Tweemaandelijks Wetenschappelijk Tijdschrift voor Orthomoleculaire Voeding en Fyto. Een uitgave van de Belgische Vereniging voor Orthomoleculaire GeneeskunDe BSOM.
Belgisch tijdschrift orthomoleculaire geneeskunde
ORTHOFYTO
®
met
Resveratrol beschermt tegen hart- en vaatziekten Omega-3 vetzuren uit vette vis volgen het ritme van het hart Gamma-tocoferol belangrijker dan alfa-tocoferol
thema-dossier Cardiovasculaire Gezondheid JAARGANG 11, APRIL-MEI 2006 AFGIFTEKANTOOR ANTWERPEN X VERANTWOORDELIJKE UITGEVER: WALTER, O. M. FACHÉ - KERKSTRAAT 101 - 9270 LAARNE
58
SIMFIDUS
Voor een optimale intestinale flora • brengt evenwicht tussen gunstige en ongunstige intestinale bacteriën in de darmen • verhoogt de weerstand • heeft een unieke samenstelling van 5 geregistreerde probiotica stammen • werkt regulerend bij gebruik van antibiotica 1 à 3 vegecapsule(s) per dag.
Deuzeldlaan 34-36, B-2900 Schoten Tel. +32(0)3-641.81.00, Fax +32(0)3-641.81.10
[email protected]
Simfidus-capsules zijn vrij te verkrijgen bij uw apotheker!
Your health is our mission!
Simfidus_148x297_Q.indd 1
12-04-2006 10:05:00
Stress? Angstig? Slaapproblemen?
Overwin angst-, stress- en slaapproblemen op natuurlijke wijze De moderne prestatiemaatschappij eist steeds meer
ZENBEV is een poeder op basis van pompoenpitten en
van de mens. Daardoor slagen veel mensen er niet meer
natuurlijke ingrediënten, oplosbaar in water of vruchten-
in om ’s avonds tot rust te komen, wat leidt tot stress en
sap. Door zijn unieke samenstelling verzekert Zenbev
slaapproblemen. Chronisch slaaptekort, het jachtige leven
overdag een beter humeur, betere stressbestendigheid,
en de vrees om niet te kunnen voldoen aan de hoge eisen
minder angst en een verhoogd gevoel van welzijn.
van werk of gezin veroorzaken nog meer stress en slape-
Wanneer het ‘s avonds wordt ingenomen, zorgt Zenbev
loosheid, wat uiteindelijk kan leiden tot chronische angst-
voor een rustige, natuurlijke slaap.
toestanden. Een dagelijkse dosis ZENBEV zorgt ervoor dat u uitgerust de dag kan beginnen en helpt u om het jachtige leven beter aan te kunnen.
Voor meer info, surf naar www.ojibwa-deroeck.com of bel +32 (0)52 48 43 00
OjIbwa De roeck
your health, our mission
Tweemaandelijks Magazine
Orthofyto ®-Orthotrends ®
In dit nummer 58 - jg 11, 2006 Publi Media BSOM-VIOW Hoofdredactie Walter O.M. Faché, Orth.Biochemicus, Secret. BSOM Dirk Bogaert, Wetenschapsjournalist
Kernredactie Sofie Noppe, Msc. Biom. Wet. Prof. Dr. Ir. Jozef Poppe Dr. Apr. Geert Vergote Ir. Joost Meeus Dr. Katleen Van der Gught (Biologie)
1. 2. 3. 4. 5.
Redactioneel Cardiovasculaire gezondheid De cardiovasculaire rol van foliumzuur, vitamine B12 en vitamine B6 Veelzijdige biologische eigenschappen van Resveratrol Soja een veelzijdig nutriceutical De rol van L-arginine in cardiovasculaire therapie
p. 114 p. 117 p. 119 p. 124 p. 127
Eindredactie Walter OM Faché Eric Ost
Secretariaat Yannick Dubrulle Larenhoeve, Kerkstraat, 101 - B 9270 Laarne Tel. 0032(0)9/369 06 42 Fax 0032(0)9/366 18 38 E-mail:
[email protected]
Advertenties Karine Vandepitte VIOW Kerkstraat, 101 - B 9270 Laarne E-mail:
[email protected] Bezoek onze website: www.viow.be
Vormgeving, productie en druk Walter O. Faché, Directeur VIOW Inge Houttequiet, Bruyneel NV, Rivierstraat, 54 B 9080 Beervelde
©Copyright 2006
ISSN 1780-3713
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. druk, fotocopie of welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toelating. De hoofdredacteur, de redactie, de eindredacteurs en de uitgever van de opgenomen artikelen en advertenties zijn niet aansprakelijk voor eventuele schade als gevolg van vermeende algemene medische adviezen, onjuistheden en/of onvolledigheden. Iedere auteur blijft verantwoordelijk voor de volledige inhoud van zijn artikels.
Bezoek onze website www.viow.be • • • •
met digitale orthomoleculaire bibliotheek met zoekfunctie alle Orthofyto en LeefNu tijdschriften online een selectie uit de meest recente orthotrends en nog veel meer
Orthofyto Jg. 11, nr. 58 - 2006
6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16.
Beweging heilzaam voor toekomstige hartpatiënten Maitake paddestoelmoleculen als immuniteitversterkers Pycnogenol pakt vetcellen aan 20% van Westerse bevolking lijdt onder seleniumtekort Hoge lycopeenconcentratie in het bloed halveert kans op hartziekte bij vrouwen Sint Janskruid helpt om kanker te voorkomen Stress leidt tot verhoogde kans op prostaatkanker Spinazie neutraliseert biefstuk Preventie van vroeggeboortes met omega-3 vetzuren Koffiedik afslanken? Waarom poogt men keer op keer de 'chondroprotectiva' in te zetten als pijnbestrijding?
17. Omega-3 vetzuren uit vette vis volgen het ritme van het hart 18. Alfa-tocoferol suppletie leidt tot onderdrukking van de diëtaire gamma-tocoferol-concentraties in de weefsels en het plasma 19. Kalium bepaalt elektrische activiteit van de hartspier
p. 130 p. 131 p. 132 p. 132 p. 132 p. 133 p. 133 p. 133 p. 134 p. 134 p. 135
p. 137
p. 140 p. 143
Maak kennis met onze wekelijkse gratis Nieuwsbrief VIOW. Klik daarvoor op www.viow.be
COVERSTORY De interesse in resveratrol kende een doorbraak in 1992, wanneer het voor het eerst werd waargenomen in rode wijn, en er gespeculeerd werd dat het een belangrijke rol zou kunnen spelen bij de verklaring van de “French Paradox”, het relatief weinig voorkomen van hart- en vaatziekten in Frankrijk terwijl de Fransen toch een vetrijk dieet kennen.
113
REDACTIONEEL Publi Media BSOM-VIOW
CARDIOVASCULAIRE
O R T H O F Y T O met ORTHOTRENDS
GEZONDHEID
Een gids voor Orthomoleculaire preventie en Orthomoleculaire Substitutie Therapie
verschijnt 6 maal per jaar brengt u het meest uitgebreide orthomoleculaire voedings- en geneeskundig blad voor alle gezondheidsverzorgende professionals en gezondheidsbewuste mensen. Hoe abonneren ? Betaling geldt als enige abonnering ❏ Voor België: storting van € 30 op rek. nr. FORTIS 290-0308228-80
❏ Voor Nederland: storting van € 34 op rek. nr. IBAN: BE 882900307607/41 BIC code: GEBABEBB Abonnement loopt automatisch verder indien geen schriftelijke opzegging twee maand op voorhand.
Jaarabonnementen 6 nummers België: € 30. Nederland € 34. Prijs per nummer: € 6,20 of € 7 (Nl).
Prof. Dr. Linus Pauling tweevoudig Nobelprijswinnaar
introduceerde
in 1968 voor het eerst de term “Orthomoleculair” in Science: alle stoffen, moleculen of handelingen die niet toxisch en niet vreemd aan het lichaam zijn, die het lichaam biochemisch en fysiologisch normaal kan verwerken zonder enige schade en die op de juiste tijd met de juiste dosis biochemisch individueel dient gegeven of geëlimineerd te worden. (verruimde betekenis uit Science 160:265-271, 1968)
114
V
an voldoende bewegen, niet roken, alcoholconsumptie beperken en minder vet eten is bekend dat het hart- en vaatziekten helpt voorkomen. Een lage cholesterolspiegel is echter geen garantie om cardiovasculaire aandoeningen te vermijden. De cholesterolmythe is vandaag op z'n minst onvoldoende bewezen en zelfs foutief. Bewijzen stapelen zich op dat verlaging van cholesterolgehalte in het bloed vaak onnodig is en schadelijk (In een volgende artikelenreeks zullen wij de cholesterolmythe onder de loep nemen!). Het behoort tot de elementaire medische kennis dat alle vormen van belasting van mentale of fysieke aard, vooral sportbeoefening, ziekte, operaties en letsel door ongevallen, tot een stijging van de cortisolspiegel leiden en daarmee ook tot een toename van de grondstof voor deze steroïde, cholesterol! Heel wat mensen worden door een cholesteroldeficiëntie stressgevoeliger en bieden minder weerstand tegen hun stress en hun allergie overgevoeligheid. Ook de in de medische literatuur veel beschreven aspirine geeft geen ‘hartversterkende’ zekerheid dat hart- en vaataandoeningen buiten de levensfeer blijft van de in vele opzichten gezond levende mens. Zes sleutelelementen voor een cardiovasculaire gezondheid
Cardiovasculaire gezondheid wordt volgens het ‘Vlaams Instituut voor Orthomoleculaire Wetenschappen’ (VIOW) en de ‘Belgian Society of Orthomolecular Medecine’ (BSOM) bepaald door een zestal sleutelelementen uit het hedendaagse leven. Deze factoren zijn samen te vatten onder het begrip ‘individuele levenskwaliteit’. Cardiovasculaire fitheid en gezondheid in het algemeen staan recht evenredig met spiritualiteit (zingeving in het leven), evenwicht tussen werk en gezonde ontspanning (levenswijze), dagelijkse beweging (recreatief sporten), orthomoleculaire biologische voeding (met 14 voedingsgroepen uit de voedingsdriehoek Faché), deficiënte voedingsstoffen aanvul-
len (voedingssupplementen) en aan een gezond milieu participeren. Slechts indien deze zes sleutelelementen grondig worden nageleefd en onze intenties ten volle erop gericht worden, is een cardiovasculair probleem bijna uitgesloten. Het woordje ‘bijna’ heeft betrekking op aangeboren hartafwijkingen. De reden waarom hart- en vaatziekten vandaag in ons land doodsoorzaak nummer één zijn, zit in het feit dat aan de mensen onvoldoende natuurlijke onbewerkte verse voeding in de winkelrekken wordt aangereikt, en nog minder, wordt preventief duidelijk gemaakt dat belangrijke nutriënten in deze dagelijkse verse biologische voeding echte werkzame cardioceutica’s bevatten die cardiovasculaire degeneratie kunnen voorkomen. Denken wij maar aan resveratrol in druiven en rode wijn, omega3 vetzuren in vis, vitamine K in bloemkolen en spruiten, octacosanolen in het waslaagje van de schil van fruit. Bovendien voelen wij te weinig of helemaal niet de verbazing-
wekkende samenhang van ons lichaam, nog minder de samenhang van het universum en de nog verbazingwekkender samenhang van lichaam (en geest) met het universum. Kortom wij voelen ons veel te weinig verbonden tot elkaar, tot de kosmos, tot het universum …en onvergeeflijk te weinig verbonden met onze eigen lichaamsmoleculen, lichaamscellen, weefsels, organen en met ons eigen lichaam en geest. De klassieke geneeskunde heeft ons zo ingrijpend geïndoctrineerd en gepolariseerd om hoge LDL-cholesterol concentraties, te hoge glucosespiegels, hyperhomocysteïnemie, allergenen, tumorcellen en nog zovele andere moleculen en cellen of zelfs organen (appendix, amandelen, tanden, borsten, prostaat en andere ectomieën en plastische chirurgieën) in een slecht daglicht te stellen en ze als vijandige moleculen, cellen en organen te bekampen en te verwijderen omdat ze niet meer bij ons horen. Wij stoten eigen lichaamsdelen af in plaats van
Orthofyto Jg. 11, nr. 58 - 2006
REDACTIONEEL ze te vertroetelen, bewust energie te sturen en vooral “de verloren schapen (lees moleculen, cellen, organen)” terug bij de “kudde (lees het lichaam)” te brengen en de samenhang te herstellen. Wij staan zelfs te trappelen om ons eigen lichaam voortdurend op kleinere of grotere schaal te amputeren, permanent aangespoord door de rationele adviezen van klassieke practici! Je moet zelfs potentieel je organen bij overlijden afstaan indien je dit niet contractueel hebt genegotieerd en anderzijds zelf op de lange wachtlijsten staan om een nieuw orgaan van een geschikte donor ingeplant te krijgen. Men is helemaal niet bewust dat slechts de eigen samenhang van heel het lichaam tot gezondheid kan leiden. Een streven naar een optimale inwendige coherentie kan slechts gezondheid en optimaal functioneren van het lichaam verzekeren. Laten wij niet vergeten dat wij deel uit maken van een onuitputtelijk universum. Dit universum wordt door Lynne McTaggart (2004) in haar boek “Het VELD” het nulpuntenergieveld genoemd, door Rupert Sheldrake “het morfogenetisch veld”, of de “eonische matrix” of universele energie door Jean Charon (Teule 2000), of door Ervin Laszlo (2005) “het Akasha-veld.” In al deze benaderingen vinden wij de kracht, de energie, de liefde, de binding en de samenhang van alles met alles die zo nodig is om gezond te blijven of gezondheid terug te winnen. Het VIOW en de BSOM beschikt over honderden casestudies met wetenschappelijke referenties die aantonen dat ogenschijnlijk gezond levende mensen op termijn toch hartpatiënt worden. Ze vertonen immers een te lage antioxidantenstatus in hun bloed, of hebben te weinig essentiële vetzuren, magnesium of kalium in hun lichaam, of te weinig foliumzuur, vit B12 en B6 waardoor de homocysteïne waarden gevaarlijk hoog oplopen. Deze orthomoleculaire risicofactoren zijn biochemisch wetenschappelijker, specifiek en interessanter dan de klassieke omdat ze op een eenvoudige, goedkopere en zeer veilige manier kunnen
Orthofyto Jg. 11, nr. 58 - 2006
Walter OM Faché geëlimineerd worden. Enkel de combinatie en het gebruik van de juiste supplementen en beweging is al in staat om meer dan de helft van alle hartziekten te voorkomen.
