Enkele passages uit: Rapport commissie kwaliteit In opdracht van het bestuur van de VHAN Fernand Debats, juni 1991
IV.! HET HOMEOPATHISCHE GEDACHTENGOED. 1.! Historische aanknopingspunten. We mogen aannemen, dat Hahnemann in de geschiedenis bepaalde aanknopingspunten heeft gevonden die hem op het spoor hebben gezet van de homeopathie. We weten immers, dat Hippocrates en Paracelcus bekend waren met de principes van het genezen volgens het contraria- en het similiabeginsel. De beschrijving van Paracelcus' bereiding van zijn Arcana, zoals die door Crollius wordt gegeven, doet sterk denken aan het homeopathische potentiëren. De beschrijvingen van vervangende ziekten door Hippocrates en het onderkennen van gunstige en ongunstige vormen van syndroomverschuiving kan beschouwd worden als voorloper van de wet van Hering. Hieruit blijkt, dat een aantal elementen van de homeopathie al lang voor Hahnemann bekend waren. Hahnemann is zelfs verweten dat hij helemaal niets nieuws zou hebben bedacht. 2.! De ontwikkeling van Hahnemanns denken. Hahnemann had oorspronkelijk het idee, dat hij via de similiawet voor bestaande ziekte-eenheden - die aangeduid werden met specifieke namen als malaria, roodvonk, cholera (dus de klinischnosologische indeling) - specifieke middelen kon vinden op basis van de vergiftigingsverschijnselen van allerlei stoffen. Een kininevergiftiging lijkt op malaria, een arsenicumvergiftiging lijkt op cholera, een belladonnavergifting lijkt op roodvonk. Dus: bij roodvonk helpt een kleine dosis Belladonna, bij cholera helpt een kleine dosis Arsenicum album en bij malaria helpt een kleine dosis Kinine. Dit is Hahnemanns eerste ontdekking geweest en zijn eerste uitgangspunt voor het experimenteren met een nieuwe therapie. Bij de verdere ontwikkeling van zijn methode zien we bij Hahnemann een geleidelijke verschuiving optreden in zijn ideeën omtrent de werkelijkheid (zie schema). Zowel de klinischnosologische indeling als het idee van kleine doseringen heeft hij verlaten en vervangen door respectievelijk een totale diagnose en gepotentieerde niet-materiële geneesmiddelen. Hij heeft langzaam maar zeker afstand gedaan van de klinisch-nosologische ziektebeelden, omdat bij nieuwere geneesmiddelproeven andere ziekte-eenheden ontstonden, die als nosologisch beeld helemaal niet bekend waren, maar als `natuurlijke ziekten' wel herkenbaar voorkwamen. Dit leidde tot een andere ziekteklassificering, tot het onderkennen van de ontsluitende waarde van bijzondere paragraaf-153-symptomen en uiteindelijk leidde het tot het
constitutionele denken, waarbij een totale diagnostiek mogelijk werd. Tegelijkertijd ontdekte hij het potentiëren en het vermogen van potenties om geneesmiddelbeelden op te wekken, die een heel ander karakter hebben dan de vergiftingsbeelden (omdat ze niet de directe chemische werking in de materie van het organisme weerspiegelen, maar de reaktie van het organisme, hetgeen inhoudt, dat een geneesmiddelbeeld een beeld geeft van de individuele reactiviteit van het organisme). Dit bracht hem op het idee van een niet-materieel werkingsprincipe, dat door het potentiëren wordt ontsloten. De ontdekking van de wet van Hering en de onderkenning van ziekte als proces en genezing als bijsturing of ombuiging van dit proces, vormden de bekroning op zijn ontdekking van de homeopathische methode. Een centrale rol in deze ontwikkeling speelt het experiment: de geneesmiddelproef. Door het doen van geneesmiddelproeven kon men eenvoudigweg konstateren, dat er een veel natuurlijkere indeling van ziekten bestaat dan de klinisch-nosologische: de symptomen die in de proeven opgewekt werden, bleken inderdaad voor te komen bij allerlei klachten. En door het doen van geneesmiddelproeven, waarbij het potentiëren op een niet te rekonstrueren wijze ontdekt werd is het denkbeeld aannemelijk geworden, dat materie slechts als informatiedrager betrokken is bij regulerende processen in het organisme. Dit heeft geleid tot een beeld van de werkelijkheid, dat niet meer materialistisch, maar bv. 