Nelectra, Beroepsorganisatie voor de elektrobranche, Stationlei 78 bus 1/1, 1800 Vilvoorde / Tweemaandelijks (6 x jaar) - zesentwintigste jaargang / Afgiftekantoor 8400 Oostende Mail / P2A9571
ElektroVisie
Vakblad voor de elektrosector
Een uitgave van NELECTRA WWW.NELECTRA.BE
okt 15
5
O EC
VOORTAAN RAAKT U NIET LANGER VERSTRIKT IN REGELTJES INCLUSIEF VIER TAPES OM TE VOLDOEN AAN DE BEDRADINGSVOORSCHRIFTEN
€179* Dankzij de PT-E550WSP bundle labelt u zonder gedoe of zorgen aan een lagere kost. Met de vier meegeleverde tapes geniet u alle belangrijke voordelen van Brother aan een fractie van de prijs: gebruiksvriendelijke ingebouwde labelfuncties, een mobiele app om duurzame labels te ontwerpen en af te drukken, tapes om te voldoen aan de bedradingsvoorschriften én ook nog een extra draagtas. Dit krijgt u allemaal voor een prijs die allesbehalve de regel is. www.brother.be * Adviesverkoopprijs inclusief BTW en alle bijdragen. Geldig vanaf 1 oktober t/m 31 december 2015 zolang de voorraad strekt.
NELECTRAVISIE
IoT B
ent u mee? Weet u waar bovenstaand letterwoord voor staat? Dan bent u inderdaad een installateur of handelaar die de jongste innovaties op de voet volgt. Indien niet, geen probleem. Het is onze taak als sectorfederatie om – samen met u – de leden wegwijs te maken en mogelijkheden te bieden om bij te blijven. Het Internet of Things is inderdaad een nieuwe uitdaging. Technologische en overige componenten met elkaar laten communiceren. De tijd van domotica is dus al lang voorbij. Duidelijk dat handelaars én installateurs samen één geïntegreerd geheel vormen, en geen twee afzonderlijke sectoren.
In dit groene nummer willen we de 20/20/20 doelstellingen van de Europese Unie nog eens in de verf zetten. Het verbeteren van de energie-efficiëntie met 20% tegen 2020 is zo’n doelstelling. Onze sector heeft aan het proberen behalen ervan goed meegewerkt. Steeds zuiniger energietoestellen zijn maar een klein voorbeeld. Uiteraard kunnen we verhalen als het “gesjoemel” met energielabels, naar aanleiding van het Volkswagenverhaal, missen als kiespijn. In elk geval houden we de plannen van Europa om de energielabels te wijzigen, nauwlettend in het oog.
Tot slot : weet u waar “NKGT” voor staat? Indien u op ons ledenevent was uitgenodigd en aanwezig was, weet u dit zeker en vast. Nelectra Wat hebben bruggetjes te betekenen in dit groene nummer? Ze staan Kids Got Talent! De aanstormende Neniet alleen voor de brug die we delectrajeugd heeft zijn talenten kunnen finitief tussen handelaar en intonen, en de kids wisten dit steeds stallateur moeten versterken. OP DIE N GE IN ER ND RA VE op een originele wijze te linken aan In deze uitgave van Elektro DE EN NS KA N DE BIE N “hun” elektrosector. Proficiat aan Visie staan ze ook symbool ONS AFKOME T AA ST EN alle talenten en bedankt voor de invoor de link die een installaAAN WIE ER VOOR OP zendingen. Ook jurylid Laura Tessoro teur kan leggen tussen WKK was zichtbaar onder de indruk. U leest en de eindgebruiker. Nelectra er meer over in ons decembernummer. stelde zeven energievriendeHet ledenevent is een manier van Nelectra om “dank u” te zeggen lijke vragen aan COGEN Vlaandeaan alle trouwe leden. Op naar de volgende editie! ren, en kreeg ook interessante antwoorden. Bruggetjes leiden ons automatisch naar eilanden en eilandwerking. De lezer wordt in dit nummer ook weer degelijk geïnformeerd over een goede en veilige aansluiting van een installatie op het elektriciteitsnet. En we blijven in de natuursfeer : onze trendwatcher, die in een groen nummer zeker niet mag ontbreken, heeft het niet over eilanden maar wel over ijsbergen. En dan denken we met z’n allen natuurlijk aan de Titanic. Wat we zien van de uitdagingen die op ons afkomen, is slechts het topje van de ijsberg! De veranderingen op korte tijd zijn enorm. En dat biedt kansen, voor die leden die hiervoor openstaan. Consumenten kopen geen individuele installaties meer, maar zoeken naar een geïntegreerde oplossing, waarbij voor de aansturing via ICT een grote rol is weggelegd. Aan ons, om als Titanic de ijsberg te weten liggen, goed in te schatten en er ons niet stuk op te varen.
Viviane Camphyn Afgevaardigd bestuurder Nelectra
[email protected]
In memoriam Leo Janssens ( 1935 – 2015 ) – pag. 5 oktober 2015 - ElektroVisie | 3
INHOUD
8
Begin september vond in Berlijn de jaarlijkse vakbeurs IFA plaats, het internationale treffen van de volledige Consumer Electronics branche. Trends en nieuwigheden: het wordt daar allemaal gepresenteerd tijdens een indrukwekkend zesdaags hoogfeest van de sector. We brengen u een aantal highlights van deze toch steeds belangrijke vakbeurs.
NELECTRA-VISIE Terug naar school?
18
Centraal dossier in dit nummer: “eco”. Zoals steeds een uitgebreid dossier met bijdragen van specialisten van Vinçotte, Tecnolec, maar ook een interview met Cogen Vlaanderen en met Wannes Wylin van Ecopuur. We hebben het ook over ‘eilandwerking’ en spreken over draadloze schakelaars.
20
Groene accenten in dit nummer, met specifieke aandacht voor verlichting. Aan gerenommeerd trendwatcher Niek Deprest vroegen we haar visie te geven over trends in verlichting. En uiteraard kwamen daar begrippen als ‘groen’ en ‘’slim’ bij kijken. Wat brengt ‘Lighting 3.0’?
ECO! 3
INSTALLATIE
Cogen Vlaanderen
12 – 13
Tecnolec: energie-efficiëntie van installaties
30 - 31
De normen – 7
31 - 32
15 – 16
EcoPuur: eco-energie-oplossingen 18 – 19
NELECTRA INFO Hallo Nelectra?
EMC: omvormers en motoren
Trendwatcher Niek Deprest: 5
Provincievoorzitter34
verlichting
20 – 21
Vinçotte: gedecentraliseerde voeding 22 – 23 Tecnolec: draadloze schakelaars Eilandwerking
24
DE LAATSTE BLADZIJDE Regiovoorzitter34
26 – 28
DISTRIBUTIE IFA : toptrends Whirlpool op IFA
Informatietijdschrift voor de professionelen uit de elektro-sector. Elektro Visie/Electro Vision heeft een oplage van 9.781 exemplaren. Elektro Visie is een maandelijkse uitgave van:
8–9 10
redactieraad
Viviane Camphyn, Eric Claus, Roger Coteur, Fallon Declerck, Paul De Potter, Els Heyrman, Ludo Holemans, Christophe Louage, Ronny Lannoo, Wouter Vloebergh, Rudy Van Den Bergh, Danny Hermans, Denise Weyers, Dirk Van Steenlandt
hoofdredacteur: Marc Van Hove
tel. 02/550.17.21, fax 02/550.17.29, e-mail:
[email protected]
4 | ElektroVisie - oktober 2015
Wouter Vloebergh, Mediadienst UNIZO e-mail:
[email protected]
verantwoordelijke uitgever
TREVI, Willem Holemans, Meerlaan 9, 9620 Zottegem tel. 09/360.62.16, fax: 09/367.49.88 e-mail:
[email protected]
Viviane Camphyn, Stationlei 78 bus 1/1, 1800 Vilvoorde, tel. 02/550.17.11 De artikels en de advertenties verschijnen onder de verantwoordelijkheid van de auteurs en de adverteerders. Overname van artikels is toegestaan mits schriftelijke toestemming van de uitgever. Lid van de Unie van Uitgevers van de Periodieke Pers
vertaling
drukkerij
reclameregie Beroepsorganisatie voor de elektrobranche Stationlei 78 bus 1/1, 1800 Vilvoorde tel. 02/550.17.11, fax 02/550.17.29 www.nelectra.be
reportages
Miles Translations, Stationlei 68, 1800 Vilvoorde tel. 02/253.97.25, fax 02/253.97.29 e-mail:
[email protected] www.milesgroup.eu
Goekint Graphics, 8400 Oostende, tel. 059/51.43.43, fax 059/51.44.43 e-mail:
[email protected] www.goekint.be
administratie
Françoise Martens, tel. 02/550.17.16 e-mail:
[email protected] Marian Hemerijckx, tel. 02/550 17 18 e-mail:
[email protected]
NELECTRA INFO
HALLO
NELECTRA Bij Nelectra krijgen we dagelijks via telefoon of mail, heel wat vragen van elektro-ondernemers. Vragen op sociaal vlak, fiscaliteit, reglementering, technische vragen, juridische kwesties en wat nog meer… Nelectra-leden vinden uiteraard reeds een schat aan informatie op de website www. nelectra.be in het speciale ledengedeelte. We brengen u daarom in dit blad geregeld een kleine selectie van de grote en kleine problemen, waarvoor men ons contacteert. Nelectra-lid GL uit Leuven contacteerde ons met volgende vraag: Twee huizen verder zijn er verbouwingswerken aan de gang, maar de betonwagen staat wel voor mijn winkel geparkeerd. Tot daar, maar ’s avonds spuiten ze die betonwagen proper en bekladden daardoor de uitstalramen van mijn zaak en de stoep blijft er ook vuil bij liggen. Wat moet ik doen? Kan ik de kosten voor opkuis verhalen op die aannemer of moet ik klacht indienen bij de politie? Het principe blijft: wie een fout begaat en hierdoor schade veroorzaakt, is schadevergoeding verschuldigd. Puur juridisch bekeken hebt u dus recht op een schadevergoeding: wie de fout beging moet de situatie herstellen in de toestand van voor de fout. De moeilijkheid hier is echter hoe u dat moet bewijzen,
indien de tegenpartij alles ontkent en u geen bewijsmateriaal hebt dat deze wel degelijk de schade veroorzaakte. Best zou zijn dat u dit in der minne kan oplossen. Eerste stap is dus om die aannemer aan te spreken en te zien wat zijn standpunt is. Ontkent hij, dan kan u proberen met een aangetekend schrijven bijvoorbeeld de kosten van de ruitenwasser te recupereren. U hoeft hiervoor geen factuur te sturen, gezien vergoedingen van onrechtmatige daad niet worden gefactureerd. Indien in de toekomst opnieuw iemand uw gevel zou bekladden, kunt u best foto’s nemen wanneer dat aan de gang is en zou het nuttig zijn, indien u een getuige hebt die de feiten kan bevestigen. Een collega-ondernemer uit de buurt, bijvoorbeeld. U kan uiteraard ook de politie bellen, dan is er zeker een sluitend bewijs. Installateur DC uit het Brugse wil zijn privé-woning beschermen tegen eventuele schuldeisers Ik wil ten allen prijze vermijden dat mijn gezin het slachtoffer zou worden, indien mijn bedrijf ooit failliet zou gaan. Naar ik gehoord heb, kan ik mijn privé-woning wettelijk laten beschermen tegen schuldeisers, zelfs al gaat het om een eenmanszaak? Dat is inderdaad zo. Die mogelijkheid bestaat. Om uw gezinswoning veilig te stellen voor
?
schuldeisers, moet u formeel een “verklaring van niet-vatbaarheid voor beslag” laten opstellen bij de notaris. Maar let wel op: deze “verklaring” kan enkel worden ingeroepen voor schulden aangegaan na de registratie ervan. Het gaat dus niet op te elfder ure nog ene bescherming van uw privéwoning tegen schuldeisers aan te vragen, wanneer u eigenlijk al virtueel failliet bent. De bescherming geldt evenmin voor schulden ‘met gemengd karakter’, zoals d epersonenbelasting. Ook bij een frauduleus faillissement of een ander misdrijf vervalt de bescherming. U kan die “verklaring van niet-vatbaarheid voor beslag” trouwens te allen tijde weer intrekken. Let ook op: sinds enkele maanden kunnen schuldeisers u niet meer contractueel verbieden om ene dergelijke “verklaring van niet-vatbaarheid” te laten opstellen. Vergeet echter niet dat zo’n verklaring u weliswaar beschermt, maar dat ze tegelijk uw kredietwaardigheid kan verminderen. Wanneer uw privé-woning de enige vereiste waarborg is die u tegenover die broodnodige financiering voor uw bedrijf kunt plaatsen, hebt u meestal weinig keuze. Christophe Louage Juridisch adviseur Nelectra
[email protected]
Leo Janssens ( 1935 – 2015 ) Begin oktober namen we in Antwerpen definitief afscheid van Leo Janssens. Leo was een spilfiguur voor onze beroepsorganisatie Nelectra. Hij was één van de stichters in 1960 en werd nationaal voorzitter in 1971. Hij zou dit mandaat getrouw en uiterst professioneel opnemen tot 1992. In 1988 werd hij ook voorzitter van het fonds voor bestaanszekerheid van de sector. Onder zijn leiding, samen met Roger Ost, bracht het fonds een ambitieus programma naar voor. Uitbreiding van de activiteiten, oprichting van het vormingsinstituut Vormelek, een nauwere samenwerking in de sector beveiliging en de oprichting van een overkoepelende werkgeversorganisatie. Tijdens Leo’s voorzitterschap werden nagenoeg alle doelstellingen gehaald. De jongste jaren bleef Leo Janssens nog zeer actief. Samen met medestichter Julien Pierssens en met Ernest Van Aken was hij vooral bekommerd om de kwaliteit van de jaarvergaderingen van Nelectra Plus, de adviesraad van onze erebestuurders. Hij volgde geïnteresseerd de jaardoelstellingen van Nelectra en de projecten die op stapel staan. Maar wat veel belangrijker is dan succeslijstjes, is de manier waarop Leo dit allemaal deed. Hij was ambitieus, maar bleef uitermate correct. Hij was bescheiden en werkte “in stilte”. Leo kon ook “dank u” zeggen, en ons team jaar na jaar in de bloemetjes zetten voor het werk dat het presteert. Een mooie karaktereigenschap Leo, bedankt hiervoor, we hebben dit steeds geapprecieerd. Leo Janssens heeft een onuitwisbare stempel gedrukt op onze organisatie. Nelectra vergeet hem niet. oktober 2015 - ElektroVisie | 5
PUBLIREPORTAGE
VER
U NIE
W
NIE
UW
D
Nu ook een energielabel voor dampkappen en een vernieuwd label voor ovens. Sinds 1 januari 2015 is er een energielabel voor dampkappen (beste prestatie: A). Ook de energielabels voor huishoudelijke elektrische en gasovens werden recent vernieuwd (beste prestatie is daar nu A+++). Reden genoeg om deze nieuwkomers van wat dichter te bekijken.
