Instellen - vereiste stappen A2
Installatie Overzicht
Aanbevolen stappen
NOS-selectielijst
Printerdrivers
Systeemtoepassingen Problemen oplossen
Hieronder klikken om deze stappen af te drukken. Instellen – vereiste stappen
Instellen - vereiste stappen A2 Deze instructies volgen om goede communicatie tussen uw systeem en het netwerk met het TCP/IP-protocol te waarborgen (dit is het standaardprotocol voor het op dit apparaat gebruikte UNIXbesturingssysteem). Als deze stappen zijn uitgevoerd, de koppelingen bovenaan deze pagina gebruiken om naar andere delen van deze handleiding te gaan die u wilt doornemen (bijvoorbeeld Printerdrivers). Stap 1. Kabelverbinding en instellen van NIC-snelheid. Deze instructies volgen om uw systeem fysiek op uw netwerk aan te sluiten. Stap 2. In-/uitschakelen. Deze instructies volgen om uw systeem in te schakelen. Stap 3. Aanmelden. Deze instructies volgen om u als systeembeheerder aan te melden. Stap 4. Geïnstalleerde opties controleren met Licentiebeheer.Deze instructies volgen om te controleren of de juiste licenties op dit apparaat zijn geïnstalleerd, die nodig zijn voor een goede communicatie met het netwerk. Stap 5. TCP/IP instellen. Deze instructies volgen om TCP/IP-communicatie in te stellen. TCP/IPcommunicatie moet zijn ingeschakeld om opdrachtverzending vanaf een werkstation op het netwerk via de webinterface mogelijk te maken. Opmerking: De fabrieksinstelling voor TCP/IP-adressering is Dynamic Host Configuration Protocol (DHCP). Als u de voorkeur geeft aan statische IP-adressering, zorgen dat u een geldig IP-adres, subnetmasker en Gateway-adres (indien gebruikt) bij de hand heeft. Stap 6. LPD instellen. Deze instructies volgen om de LPD (Line Printer Daemon) in te schakelen. Stap 7. Proxy-informatie in Externe services invoeren.Deze instructies volgen voor externe technische hulp met de testprocedures voor het oplossen van problemen. Stap 8. Afmelden. Deze instructies volgen om u bij het systeem af te melden.
file:///T|/tigris/Nuvera/Nuvera 8.0 SAG/SAG 8.0/Network...ser/Dutch/Required_Steps/Required_Steps_JumpPage_A2.htm (1 of 2)3/20/2007 4:00:23 PM
Instellen - vereiste stappen A2
Stap 9. Het systeem opnieuw opstarten. Deze instructies volgen om het systeem opnieuw op te starten wanneer u hierom wordt gevraagd. Stap 10. TCP/IP-communicatie controleren met ping. Deze instructies volgen op een werkstation op het netwerk, om te controleren of de TCP/IP-communicatie goed is ingesteld. Stap 11. Afdrukken via TCP/IP met LPR controleren. Deze instructies volgen op een werkstation op het netwerk, om te controleren of u op het apparaat met behulp van het TCP/IP-protocol kunt afdrukken.
file:///T|/tigris/Nuvera/Nuvera 8.0 SAG/SAG 8.0/Network...ser/Dutch/Required_Steps/Required_Steps_JumpPage_A2.htm (2 of 2)3/20/2007 4:00:23 PM
A2a
Kabel aansluiten en snelheid van de netwerkkaart instellenA2a Kabel aansluiten 1. Ervoor zorgen dat het apparaat is uitgeschakeld. 2. Het ene uiteinde van een netwerkkabel (twisted pair, categorie 5) aansluiten op de RJ-45-bus die zich bevindt achter een toegangspaneel aan de linkerkant van het afdrukstation (zie afbeelding). Opmerking: Dit wordt gewoonlijk tijdens de installatie van het apparaat door een Xerox-servicetechnicus uitgevoerd. Nadat de kabel op de interne RJ-45-bus is aangesloten, dient de kabel via de boogvormige uitsnijding in het achterpaneel van het afdrukstation naar buiten te worden geleid.
