Elke tong zal belijden: 'Jezus is Heer' Leesverslag n.a.v. L.W. Hurtado, How on Earth Did Jesus Become a God? Rik Meijer, 23 juni 2010
1. Introductie Hoe kun je Jezus nu de Zoon van God noemen? Hij mag dan een belangrijke profeet zijn, maar hem aanbidden als Heer is blasfemisch. Zo dachten veel Joden er in de eerste eeuw over en ook tegenwoordig zullen veel moslims dit godslasterlijk vinden. Maar volgens Paulus is het tot eer van God de Vader wanneer elke knie zich in de naam van Jezus zal buigen en elke tong zal belijden: 'Jezus Christus is Heer' (Fil 2,10-11). Wanneer je bedenkt dat deze Paulus eerst een fanatiek christenvervolger was, vraag je je toch af hoe hij zo'n ommekeer heeft kunnen maken. Hoe kwamen overtuigde Joden er in de eerste eeuw toe om Jezus te gaan aanbidden zoals ze hun ene God aanbaden? Hierover schrijft L.W. Hurtado in zijn boek How on Earth Did Jesus Become a God? Deze titel is dubbelzinnig bedoeld. Allereerst geeft het het opmerkelijke aan dat de eerste christenen in de meest verheven termen over Jezus van Nazareth gingen spreken. Verder geeft Hurtado met het 'op aarde' aan dat hij hierover in historische termen wil nadenken. Hij wil met zijn boek de aanbidding van Jezus als een historisch verschijnsel beschrijven. 1 In dit leesverslag dat ik schrijf binnen het kader van het vak Nieuwtestamentische Theologie (Master 2), zal ik de belangrijkste punten bij Hurtado noemen. Ik heb enkele hoofdstukken met elkaar geclusterd omdat de thema's met elkaar overeenkomen. Dat wat nieuw voor me is en dat waar ik vragen bij heb staat in dit leesverslag centraal. Met veel plezier heb ik de eerste vier hoofdstukken gelezen. 2 Hurtado is helder over zijn eigen positie en gaat niet te veel in op allerlei details. Soms lijkt het wat kort door de bocht, maar dat komt ook omdat hij regelmatig verwijst naar een meer uitvoerige studie van zijn hand. 3 Ik vind het thema dat hij aansnijdt ook heel interessant en de vragen die hij stelt spannend. Helaas vond ik het tweede deel van zijn boek nogal tegenvallen. In de artikelen kom ik dezelfde zaken tegen die ik in het eerste deel heb gelezen. De laatste vier hoofdstukken voegen weinig toe aan de eerste vier. Vooral in het laatste hoofdstuk blijkt dat zijn historisch-kritische uitgangspunten ervoor zorgen dat Hurtado niet echt antwoord kan geven op de spannende vraag hoe het kan dat de Joden zo plotseling ertoe overgingen om Jezus als God te vereren.
2. Aanbidden van Jezus (hoofdstukken 1 & 6) Plinius de Jongere spreekt in brief 10.96 over christenen die een hymne tot Christus zingen als aan een God. Hij zegt verder dat echte christenen niet kunnen worden overgehaald om aan de afgoden te offeren 1 2
3
Hurtado, 2. De hoofdstukken 1-4 zijn gebaseerd op colleges die Hurtado op de Ben-Gurion University gaf en de hoofdstukken 5-8 zijn eerder gepubliceerd als artikelen. / Hurtado, ix-xi; 5. Hurtado verwijst met name naar zijn boek Lord Jesus Christ: Devotion to Jesus in Earliest Christianiy, Grand Rapids: Eerdmans, 2003.