Alle dampkappen en ovens? Belangrijk: het gaat over huishoudelijke elektrische afzuigkappen, ook wanneer die voor niet-huishoudelijke doeleinden verkocht worden. Bij de ovens komen apparaten met microgolven, stoom en uitsluitend propaan/butaan als energiebron niet in aanmerking. We beperken ons tot huishoudelijke elektrische en gasovens, ook wanneer die geïntegreerd zijn in een fornuis of verkocht worden voor niet-huishoudelijke doeleinden.
En andere keukentoestellen? Recupel ontwikkelde een handige folder die de energielabels van dampkappen en ovens toelicht. Toch gaat het in de folder niet alleen over deze twee apparaten. Alle belangrijke elektrische keukentoestellen komen met hun recentste energielabel aan bod. Opnieuw informatie die ongetwijfeld van pas komt tijdens het verkoopgesprek.
Klanten informeren en overtuigen
• Hoe energie-efficiënt is het toestel?
Het energielabel is een praktisch
• Hoeveel lawaai maakt de dampkap?
instrument voor verkopers. Neem
• Wat met de verlichting?
• Hoeveel vet nemen de filters op? • Hoe vlot verloopt de ventilatie?
nu het label voor de dampkappen. Dankzij de uitleg van de verkoper
Allemaal vragen waarop het label
over dat label begrijpen de klanten
een objectief antwoord biedt. Het
beter waarop ze moeten letten bij de
resultaat: tevreden klanten. Ze
aankoop.
waarderen de kennis en service van
Enkele voorbeelden:
de winkelier, ze maken de juiste keuze
• Is de dampkap niet te groot of
op basis van uniforme criteria, en de
te klein?
volgende keer komen ze graag terug.
Folders via energielabel.be Een pakketje folders bestellen of een exemplaar downloaden kan via www.energielabel.be/keukentoestellen. En via www.energielabel.be/infomateriaal bestelt u folders over het label voor stofzuigers. De site www.energielabel.be is trouwens dé referentie voor alles wat met energielabels te maken heeft, boordevol informatie voor consumenten én handelaars.
n
n
DISTRIBUTIE
IFA 2015 D WEEROM EEN TOPEDITIE!
e belangrijkste beurs inzake Consumer Electronics ter wereld: IFA in Berlijn, bleek ook dit jaar een voltreffer! Niet dat er heel opzienbarende nieuwigheden getoond werden – kan ook niet èlke keer – maar deze beurs bracht weerom het bewijs dat de CE-branche continu in evolutie is en dat de producenten er telkens in slagen om heel innovatief een antwoord te geven op de desiderata van de consument. Komt daar nog bij dat er toch ook een gestage evolutie is betreffende de fabrikanten zelf – overnames, fusies, stopzettingen – zodat een bezoek aan IFA een absolute must is voor wie met kennis van zaken actief wil zijn in de elektrodistributie. We mochten dan ook, naast tal van toplui van wereldmerken, heel wat landgenoten ‘spotten’ in Berlijn. In dit artikel brengen we u een gevarieerde mix van nieuwtjes en weetjes
Cijfers
Alles geconnecteerd.
Dr. Christian Göke, CEO van Messe Berlin, mocht ook dit jaar tevreden terugblikken op een geslaagde zesdaagse: 1.645 exposanten bezetten een oppervlakte van 150.000 m² en verwelkomden 245.000 bezoekers, waarvan de meerderheid uit het buitenland kwam. Ook: er werden orders geplaatst voor een bedrag van 4,35 miljard euro. Op de beurs, zonder rekening te houden met wat erna nog besteld wordt. Gigantisch dus en de cijfers groeien nog elk jaar. Geen wonder dat de organisatoren continu zoeken naar uitbreidingsmogelijkheden, zo werd vorig jaar de splinternieuwe CityCube met een beschikbare tentoonstellingsoppervlakte van 12.000 m² in gebruik genomen.
Internet of Things – Samsung
Samsung: Internet of Things.
Samsung heeft in Europa een marktaandeel van 60% in smartphones en van 40% in tv’s. Daarom zal Samsung alvast de komende vijf jaar focussen op IoT, het Internet of Things, aldus Y.H.Eom, voorzitter van Samsung Electronics Europe. Men verwacht dat deze markt tegen 2020 een volume heeft van 1 miljard euro en tegen dan zouden alle Samsung-producten klaar moeten zijn voor IoT. Men kon overigens reeds op deze editie van IFA de eerste Samsung-producten zien in dit segment: een slimme centrale met camera’s die het huis kunnen monitoren, apps die vanop afstand de huishoudtoestellen bedienen, alarmen voor brand of waterlekken, enz. Opgemerkt ook: de SleepSense, een sensor in de vorm van een schijf, die onder de matras geplaatst wordt en die hartslag en ademhaling meet, bewegingen ook, en die ’s morgens op je smartphone dan een rapport aflevert. SleepSense kan trouwens ook de tv in de slaapkamer aanzetten of de airco regelen zodat de temperatuur optimaal is wanneer de gebruiker slaapt. Nog even over tv’s: Samsung focust steeds meer op Ultra HD, de vraag steeg de voorbije maanden met een massieve 246 percent en Samsung verwacht dat er tegen 2019 zowat 97 miljoen toestellen zullen aan de man gebracht kunnen worden. Samsungs uiteraard.
Geconnecteerde toestellen bij Siemens
Dr. Christian Göke. 8 | ElektroVisie - oktober 2015
Algemeen directeur Roland Hagenbucher van Siemens Hausgeräte zei dat geconnecteerde huishoudtoestellen geen nichemarkt meer zijn, maar integendeel – zeker bij Siemens – een gewone feature zijn. Een studie van het gerenommeerde Frankfurt Institute for Future Research toont duidelijk aan dat consumenten van alle leeftijdsgroepen die connectiviteit tussen huishoudtoestellen willen, al verschilt de reden waarom. Jongeren willen het slimme huishoudtoestel omdat het huishouden doen daardoor makkelijker wordt. De “rush hour”-generatie tot 55 jaar, ja, die heeft gewoon geen tijd genoeg en wie ouder is, vindt het fijn om de toestellen te laten werken volgens z’n eigen voorkeur. En daarom stelt Siemens dat het de grootste diversiteit heeft aan geconnecteerde huishoudtoestellen van alle fabrikanten: van de Playlist voor koffiemachines,
DISTRIBUTIE over ovens met ingebouwd kookboek en shopping list, tot vaatwassers die tellen hoeveel tabletten er nog in voorraad zijn. En hetzelfde geldt uiteraard ook voor Bosch met zijn ‘Home Connect’ app.
De aankoopgroeperingen ElectronicPartner hield voor het eerst zijn traditionele herfstshow tijdens IFA in Berlijn. Waardoor de stand van EP/ merkelijk groter was dan anders. De EP: leden vonden er winkelconcepten, speciale aanbiedingen, ook met late-night shopping en diverse workshops. Euronics demonstreerde hoe een winkel een belevingspunt wordt. De groepering onderlijnde ook dat zaken als Smart Home en het Internet of Things een belangrijke opportuniteit betekenen voor de handelaar. Deze kan immers, dankzij zijn vakkennis, de klant de weg wijzen in dit soms complexe aanbod. Expert was uiteraard ook present en voorzitter Volker Müller zag IFA vooral als een belangrijke infobron voor trends en innovatie, de plaats ook waar de toon gezet wordt voor de eindejaarsverkoop.
Sharp: ook huishoudtoestellen Sharp lijkt een beetje in rustiger waters terecht gekomen. En lanceert nu ook huishoudtoestellen. Vierdeurs koeler-vriezers (inhoud een forse 600 liter!), met 48 LEDlampjes en versterkt glas, een plasma ionensysteem om bacteriën te doden en elektronische controle met een aanraakscherm. Ook wasmachines met onder meer een twaalf minuut dertig graden programma en een vaatwasser die in 18 minuten vier bestekken reinigt.
Aankoopgroeperingen aanwezig.
TomTom: fitness en muziek Naast navigatiesystemen, focust TomTom steeds meer op sport. Nieuw is het GPS-uurwerk Spark met ingebouwde muziekspeler. Deze streamt via Bluetooth de eigen playlist naar de hoofdtelefoon.
Panasonic: slimme spiegel Als je opstaat en voor de Panasonic spiegel staat, zie je niet allene je gezicht, maar ook je gewicht, je BMI en de aanbevolen hoeveelheid calorieën die je die dag mag innemen. De spiegel geeft je ook voorstellen voor make up en huidverzorging. Utopia? Niet volgens Rieko Asai die zegt dat de spiegel vanaf 2017 op de markt komt. Grootse plannen bij Whirlpool.
Miele: wasmachine bestelt wasmiddel Dr. Reinhard Zinkann, toonde de ‘EditionConn@ct” wasmachine. Deze zendt automatisch een boodschap naar de smartphone wanneer het wasmiddel bijna op is. De klant kan dan de order plaatsen en twee werkdagen nadien wordt het wasmiddel aan huis geleverd. Lancering (in Duitsland) begin 2016.
LG: OLED is de toekomst LG, dat claimt de uitvinder te zijn van OLED, ziet een grote toekomst voor beeldschermen met deze technologie. Beste kleurweergave en extreem dun en transparant. Buig- en vouwbaar ook, dus klaar voor ene heleboel nieuwe toepassingen. Schermen die met beide kanten gebruikt kunnen worden, displays die op de ruit kunnen gekleefd worden enz. Aldus toch Sang Beom Han, CEO van LG Display. mvh Foto’s: IFA Weerom veel nieuws te rapen. oktober 2015 - ElektroVisie | 9
DISTRIBUTIE
WHIRLPOOL
“WE WILLEN NUMMER 1 WORDEN IN EUROPA IN 2018”
H
et Amerikaanse bedrijf Whirlpool beschouwt zichzelf als wereldwijd marktleider in grote huishoudtoestellen en plant om binnen de Europese unie dezelfde positie te bereiken. Deze doelstelling werd uitgesproken door Esther Berrozpe Galindo, President Whirlpool voor Europa, het Midden-Oosten en Afrika. Aanleiding was de eerste deelname van de volledige Whirlpoolgroep aan IFA in Berlijn, begin september. Whirlpool heeft recent de Italiaanse Indesitgroep overgenomen en is daarmee de grootste producent van huishoudelektro in Europa en ook reeds marktleider in vijf Europese landen: UK, Italië, Frankrijk, Polen en Rusland. Op korte termijn wil Whirlpool de integratie van Whirlpool en Indesit optimaliseren en een nog sterker en efficiënter bedrijf neerzetten, waarbij gefocust wordt op lange-termijngroei en waardecreatie, aldus Esther Berrozpe. De vijf merken van de Groep: Whirlpool, KitchenAid, Bauknecht, Hotpoint en Indesit waren in Berlijn present op een imposante stand van 3.000m². Elk met hun eigen identiteit uiteraard. Whirlpool wil vooral gebruiksgemak bieden en dit aan de hand van toptechnologie en de nieuwste ontwerpen. De gekende 6th Sense technologie wil de gebruiker vooral een betrouwbare hulp bieden in huis, geavanceerd en gebruiksvriendelijk.
Boeiend was ook de presentatie door Whirlpool van de volledig uitgeruste Keuken van de Toekomst 2.0, waar we een integratie zagen van techniek en van social media. Denk aan Facebook dat geprojecteerd wordt op de wand achter de kookplaat. KitchenAid, vaak gebruikt door tv-koks, biedt thuiskoks apparaten met een ambachtelijke kwaliteit, professionele prestaties en een fraai ontwerp met een doorgedreven aandacht voor detail en materiaal. We zagen een nieuwe Artisan Cook Processor en een blender met magnetische aandrijving. De motor levert 2 pk! Blikvanger waren ook de grote huishoudelijke toestellen. Topsegment van de markt natuurlijk! Bauknecht nam als Duits merk vorig jaar reeds deel aan IFA, maar was dus ditmaal aanwezig als deel van de Groep. Bauknecht profileert zich als het bekende Duitse merk dat betrouwbare producten levert die niet alleen technische oplossingen bieden, maar ook hoge kwaliteit, gebruiksgemak en efficiëntie. Blikvanger op de stand, was de demo van Bauknecht Connectivity: toestellen zoals een koelkast of een vaatwasser zijn uitgerust met slimme technologie, een app, waarmee via smartphone of tablet, een heleboel informatie kan gedeeld worden, of de toestellen
Esther Berrozpe Galindo: Integratie Whirlpool en Indesit leidt tot sterk en efficiënt bedrijf
Carl-Martin Lindahl, VP Whirlpool Emea: Bauknecht brengt als eerste merk in de Groep met Bauknecht Connectivity de perfecte oplossing voor intelligente toestellen. bediend. Bauknecht is het eerste merk in de groep, dat toestellen uitrust met deze technologie, de verwachting is dat dit ook snel een toepassing zal vinden in de Whirlpooltoestellen. Indesit, nieuwkomer in de Groep, wil waarde bieden in het prijsgunstiger segment. Eenvoudiger, praktische producten, maar solide, toestellen die elke uitdaging aankunnen voor het modale gezin. Hotpoint tenslotte, biedt producten die prima presteren en die er goed uitzien.
Whirlpool’s blik op de interactieve keuken van de toekomst 10 | ElektroVisie - oktober 2015
mvh Foto’s: EV en Whirlpool
The New H350
vanaf € 20.799* excl. BTW Huidig aanbod met standaard 3 jaar garantie zonder kilometerbeperking.
De H350 is verkrijgbaar als bestelwagen, als bus en als chassis cabine.
New H350 Van 2.5 CRDi Travel 5,5M (Diesel 150pk) Standaarduitrusting Elektrisch verstelbaar en verwarmde buitenspiegels - Achteruitrijcamera in binnenspiegel - Manuele airconditioning - Gekoeld handschoenkastje - Radio CD/MP3 met USB-aansluiting - Telefoonvoorbereiding met Bluetooth® - Cruise control - Centrale deurvergrendeling met afstandsbediening - Achterwielaandrijving 3 jaar garantie zonder kilometerbeperking inclusief
8810
0,00 EUR/SMS verzonden/ontvangen
Prijzen exclusief BTW, aanbod enkel geldig voor professionele klanten
Korting excl. BTW(2)
€ 29.710 - € 5.951
Huidig aanbod excl. BTW(3)
€ 23.759
Aanbevolen catalogusprijs(1) excl. BTW
(L/100KM): 8,5 • CO2 (G/KM): 222
Sms-actie geldig van 01/10/2015 t.e.m. 31/12/2015. * Prijs Voor een nieuwe H350 Chassis Cabine 2,5 CRDi Company SWB (Diesel 150pk). Aanbevolen catalogusprijs(1) € 25.999 - € 5.200 korting(2) = € 20.799 huidig aanbod(3). (1) Door invoerder aanbevolen verkoopsprijs, (2) & (3) Prijzen exclusief BTW, aanbod enkel geldig voor professionele klanten van 01/10/2015 t.e.m. 31/12/2015, tenzij eerdere uitputting van voorraad. Adverteerder: Korean Motor Company nv - Pierstraat 229, 2550 Kontich - BTW BE 0404.273.333 RPR Antwerpen - DEXIA IBAN BE36 5503 3947 0081 - BIC: GKCCBEBB. Niet contractuele foto. Milieu-informatie: (K.B. 19/3/2004): hyundai.be
ECO ZEVEN ENERGIEVRIENDELIJKE VRAGEN AAN COGEN VLAANDEREN
“WKK is duurzaam en efficiënt”
Als ElektroVisie een ‘groen’ themanummer klaarstoomt, kan je er donder op zeggen dat COGEN Vlaanderen nadrukkelijk aan bod komt. Het is de vzw die zich inzet voor kwaliteitsvolle WKK (warmtekrachtkoppeling), in het kader van een rationele energiepolitiek en het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen. Ook bij ‘onze’ elektriciens groeit de interesse voor WKK stelselmatig. Twee jaar geleden focusten we in ons vakblad op COGEN Vlaanderen en WKK. Nu legden we de COGEN-deskundigen zeven energievriendelijke vragen voor, met aandacht voor WKK én andere energievormen.
