Energiebesparing te koop Investeren in energiebesparing zonder eigen geld
>> Als het gaat om energie en klimaat
Een nieuw of gerenoveerd kantoorgebouw gaat vele jaren mee. Wie direct de meest energiezuinige technieken toepast, zorgt dan ook voor een jarenlange verlaging van het energieverbruik. Te duur of te lastig? Geenszins! Voor de financiering en organisatie bestaan allerlei oplossingen; voor projectontwikkelaars, gebouweigenaars en huurders. Deze brochure laat u de belangrijkste zien. De noodzaak van energiebesparing is onomstreden, ook in de bouwsector. Een energie-efficiënt gebouw kent immers grote voordelen: • Lagere totale kosten, indien gewenst al vanaf het eerste jaar. • Een hoger comfortniveau. • Daadwerkelijk beter voor het milieu. Een energie-efficiënt gebouw is een prestigieus gebouw voor gebruikers en beheerders, en beter verkoopbaar of verhuurbaar voor financiers en projectontwikkelaars. Mogelijkheden voor energiebesparing in de utiliteitsbouw zijn er vele. Denk aan energiezuinige verlichting, een energiezuinige klimaatinstallatie of warmte/koudesystemen met energieopslag in de bodem. Toch komen deze maatregelen vaak niet van de grond, om financiële of organisatorische redenen. Zo kan een investerende partij onvoldoende financiële armslag hebben om een extra investering te plegen. Soms lijken er geen manieren te zijn om de hogere investeringskosten terug te verdienen via een hogere huur- of verkoopprijs. Bij meer innovatieve systemen kan de projectontwikkelaar of toekomstige beheerder opzien tegen de technische risico’s. Voor de knelpunten op het gebied van financiering en organisatie bestaan evenwel goede oplossingen: 1 Een energiebesparend systeem aanschaffen met leverancierskrediet. 2 Een energiebesparend systeem leasen. 3 Uw hele energievoorziening uitbesteden aan een energiedienst. 4 Samenwerken aan energiebesparing op een bedrijventerrein of kantorenpark. Deze brochure geeft uitleg van de verschillende opties. Bovendien komen mensen aan het woord die de oplossingen in de markt aanbieden of in hun specifieke situatie hebben toegepast. Er blijkt vaak veel meer mogelijk dan gedacht.
De Energie Investerings Aftrek (EIA)
Investeringen in energiebesparende bedrijfsmiddelen en duurzame energie komen in aanmerking voor de Energie Investerings Aftrek (EIA). Met de EIA mogen ondernemers, naast de gebruikelijke afschrijving, 44 procent van de investeringskosten aftrekken van de fiscale winst. Dat scheelt inkomsten- of vennootschapsbelasting. Bij de huidige vennootschapsbelasting van 31,5 procent (2005), komt de reële kostenbesparing op een investering hiermee uit op 14 procent.
“Bij verkoop aan belegger vooraf bedenken wie eigenaar en exploitant van energie-opslagsysteem worden” Vaak zet u als projectontwikkelaar een gebouw neer om dat later door te verkopen aan een belegger. Energiebesparende systemen kunnen een dergelijk gebouw een enorme meerwaarde geven, maar dan moet de Energie Investerings Aftrek bij het doorverkopen natuurlijk niet verloren gaan. Daarvoor bestaan drie oplossingen, vertelt Arjan Endhoven van BDO Accountants en Adviseurs: “De eerste is om het systeem van het gebouw af te zonderen en in bezit te houden van de projectontwikkelaar. De tweede oplossing is om het systeem van het gebouw af te zonderen en apart door te verkopen. Deze oplossingen hebben allebei meestal niet de voorkeur van de betrokken partijen en ook niet van mij. Daarom is de derde oplossing de beste: aan het begin van de bouw een aparte rechtspersoon in het leven roepen die als eigenaar en exploitant van de energiebesparende voorzieningen gaat fungeren. Dan blijft de volledige Energie Investerings Aftrek behouden en ben je uit juridisch oogpunt ook nog volledig flexibel om het pand desgewenst aan meerdere beleggers te verkopen.”