De waarheid over cholesterol Cholesterol is een essentiële stof en behoort als een steroïde tot de grote groep van lipiden. Zij wordt in het lichaam voor 80 % zelf aangemaakt in de lever en voor 15 % aangebracht uit de voeding. De afgelopen decennia kreeg cholesterol steeds onophoudelijk negatieve mediacommentaren en wordt door de klassieke geneeskunde en de miljardenbusiness van de farmaceutica vergruisd tot de grote bewezen boosdoener van de cardiovasculaire ziektebeelden. Deze gecreëerde cholesterolbusiness brengt alleen in de USA 40 miljard dollar per jaar op en in Duitsland momenteel ongeveer 2,5 miljard euro! De biochemische en fysiologische werkelijkheid over het nut van cholesterolverlagende middelen klinkt enigszins anders. Cholesterol is een essentiële levensnoodzakelijke vitale stof voor het optimaal functioneren van het hele menselijk lichaam. Wij hebben heel veel cholesterol nodig. Wereldwijd wordt een reële doorsnee-meetwaarde voor volwassenen van 250 mg/dl of 6,36 mmol/l aangehouden die, al naargelang de belasting van het systeem, schommelt. Bij 20 % van de bevolking ligt het niveau bij 300-350 mg/dl of 7,63-8,90 mmol/l en blijkt een bewijs van verhoogde vitaliteit. Door lagere waarden van cholesterol te blijven aanhouden en deze progressief nog te verlagen als de juiste bloedreferentie, doet de pseudowetenschappelijke farmaceutica vrijwel de hele volwassen bevolking lijden aan hypercholesterolemie en stelt aldus de bevolking bloot aan de gevaren van een cholesterolverlagende behandeling. De American Heart Association kondigde nochtans in 1999 aan dat mensen met cholesterolniveaus lager dan 180mg/dl hun risico voor
bloedingen (beroerten) verdubbelden in vergelijking tot deze met cholesterolniveaus van 230 mg/dl, alhoewel het risico van een beroerte ook oploopt indien de cholesterolniveaus 230 mg/dl overschrijdt. De National Cholesterol Education Program kondigde aan dat cholesterolniveaus van rond de 200 mg/dl ideaal bleken voor preventie van een beroerte (Mercola. 1999). Het VIOW claimt een optimale cholesterolconcentratie van 210 à 230 mg/dl in het bloed, zodat voldoende cholesterol aanwezig is om alle vitale functies te kunnen uitvoeren.
De hypocholesterolemie risico’s zijn niet te onderschatten. Het wordt stilaan overduidelijk dat lage cholesterolniveaus zeer ongunstig zijn voor een optimale gezondheid in tegenstelling tot wat het medisch establishment beweert. Het belang van cholesterol is onuitputtelijk! Cholesterol is de grondstof van het belangrijkste stresshormoon, cortisol. Cortisol mobiliseert glucose uit de reserve om bij iedere mentale en fysieke activiteit deze energievorm te kunnen gebruiken. Immers elke mentale en lichamelijke belasting en extreme belastingen (operaties, transplantaties, brandwonden, langdurige topsportprestaties) kunnen de productie van cortisol zelfs doen oplopen tot 2 à 4 en zelfs tot 10 maal de uitgangswaarde. De postoperatieve verhoging van de cortisolspiegel is nodig voor de activering van de noodzakelijke glucose, maar wordt grandioos onderschat of is helemaal niet gekend. Een postoperatieve toename van cholesterol staat in dienst van een verhoogde cortisolproductie en daarmee de vorming van energieleverende stoffen, de genezing van verwondingen en een stabilisatie van de functies van hart en bloedsomloop. Onwetendheid en niet-gekwalificeerde publicaties inzake door cholesterol gestuurde stofwisselingsprocessen heeft reeds geleid tot groteske fouten (Hartenbach. 2002).
Mensen met een te lage cholesterol kunnen moeilijk hun stress positief moduleren, moeilijk of helemaal niet hun allergie onder controle houden, kunnen moeilijk hun spiertonus in stand houden wat kan leiden tot spierpijnen, bloeddruk en hartfunctiestoornissen. Cortisol regelt naar behoefte de uitscheiding van kalium vanuit de cellen in de bloedbaan en houdt de osmotische druk op peil. Cortisol stelt de stabiliteit van de hartfunctie en de bloedsomloopfuncties veilig. Doordat de stress jaren lang chronisch verkeerd werd behandeld door kost wat kost de cholesterol te verlagen, ben ik biochemisch overtuigd dat allerlei ziektebeelden gemakkelijker tot expressie kunnen komen zoals burnout, chronisch vermoeidheidsyndroom, depressie, uitputting en stressafhankelijke ziektebeelden. Niet alleen cortisol, maar ook de andere essentiële steroïdenhormonen uit cholesterol beheersen de gezondheid en de vitaliteit. Cholesterol is de grondstof van mannelijke en vrouwelijke geslachtshormonen die talrijke essentiële functies uitoefenen. Impotentieproblemen en andere gecreëerde libido dysfuncties zijn vooral te wijten aan een verkeerd cholesterolbeleid die het steroïdmetabolisme grondig verstoord. Er zijn aldus heel wat redenen om voorzichtig te zijn voor drastische reductie van dieetvet en serumcholesterol te betrachten. Vergeten wij ook niet dat de vetten in de voeding de vetoplosbare vitaminen (A,D,E en K) dragen en deze helpen te absorberen., in het bijzonder vit K, een extreem belangrijk nutriënt bij normale bloedcoagulatie, bij hart- en vaatziekten en bij osteoporose. Hypocholesterolemie kan ook de oorzaak zijn dat cerebrale arteriewanden verdunnen en scheuren onder druk. Ongeveer 20% van alle beroertes zijn trouwens het resultaat van cerebrale bloedingen (Hama. 2001)! Verscheiden studies tonen eveneens aan dat zeer lage cholesterolniveaus het risico van kankerdood verhoogt, in het
115
REDACTIONEEL
Walter OM Faché
Het leest misschien wat ironisch, maar een groot aantal cardiovasculaire aandoeningen ontstaat bij mensen met normale tot lage cholesterolwaarden. Het probleem bij hartziekten is niet de cholesterol zelf, maar wel de geoxideerde cholesterol en de grootte van de LDL-cholesterolpartikeltjes in het bloed.
Fig 1: Orthomoleculaire supplementen zorgen er mee voor dat je hart ziektevrij blijft
bijzonder leukemie en longkanker (Telega et al. 2000). Elke ernstige wetenschappelijke onderzoeker weet dat cholesterol voor 50 % een essentiële component is van de 98.000 km membranen in ons lichaam. Dit is een gigantische hoeveelheid cholesterol die wij nodig hebben om de membraanstructuur te optimaliseren! De membranen van cellen en organellen liggen aan
de basis van het transport van alle lichaamsstoffen en toxinen in en uit de cel of het organel. De kernmembraan zorgt voor het tot stand komen van een positieve expressie van onze genen. Zonder voldoende cholesterol is er geen volwaardige gunstige expressie mogelijk om ziekten te voorkomen, is geen gezond afweersysteem mogelijk en dreigt ook het hormonale evenwicht totaal uit balans te geraken.
In de wetenschappelijke literatuur zijn er duizenden studies terug te vinden die aantonen hoe geconcentreerde nutriënten borg kunnen staan voor een optimale hartfunctie. Hart- en vaataandoeningen zijn in de meeste gevallen het resultaat van een te lage antioxidantenstatus, waardoor cholesterol drastisch stijgt, want cholesterol is één van de krachtigste antioxidanten. Het is dan ook geenszins verwonderlijk dat bij de meeste mensen cholesterol de spuigaten uitloopt, … door gebrek aan vervangende antioxidantia. Antioxidanten zorgen er immers voor dat cholesterol deze functie niet of veel minder hoeft uit te voeren en zich kan bezig houden met al de andere prachtige functies die allen leiden tot het welzijn van de mens.
voor mensen die zelf de moeite doen om de nodige preventieve gezondheidskennis te verzamelen en die supplementen te gebruiken die hen kunnen beschermen. De farmaceutica, de klassieke artsen en de voedingsindustrie zullen u ‘deze kleine, maar levensreddende waarheid’ niet vertellen. Ze hebben er immers geen belang bij. Daarom schrijven wij het in uw vertrouwde Orthofyto. Wij komen er volledig op terug in een volledig Orthofytonummer in september.