3. Het andere uiteinde van de kabel op een actieve Ethernet-aansluiting aansluiten.
Snelheid van de netwerkkaart instellen Op basis van de fabrieksinstelling wordt de snelheid van het netwerk automatisch gedetecteerd en wordt de netwerkkaart automatisch op de juiste snelheid ingesteld. De snelheidsinstelling kan als volgt handmatig worden gewijzigd op de printer:
1. Het systeem inschakelen zoals vermeld in het onderdeel Instellen - vereiste stappen van deze 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
handleiding. Selecteer [Aanmelden...] in het menu Aanmelden. Systeembeheerder selecteren in de keuzelijst Gebruiker. De toegangscode voor de systeembeheerder invoeren. Selecteer [OK]. Netwerkconfiguratie selecteren in het menu Instelling van het systeem. Het tabblad Verbindingen selecteren en met de pijl omlaag de gewenste snelheid selecteren. Klik op [OK] of [Toepassen] om uw instellingen op te slaan.
file:///T|/tigris/Nuvera/Nuvera 8.0 SAG/SAG 8.0/Network_Installation/LanguageChooser/Dutch/Required_Steps/A2a.htm3/20/2007 4:00:52 PM
A2b
Het systeem in-/uitschakelen A2b Het systeem inschakelen 1. Eventuele randapparatuur van derden (bijvoorbeeld afwerkeenheden) inschakelen. Hierbij dient te worden opgemerkt dat apparatuurmodules van Xerox geen AAN/UIT-toets hebben aangezien ze elektronisch worden ingeschakeld. 2. De AAN/UIT-toets rechts aan de voorkant van het afdrukstation (rechts van de monitor van het systeem) in de AAN-stand zetten (aangeduid met I). 3. Wanneer het systeem wordt opgestart, wordt zowel het MAC-adres (het hardware-adres van de netwerkkaart) als de hostnaam gedurende enkele minuten op de monitor van het systeem weergegeven. 4. Wachten tot het DocuSP-scherm verschijnt en in het statusvenster "Printer niet actief" en "Niet actief" wordt weergegeven (en niet "Bezig met initialiseren…Niet actief", of "Bezig met laden… Niet actief"). Opmerking: het duurt enige minuten voordat het systeem gereed is voor gebruik.
Het systeem uitschakelen 1. Het menu Systeem selecteren met de muis. 2. Selecteer [Uitschakelen]. Ja - het systeem voltooit de opdrachtverwerking en wordt automatisch uitgeschakeld Onderbreken - het systeem wordt automatisch onmiddellijk uitgeschakeld zonder de opdrachtverwerking te voltooien Nee - het systeem schakelt over naar de gebruikersinterface 3. Wachten tot in het statusvenster het bericht verdwijnt dat het systeem bezig is met uitschakelen. 4. Eventuele randapparatuur van derden (zoals afwerkeenheden) uitschakelen.
Alleen het afdrukgedeelte uitschakelen Het kan voorkomen dat de Xerox-servicetechnicus alleen het afdrukgedeelte hoeft uit te schakelen om onderhoud uit te voeren. Alleen het afdrukgedeelte uitschakelen:
1. Selecteer [Printer Uit] in het menu Printer om de opdrachtverwerking te voltooien en het systeem uit te schakelen. file:///T|/tigris/Nuvera/Nuvera 8.0 SAG/SAG 8.0/Network_Installation/LanguageChooser/Dutch/Required_Steps/A2b.htm (1 of 2)3/20/2007 4:01:02 PM
A2b
2. Als u klaar bent, schakelt u het afdrukgedeelte weer in door [Printer Aan] in het menu Printer te selecteren.
file:///T|/tigris/Nuvera/Nuvera 8.0 SAG/SAG 8.0/Network_Installation/LanguageChooser/Dutch/Required_Steps/A2b.htm (2 of 2)3/20/2007 4:01:02 PM
A2c
Aanmelden als systeembeheerder A2c 1. Selecteer [Aanmelden...] in het menu Aanmelden van het afdrukstation. 2. Systeembeheerder selecteren in de keuzelijst Gebruiker. 3. De toegangscode van de systeembeheerder (bijvoorbeeld administ) invoeren. Opmerking: Om veiligheidsredenen wordt het aanbevolen om alle toegangscodes te wijzigen nadat het systeem is geïnstalleerd. Voor informatie hieromtrent de procedure Toegangscodes voor aanmelden wijzigen raadplegen in het onderdeel Aanbevolen instellingsstappen in deze handleiding.
4. Selecteer < OK>.
Algemene informatie over soorten gebruikers en toegangsrechten Er zijn drie soorten gebruikersaccounts waarmee men toegang kan verkrijgen tot het systeem. De drie accountgroepen zijn: beheerder, operateur en gebruiker. Voor elk van deze gebruikersgroepen is er een ingebouwde gebruikersaccount. In de onderstaande tabel wordt tevens aangegeven hoe het toegangsniveau van elke groep correspondeert met het toegangsniveau in vorige (oudere) versies van DocuSP.
