
Oud-minister Cramer: ‘Subsidie voor groen gas te vaak afgewezen’
DOOR JAN SJERPS
Van het beschikbare subsidiegeld voor groen gasinstallaties is in de afgelopen twee jaar 13 miljoen euro op de plank blijven liggen. Er worden genoeg projecten aangemeld, maar die voldoen te vaak niet aan de financiële eisen. “We moeten uit die deadlock komen” vindt oud-minister van Milieu Jacqueline Cramer. Ze ziet biovergisting als belangrijk onderdeel van de biobased economy. “Zonder groen gas halen we die 14% duurzame energieproductie niet.” - Waarom zijn die miljoenen aan subsidiegeld niet uitgegeven? Cramer: “Het gaat al mis bij het rondkrijgen van de business case van het project. De eerste stap bij de aanvraag
voor subsidie is de fi nanciële toets. De meeste projecten komen niet door die schift ing heen. In 2014 zijn 49 projecten ingediend, waarvan 39 zijn afgewezen. De subsidieregels zijn beperkend en banken terughoudend. Ik ben voorzitter van de Programmaraad Groen Gas. In die functie ben ik verantwoordelijk voor de stap na die financiële toets: het beoordelen van de duurzaamheid van het project. Alle om geldredenen afgewezen projecten krijg ik al niet meer te zien.”
ringsprobleem speelt vooral bij biovergisting door boeren, afvalbedrijven en rioolwaterzuiveringsinstallaties. Het gaat om biomassastromen zoals mest, gft-afval en de organische delen in het rioolwater. Met hoogwaardige vergistingstechnologie kun je naast groen gas als brandstof ook grondstoffen terugwinnen voor toepassingen in de farmacie en chemie. Dat is een bredere aanpak richting biobased economy. Die vind ik ontzettend belangrijk.”
- Waarom wilt u dat er meer groen gasprojecten worden gerealiseerd in Nederland? “Met vergisting en vergassing van biomassa kunnen we Nederland 4% extra duurzame energie geven. Het financie-
- Waar liggen de kansen volgens u? “De meeste potentie zit bij de boerenbedrijven waar mest verwerkt moet worden. Daar zou heel veel meer kunnen. Voor het grootste deel gaat het om boeren die een vergister op hun erf willen zetten.”
Column
Gluren bij de buren overzee Groot-Brittannië was het eerste Europese land waar een competitieve elektriciteitsmarkt werd geïntroduceerd. Na het Engelse voorbeeld in de jaren 80 volgde Europa. De laatste jaren is Engeland echter tot de conclusie gekomen dat een schone en betrouwbare energievoorziening een allesbepalende rol van de overheid vereist. In december 2014 is zelfs besloten dat de overheid mee gaat betalen aan het in stand houden van alle in 2018 benodigde capaciteit. Wat is er aan de hand? Een jaar of zes geleden startte Groot-Brittannië het project van de Electricity Market Reform (EMR). Goed onderzocht en breed politiek gedragen kwam men tot de conclusie dat alleen door de markt gedreven investeringen geen schoon en betrouwbaar elektriciteitssysteem zouden opleveren. Een nieuw systeem zou ook goedkoper zijn. Verschillende elementen van de EMR werden stap voor stap ingevoerd. In de zomer van 2014 werd het wettelijk kader van kracht, in augustus ging de Europese Commissie met cruciale onderdelen akkoord, daarna werden ze stapsgewijs ingevoerd. Hoofdelementen
De EMR is een zeer complex geheel, maar bestaat in wezen uit twee hoofdonderdelen en twee ondersteunende beleidsinstrumenten. Alle kosten worden over de verbruikers omgeslagen, waarbij