Uw hoofdredacteur Walter OM Faché
Referenties 1 Lynne McTaggart. 2004. Het Veld. De zoektocht naar de geheime kracht van het universum. Ankh-Hermes, Deventer. 2 Teule Gerrit. 2001. Chaos en Liefde. Sigma. 3 Laszlo Erwin. 2005. Bezielde Kosmos. AnkhHermes, Deventer 4 Hartenbach Walter, Prof Dr. 2005. De Cholesterol Leugen. Ankh-Hermes, Deventer
Cardiovasculaire aandoeningen hoeven geen bedreiging te vormen
Bezoek onze gesloten website Seminarie 7 juni van 19u tot 22u in de congreszaal Larenhoeve Kerkstraat 101 te Laarne
Naar een nieuwe cardiovasculaire bescherming • •
Gratis voor VIOW leden Inschrijven € 35 email:
[email protected]
door Walter OM Faché, HEOS Orthomolair biochemicus Medisch Journalist
116
Nieuwe rubriek in de volgende nummers
“adviezen ziektebeelden” • In deze rubriek geeft Walter Faché telkens praktische adviezen om een bepaald ziektebeeld orthomoleculair te behandelen onder de leiding van een arts-therapeut. • Deze ziekte-adviezen zullen nog veel uitgebreider gebundeld worden op de gesloten website en in een 3-maandelijkse aflevering als VIOW Protocollen boek ziektebeelden te koop worden aangeboden.
Nieuwe rubriek in de volgende nummers
“wat eten orthotariërs in het seizoen” Orthofyto Jg. 11, nr. 58 - 2006
ORTHOMOLECULAIRE PREVENTIE
Walter O.M. Faché en Dirk Bogaert
DE
CARDIOVASCULAIRE ROL VAN FOLIUMZUUR, VITAMINE B12 EN VITAMINE B6
C
ardiovasculaire aandoeningen blijven de meest voorkomende chronische ziektebeelden in de Westerse wereld. De wisselwerking tussen een gradueel verslechterend vaatsysteem en een achteruitgaande werking van de hartpomp leidt in veel gevallen tot een onomkeerbare spiraal die aan de basis ligt van een overlijden. Hartkwalen vormen ook in België en Nederland de voornaamste doodsoorzaak. Een vroege accurate inschatting van het cardiovasculaire risico en het opsporen van de eerste tekenen van vaatproblemen zijn van cruciaal belang om al in een vroeg stadium mensvriendelijk, therapeutisch in te kunnen grijpen. Een van de veelbelovende nieuwe technieken om informatie te krijgen over de toestand van het vasculaire systeem gebeurt door middel van de ‘flow mediated dilatation’ procedure. Hierbij wordt kunstmatig de bloedstroom door een slagader tijdelijk vergroot. Hierdoor neemt de schuifspanning toe op de cellen die de binnenbekleding van het bloedvat vormen (endotheelcellen). Onder invloed van die schuifspanning scheiden ze bepaalde stoffen af (stikstofoxide- NO) waardoor het bloedvat uitzet. De mate waarin een bloedvat wijder wordt, geeft een idee over de algemene toestand van de endotheelcellen, en dus over het vasculaire systeem van de patiënt. Om de techniek echter klinisch bruikbaar te maken is het nodig om de parameter die aan de basis van de uitzetting ligt, de zogenaamde wandschuifspanning, kwantitatief te kunnen bepalen. Dit kan gebeuren op basis van ultrageluidbeelden. Eens men de kwaliteit van de endotheelcellen kent is het mogelijk om cardiovasculaire risicopatiënten preventief te helpen door bepaalde nutriënten in de juiste dosering toe te dienen. In de wetenschappelijke literatuur zijn er duizenden referenties over de volgende cardiovasculair beschermende stoffen terug te vinden.
Orthofyto Jg. 11, nr. 58 - 2006
➤ Foliumzuur (Vitamine B9) ➤ Vitamine B12 ➤ Vitamine B6 Het belang van iedere van deze stoffen, in het kader van een cardiovasculaire gezondheid, wordt in de volgende paragrafen beknopt besproken .
Foliumzuur vermindert cardiovasculair risico LDL geoxideerde cholesterol (LDL-ox) leidt tot endotheel disfunctie en verminderde stikstofoxide synthese, wat kan bijdragen aan hypertensie. LDL-ox activeert het renine angiotensine aldosteron systeem. Daarnaast kan LDL-ox leiden tot celmembraan veranderingen zoals een versterkte L-type calcium kanaal activiteit en versterkte myogene tonus, welke hypertensie kunnen veroorzaken. Zowel hypertensie als geoxideerde lipiden veroorzaakt endotheel disfunctie, wat een versterkte cyclooxygenase activiteit en inflammatie veroorzaakt. Er is een omgekeerde associatie tussen folaatgehalten in het serum en de dikte van de intima media van de halsslagader. Deze associatie hangt wellicht samen met een effect van folaat op de NOproductie in het endotheel. Lage folaat- en hoge homocysteïnegehalten in het bloed zijn ook geassocieerd met leeftijdsgerelateerde vermindering van sommige aspec-
ten van het cognitief functioneren en het cardiovasculaire stelsel. Suppletie van de voeding met foliumzuur leidt tot verhoging van de serumgehalten van folaat en verlaging van de serumgehalten van homocysteïne.
tussen enerzijds folaat- en homocysteïnespiegels, en anderzijds de risico’s van cardiovasculaire ziekte, cognitieve achteruitgang en verminderd hoorvermogen.
Het vertragen van processen die leiden tot degeneratieve ziektebeelden kan zorgen voor een langer en kwalitatief beter leven. Dit onderstreept het belang van het opsporen van risicofactoren op dit gebied, met name risicofactoren die kunnen worden beïnvloed door voedingsgewoonten en andere leefstijlkenmerken. Een van deze risicofactoren is een lage bloedspiegel van folaat.’ Dat schrijft de Wageningse epidemioloog dr. Jane Durga in haar proefschrift ‘Folate and age-related disease’.
effect via homocysteïne
Het onderzoek van Durga was onderdeel van de Facitstudie (‘Folic Acid and Carotid Intima media Thickness’), een studie naar het effect van drie jaar dagelijkse suppletie van de voeding met 0,8 mg foliumzuur bij 819 mannen en postmenopauzale vrouwen in de leeftijdscategorie van 50 tot 70 jaar. Het primaire eindpunt van de studie is de dikte van de intima media (IMT) van de halsslagader. Toename van de IMT wordt gezien als een risicofactor voor hart- en vaatziekte. Durga heeft op basis van de baselinedata van FACIT een cross-sectionele analyse gemaakt van het verband
Geen aanwijzing voor
Uit de analyses bleek dat een lage concentratie van folaat in de rode bloedcellen geassocieerd was met een dikkere wand van de halsslagader, onafhankelijk van andere risicofactoren voor hart- en vaatziekte. Het verschil in wanddikte tussen mensen die deficiënt zijn in serum respectievelijk erythrocytfolaat en mensen met een optimale status bedroeg 0,05 mm, met een 95%-betrouwbaarheidsinterval van 0,01 tot 0,08 mm, respectievelijk 0,004 mm, met een 95%betrouwbaarheidsinterval van 0,03 tot 0,11 mm. De homocysteinespiegel bleek echter niet geassocieerd met de dikte van de halsslagaderwand. De folaat- en homocysteïnespiegels waren beiden niet geassocieerd met de distensie van de halsslagader, een maat voor de ‘rekbaarheid’ van bloedvaten. Durga ziet in deze resultaten aanwijzingen voor de veronderstelling dat een laag folaatgehalte inderdaad een rol speelt bij het ontstaan van arteriosclerose en vaatziekte, maar niet via het vaak genoemde mechanisme dat een laag folaatgehalte de homocysteïnespiegel zou verhogen.
117
ORTHOMOLECULAIRE PREVENTIE
Walter O.M. Faché en Dirk Bogaert bij wie het vetgehalte in het bloed te hoog is. Voorbeelden zijn lopid, modalim en bezalip.
Ontwikkeling van atherosclerose atherosclerotische plaquevorming
stabiele presymptomatische atherosclerotische plaquevorming
onstabiele symptomatische atherosclerotische plaquevorming gescheurde plaque bloedklonter
Fig 1: folaatgehalte speelt rol bij het ontstaan van arteriosclerose en vaatziekte
Folaat verbetert endotheelfunctie (fig 1) Welke mechanismen spelen dan wel een rol? In een gezond endotheel wordt NO geproduceerd. Deze NO-productie is geassocieerd met preventie van de adhesie van leukocyten aan het endotheel, van de migratie van leukocyten in de vaatwand, en van de transformatie van leukocyten/monocyten tot schuimcellen. De NO-productie levert zo een bijdrage aan de preventie van de vorming van fatty streaks en het arterioscleroseproces. Verder remt NO de migratie en proliferatie van gladde spiercellen, het remt de aggregatie van bloedplaatjes, en het beïnvloedt de tonus van de vaatwand. Deze laatste eigenschap wordt gebruikt bij de in vivo bepaling van de NO-productie. Na infusie in de onderarmslagader van een stimulator van de NO-productie, bijvoorbeeld serotonine, zal verwijding van het bloedvat optreden. Als er echter sprake is van disfunctie van het endotheel, dan is de NO-respons verminderd. De verhouding tussen de bloed flow in de serotoninebehandelde arm
118
en de flow in de controlearm is een maat voor de NO-productie, en dus voor het functioneren van het endotheel. Met deze techniek heeft men aangetoond dat bij patiënten met familiaire hypercholesterolemie de NO-productie gestoord is. Als de patiënten echter gedurende 6 weken 5 mg foliumzuur per dag krijgen, dan wordt deze storing gedeeltelijk opgeheven. Ook bij patiënten met type 2 diabetes wordt een gestoorde NO-productie waargenomen, en leidt infusie van folaat tot herstel van de endotheelfunctie.
Daarom zou het dagelijkse gebruik van foliumzuur, vitamine B12 (cobalamine) en vitamine B6 (pyridoxine) heel veel hart- en vaatziekten kunnen vermijden. (1)
hartaanval Hoge vrije homocysteïne niveaus in het bloed, beter bekend als hyperhomocysteïnemie, hebben een relatie met een verhoogde kans op sterven aan hart- en vaatziekten. Niet duidelijk is of dit een symptoom is of een oorzaak. In het laatste geval zou het verlagen van de homocysteïne niveaus weer leiden tot een gezonder hartvaatstelsel.
Studies hebben aangetoond dat verhoogde plasma homocysteinespiegels een verhoogd risico geven op het optreden van hartfalen. Hyperhomocysteïnemie (een teveel aan homocysteïne) is een aangetoonde risicofactor voor arteriosclerose (vaatwandaandoeningen). De concentraties van homocysteïne in het lichaam zijn gerelateerd aan de spiegels van folaat en vitamine B6. Verlaagde spiegels van folaat en vitamine B6 geven een verhoogd risico van arteriosclerose.
Wetenschappelijke studies die de rol van foliumzuur, vitamine B6 en B12 bij cardiovasculaire ziektepreventie aantonen.