1.Wat is WKK en micro-WKK? Warmte-krachtkoppeling (WKK) is een proces waarbij warmte en elektriciteit tegelijkertijd in éénzelfde proces worden opgewekt. WKK is géén vorm van groene stroom, wel een vorm van energie-efficiëntie. WKK is voornamelijk gekend in de industrie waar grote turbines stoom en elektriciteit produceren. De WKK-installaties met motoren, die warmte en elektriciteit produceren vinden we vooral terug in de glastuinbouw, ziekenhuizen en de voedingsindustrie. Micro-WKK zijn installaties met een maximaal elektrisch vermogen van 50 kW, geschikt voor o.a.
zwembaden, rust- en verzorgingstehuizen en KMO’ s. Nog kleinschaliger zijn de residentiële WKK’s, met zowat 1 kilowatt elektrisch vermogen , bedoeld voor woningen. Bij residentiële WKK’s zijn er twee technologieën die vaak voorkomen, nl. de stirlingmotor en de brandstofcel.
2.Hoe belangrijk is WKK in Vlaanderen? Kwalitatieve WKK levert door zijn efficiënte omzetting van brandstof naar warmte en elektriciteit een grote primaire energiebesparing. De primaire energie die WKK bespaart kan gebruikt worden om ongeveer 1.250.000 gezinnen van elektriciteit te voorzien. In Vlaanderen bedraagt het globale WKK-vermogen ongeveer 2,3 gigawatt, wat ongeveer overeenkomt 2 grote kerncentrales, en het draagt in belangrijke mate bij om een eventuele black/brown-out te voorkomen. En hoewel WKK minder gekend is, levert ze zowat 22 procent van het totale elektriciteitsverbruik in Vlaanderen.
3.Komt (micro-)WKK van pas in een BEN-woning? In bijna energieneutrale woningen (BEN) wordt traditioneel veel ingezet op warmtepompen. Maar ook brandstofcel-WKK’s zijn hier geschikt. Ze hebben een hoge krachtwarmteverhouding (ze leveren in verhouding
meer elektriciteit dan warmte op), zodat ze heel geschikt zijn voor de nieuwbouwmarkt en de beter geïsoleerde woningen. Net als WKK’s zijn warmtepompen ook heel erg efficiënt. Maar waar warmtepompen elektriciteit verbruiken op koude momenten, leveren WKK’s op hetzelfde moment stroom. De twee vormen dus een ideale combinatie. Een groter aandeel WKK-installaties verkleint daarom de kans op een black/brown-out. In collectieve woningbouw (appartementen, serviceflats,..) wordt er vaak gewerkt met een gemeenschappelijke stookplaats. Eén van de voordelen hiervan is dat men gemakkelijk met één ingreep een nieuwe verwarmingstechnologie kan invoeren
4.Is de markt rijp om gas als brandstof bij WKK te vervangen door een andere brandstofvorm? WKK is een omzettingsmethode van een of andere brandstof. Dat hoeft niet per se gas te zijn, al is het dat in de praktijk veelal wél. In het verleden zijn er verschillende WKK-installaties geïnstalleerd die werken met koolzaadolie, een hernieuwbare brandstof. Maar door de toename van de vraag naar koolzaadolie, is de prijs ervan gestegen en werd ze tijdelijk minder interessant als brandstof. Momenteel wordt er ook gekeken naar WKK’s met pellets, samengeperste korrels van fijngemaakt hout. Op lange termijn ziet men een potentieel voor enerzijds biomethaan (biogas opgewerkt tot aardgaskwaliteit) voor injectie in het aardgasnet, en anderzijds voor power-to-gas-toepassingen waarbij elektrische overschotten verwerkt worden tot syngas. Ten slotte, onafhankelijk van welke brandstof je verbrandt, je doet dat best zo efficiënt mogelijk, en dan gebruik je bij voorkeur WKK.
5.Hoe kan de elektroinstallateur zijn (m/v) steentje bijdragen tot een evenwichtige energiebalans?
Deze foto van het kernteam van COGEN Vlaanderen is symbolisch. Het bruggetje achter in de tuin van de vzw in Leuven staat symbool voor de link die de installateur kan leggen tussen WKK en de eindverbruiker. Behalve adviseurs en ingenieurs Joni Rossi en Filip Van den Borre herkent u directeur Daan Curvers en communicatieverantwoordelijke Jörg Baeten 12 | ElektroVisie - oktober 2015
De installateur legt de brug tussen de energietoepassing en de eindgebruiker. De meeste gebruikers verwachten een goeie oplossing van hun installateur (elektricien of chauffagist). Productie en afname moeten correct op elkaar worden afgestemd. Bij zonnepanelen (PV) wordt vaak te véél geproduceerd, wat nadelig is voor het systeem. PV-panelen leveren vooral stroom in de zomer, niet in de winter; dat onevenwicht in seizoenen is al bij al géén ideaal concept.
De elektro-installateur kan zijn/haar klanten erop wijzen dat extra verbruik in de winter (bijvoorbeeld door elektrische bijverwarming) omwille van de terugdraaiende teller noch ideaal noch duurzaam is. Een deskundig installateur heeft de nodige kennis in huis om installaties accuraat af te stellen of efficiënt te isoleren, en dat bepaalt het rendement van de installatie en de energiebesparing.
6.Hoe zit dat met batterijopslag bij (residentiële) WKK? Geproduceerde elektriciteit van b.v. een PVinstallatie die niet meteen verbruikt wordt, kan worden opgeslagen in een batterij. In principe kan dit net zo goed bij een WKKinstallatie. Maar doordat een WKK-installatie vaak elektriciteit produceert wanneer de gebruikers elektriciteit vragen, is batterijopslag bij WKK minder noodzakelijk dan bij PV-installaties, en zal de batterij dus minder groot zijn. Daarnaast is thermische opslag (met een buffervat) in een WKK-installatie eenvoudiger en goedkoper dan elektrische opslag (batterij).
7.Hebben warmtenetten een toekomst in Vlaanderen? Warmtenetten kunnen met een gecentraliseerde stookplaats, via ondergrondse leidingen, een hele stadswijk verwarmen. Voor de productie van warmte kan je kiezen tussen verschillende technologieën. Ideaal wordt er gebruik gemaakt van restwarmte uit de industrie of verbrandingsovens. Indien er in de directe omgeving geen restwarmte aanwezig is, ligt het voor de hand dat voor WKK wordt gekozen, om primaire energie te besparen. Momenteel zijn er op verschillende plaatsen in Vlaanderen plannen voor de uitbreiding van bestaande netten of is de bouw van nieuwe netten in voorbereiding of in uitvoering. *Info via www.cogenvlaanderen.be / info@ cogenvlaanderen.be *Met dank aan nationaal Nelectravoorzitter Eric Claus Tekst: Wouter Vloebergh Foto’s: Jürgen Doom
Hoe integreer je WKK in een stookinstallatie? Nog al te vaak worden (WKK-)installaties op een verkeerde manier ingepast in een stookinstallatie. Want voor een maximaal rendement moet de koppeling van WKK met de ketel deskundig gebeuren. Ook het warmteafgiftesysteem is van groot belang, net als de sturing van de circulatiepompen. In die context organiseert COGEN Vlaanderen op 10 november vanaf 15u30 een studiedag in de Brabanthal in Leuven, Researchpark Haasrode. Experten Ivan Verhaert en Roel Vandenbulcke geven tekst en uitleg. En uiteraard zijn onze elektroinstallateurs dan van harte welkom. Bovendien genieten leden van Nelectra voor deelname aan de studiedag van een speciaal ledentarief (€125 ipv €175) Info via www.cogenvlaanderen.be
TESLA’S POWERWALL IN PRIMEUR Intellisol, specialist in intelligente energiesystemen, stelde, exclusief voor België en Luxemburg, de Tesla Power Wall voor, tijdens de lifestylehappening Très Chic, eind augustus in het unieke kader van de oude stad in Bokrijk. Geïnteresseerden konden tijdens Très Chic bij Intellisol reeds voorintekenen. Levering gaat begin 2016 van start. De Powerwall is een flexibel uitbreidbare batterij voor thuisgebruik die opgeladen kan worden door elektriciteit van zonnepanelen en/ of netstroom, bijvoorbeeld tijdens het goedkopere nachttarief. Onder meer door zijn tijdloze, strakke design is de thuisbatterij van het eigenzinnige Tesla al beroemd nog voor hij op de markt is. Functioneel kan hij gebruikt worden in de 10 kW-versie als blackoutvoorziening bij stroomuitval, of als dagelijks te gebruiken stroomopslagsysteem in de 7 kW-versie, in combinatie met zonnepanelen. Herman Daniëls, gedelegeerd bestuurder van Intellisol zegt het als volgt: ‘Zelf stroom opslaan die je zelf geproduceerd hebt, wordt de toekomst, zowel voor ondernemingen als gezinnen. Iedereen heeft al van de Powerwall gehoord. Op Très Chic kon je hem nu komen bekijken én reserveren!’
Van led tot zonnepaneel Naast de energieopslagsystemen toonde Intellisol ook andere energietechnieken voor zowel bedrijven als particulieren die fikse energiebesparingen willen realiseren. Door de aangekondigde prijsstijgingen is de markt voor daglichtgestuurde led-verlichting en zonnepanelen enorm gegroeid. Maar de mooie zomer heeft veel mensen ook de voordelen van warmtepompen met koelfunctie laten ontdekken. Herman Daniëls: ‘Om welk energiesysteem het ook gaat, energie besparen vergt altijd slim maatwerk als je je investering op redelijke termijn wil terugverdienen. Met een sterke focus op kwaliteit en rendabiliteit is een intelligent ontwerp en voorstudie dan ook een absolute noodzaak.’
oktober 2015 - ElektroVisie | 13
Smart Home
ENERGIE EFFICIËNTIE VAN ELEKTRISCHE INSTALLATIES
Het verbeteren van de energie efficiëntie met 20% tegen 2020 (t.o.v. 1990) is één van de “20/20/20-doelstellingen” van de Europese Unie. De laatste jaren is er hieromtrent al heel wat gerealiseerd, denk bijvoorbeeld maar aan de steeds zuinigere huishoudtoestellen (energielabels) maar ook aan de meer efficiënte transformatoren (bijvoorbeeld B0Ak - geëist door Synergrid), elektrische motoren (IE efficiëntie klassen), verlichting, enzovoort. Wat echter tot op heden slechts in beperkte mate in beschouwing werd genomen op het gebied van energie efficiëntie, zijn de energieverliezen in de kabels (Joule verliezen of RI² verliezen) van een elektrische installatie. Een tweede Europese 20/20/20 doelstelling betreft de verwezenlijking van 20% energieproductie vanuit hernieuwbare energiebronnen (bijvoorbeeld PV, wind, geothermie, …). Ook op dit vlak zijn we op de goede weg. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de talrijke PV installaties op woningen en andere gebouwen, windmolens, WKK’s en andere vormen van hernieuwbare energie productie. Het intermitterend karakter van deze elektriciteitsproductie vergt een andere benadering op het gebied van elektriciteitsconsumptie, waarbij de aanpak voornamelijk ligt op het verbruiken van elektrische energie op momenten dat deze het meest beschikbaar is (bijvoorbeeld PV productie op zonnige dagen). Bovenstaande aspecten hebben een impact op het ontwerp van een elektrische installatie. Waar in het verleden de internationale (IEC) en Europese (EN) normen m.b.t. elektrische installaties voornamelijk gericht waren op veiligheid, zien we nu bijkomende normen verschijnen waarin ook vereisten opgenomen zijn m.b.t. energie efficiëntie en energiebeheer in elektrische installaties. In wat volgt zal er een bondig overzicht gegeven worden van ontwerpvereisten voor
een energie efficiënte elektrische installatie. Deze informatie is hoofdzakelijk gebaseerd op de draft IEC 60364-8-1 norm (Low Voltage Electrical Installations – Energy Efficiency), die eind dit jaar (11/2014) in voege zal treden en daarna in nationale wetgeving wordt opgenomen.