Groep
Ingebouwde gebruikersaccount
Toegangsniveau in vorige DocuSP-versies
Beheerders
Systeembeheerder
Systeembeheerder
Operateurs
Operateur
Operateur
Gebruikers
Gebruiker
Gebruiker
De groepsnaam van de aangemelde gebruiker wordt weergegeven in de titelbalk van het actieve venster op de monitor van het systeem. De toegangsniveaus voor elk van de gebruikersgroepen zijn als volgt gedefinieerd:
1. De groep Gebruikers heeft de meest beperkte toegangsrechten tot het systeem. Het toegangsniveau komt overeen met het niveau in eerdere DocuSP-versies. 2. De groep Operateurs heeft meer toegangsrechten tot het systeem dan de groep Gebruikers. Het toegangsniveau komt overeen met het niveau in eerdere DocuSP-versies. 3. De groep Beheerders heeft toegang tot alle systeemfuncties. Het toegangsniveau komt overeen
file:///T|/tigris/Nuvera/Nuvera 8.0 SAG/SAG 8.0/Network_Installation/LanguageChooser/Dutch/Required_Steps/A2c.htm (1 of 2)3/20/2007 4:01:13 PM
A2c
met het niveau in eerdere DocuSP-versies. Behalve de drie ingebouwde gebruikersaccounts is er nog een vierde account, "cse" genaamd, welke is bedoeld voor de Xerox-servicetechnicus. Deze account behoort standaard tot de groep Beheerders. Opmerking: Als de voorziening voor automatische aanmelding is ingeschakeld, hoeven gebruikers de aanmeldingsprocedure niet uit te voeren. In dat geval is men standaard aangemeld met het toegangsniveau van de groep Gebruikers. De toepassing Automatisch aanmelden kan worden geconfigureerd door een beheerder via het menu Beveiligingsprofielen. Automatisch aanmelden is ingeschakeld in de beveiligingsprofielen Gemiddeld, Laag en Geen. De toepassing is uitgeschakeld in het beveiligingsprofiel Hoog.
file:///T|/tigris/Nuvera/Nuvera 8.0 SAG/SAG 8.0/Network_Installation/LanguageChooser/Dutch/Required_Steps/A2c.htm (2 of 2)3/20/2007 4:01:13 PM
A2d
Geïnstalleerde opties bekijken via Licentiebeheer A2d Via optionele licenties is het mogelijk om gebruik te maken van Ethernet, netwerkgateways, paginabeschrijvingstalen (Page Description Languages (PDL's)), afdruksnelheden en Externe diensten, evenals van mogelijkheden zoals Variable-data Intelligent PostScript Printing (VIPP) en scannen naar het netwerk. Na de eerste installatie van het systeem door een Xerox-servicetechnicus wordt Licentiebeheer gebruikt om gelicentieerde opties achtereenvolgens te bekijken, in te schakelen of uit te schakelen, en te installeren. Om er zeker van te zijn dat voor het systeem de juiste opties zijn geïnstalleerd om een succesvolle netwerkinstelling mogelijk te maken, dient u de geïnstalleerde systeemopties te controleren via Licentiebeheer. Opmerking: Afhankelijk van de licenties die zijn ingeschakeld, zijn bepaalde functies niet op uw systeem beschikbaar of werken ze anders. De productiviteitspakketlicentie is nodig voor het inschakelen van functies als meerdere wachtrijen, het uitvoeren van LCDS- en IPDS-opdrachten, het instellen van streaming-wachtrijen, het gebruik van de papierbibliotheek en de mogelijkheid om het minimale/maximale nominale papiergewichtbereik te specificeren voor het papier dat is geprogrammeerd en geplaatst. Als de productiviteitspakketlicentie niet is geïnstalleerd en ingeschakeld, gebruikt het systeem bijvoorbeeld standaard papiergewichten. Een andere licentie, de licentie voor verbeterde lijnrasters (afdrukkwaliteit), maakt afdrukkwaliteitsopties, zoals het aanpassen van halftonen en het selecteren van verschillende lijnrasters, mogelijk.
Gelicentieerde opties bekijken 1. Selecteer [Aanmelden...] in het menu Aanmelden. 2. Selecteer Systeembeheerder in de keuzelijst Gebruiker, voer de toegangscode van de systeembeheerder in en klik op < OK>. 3. Selecteer [Toepassingslicenties…] in het menu Instelling. 4. In het venster Licentiebeheer worden voor elke gelicentieerde optie op het systeem de naam, het type, de status, de stand en de vervaldatum weergegeven. Gelicentieerde pakketten van gebundelde toepassingen kunnen ook worden weergegeven als een pictogram met overlappende documenten. Wanneer u op het pictogram klikt, wordt de inhoud van het pakket met individuele toepassingen getoond. 5. Als u de eigenschappen van een weergegeven optie wilt bekijken, klikt u met de rechtermuisknop op de selectieregel voor de optie, het licentiepakket of op de betreffende toepassing en selecteert u [Eigenschappen…] in het popup-menu.