Vitamine B suppletie voorkomt tweede
Studies hebben echter aangetoond dat de meest voorgeschreven fibraten in 40% van de gevallen hyperhomocysteïnemie veroorzaakt. Het meest waarschijnlijke mechanisme voor het ontstaan van hyperhomocysteïnemie is de verandering in het creatine-creatinine metabolisme en veranderingen in de methyltransfer. Het teveel aan homocysteïne, na het gebruik van fibraten, kan echter opgevangen worden door vitaminen van de B-groep.(2)
Een te hoog bloedvetgehalte is een risicofactor voor cardiovasculaire aandoeningen. De geneesmiddelen die ingezet worden bij de behandeling van een teveel aan triglyceriden zijn fibraten. Fibraten stimuleren de enzymen die een rol spelen bij de opslag, verwerking en verbranding van vet. Hierdoor vermindert de hoeveelheid vet in het bloed. Bovendien hebben fibraten ook een gunstige invloed op de vorm waarin cholesterol zich in het bloed bevindt. Fibraten worden voornamelijk gebruikt bij mensen
Homocysteïne concentraties kunnen gereduceerd worden door vitamine supplementen die foliumzuur en vitamine B6 en vitamine B12 bevatten. Het homocysteïne wordt omgezet in het menselijke lichaam onder invloed van foliumzuur, vitamine B6 en vitamine B12 die essentiële co-factoren en co-enzymen zijn. Het preventieve effect van vitamine B6 op toenemen van coronair hartfalen kan gerelateerd zijn aan toegenomen vorming van pyridoxaalfosfaat. Dit co-enzym is nodig voor de aanmaak van het atherogene aminozuur, homocysteïne.
Referenties 1 Spence JD, Bang H, Chambless LE, Stampfer MJ (2005) Vitamin Intervention for Stroke Prevention Trial - doi:10.1161/01. STR.0000185929.38534.f3 (Stroke. 2005; 36:2404.) 2 Dierkes J, Westphal S, Luley C. The effect of fibrates and other lipid-lowering drugs on plasma homocysteine levels. Expert Opin Drug Saf. 2004 Mar;3(2): 101-11
Orthofyto Jg. 11, nr. 58 - 2006
HOOFDARTIKEL FYTO
Katleen Van der Gucht, Dr. Biologische Wetenschappen
VEELZIJDIGE
BIOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN VAN RESVERATROL RESVERATROL
BESCHERMT TEGEN HART- EN VAATZIEKTEN
D
e interesse in resveratrol kende een doorbraak in 1992, wanneer het voor het eerst werd waargenomen in rode wijn, en er gespeculeerd werd dat het een belangrijke rol zou kunnen spelen bij de verklaring van de “French Paradox”, het relatief weinig voorkomen van hart- en vaatziekten in Frankrijk terwijl de Fransen toch een vetrijk dieet kennen. Dertien jaar later zijn de bevindingen spectaculair. Resveratrol beschikt inderdaad over zeer veelzijdige biologische eigenschappen: het is een antioxidant, vermindert de kans op hart- en vaatziekten, biedt bescherming tegen kanker, vermindert de kans op neurologische aandoeningen en verlengt de levensduur. Alleen al in 2005 zijn er meer dan 500 artikels gepubliceerd in wetenschappelijke tijdschriften. Onderzoek heeft een brede waaier aan activiteiten aan het licht gebracht die er kunnen voor zorgen dat resveratrol één van de meest bruikbare agentia wordt voor tal van gezondheidsproblemen.
Fig 1: Chemische structuur van resveratrol.
Hart- en vaatziekten scoren hoog als doodsoorzaak. Volgens de wereldgezondheidsorganisatie sterven in Europa jaarlijks 4 miljoen mensen aan hart- en vaatziekten. Naarmate de bevolking ouder wordt, zal dit aantal eerder toenemen dan afnemen. Bij het ontwikkelen van hart- en vaatziekten spelen verstoorde interne biochemische processen, te weinig beweging, en ook erfelijke factoren een belangrijke rol. De hoofdoorzaak is arteriosclerose: vaatwandbeschadiging, verharding van de vaatwand (aderverkalking), en het uiteindelijk dichtslibben van slagaders.
Hoe vermindert Fig 1: Druiven bevatten Resveratrol
Resveratrol, ofwel 3,5,4’-trihydroxy-stilbene, behoort tot de groep van polifenolen. Het komt voor in druiven, wijn (vooral rode wijn), moerbeien, frambozen, veenbessen, bosbessen, pindanoten en de wortels van Polygonum cuspidatum (een van oudsher in de Japanse en Chinese volksgeneeskunde toegepast product). Resveratrol is oplosbaar in vet en komt voor in
Orthofyto Jg. 11, nr. 58 - 2006
twee vormen: de meest actieve trans-vorm en de cis-vorm (fig. 1). Beide vormen komen ook voor als glucosiden (i.e. gebonden aan een glucosemolecule). Zo bevat druivensap voornamelijk de glucosiden. Planten produceren resveratrol als een reactie op stress, verwonding, schimmelinfecties, en UV bestraling.
resveratrol de kans op cardiovasculaire aandoeningen ? Uit een recent overzichtsartikel van Delmas et al. (2005) blijkt dat resveratrol (RSV) inwerkt op verschillende stadia van de arteriosclerotische plaquevorming en
actief is op verschillende niveaus in de interne biochemische cycli, via signaaloverdracht, enzymatische pathways, of beïnvloeding van de genexpressie. De belangrijkste mechanismen waarvoor reeds aanwijzingen werden gevonden bij de mens, worden hier toegelicht.
Resveratrol verlaagt de oxidatieve stress Zern et al. (2005) toonden aan dat een dagelijkse inname van 36 g gelyofiliseerd druivenpoeder (een equivalent van 200 g rode druiven per dag, wat overeenkomt met 0.25 µmol RSV) het risico op hartaandoeningen aanzienlijk vermindert. Een eerste vaststelling was een significante daling van de oxidatieve stress bij proefpersonen die druivenpoeder toegediend kregen. Het is gekend dat bij verstoring van de balans tussen de vorming van vrije radicalen en de antioxidantverdediging vrije radicalen schadelijk worden voor het lichaam, en onder meer een rol kunnen spelen bij het ontstaan van hart- en vaatziekten.
119
HOOFDARTIKEL FYTO In vitro experimenten hebben aangetoond dat RSV kan optreden als directe antioxidant door het neutraliseren van vrije radicalen en andere oxidanten (Fremont et al. 1999, Stojanovic et al. 2001). Recent onderzoek wijst er echter op dat het belang van RSV als directe antioxidant in vivo eerder gering is (Bradamante et al. 2004, Doré 2005). De concentraties aan trans-RSV in het plasma zijn na orale consumptie immers veel lager dan van andere belangrijke antioxidanten, zoals vit C, vit E en glutathion. Bovendien zijn de antioxidant-eigenschappen van RSV-metabolieten, die het grootste deel uitmaken van het circulerend RSV, veel lager dan deze van vrij RSV. De daling van de algemene oxidatieve stress na inname van RSV is eerder indirect van aard, en kan verklaard worden doordat RSV verschillende enzymsystemen (NADPH oxidase, HX/XO, COX) betrokken bij de vorming van intracellulaire ROS (reactive oxygen species) inhibeert, waardoor de productie van intracellulaire ROS daalt (Delmas et al. 2005). Een andere mogelijke verklaring kan gelegen zijn in de activatie van het antioxidant-systeem heme-oxygenase. Recent onderzoek op gladde spiercellen, geïsoleerd uit de aorta van ratten, toont immers aan dat RSV het antioxidant systeem HO-1 induceert via de NF-kB pathway (Huang et al. 2005). Op die manier zou RSV de vaatwandcellen beschermen tegen oxidatieve stress. Een algemene daling van de intracellulaire ROS in endotheelcellen zorgt inderdaad voor een daling van de leukocytadhesie, één van de eerste stappen bij arteriosclerose
Katleen Van der Gucht Dr. Biologische Wetenschappen wing aanzienlijk kunnen versnellen. Bij hoge LDL-C concentraties wordt er meer LDL-C opgenomen in de vaatwand. Bovendien wordt LDL-C via oxidatie gemodificeerd, waarna het geoxideerde LDL-C via receptoren op de macrofagen, onder het endotheel van de vaatwand, kan worden opgenomen. De macrofagen kunnen dan tot schuimcellen transformeren, en dit leidt tot de vorming van arteriosclerose. Via experimenten op proefdieren (Miura et al. 2003, Fukao et al. 2004) en in vitro experimenten op darm- en levercelculturen (Pal et al. 2003, Pal et al. 2005) kon worden vastgesteld dat: (1) RSV de productie en secretie van apolipoproteïnen onderdrukt, onder meer B48 (tot 30%) en B100 (tot 50%). Apolipoproteïnen zijn verpakkingseiwitten verbonden aan lipiden. B48 is gebonden aan chylomicronen afkomstig uit de darm, B100 is een essentieel bestanddeel van het VLDL en LDL-C afkomstig uit de lever. (2) RSV de activiteit van ACAT (acyl-CoA-cholesterol acyltransferase) en MTP (microsomal transfer proteïne) inhibeert, met als gevolg dat er
minder VLDL-partikels worden vrijgesteld uit de lever. (3) RSV doet de expressie en activiteit van LDL-receptoren in levercellen toenemen. Figuur 2 geeft een vereenvoudigd schema van bovenstaande relaties, gebaseerd op een recent overzichtsartikel van Zern & Fernandez (2005), waarin de mechanismen die mogelijks aan de basis liggen van een daling van het aantal plasmalipiden meer in detail worden toegelicht. RSV reduceert de cholesterolabsorptie, o.a. via een verlaagde apoB48 productie en secretie, met als resultaat dat er minder cholesterol in de lever wordt opgenomen. In de levercellen zorgt RSV voor een verlaagde VLDL-partikel synthese en secretie, onder meer door een verminderde MTP en ACAT activiteit, en een verlaagde apo100 productie en secretie. Een algemene daling in de secretie van VLDL-partikels vanuit de lever resulteert eveneens in een daling van de LDL-partikels. Een verminderde cholesteroltoevoer naar de lever, tengevolge van een verminderde cholesterolabsorptie in de darmcel, gepaard gaande met een verminderde concentratie aan LDL-partikels in circulatie, resul-
teert in een upregulatie van de expressie en activiteit van LDLreceptoren in de lever, om op die manier te compenseren voor de verminderde beschikbaarheid van substraat, wat op zijn beurt een algemene daling van het cholesterolgehalte in het plasma induceert (= homeostatische intracellulaire cholesterol feedback loop). Het LDL-C wordt uit de bloedbaan verwijderd door de LDL-receptoren in de lever, waarbij het cholesterol opnieuw in de lever ter beschikking komt.
RSV werkt ontstekingsremmend Een derde belangrijke observatie van Zern et al. (2005) is dat de concentraties aan inflammatoire cytokines, met name TNFα (tumor necrosis factor α) en IL-6 (interleukine 6) significant lager waren bij proefpersonen die dagelijks druivenpoeder hadden ingenomen dan in de controlegroep. In een eerdere studie, waarbij proefpersonen gedurende vier weken rode wijn consumeerden, werd ook reeds een daling waargenomen van de adhesiemoleculen (VLA-4, LFA-1, Mac-1 en MCP-1) gehecht aan monocyten en T-lymfocyten, alsook van de
Resveratrol verlaagt het aantal plasmalipiden In hun studie met proefpersonen stelden Zern et al. (2005) vast dat een dagelijkse inname van druivenpoeder zorgt voor een significante daling van het aantal plasmalipiden, met name LDL-C (Cholesterol). Het is gekend dat hoge LDL-C concentraties de arteriosclerotische vaatvernau-
120
Fig 2: RSV werkt in op het lipoproteïne metabolisme.
Orthofyto Jg. 11, nr. 58 - 2006
HOOFDARTIKEL FYTO
Katleen Van der Gucht Dr. Biologische Wetenschappen stofmonoxide synthetase (eNOS), een enzym dat anginine omzet in citrulline, waarbij stikstofmonoxide vrijkomt. Bovendien inhibeert RSV de endotheline 1 (ET1) gen expressie (Delmas et al. 2005, Klinge et al. 2005, Das et al. 2005). Stikstofmonoxide ontspant de gladde spiervezels in de aderwand, wat leidt tot een relaxatie en een makkelijke doorstroming van bloed. Een verzwakte NOafhankelijke vasodilatatie gaat gepaard met een verhoogd risico voor cardiovasculaire aandoeningen.