Ontwerpvereisten voor een elektrische installatie op vlak van energie-efficiëntie & energiebeheer Een “elektrische installatie” wordt hier ruim opgevat, nl. het geheel van transformator, beveiligingen, bekabeling, zeg maar het voedende gedeelte maar ook de verbruikers zoals motoren, verlichting, HVAC en dit voor zowel residentiële als niet-residentiële toepassingen. De belangrijkste ontwerpaspecten voor een elektrische installatie op vlak van energieefficiëntie & -beheer zijn de volgende: - Bepalen van het belastingsprofiel van de verbruikers - Reductie van de energieverliezen in de elektrische installatie - De organisatie van de elektrische circuits - Beschikbaarheid van lokale elektriciteitsproductie (PV, wind, ..) & -opslag Bovenstaande ontwerpaspecten mogen niet strijdig zijn met de fundamentele veiligheidsvereisten waaraan elektrische installaties moeten voldoen en mogen geen negatieve impact hebben op de goede werking van de elektrische installatie (bijvoorbeeld op het comfort). Bepalen van het belastingprofiel van de verbruikers: Voor elke verbruiker dient het nominaal vermogen (kVA) te worden bepaald alsook een inschatting van de bedrijfsuren op jaarbasis. In samenspraak met de gebruiker kan er ook een inschatting van de “flexibiliteit” van elke
verbruiker gebeuren: in hoeverre kan de verbruiker enige tijd uitgeschakeld worden? Een diepvriezer kan bijvoorbeeld 15 minuten uitgeschakeld worden zonder nadelige gevolgen. Zoals verder duidelijk zal worden, is dit een belangrijk gegeven m.b.t. het energiebeheer van de elektrische installatie. Reductie van de energieverliezen in de elektrische installatie: Een reductie van energieverliezen kan bekomen worden door: - Een doordachte keuze v.d. locatie van de. transformatoren en verdeelborden zodat de afstanden tot de grootste verbruikers en dus ook de kabelverliezen minimaal blijven. Een methode ter bepaling van deze locaties is de “barycentre” (zwaartepunt) methode die gebaseerd is op het in kaart brengen van de coördinaten (x,y) van de locatie van de. grotere verbruikers in het gebouw/verdiep en hun jaarlijks geschatte energieverbruik (kWh). De coördinaten van de ideale locatie van de transformator en/ of het verdeelbord worden dan bekomen via een relatieve weging, bijvoorbeeld voor de x-coördinaat:
Met x1: x coördinaat van verbruiker 1 kWh1: geschatte jaarlijks verbruik van verbruiker 1 enz. - Een optimaal aantal HV/LV substations in functie van de verdeling van de (grootste) verbruikers, de belastingsgraad van de transformatoren (de maximum efficiëntie van een transformator wordt bereikt bij 25 tot 50% van het nominaal vermogen van de transformator) alsook de selectie van energie-efficiënte transformatoren (bv efficiëntieklasse B0Ak). De terugverdientijd van een hoog efficiënte transformator kan oktober 2015 - ElektroVisie | 15
ECO veel kleiner zijn dan de gemiddelde levensduur van de transformator (> 25 jaar); - Beperken van de kabelverliezen door bijvoorbeeld het gebruik van grotere kabelsecties voor verbruikers met een groot vermogen en een groot aantal bedrijfsuren. Men spreekt dan over de “economische” kabelsectie (zie IEC 60287-3-2). Ook hier geldt dat de terugverdientijd van de extra kabelkost (o.w.v. grotere sectie) kleiner dient te zijn dan de gemiddelde levensduur van de kabel; - Cos Phi compensatie: dit wordt gerealiseerd door het plaatsen van een condensatorbatterij ofwel op de circuits van betreffende verbruikers ofwel op het centrale verdeelbord. Hierdoor zal de reactieve energie (-stroom) afnemen, bijgevolg ook de kabelverliezen t.g.v. de reactieve stroom; - Reduceren van de harmonische stromen: deze stromen met een frequentie van een veelvoud van 50Hz worden veroorzaakt door niet-lineaire belastingen (bijvoorbeeld gelijkrichters, invertoren,…) en kunnen de kabels sterk opwarmen. Deze harmonische stromen kunnen gereduceerd worden door het plaatsen van filters op het niveau van de . desbetreffende circuits of op het centrale verdeelbord. Een andere optie is het vergroten van de kabelsectie om de kabelverliezen te beperken. De organisatie van elektrische circuits: Een doordachte organisatie van de elektrische circuits is essentieel voor het opzetten van een energiebeheersysteem. Het groeperen van de circuits kan gebeuren volgens: - Technische criteria zoals bijvoorbeeld het aansturen van verlichtingskringen o.b.v. daglichtmeting en aanwezigheidsdetectie of het aansturen van verbruikers op basis van hun flexibiliteit. - Economische criteria gebaseerd op de variabele elektriciteitsprijs: zo kan het bijvoorbeeld mogelijk zijn om bepaalde energie-intensieve verbruikers/processen tijdelijk uit te schakelen op momenten met hoge elektriciteitsprijs. Beschikbaarheid van lokale elektriciteitsproductie (PV, wind, ..) & -opslag: Het optimaal benutten van on-site geproduceerde elektriciteit (bijvoorbeeld door PV, wind, WKK) door maximale zelfconsumptie verminderen de globale kabelverliezen in het LV distributienetwerk. Er wordt namelijk minder elektriciteit onttrokken vanuit het distributienet. Dit is als het ware een indirecte efficiëntie verbetering. 16 | ElektroVisie - oktober 2015
Figuur 1: Principeschema van een Energiebeheersysteem
Maximale zelfconsumptie wordt bekomen door extra verbruikers (bijvoorbeeld wasmachine, droogkast, processen) in te schakelen en/of de overschot aan elektriciteit op te slaan (bijvoorbeeld in batterijen of als thermische energie).
Energie Managementsysteem Het doel van een energiebeheersysteem bestaat erin om de beschikbare elektrische energie optimaal te benutten rekening houdend met de verbruikers (flexibiliteit), lokale productie- en opslageenheden en de eisen van de gebruiker (zie figuur 1). Dit vereist de nodige monitoring van de verschillende energiestromen, bijvoorbeeld naar de verbruikers, lokale productie & opslag, alsook beslissingsalgoritmes die zorgen voor een optimale energieverdeling (bijvoorbeeld in functie van dynamische elektriciteitstarieven). Het bepalen van de “flexibiliteit” van de verbruikers gebeurt in samenspraak met de gebruiker: Welke verbruikers mogen uitgeschakeld worden bij hogere elektriciteitstarieven en hoe lang mogen deze uitgeschakeld blijven? Welke verbruikers kunnen ingeschakeld worden bij een overschot aan lokale energieproductie? Hiervoor is commu-
nicatie tussen de verbruikers en het centrale energie managementsysteem noodzakelijk. De gebruiker moet te allen tijde in staat zijn om het energiebeheersysteem te omzeilen, dit om verbruikers manueel uit te schakelen voor bijvoorbeeld onderhoudswerkzaamheden. Beslissingscriteria voor het aanwenden van de energiebron (grid – lokale productie – opslag) zijn voornamelijk gebaseerd op de beschikbaarheid van de energiebron en elektriciteitsprijs. Voor de beschikbaarheid van elektriciteitsopwekking uit PV is een betrouwbaar weervoorspellingsmodel van belang, voor beschikbaarheid vanuit de lokale energieopslag is de hoeveelheid opgeslagen energie belangrijk. De draft IEC 60364-8-1 norm beschrijft in de Annex B een kwantitatieve methode voor de beoordeling van de energie efficiëntie van de gehele elektrische installatie wat resulteert in een “Elektrische Installatie Efficiëntie Klasse (EIEC)” van 0 t.e.m. 4. Waarbij EIEC 0: geen efficiënte installatie en EIEC 4: een geoptimaliseerde efficiënte installatie betreft. Auteur: Marcel Stevens voor Tecnolec
Optimale beveiliging, maximale veiligheid U.motion – LifeSpace Management
De nieuwe generatie ARGUS rookmelders De nieuwe ARGUS rookmelders van Schneider Electric waarschuwen bij brandgevaar: merkkwaliteit die 100% betrouwbaar is voor uw klanten. Een veiligheidsproduct voor elke woonsituatie: van appartementen tot alleenstaande woningen, van het basismodel tot de netwerkoplossing. Met de volgende generatie van ARGUS rookmelders kunt u een veiligheidsniveau plannen dat precies aangepast is aan de behoeften van uw klanten. De nieuwe generatie ARGUS rookmelders
™
Download GRATIS de brochure “De nieuwe generatie ARGUS rookmelders” Ga naar www.SEreply.com en voer de code 53045P in
schneider-electric.be Schneider Electric nv/sa - Klantendienst: 32(0)2 37 37 502
[email protected] - www.schneider-electric.be
ECO
ECOPUUR ENERGIEBESPARING ‘PUR SANG’
“Nooit inzetten op één enkel energieproduct” Eind dit jaar viert EcoPuur, het door Wannes Wylin in Nevele (OostVlaanderen) opgestarte bedrijf voor duurzame energie, z’n tiende verjaardag. “Oogst zelf je energie” is één van de slogans waarmee EcoPuur aangeeft hoe je best de zaken aanpakt. Respect voor alles en iedereen is hier de leidraad, de huisstijl –met een hart in de bedrijfsnaam- oogt nadrukkelijk groen. EcoPuur is overigens gevestigd in een bij uitstek milieuvriendelijk pand: kantoor en magazijn vormen het meest complete passiefgebouw van België. Ondernemer Wannes Wylin (39), selfmade man, heeft zo zijn eigen verhaal over duurzame energie-oplossingen.
O
p z’n eentje, in de gerenoveerde familiale woning, startte hij zijn eenmanszaak op. Met een diploma A2-elektromechanica op zak en flink wat bijscholing (sanitair, verwarming, koeltechniek, D-cursus, Vlerick, …) bleek Wannes Wylin behoorlijk gewapend om z’n streng te trekken in de vaak keiharde zakenwereld. Broer Jan en schoonbroer Johan stapten in 2009 mee in het verhaal. Vier jaar later, na een forse dreun vanwege de ingestorte zonnepanelenmarkt, verbreedde EcoPuur zijn financiële basis door integratie in de Durabrik Group. Nu werken er twintig mensen in Nevele. EcoPuur wil zoveel mogelijk mensen warm maken om zelf hun energie op te wekken en zo onafhankelijk te worden van klassieke fossiele energiebronnen. EcoPuur vaart binnen Durabrik een eigen koers als afzonderlijke juridische vennootschap. De ‘groene’ onderneming is gegrond-
vest op drie pijlers: alles begint met advies, daarna komt de coördinatie en het installeren van diverse energie-oplossingen en ten slotte is er de dienst na verkoop, met de nadruk op onderhoud en service. “We bouwen geen huizen, maar voorzien wel nuttige technieken of maken woningen of andere gebouwen energiezuinig”, zo luidt het. Het KMO-park in Nevele is het eerste écht groene industrieterrein in ons land, alle daar gevestigde ondernemingen hechten groot belang aan CO²-neutraliteit op het vlak van elektriciteit en winnen verplicht advies in over hernieuwbare energie en duurzaam bouwen. Het in 2012 voltooide bedrijfspand De Pit is een ecologisch meesterwerk, waar de energiebronnen uiterst doordacht worden aangestuurd en de ‘beleving’ op kantoor synoniem is voor creativiteit en inspiratie: kleuren, lichtinval en sprankelende spreekwoorden op de muren doen een verfrissende wind waaien. Dat pittige staat tegelijk voor deze kernwaarden: respect voor mens en natuur, openheid, betrokkenheid en vertrouwen.
“2020 en 2050, cruciale jaren” Dat tegen 2050 alle woningen in Vlaanderen helemaal energiezuinig moeten zijn, vindt Wannes Wylin rijkelijk laat.
Bedrijfspand 'De Pit' is een prima voorbeeld van eco-gebouw. 18 | ElektroVisie - oktober 2015
“Door die limietdatum zo laat te prikken, werk je uitstelgedrag in de hand. Veel liever praat ik over 2020, vanaf dan moeten we in Vlaanderen met z’n allen passief gaan bouwen. In Brussel is dat nu al het geval en Wallonië volgt de trend. Dat houdt onder meer superstevige isolatie in, met nauwelijks warmteverlies. Energieneutrale woningen zouden dan per jaar evenveel energie gaan opwekken als ze zelf verbruiken. De Ben-
woningen kunnen mij wel bekoren, dat staat voor ‘”bijna energieneutraal’; dan blijven de huizen betaalbaar. Mijn visie op energiezuinigheid is ook maatschappelijk geïnspireerd: de energiemarkt moet nog méér open worden getrokken, met nog ruimere inspraak van de burgers. Zo zijn energiecoöperaties beslist zinvol, samen investeren in bijvoorbeeld windmolens of WKK werpt vruchten af. De 2020-streefdatum kan beslist worden gehaald met nieuwbouw, maar de renovatiemarkt blijft op dat vlak achterop hinken. Het globale duurzaamheidverhaal gaat naar mijn smaak ook over onder meer mobiliteit. Niet voor niets staan op ons bedrijfsterrein twee laadpalen voor elektrische auto’s, we beschikken trouwens over twee dergelijke wagens. En voorts staan er voor onze medewerkers vier fietsen ter beschikking, twee klassieke en twee elektrische”.
Van domotica naar ecomotica Wannes Wylin focust graag op een zo doordacht mogelijk energiemanagement. “Door verbruik en productie van diverse energievormen zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen, zijn we op de goeie weg. In ons eigen pand bijvoorbeeld bouwen we een smart grid-systeem uit dat alle energiestromen in kaart brengt. Zo worden de vraag (van de meest diverse huishoudtoestellen, fietsen, auto’s, warmtepomp, ...) en het aanbod (zonnepanelen, windenergie,..) op elkaar afgestemd. Dank zij ons ecomoticasysteem –da’s ruimer dan domotica- kunnen we bijsturen waar nodig, zodat een maximaal rendement gegarandeerd is. En we spelen in op de toekomst: zelf energie produceren zonder het net extra te belasten. Dat ‘managen’ of ‘monitoren’ houdt voorts rekening met de dag- en nachtprijs van elektriciteit. De zonne-installatie op ons dak levert in de zomer een overschot aan energie, die we verkopen aan de energieleverancier. Optimaal zou zijn dat we deze energie rendabel kunnen stockeren in batterijen. Er zijn diverse cases lopende met batterijen en stockage van hernieuwbare energie, ook wij zoeken en experimenteren volop om te evolueren naar een rendabele oplossing. In Brussel geldt vanaf 2018 de regel dat je de ‘overtollige’ energie die je op het net zet, ook effectief kwijt bent. In dat geval wordt opslag in batterijen wél interessant.” “Inzetten op slechts één product of techniek is volgens mij niet aangewezen. Je moet rekening houden met het type woning (open, halfopen bebouwing,..), de locatie (stedelijk, landelijk,…) en zo meer. Als we straks met
Wannes Wylin: "loT is de nieuwe uitdaging". z’n allen warmtepompen plaatsen, zitten we op vandaag met een gigantisch probleem. Je kan warmtepompen ook niet overàl toepassen, en bij voorkeur zeker niet in de renovatiemarkt. En overal pelletwoningen (op basis van afvalhout)? Die optie lukt alleen met centrale stookplaatsen, waarbij je dan wél diverse technieken kan combineren. En dat type woningen is in deze tijden van een lage mazoutprijs minder zinvol. Gebruik of installeer het juiste product op de juiste plaats, het is een principe waartegen nog al te vaak wordt gezondigd.”
“The internet of things” “Domotica mag dan al op grote schaal zijn ingeburgerd, voor mij is de nieuwe uitdaging het “‘internet of things” (IoT)”, aldus Wannes Wylin. “Dat betekent dat je alle technologische en andere componenten in een gebouw met elkaar laat communiceren, met de nadruk op informatie delen en energiebesparing en zonder het comfort of de veiligheid uit het oog te verliezen. Want ook alles wat niet louter technisch is, kan uiteindelijk minder energie verbruiken, als het tenminste met de juiste informatie gevoed wordt. Zo kan een polsbandje informatie van je lichaam doorsturen naar je woning of naar een geneesheer (m/v). IoT is een systeem dat ons op alles en nog wat attent kan maken en die registratie biedt ongehoorde mogelijkheden. Met een aantal geavanceerde of eerder functionele ‘domoticasystemen’ kan je nu al nagaan hoeveel energie je thuis verbruikt, en door de zogenaamde ecotoets in te drukken kan je de woning in ecomodus zetten en tot rust doen komen. Net zoals het dashboard van een elektrische wagen je informeert over hoeveel energie je verbruikt en of je al dan
niet overschot hebt. De mobiele mens van vandaag is overigens nogal gevoelig voor duurzaamheid en zijn portemonnee, als het om de centen gaat zal hij of zij meestal wel anders gaan rijden”. *** Dat EcoPuur zelf het voorbeeld geeft op gebied van energiebesparing, ligt voor de hand. In De Pit vind je geen verlichtingsschakelaars, wel bewegingsdetectoren en daglichtsensoren, een warmtepomp garandeert de nodige warmte en koelte, het zonneboilersysteem levert warm water en geeft warmte af aan het verwarmingssysteem, op het dak van het kantoor en het magazijn werden zonnepanelen aangebracht. Nog heel wat andere innovatieve technieken zorgen voor flexibiliteit, voor sfeer, voor rust. U moet zelf maar eens een kijkje gaan nemen in Nevele, beste lezers. Wannes Wylin gaat er prat op dat hij de voorbije tien jaar met EcoPuur een krachtige, energiebewuste boodschap de wereld heeft ingestuurd, ook dankzij zijn medewerkers. Hij toont ons de laadpalen en zijn eigen elektrisch voertuig. “Ik laad op met zonneenergie of met nachtelijke elektriciteit, dan wordt de kilometerprijs méér dan schappelijk. De enige beperking is het bereik van niet meer dan honderd kilometer. En voor grotere afstanden neem ik het openbaar vervoer of de wagen van mijn vrouw.”
www.ecopuur.be Tekst: Wouter Vloebergh Foto’s: Studio Dann oktober 2015 - ElektroVisie | 19
ECO
Trends in groene verlichting Wat we nu zien, is slechts het topje van de ijsberg.