Gelicentieerde opties inschakelen 1. Klik met de rechtermuisknop op de selectieregel voor de optie of het licentiepakket waarin u bent geïnteresseerd en selecteer [Eigenschappen…] in het popup-menu. 2. In het venster Eigenschappen het keuzerondje Activeren selecteren onder de kop Licentie. 3. Selecteer het keuzerondje Inschakelen onder het kopje Toepassing. Schakel voor file:///T|/tigris/Nuvera/Nuvera 8.0 SAG/SAG 8.0/Network_Installation/LanguageChooser/Dutch/Required_Steps/A2d.htm (1 of 2)3/20/2007 4:01:23 PM
A2d
licentiepakketten zo nodig het vakje Huidige status behouden uit (haal het vinkje weg), selecteer [Alles inschakelen] en selecteer vervolgens het vakje Huidige status behouden opnieuw. Dit vakje is alleen beschikbaar op gebundelde licentietoepassingen waarin andere licentietoepassingen zijn opgenomen. 4. Ervoor zorgen dat de geselecteerde optie de naam is die wordt weergegeven onder de kop Licentienaam. 5. Het vak Licentiestring dient te zijn ingevuld met een lange tekenreeks die bestaat uit letters en cijfers. Indien dat niet het geval is, contact opnemen met het Xerox Welcome Centre. 6. Klik op
of om uw instellingen op te slaan. Opmerking: U kunt de afzonderlijke toepassingen van licentiepakketten inschakelen of uitschakelen door met de rechtermuisknop op de toepassingsregel te klikken, Eigenschappen te selecteren en vervolgens [Inschakelen] of [Uitschakelen] te selecteren. U moet geen compleet licentiepakket deactiveren om één toepassing (zoals AppleTalk in het Ethernet-pakket) uit te schakelen. Als een licentie wordt uitgeschakeld, verwijdert het systeem de licentiestring. De licentie of toepassing kan dan niet met behulp van de toets Activeren weer worden ingeschakeld. Als u een licentie of toepassing weer wilt activeren, moet u opnieuw een geldige licentie installeren.
Gelicentieerde opties installeren 1. Contact opnemen met het Xerox Welcome Centre om een licentie of licentiepakket aan te 2. 3.
4. 5.
schaffen voor de opties of toepassingen die u nodig heeft. Wanneer u uw licentiebestand van Xerox heeft ontvangen, meldt u zich als systeembeheerder bij het systeem aan en selecteert u [Toepassingslicenties...] in het menu Instelling. Klik met uw rechtermuisknop op een willekeurige plaats in het venster Licentiebeheer en selecteer [Licentiebestand laden]. (Opmerking: U kunt ook op de toets Licentiebestand laden... klikken.) Gebruik het venster Licentiebestand selecteren om de locatie van uw nieuwe licentiebestand aan te geven en klik op . Eventuele aanvullende instructies bij het licentiebestand volgen om een succesvolle installatie te verzekeren.
file:///T|/tigris/Nuvera/Nuvera 8.0 SAG/SAG 8.0/Network_Installation/LanguageChooser/Dutch/Required_Steps/A2d.htm (2 of 2)3/20/2007 4:01:23 PM
A2e
TCP/IP instellen A2e 1. Selecteer [Netwerkconfiguratie] in het menu Instelling. 2. Klikken op het selectievakje IP inschakelen om deze functie te activeren als het selectievakje 3.
4.
5. 6. 7. 8.
niet reeds standaard is ingeschakeld. DHCP is de TCP/IP-adresseringsmethode die standaard in de fabriek is ingeschakeld. De eerste keer dat het systeem werd opgestart, dient er communicatie met uw DHCP-server te hebben plaatsgevonden en een IP-adres, subnetmasker en standaard gateway-adres te zijn verkregen. Deze onderdelen moeten nu op het scherm verschijnen. Als dat niet het geval is, klikt u op . Het systeem maakt dan verbinding met uw DHCP-server. Of klik op de selectiepijl IP-configuratiemethode om een statisch IP-adres in te stellen zoals hieronder wordt beschreven. Als de DHCP-adressering is mislukt of niet gewenst is, selecteert u [Statische IP-configuratie]. Merk op dat u ook [BOOTP ingeschakeld] kunt selecteren als er een BOOTP-server beschikbaar is. Het tabblad IP-adres selecteren. Voer een geldig IP-adres voor dit apparaat in de beschikbare tekstvakken in, alsmede het subnetmasker en het standaardgateway-adres (indien gebruikt) voor uw netwerk. Klik op of om uw instellingen op te slaan. Indien u communicatie met dit apparaat via het Internet wilt instellen, of gebruikmaakt van DNS, WINS of NIS om hostnamen om te zetten naar IP-adressen binnen uw netwerk, dient u een unieke hostnaam in te voeren voor dit apparaat. Het tabblad DNS selecteren als u DNS gaat gebruiken voor het omzetten van hostnamen op uw netwerk. Indien het nog niet is ingesteld in de fabriek, op het selectievakje DNS inschakelen klikken om het aan te vinken. Op het selectievakje Dynamische DNS-registratie inschakelen klikken als uw netwerk een dynamische DNS-server gebruikt om hostnamen automatisch bij te werken in IPadrestoewijzingen. In het vak Domeinnaam het domein invoeren waarbinnen dit apparaat zich bevindt (bijvoorbeeld Xerox.com). In het vakje Hostnaam wordt de (onbewerkbare) naam weergegeven. Deze naam moet hetzelfde zijn als de unieke naam die is ingevoerd in het tabblad IP-adres. In de DNS-serverlijst de IP-adressen opgeven van maximaal drie DNS-servers die worden gezocht wanneer hostnamen worden omgezet naar IP-adressen. In de Domeinzoeklijst, de naam invoeren van andere domeinen waarin zo nodig moet worden gezocht om de hostnaam om te zetten. Klik op of om uw instellingen op te slaan.