1
of het beeld van de keizer te vereren of om Jezus te vervloeken. 4 Jezus blijkt dus niet een van de vele goden in het pantheon te zijn, maar voor de gelovigen een unieke positie te hebben. Een centraal punt dat in Hurtado's boek steeds terugkomt is dat de gelovigen al zo snel begon met het aanbidden van Jezus. De eerste christenen zagen God en Jezus nauw met elkaar verbonden, zoals onder andere blijkt uit hun omgaan met Psalm 110. Dit is in Hurtado's ogen nogal opmerkelijk want bij niemand anders zien we dat gebeuren. Er zijn een aantal benaderingen om deze aanbidding te verklaren5, waar Hurtado zijn eigen benadering aan toevoegt. Kenmerkend voor de benadering van Hurtado zijn de volgende punten. − De aanbidding zelf staat centraal. Volgens Hurtado wordt er vaak studie gedaan naar de titels van Jezus. De focus moet echter niet op de christologie, maar ook het vereren van Jezus als God liggen. Concreet betekent dit dat Hurtado let op de hymnen, gebeden door en tot Jezus en in zijn' naam, spreken 'in de naam van Jezus' (bij doop en exorcisme), de gemeenschappelijke maaltijd waar Jezus Heer is, het 'belijden' van Jezus en profetieën van de verrezen Jezus en de Geest van Christus. − Waar Hurtado naar zoekt is een verklaring binnen de religieuze beweging die ontstond in 'Second-Temple Judaism'. Deze term is voor mij nieuw en ik weet ook niet precies wat Hurtado hiermee bedoelt. Ik neem aan dat het gaat om het Jodendom in de tijd na de tempelrenovatie onder leiding van Herodes de Grote. 6 Centraal staat de vraag hoe de aanbidding van Jezus kon ontstaan in het Jodendom van die tijd. − Hoewel duidelijk onderscheiden is het christelijk geloof ook nauw verbonden met haar 'ouderlijke' traditie. Hurtado spreekt daarom van een 'mutatie' binnen de religieuze tradities. Wat mij opvalt in zijn conclusie aan het einde van het eerste hoofdstuk 7 is dat hij wel spreekt van Jezus die God werd op aarde, maar het niet heeft over de hemelvaart en verheerlijking van Jezus. Welke aandacht heeft Hurtado voor het gegeven dat Jezus plaats nam aan de rechterhand van God? Hieruit blijkt zijn historische en horizontale focus waar ik in de bespreking van het laatste hoofdstuk nog op terugkom. Over het eren van Jezus wordt in de evangeliën al op verschillende wijzen gesproken. Meest opvallend is het gebruik van het woord προσκυνεω. Dit heeft de klank van het eren van (een) God. Met name Matteüs maakt gebruik van dit woord. Volgens Hurtado lijkt het erop dat hij hiermee al iets wil laten zien van hoe men Jezus in later tijd zou aanbidden. 8 In de evangeliën en brieven van Paulus zien we een nauw verband tussen het taalgebruik en de context van de lezers. 9 Het is duidelijk dat in de ogen van Hurtado de evangeliën minder betrouwbaar zijn of de eerste tijd dan iemand als Van Bruggen 4 5
6 7 8 9
Hurtado, 13. Hurtado wijst op de volgende drie benaderingen: 1. Veel onderzoekers denken aan een geleidelijke ontwikkeling die tot deze aanbidding leidde. Zo meende Wilhelm Bousset dat de vergoddelijking van Jezus tot stand kwam onder invloed van de heidense religieuze omgeving. Maar hier zijn volgens Hurtado te weinig aanwijzingen voor. Ook moeten we de aanbidding niet te laat dateren. Al vanaf het eerste begin leidde de verering van Jezus tot discussie en zelfs vervolging door de Joden. 2. William Horbury betoogde dat het aanbidden van Jezus (de 'cult of Christ') historisch gezien een variant is van koninklijke messiaanse figuren in de oude Joodse traditie. Maar Hurtado vindt hem onduidelijk over deze 'cult'. Er is volgens Hurtado een te groot verschil tussen de verering van Jezus en andere figuren. 3. Door sommigen wordt gedacht dat de verering van Jezus gevolg is van de theologische overtuiging van vroege christenen dat Jezus een unieke en verhoogde status zou hebben. Hurtado heeft wel begrip voor deze benadering, maar is het er niet op alle punten mee eens. Het geeft namelijk geen verklaring voor het ontstaan van de theologische overtuigingen en verder is er niet een vergelijkbare ontwikkeling ergens anders aan te wijzen. / Hurtado, 14-25 Van Bruggen, 34. Hurtado, 29. Hurtado, 141-142. Hij zegt: 'As historical sources, the narratives of these appearences of the risen Jesus in Gospels, are later than Paul's letters and of course decades later than the time of the experiences rhat they claim to describe, and they likely exhibit the effects of a tradition-history and the particular emphasis and aims of the individual authors. (…) it would be naïve to press these Gospel narratives too much in details as a basis for reconstructing the actual nature of what was “seen” by those who claimed to have experienced ressuraction appearences of Christ.' Hurtado, 194.