S
tel u de uitdagingen van vandaag voor als een reusachtige ijsberg die traag maar onafwendbaar op u af stevent. Wat u ziet is slechts het topje van de enorme verandering die u te wachten staat. Instal-
lateurs, architecten, software-ingenieurs en consumenten: niemand ontspringt de dans van de toekomst. Want licht anno 2030 zal in niets meer lijken op wat het vandaag is. De technologie overschaduwt in alle opzichten de evoluties in de esthetiek, al zal dat laatste natuurlijk altijd wel een rol blijven spelen voor de consument.
Vandaag al kunnen we een digitaal signaal sturen naar de lamp zelf. Dus niet naar de armatuur, wat een gigantische stap is in de evolutie van IoT. Op bijgaande foto ziet u zo’n lamp van het Canadese Bloom. Ze heeft geen dimmer nodig om dimbaar te zijn. Deze Nanoleaf is nu al op de markt en won onlangs een Red Dot Award in de categorie licht.
Smart Lighting Solutions beloven 65% besparing
Licht als een service
Wat begon met het zoeken naar energiebesparing door slim gebruik van de verlichting, is geëvolueerd naar een geïntegreerd lichtmanagement met wireless bediening en bazige apps die de gebruiker terecht wijzen als hij over de schreef gaat. Fabrikanten beloven tot 65% energiebesparing aan wie kiest voor deze slimme applicaties. Maar er is meer. De armatuur is in die mate geëvolueerd dat ze soms slechts een excuus is om voor licht te zorgen. Ze integreert namelijk aanwezigheidsdetectie met WiFi, rookmelder, CO2-detectie, garantiecontrole en noem maar op. En dat is slechts het topje van de ijsberg.
IoT, licht praat met andere smart devices
Nanoleaf.
Vibia. 20 | ElektroVisie - oktober 2015
Lighting 3.0, zoals innovatieve fabrikanten de toekomst aanduiden, zal hand in hand gaat met de evolutie in IoT (Internet of Things). IoT is de term waarmee wordt aangeduid dat verschillende producten met elkaar praten en elkaar aansturen zonder dat er mensen aan te pas komen. Zo bestaan er reeds lampen die dagen op voorhand kunnen laten weten dat er een defect zal optreden. Ze doen dat met algoritmen die elke verandering in de bulb van de lamp - lux, kleurtemperatuur, CRI of warmte - aflezen en vergelijken met opgeslagen data. De lamp kan op die manier haar eigen einddatum uitrekenen. Deze informatie stuurt ze door naar een smartphone of een onderhoudsbedrijf dat op zijn beurt in actie schiet en een nieuwe lamp bestelt. Dat is slechts een eenvoudig voorbeeld van IoT in de verlichting.
In het licht van een dergelijke evolutie is het niet ondenkbaar dat licht als een soort paard van Troje in onze huizen wordt binnengeloodst. De klant koopt niet langer armaturen, dimmers en lampen, maar betaalt in functie van zijn verbruik. Op die manier weet een merk of fabrikant klanten aan zich te binden en wordt geld verdiend via betalende extra’s. De sky the limit wat dat betreft. Zelfs de mogelijke interactie met slimme lenzen die bewoners dragen, wordt al onderzocht. Deze lenzen kunnen bijvoorbeeld de bloeddruk meten van oudere bewoners, een vermoeide of overspannen bewoner rustgevend sfeerlicht aanbieden of de koffiezet aanzetten.
Interactie en personalisering Eer het zo’n vaart loopt, focust de consument vooralsnog op ecologische verlichting. Groen is steeds vaker gewoon de norm. Geen fabrikant die nog een noviteit kan aanbieden zonder energiezuinige LED of OLED. Opvallend is wel dat steeds meer ontwerpers diverse functies combineren en de mogelijkheid aanreiken om te personaliseren. Bijvoorbeeld in de combinatie van presentatiescherm, scheidingswand en sfeervol verlichtingsornament. De lichtsculptuur ‘Lightfalls’ van Menno van Zijderveld bestaat uit LED licht in een armatuur van textiel die op de gewenste hoogte kan worden gemaakt en zelfs wasbaar is. Datzelfde geldt voor ‘Curtain’ van het Spaanse Vibia, dat eveneens de combinatie aanbiedt tussen licht en scheidingswand en waar ook mee geëxperimenteerd kan worden op wanden, plafonds
Tunto.
Slimme lens. en zelfs vloeren. Vibia gaat in de mogelijkheid om te personaliseren nog verder met ‘Algorithm’ dat eigenlijk een repetitie is van mond geblazen ‘globes’ met 3W power LEDs. De designer of consument kan zelf een visueel effect of een grafisch patroon creëren en het online testen.
Ode aan de natuur Lightfalls.
Vaeder.
Vaeder is een atypische armatuur voor de kantoormarkt van Modular Lighting Instruments. Het ontwerp sleepte een Henry van de Velde-label 2015 van Design Vlaanderen in de wacht. De jury apprecieerde niet alleen het knappe design van ontwerper Gerd Couckhuyt, maar ook de energie-efficiëntie en het ergonomische karakter van de armatuur. Vaeder gebruikt een honingraatstructuur in combinatie met een flinterdunne diffuser, wat leidt tot een functionele en dimbare ledverlichting die ook energiezuinig is. Modular liet zich eerder al inspireren door de natuur. Bijvoorbeeld door te vertrekken van een boomblad om een bionisch koellichaam te ontwikkelen voor LEDspots, waardoor die beter afkoelen en dus een langere levensduur hebben. Ook het Finse Tunto gebruikt de natuur, meer bepaald hout uit de Finse bossen om er de armaturen in typische Scandinavische elegantie mee te ontwerpen.
Modular Lighting.
Niek De Prest Trendwatcher bij BigFish oktober 2015 - ElektroVisie | 21
ECO
GEDECENTRALISEERDE VOEDINGEN EN AARDINGSSCHEMA’S
S
inds verschillende jaren worden gedecentraliseerde productie-eenheden zoals windmolens, fotovoltaïsche installaties, warmtekrachtkoppelingssystemen, enz. steeds vaker geïnstalleerd, zowel op laagspannings- als op hoogspanningsnetten.
De factoren die de snelle groei van deze productie-eenheden in de hand hebben gewerkt, zijn voornamelijk de ecologische en economische aspecten die gericht zijn op een rationeler elektriciteitsverbruik, terwijl een “groenere” productie van die elektriciteit wordt verzekerd. Met uitzondering van de individuele productie-eenheden met een vermogen kleiner dan of gelijk aan 5 kW eenfasig of 10 kW driefasig, die voorzien zijn van een automatische scheidingsinrichting, zoals bedoeld in artikel 235.01.c1 van het AREI en de technische Synergrid-voorschriften mag geen enkele gedecentraliseerde installatie op het distributienet worden aangesloten zonder het voorafgaand akkoord van de netbeheerder. In het geval van die kleine productieeenheden gebeurt het parallel schakelen meestal rechtstreeks op het niveau van het laagspanningsdistributienet via telunits, maar soms kunt u om redenen van niet-compatibiliteit van de spanning tussen de productie-eenheid en het net verplicht worden om een scheidingstransformator te installeren. In het geval van installaties met een hoger vermogen, die meestal driefasig zijn aangesloten, is het echter aan de secundaire (LS) van de hoog-/laagspanningstransformatoren dat het parallelschakelen op het net zal worden gedaan. Het is ook goed om weten dat het volgens de technische voorschriften C10/11 van SYNERGRID verboden is om de eventuele nulgeleider van de generator te aarden. De nulgeleider van de generator mag enkel geaard worden als een galvanische scheiding met het openbaar 22 | ElektroVisie - oktober 2015
distributienet verzekerd wordt door middel van een transformator.
Aardingsschema van het type TT
Het is net ingeval er generatoren of transformators aanwezig zijn, of dat nu bij hoog- of bij laagspanning is, dat wij geconfronteerd zullen worden met de verschillende aardingsschema’s.
De aardingsschema’s
Om de bescherming van personen tegen het risico op onrechtstreekse aanraking te wijten aan een isolatiefout tussen een fase en de massa van een toestel te verzekeren, is het belangrijk, in het geval van actieve maatregelen, dat wil zeggen maatregelen die de automatische uitschakeling van de voeding met zich meebrengen, om de foutstroom de kans te geven om terug te gaan naar de bron, hetzij via de grond of hetzij beschermingsgeleiders. Het AREI en verschillende internationale normen codificeren de aardingsschema’s met behulp van drie letters, - De eerste letter bepaalt de positie van de nulgeleider of een fase van de generator: T : Rechtstreeks met de aarde verbonden; I : Geïsoleerd ten opzichte van de aarde of verbonden via een impedantie. - De tweede letter bepaalt de positie van de massa’s van de verbruikers: T : Rechtstreeks met de aarde verbonden; N : Verbonden met het nulpunt van de bron. - De derde letter bepaalt de ligging van de nulgeleider ten opzichte van de beschermingsgeleider: S : De beschermingsgeleider (PE) en de nulgeleider (N) zijn apart ; C : De beschermings- (PE) en de nulgeleider (N) zijn samengebracht in één geleider (PEN). De mogelijke combinaties zijn dus TT, TN-C, TN-S en IT.
Voordeel: - Omwille van de scheiding van de aardingen maakt dit soort aardingsschema het mogelijk heel uitgebreide installaties te realiseren, maar ook, door de circulatie van de foutstromen in de grond, om de zwerfstromen te beperken, zoals de harmonische stromen, die worden gegenereerd door bepaalde gedecentraliseerde voedingen. Nadeel: - Aangezien de beveiliging bij de eerste fout moet worden verzekerd door automatische differentieelschakelaars, waarvan de inschakelstromen niet hoger mogen zijn dan 0.3 A in residentiële installaties volgens de voorschriften van artikel 86 van het AREI en 1 A in de installaties die over gewaarschuwd (BA4) of bevoegd personeel (BA5) beschikken volgens de voorschriften van artikel 88 van het AREI, kunnen in bepaalde gevallen grote nadelen ontstaan in geval van uitschakeling.
Aardingsschema van het type TN-C:
Voordelen: - Door de combinatie van zijn aardingen maakt dit soort aardingsschema het mogelijk om de beveiliging bij de eerste fout te verzekeren door de inschakeling van overstroombeveiligingen. - De combinatie van de beschermingsgeleider en de nulgeleider in één PENgeleider maakt een besparing van een geleider in de kabels mogelijk. Nadelen: - De combinatie van de beschermingsen de nulgeleider in één PEN-geleider heeft het vervelende nadeel dat de harmonische stromen die door bepaalde gedecentraliseerde voedingen worden gegenereerd, worden geconcentreerd. - Aangezien de uitschakeling van de beschermingsgeleider en dus ook van de PEN verboden is, is het niet mogelijk om de nulgeleider te isoleren, die hier samengevoegd is met de beschermingsgeleider. - Voor de toevoeging van kringen of de uitbreiding van de installatie moeten elke keer de maximale beveiligde lengtes worden gecontroleerd (in acht nemen van de veiligheidscurve). - Volgens de norm NBN EN 60204-1, betreffende de veiligheid van machines, is het TNC-aardingsschema verboden voor het realiseren van de interne bekabeling van de machines.
Aardingsschema van het type TN-S:
Voordelen: - Door de onderlinge verbinding van de aardingen maakt dit soort aardings-
schema het mogelijk om de beveiliging bij de eerste fout te verzekeren door de inschakeling van overstroombeveiligingen. - Doordat de beschermings- en de nulgeleider hier apart zijn, kan de gedecentraliseerde productie-eenheid hier indien nodig geïsoleerd worden en kunnen automatische differentieelschakelaars worden gebruikt. Nadeel: - Voor de toevoeging van kringen of de uitbreiding van de installatie moeten elke keer, als er geen automatische differentieelschakelaars worden gebruikt, de maximaal beveiligde lengtes worden gecontroleerd.
Aardingsschema van het type IT:
Voordeel: - De eerste fout is niet gevaarlijk en niet verstorend maar is wel zo snel mogelijk te verhelpen door een persoon BA4/BA5 om een uitschakeling bij een tweede fout te voorkomen.
TN-S, met het grote nadeel dat die dubbele fout de maximale beveiligde lengtes sterk gaat verminderen, en dat er dus grotere leidingdoorsnedes nodig zijn dan in alle andere aardingsschema’s. - De beveiligingen moeten allemaal van het meerpolige type zijn om een uitschakeling van de tweede fout in alle gevallen te verzekeren, ook in geval van een fout op de nulgeleider.
Andere aandachtspunten :
Bij toevoeging van een gedecentraliseerde productie-eenheid mogen, naast de problematiek van het aardingsschema, de andere aspecten in verband met de verhoging van het vermogen van uw installatie niet uit het oog verloren worden die onvermijdelijk een impact zullen hebben op de kortsluitstroom die uw beveiligingen altijd zullen moeten aankunnen, en op de overbelastingsstroom, die heel belangrijk is voor de dimensionering van de leidingen en/of de railstelsels van uw borden.
Philippe BIRON Technical Manager Electricity
Nadelen: - Wanneer alle massa’s niet onderling verbonden zijn, moeten in geval van een dubbele fout dezelfde beveiligingsmaatregelen worden getroffen als voor het aardingsschema van het type TT, maar hier met een automatische differentieelschakelaar op elk verdeelvertrek. - Wanneer alle massa’s onderling verbonden zijn, moeten in geval van een dubbele fout dezelfde beveiligingsmaatregelen worden getroffen als voor het aardingsschema van het type oktober 2015 - ElektroVisie | 23
ECO DE DRAADLOZE SCHAKELAAR:
H
et meest tot de verbeelding sprekend zijn misschien wel de draadloze schakelaars uitgerust met de “EnOcean” technologie die door verschillende merken op de markt worden gebracht. Dit is een draadloze technologie waarbij de schakelaar geen gebruik maakt van batterijen. Men lijkt de energie die nodig is om het signaal te verzenden naar de ontvanger uit het niets te creëren. Niets is minder waar…
Vask = (1+vm (t)). A/2 . cos ωct met: Vask = amplitude-shift keying wave vm= digital information signal A/2 = ongemoduleerd carrier amplitude ωc = analoge carrier radian frequency Carrier ON ‘1’ v = A cos ωct Carrier OFF ‘0’ v=0
Aantal zenders:
een groot aantal drukknoppen of zenders geen problemen opleveren.
Hybride netwerkstructuur: Bovendien kan men gebruik maken van een hybride netwerkstructuur waar de verschillende basisstations ook onderling informatie kunnen uitwisselen over grotere afstanden. Deze basisstations worden op een normale manier gevoed.
Het aantal te gebruiken zenders per ontvanger is groot, daar elke zender of schakelaar slecht een korte tijd nodig heeft om zijn signaal te zenden naar de ontvanger. Bovendien maakt men gebruik van een dynamische telegram definitie die kan verschillen al naar gelang de toepassing.