2 | Energiebesparing te koop
Praktijkvoorbeeld A
Relighting met leverancierskrediet Het Belgische Fines voert bij bedrijven en overheids organisatie relighting-projecten uit tegen bijzonder gunstige voorwaarden. In een notendop komt het hier op neer: de klant laat zijn pand energiezuinig herverlichten door Fines NV, dat ook het investeringsbedrag voorschiet. De klant betaalt de investeringen vervolgens in termijnen terug. Op die manier merkt een klant niet eens dat hij extra geld kwijt is aan het verlichtingssysteem, omdat de extra kosten hiervan worden gecompenseerd door de besparing op de energierekening. Kathleen Markey van Fines: “We doen bij elk project steeds eerst een audit ter plekke. We bekijken dan hoe hoog het besparingspotentieel is en maken vervolgens een kostenbatenanalyse die we aan de klant voorleggen. Die moet dan zijn keuze maken. Wij van onze kant staan garant voor de besparing die we hebben voorgerekend. Wordt die niet gerealiseerd, dan leggen we het verschil bij. Maar dat is nog nooit gebeurd.” Ook op het niet-materiële vlak is er voordeel voor de klant. Markey: “Kostenbesparing is het hoofddoel van je ingreep, maar het gaat niet om de kosten-verlaging alleen; ook de kwaliteit van de verlichting gaat omhoog. De werkplekken krijgen lichtsterkte op maat. De arbeidsomstandigheden verbeteren dus.” Markey: “Als terugverdientijd wordt vaak uitgegaan van vijf jaar, maar dat mag best langer. Als je zeker weet dat een bepaalde installatie langere tijd wordt gebruikt, wat bij verlichting vaak het geval is, heb je ook de zekerheid dat de periode waarover de investering rendeert langer is.” De verwachting is dat de aanpak van Fines in bredere kring zal doordringen. In beperkte mate kan het bedrijf ook Nederlandse partijen bedienen, “maar we zijn op zoek naar een Hollandse partner”, aldus Markey. Meer informatie op www.fines.be of bij Fines, Kathleen Markey, T +32 16 23 82 86, E
[email protected]
1 Een energiebesparend systeem aanschaffen met leverancierskrediet Een mogelijke financieringsconstructie is het leverancierskrediet. Dit houdt in dat de leverancier de investering voor zijn rekening neemt en de afnemer deze in termijnen afbetaalt. Het systeem wordt wel direct eigendom van de afnemer. Feitelijk is dus sprake van een langlopende onderhandse lening. Voor leverancierskrediet is een leverancier nodig met voldoende eigen vermogen om een energiebesparende voorziening bij een klant te kunnen neerzetten. Bovendien vergt deze optie een groot vertrouwen van de leveran-cier/investeerder in de afnemer. Kan een afnemer op enig moment niet meer aan zijn afbetalings verplichtingen voldoen, dan is de leverancier zijn investering immers al gauw geheel of gedeeltelijk kwijt. Gezien de geschetste beperkingen is deze oplossing vooral interessant voor partijen die al lang zaken met elkaar doen en voor afnemers met een langjarige goede reputatie, zoals overheden. Het zoeken naar een geschikte leverancier start in dit geval niet bij het technische deel van het project, maar bij de mogelijkheden om leverancierskrediet te verkrijgen. De leverancier zal bij deze optie altijd zelf beheer en onderhoud van de voorziening voor zijn rekening willen nemen. Praktijkvoorbeeld a geeft het voorbeeld van een Belgisch bedrijf dat in Nederland hoogwaardige en energiezuinige kantoor verlichting aanbiedt volgens de constructie van leverancierskrediet. Soms zijn leveranciers op ad-hoc-basis bereid om een dergelijk krediet mogelijk te maken.