9. Indien u WINS gaat gebruiken voor NetBIOS-hostnaamomzetting binnen uw Microsoft-netwerk, het tabblad WINS selecteren.
file:///T|/tigris/Nuvera/Nuvera 8.0 SAG/SAG 8.0/Network_Installation/LanguageChooser/Dutch/Required_Steps/A2e.htm (1 of 2)3/20/2007 4:01:32 PM
A2e
Klikken op het selectievakje WINS inschakelen om deze functie te activeren. In de betreffende vakken het IP-adres van de primaire en secundaire (indien gebruikt) WINSserver invoeren voor de omzetting van NetBIOS-namen naar IP-adressen in het Microsoftnetwerk. Klik op of om uw instellingen op te slaan.
10. Het tabblad NIS/NIS+ selecteren als u NIS wilt gebruiken voor distributie van toegangscode-, groep- of hostadresinformatie op uw UNIX-netwerk. Klikken op het selectievakje Naamservice inschakelen om deze functie te activeren. Het keuzerondje NIS+ is standaard ingeschakeld. Selecteer desgewenst het keuzerondje NIS in plaats van NIS+. Klik op het aankruisvakje NIS+ server zoeken om de naam en het IP-adres van de Network Information Service-server in het netwerk op te vragen. Als de NIS+ server niet wordt gevonden of het aankruisvakje NIS+ server zoeken niet wordt aangevinkt, dient u in de betreffende vakken de domeinnaam, het IP-adres van de server en de servernaam voor NIS/NIS+ in te voeren, indien deze bekend zijn. Klik op of om uw instellingen op te slaan.
file:///T|/tigris/Nuvera/Nuvera 8.0 SAG/SAG 8.0/Network_Installation/LanguageChooser/Dutch/Required_Steps/A2e.htm (2 of 2)3/20/2007 4:01:32 PM
A2f
LPD instellen A2f 1. Selecteer [Gateways] in het menu Instelling. 2. Het tabblad LPD selecteren. 3. Het keuzerondje Ingeschakeld voor Line Printer Daemon (LPD) activeren, indien dit vakje niet reeds standaard is ingeschakeld. 4. Het keuzerondje Ingeschakeld voor LPD-standaardwachtrij selecteren. Door de LPDstandaardwachtrij in te schakelen, verwerkt het systeem opdrachten in de standaardwachtrij als de wachtrij die door de gebruiker is opgegeven, niet bestaat. Opmerking: Wanneer de LPD-standaardwachtrij niet is ingeschakeld, moet de gebruiker de wachtrij van het systeem specificeren. Bij systemen waarop de productiviteitspakketlicentie is ingeschakeld en waarop een grote hoeveelheid interne afdrukwachtrijen in Wachtrijbeheer zijn gemaakt, moeten gebruikers een geldige afdrukwachtrij op de client-LPR-poorten configureren om opdrachten te kunnen verzenden.
5. De standaardwaarde van 515 voor de LPD-poort handhaven. (Opmerking: LPD luistert op poort 515 naar inkomende TCP-verbindingen van clients.) 6. Klik op of om uw instellingen op te slaan.