de energie-intensieve industrie wordt ontzien. De hoofdelementen zijn de introductie van ‘Contracts for Difference’ voor schone investeringen en van een capaciteitssysteem voor het handhaven van capaciteit op het moment dat deze nodig is. De ondersteunende instrumenten zijn een nationale minimum CO2 prijs voor elektriciteitscentrales en het feitelijk verbieden van investeringen in conventionele kolencentrales. De Contracts for Difference houden in dat er een prijs wordt vastgesteld die, per technologie verschillend, door de overheid wordt gegarandeerd. De producent ontvangt voor een bepaalde periode een gegarandeerde ‘strike price’. Voor kernenergie is deze administratief vastgesteld voor 35 jaar en bedraagt deze ongeveer het dubbele van de huidige groothandelsprijs. Voor verschillende vormen van hernieuwbare energie is voor verschillende categorieën (uitont-
Potentie
wikkelde technologie, verder te ontwikkelen technologie en biomassa) een uiteenlopende, hogere maximumprijs bepaald, in de hoop dat in een veiling producenten ook met een lager bedrag genoegen nemen. Is de groothandelsprijs lager dan de strike price, dan ontvangt de producent geld en is deze hoger dan betaalt hij. Stimuleren
De veiling voor capaciteit is in december 2014 voor het eerst gehouden. Dit beleidsinstrument was bedacht om extra gasgestookte capaciteit te stimuleren. In de huidige markt worden geen gascentrales meer gebouwd, omdat de kosten daarvan hoger zijn dan de lage groothandelsprijzen. Bij een toenemend aandeel windenergie worden ze wel nodig geacht voor de periodes waarin het niet waait. Uitgerekend was dat vanaf de winter van 2018/19 onvoldoende capaciteit is om aan de piekvraag te voldoen. In het capaciteitsmechanisme werden, nadat de te veilen capaciteit was bepaald, gegadigden toegelaten tot de drie onderdelen van de veiling: nieuwbouw (bedragen voor 15 jaar), opknappen (bedragen tot 3 jaar) of garantie van aanwezigheid (bedragen voor 1 jaar). Via een ‘reversed auction’ kwam er uiteindelijk een veilingprijs, waarbij het aanbod overeenkwam met het gevraagde vermogen. Deze prijs was met 19,40 pond per kW lager dan verwacht, maar zorgde er ook voor dat vooral bestaande centrales werden gecontracteerd. Afschakelijking van
- Wat is precies uw pleidooi aan de politiek? “Het wreekt zich dat we een subsidieregeling hebben die alleen is gericht op energie, de SDE+-regeling. Die is hartstikke goed, ik wil die niet om zeep helpen. Maar die SDE is natuurlijk gericht op technieken die al bestaan en waarvan we zeker weten wat ze opleveren. Die focus is te smal. Als je je richt op energie én groene grondstoffen, kun je meer economische waarde creëren en tegelijkertijd de circulaire economie stimuleren. Je moet beoordelingsvoorwaarden verbreden. Beloon boeren die een vergister op hun erf zetten niet alleen voor het groene gas dat ze produceren, maar ook voor de fosfaten en stikstoffen die ze uit hun mest halen. Kijk ook naar broeikasgassen. De productie van groen gas zorgt ervoor dat het methaan uit de grondstoffen niet de lucht in vliegt, maar nuttig wordt gebruikt. Methaan is een sterk broeikasgas, dus wat dat betreft is de productie van groen gas erg goed voor het klimaat. Maar daar staat financieel niets tegenover.” Groene keten
- Minister Kamp wil met de SDE+regeling het doel van 14% duurzame energieproductie halen. Hoe gaat hem dat lukken als hij meer uitgeeft aan de circulaire economie, en minder aan de productie van groene stroom? “Op deze manier haalt hij het ook niet. Mijn analyse is: waar het grote potentieel ligt, bij groen gas, komt het niet van de grond.”