2 Een energiebesparend systeem leasen Leasen maakt het mogelijk om bedrijfsmiddelen aan te schaffen zonder zelf investeringen te plegen. Het aantrekkelijke van het leasen van energiebesparende voorzieningen is dat dit niets extra hoeft te kosten ten opzichte van een conventionele situatie. De besparing op energiekosten compenseert immers ruimschoots de extra kosten die u maakt. Voor overheden en non profitinstellingen is leasen helemaal een slimme constructie, omdat het leasebedrijf Energie Investerings Aftrek kan krijgen en dit voordeel kan doorschuiven naar de opdrachtgever. Er zijn twee manieren van leasen: Bij financial lease wordt u zelf economisch eigenaar van het systeem. Het komt op uw balans te staan en u draagt zelf het economisch risico. Het juridisch eigendom ligt bij de lease maatschappij in verband met het onderpand. Investeringspremies komen volledig bij u terecht. Bij operational lease is de leasemaatschappij zowel economisch als juridisch eigenaar van het systeem. De leasemaatschappij koopt het systeem en int dus ook de investeringspremies. De leasemaatschappij
3 | Energiebesparing te koop
verrekent doorgaans een deel van deze premies in de verhuurprijs, die daardoor lager wordt. Het object staat op de balans van de leasemaatschappij en verschijnt dus niet op de balans van uw bedrijf. Er bestaat in Nederland een kant-en-klare leaseconstructie voor HR-ketels (zie Praktijkvoorbeeld b). Voor andere energiebesparende voorzieningen zijn kant-en-klare constructies in opkomst. U kunt ze ook zelf overeenkomen met leveranciers, installateurs en/of leasemaatschappijen (zie Praktijkvoorbeeld c en d). Bij leaseconstructies moeten energiebesparende systemen altijd expliciet van het onroerend goed worden gescheiden om juridisch eigendom van de leasemaatschappij mogelijk te maken. Beheer en onderhoud door de leverancier of de installateur worden doorgaans in het leasecontract overeengekomen omdat het leasebedrijf daarover zekerheden wil hebben.
3 Uw hele energievoorziening uitbesteden aan een energiedienst Verschillende energiediensten, vaak gelieerd aan energiebedrijven, zijn bereid de gehele zorg voor verwarming en koeling van een gebouw of gebouwencomplex op zich te nemen (outsourcing; zie Praktijkvoorbeeld e). Dat kan bij nieuwbouw, maar ook bij renovaties. In dat laatste geval bieden energiediensten hun service vaak aan tegen lagere maandelijkse lasten dan men tot dan toe kwijt was aan gas- en elektriciteitsverbruik, afschrijvingen, beheer en onderhoud. Energiediensten kunnen afnemers voordelige aanbiedingen doen door gebruik te maken van energiezuinige technieken. Zij maken hun winst op het veel lagere energie-gebruik dat hiervan het gevolg is. Inschakeling van een energiedienst gebeurt doorgaans voor langere perioden. Dit schept veel zekerheid voor beide partijen. Het is zaak om in de overeenkomst wel flexibiliteit in te bouwen en garanties voor tussentijdse kostenoptimalisaties. Leg in ieder geval duidelijk vast volgens welke systematiek beheer, onderhoud en energielevering in rekening worden gebracht.
Praktijkvoorbeeld B
“Ketellease maakt directe kosten besparing met HR-ketels haalbaar voor bedrijven en overheden” Ketelfabrikant Remeha en BNP Paribas Lease Group BV (BPLG) bieden de markt de mogelijkheid om HR-ketels aan te schaffen volgens het principe van financial of operational lease. Ze noemen dit product kortweg ketellease.” Arthur van Schayk van Remeha: “Het voordeel van lease ten opzichte van koop is dat een klant niet wordt geconfronteerd met een hoge investeringsdrempel, terwijl hij wel de vruchten plukt van een energiezuinige en dus kostenbesparende verwarmingsinstallatie vanaf het moment dat de ketel is geïnstalleerd.” Volgens Van Schayk is de leaseconstructie bedacht voor o.a. overheidsorganisaties, omdat zij in verband met hun financieringssituatie vaak zijn gebonden aan jaarlijkse budgetten. “Maar in die twee jaar dat dit product nu op de markt is, slaat het toch vooral aan bij BV’s en NV’s.” Zij kunnen kiezen tussen beide soorten lease constructies. Bij operational lease wordt BPLG eigenaar van de installatie en verhuurt deze aan de gebruiker, altijd met een koopoptie voor de gebruiker. In het geval van financial lease wordt de klant economisch eigenaar en komt de ketel op zijn balans te staan. De eventuele ElA-premie gaat dan rechtstreeks naar de gebruiker; bij operational lease gaat die premie naar BPLG die deze verrekent in de huurtermijnen. Een ander financieel verschil is dat bij operational lease de BTW over de maandtermijnen wordt geheven, terwijl het bij financial lease vooraf wordt afgedragen. “De klant mag kiezen wat hij wil”, aldus Van Schayk. “Het hangt er maar van af wat boekhoudkundig en belastingtechnisch het meest gewenst is.” Het product ketellease wordt afnemers aangeboden via installatiebedrijven. Installateurs kunnen zich wenden tot Remeha, mw. I. van der Lugt, T (055) 549 62 56, E ilona.van.
[email protected]. Zie verder ook www.remeha.nl
Energiediensten zijn overigens ook vaak bereid om lease constructies aan te gaan. Het is dan aan de afnemer om een keuze te maken tussen totale ontzorging of een leaseconstructie.