file:///T|/tigris/Nuvera/Nuvera 8.0 SAG/SAG 8.0/Network_Installation/LanguageChooser/Dutch/Required_Steps/A2f.htm3/20/2007 4:01:44 PM
A2g
Het systeem opnieuw opstarten (indien daarom wordt gevraagd) A2g De volgende procedure volgen indien u werd gevraagd om het systeem opnieuw op te starten om wijzigingen in de netwerkcommunicatie-instellingen door te voeren:
1. Selecteer [Uitschakelen] in het menu Systeem. Ja - het systeem voltooit de opdrachtverwerking en wordt automatisch uitgeschakeld Onderbreken - het systeem wordt automatisch onmiddellijk uitgeschakeld zonder de opdrachtverwerking te voltooien Nee - het systeem keert terug naar het DocuSP-scherm
2. Wachten tot in het statusvenster het bericht verdwijnt dat het systeem bezig is met uitschakelen. 3. Het systeem weer inschakelen door de AAN/UIT-toets rechts aan de voorkant van het afdrukstation (rechts van de monitor van het systeem) in de AAN-stand te zetten (aangeduid met I). 4. Wachten tot het DocuSP-scherm verschijnt en in het statusvenster "Printer niet actief" en "Niet actief" wordt weergegeven. Opmerking: het duurt enige minuten voordat het systeem gereed is voor gebruik.
file:///T|/tigris/Nuvera/Nuvera 8.0 SAG/SAG 8.0/Network_Installation/LanguageChooser/Dutch/Required_Steps/A2g.htm3/20/2007 4:01:54 PM
A2h
TCP/IP-communicatie controleren met ping
A2h
Typ vanaf een willekeurig Windows-werkstation na de opdrachtprompt (DOS-prompt) of vanaf het terminalvenster in UNIX/Linux op de opdrachtregel: ping xxx.xxx.xxx.xxx en druk op <Enter>. Hierbij dient te worden opgemerkt dat er een spatie staat tussen het woord ping en de eerste xxx. Hierbij staat xxx.xxx.xxx.xxx voor het IP-adres van het systeem zoals geconfigureerd volgens de instructies in TCP/ IP instellen in deze handleiding. Als de communicatie goed is ingesteld, verschijnt er een bericht zoals: "Reply from xxx.xxx.xxx.xxx: bytes=32 time<10ms TTL=128". Indien u echter "Cannot connect to host", "Time Out", of "0 bytes received" ontvangt, de volgende punten controleren: Controleren of het doelapparaat is ingeschakeld, volledig is gestart en is verbonden met het netwerk. Controleren of de LED op de netwerkkaart aangeeft dat er netwerkverkeer plaatsvindt. Controleer of u in het ping-commando het correcte IP-adres voor het apparaat heeft opgegeven. Ga zo nodig naar het apparaat, meld u aan als beheerder, selecteer [Configuratie…] in het menu Instelling en noteer het weergegeven IP-adres. Controleren of het werkstation en het bestemmingsapparaat op hetzelfde subnet zijn ingesteld.
file:///T|/tigris/Nuvera/Nuvera 8.0 SAG/SAG 8.0/Network_Installation/LanguageChooser/Dutch/Required_Steps/A2h.htm3/20/2007 4:02:05 PM
A2i
Afdrukken via TCP/IP controleren met LPR
A2i
Vanaf een netwerkstation waarop een afdrukhulpprogramma (spooler) wordt gebruikt waarmee LPR-opdrachten naar een printer kunnen worden verzonden(zoals een Windows 2000-, 2003- of XP-werkstation), typt u in de opdrachtprompt (DOS-prompt): lpr -P raw -S xxx.xxx.xxx.xxx C:\bestandsnaam.ext Druk op <Enter>. De afzonderlijke onderdelen van de opdracht moeten zijn gescheiden met een spatie. De tekens xxx vertegenwoordigen het IP-adres van het systeem, zoals geconfigureerd bij het uitvoeren van de instructies TCP/IP instellen in deze handleiding. ‘Bestandsnaam’ vertegenwoordigt een willekeurig testbestand dat door het apparaat wordt ondersteund, en ‘ext’ is de bestandsextensie (zoals .txt voor een tekstbestand gemaakt met Kladblok). Het bestand kan worden verstuurd vanaf elk schijfstation dat wordt ondersteund op het werkstation (zoals C: \ of A:\). U kunt ook vanaf de systeemprompt ($ of %) in UNIX het volgende commando invoeren om (bij wijze van voorbeeld) uw hosttabel af te drukken: /usr/ucb/lpr -P13.175.108.208:dinodoc /etc/hosts Druk op <Enter>. In het bovenstaande voorbeeld is 13.175.108.208 het IP-adres van de printer, dinodoc de naam van de printerwachtrij, /etc/ het pad, en hosts het bestand dat moet worden afgedrukt. Een andere geaccepteerde methode om vanuit UNIX af te drukken is: lp -d13.175.108.208:dinodoc /etc/hosts Druk op <Enter>. Een andere geaccepteerde methode om vanuit Linux af te drukken is: lpr -P naamvanlokalewachtrij/pad/bestandsnaam Druk op <Enter>. (Gebruik een afdrukbeheerprogramma om de lokale wachtrij aan te maken) Niet vergeten om alle afzonderlijke onderdelen van de opdracht met een spatie te scheiden. Als TCP/IP en de Line Printer Daemon goed zijn ingesteld en werken, wordt het testbestand afgedrukt.