'energetisch' of 'dynamisch' genoemd mag worden. Tijdens deze ontwikkeling zien we dan ook, dat Hahnemann allerlei begrippen gaat gebruiken, die niet meer verwijzen naar wetenschappelijke kennis uit de exakte wetenschappen, bv. de begrippen 'levenskracht' en 'potentie'. 3.! De elementen van de homeopathie. Op basis van deze ontwikkeling kunnen er in de methode zoals Hahnemann die heeft geconcipiëerd verschillende elementen worden onderscheiden. - wetten (eventueel te benoemen ! ! of als 'regelmatigheden') *! -Similiawet *! -wet van Hering
als
'wetmatige
uitspraken'
- regels! *! -klassificatie van symptomen *! -hiërarchisatie van de symptomen - ervaringsgegevens *! -Materia Medica ! Uit toxicologie en geneesmiddelproeven, aangevuld met ! klinische ervaring en constitutionele gegevens van provers en ! genezen patiënten. *! -De techniek van het potentiëren. - vaardigheden
*! *!
-anamnesetechniek, -repertorisatie
- modellen (werkelijkheidsopvattingen die in- of expliciet ! de toepassing van de homeopathie gebruikt worden)
bij
*! -een niet (uitsluitend)-materieel mens-model:het (menselijke organisme als open systeem, functionerend in wisselwerking met zijn omgeving, opgebouwd uit hiërarchisch geordende niet-materiële en materiële systeemlagen. *! -ziekte als variant van de levensverrichtingen van het organisme (open systeem), verlopend als proces in de tijd *! -symptoomduiding, welke meeromvattend is in die zin, dat ze meerdere en andere details van de subjectief beleefde en objectief waargenomen werkelijkheid beschrijft (modaliteiten, sensaties, concomitanten, causaliteiten etc.). *! -het constitutionele denken: niet uitsluitend de als klacht ervaren, of objectieve dan wel objectiveerbare varianten van de levensverrichtingen worden geïnterpreteerd in het kader van de diagnostiek, maar alle varianten van de levensverrichtingen (constitutionele kenmerken). 4.! De samenhang tussen de elementen. Uit de ervaring blijkt dat het buitengewoon moeilijk is deze bestanddelen afzonderlijk te presenteren. Elk afzonderlijk onderdeel wordt ontkend ("potenties kunnen niet werken, want er zit niets in"), gerationaliseerd ("de lange anamnese heeft op zich al een (psycho!)therapeutisch effect") of belachelijk gemaakt ("Psora door schurftmijten? wij weten tegenwoordig toch wel beter!"). We zien dan ook dat bij het ontstaan van de verschillende homeopathische technieken deze bestanddelen op uiteenlopende wijze in een bepaalde context worden geplaatst. Om enkele voorbeelden te noemen, de Anthroposofie heeft de techniek van het potentiëren geïsoleerd overgenomen en ingebed in een geheel eigen mensbeeld en ziekteopvatting. Ze kiest middelen op indicaties, die gesteld worden onafhankelijk van de similiawet. De E.A.V., het pendelen, de Auriculomedicinae etc koppelen het 'homeopathische geneesmiddel', nadat ze het geïsoleerd hebben uit het gedachtengoed van de homeopathie, aan een meettechniek, die vanuit een ander referentiekader wordt gelegitimeerd. Een combinatie van klinisch-nosologisch denken met de similiawet en de geneesmiddelbereiding levert de 'Bewerte Indikationen'-homeopathie op. In de klassieke homeopathie laat men alle bovengenoemde elementen in hun onderinge samenhang, voortbouwend op de manier zoals Hahnemann ze oorspronkelijk met elkaar in verband heeft gebracht. 5.!
De varianten nader bekeken.