2
denkt.10 Het zijn volgens Hurtado niet de evangeliën maar de brieven van Paulus die de vroegste informatie geven.
3. Joods monotheïsme (hoofdstukken 2 & 5) Volgens Hurtado moeten we de verering van Jezus proberen te verklaren vanuit het jodendom. Historisch gezien is het een vernieuwing binnen Second-Temple Judaism. De verering van Jezus ontstond zeer vroeg en snel. Zoals blijkt uit de brieven van Paulus (denk bijvoorbeeld aan het Marana tha in 1 Kor 16,22) kwam deze eerder als een explosie dan als een evolutie. 11 Niet alleen chronologische feiten maar ook demografische feiten wijzen op een vernieuwing vanuit het Joodse geloof. Hurtado komt tot de conclusie dat niet de heidense context bepalend is geweest voor het vereren van Jezus als God. Maar hoe verhoudt zich dit dan met het monotheïsme van de Joodse traditie? Daar wordt het natuurlijk spannend. Verrassend is dat men hier in het Nieuwe Testament gewoon aan vast blijkt te houden. Paulus verzet zich tegen het polytheïsme van de Griekse wereld (1 Thes 1,2-10) en hij wijst de verering van andere goden resoluut af (1 Kor 8-10). De ene God is de God van Israël. Dit roept de vraag op naar hoe Jezus en God zich tot elkaar verhouden. In ieder geval anders dan de 'agents' die we in de Joodse traditie tegenkomen. Het verschil met Wijsheid of het Woord is dat dezen nooit worden vereerd als God. Dat is volgens Hurtado het verschil met Jezus! De christenen van het eerste uur vereerden Jezus op een wijze die alleen aan God toekomt. Dit historische gegeven maakt de vraag wie Jezus spannend. Zelf spreekt Hurtado van een 'binitarische' vorm van monotheïsme. 12 Ik vind het een aardig gevonden term maar het komt ook wat gekunsteld over. Duidelijk is in ieder geval dat Jezus in de brieven van Paulus de ene Heer wordt genoemd maar dat dit niet betekent dat hij een godheid naast God wordt. En uit het evangelie naar Johannes blijkt dat Jezus' goddelijke status krijgt, maar dat hij deze glorie ontvangt van God. Ik vraag me af of er in het Nieuwe Testament toch niet meer sprake is van een bepaalde subordinatie dan in de systematische theologie na eeuwen discussie rond de triniteitsleer. De Joodse religie van de eerste eeuw was in ieder geval duidelijk monotheïstisch. Tot die conclusie komt Hurtado. Kenmerkend voor dit monotheïsme waren het geloof in Gods soevereiniteit en zijn uniciteit. Ook al keken de Joden op naar engelen en andere hoge figuren (zoals Mozes, Henoch of de Messias) alleen God werd aanbeden. Er is nooit een cultus geweest rondom de patriarchen of engelen.13
4. Sociale en politieke gevolgen (hoofdstukken 3 & 7) Het aanbidden van Jezus had nogal wat sociale en politieke gevolgen. Het viel op in de Romeinse tijd die gekenmerkt werd door een grote religieuze diversiteit. Het was volkomen normaal dat je je bij een religieuze groep voegde, maar dat wilde niet zeggen dat je je vorige overtuiging over boord zette. Je voegde er gewoon een god aan toe, zoals ook werd gestimuleerd door de vele handelsreizen. Dit was in het christelijk geloof duidelijk anders. Wanneer je christen werd brak je radicaal met je vroegere 10
11 12 13