file:///T|/tigris/Nuvera/Nuvera 8.0 SAG/SAG 8.0/Network_Installation/LanguageChooser/Dutch/Required_Steps/A2i.htm3/20/2007 4:02:14 PM
A2i
Afdrukken via TCP/IP controleren met LPR
A2i
Vanaf een netwerkstation waarop een afdrukhulpprogramma (spooler) wordt gebruikt waarmee LPR-opdrachten naar een printer kunnen worden verzonden(zoals een Windows 2000-, 2003- of XP-werkstation), typt u in de opdrachtprompt (DOS-prompt): lpr -P raw -S xxx.xxx.xxx.xxx C:\bestandsnaam.ext Druk op <Enter>. De afzonderlijke onderdelen van de opdracht moeten zijn gescheiden met een spatie. De tekens xxx vertegenwoordigen het IP-adres van het systeem, zoals geconfigureerd bij het uitvoeren van de instructies TCP/IP instellen in deze handleiding. ‘Bestandsnaam’ vertegenwoordigt een willekeurig testbestand dat door het apparaat wordt ondersteund, en ‘ext’ is de bestandsextensie (zoals .txt voor een tekstbestand gemaakt met Kladblok). Het bestand kan worden verstuurd vanaf elk schijfstation dat wordt ondersteund op het werkstation (zoals C: \ of A:\). U kunt ook vanaf de systeemprompt ($ of %) in UNIX het volgende commando invoeren om (bij wijze van voorbeeld) uw hosttabel af te drukken: /usr/ucb/lpr -P13.175.108.208:dinodoc /etc/hosts Druk op <Enter>. In het bovenstaande voorbeeld is 13.175.108.208 het IP-adres van de printer, dinodoc de naam van de printerwachtrij, /etc/ het pad, en hosts het bestand dat moet worden afgedrukt. Een andere geaccepteerde methode om vanuit UNIX af te drukken is: lp -d13.175.108.208:dinodoc /etc/hosts Druk op <Enter>. Een andere geaccepteerde methode om vanuit Linux af te drukken is: lpr -P naamvanlokalewachtrij/pad/bestandsnaam Druk op <Enter>. (Gebruik een afdrukbeheerprogramma om de lokale wachtrij aan te maken) Niet vergeten om alle afzonderlijke onderdelen van de opdracht met een spatie te scheiden. Als TCP/IP en de Line Printer Daemon goed zijn ingesteld en werken, wordt het testbestand afgedrukt.
file:///T|/tigris/Nuvera/Nuvera 8.0 SAG/SAG 8.0/Network_Installation/LanguageChooser/Dutch/Required_Steps/A2i.htm3/20/2007 4:02:14 PM
A2j
Proxy-informatie invoeren in Externe diensten
A2j
Door Externe services in te schakelen, kunt u de productiviteit van het systeem verhogen en de uitvaltijd en de tijd die benodigd is voor onderhoud reduceren. Als u Externe services configureert met proxyserverinformatie worden automatisch de toepassingen Xerox eCare* en Internetbrowser met deze informatie geconfigureerd wanneer gebruik wordt gemaakt van een proxyserver om toegang te krijgen tot het internet. Controleer de status van Externe diensten onder het tabblad Systeem op het scherm Externe diensten om te kijken of u een geldige licentie voor Externe diensten heeft en of deze licentie is ingeschakeld. Als u heeft gecontroleerd of Externe diensten is gelicentieerd en ingeschakeld, moet u de naam van de HTTP-proxyserver en het HTTP-proxypoortnummer in de toepassing Externe diensten van het systeem opgeven, wanneer het systeem voor het eerst wordt geïnstalleerd of wanneer de netwerkconfiguratie wordt uitgevoerd. Uw proxyserver moet zodanig zijn geconfigureerd dat uitgaande HTTP-verbindingen worden toegestaan. Opmerking: Als u geen proxyserver gebruikt om toegang te krijgen tot het internet, dient u de proxyinstellingen voor Externe services leeg te laten. Als het veld echter leeg wordt gelaten, dient DNS op de printer te worden ingeschakeld, zodat de toepassing Externe services wordt ondersteund. Raadpleeg de procedure TCP/IP instellen om DNS op de printer in te schakelen in dit gedeelte van de Handleiding voor de systeembeheerder. Voer als u via een service provider toegang tot het internet krijgt, het IP-adres van de DNS-server van uw provider in de lijst DNS-server in wanneer DNS wordt ingeschakeld volgens de instructies in TCP/IP instellen. Opmerking: Het doel van deze procedure is het mogelijk te maken, dat de printer gegevens naar een beveiligde server in het domein support.xerox.com kan verzenden via HTTP en de 128-bits versleutelde Secure Socket Layer (SSL). De externe Xerox-server haalt gegevens van deze printer op achter de firewall. Er worden geen beeldgegevens opgevraagd of verzonden.