“Error-rate”: Deze schakelaars zijn gebaseerd op halfgeleider-elementen die de nodige energie om het signaal te verzenden naar het basisstation uit de directe omgeving halen. We denken hierbij aan piëzokristallen, zonnecellen en andere elektrodynamische halfgeleider structuren. De kleinste verandering in temperatuur, druk, beweging of trilling zijn al voldoende om de nodige energie te creëren voor het verzenden van het stuursignaal naar het basisstation. Dit zenden van het signaal gebeurt super efficiënt met een minimum aan energie. Een energie van 50 mJ is voldoende om een afstand van 300 m te overbruggen. Binnenhuis wordt de afstand beperkt tot 30m. Het feit dat men zo weinig energie nodig heeft om te zenden doet vermoeden dat de tijd van het zenden zeer kort is. De totale zendcyclus, dus het initiëren, het verzenden van de data en het afsluiten van de communicatie met het basisstation duurt ongeveer 1 msec, wat natuurlijk extreem kort is. De communicatiefrequentie bedraagt 868,3 MHz en doordat de gebruikte zendenergie zo laag is, kan deze technologie zonder veel problemen wereldwijd worden toegepast.
Modulatietechniek: De “EnOcean”-technologie gebruikt als modulatietechniek ASK (Amplitude Shift Keying), wordt ook wel “on/off keying” genoemd. Hierbij worden enkel de “1” bits verzonden. Dit is de simpelste digitale modulatietechniek waar een binair signaal direct de amplitude van een analoge carrier of draaggolf moduleert. Het is gelijkaardig aan amplitude modulatie behalve dat er slechts 2 mogelijke uitgangswaarden zijn. 24 | ElektroVisie - oktober 2015
Per ontvanger kan men 10 zenders gebruiken. De “error-rate” door “telegram collision”, dit is de interactie tussen verschillende boodschappen afkomstig van verschillende zenders, is extreem laag te noemen.
De betrouwbaarheid van het zenden is enorm groot en bedraagt 99,99% in het geval dat men 100 zenders heeft die éénmaal per minuut hun data doorsturen naar het basisstation. D.w.z. dat ook grote gebouwen met
Stoorvelden: Verder blijken deze schakelaars gebaseerd op de “EnOcean”-technologie een stoorveld uit te zenden dat 100 maal kleiner is dan dat van een klassieke schakelaar. Zoals we weten blijkt vonkvorming de voornaamste oorzaak te zijn voor deze stoorvelden bij een klassieke schakelaar. De zendintensiteit van deze schakelaars gebaseerd op de “EnOcean”-technologie blijkt 10.000 keer kleiner te zijn dan deze van een gewone GSM. Noteer ook nog dat deze schakelaars, in tegenstelling met een GSM, niet permanent in verbinding staan met het basisstation. Deze schakelaars kunnen dan ook zonder problemen gebruikt worden in ziekenhuizen e.d.
Samengevat: Eigenschap
Gerealiseerd door
Laag energie verbruik
Hoge data snelheid (120kbit/s) Zeer hoge oscillatiefrequentie (<1ms) Lage “data overhead” ASK modulatietechniek
Lage “error-rate”
Zeer kort telegram Geïmplementeerde redundantie, door herhaling v/d boodschap op regelmatige tijdstippen.
Storingsongevoelig
Geïmplementeerde redundantie die wordt uitgevoerd asynchroon t.o.v. de stoorsignalen.
Eenvoudige hardware
Gebruik van ASK modulatie
Uitbreidbaar
Flexibele telegram definitie maakt dat het systeem makkelijk uitbreidbaar is. TECNOLEC
2
Happy Birthday
Years
to Qbus Cloud
De Originele Cloud-oplossing voor slimme gebouwen www.qbuscloud.com
Sturen & dimmen van verlichting
Multi-zonaal verwarmen
Rolluiken & schermen positioneren
Intelligent ventileren op basis van CO2
Meerdere uitgangen aansturen
Sturen van RGB LED verlichting
Energieverbruik meten
Status van ramen & deuren detecteren
Real-time weersinformatie
ECO
Eilandbedrijf Iedereen is zich bewust van de noodzaak van een goede en veilige aansluiting van een installatie op het elektriciteitsnet. Bij installaties die energie terugvoeden in het net is dit extra van belang. Denken we maar aan het vermijden van een te grote spanningsval op de aansluiting, de noodzaak van een anti-eilandmodus (waarbij omvormers zich automatisch uitschakelen bij netuitval), het hebben van een goede aarding, … Deze aspecten zijn allemaal van groot belang voor het correct en veilig functioneren van een elektrische installatie.
Opbouw van een installatie Een netgekoppelde installatie bestaat steeds uit minstens drie onderdelen: - een voedingsbron (zonnepanelen, windmolen, WKK, generator, …) die het elektrisch vermogen opwekt; - het scheidingssysteem dat de installatie van het net kan scheiden; - het beveiligingsrelais dat de installatie van het net koppelt bij onregelmatigheden.
Eilandbeveiliging Het meest typische veiligheidsaspect bij netgekoppelde systemen is de beveiliging tegen eilandbedrijf. Dat is een gevaarlijke situatie die ontstaat wanneer door een stroompanne het huishoudelijke en/of het openbare net onderbroken is en de invertor als een “elektrisch eiland” toch stroom blijft leveren. Dit mag niet gebeuren om twee redenen: veiligheid van personen (er mag geen spanning aanwezig zijn wanneer men het net wil repareren) en van toestel (er kan schade optreden aan toestellen). Daarom moet elke invertor het eilandbedrijf herkennen en zichzelf zo snel mogelijk van het net ontkoppelen. Invertoren voor netkoppeling moeten een certificaat hebben waaruit blijkt dat de eilandbeveiliging voldoet aan bepaalde normen.
Eilandbedrijf Onder bepaalde omstandigheden kan het gebruik van een elektrische voeding (zonnepanelen, windmolen, WKK, elektrogeengroep, …) in eilandbedrijf, dit wil zeggen afgekoppeld van het openbare distributienet, interessant lijken. Dit is vooral het geval bij afgelegen plaatsen waar geen of slechts een beperkt elektrisch net aanwezig is. Een andere belangrijke toepassing kan het blijven voeden van een installatie tijdens een netonderbreking zijn. 26 | ElektroVisie - oktober 2015
Installaties die niet met het elektriciteitsnet in verbinding staan vallen niet onder de regels van de netbeheerder, maar uiteraard nog steeds onder het AREI. Het werken in eilandbedrijf is echter niet zo eenvoudig: - voldoende beschikbare energie; - frequentie moet compatibel zijn met de aangesloten apparaten; - investering in mogelijke energieopslagcapaciteit. Wat betreft uitvoering kunnen we spreken van 2 systemen: - DC gekoppeld eilandbedrijf: hierbij voedt de opwekkingsbron (als voorbeeld hieronder een windmolen) zijn energie rechtstreeks aan een batterij. De batterij wordt dan gebruikt om DC apparatuur van energie te voorzien of om via een wisselrichter AC apparatuur te voeden. - AC gekoppeld eilandbedrijf: dit komt neer op het creëren van een lokaal microgrid dat wat betreft werking vergelijkbaar is met een netgekoppeld bedrijf. Het grote voordeel van het AC eilandbedrijf is de flexibiliteit waarmee verbruikers en energiebronnen kunnen worden aangesloten zonder bijkomende maatregelen te nemen. Dit laat ook toe dat een bestaande AC installatie zonder al te veel problemen kan omgezet worden naar eilandwerking.
Veilige netomschakelaar De schakelaar welke bij eilandwerking een veilige omschakeling moet realiseren tussen voeding maatschappij of eigen voeding moet voldoen aan veiligheidsvoorwaarden. Indien hij voldoet aan de Europese norm EN 60947.6.1 dan is dit een veilige schakelaar
EN 60947-6-1: Laagspanningsschakelaars – Meervoudige functieschakelaars – Netomschakelaars. Deze schakelaar garandeert een veilige scheiding, de schakeling mogelijk onder last en de omschakeling.
Voorbeeld: Uitvoering elektrische installatie in eilandwerking met voeding door elektrogeengroep Een noodgenerator werkt op diesel of benzine en levert gedurende 3 à 7 uur stroom waar nodig. Er zijn stroomgroepen op de markt die geschikt zijn voor huishoudelijk en industrieel gebruik. Een elektrogroep neemt de elektriciteitsproductie tijdelijk over en elk toestel dat werkt op elektriciteit kan aangesloten worden op deze stroomgroep. “Wie bij de afkoppeling van het elektriciteitsnet, toch enkele basisvoorzieningen wil ,zoals verlichting en de nodige stroom om de koelkast en diepvries draaiende te houden, kan een toestel van 1,5 tot 2kVA aanschaffen. Ook al zijn stroomgroepen bijzonder gebruiksvriendelijk, wie overweegt om een toestel aan te schaffen, klopt best aan bij zijn installateur. Deze kan je met professionele raad en daad bijstaan over het aan te schaffen model en het juiste vermogen. Het juiste vermogen kiezen is van belang en dat kan je pas na een grondige analyse van de verschillende toestellen die aangesloten moeten worden op de stroomgroep. Neemt men voldoening om een aantal losse verlichtingstoestellen aan te sluiten dan volstaat meestal een verlengsnoer. Is men van plan zijn ganse installatie over te nemen dan moet er ter hoogte van het verdeelbord ingegrepen worden. Dit kan niet zomaar gebeuren met kunst en vliegwerk en er moet doordacht gehandeld worden, ook omdat men dan met grotere vermogens (5 à 10kva) gaat werken. Men moet te allen tijde verhinderen dat bij het terug opkomen van de netspanning de elektrogroep nog aangeschakeld is . Verder moeten we ook aangeven dat het AREI ook op deze installaties van toepassing is en men dus de wettelijke regels moet respecteren. Een risico analyse van de opstelling zal uitsluitsel geven van de te nemen maatregelen. Naast de stroomgroepen heeft men nu ook reeds alternatieven onder de vorm van opslag van de overtollige (PV)-energie in een milieuvriendelijk batterijpack. Deze nieuwe batterij geeft dan de energie af bij een even-
DOMOTICA, VOOR U GEMAAKT.
Exclusieve invoerder voor België: CCI nv, Louiza-Marialei 8/5, 2018 Antwerpen T: 03 232 78 64 |
[email protected] www.deltadore.com
Schrack kasten & behuizingen klemmenkasten
opbouwkast IP65
Wandkasten
kunststofbrhuizingen
Ontdek onze catalogen over kasten & behuizingen zowel voor modul 2000 residentiële als industriële toepassingen Aanbouwkasten serverkasten kastverlichting kabelverdeelkast
Vraag de catalogen gratis aan via de website www.schrack.be of via mail op
[email protected] kastventilatie
wartels
staande kasten
Schrack Technik helpt u naast kasten & behuizingen ook verder op gebied van elektrotechniek, data-installaties en verdeelborden verlichting. Neem zeker een kijkje op onze website voor een volledig overzicht. inbouwkasten behuizingen www.schrack.be
netwerk-wandkast advertentie behuizingen.indd 1
27/08/2015 15:03:48
ECO tuele black-out. Een standaardmodel kan tot 6 uur stroom voorzien, zwaardere modellen kunnen zelfs tot 3 dagen stroomtekort overbruggen. Moet de elektrische installatie van een stroomgroep gecontroleerd worden? Elke laagspanningsinstallatie, zelfs deze gevoed door een privé installatie, moet voor de ingebruikname van de installatie aan een gelijkvormigheidsonderzoek onderworpen worden volgens de voorschriften van het AREI. Er moet duidelijk onderscheid gemaakt worden tussen de stroomgroepen welke autonoom werken zonder koppeling met de elektrische installatie en deze met koppeling. De stroomgroepen zonder koppeling zijn bedrijfsklaar opgebouwd. Deze zijn principieel voorzien van beveiligingen en stopcontacten door de fabrikant, al of niet rechtstreeks aangebracht op het toestel zelf of via een afzonderlijk mobiel verdeelbord. Het is belangrijk van de gebruiks- en installatievoorwaarden van de fabrikant te volgen. De gebruiker zal rechtstreeks, via verlengsnoeren, gebruikstoestellen voeden. Voor alle andere stroomgroepen welke rechtstreeks gekoppeld worden met de bestaande elektrische installatie moeten de nodige kennis aanwezig zijn om deze correct en veilig aan te sluiten. Zijn er specifieke voorschriften in verband met stroomgroepen? Een stroomgroep is een elektrische machine die zorgt voor de productie van elektriciteit en die integraal deel uitmaakt van de elektrische installatie. In een elektrische installatie mogen slechts veilige machines, toestellen en leidingen aangewend worden. Dit wil zeggen dat ze moeten gebouwd zijn volgens de regels van goed vakmanschap en dat ze in geval van foutloze installatie en onderhoud, en toepassing volgens hun bestemming, zowel de veiligheid van personen als het behoud van goederen niet in gevaar mogen brengen. De uitvoering hiervan moet gebeuren volgens de voorschriften van het AREI. Op vlak van veiligheid wil dit zeggen dat de nodige maatregelen moeten genomen worden tegen: - rechtstreekse aanraking: een aangepaste IP-graad in functie van de plaats van opstelling; - onrechtstreekse aanraking: een juiste keuze van het netsysteem en aangepaste beveiligingen in functie van het netsysteem; 28 | ElektroVisie - oktober 2015
- overbelasting: kabeldoorsneden in functie van de bedrijfsstromen en een beveiliging tegen overbelastingsstromen; - kortsluiting: aangepaste beveiligingen in functie van de kabeldoorsneden en de lengte van de leidingen tegen kortsluitstromen. Wat betreft de beveiliging tegen overstromen moet men er rekening mee houden dat de maximale kortsluitstromen van elektrogeengroepen zeer beperkt zijn. Deze bedragen ongeveer 4x de nominale stroom, bij vermogentransformatoren is dit ongeveer 20x de nominale stroom. Zijn er specifieke veiligheidsproblemen bij het aansluiten van elektrogeengroepen aan de vaste installatie? De elektrogeengroepen mogen niet parallel werken met het distributienet. Dit wil zeggen dat de spanning van het distributienet moet uitgeschakeld zijn alvorens de spanning van de elektrogeengroep voeding geeft aan de elektrische installatie en omgekeerd dat, als de netspanning terug opkomt, de voeding van de elektrogeengroep wordt uitgeschakeld.
Voor huishoudelijke installaties moet er ten minste een automatische differentieelstroominrichting met een aanspreekstroom van ten hoogste 300mA moet in het begin van de installatie aangebracht worden. Wanneer een elektrogeengroep aangesloten wordt aan de elektrische installatie dan kan dit principieel niet vóór de differentieelstroominrichting, maar altijd na de differentieelstroominrichting. Met andere woorden is de elektrische installatie op dat moment niet meer voorzien is van een automatische differentieelstroominrichting aan het begin van de installatie.
Op de voeding via de elektrogeengroep moet dus een aparte differentieelstroominrichting voorzien worden alvorens deze te koppelen met de elektrische installatie.
Deze omschakeling kan ofwel handmatig of automatisch gerealiseerd worden. Bij deze omschakeling van distributienet naar elektrogeengroep en omgekeerd moeten we rekening houden met: - aangepaste elektrische en/of mechanische vergrendelingen; - alpolige onderbrekingmiddelen van zowel de voeding van het distributienet als van de elektrogeengroep. Moet er voor de elektrogeengroep een aparte aarding voorzien worden? De bestaande beschermingsaarding van de elektrische installatie, aardingslus en/of aardingspen, kan hiervoor gebruikt worden.