Volgens Van Bruggen zijn de evangeliën juist kroongetuigen omdat ze dichter bij de tijd staand waarover ze schrijven. Hij wijst er op dat in de 20e eeuw veel studies verschijnen waarin wordt aangenomen dat het Nieuwe Testament de realiteit van Jezus' dagen heeft bijgekleurd vanuit de latere ontwikkelingen. Hurtado lijkt me hier ook een voorbeeld van. Maar volgens Van Bruggen is er voldoende steun voor de aanvaarding van de evangeliën als primaire documenten van ooggetuigen (Matteüs & Johannes), een betrouwbaar verslag van de prediking van Petrus (Marcus) en verwerking van historisch geverifieerde feiten (Lucas). / Van Bruggen, 37-38. Hurtado, 37. Hurtado, 48. Hurtado, 120-123.
3
religieuze groepen en praktijken. Dit had gevolgen voor je houding ten opzichte van wat in de samenleving gebruikelijk was. Wanneer een christen weigerde om te offeren aan de goden raakte hij of zij aan de basis van de maatschappij.14 Wat ik me nooit zo gerealiseerd heb is dat de tegenstand ook van heel dichterbij kon komen. Hurtado wijst op christenen die getrouwd waren met niet-christenen. Een goede vrouw werd geacht ook te offeren aan de goden van haar man, dus wanneer ze dat niet deed kon ze door haar man flink onder druk worden gezet. En wanneer een christelijke slaaf weigerde seksuele diensten te verlenen aan zijn meester(es) kon hem of haar dat op een flinke straf doen komen te staan. Ik ben benieuwd of hier ook historische voorbeelden van bekend zijn.15 Verrassend vond is dat er betrekkelijk weinig voorbeelden zijn van executies onder Joodse leiding.16 Waarschijnlijker is dat christenen verbaal werden aangevallen, werden aangeklaagd of op een andere manieren werden tegengewerkt. Ook voor de heidens-christen gold dat het meeste verzet vanuit vrienden, buren, collega's kwam.17 Maar wanneer kwamen de niet-christelijke Joden in verzet tegen de christenen? Wanneer begonnen ze te vermoeden dat het vereren van Jezus niet samen kon gaan met hun monotheïstische overtuiging van Gods uniciteit? Voor een antwoord op deze vragen kan Hurtado uiteindelijk niet zoveel met de evangelisten. De waarschuwingen van Jezus aan de leerlingen voor veroordeling door het Sanhedrin moeten tegen de achtergrond van hun eigen ervaringen worden gelezen.18 En het proces van Jezus bij Pilatus, zoals Marcus daarover schrijft, moet gezien worden als een prototype voor de lezers. Met Handelingen doet Hurtado ook niet zoveel. De brieven van Paulus geven ons naar zijn idee de vroegste informatie over het verzet van de Joden. Ik vraag me daarom af hoe betrouwbaar de geschiedenis van het Joodse verzet tegen Jezus is in Hurtado's ogen. Er waren ook politieke consequenties voor christenen in de eerste eeuw. Paulus vertelt in 2 Kor 11 hoe hij meerdere keren gestraft werd door de overheid. En ook in Handelingen lezen we over bemoeienis vanuit de overheid (12,1-5). Volgens de traditie zijn Paulus en Petrus geëxecuteerd in Rome, mogelijk onder Nero. Tacitus19 en Suetonius20 vertellen dat er veel christenen onder Nero zijn gearresteerd en op gruwelijke wijze gedood. Het boek Openbaring bereidt de gelovigen hier al op voor. Het is daarom een wonder dat het christelijk geloof niet verloren ging maar de gelovigen elkaar bleven opzoeken en Jezus bleven vereren.