Hiervoor hebben we een aantal varianten van de homeopathische methode kort gekenschetst. Op deze plaats lijkt het aangewezen deze varianten eens nauwkeuriger te analyseren. We kunnen dit doen met behulp van de verschillende elementen die we in de methode hebben onderkend. In onderstaand schema zijn van de vier belangrijkste varianten aangegeven of zij de verschillende elementen van de homeopathische methode bevatten. Ter vergelijking is ook de allopathie in dit schema opgenomen.
! !
! !
! !
Allo-! pathie!
Zelf-! Med.!!
Klin.! Hom.!!
Klass.! Hom.!!
Meettechnieken
----------------------------------------------------------------Similiawet! -! ! -! ! +! ! + ! ! ----------------------------------------------------------------Wet v. ! ! -! ! -! ! +/-! ! +! ! +/Hering! ----------------------------------------------------------------Klassifi-!! -! ! -! ! +! ! +! ! +/-! catie van! symptomen. ---------------------------------------------------------------Hiërarchi-! +! ! -! ! +! ! +! ! +/satie van symptomen. ----------------------------------------------------------------Repertorium! -! ! -! ! +/-! ! +! ! +/gebruik. ----------------------------------------------------------------Anamnese.!! +! ! -! ! +! ! +! ! +/----------------------------------------------------------------Materia ! ! +! ! +! ! +! ! +! ! +/Medica ----------------------------------------------------------------Potenties.! -! ! +! ! +! ! +! ! + ! ! ! ! ! ----------------------------------------------------------------Meetappa-!! +! ! -! ! -! ! -! ! + ratuur. ---------------------------------------------------------------Paranor-! ! -! ! -! ! -! ! -! ! +/male techn. ---------------------------------------------------------------Uit dit schema blijkt dat we de verschillende varianten van homeopathie van elkaar kunnen onderscheiden aan de hand van hun mate van volledigheid. We zien dat niet alle varianten gebruik maken van alle elementen.
V.!
DE PROBLEMATIEK VAN DE HIERARCHIE.
We stelden hierboven als een van de kernvragen: 'waarom worden er verschillende criteria gehanteerd voor het beoordelen van het slagen van de therapie?' De klinische homeopathie beoordeelt de beïnvloeding van het klinische beeld door het middel, de patiënt die zichzelf een middel kiest beoordeelt het al dan niet verdwijnen van zijn klacht, de klassieke homeopaat beoordeelt de constitutionele, algehele gezondheidstoestand van zijn patiënt. Wat ligt er ten grondslag aan deze verschillen in beoordeling? 1.! De belangrijkste vraag: Wat is ziekte? Dit brengt ons bij een diepgaande vraag: wat beschouwen de verschillende varianten als ziekte? Al deze varianten, van allopathie, via homeopathische zelfmedicatie, klinische, klassieke homeopathie en dynamisatie-meet-technieken, beschouwen zichzelf als geneesmethoden, dat wil zeggen methoden om ziekten te genezen of voorkomen. Datgene wat zij als ziekte onderkennen zullen ze ook willen beïnvloeden. Een gegeven methode zal bepaalde kenmerken herkennen als ziektesymptomen en andere niet. Binnen de verzameling van kenmerken van de patiënt die een methode als ziektesymptoom onderkent zal de betreffende methode veranderingen als verbetering of verslechtering beoordelen. Veranderingen in kenmerken buiten deze verzameling zullen onopgemerkt blijven of niet als relevant beoordeeld worden. De kern van de homeopathie als therapie is, dat ze een kader heeft ontdekt waarin zowel objectieve als subjectieve fenomenen naast elkaar interpreteerbaar en dus betekenisvol worden als diagnostisch gegeven en bij het beoordelen van de effecten van een therapeutische ingreep. Subjectieve belevingen die een existentieel karakter hebben, zoals angst, wanhoop, verantwoordelijkheid, schuld, walging etc. behoren in de homeopathie tot de verzameling van interpreteerbare en categoriseerbare kenmerken. We kunnen dus