4 | Energiebesparing te koop
Praktijkvoorbeeld C
“Leasen van licht is eigenlijk net zo gewoon als het leasen van heftrucks” De papierfabriek StoraEnso Berghuizer in Wapenveld is het eerste bedrijf in Nederland dat is overgegaan tot het leasen van verlichting in bedrijfshallen. In december 2003 zette de fabriek de handtekening onder het leasecontract, dat overigens wel een lange ontstaansgeschiedenis had. Projectleider Bruno Mulder, senior-engineer bij StoraEnso: “In 2000 hebben we een onderzoek laten verrichten naar onze verlichting. Dat leverde interessante resultaten op. Een combinatie van hoogfrequentielampen, minder lampen, minder branden en lampen anders ophangen zou 50 procent energie kunnen besparen.” StoraEnso is vervolgens lang bezig geweest met het vinden van een geschikte financieringswijze. De gevonden oplossing is dat installateur Moekotte uit Enschede een operational lease-constructie heeft afgesloten met StoraEnso. Mulder: “Alles ligt nu in een hand: het contract, de financiering, de installatie en het onderhoud. In het contract is geregeld dat bij kapotgaan van een lamp binnen vier uur iemand aanwezig is om de boel te herstellen.” Mulder vervolgt: “Het contract zelf is geen maatwerk. Het is niet eens een heel bijzonder leasecontract geworden. Leasen van verlichting is eigenlijk net zo gewoon als het leasen van heftrucks. Als je een partner als Moekotte hebt gevonden, is het verder een fluitje van een cent.” Meer informatie bij Moekotte Enschede BV, T (053) 484 80 00, E
[email protected]
4 Samenwerken aan energiebesparing op een bedrijventerrein of kantorenpark Er zijn verschillende redenen om op een bedrijventerrein samen te werken op energiegebied: • Het gebruik van een grootschalig energiesysteem, zoals een asfaltcollector of een collectief energieopslagsysteem in de bodem (zie Praktijkvoorbeeld f ). • De mogelijkheid om grote besparingen te realiseren en tegelijkertijd deelnemers tegen een zeer concurrerend tarief volledig te ontzorgen voor wat betreft hun energievoorziening: warmte, koude, elektriciteit, verlichting en/of energie-inkoop (zie Praktijkvoorbeeld g). • De aanleg van een eigen energie-infrastructuur. Dankzij de nieuwe gas- en elektriciteitswet kan dat veel voordeliger uitpakken dan aanleg (en bij elektriciteit desgewenst ook exploitatie) door netbeheerders (zie Praktijkvoorbeeld g).
Betrokken partijen kunnen gezamenlijk een energiedienst oprichten of een bestaande energiedienst inschakelen (outsourcing). Het oprichten van een eigen energiedienst is complex en vergt assistentie van een adviseur met kennis van zaken op het gebied van energietechniek, financiering en bedrijfsrecht. Veel risico’s laten zich afdekken, met uitzondering van het risico van onvoldoende energieafname als gevolg van leegstand. Bovendien mogen partijen op een bedrijventerrein wettelijk niet worden verplicht om energie van de energiedienst af te nemen. Tegenover de grotere risico’s staan ook grotere kostenbesparingen.
5 | Energiebesparing te koop
Praktijkvoorbeeld E
“Outsourcing van installaties aan energiedienst schept financiële ruimte voor kwaliteitsverbetering op andere aspecten”
Praktijkvoorbeeld D
“Een leaseconstructie voor een energie opslagsysteem is goed mogelijk” Het Haagse Hoge Huis is het hoofdkantoor van T-Mobile in Den Haag. Hier is een energiezuinig systeem voor verwarming en koeling neergezet met een ondergronds energieopslag systeem. Bijzonder is dat deze installatie juridisch en economisch buiten de ontwikkeling van het project is gehouden en niet alleen is aangelegd door energiedienst ETP (Energie Totaal Projecten), maar nu ook bij dat bedrijf in eigendom is. Deze constructie is tot stand gekomen onder begeleiding van adviseur Riny van den Hengel van het bureau Grontmij|Technical Management. “Wie de uiteindelijke eigenaar wordt van zo’n installatie, is uitkomst van overleg, onderhandeling en projecteigen factoren, maar je moet je daar niet op blindstaren. Waar het om gaat is dat voordelen en risico’s goed verdeeld worden onder alle participanten. Heel aantrekkelijk is bijvoorbeeld dat ETP de installatie zelf heeft aangelegd en daarmee bij uitstek geschikt is om de zaak verder goed te laten functioneren.” Daarvoor zijn de partijen een beheercontract voor tien jaar aangegaan. Om ervoor te zorgen dat ETP juridisch eigenaar van de complete energie-installatie van het gebouw kan zijn, heeft ETP een opstalrecht op het perceel verkregen, met als recht het ‘hebben en houden van een energie-opslaginstallatie’. Een hoge eerste huurtermijn, betaald door de projectontwikkelaar, maakte het risico voor ETP t.a.v. de restbetalingen aanvaardbaar. Meer informatie bij Grontmij | Technical Management, de heer Riny van den Hengel, T (033) 480 50 02.