de vraag wordt nauwelijks gestimuleerd. Al eerder was bepaald dat aanbieders uit het buitenland niet via interconnectie mee mochten doen. Voor latere veilingen is dat wel voorzien. Spiegelbeeld
Wat moeten we hiervan vinden? The Guardian merkte over de capaciteitsveiling op dat het niet vaak is voorgekomen dat de overheid 1 miljard pond betaalt voor iets dat er merendeels al is. Welk deel van die capaciteit zou er zonder vergoeding ook wel aangeboden zijn? Hier staat tegenover dat de gecontracteerde capaciteit een prijsdrukkend effect zal hebben, zodat een deel van de door de consument betaalde kosten zullen worden terugverdiend. Meer principieel zijn er drie opvattingen. De eerste stelt dat de EMR aantoont dat de overheid teveel wil. Als de klimaat- en energiedoelen niet zo overdreven ambitieus waren, waren al die ingrepen niet nodig. De tweede, vertolkt door bijvoorbeeld het IEA, is hiervan het spiegelbeeld. Groot-Brittannië is dan het land dat begrepen heeft dat een nieuw sturingsmodel nodig is. Om schone investeringen te bevorderen voldoet de huidige markt niet, we hebben iets anders nodig. Kritiek is er dan alleen op onderdelen: zijn er niet erg veel beleidsinstrumenten, is de stimulering van vraag en aanbod wel evenredig? De derde, van een observator zoals de Oxfordse hoogleraar Helm, gaat verder. De overheid heeft zo’n complex systeem gecreëerd dat
Jacqueline Cramer: “Als je je richt op energie én groene grondstoffen, kun je meer economische waarde creëren en tegelijkertijd de circulaire economie stimuleren.”
- Vraagt u om extra geld? “Ik wil in ieder geval dat die 13 miljoen die nu op de plank is blijven liggen, alsnog wordt benut. De totale uitgaven blijven dus gelijk. Maar er moet een categorie projecten bijkomen, gericht op die bredere aanpak richting biobased economy.” - Voor een werkende biobased economy moeten agro, chemie, energie, farma en mobiliteit intensief samenwerken. Hoe krijg je dat voor elkaar? “Dat moet je al bij de aanvraag voor subsidie stimuleren. Nu dienen boerenbedrijven – kriskras door het land verspreid – ieder hun eigen plan in. Zo krijg je nooit de schaalgrootte of de samenwerking die nodig is. Stimuleer dat bedrijven samen in één groene keten, liefst regionaal georganiseerd, projecten indienen. Ik zou met die werkwijze twee of drie grote projecten willen rondkrijgen.”
niemand het nog begrijpt. Daardoor is de uitkomst onvoorspelbaar. Bij elke tegenvaller zal om nieuwe ingrepen worden gevraagd, waarbij de kracht van lobbygroepen een groot deel van de uitkomst bepaalt. Ingewikkeld
Ik denk dat het IEA en Helm beiden een punt hebben. De huidige elektriciteitsmarkt leidt niet langer tot de gewenste investeringen en moet daarom anders. Maar de overzeese buren hebben het wel erg ingewikkeld gemaakt. Het debat over de verhouding van markt en overheid is geopend. Een substantieel hogere CO2 prijs en bevordering van innovatie zijn noodzakelijk als we de doelen serieus nemen. Groot-Brittannië doet een forse poging daar iets aan te doen. Laten we de inzet van de buren goed volgen en er maximaal van leren.
Pieter Boot is verbonden aan het Planbureau voor de Leefomgeving.