stellen dat het onderscheid tussen somatisch en existentieel in de homeopathie niet goed te maken is. Of anders gezegd, dit verschil is niet aan de orde. Voor zover er al verschil is, is dat niet relevant omdat alle fenomenen bijdragen aan het tot stand komen van het homeopathisch te diagnostiseren ziektebeeld. Hiermee wordt duidelijk dat de homeopathie ziekte ziet als een existentieel gegeven: de mens is steeds ziek als mens, dat wil zeggen als subject. Men zou kunnen zeggen: ziekte is slechts een aspect van het feit dat de mens leeft; er is zolang het leven duurt een ononderbroken aktie om niet terug te vallen tot de niet levende natuur. Dat wat wij ziekte noemen is een verheviging van deze aktie. De homeopathie ontkent dus niet dat er aan ziekten objectieve of objectiveerbare fenomenen waar te nemen zjn, maar zij beoordeelt naast deze objectieve de subjectieve fenomenen in hetzelfde kader. De verzameling homeopathisch relevante symptomen
omvat symptomen uit alle zijnslagen van de mens in kwestie. Het beoordelen van deze gegevens gebeurt bij de diagnostiek in het kader van de similiawet en bij het evalueren van de veranderingen na de therapeutische ingreep gebeurt het in het kader van de wet van Hering. Zowel bij de diagnostiek als bij de beoordeling van het effect dient in de waargenomen en door de patiënt meegedeelde fenomenen een hiërarchie onderkend te worden. Het hoogst in deze hiërarchie zijn fenomenen, die een existentieel karakter dragen (hoe moeilijk ze ook objectiveerbaar en meetbaar mogen zijn) en het laagst zijn de zuiver lichamelijke laesies en fysieke typologische kenmerken. Daartussen bevinden zich levensverrichtingen als warmteregulatie, slaap-, werk- en eetgewoonten, sexueel functioneren etc. Het maakt in de homeopathische diagnostiek zoals wij immers weten inderdaad verschil of iemand gevoelig is voor religieuze twijfel, of hij/zij gemakkelijk jaloers wordt, kouwelijk is, depressief wordt na geslachtsgemeenschap, vatbaar is voor verkoudheden, wratten, maagzweren, of hij/zij pijnen heeft die steken, branden, bonzen, die links, danwel rechts zitten etc etc. Kortom, wanneer we in het menselijke organisme verschillende nivo's van functioneren onderkennen, variërend van stoffelijk tot spiritueel, mogen we stellen dat er een zeker hiërarchie in deze funkties te onderkennen is. Wanneer men ziekte dus beschouwt als een existentieel gegeven, dient men zich bij de diagnostiek omtrent al deze nivo's van het functioneren van de patiënt te oriënteren, al was het alleen maar om later, na de therapie te kunnen beoordelen of erin een van die nivo's veranderingen zijn opgetreden. Dit handelen aan de hand van een hiërarchie is in de technologische geneeskunde uiteraard evenzeer aan de orde. Zo zal bij een ongeval eerst aandacht geschonken worden aan het controleren van vitale levensfuncties, men zal bv. allereerst de ademwegen vrijmaken. In de homeopathie strekt de hiërarchie zich bij de behandeling van ziekten echter uit naar niet-materiële, existentiële levensverrichtingen. Wanneer we nu de verschillende varianten bekijken zien we dat er een verschil is in de geneigdheid om met deze immateriële, existentiële gegevens rekening te houden. 2.! Hiërarchie bij het toepassen van de similiawet en de wet van Hering. Hahnemann geeft in zijn fameuze paragraaf 153 aan dat er bij het beoordelen van de symptomen van de patiënt onderscheid gemaakt moet worden tussen verschillende soorten symptomen. Sommige zijn voor het kiezen van het middel van meer gewicht dan andere. Hiermee wordt dus al aangegeven dat er een ordening is in de mate van belangrijkheid van de symptomatologie: een hiërarchie. In het constitutionele denken dat door Hahnemann in zijn 'Die Chronischen
Krankheiten' is beschreven en dat later door Kent geperfectioneerd wordt deze hiërarchie uitgewerkt.