In het hart van de Amsterdamse Zuidas verrijst momenteel Mahler IV, een gebouwencomplex bestaande uit acht kantoorpanden en een woongebouw met een totaal bruto vloeroppervlak van 225.000 vierkante meter. Voor het totale project legt GTI Energy Solutions een energieopslagsysteem met warmtepompen aan, alsmede alle overige installaties die nodig zijn voor de levering van warmte, koude, elektriciteit en warmtapwater. Hiervan wordt de energiedienst zowel eigenaar als beheerder. Adviseur Leo Kooiman van Techniplan Adviseurs: “De projectontwikkelaar heeft voordeel van outsourcing van de installaties. Hij hoeft daarin minder geld te investeren, wat financiële ruimte oplevert voor extra kwaliteit in het project. Bovendien geeft het systeem met koude- en warmte-opslag in de bodem een dusdanige verlaging van de epc dat er in het ontwerp wat meer speelruimte ontstaat en je bijvoorbeeld niet vastzit aan bepaalde glassoorten om een bepaalde prestatienorm te halen.” Vanuit het oogpunt van de gebruiker lijkt de toekomstige energielevering nog het meeste op de levering van stadsverwarming: het kost geen enkele moeite. “Maar GTI is naast een installateur ook een door de wol geverfde ondernemer. Dat merk je in de praktijk. Over risico’s, zoals coördinatie-problemen en planwijzigingen in de bouw, waarvan zij mogelijk schade kunnen ondervinden, maken ze van tevoren goede afspraken.” Bovendien heeft GTI veel technische knowhow: “Het gebruik van grondwater vereist een operator die weet wat hij doet. Je kunt bij voorbeeld niet zomaar minder warmte aan de aquifer onttrekken, dan heb je in de periode daarna problemen om je koelvermogen op peil te houden. GTI kent dit soort randvoorwaarden door en door.” Meer informatie bij Techniplan Adviseurs, de heer Leo Kooiman, T (010) 456 23 11, E
[email protected]
6 | Energiebesparing te koop
Praktijkvoorbeeld G
“Voordelen van gemeenschappelijke energiediensten op een bedrijventerrein zijn evident” Praktijkvoorbeeld F
“Aanleg van een asfaltcollector op een bedrijventerrein vergt volledige steun van de gemeente” Ooms Avenhorn Holding uit Scharwoude is de ontwikkelaar van het Road Energy Sytem®, een vloeistofnetwerk in asfalt dat warmte uitwisselt met de atmosfeer. Dit netwerk wordt ondergronds gekoppeld aan watervoerende lagen (aquifers), waar de gewonnen warmte en koude in worden opgeslagen. Met een transportnet en warmtepompen kan de warmte en koude worden ingezet voor verwarming en koeling van gebouwen en woningen. Een uitgelezen kans om de techniek in de praktijk te brengen, leek zich voor te doen bij het 20 hectare grote industrieterrein Westfrisia III, dat wordt ontwikkeld nabij Hoorn. Ooms bracht daar een collector volledig in eigen beheer en eigendom aan; de gebruikers van het terrein zouden zelf mogen kiezen of ze ervan gebruik wilden maken of niet. Maar met de terugval van de economie verschenen er donkere wolken boven het plan, blikt commercieel coördinator Lex van Zaane terug: “Het eerste bedrijf dat zich op het terrein vestigde was een Duits distributiecentrum, dat veel ruimte gebruikt, maar relatief weinig warmte en koude. Bovendien kopen ze als grote Europese organisatie hun energie centraal in.” Inmiddels is de situatie op het terrein zodanig dat één bedrijf zich officieel aangemeld heeft als gebruiker en er nog een tweetal bedrijven het aanbod in overweging heeft. “Te weinig voor een rendabel gebruik van de installatie”, oordeelt Van Zaane. “We zijn daardoor genoodzaakt om voorlopig met het project te stoppen.” Toch is van Zaane allerminst pessimistisch over de toekomst: “We hebben hier onze les geleerd. Als we weer zoiets aanpakken, doen we dat alleen met volledige steun van de gemeente. Dat betekent dat toekomstige gebruikers van grond op een bedrijventerrein voor een paar extra euro per vierkante meter verplicht mede-eigenaar worden van de infrastructuur. Financieel worden ze daar niet slechter van en de gemeente laat dan zien dat ze vertrouwen in de ontwikkeling heeft.” Meer informatie op www.roadenergysystems.nl of bij Ooms Avenhorn, de heer Lex van Zaane, T (0229) 54 77 00, E