5. Een 'case study': Filippenzen 2,6-11 (hoofdstuk 4) In het vierde hoofdstuk geeft Hurtado een illustratie van hoe het christelijk geloof er in het begin uitzag. Hij bespreekt Filippenzen 2,6-11, een passage die iets laat zien van hoe de eerste christenen Jezus vereerden. Interessant punt is dat Paulus deze 'hymne' bij zijn lezers als bekend veronderstelt. 21 Dat wijst erop dat in een korte tijd een 'hoge' visie op Jezus is ontstaan. De meeste onderzoekers leggen het accent op de verzen 6-8, maar volgens Hurtado moeten we juist vanuit de verzen 9-11 beginnen. God heeft de hoogste autoriteit en wat Hij doet geeft betekenis aan de rest. In vers 9 staat de naam die alle namen te boven gaat centraal en in vers 11 dat iedereen zal belijden dat Jezus Heer is. Dit doet denken aan de naam YHWH dat in het Grieks met Kyrios wordt 14 15 16 17 18 19 20 21
Hurtado, 62. Hurtado zegt dat 'some likely suffered for their faith'. Hurtado, 67. Hurtado, 71. Hurtado, 74. Hurtado, 163-165. Annales 15.44 http://www.perseus.tufts.edu/hopper/text?doc=Tac.+Ann.+15.44&fromdoc=Perseus%3Atext%3A1999.02.0078 De Vita Caesarum – Nero 16.2 http://www.fordham.edu/halsall/ancient/suet-nero-rolfe.html Hurtado, 87.
4
weergegeven. Hierin ziet Hurtado een 'mutatie' van traditioneel Joods monotheïsme. Wat betekent nu 'being in the form of God' ( ἐν μορφῇ θεοῦ ὑπάρχων)? Zelf denk ik meteen aan Jezus' hemelse prae-existentie zoals verwoord in de geloofsbelijdenis van Nicea. Ik ben gewend om vers 7 op de incarnatie te laten slaan. Nieuw was voor mij daarom een tweede verklaring: het slaat op beeld-zijn van God zoals Adam ook beeld was van God (Gen 1,27). Na een bespreking hiervan komt Hurtado echter wel tot de conclusie dat de verzen 6-7 op een bepaalde manier refereren aan een goddelijke status en dat Christus ervoor koos om een mens te worden. 22 Het verbaast me dat het zo lastig blijkt te zijn om helder te krijgen wat het betekent dat Christus ἐν μορφῇ θεοῦ ὑπάρχων is en dat doet me opnieuw beseffen dat het een stap is om van de exegese van het Nieuwe Testament over te gaan tot een dogmatisch belijden.