8 OPINIE energie Energie Actueel
|
jaargang 18, nummer 1
|
dinsdag 3 februari 2015
Column
De renaissance van olie? In de afgelopen weken zijn we doodgegooid met artikelen over olie. Er is een ware herontdekking van de oliemarkt als geopolitiek en economisch onderwerp aan de gang die we lang niet hebben gezien. Zelfs in 2008, toen de olieprijs even piekte op 147 dollar per vat en vervolgens datzelfde jaar binnen een paar maanden tijd diep viel naar bijna 35 dollar, bleek de aandacht in de media moeilijk vast te houden, omdat de internationale financiële crisis zich tegelijkertijd over de wereld uitrolde. De toenmalige worsteling van om de prijzen te stabiliseren is alweer vergeten, evenals die van 1998 en die van de midden jaren tachtig. De structurele veranderingen die zich de afgelopen jaren
in de olie-industrie hebben voltrokken ontsnapten merendeels aan de aandacht, laat staan dat de consequenties hiervan figureerden in geopolitieke en economische analyses in de Europese discours. Die ging over iets heel anders en was vooral naar binnen gericht. En nu is er een barrage aan aandacht voor het effect van de lage olieprijzen op investeringen, financiële markten, groei, beleid; noem het maar op en het heeft een verband. Komisch
Coby van der Linde is hoofd van het Clingendael International Energy Programme en hoogleraar Geopolitiek en Energiemanagement aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Het heeft wel iets komisch, die herontdekking van olie. Het blijkt, ondanks het feit dat olie vooral in de transportsector wordt geconsumeerd, toch dieper in de haarvaten van de economie te zitten dan men in het publieke debat veronderstelde. Daar ging het in Noordwest-Europa immers alleen nog over elektriciteit. De elektriciteitssector vormde het speerpunt voor de voorgenomen energierevolutie in Europa, waardoor de aandacht voor de industriële energievraag, warmtevraag en
de transportsector naar de achtergrond werd verdrongen. Olie was zo passé. Prisma
Noordwest-Europa keek als door een prisma naar de internationale energieontwikkelingen, zich niet altijd rekenschap gevend van een andere realiteit elders. Noch had men veel oog voor de mogelijke impact van die internationale ontwikkelingen op de eigen doelstellingen van energiebeleid. Er was veel kritiek op de schalieontwikkelingen in de VS, maar het feit dat deze productie de uitval van productie elders in de wereld aardig in balans hield (en prijzen dus redelijk stabiel) werd minder gewaardeerd. De onrust in het Midden-Oosten en Noord-Afrika was wel vervelend voor de voorzieningszekerheid van Zuid Europa, maar kon in het politieke debat niet op tegen bijvoorbeeld de discussie over het Russisch gas. Domino-effect
Inmiddels moet duidelijk zijn dat de lagere olieprijzen ook effect hebben op de vloeibaar gas (LNG) prijzen in Azië. Veel gascontracten daar zijn bepaald op basis van olie-geïndexeerde prijzen en LNG-prijzen dalen nu dus keurig mee. Hierdoor komt een gediversifieerd
aanbod van LNG ook voor Europa in het verschiet te liggen. Het aantal LNGexporteurs is de laatste jaren gestaag uitgebreid en in de komende jaren komen daar nog een paar bij. Immers, sommige projecten zijn al vergevorderd. Door de lange looptijd komen ze nu weliswaar onder andere marktvoorwaarden de markt op, maar in de zoektocht naar interessante markten zal naast Azië ook Europa in het vizier komen. Dat betreft uiteraard het niet-gecontracteerde gas of gas dat in samenspraak tussen aanbieder en koper, bij gebrek aan vraag in de ene markt, zijn weg vindt naar een andere. De vraag naar olie en gas in landen als de VS en China is belangrijk voor de energiemarktontwikkeling in Europa, zo heeft de ontwikkeling in de oliemarkt een belangrijk effect op de internationale gasmarkt. Het zal afhangen van de concurrentiekracht van Rusland in hoeverre het partij weet te bieden aan de LNG-aanbieders in de komende tijd. Olie-industrie
De veranderingen in de olie-industrie zijn nog dramatischer. De exportpositie van in Europa gevestigde raffi naderijen was al onder grote druk gekomen door de schalierevolutie in de VS. De inkoop van ruwe olie kan nu dan heel goedkoop zijn, de concurrentiepositie hoeft daardoor niet te verbeteren. De VS veranderde van een belangrijke ruwe olie- en olieproductimporteur in een behoorlijke olieproductexporteur. Veel van de Europese exporten vonden tot voor kort hun weg naar de
VS; nu moeten er nieuwe markten worden gevonden voor met name benzine, terwijl door de voorgenomen modernisering van de Russische raffinagecapaciteit en de bouw van nieuwe capaciteit in India en het Midden-Oosten de concurrentie toeneemt. Een deel van de Europese raffi nagecapaciteit is een belangrijke schakel in het petrochemische complex in Europa. De mogelijke afbouw van de Europese overcapaciteit in raffinage dient met de nodige (industriestructuur) slimheid te geschieden. Deze chemische industrie is niet alleen belangrijk voor de industriële innovatie in Europa, maar vormt ook een schakel naar de bio-based economie. De timing van het een en het ander kan als gevolg van de dramatische omslag in olie- en gasmarkten omslaan van passen naar niet passen. Nu al overwegen chemische bedrijven nieuwe investeringen alleen te plegen in omgevingen waar veel olie en/of gas te verwachten is, zoals de VS. Europa komt in dat soort scenario’s nauwelijks meer voor. Debat
De zelfopgelegde beperking van de discussie tot alleen elektriciteit is niet handig, omdat daarmee internationale ontwikkelingen die betrekkingen hebben op grofweg de andere twee derde van de energievoorziening niet worden meegenomen. Olie heeft het debat weer nieuw leven in geblazen. De stroom aan artikelen over alle effecten kan niet groot genoeg zijn.