Fig 3: Effecten van RSV op inflammatoire cytokines en adhesiemoleculen (figuur naar Zern & Fernandez 2005).
cellulaire adhesiemoleculen ICAM-1 en VCAM-1 (Estruch et al. 2004). Ontstekingsreacties spelen een cruciale rol bij aderverkalking. Endotheelcellen produceren inflammatoire cytokines en diverse adhesiemoleculen als reactie op een schadelijke prikkel. Daardoor worden witte bloedcellen geactiveerd en naar het endotheel getrokken. Deze migreren in het endotheel en transformeren naar macrofagen. De la Lastra & Villegas (2005) geven in hun recent overzichtsartikel een duidelijke opsomming van de reeds in vitro en in vivo aangetoonde ontstekingsremmende eigenschappen van RSV en verduidelijken de verschillende werkingsmechanismen. Zo zijn er aanwijzingen voor het feit dat RSV de expressie van inflammatoire cytokines en adhesiemoleculen reguleert via een inhibitie van de NF-kappaB pathway, alsook via een inhibitie van het tyrosine kinase systeem (Zern et al. 2005, zie ook figuur 3). RSV remt de productie van inflammatoire cytokines (TNF-α en interleukine-6) af, die op hun beurt een regulerend effect hebben op de expressie van adhesiemoleculen. Dit heeft een daling van de adhesiemoleculen (VLA-4, LFA-1, Mac-1 en MCP1) gehecht aan monocyten en T-lymfocyten tot gevolg, alsook van de CAMs aanwezig op de vaatwand. Daardoor gaan minder monocyten en T-lymfocyten
Orthofyto Jg. 11, nr. 58 - 2006
migreren doorheen het endotheel en wordt de arteriosclerotischevorming geremd.
RSV bevordert de doorbloeding Lekakis et al. (2005) stelden een significante verbetering vast in de bloeddoorstroming bij hartpatiënten na inname van een extract van rode druiven. De enige actieve component in dit extract waren polifenolen, waaronder trans-resveratrol. De inname van het druivenextract kwam overeen met een consumptie van 0.54 mg resveratrol. Een dergelijke verbetering in de bloeddoorstroming duidt op een relaxatie van de
vaatwand. In vitro experimenten ( o.a. Rakici et al. 2005) en experimenten op proefdieren (o.a. Zou et al. 2003, Das et al. 2005) tonen aan dat RSV inwerkt op de flexibiliteit van de vaatwand via een verbeterde endotheelfunctie. Het endotheel reguleert de vaattonus en is in staat om zowel vasodilaterende als vasoconstrictieve stoffen te produceren. Daarbij wordt een balans tussen deze twee onderhouden. Bij een verstoorde endotheelfunctie is er een toename van vasoconstrictoren, met name endotheline I en thromboxanen, en een deficiëntie van vasodilatatoren, met name stikstofmonoxide. RSV stimuleert de activiteit van het endotheliaal stik-
RSV inhibeert de proliferatie van vasculaire gladde spiercellen De proliferatie en migratie van vasculaire gladde spiercellen zijn kritische stadia bij een voortschrijdende verdikking van de intima en spelen een belangrijke rol bij de progressie van arteriosclerose. In vitro experimenten werd aangetoond dat resveratrol de proliferatie van vasculaire gladde spiercellen inhibeert (Haider et al 2003, Mnjoyan & Fujise 2003). Het achterliggende moleculaire mechanisme dient nog nader onderzocht te worden. Het is mogelijk dat RSV de overgang van
Fig 4: Werkingsmechanisme van RSV op de activatie van bloedplaatjes (figuur naar Olas & Wachowicz 2005).
121
HOOFDARTIKEL FYTO
Katleen Van der Gucht Dr. Biologische Wetenschappen
de G1- naar de S fase blokkeert in de vasculaire gladde spiercelcyclus alsook de DNA-synthese (Delmas et al. 2005).
RSV remt de samenklontering van bloedplaatjes Een aggregatie van bloedplaatjes is één van de eerste stappen in de vorming van een bloedklonter die vervolgens een ader kan verstoppen, resulterend in een trombose, een beroerte, of een infarct. Keevil et al. (2000) toonden aan dat het drinken van druivensap (5-7.5 ml/kg per dag) gedurende 1 week de aggregatie van bloedplaatjes afremde met 77%. RSV werkt in op verschillende niveaus van de bloedklontervorming (met name op de adhesie, secretie en aggregatie) en dit via verschillende biochemische pathways. Het achterliggende mechanisme is complex en nog steeds niet volledig gekend. Wel is duidelijk dat RSV inwerkt op de phospho-inositide hydrolyse pathway en de eicosanoïd synthese, twee verschillende pathways die centraal staan in de activatie van bloedplaatjes (Olas & Wachowicz 2005). Een schematische weergave van de mogelijke werking van RSV op de activatie van bloedplaatjes is weergeven in figuur 4. Resveratrol zorgt voor een daling van de intracellulaire ROS productie en reduceert de activiteit van verschillende enzymen waaronder cyclooxygenase (COX), PI-4(5)-kinase en proteïne kinase C (PKC). Een daling van de activiteit van COX heeft een inhibitie van het arachidonzuur (AA) metabolisme tot gevolg, wat op zijn beurt aanleiding geeft tot een inhibitie van de eicosanoïd synthese. Een daling van de intracellulaire ROS gaat gepaard met een herstel van de activiteit van fosfatase enzymen. Opnieuw geactiveerde fosfatasen remmen de activiteit van tyrosine kinasen. Tyrosine kinase kan, via een inhibitie van de expressie van αIIbβ3, de aggregatie van bloedplaatjes
122
Fig 5: Gunstige effecten van RSV gerelateerd aan arteriosclerose.
remmen. Een inhibitie van de enzymen PI-4(5)-kinase, PKC en fosfolipase C zorgt voor een inhibitie van het polyphosphoinositide (PPI) metabolisme. Een samenvatting van de gunstige effecten van RSV gerelateerd aan hart- en vaatziekten wordt gegeven in figuur 5.
Metabolisme en biobeschikbaarheid Hoewel trans-resveratrol oraal gemakkelijk wordt opgenomen door de mens, is de beschikbaarheid ervan in het lichaam laag omdat het snel gemetaboliseerd wordt. Na orale inname wordt van
het vrije resveratrol zo goed als niks (< 2%) teruggevonden in plasma en serum. Wel worden sulfaat- en glucuronide-conjugaten (ca 25 %) gedetecteerd (Wenzel & Somoza 2005). Wanneer gezonde mannen en vrouwen oraal een dosis van 25 mg trans-resveratrol innamen, werden slechts sporen van deze molecule gedetecteerd in het bloedplasma, terwijl plasmacon-
Fig 6: Pathways van resveratrol absorptie, transport, metabolisme en excretie. GLCRES, resveratrol-3-O-β-glucoside (piceid); SULRES, resveratrol-3-sulfaat; GLURES, resveratrol-3-O-β-glucuronide (Figuur naar Signorelli & Ghidoni 2005).
Orthofyto Jg. 11, nr. 58 - 2006
HOOFDARTIKEL FYTO centraties van resveratrol metabolieten hoogtepunten bereiken ca 1 uur (± 90 ng/ml) en 6 uur (± 68 ng/ml) na de inname (Walle et al. 2004). De tweede piek na 6 uur suggereert een efficiënt systemisch metabolisme waarbij de metabolieten, na absorptie doorheen de darm, via de lever opnieuw in circulatie worden gebracht. De mogelijke pathways van RSV absorptie, transport, metabolisme en excretie zijn weergegeven in figuur 6. Experimenten in vitro (Lancon et al. 2004) en in vivo (Marier et al. 2002, Vitrac et al. 2003) wijzen op een efficiënte, actieve opname van RSV in de lever.
Er blijven echter veel vragen betreffende het metabolisme van RSV onbeantwoord. (1) Zo is het nog niet gekend of de RSV-metabolieten vervoerd worden naar andere weefsels of enkel vervoerd worden met het oog op excretie. (2) Ook weet men niet of de levercellen in staat zijn de geconjugeerde vorm van RSV uit de bloedbaan op te nemen. Aangezien het vooral de geconjugeerde vorm is die wordt teruggevonden en gegeven de vrij lage concentraties in circulatie, gaat men er van uit dat de molecule vooral actief is via de activatie van intracellulaire pathways, eerder dan op directe wijze, bv als antioxidant. (3) Ook worden de vele resultaten van de in vitro experimenten, waarbij steeds de vrije trans-vorm werd gebruikt, sterk afgezwakt door de waarneming dat vrij trans-resveratrol zo goed als niet wordt teruggevonden in het bloedplasma. Anderzijds
Orthofyto Jg. 11, nr. 58 - 2006
Katleen Van der Gucht Dr. Biologische Wetenschappen blijven natuurlijk de waarnemingen op proefpersonen en dieren overeind. Bovendien bleek bij een vergelijking van eenzelfde behandeling met trans-RSV in vitro en in vivo (in ratten) de activiteit veel sterker in de proefdieren, wat suggereert dat via biotransformatie in de lever één of meerdere metabolieten worden gegenereerd met een veel grotere activiteit dan RSV zelf (Casper et al. 1999). Er is echter weinig gekend betreffende de biologische activiteit van resveratrol-metabolieten.
De synergetische en/of antisynergetische effecten met andere voedingselementen In zo goed als alle studies waarbij het effect in vivo bij de mens werd nagegaan, werd ofwel gebruik gemaakt van rode wijn, druivensap, of een extract van rode druiven. Dit betekent dat ander polifenolen (zoals stilbenen, flavonoïden, anthocyaninen) uit de druif in deze studies synergetisch of antisynergetisch kunnen werken met resveratrol. In studies van De Santi et al. (2000a en b) werd aangetoond dat flavonoïden, zoals quercetine, de glucuronidatie en sulfatie van RSV inhiberen en op die manier mogelijkerwijze de biobeschikbaarheid van RSV verhogen.