[email protected]
Op het nieuw aan te leggen bedrijventerrein “Zuiderzeehaven” bij Kampen worden momenteel de mogelijkheden onderzocht om collectief een aantal energiezaken aan te pakken. Peter Renaud, directeur van PME Advies-bureau: “Het idee is dat de parkbeheerder die op het terrein komt, samen met Imtech Nettenbouw, een eigen netwerk op het terrein aanlegt en vervolgens elektriciteit, warmte en koude gaat aanbieden. Daarvoor denken we onder meer aan centrale opwekking van elektriciteit, warmte en wellicht ook stoom met warmtekracht (wkk). Bovendien wordt de aanleg van zeven grote wind turbines (15 MWe) bestudeerd. De verschillende bedrijven kunnen op het private net worden aangesloten, zowel in de rol van energiegebruikers als in de rol van energieleveranciers, als er sprake is van bijvoorbeeld een overschot van warmte. Desgewenst kunnen elektriciteitsoverschotten via het landelijke net aan derden worden verkocht”. De voordelen van de gemeenschappelijke energiediensten zijn wat Renaud betreft evident: “Je kunt het netwerk met al zijn leidingen en verbindingen afstemmen op de gebruikers, waarmee je de gebruikelijke overdimensio-nering voorkomt. Vervolgens hoef je geen transportkosten te betalen aan de regionale netbeheerder over de elektriciteit die op het terrein zelf wordt opgewekt. Tot slot kan de parkbeheerder maatwerkcontracten afsluiten met afzonderlijke gebruikers. Dit houdt in dat verbruiks- pieken enigszins te managen zijn, er gekozen kan worden tussen gas of elektriciteit als energiebron, noem maar op. Het verbruikspatroon van het hele terrein vlakt er mee af; de energie-efficiency van het totaal neemt toe.” Zodra er meer duidelijkheid komt over welke bedrijven zich op het terrein gaan vestigen en of die geïnteresseerd zijn in deelname aan het project, worden de plannen verder uitgewerkt. Renaud: “Dan zullen we ons ook verder buigen over de verdeling van eigendom en zeggenschap.” Meer informatie bij PME Adviesbureau, de heer Peter Renaud, T (030) 225 15 22, E
[email protected]
7 | Energiebesparing te koop
Divisie NL Energie en Klimaat voert in opdracht van het ministerie van VROM het programma ‘Energie & Gebouwde Omgeving’ uit. Wij bieden professionele marktpartijen en overheden ondersteuning bij energiebesparing, duurzame energie en CO2-reductie van de gebouwde omgeving.
Dit is een publicatie van: Agentschap NL NL Energie en Klimaat Croeselaan 15 Postbus 8242 | 3503 RE Utrecht T +31 (0) 88 602 90 00 E
[email protected] www.agentschapnl.nl © Agentschap NL | oktober 2010 Publicatie-nr. 2EGOU1019 Hoewel deze publicatie met de grootst mogelijke zorg is samengesteld kan Agentschap NL geen enkele aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele fouten. Agentschap NL is een agentschap van het ministerie van Economische Zaken. Agentschap NL voert beleid uit voor diverse ministeries als het gaat om duurzaamheid, innovatie en internationaal. Agentschap NL is hét aanspreekpunt voor bedrijven, kennisinstellingen en overheden. Voor informatie en advies, financiering, netwerken en wet- en regelgeving. De divisie NL Energie en Klimaat versterkt de samenleving door te werken aan de energie- en klimaatoplossingen van de toekomst.