Column
All electric: duurzaam, flexibel én betrouwbaar Onze energievoorziening wordt onmiskenbaar all electric. Ons dagelijks leven wordt meer en meer elektrisch, meer IT, robots, computers, smartphones, tablets, routers, the cloud, social media, streaming, elektrisch koken en uiteindelijk het internet of things and everything. Verwarmen en koelen van onze gebouwen en huizen gaan we doen door warmte en koude op te slaan en met een elektrische warmtepomp op de gewenste temperatuur te brengen. Onze transportsector wordt elektrisch, van elektrische fietsen, scooters tot auto’s, trucks, bussen en boten. Die elektriciteit wordt geleverd door batterijen en brandstofcellen aan boord, gevoed door waterstof. Ja zelfs onze industriële productie wordt meer en meer elektrisch door het gebruik van additive manufacturing (3D printing), robots en IT. Al die elektriciteit gaan we natuurlijk duurzaam opwekken, zon en wind, maar daarnaast waterkracht, geothermie en biogas dat via de brandstofcel in de auto ook kan worden omgezet in elektriciteit. Sommige van deze duurzame opwek zal grootschalig zijn, grote windparken op zee, zonnecentrales in de woestijn, grote waterkracht en geothermiecentrales. Maar we krijgen ook heel veel lokale opwekking met zon en wind, kleine waterkracht en stroomproductie met de brandstofcelauto. Dit wordt een heel ander energiesysteem dan we nu kennen, heel veel kleine gedistribueerde lokale elektriciteitsproductie en overal. Daarnaast grootschalige elektriciteitsproductie
op plaatsen waar het hard waait, de zon goed schijnt, het water valt of de stoom letterlijk de grond uit spuit. Maar ook de stroomvraag verandert sterk, het wordt all electric, dus er komt heel veel elektriciteitsvraag bij. Het patroon van de elektriciteitsvraag in de tijd zal dus sterk veranderen. En de vraag zal niet meer zo star zijn, overal komt opslag in. Kijk maar rond, in je smartphone, tablet, laptop, in je elektrische tandenborstel, je stofzuigerrobot, je tv, router, de nieuwe robots, 3D printers. Uiteindelijk zitten of komen in al je apparaten, als ze aangesloten worden op het internet of things, batterijen. Maar ook in de elektrische auto’s zitten grotere batterijen, in je verwarmingssysteem met elektrische warmtepompen is er opslag van warmte of koude mogelijk. Bij datacenters en mobiele zendmasten staan grote back-up systemen, etc. etc. De f lexibele vraag afstemmen op het duurzame aanbod is een interessante puzzel voor de komende jaren. Daarbij gaat het niet om één oplossing, maar om een scala van oplossingen, die sterk locatie-, toepassing- en systeemaf hankelijk zijn. Je kan denken aan demand side management, meer elektriciteitsnetwerkcapaciteit, stroom omzetten in waterstof, methaan, ammoniak, etc., elektriciteitsopslag in capacitors, batterijen, vliegwielen, in perslucht of omhoog gepompt water. Of via omzetting in warmte, koude, drinkwater, producten en dat dan opslaan. Kortom, er is veel mogelijk, maar laat ik nu eens drie systemen beschrijven die de komende jaren gerealiseerd gaan worden, van groot naar klein.