verder
is
In de minder fameuze, maar zeker zo belangwekkende paragraaf 253 van het Organon noemt Hahnemann de allerbelangrijkste praktijkobservatie, waar in het kader van de wet van Hering rekening mee moet worden gehouden, nl het verbeteren van het algemeen-existentiële welbevinden als eerste teken van de werkzaamheid van het middel. Hahnemanns tweede hoofdwerk, "Die chronischen Krankheiten" gaat over niets anders dan de wet van Hering, nl. over het 'verderfelijke' van het onderdrukken van symptomatologie naar een dieper c.q. hoger nivo van het organisme. Het onderkennen van de ontdekkingen die Hahnemann in zijn "Die chronischen Krankheiten" publiceert onderstreept het belang van de wet van Hering. Het zal toch niet helemaal toevalig zijn dat Hering uitgerekend in zijn voorwoord bij de eerste amerikaanse editie van Hahnemanns 'Chronic diseases'citeert uit eigen werk waar hij zijn wetten formuleert. En het is in deze formulering dat de wetten van Hering bekend geworden zijn. Dat in de wet van Hering een hiërarchie vervat ligt moge duidelijk zijn. Deze wet schrijft immers voor, dat het hiërarchisch hoogst gestoorde nivo bij de genezing het eerst dient te verbeteren om de zekerheid te verkrijgen dat suppressie wordt voorkomen. Een voorbeeld van een beperkte toepassing van de wet van Hering bij de beoordeling van de therapie vormen de inzichten van Reckeweg. Deze geeft een therapieschema voor de opbouw van een behandeling, waarbij de wet van Hering a.h.w. alleen maar op het materiële, fysiologisch beredeneerbare deel van het menselijk organisme wordt toegepast. In de klassieke homeopathie wordt de wet van Hering juist nadrukkelijk ook in het mentale en spirituele deel van het organisme toegepast. Wanneer men meettechnieken voor het kiezen van potenties aanwendt, is het zeer wel mogelijk rekening te houden met de wet van Hering; waarbij moet worden bedacht dat hiervoor een beoordeling vaak mede aan de hand van anamnestische gegevens zal geschieden. 3.! De varianten opnieuw bekeken Na deze uiteenzetting wordt duidelijk, dat er bij het beoordelen van de verschillen tussen de varianten van de homeopathie twee kenmerken een rol spelen. Ten eerste zoals al eerder betoogd de combinatie van de elementen uit het homeopathische gedachtengoed welke toegepast worden. En ten tweede de mate waarin zij de kennelijke bereidheid hebben hiërarchisch gezien hogere instanties van het menselijk organisme in diagnostiek en beoordeling van het effect van de therapie te betrekken.
We kunnen nu in het eerder gegeven schema een nadere precisisering aangeven van de verschillende methoden: ! ! ! Allo-! Zelf-! Klin.! Klass.! Meet! ! ! pathie! Med.!! Hom.!! Hom.!! technieken ----------------------------------------------------------------Similiawet! -! ! -! ! klin.-! t/m ! ! ! ! ! ! ! ! nosol.! hoogst ! ! ! ! ! ! ! nivo.! mogelijke ! ! ! ! ! ! ! ! ! nivo ----------------------------------------------------------------Wet v. ! ! -! ! -! ! beperkt! t/m ! soms Hering! ! ! ! ! ! ! ! hoogst ! ! ! ! ! ! ! ! ! mogelijke ! ! ! ! ! ! ! ! ! nivo ----------------------------------------------------------------Klassifi-!! -! ! -! ! beperkt! t/m !! soms, catie van!! ! ! ! ! ! ! hoogst! deels symptomen.! ! ! ! ! ! ! mogelijke ! ! ! ! ! ! ! ! ! nivo ---------------------------------------------------------------Hiërarchi-! in ! ! -! ! beperkt! t/m !! soms satie van!! zekere! ! ! ! ! hoogst symptomen.! zin.!! ! ! ! ! mogelijke ! ! ! ! ! ! ! ! ! nivo ----------------------------------------------------------------Repertorium! -! ! -! ! beperkt! essen-! soms, gebruik.! ! ! ! ! ! ! ! tieel! deels ----------------------------------------------------------------Anamnese.!! beperkt! ! ! beperkt! t/m! ! soms ! ! ! ! ! ! ! ! ! hoogst! deels ! ! ! ! ! ! ! ! ! mog. ! ! ! ! ! ! ! ! ! nivo ----------------------------------------------------------------Materia ! ! natuur-! vereen-! vereen-! in! ! eventueel Medica! ! wetensch.!voudigd! voudigd! principe ! ! ! ! ! ! ! volledig ----------------------------------------------------------------Potenties.! -! ! laag!en! laag,! alle!! alle ! ! ! ! ! compl.! middel,! enkelvou-!vormen. ! ! ! ! ! ! ! (compl)! dig. ----------------------------------------------------------------Denkmodel.! psycho-! ?! ! psycho-! integraal!alle ! ! ! soma-! ! ! soma-! ! ! vormen. ! ! ! tisch.! ! ! tisch. ---------------------------------------------------------------Meetappa-!! allerlei! -! ! -! ! -! ! velerlei. ratuur. ---------------------------------------------------------------Paranor-! ! -! ! -! ! -! ! -! ! soms. male techn. ----------------------------------------------------------------
A.!