Ook zeer belangrijk is dat, om de differentieelstroominrichting te kunnen laten werken, één punt van de voedingsbron (elektrogeengroep) moet verbonden worden met de beschermingsaarding (uitvoering TT- of TNnet).
Hoe zit het met de bescherming tegen onrechtstreekse aanraking? Voor de vaste elektrische installatie van huishoudelijke en gelijkgestelde installaties moet er een bescherming voorzien worden van stroombanen in het algemeen. Het gaat hier over de voedingsleiding die van de kWh-meter komt en die rechtstreeks wordt aangesloten in het laagspanningsbord op de differentieelstroominrichting. Voor industriële installaties kan men perfect werken in een TN-net met aangepaste beveiligingen.
Rudy Van den Bergh Adjunct Technisch Directeur Electro-Test
Testinstrument voor verdeelborden De Fulltest3 is een compleet en gebruiksvriendelijk instrument voor het uitvoeren van controles aan laagspanningsschakel- en verdeelinrichtingen conform NBN EN 61439-1. Diverse continuïteit- en isolatieweerstandtests
Aardingsweerstand- en vermogensmeting
Doorslagtest met programmeerbare testspanning
Aardlekschakelaartest type A, AC en B
Verschilstroom en restspanning
Circuit-, lijn- en lusimpedantie
Intern geheugen en 3 USB-poorten
Conform EN 61439-1 en EN 60204-1
NIEUW
Uw kalibratiecertificaten steeds beschikbaar met ‘Mijn KWS’, een gratis service van Euro-Index
INSTALLATIE
EMC – OMVORMERS EN DE BIJHORENDE SCHAKELFREQUENTIES
I
n vorige bijdragen werd ingegaan op de problematiek van systemen met betrekking tot het correct routen van kabels, equipotentiaal uitvoeren van installaties en CM/DM signalen. In deze bijdrage wordt een en ander concreet bekeken in de toepassing van frequentie omvormers voor het regelen van het toerental van elektrische motoren. 1. Basisprincipe van een frequentie omvormer. Een algemeen basisschema van een frequentie omvormer bestaat in feite uit twee delen: - gelijkrichting van de netspanning - opbouwen van een nieuwe frequentie, waardoor bij wisselstroommotoren het toerental geregeld kan worden.
gelijkrichting switching
Door het gebruik van brugschakelingen kan zowel een positieve als negatieve uitgangsspanning bekomen worden, en door het gepast sturen van ofwel de frequentie van de schakelpulsen en/of de duur ervan, wordt uiteindelijk een nieuwe wisselspanning opgebouwd.
2. Naar EMC zijn er twee belangrijke elementen te onderscheiden: - de harmonischen van de netfrequentie, die ontstaan door het gelijkrichten - de schakelfrequentie en de harmonischen ervan, in het hoogfrequentere gebied van het spectrum, Zoals dit op bovenstaande figuur te zien is. Het schakelen van de gelijkspanning om een nieuwe “net”frequentie te bekomen gebeurt momenteel met IGBT’s (Insulated Gate Bipolar Transistor) , waardoor heel korte schakeltijden kunnen bereikt worden (typisch 1 µsec). Dit is gunstig in verband met de thermische eigenschappen gezien de minimale warmte-ontwikkeling gedurende de korte schakelperiodes, doch een negatief effect op het elektromagnetische spectrum (zie de tweede bijdrage uit deze reeks: EMC een inleiding of een beetje theorie). Daardoor spreidt het bijhorende spectrum zich uit tot een heel eind in het MHz-gebied. In onderstaande figuur is een typisch spectrum weergegeven in het gebied tot 100 MHz met een detail waarop de schakelfrequentie van 280 KHz zichtbaar is in het domein tot 5 MHz. Een gevolg hiervan is dat zowel de EMC emissie door geleiding als door straling dient in aanmerking genomen te worden.
Gegeven de lage frequenties van de grondfrequentie (netfrequentie = 50 Hz) en de harmonischen (typisch tot 2 KHz in aanmerking te nemen), is het gebruik van een filter niet meteen eenvoudig, gezien de fysische afmetingen van de betreffende spoelen en condensatoren die hiervoor nodig zijn. Daarom wordt tegenwoordig meestal een vorm van actieve filtering ingebouwd, via een inwendige regelkring in de omvormer. De meest gebruikte naam hiervoor is “sinus-filter”. Te controleren bij omvormers is of deze voldoen aan de normenreeks EN 61000-3-x. 3.2. Hoogfrequente emissie. De grootste oorzaak voor hoogfrequente emissie is de “common mode” stroom, die ontstaat tussen omvormer en motor. Een belangrijk element is daarbij de zogenaamde “lagerstroom”. Door de hoogfrequente spectrale inhoud van deze motorstromen, speelt de capaciteit tussen rotor en stator van de motor een belangrijke rol, waarbij een lekstroom kan ontstaan tussen motor en chassis/aarde.
schakelen in het tijdsdomein 3. Voor de EMC vereisten kunnen we nu 3 punten onderscheiden. Deze worden in de volgende paragrafen afzonderlijk behandeld.
typisch frequentiespectrum 30 | ElektroVisie - oktober 2015
3.1. Laagfrequente vervorming bij de netharmonischen. Eens een gelijkrichterschakeling in “regime” werkt, is er slechts stroomgeleiding gedurende een beperkte tijd. Dit geeft dus aanleiding tot gepulste stromen, die op hun beurt harmonische genereren. Dit wordt geschetst in de volgende figuur.
Zoals in eerdere bijdragen aangegeven, zal de bekabeling tussen omvormer en motor daarbij ook een belangrijke rol spelen, waarbij het gebruik van een afgeschermde kabel zelfs een noodzaak is. Enerzijds wordt hierdoor de lagerstroom zo dicht mogelijk bij de motorkabel gehouden, zodat de feitelijke “common mode” stroom via de aarde beperkt wordt. En waarbij nog dient erop
INSTALLATIE gelet te worden dat de “common mode” lus zo klein mogelijk gehouden wordt door een goede routing van de motorkabel.
Anderzijds wordt door het gebruik van een afgeschermde kabel een kooi van Faraday bekomen voor het geheel van omvormer, motor en motorkabels. Hierbij dient er wel op gelet te worden dat het scherm van de afgeschermde kabel op een correcte manier wordt gemonteerd op de chassis-referenties van zowel de omvormer/schakelkast als de motor zelf.
3.2.1. Hoogfrequente emissie via geleiding. Zoals hoger aangegeven spreidt het elektromagnetische spectrum van de geschakelde spanning zich uit in het MHz-gebied. Voor het frequentiegebied tot 30 MHz dient volgens de EMC richtlijnen er voldaan te zijn aan de limieten voor EMC emissie via geleiding. Hiertoe zal normaal gezien een aangepast EMC filter nodig zijn. Bij de meeste industriële omvormers bestaat de keuze tussen
een component met en zonder dergelijk (ingebouwd) filter. De reden hiervoor is dat bij grotere installaties er dikwijls meerdere motoren aangestuurd worden, elk met zijn eigen frequentieomvormer. In dit geval kan het dan volstaan om één gemeenschappelijk filter in de schakelkast in te bouwen. Voor de praktische richtlijnen bij het correct inbouwen van een netfilter kan verwezen worden naar de derde bijdrage uit deze EMC reeks: “Netfilters – In&Uit”. De voornaamste regel hierbij is het goede geleidende contact tussen filter, omvormer en behuizing van de schakelkast.
zowel voor de componenten zelf, als voor de bijhorende bekabelingen. De afstand tussen de kabels zo groot mogelijk maken is een goede basisregel, door de vermogenkabels en datakabels b.v.b. aan beide zijden van een schakelkast, tegen het chassis of chassisonderdelen, te routen. Een gescheiden input/output voor vermogen en data is daarbij ook aan te raden.
3.2.2. Hoogfrequente emissie via straling. Door op een correcte manier gebruik te maken van een afgeschermde motorkabel, wordt hierdoor de directe uitstraling van het hoogfrequente gedeelte van het spectrum tot een minimum herleid. Zie hiervoor ook de praktische regels uit de bijdragen 4 en 5 van deze EMC reeks. Zoals ook in de bijdrage 7 van deze EMC reeks aangegeven, is een goede routing van de kabels een cruciaal punt in de uitvoering, met inbegrip van het correct aanbrengen en monteren van metalen kabelgoten, mocht dit nodig zijn. Prof. dr. ir. Johan Catrysse FMEC – Laboratorium voor EMC KULeuven, KULab technologiecampus Oostende Zeedijk 101, 8400 Oostende
4. Tenslotte in de schakelkast zelf. Het is belangrijk om in de schakelkast zelf het vermogengedeelte en het stuur/meetgedeelte voldoende gescheiden te houden. Dit geldt
NORMEN DEEL 6 INNOVATIE
V
eelal wordt er geopperd dat normen niet compatibel zijn met innovatie. Men moet er zich inderdaad van bewust zijn dat normen in een aantal gevallen innovaties kunnen vertragen. Dit komt doordat normen slechts om de 5 jaar worden herzien. Deze herzieningsperiode van 5 jaar is echter van belang om de stabiliteit in de waardeketen te waarborgen en een positief investeringsklimaat te ondersteunen. Indien men de normen te snel zou veranderen zouden bedrijven hun producten, maar ook machines, of andere investeringen versneld moeten aanpassen. Dit zou voor heel wat bedrijven – en vooral kmo’s – een belangrijke meerkost betekenen waardoor de rendabiliteit van de onderneming achteruit gaat. In het algemeen kan men echter stellen dat heel wat ondernemingen bevestigen dat
normen een informatiebron vormen die hun innovatieactiviteiten ondersteunt. Normen beschrijven immers op een gedetailleerde wijze de knowhow, kennis en praktijken die voor een bepaalde sector van belang zijn. Dit laat kmo’s toe om van deze beschikbare kennis gebruik te maken, zonder daarvoor zelf zwaar te moeten investeren in onderzoek en ontwikkeling. Anderzijds is het zo dat normen vrijwillig zijn en dat deze de innoverende bedrijven niet mogen tegenhouden om hun eigen innovaties in de markt te zetten. De keuze om aan normenontwikkeling mee te werken of normen te gebruiken in het kader van een innovatietraject blijft sowieso een strategische beslissing waarbij alle voor- en nadelen tegenover elkaar worden afgewogen.
Product life cycle Kunnen normen de rendabiliteit van een product positief beïnvloeden? Om deze vraag te kunnen beantwoorden beschrijven we de “Product Life Cycle”: elk product dat op de markt wordt gezet doorloopt een aantal fasen. Deze fasen zijn de ontwikkelingsfase, introductie, groei, maturiteit en terugval. Door normen in elke fase toe te passen kan men de totale rendabiliteit van het product verbeteren, zoals later zal blijken. Naar analogie kan voor diensten dezelfde redenering worden opgebouwd als voor producten. Ontwikkeling: In deze eerste fase van de “Product Life Cycle” wordt vertrokken van een idee dat verder wordt uitgewerkt naar een product dat op rendabele wijze in de markt kan worden gezet. De ontwikkelingsfase omvat verschillende invalshoeken: oktober 2015 - ElektroVisie | 31
INSTALLATIE wetenschappelijk en technisch onderzoek, marktonderzoek en gebruikerspanels, eigen competenties en knowhow ontwikkelen. Indien productideeën ontstaan vanuit een bestaand product spreken we eerder over vernieuwing. Introductie: Eenmaal het ontwikkelingstraject is afgerond wordt het product of de dienst op de markt geïntroduceerd. In deze fase worden relatief weinig producten verkocht en spelen marketing en promotie een belangrijke rol. Indien men als eerste op de markt komt is er geen concurrentie en het verkooppotentieel zit vooral in “early adapters”: klanten die op zoek gaan naar innovatieve producten. Het product is in deze fase nog niet winstgevend vanwege de hoge investering in ontwikkeling en de lage verkoopvolumes. Groei: Mede door marketingcampagnes neemt de verkoop van het product toe. Het product wordt door de markt aanvaard en wordt winstgevend. Waarschijnlijk gaan in deze fase concurrenten reageren met eigen versies van het product. Tijdens deze fase is de rendabiliteit per eenheid het grootst omdat zowel prijs als verkoopvolume een optimaal niveau hebben. Maturiteit: Intussen hebben de meeste concurrenten een gelijkaardig product op de markt. Bijgevolg wordt meestal de prijs van het product verlaagd. Door deze prijsverlaging worden ook nog de minder overtuigde consumenten of gebruikers over de streep getrokken. De rendabiliteit per eenheid neemt af maar het product blijft rendabel door de grote volumes. Terugval: Volumes in verkoop nemen af omdat de behoeften van klanten zijn geëvolueerd naar andere alternatieven. De rendabiliteit daalt. Vernieuwing: De maturiteitsfase van een product kan worden verlengd wanneer men het vernieuwt door bijvoorbeeld nieuwe functionaliteit aan het product toe te voegen. Deze vernieuwing kan gebeuren door het eigen bedrijf maar ook door een concurrent die een aangepast product later in de markt introduceert. De snelheid waarmee en de wijze waarop elk product of dienst zich door deze cyclus begeeft is afhankelijk van een aantal parameters zoals marktvraag of concurrentie. De duur om iedere fase te doorlopen kan variëren van enkele maanden tot enkele jaren. Het 32 | ElektroVisie - oktober 2015
gaat bij de “Product Life Cycle” niet enkel over een specifiek product van een bedrijf, maar evengoed over een groep producten uit een bepaalde sector.