Referenties Bradamante S, Barenghi L, Villa A. 2004. Cardiovascular protective effects of resveratrol. Cardiovasc Drug Rev. 22(3):169-188. Casper R.F., Quesne M., Rogers I.M., Shirota T., et al. 1999. Resveratrol has antagonist activity on the aryl hydrocarbon receptor : implications for prevention of dioxin toxicity. Mol. Pharmacol. 56: 784-790. Das S., Alagappan V.K.T., Bagchi D., Sharma H.S., Maulik N., Das D.K. 2005. Coordinated induction of iNOS-VEGF-KDR-eNOS after resveratrol consumption. A potential mechanism for resveratrol preconditioning of the heart. Vascular Pharmacology 42: 281-289. Am. J. Physiol. Heart Circ. Physiol. 288: H328-H335. Das S., Cordis G.A., Maulik N., Das D.K. 2005. Pharmacological preconditioning with resveratrol : role of CREB-dependent Bcl-2 signaling via adenosine A3 receptor activation. A De la Lastra C.A. and Villegas I. 2005. Resveratrol as an anti-inflammatory and anti-aging agent : mechanisms and clinical implications. Mol. Nutr. Food Res. 49: 405-430. Delmas D., Jannin B., Latruffe N. 2005. Resveratrol: Preventing properties against vascular alterations and ageing. Mol. Nutr. Food Res. 49: 377-395. De Santi C., Pietrabissa A., Mosca F., Pacifici G.M. 2000a. Glucuronidation of resveratrol, a natural product present in grape and wine, in the human liver. Xenobiotica 30: 1047-1054. De Santi C., Pietrabissa A., Spisni R., Mosca F., Pacifici G.M. 2000a. Sulfation of resveratrol, a natural compound present in wine, and its inhibition by natural flavonoids. Xenobiotica 30: 857-866. Doré S. 2005. Unique properties of polyphenol stilbenes in the brain: more than direct antioxidant actions; Gene/Protein Regulatory Activity. Neurosignals 14: 61-70. Estruch R., Sacanella E., Badia E., Antunez E., Nicolas J.M., Fernandez-Sola J., Rotilio D., de Gaetno G., Rubin E., Urbano-Marquez A. 2004. Different effects of red wine and gin consumption on inflammatory biomarkers of atherosclerosis : A prospective randomized crossover trial. Effects of wine on inflammatory markers. Atherosclerosis 175: 117-23. Fremont L., Belguendouz L., Delpal S. 1999. Antioxidant activity of resveratrol and alcoholfree wine polyphenols related to LDL oxidation and polyunsaturated fatty acids. Life Science 64: 2511-2521. Fukao H., Ijiri Y., Miura M., Hashimoto M., et al. 2004. Effect of trans-resveratrol on the thrombogenicity and atherogenicity in apolipoprotein E-deficient and low-density lipoprotein receptor-deficient mice. Blood Coagul. Fibrinolysis 15: 441-446. Huang H.-M., Liang Y.-C., Cheng T.-H., Chen C.-H., Juan S.-H. 2005. Potential mechanism of blood vessel protection by resveratrol, a component of red wine. Ann. N. Y. Acad. Sci. 1042: 349-356. Haider U.G., Sorescu D., Griendling K.K., Vollmar A.M., Dirsch V.M. 2003. Resveratrol increases serine15-phosphorylated but transcriptionally impaired p53 and induces a reversible DNA replication block in serum-activated vascular smooth muscle cells. Mol. Pharmacol. 63: 925-932. Kaga S., Zhan L., Matsumoto M., Maulik N. 2005. Resveratrol enhances neovascularization in the infracted rat myocardium through the induction of thioredoxin-1, heme oxygenase-1 and vascular endothelial growth factor. Journal of Molecular and Cellular Cardiology 39: 813-822. Keevil J.G., Osman H.E., Reed J.D., Folts J.D. 2000. Grape juice, but not orange juice or grapefruit juice, inhibits human platelet aggregation. J. Nutr. 130: 53-56. Klinge C.M., Blankenship K.A., Risinger K.E., Bhatnagar S., Noisin E.L., Sumanasekera W.K., Zhao L., Brey, D.M., Keynton R.S. 2005. Resveratrol and Estradiol rapidly activate MAPK signalling through Estrogen Receptors a and b in endothelial cells. The Journal of Biological Chemistry 280 (9): 7460-7468. Lancon A., Delma D., Osman H., Thenot J.P., Jannin B., Latruffe N. 2004. Human hepatic cell uptake of resveratrol: involvement of both passive diffusion
and carrier-mediated process. Biochem. Biophys. Res. Commun. 316: 1132-1137. Lekakis J., Rallidis L.S., Andreadou I., Vamvakou G., Kazantzoglou G., Magiatis P., Skaltsounis A.-L., Kremastinos D.T. 2005. Polyphenolic compounds from red grapes acutely improve endothelial function in patients with coronary heart disease. European Journal of Cardiovascular Prevention and Rehabilitation 12 (6): 596-599. Marrier J.F., Vachon P., Gritsas A., Zhang J., Moreau J.P., Ducharme M.P. 2002. Metabolism and disposition of resveratrol in rats: extent of absorption, glucuronidation, and enterohepatic recirculation evidenced by a linked-rat model. J. Pharmacol. Exp. Ther. 302: 369-373. Morris B.J. 2005 A forkhead in the road to longevity: the molecular basis of lifespan becomes clearer. Journal of Hypertension 23 (7): 1285-1309. Miura D., Miura Y., Yagasaki K. 2003. Hypolipidemic action of dietary resveratrol, a phytoalexin in grapes and red wine, in hepatoma-bearing rats. Life Science 73: 1993-1400. Mnjoyan Z.H., Fujise K. 2003. Profound negative regulatory effects by resveratrol on vascular smooth muscle cells: a role of p53-p21 (WAF1/CIP1) pathway. Biochem. Biophys. Res. Commun. 311: 546-552. Olas B. and Wachowicz B. 2005. Resveratrol, a phenolic antioxidant with effects on blood platelet functions. Platelets 16 (5): 251-260. Olson E.R., Naugle J.E., Zhang X., Bomser J.A., Meszaros J.G. 2005. Inhibition of cardiac fibroblast proliferation and myofibroblast differentiation by resveratrol. Am. J. Physiol. Heart Circ. Physiol. 288: H1131-H1138. Pal S., Ho N., Santos C., Dubois P., Mamo J., Croft K., Allister E. 2003. Red wine polyphenolics increase LDL receptor expression and activity and suppress the secretion of apoB100 from human HepG2 cells. J. Nutr. 133: 700-706. Pal S., Ho S.S., Ryusuke T. 2005. Red wine polyphenolics suppress the secretion of apoB48 from human intestinal caco-2 cells. J. Agric. Food Chem. 53: 2767-2772. Rakici O., Kiziltepe U., Coskun B., Aslamaci S., Akar F. 2005. Effects of resvertrol on vascular tone and endothelial function of human saphenous vein and internal mammary artery. International Journal of Cardiology 105: 209-215. Signorelli P. and Ghidoni R. 2005. Resveratrol as an anticancer nutrient: molecular basis, open questions and promises. Journal of Nutritional Biochemistry 16: 449-466. Sinclair D.A. 2005. Toward a unified theory of caloric restriction and longevity regulation. Mechanisms of ageing and development 126: 987-1002. Stojanovic S., Sprinz H., Brede O. 2001. Efficiency and mechanism of the antioxidant action of transresveratrol and its analogues in the radical liposome oxidation. Arch. Biochem. Biophys. 391: 79-89. Vitrac X., Desmouliere A., Brouillaud B., Krisa S., Deffieux G., Barthe N., et al. 2003. Distribution of (14C)-trans-resveratrol, a cancer chemopreventive polyphenol, in mouse tissues after oral administration. Life Science 72: 2219-2233. Walle T., Hsieh F., De Legge M.H., Oatis J.E., Walle U.K. 2004. High absorption but very low bioavailability of oral resveratrol in humans. Drug. Metab. Dispos. 32: 1377-1382. Wenzel E. and Somoza V. (2005). Metabolism and bioavailability of trans-resveratrol. Mol. Nutr. Food Res. 49: 472-481. Zern T.L. and Fernandez M.L. 2005. Cardioprotective effects of dietary polyphenols. Recent Advances in Nutritional Sciences 135 (10): 2291-2294. Zern T.L., Wood R.J., Greene C., West K.L., Liu Y., Aggarwal D., Shachter N.S., Fernandez M.L. 2005. Grape polyphenols exert a cardioprotective effect in pre- and postmenopausal women by lowering plasma lipids and reducing oxidative stress. Human Nutrition and Metabolism 135 (8): 1911-1917. Zou J.G., Wang Z.R., Huang Y.Z., Cao K.J., Wu J. 2003. Effect of red wine and wine polyphenol resveratrol on endothelial function in hypercholesterolemic rabbits. Int. J. Mol. Med. 11: 317-320.
123
ORTHOMOLECULAIR FYTOCEUTICAL
Dirk Bogaert
SOJA
EEN VEELZIJDIG NUTRICEUTICAL
M
éér dan 40 klinische studies bewijzen dat 25 gram sojaproteïne per dag het cholesterolgehalte met 10 tot 20% kan laten dalen. Op basis van deze wetenschappelijke gegevens verleende de Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA) sojaproducenten de toestemming om de gezondheidsbevorderende ‘claim’ van cholesterolverlager wereldwijd te gebruiken (1, 2). Sojaproteïne wordt vooral ingezet bij mensen die nevenwerkingen ondervinden van de klassieke cholesterolverlagende medicijnen. Sojaproteïne heeft bij normaal gebruik geen bijwerkingen en is goedkoper dan de meeste cholesterolverlagende medicijnen. Sojaproteïne beschikt trouwens nog over talrijke andere preventieve medische kwaliteiten die door de reguliere geneeskunde te vlug vergeten worden. Waarom is sojaproteïne zo speciaal? Sojaproteïne wordt vaak gezien als een vleesvervanger. Vlees is weliswaar net zo’n grote eiwitbron, maar heeft minder degelijke voedingsstoffen dan soja. Vlees is voor het lichaam veel moeilijker te verteren. Het verteringsproces duurt langer (soms meer dan een halve dag), waarbij er ook gifstoffen vrijkomen (vrije radicalen). Sojaproteïne is de zuiverste en meest volledige eiwitbron die er bestaat. Eiwitten zijn nodig voor verschillende functies in het lichaam. Bovendien zijn er voor de vorming van eiwitten aminozuren nodig. Het zijn de bouwstenen van de proteïnen. Er zijn 22 aminozuren, waarvan 8 essentiële. Deze laatste acht aminozuren zijn onontbeerlijk voor de aanmaak en de verwerking van eiwit in het menselijk organisme. Aminozuren worden uit de voeding gehaald. De mens kan ze zelf niet maken. Sojaproteïne is het enige eiwit dat de 8 essentiële aminozuren bevat. Uit recent wetenschappelijk onderzoek blijkt dat de mens ongeveer 40 – 60 gram kwalitatief hoogstaande eiwitten per dag nodig heeft. Meer is schadelijk voor de gezondheid. De Europese bevolking eet teveel dierlijke proteïnen (tot 300 gram per dag) en veel te weinig soja-
124
eiwitten (minder dan 2 gram). De gevolgen zijn duidelijk. Eén derde van de Westerse bevolking heeft een te hoog LDL-cholesterolniveau. Op termijn leidt dergelijke toestand tot arteriosclerose en hartziekten. Anderson JW, Johnstone BM en Cook-Newell ME voerden een méta-analyse uit (3) naar de effecten van sojaproteïne op het cholesterolniveau. Ze gebruikten daarvoor 38 studies die gepubliceerd werden in 29 verschillende medische vaktijdschriften. Het besluit van hun onderzoek was duidelijk. Sojaproteïne is in staat het cholesterolniveau met gemiddeld 12,9% te verlagen. Een belangrijk detail was ook het feit dat hoe hoger de cholesterolwaarden voor het begin van de behandeling waren, hoe efficiënter de sojaproteïne de LDL-cholesterol kon verlagen. Bij sommige patiënten noteerde men een verlaging tot 24%.