DE KLASSIEKE METHODE.
1.!
Inhoud van de methode, definitie en werkwijze.
a.!
Een definitie van de klassieke homeopathie zou kunnen zijn:
Klassieke homeopathie is een methode* die erop gericht is op geleide van de wet van Hering** wijzigingen in het gezondheidsnivo van het individu*** te induceren door het toedienen van potenties****, welke volgens het similiabeginsel***** gekozen worden uit een specifieke Materia Medica.****** *! ! Het woord methode duidt erop dat er hier sprake is van een in principe toetsbare, leerbare en doceerbare gestructureerde denk- en handelwijze, die berust op een aantal theoretische inzichten en practische - op ervaring berustende - richtlijnen, welke in onderlinge samenhang dienen te worden toegepast. **! ! De wet van Hering is een wetmatigheid, welke is afgeleid uit de observatie dat blijvend herstel van chronische klachten gepaard gaat met het terugkeren van vroegere, minder invaliderende, klachten, gecombineerd met en meestal voorafgegaan door een verbetering van het existentiële welbevinden. ***! ! Wijzigingen in het gezondheidsnivo kunnen worden beschreven in termen van syndroomverschuiving. Dit is het tijdelijk of blijvend overgaan van een ziektebeeld of syndroom in een ander. Ziekten kunnen kennelijk elkaars plaats innemen. Wanneer iemand eczeem heeft, kan dit plotseling omslaan in asthmatische bronchitis. En ook omgekeerd kan dan later het eczeem weer verschijnen, wanneer de astmatische bronchitis overgaat. Soms ontstaat er voor het uitbreken van het eczeem een ander ziektebeeld als "tussenstation": de hooikoorts. Op een soortgelijke manier kunnen darmontstekingen plaatsmaken voor luchtwegontstekingen. De ziekte van Basedow, kan overgaan in reumatische gewrichtsontstekingen. Astma bronchiale kan overgaan in lage rugpijn en hoofdpijn. Ook het overgaan van psychische symptomen in lichamelijke en omgekeerd komt voor. Zo vinden we bijvoorbeeld beschrijvingen van het overgaan van depressies in een maagzweer of in gewrichtsklachten. Een eczeem kan overgaan in een acute psychose Dit in elkaar overgaan van ziektebeelden heet syndroomverschuiving. Observaties van syndroomverschuivingen vinden we reeds bij Hippocrates, die ze beschrijft in zijn 'Aforismen'. De 97 door Hahnemann opgevoerde casuïstieken in zijn 'Chronische Krankheiten'zijn zonder uitzondering beschrijvingen van syndroomverschuivingen. De manier waarop ziekten in elkaar kunnen overgaan wordt door Hahnemann onderzocht in het 'Organon' in de paragrafen 35 t/m 70.