1. Meld u via de menubalk aan de bovenkant van het scherm DocuSP voor Xerox Nuvera als 2. 3. 4. 5. 6. 7.
systeembeheerder aan door [Aanmelden], [Aanmelden…] te selecteren, en daarna [Systeembeheer] in de keuzelijst te kiezen. Zie de Verwante items hieronder voor meer informatie. De toegangscode van de systeembeheerder invoeren en [OK] selecteren. Eerst [Systeem] in de werkbalk en vervolgens [Externe services…] selecteren. In de keuzelijst Opties linksboven in het venster [Externe services configureren...] selecteren. Voer de benodigde informatie in de velden HTTP-proxyserver en HTTP-proxypoort (nummer) in. Voer indien clientproxyverificatie is vereist, de benodigde informatie in de velden Proxygebruikersnaam en Proxytoegangscode in. Eerst [OK] en vervolgens [Sluiten] selecteren. Het hoofdvenster van DocuSP verschijnt.
Opmerking: De software van Externe services wordt gestart. Er wordt automatisch een popup-venster weergeven terwijl wordt geprobeerd om te synchroniseren met Xerox. Als de synchronisatie mislukt, kunt u proberen een handmatige synchronisatie uit te voeren om er zeker van te zijn dat de printer met de Xerox-server kan communiceren. Als de synchronisatie opnieuw mislukt, de volgende punten nagaan:
•
Controleren of het netwerk correct functioneert, de instellingen voor
file:///T|/tigris/Nuvera/Nuvera 8.0 SAG/SAG 8.0/Network_Installation/LanguageChooser/Dutch/Required_Steps/A2j.htm (1 of 2)3/20/2007 4:02:24 PM
A2j
netwerkconnectiviteit controleren. • Controleren of de proxy-instellingen die u voor het apparaat hebt opgegeven, correct zijn en of de proxyserver zo is geconfigureerd dat een client toegang tot het internet kan krijgen. Neem contact op met uw systeembeheerder om na te gaan of het apparaat juist is geconfigureerd. Wanneer u zelf de afstemming uitvoert, krijgt u een bevestiging dat de ingevoerde proxy-informatie juist is, en dat de DNS niet op de printer hoeft te zijn ingeschakeld om met Xerox te kunnen communiceren. Als het apparaat een succesvolle synchronisatie met Xerox kan uitvoeren, dan zijn de verbindingsinstellingen correct ingevoerd. Het systeem toont de ingeschakelde toepassingen van Externe services in het hoofdvenster van Externe services. Als de diensten Controle op afstand en Verzending apparaatgegevens niet in het hoofdvenster onder Diensten worden weergegeven en u wel succesvol met Xerox kunt synchroniseren, dan heeft zich waarschijnlijk een van de volgende situaties voorgedaan:
Toen het apparaat werd besteld, is Externe services niet meebesteld, waardoor de Xerox-server het apparaat niet toestaat om gegevens te verzenden (de services moeten op het apparaat kunnen worden ingeschakeld). In dit geval moet u contact opnemen met uw Xerox-leverancier om Externe services te bestellen, zodat de Xerox-server het serienummer van uw apparaat herkent en accepteert. 1.
2. Het kan ook zijn dat de software van het apparaat opnieuw is geladen. In dat geval heeft het apparaat 1 uur nodig om de services opnieuw te activeren. Een uur wachten en het daarna nogmaals proberen. OPMERKING: Als het apparaat om wat voor reden dan ook opnieuw is opgestart, is Externe services de laatste software die na het opstarten wordt geactiveerd. Nadat het systeem is opgestart, kan het wel 10 minuten duren voordat de services in het venster van Externe services worden weergeven, of voordat de toets Gegevens verzenden beschikbaar is om gegevens naar Xerox te verzenden. * Xerox eCare wordt in deze softwareversie uitsluitend door servicepersoneel van Xerox gebruikt.
file:///T|/tigris/Nuvera/Nuvera 8.0 SAG/SAG 8.0/Network_Installation/LanguageChooser/Dutch/Required_Steps/A2j.htm (2 of 2)3/20/2007 4:02:24 PM
A2k
Afmelden A2k Als u zich bij het systeem wilt afmelden, selecteert u [Afmelden] in het menu Aanmelden van DocuSP (weergegeven op de monitor van het afdrukstation).
file:///T|/tigris/Nuvera/Nuvera 8.0 SAG/SAG 8.0/Network_Installation/LanguageChooser/Dutch/Required_Steps/A2k.htm3/20/2007 4:02:35 PM