Hoe verlaagt sojaproteïne het cholesterolniveau? Crouse, Morgan, Terry et al. (4) stelden vast dat het isoflavonengehalte in de sojaproteïne verantwoordelijk is voor de dalende LDL-cholesterolwaarden en de bescheiden stijging (2,5%) van de goede HDL-cholesterol. De wetenschappers volgden 156
patiënten met hypercholesterolemie. Ze werden onderverdeeld in twee groepen. De eerste groep kreeg sojaproteïne met 3 milligram isoflavonen, de tweede groep consumeerde soja-eiwitten met 62 milligram isoflavonen. Enkel bij de groep mensen die sojaproteïnen met 62 milligram isoflavonen kregen stelde men een significante daling van het cholesterolgehalte vast (> 10%). Deze gegevens geven een duidelijke indicatie dat het isoflavonengehalte in de sojaproteïne een belangrijke factor is om de LDL-cholesterolwaarden te laten normaliseren. Isoflavonen zijn fyto-oestrogenen. Van oestrogenen is bekend dat ze LDL-cholesterolwaarden verlagen en HDL-cholesterol iets verhogen (Potter, 1995 en Anthony et al, 1996). Bewijzen voor de gunstige effecten van isoflavonen op cholesterolconcentraties werden aangetoond bij ratten, hamsters, apen en mensen. Anthony et al. toonde in 1995 aan dat sojaproteïne zonder isoflavonen slechts een minimaal effect had (30%) op een verandering in de cholesterolwaarden. De auteurs schreven in hun besluit dat de isoflavonenconcentraties de waarde van de sojaproteïne voor 70% bepaalden. Een studie uit 1997 van Honore et al bewijst dat een dieet waarin dierlijke eiwitten gedeeltelijk of
volledig worden vervangen door sojaproteïnen borg staat voor de versoepeling en de betere elasticiteit van de bloedvaten. Kapiotis et al vond in datzelfde jaar (1997) dat isoflavonen de vasculaire cellen beschermen tegen LDL-oxidatie. Vooral het in soja-eiwit voorkomende genisteine schijnt over deze antioxidanteneigenschap te beschikken.
Soja-eiwitten verminderen menopauzeklachten Uit epidemiologische studies is reeds jaren bekend dat het dagelijks gebruik van sojaproteïnen klachten tijdens de overgangsjaren duidelijk verminderen. In Europa wordt er gemiddeld 3 milligram isoflavonen per dag geconsumeerd. Ruim 80% van de vrouwen klagen tijdens de menopauze van opvliegers. In Japan gebruikt men 80 tot 90 milligram isoflavonen in de dagelijkse voeding. Slechts 9 % van de vrouwen signaleren gedurende de menopauzejaren soortgelijke klachten. De Westerse geneeskunde baseert zich echter enkel op klinische studies. Daarom zijn de onderzoeksresultaten van Albertazzi et al, de moeite waard. Albertazzi beschrijft in “Obstetrics & Gynecology” (vol. 91, nr. 1
Orthofyto Jg. 11, nr. 58 - 2006
ORTHOMOLECULAIR FYTOCEUTICAL - januari 1998) een klinische studie met 104 vrouwen in de leeftijdscategorie 48-61 jaar. De helft van de deelnemers kreeg 60 gram sojaproteïne isolaat toegediend. De andere helft consumeerde 60 gram caseïne (placebo). De studie duurde twaalf weken. De eerste positieve resultaten werden reeds na drie weken sojaproteinegebruik vastgesteld. Vrouwen die de soja-isoflavonen kregen toegediend hadden 26% minder opvliegers dan de caseïnegroep. Vanaf de vierde week bedroeg het verschil 33%. Na drie maanden had de sojaproteïnegroep 45% minder last van opvliegers dan de mensen die een placebostof gebruikten. Soja isoflavonen liggen ook hier aan de basis van de afname van de klachten. De huidige oestrogeen vervangende therapieën voor de behandeling van menopauzeklachten kunnen bij een aantal vrouwen ongewenste neveneffecten hebben. Synthetische oestrogenen verhogen – in beperkte mate – het ontstaan van borstkanker.
Sojaproteïne en osteoporose Osteoporose wordt volgens tal van epidemiologische en klinische studies veroorzaakt door factoren zoals calciumtekort, oestrogeendeficiëntie, een gebrek aan beweging en de voeding- proteïnefactor.
Morgan et al bevestigden dit respectievelijk in 1974 en 1981. Linkswiler toonde aan dat een verhoging van dierlijke proteïnen van 48 gram per dag naar 95 gram resulteerde in een 50% toename van het calciumverlies. Zelfs mensen die 1500 milligram calciumsuppletie per dag innemen krijgen een negatieve calciumbalans door het gebruik van te veel dierlijke eiwitten. Dit fenomeen is voor veel wetenschappers één van de voornaamste oorzaken voor de enorme toename van osteoporose in onze Westerse samenleving. Breslau et al. toonden in 1988 aan dat sojaproteïne net het tegenovergestelde effect had. Sojaeiwitten blokkeren het kalkverlies via de urine en zorgen op die manier voor sterkere beenderen. De reden waarom sojaproteïne over die eigenschap beschikt heeft te maken met de optimale aminozurenstatus. Sojaproteïne aminozuren bevatten weinig zwavel. Zwavelverbindingen blokkeren de heropname van calcium in de nieren. Daardoor ontstaat er hypercalciura (Cf. Schuette et al - 1980 en Lotspeich - 1974). De “National Institute of Health” (NIH) publiceerde in 1994 een studie waarin de combinatie van calcium en sojaproteïne beschouwd wordt als de beste beschermingsmaatregel tegen de broze botten ziekte. Voorwaarde is dan wel het gebruik van dierlijke eiwitten te beperken tot 20 gram per dag.
Dirk Bogaert (teveel gebruik van koffie en/of alcohol of een te eiwitrijk dieet). Ook overmatig calciumgebruik zou tot nierstenen kunnen leiden. In 80% van de stenen wordt kalk teruggevonden. Nierspecialisten geven hun patiënten meestal een drievoudige raad. Ze moeten veel water drinken, het calciumgebruik beperken en hun consumptie van dierlijke eiwitten met 30 tot 50% verminderen. Curban et al. publiceerde in 1993 een studie waaruit bleek dat er een rechtstreeks verband bestaat tussen het gebruik van dierlijke eiwitten en de vorming van nierstenen. Kontessis et al en D’Amico et al bevestigden in 1990 en 1992 dat sojaproteïne gunstig was om nierstenen te voorkomen en beginnende klachten te verminderen. D’Amico ontdekte in 1992 dat sojaproteïnen een zeer positief effect hadden op te hoge cholesterolwaarden bij nierpatiënten met het nefrotisch syndroom. Het nefrotisch syndroom is een nierziekte waarbij de zieke grote hoeveelheden eiwitten verliest via de urine. Dit resulteert bij de patiënt in hoge bloedvetwaarden, een te hoge bloeddruk en de vorming van oedemen. D’Amico bewees met zijn studie dat een overschakeling van dierlijke eiwitten naar sojaproteïnen zorgde dat het nefrotisch syndroom langzaam maar zeker verdween.
Sojaproteïne en bloeddrukcontrole Een te hoge bloeddruk wordt wereldwijd “de stille doder” genoemd. Vooral vijftigplussers worden door hypertensie getroffen. Een te hoge bloeddruk ontstaat door verkeerde eetgewoonten, overgewicht, teveel alcohol of een genetisch doorgegeven voorbestemming. Sojaproteïnen kunnen een rol spelen in het bestrijden van een te hoge bloeddruk. Rouse et al. beschreef in 1983 hoe een dieet dat rijk was aan dierlijke eiwitten hypertensie bevorderde. Sojaproteïne daarentegen geeft het omgekeerde effect. De rol van de ideale aminozuren samenstelling bij sojaproteïnen is cruciaal voor de natuurlijke bloeddrukcontrole (Zemel, 1988). Twee factoren spelen een hoofdrol. Sojaproteïne bevat een laag gehalte aan aminozuren met zwavelconcentraties. Dit laat de nieren toe om meer zout via de urine te verwijderen. Dierlijke eiwitten blokkeren zout in het lichaam (Rouse et al, 1983). Sojaproteïne verhindert ook een overmatig verlies aan kalk. Calcium speelt een rol in de natuurlijke bloeddrukregeling (Zemel, 1988). Japanse wetenschappers ontdekten nog andere feiten waarom sojaproteïne over anti-hyper-
Sojaproteïne en Soja-eiwitten hebben een calcium beschermend effect omdat ze de beschikbare voorraden in het lichaam houden en hypercalciura (calciumverlies via de urine) sterk verminderen. Uit diverse wetenschappelijke studies blijkt dat bevolkingsgroepen met een hoge consumptie aan dierlijke eiwitten duidelijk meer getroffen worden door heupbreuken en andere vormen van botontkalking. Dierlijke eiwitten zorgen immers voor een uitzonderlijk hoog verlies aan calcium via de urine. Dit verschijnsel werd in 1930 beschreven door McClellan et al. Anand en Linkswiler,
Orthofyto Jg. 11, nr. 58 - 2006
nierfunctie. Een degelijke nierfunctie is van essentieel belang voor een optimale gezondheid. De nieren zijn verantwoordelijk voor het verwijderen van heel wat afvalstoffen. Ze vervullen ook een cruciale functie in de bloeddrukregeling.. Eén op honderd mensen zou -dikwijls zonder het te wetenlast hebben van nierstenen. Een op duizend mannen en vrouwen belanden met de pijnlijke klachten in het ziekenhuis. Nierstenen zijn o.a. het gevolg van uitdroging
Kontessis et al gaf in 1990 reeds aan dat de menselijke nieren veel beter in staat zijn om sojaproteïnen te verwerken in plaats van dierlijke eiwitten. Kontessis besloot samen met tal van andere wetenschappers dat alle mensen beter zouden overschakelen op plantaardige eiwitten. Dergelijke maatregel geldt zeker voor vijftigplussers. De optimale nierfunctie vermindert immers naarmate de leeftijd vordert. Sojaproteïne is volgens Kontessis dan ook dé aangewezen bron voor gezondmakende eiwitten.
Fig 1: soja eiwitten zijn belangrijk om het cholesterolniveau onder controle te krijgen
125
®
ORTHOMOLECULAIR FYTOCEUTICAL Dirk Bogaert tensie-eigenschappen beschikt. Okamoto en Takahama publiceerden in 1993 twee studies waaruit bleek dat sojaproteïnen antihypertensie peptiden bevatten. Deze peptiden (ketens van aminozuren in een specifieke sequentie) blokkeren enzymen die de productie van angiotensine bevorderen. Het angiotensine converterend enzym is het best gekend om zijn rol in de bloeddrukregulatie bij de mens. Een teveel aan angiotensine enzymen veroorzaakt een verhoging van de bloeddruk. Het is belangrijk om weten dat de chemische afremmers van angiotensine-enzymen door de farmaceutische industrie gebruikt worden om synthetische bloeddrukremmers te produceren.
vibracell : de natuurlijke krachtbron
Okamoto en Takahama leverden een eerste duidelijke indicatie dat sojaproteïnen over peptiden beschikken om de bloeddruk bij de mensen op een volkomen natuurlijke wijze onder controle te helpen houden.
Referenties 1. American Heart Association, November 2000. http: //www.americanheart.org/ 2. Food and Drug Administration, U.S. Department of Health and Human Services, 1999. FDA TALK PAPER: FDA APPROVES NEW HEALTH CLAIM FOR SOY PROTEIN AND CORONARY HEART DISEASE: T99-48, October 20, 1999. 3. Anderson JW, Johnstone, BM, and Cook-Newell ME. Meta-analysis of the effects of soy protein intake on serum lipids. New England Journal of Medicine. 1995. Aug 3; 333(5): 276-82. 4. Washburn S, Burke GL, Morgan T, Anthony M. Menopause 1999. Effect of soy protein supplementation on serum lipoproteins, blood pressure, and menopausal symptoms in perimenopausal women.