****!! Potentie is de aanduiding voor een volgens een specifieke, nauw omschreven, methode bereid geneesmiddel. De naam potentie is door de ontdekker van dit procédé waarschijnlijk gekozen omdat het niet aannemelijk gemaakt kan worden dat de werking van deze geneesmiddelen kan worden verklaard uit de aantoonbare aanwezigheid van materie. Potentie is daarmee een aanduiding voor een informatie-overdrager van nog onbekende aard. *****! ! Het similiabeginsel is uit de overlevering bekend sinds Hippocrates, welke deze stelregel herkende als tegenhanger van het contrariabeginsel. Volgens het contrariabeginsel dient men ziekten te bestrijden met stoffen, die op het organisme een tegengestelde werking uitoefenen, bijvoorbeeld adstringerende stoffen innemen bij diarrhee. Hippocrates onderkende tevens de mogelijkheid ziekteverschijnselen te beïnvloeden door geneesmiddelen te kiezen die vergelijkbare verschijnselen opwekken, bijvoorbeeld het toedienen van een kleine hoeveelheid van een laxerende stof bij diarrhee. In de hedendaagse technologische geneeskunde wordt alleen het contratriabeginsel als wetenschappelijk normaal ervaren. ******! De homeopathische Materia Medica is een verzameling van kenmerken en eigenschappen van geneesmiddelen, welke langs verschillende wegen zijn ontdekt. Ingevolge het similiabeginsel is het stellen van de diagnose gelijk aan het vinden van het middel. De homeopathisch Materia Medica is dus tevens een verzameling kenmerken en eigenschappen van ziekten. Het belangrijkste kenmerk van de homeopathische Materia Medica is, dat daarin geen onderscheid wordt gemaakt tussen klinisch nosologisch betekenisvolle klachten en andere klachten en evenmin wordt er onderscheid gemaakt tussen varianten van levensverrichtingen welke als klacht worden ervaren en die welke niet als klacht worden ervaren. Het niet maken van dit onderscheid wordt -ook los van de homeopathie- gerechtvaardigd door het feit, dat verschillende personen eenzelfde verschijnsel of kenmerk wel of niet als klacht kunnen ervaren, bijv. koude voeten hebben in bed. Alle varianten van de levensverrichtingen van levende organismen blijken betekenisvol te zijn in het kader van het op deze manier toegepaste similiabeginsel. Deze niet als klacht ervaren varianten van de levensverrichtingen worden in de homeopathie aangeduid als constitutionele kenmerken. Deze constitutionele kenmerken vinden we in de Materia Medica dus vermeld naast nosologisch relevante symptomen en de specifieke homeopathisch relevante symptomen (waaronder de zgn. modaliteiten, causaliteiten, concomitanten en key-notes.) Het opvallende is, dat deze constitutionele kenmerken en specifiek voor de homeopathie relevante symptomen onder invloed van een goed gekozen potentie blijken te veranderen al dan niet samen met de wel als klacht ervaren verschijnselen. Ook bij het optreden van syndroomverschuivingen spelen deze varianten een even grote rol als de klinisch-nosologisch relevante symptomen. Zo is het bv. van belang wanneer tijdens homeopathische behandeling
zweetvoeten van karakter etc.
vroeger
terugkeren,
of
dromen
met
een
bepaald
b.! De praktijk van de klassieke homeopathie Wanneer men lege artis een homeopathische diagnostiek verricht dient men zich omtrent alle nivo's van het functioneren van de patiënt te oriënteren. Dit kwam hiervoor al ter sprake waar gesproken werd over de problematiek van de hiërarchie in samenhang met het toepassen van de similiawet en de wet van Hering. Bij het herkennen van een homeopathisch middel uit de Materia Medica dient nl. met in principe alle facetten van het menselijk functioneren rekening te worden gehouden. In de praktijk blijkt, dat de trefzekerheid van de keuze van een middel toeneemt naarmate deze hogere informatie in het therapeutisch contact beter aan het licht kan worden gebracht. In de homeopathische methode liggen dus richtlijnen voor volledigheid vervat. De zichzelf klassiek noemende homeopathie kenmerkt zich, zoals we in het hiervoor gegeven schema kunnen zien, daardoor dat ze zichzelf als enige de verplichting oplegt met alle elementen van de methode toegepast op alle nivo's van functioneren van het levende organisme rekening te houden