6. Religieuze ervaring (hoofdstuk 8) In het laatste hoofdstuk betoogt Hurtado dat religieuze ervaringen zoals visioenen en profetische inspiratie een belangrijke historische factor waren in de beginperiode. 23 Of je nu wel of niet gelooft in de openbaringen zelf, historisch onderzoek wijst uit dat deze ervaringen een belangrijke rol speelden in de geschiedenis van het christelijk geloof. Het leidde ertoe dat gelovigen Jezus gingen aanbidden als een goddelijke wezen.24 Hurtado is blij met onderzoek dat aantoont dat zulke ervaringen niet aan psychische stoornissen hoeven te worden gewijd25 en dus serieus genomen dient te worden. Maar hoe serieus neemt Hurtado de getuigenissen van de eerste christenen nu werkelijk? Hoe kon de apostel Paulus 180 graden de andere kant opdraaien en Christus aanbidden? Hurtado stelt deze laatste vraag wel26, maar geeft er volgens mij geen bevredigend antwoord op. Dat komt omdat hij een 'horizontale oplossing' zoekt waarin hij er geen rekening mee houdt dat de religieuze ervaringen die de eerste christenen claimen te hebben gehad ook echt van God komen. Hurtado houdt in zijn onderzoek geen rekening met de mogelijkheid dat de openbaringen 'van boven' komen. Mijns inziens komt het hier simpelweg op de vraag aan of je wel of niet gelooft wat de mensen uit de bijbel claimen gezien en gehoord te hebben. Helaas verklaart Hurtado het getuigenis van Lucas over het visioen van Stefanus weg door te stellen dat het hier niet gaat om historische gebeurtenissen, maar om ervaringen van christenen.27 Uiteindelijk slaagt Hurtado er niet in om een goed antwoord te geven op de vraag waar de 'explosie' die Joden plotseling op andere gedachten bracht vandaan kwam. Zonder Gods handelen hierin is dat denk ik ook niet goed te verklaren. Hier loopt het historisch onderzoek dat geen rekening houdt net Gods Geest tegen haar grenzen op terwijl de grenzen in de eerste eeuwen werden opgebroken. Wanneer de bijbel niet meer spreekt van de levende God, dan zijn alleen wijzelf nog aan het woord. 28
7. Ten slotte Opnieuw ben ik er bij bepaald hoe absurd het is dat Jezus Gods Zoon is. Wanneer ik me probeer in te leven in het monotheïsme van het Jodendom en islam, kan ik me voorstellen dat dit een godslasterlijke 22 23 24 25 26 27
28
Hurtado, 101-102. Hurtado, 184. Hurtado, 203. Hurtado, 190. Hurtado, 196. Ook de historische betrouwbaarheid van Jezus' transfiguratie (Marc 9,2-8; Mat 17,1-8; Luc 9,28-36) wordt door Hurtado niet serieus genomen. Hij stelt dat dit mogelijk ervaringen van christenen na Pasen weerspiegelen. / Hurtado, 199-200. Ratzinger wijst erop dat tegenwoordig de Bijbel langs de maatlat van het moderne wereldbeeld wordt gelegd. Dat gaat ervan uit dat God niet kan handelen in de geschiedenis en dat alles vanuit God naar het subjectieve moet worden verwezen. Maar zo zijn alleen wij nog aan het woord onder het mom van strenge wetenschappelijkheid. Volgens Ratzinger is de tweede 'bekoring' van Jezus van alle tijden. Het gaat om de correctie schriftuitleg met als hermeneutische basisvraag de vraag naar het Godsbeeld. / Ratzinger, 54-55.
5
gedachte is die allerlei vragen oproept. Een snelle verwijzing naar de triniteitsleer lijkt me te makkelijk. Beter is het om het geheim dat God onthuld heeft als een wonder te laten staan. Het aanbidden van de Zoon van God is wat mij betreft niet alleen een historisch verschijnsel. Hoe kan het toch dat Jezus God werd is niet alleen een vraag voor historisch onderzoek, maar leidt ook tot aanbidding. Het is tot Gods eer wanneer iedereen voor Hem buigt en elke tong Hem als Heer belijdt.
Literatuur − − −
Bruggen, J. van. Het evangelie van Gods Zoon: Persoon en leer van Jezus volgens de vier evangeliën. Kok: Kampen. 1996. Hurtado, L.W. How on Earth Did Jesus Become a God? Historical Questions about Earliest Devotion to Jesus. Grand Rapids: William B. Eerdmans Publishing Company, 2005. Ratzinger, J. (Benedictus XVI). Jezus van Nazareth: Deel 1 Van de doop in de Jordaan tot de Gedaanteverandering. Lannoo: Tielt, 2007.
6