In Saudi-Arabië heeft men vergevorderde plannen om een 4 GWp zonneenergie centrale te bouwen die dag en nacht gemiddeld 1 GWp f lexibel moet kunnen leveren. In totaal gaat deze installatie 9 TWh leveren, genoeg voor een f linke stad. Ze doen dit door op de momenten dat er teveel elektriciteit geproduceerd wordt elektriciteit via elektrolyse om te zetten in waterstof en dat op te slaan. Als ze tekort komen, zetten ze de waterstof weer via turbines om in elektriciteit. Het consortium dat dit gaat bouwen, verwacht een gehele systeemkostprijs van 5 dollarcent per kWh te realiseren. Bij het uit te breiden vliegveld Lelystad wordt een fors nieuw terrein ontwikkeld met een Solar Parking site. Boven de parkeerplaatsen komt een groot zonne-energie systeem. Led-verlichting op het hele parkeerterrein. En uiteraard parkeerplekken met oplaadpunten voor de elektrische auto’s. Parkeren bij een vliegveld betekent dat je goed weet wanneer de auto’s komen en wanneer ze weer vertrekken. Dus we kunnen de batterijen van de auto’s gebruiken als opslagsysteem. Extra snelladers met vliegwiel opslagsystemen die snel een groot vermogen kunnen leveren, worden geplaatst om de batterijen van de auto’s vol te laden als dat onverhoopt nodig is. Dit hele parkeerterrein zal met een DC-netwerk de diverse functies aan elkaar verbinden, waardoor onnodige AC-DC en DC-AC verliezen worden vermeden. Het uitgangspunt is om het geheel zo te ontwerpen dat er geen uitwisseling met het openbare elektriciteitsnet nodig is.
Thuis kun je zelf aan de slag met opslag en power management. In je werkkamer bouw je een eigen klein energiesysteempje. Je verbindt met de USB 3.1 kabel je computer met je laptop, je oplader van de smartphone een paar Led-lampjes en zonnecellen met USB-uitgang. Met een beetje handigheid kun je het power management programmaatje of app van de laptop of smartphone ombouwen om het power management voor dit systeempje in zijn geheel te gaan doen. Je gebruikt dan de batterijen van je laptop, smartphone, etc. in twee richtingen. Als je nu ook nog je home trainer in je werkkamer met piezo-elektrische elementen gebruikt en op het systeempje aansluit, ben ik benieuwd hoeveel je na een jaar bent afgevallen om dit systeempje helemaal los van het net te kunnen laten werken.
Colofon
Energie Actueel is een uitgave van de Vereniging Energie-Nederland. Energie Actueel biedt achtergronden en opinies uit de wereld van energie en klimaat. De krant verschijnt 10 keer per jaar. Daarnaast is Energie Actueel digitaal beschikbaar, met binnen- en buitenlands nieuws en een scala aan columnisten: energieactueel.nl Redactieadres Energie-Nederland, Lange Houtstraat 2 2511 CW Den Haag T: 070 311 4350 E:
[email protected] Hoofdredactie Anne Sypkens Smit Bladmanagement & eindredactie PACT Public Affairs, Den Haag Redactie Frank Kools, Sjoerd Marbus, Sander Schilders Medewerkers Alexander Haje, Paul Hazebroek, Peter Westhof Columnisten Pieter Boot, Aad Correljé, Frank van den Heuvel, Coby van der Linde, Han Slootweg, Ad van Wijk Correspondenten Wierd Duk (Duitsland), Frank Kools (Noord-Amerika), Jan Schils (Europese Unie, België), Arjan Schippers (Groot-Brittannië), Dorine Vaessen (Duitsland), Wim Verseput (Scandinavië), Marcel Vink (China) Vormgeving & opmaak Aandagt reclame & marketing, Almelo Druk & distributie Senefelder Misset Grafisch Bedrijf, Doetinchem
Ad van Wijk is duurzaam energieondernemer, adviseur en professor in Future Energy Systems aan de TU Delft.
Overname van artikelen uitsluitend toegestaan na toestemming van de hoofdredactie. ISSN 2211-6230