Innovatie en de Product Life Cycle Uitvindingen en onderzoek leiden tot nieuwe technologie en nieuwe producten. Radicale innovatie laat toe nieuwe producten te ontwikkelen maar houdt heel wat risico’s in: is de markt vragende partij voor een nieuw product? Welke prijszetting moet worden gehanteerd? enz. Dit type innovatie wordt radicaal genoemd niet enkel omdat de producten volledig nieuw zijn, maar ook omdat het de markt ‘radicaal’ kan veranderen. Typisch aan radicale innovatie is het lange onderzoekstraject dat soms jaren kan duren. In sterk gereglementeerde sectoren moet men na het onderzoekstraject bovendien een goedkeuringstraject bij overheden opstarten voordat het product op de markt mag worden gebracht. Denk maar aan de farmaceutische sector, waar de doorlooptijd van het onderzoek enkele jaren kan duren en waarbij de goedkeuring nog eens meer dan een jaar op zich kan laten wachten na heel wat administratieve rompslomp. De lange doorlooptijd van R&D en eventuele goedkeuring door overheid of certificering (zie ook CE-markering) slorpt heel wat financiële middelen op en vertraagt het tijdstip waarop het product op de markt komt, met belangrijke gevolgen voor de cashflow van de onderneming. Procesinnovatie is de verbetering van het productieproces of de waardeketen. Dit kan dus gaan om het productieproces zelf, maar even goed het aankoopproces, leveringspro-
ces, distributie of voorraadbeheer. Het product op zich ondergaat geen fundamentele wijzigingen, wel de wijze waarop het product wordt geproduceerd of in de markt wordt gezet. Het resultaat is een winst in efficiëntie, minder afval, snellere productie, betere kwaliteit, enz. om uiteindelijk te komen tot het beter beantwoorden aan de behoefte van klanten. Bij incrementele innovatie wordt nieuwe technologie gebruikt om verbeterde toepassingen van bestaande producten te maken, bijvoorbeeld door het gebruik van nieuwe materialen, een nieuw design of nieuwe functionaliteit die toegevoegd worden. Het houdt heel wat minder risico’s in omdat het leidt tot aangepaste producten in een reeds gevestigde markt. Het verlengt dus de levenscyclus van een bestaand product. In het volgend nummer sluiten we deze serie af waarbij we nog even dieper ingaan op innovatie Bron: NBN Het NBN (Bureau voor Normalisatie) is een instelling van openbaar nut binnen de federale overheid en is verantwoordelijk voor de ontwikkeling, publicatie, verspreiding en het gebruik van normen. Het NBN is samen met zijn sectorale operatoren het Belgisch kenniscentrum voor alle activiteiten die verband houden met normalisatie. NBN wil dan ook maatschappelijk relevant zijn door de bedrijven, consumenten, overheden en andere belanghebbenden te helpen streven naar meer kwaliteit binnen een competitieve en internationale context. Met dank aan Johan Haelterman Voorzitter van het Directiecomité NBN
Normen voor het bouwen en testen van laagspanningsverdeelinrichtingen Sinds 1 november 2014 zijn de normen NBN EN 61439-1 en NBN EN 61439-2 van kracht. Deze hebben betrekking op de samenstelling van laagspanningsschakelen verdeelinrichtingen en vervangen de EN 60439. In dit artikel gaan we in op de voordelen, maatregelen en verplichtingen. DUIDELIJKHEID EN STRUCTUUR De NBN EN 61439 haalt een aantal onduidelijkheden en grijze zones weg en is beter gestructureerd. Zo zijn er nu duidelijke eisen m.b.t. temperatuurstijging en zijn de constructie- en functievereisten overzichtelijk weergegeven. De delen 0 en 1 bevatten respectievelijk de handleiding voor het specifiëren van verdeelinrichtingen en de algemene regels. De overige 6 delen specifiëren de vereisten voor verdeelinrichtingen in verschillende omgevingen: industrie, huishoudelijk, werfkasten, voetpadkasten, railkokersystemen en tenslotte installaties op publiek toegankelijke plaatsen. De verschillende delen leggen daarbij eenduidige verificatiemethoden op voor de verdeelinrichtingen via ontwerpregels, berekeningen en testen/meten.
MAATREGELEN TEGEN WARMTEONTWIKKELING Een belangrijk verschil t.o.v. de oude norm is dat de NBN EN 61439 maatregelen oplegt om de warmteontwikkeling in verdeelborden te beperken en testen en simulaties bevat om deze te bepalen. Voor
het voorkomen van warmteontwikkeling is een goede continuïteit van de bekabeling van groot belang maar ook vele andere componenten en factoren spelen een rol. Fabrikanten van installatiematerialen moeten er daarom voor zorgen dat de geproduceerde materialen een zo laag mogelijke weerstandsfactor hebben. Voor kabels geldt ook dat ze mechanisch resistent en corrosie-, UV- en hittebestendig moeten zijn. Naast de materiaaleisen gelden er ook uitvoeringseisen waarmee de bordenbouwer/installateur rekening moet houden. Enkele verplichte maatregelen zijn: • het respecteren van de maximale buigradius van kabels; • het rechtstreeks verbinden van twee componenten, dus zonder huls- of klemverbinding in de loop van de kabel; • het vermijden van overbelasting door meerdere kabels aan te sluiten op één aansluitklem, tenzij de aansluitklem hierop voorzien is. In het laatste geval moeten wel steeds 2 kabels met dezelfde diameter gebruikt worden; • het zo goed mogelijk scheiden van kabels; • het gescheiden houden van fases. Geleiders die een verschillend potentiaal hebben (bv. nulgeleider t.o.v. andere fasedraden) mogen elkaar niet raken, tenzij de kabel van het type 90 °C is.
INSTALLATIE-VERIFICATIE
Tijdens of aan het einde van de assemblage van een bord moeten er controles uitgevoerd worden. Een eerste groep heeft betrekking op de constructie van het verdeelbord: Wordt de IP-
beschermingsgraad gerespecteerd, is de basisbescherming tegen elektrocutie in orde, zijn de aansluitingen solide, enz. De tweede groep controles heeft betrekking op de prestaties van het bord. Zo moeten o.a. de isolatieweerstand en aardingen getest worden en kan het ook nodig zijn om de bedrading te controleren en een elektrische werkingstest uit te voeren.
NORMCONFORM TESTINSTRUMENT
In de EN 61439 worden dus duidelijke materiaal- en installatietests opgelegd aan fabrikanten en bordenbouwers/ installateurs waarmee ze moeten aantonen dat hun product of installatie voldoet aan de norm. Hiervoor biedt Euro-Index onder andere de Fulltest3 aan, een compleet instrument voor het uitvoeren van tests conform de EN 614391. De Fulltest3 biedt zowel verplichte als niet verplichte testen en is uitgerust met innovatieve gebruiksinterfaces zoals een aanraakgevoelig kleurenscherm, intern geheugen en 3 USB-poorten voor aansluiting van een pc, USB-stick, toetsenbord, printer en/of barcodelezer. Het toestel test onder meer continuïteit
van de aardingen, isolatieweerstand tot 1.000 V DC, doorslag met een instelbare testspanning van 250 tot 5.100 V AC, aardlekschakelaars met oplopende foutstroom/uitschakeltijd, impedantie/ kortsluitstroom van de foutstroomketen, restspanning, aanraakspanning, ontlaadstroom, draaiveldrichting, opgenomen stroom en werkelijk/ schijnbaar vermogen. Zie www.euro-index.be voor meer informatie.
LAATSTE BLADZIJDE
’t Is maar hoe je het bekijkt!
W
Fijn ook dat Nelectra steeds in de mate van het mogelijke probeert e zijn stilaan in het najaar beland, na een zomer die er ditom de sessies op locaties in diverse provincies te organiseren, zodat maal klimatologisch misschien niet zo erg uitsprong, maar de deelnemers zich niet te ver moeten verplaatsen. bon, zon hebben we wel gekregen en onze batterijen zijn weer opgeladen. Najaar betekent voor Nelectra ook de start van een Tenslotte nog even over de titel van dit stukje: ik dacht eerst om te nieuw seizoen met diverse infosessies en – jawel – ik was aanwezig op schrijven ‘Kansen of bedreiging?’. En ik heb het dan over de instroom de eerste sessie in Torhout, samen met een zestigtal andere geïnteresvan vluchtelingen. Je kan dit op twee manieren bekijken: ofwel zie je seerden. Onderwerp was ditmaal: het correct aansluiten van toesteldeze situatie als een bedreiging, ofwel als iets dat kansen creëert. len op de gasaansluiting. Dit werd gebracht door een expert van de Persoonlijk ben ik nogal geneigd om te kiezen voor dit laatste. Bij gasvereniging. Daarna volgde een uiteenzetting door een preventie-indie vluchtelingen bevinden zich misschien technici, mensen dus die genieur van Axa, over het verzekeringsaspect en de verantwoordelijkwe broodnodig hebben, gezien de problematiek van ons nijpend perheid bij plaatsing. Ik zag toch enkele deelnemers die, geconfronteerd soneelstekort. En anders is het op termet de harde feiten en cijfers, zich mijn een bijkomende groep potentiële ineens bewust werden van het riklanten. Toch? sico dat zij lopen en die die avond HET IS EEN GOEDE ZAAK het vaste voornemen namen hun DAT NELECTRA verzekeringssituatie in regel te ZO FORS INVESTEERT stellen.
IN DE ORGANISATIE VAN INFOSESSIES.
Weet u, ik vind het een zeer goede zaak dat Nelectra al jarenlang zo fors investeert in de organisatie van infosessies. Ons beroep heeft dat immers nodig! Niet alleen omdat de producten en toestellen die we verkopen, installeren en gebruiken zo snel evolueren, maar ook omdat we tijdens die sessies mogelijks ook kansen ontdekken om onze activiteit uit te breiden en misschien nieuwe markten aan te pakken. Plus, zoals het geval was in Torhout, dat we geholpen worden om ons beroep in alle veiligheid voor onszelf èn voor ons bedrijf, uit te oefenen. Interessant is ook het netwerkmoment achteraf. Je praat met collega’s, leert van hun ervaringen, komt misschien tot een of andere vorm van samenwerking, maar in alle geval ga je na zulk een avond steeds ‘slimmer’ naar huis.
Jan Develtere Regionaal Voorzitter Nelectra West-Vlaanderen
INFOSESSIES IN NOVEMBER
NIEUWE WETGEVING (ART. 104), KABELS, DRAAGSTRUCTUREN EN VERANKERING Dinsdag 17 november: Electrabel, Gent Dinsdag 24 november: Aldhem hotel, Grobbendonk
PROGRAMMA 18u30 Onthaal met broodjes 19u00 Verwelkoming en intro, Nelectra Wat is het verband tussen de uitwendige invloeden (BD, BE, CA en CB), de kenmerken van primaire brandreactie - vuur (F1 en F2), de kenmerken van de secundaire brand reactie - rook (SD en SA), de brandweerstand - werking (FR1 en FR2) ? Rudy Van den Bergh, adjunct technisch directeur, Electro-Test Wat verwacht men van brandveilige kabels? Vuur(F1/F2), rook(SA/ SD) en werking(FR1/FR2). Een overzicht van actuele en bruikbare normen voor kabels qua brandveiligheid. Wat is vlam/brandverspreiding, halogeenvrij, minimale rookontwikkeling en isolatie/functiebehoud? Danny Maes, Managing Director, TECHNIC (Datwyler Cabling Solutions) Hoe komen kabeldraagsystemen met functiebehoud, brandwerende 34 | ElektroVisie - oktober 2015
doorvoeren en halogeenvrije materialen tegemoet aan het nieuwe artikel 104 van het AREI? Jan Segers, Sales Engineer,OBO Bettermann Vragenronde 21u30 Netwerking en receptie Deelnameprijs: GRATIS voor leden Nelectra, 50€ voor niet-leden Gratis voor klanten van OBO en TECHNIC Inschrijven via www.nelectra.be
PRODUCTINFO
FLUKE
PHILIPS
acht nieuwe infraroodcamera’s
“Siri, schakel mijn huis in relaxmodus”
Fluke introduceert acht nieuwe Fluke®-infraroodcamera’s van de TiS Performance-serie, met een verbeterde resolutie die industriële, HVAC- en onderhoudsprofessionals helpt de staat van apparatuur sneller en nauwkeuriger te analyseren.
Science fiction wordt werkelijkheid wanneer Philips Hue en Apple HomeKit samenkomen: De start van een nieuwe manier van leven.
De nieuwe TiS-modellen hebben tot 2,5 keer meer pixels en een 70 procent betere verhouding tussen afstand en meetoppervlak dan camera’s uit de Fluke Ti1xx-serie, voor een betere beeldkwaliteit. Hierdoor kunnen potentiële problemen met apparatuur bij industrieel en elektrisch onderhoud, in de procesindustrie en bouwtoepassingen sneller worden geïdentificeerd. De nieuwe modellen zijn voorzien van grote schermen van 3,5 inch, om problemen op locatie te kunnen vaststellen. Met één druk op de knop hebt u toegang tot de beelden. U hoeft dus niet langer door menu’s te scrollen om de beelden te bekijken. Er zijn acht modellen beschikbaar, vijf met vaste focus en drie met handmatige scherpstelling. De maximale resolutie is 260 x 195 pixels.
• Nieuwe Philips Hue Bridge 2.0 met verbeterde ondersteuning voor Apple HomeKit • Bestaande Philips Hue-lampen werken naadloos met de nieuwe bridge • Bestaande Philips Hue Bridge blijft ondersteund met softwareupdates • Nieuwe Philips Hue Bridge 2.0 is toekomstbestendig en ondersteunt meerdere platformen voor de geconnecteerde woning Koninklijke Philips (NYSE: PHG, AEX: PHIA), tilt ‘connected’ verlichting naar het volgende niveau met de aankondiging van de integratie van het Philips Hue connected verlichtingsysteem met Apple HomeKit. Net alsof ze rechtstreeks uit een sciencefictionroman komen, kunnen Philips Hue-lampen via spraak bediend worden met Siri op uw iPhone, iPad, iPod touch, of Apple Watch en met elkaar geïntegreerd worden om naadloos samen te werken met andere apparaten die geschikt zijn voor Apple HomeKit. Zo kunt u met slecht één commando het slot van de voordeur openen, de lampen aandoen en de verwarming hoger zetten, en dat verandert werkelijk de manier waarop u uw woning ervaart en ermee omgaat.
De robuuste infraroodcamera’s uploaden de beelden via een draadloze verbinding naar de Fluke Connect Cloud waar ze veilig worden opgeslagen en beheerd. Hierdoor kunt u een tijdsbesparing realiseren aan administratieve taken op kantoor. Rapporten kunnen met Fluke Connect op locatie worden aangemaakt en verzonden, zodat u niet meer terug naar kantoor hoeft om rapporten te verwerken. Fluke Connect De TiS Performance-serie is ontworpen om samen te werken met het Fluke Connect®-systeem, het grootste systeem van software en draadloze testinstrumenten in de sector, waarmee technici meetgegevens van hun gereedschappen draadloos kunnen verzenden naar hun smartphones, zodat ze veilig kunnen worden opgeslagen in de Fluke Connect® Cloud en door het team op locatie kunnen worden geopend.* Met het Fluke Connect® Assets-abonnement kunnen ShareLive™-videogesprekken worden opgezet, waarmee teams eenvoudig infraroodinspecties ter plekke kunnen delen en per onderdeel van de apparatuur de trends in een langer tijdsbestek kunnen bekijken. De Fluke Connect®-app kan worden gedownload vanuit de Apple App Store en Google Play.
“Verlichting is het meest toegankelijke aspect van de connected woning, en als verlichtingsexpert voor het Internet der Dingen brengen we connected verlichting naar de volgende fase”, zegt Eric Rondolat, CEO Philips Lighting. “Door Philips Hue te integreren met Apple HomeKit verbreden we de manier waarop mensen licht beleven tot buiten de grenzen van wat voorheen mogelijk was, en leveren we een naadloze samenwerking met andere connected apparaten in de woning.”
oktober 2015 - ElektroVisie | 35
NISSAN, STERK OP ELK TERREIN. OOK OP DAT VAN DE UEFA CHAMPIONS LEAGUE.
NISSAN SPEELT VERLENGINGEN Vanaf nu krijg je immers 5 jaar* garantie! Bovendien zijn al onze modellen uitgerust met de nieuwste technologische snufjes. Op naar 5 jaar* topniveau! Haal een toptransfer binnen bij je Nissan-concessiehouder en ontdek snel het ruimste gamma op de markt in actie op nissan.be
Nissan. Officiële bedrijfsvoertuigen van de UEFA Champions League.
* Waarborg van 5 jaar beperkt tot 160.000 km (uitgezonderd e-NV200: 5 jaar/100.000 km waarborg op de aandrijflijn, 3 jaar/100.000 km op de rest van het voertuig). Adverteerder: Nissan Belux s.a., Bist 12, 2630 Aartselaar. Afbeeldingen niet bindend.
NISSAN.BE