Vibracell is een vloeibaar voedingssupplement concentraat, samengesteld uit koud geperste sappen van verschillende groenten, fruit en kruiden van biologisch teelt (in de mate van het mogelijke) of uit teelt vrij van insecticiden, pesticiden, herbiciden en zware metalen. Al deze ingrediënten verschaffen het lichaam alle mineralen, vitaminen en oligo-elementen die het nodig heeft en dit met enkel 10 ml product. Vibracell is een voedingssupplement dat wetenschappelijk op punt gesteld werd door een team van artsen, therapeuten, voedingsspecialisten en biochimisten die heel nauwkeurig de componenten geselecteerd hebben en hun hoeveelheid en onderlinge comptabiliteit uitgewerkt hebben. Vibracell bevat noch chemische bewaarmiddelen, noch kleurstoffen en is volledig vrij van chemische additieven. Bovendien smaakt Vibracell heerlijk en is het zeer prijsgunstig vermits de dagelijkse kostprijs minder bedraagt dan de prijs van twee frisdranken. Vibracell verschaft niet enkel energie dankzij zijn componenten, maar ook trillingsenergie dankzij de biofotonen energieplaat die in elke doos zit: onder elke fles bevindt zich een energieplaat die de trillingsenergie van Vibracell versterkt. Twee Duitse professoren (Prof. Dr. Popp en hebben de positieve effecten van deze wetenschappelijk aangetoond: de fotonen verhoogt de Vibracell energie van 5.950 (wat naar 16.950 (wat enorm is) Bovis eenheden.
Dr. Kohfink) energieplaat energieplaat reeds veel is)
Drink elke dag Uw Vibracell voor een dag in topvorm. U voelt dat het werkt ! Voor meer informatie, gelieve onze verdeler te contacteren: SANVITA Palokestraat 89, 1080 Brussel. Tel. & fax: 02 522 77 82
03/641.81.00 03/641.81.10
www.martera.com
Made by GDI nv - Belgium. Tel. 051 31 36 28 -
[email protected]
MEDISCH NIEUWS
Dirk Bogaert
DE
ROL VAN L-ARGININE IN CARDIOVASCULAIRE THERAPIE
L
-arginine is een substraat voor de stikstofmonoxide synthese in neuronen en endotheelcellen. Een disfunctie van die cellen resulteert in lage stikstofconcentraties en grote hoeveelheden superoxide. Dit proces heeft voor gevolg dat aders en bloedvaten dichtslibben.
toxische oxidatieve verbindingen. “In ons laboratorium hebben we kunnen vaststellen dat L-arginine efficiënt werkt bij bloeddrukverlaging, plaquevorming en regressie, restenosis (het nauwer worden van een bloedvat ondanks de aanwezigheid van een stent), coronaire ziekten, het verzachten van beschadigd weefsel na een hartaanval, ischemie/reperfusie, hypovolemia (een te laag bloedvolume) en bij een infarct”, zegt professor Malinski die een wereldautoriteit is op het vlak van Larginine en zijn cardiovasculaire toepassingen. De acute en chronische toediening van L-arginine is zonder enige twijfel een waardevolle therapeutische hulp bij zeer veel hart- en vaataandoeningen.
Fig 1: L-arginine
Het effect van een deficiënte stikstofmonoxideproductie in de endotheel cellen wordt vastgesteld bij arteriosclerose, hoge bloeddruk, het verouderen (verharden) van de bloedvaten, coronaire ziekten, hartinfarct, vasculopathie, erectiestoornissen en diabetes mellitus. De concentratie van L-arginine in het cytoplasma van de endotheel cellen bedraagt 0.5 mmom/L en is méér dan voldoende voor de synthese van stikstofmonoxide (NO). In het endothelium, de cellaag aan de binnenkant van alle bloedvaten, bereikt de concentratie 100 tot 1000 nmol/L. Het endothelium speelt een kritische rol in het behoud van een normale vaatwandstructuur en -functie. Endotheel cellen bepalen met
Orthofyto Jg. 11, nr. 58 - 2006
name de vlotte doorstroming van het bloed. De L-arginine suppletie verhoogt de vasculaire stikstofmonoxide synthese en is in staat om de disfunctie van het endothelium te neutraliseren. De in vitro en in vivo studies met de rechtstreekse meting van stikstof en zuurstof demonstreren duidelijk dat L-arginine suppletie in staat is om de stikstofmonoxideproductie in de endotheel cellen op significante wijze te verhogen. De verhoging van stikstofmonoxide door L-arginine suppletie is rechtstreeks gerelateerd tot de omvang van de disfunctie in het endothelium. De stikstofmonoxideproductie bij hoge L-arginine concentraties gaat
gepaard met een verlaging van superoxide productie en een vermindering van oxidatieve stress. Suppletie met L-arginine vermindert de endothele aanmaak van zuurstof door NADPH en xanthine oxidase.
Referenties 1 Forstermann U, Munzel T. Endothelial nitric oxide synthase in vascular disease: from marvel to menace. Circulation. 2006 Apr 4;113(13):1708-14. 2 Miller AL. The effects of sustained-release-L-arginine formulation on blood pressure and vascular compliance in 29 healthy individuals. Altern Med Rev. 2006 Mar;11(1):23-9
Superoxide kan snel reageren (K=9,6x10-9) met stikstofmonoxide om peroxynitriet te vormen. Een ontbinding van peroxynitriet kan leiden tot de aanmaak van cytotoxische stoffen zoals OH•, NO2 en NO+2 Daarom zorgt de suppletie met L-arginine niet enkel voor een verhoogde biosbeschikbaarheid van stikstofmonoxide, maar ook voor een significante vermindering van de productie van hoog
127
K a p p a R e s t v a n B i o t i c s. D e n a t u u r l i j k e o n t s t e k i n g s r e m m e r. Kappa Rest is een product met een uniek mengsel van kruidenextracten en liponzuur, dat een brede remmende werking heeft op de productie van ontstekingsmediatoren. Chronische ontstekingsactiviteit speelt een belangrijke rol bij veel klachten en daarmee is Kappa Rest breed inzetbaar. Indien pijn onderdeel is van uw klachtenpatroon, zal gebruik van Kappa Rest leiden tot pijnverlichting. Het is een product van Biotics Research Corporation, de gerenommeerde producent van hoogwaardige natuurlijke preparaten met bewezen therapeutische waarde.
B i o t i c s. N a t u u r l i j k.
E n e r g e t i c a N a t u r a B V, B e l g i ë , Te l . 0 3 7 8 9 0 9 5 9 , F a x 0 8 0 0 8 0 0 1 1 , E m a i l : i n f o @ e n e r g e t i c a n a t u r a . c o m , w w w . e n e r g e t i c a n a t u r a . c o m
HOOFDARTIKEL ORTHOMOLECULAIR
Sofie Noppe, Msc. Biom. Wet. & Dr. Apr. Geert Vergote
OMEGA-3
VETZUREN UIT VETTE VIS VOLGEN HET RITME VAN HET HART ONAFHANKELIJKE
BIJDRAGE TOT MINDER STERFTE
H
et staat ondubbelzinnig vast dat omega-3-vetzuren een belangrijke rol spelen in de cardiovasculaire gezondheid. Ischemische hartziekten, zoals een hartinfarct en een plotse hartdood, verminderen op betekenisvolle wijze wanneer meer omega-3 vetzuren worden geconsumeerd. Het gaat hier zowel om de consumptie van (vette) vis (met EPA of eicosapentaeenzuur en DHA of docosahexaeenzuur) als om voornoemde omega-3-vetzuren in visoliecapsules.
Orthofyto Jg. 11, nr. 58 - 2006
= 14 )
= 2) nico tine zuur (ana loge n) ( n
8) glazu urbi nder s (n =
= 17 ) fibra ten (n
= 35 )
Zwitserse epidemiologen legden zich toe op een mortaliteitsonderzoek.(1) Zij evalueerden de impact van verschillende lipidenverlagende interventies (statines, fibraten, galzuurbinders, nicotinezuur, omega-3 vetzuren, dieetinterventies) op het sterftecijfer. Zowel algemene mortaliteit (alle doodsoorzaken) als cardiovasculaire mortaliteit (sterfte te wijten aan hart- en vaatziektes) werden nagekeken in 97 gecontroleerde studies gepubliceerd tussen 1965 en juni 2003, waar in totaal 276116 individuen aan deelnamen. Hun verdict is duidelijk. Cholesterolverlagende statines (medicijnen) en omega3 vetzuursuppleties (die nota bene géén impact hebben op de cholesterolspiegel) zijn de enige interventies die het sterftecijfer op een statistisch significante manier laten dalen (zie grafiek 1, interventies die qua variatie onder een RR= 1 blijven).
De vermindering in totale sterfte was 13% voor statines en 23% voor omega-3 vetzuren. De vermindering in hartgerelateerde sterfte was 22% voor statines en
stati nes (n
Lager sterftecijfer
ome ga-3 vetz uren (n
Fig 1: Consumptie van vette vis (rijk aan EPA en DHA) beschermt tegen hart- en vaatziekten.
De bemerking dat omega-3 vetzuren géén of nauwelijks een invloed hebben op het cholesterolgehalte mag niet in dovemansoren belanden. Ter info: Balk et al. stellen na hun analyse van 21 gecontroleerde studies dat de consumptie van visolie de HDL-cholesterol met 6 mg/dl en de LDL-cholesterol met gemiddeld 1.6 mg/dl kan laten stijgen. Het doet ons nadenken over de criteria die gehanteerd worden om ‘gezonde’ cholesterolwaarden vast te leggen. Is het werkelijk nodig dat grenswaarden voor totale en LDL-cholesterol
Omega-3 vetzuren bieden namelijk een niet te missen opportuniteit om het sterftecijfer te laten dalen van personen die een te hoog LDL-cholesterolgehalte vertonen niettegenstaande ze standaarddoses van statines gebruiken. Omega-3 suppletie biedt een onafhankelijke bijdrage tot een reductie in cardiovasculaire mortaliteit. Dergelijke combinatietherapie (statines + omega- vetzuren) laat toe om de bijwerkingen van hoge doses statines te ontlopen. Critici berekenden dat myopathie (spierpijn) tot bij 7 statinegebruikers op de 100 kan voorkomen, namelijk vooral bij statinegebruikers die
= 18 )
Er werd uitgerekend dat per 248 patiënten die met statines behandeld worden 1 mensenleven wordt gered, bij omega-3 suppletie moeten 140 patiënten behandeld worden om 1 mensenleven te redden.
steeds maar lager komen te liggen? Of m.a.w. moeten de doses aan statines steeds maar opgevoerd worden om aan deze grenswaarden te voldoen?
diee tinte rven ties (n
32% voor omega-3 vetzuren.
Fig 2: Grafiek 1. Relatief sterftecijfer (RR of ‘Relative Risk’) in functie van lipidenverlagende interventies. RR komt overeen met de verhouding tussen het aantal sterfgevallen in de behandelde groep en het aantal sterfgevallen in de controlegroep (niet-behandeld). Een RR=1 duidt op een behandeling die geen effect heeft op het sterftecijfer (n = het aantal studies dat werd uitgevoerd).
137
HOOFDARTIKEL ORTHOMOLECULAIR
Diverse, soms kleinschalige, studies wijzen op een synergetisch effect van omega-3 vetzuren bij statines. Dit is eigenlijk niet zo verwonderlijk, want statines remmen de aanmaak van EPA en DHA in het lichaam. Bij combinatie wordt een sterker cholesterolverlagend effect bekomen, daalt eveneens het triglyderidengehalte (iets waar statines apart slechts heel gering toe in staat zijn) en verbetert het cardiovasculaire ziektecijfer (morbiditeit). ◆ Een dagelijkse consumptie
van 900 mg EPA + DHA biedt een toegevoegde waarde aan het cholesterolverlagende effect van fluvastatine (40 mg/dag). Dit was het resultaat na 2 maanden behandeling van 28 patiënten met gecombineerde hyperlipidemie (verstoord vetmetabolisme, insulineresistentie, hoge bloeddruk, overgewicht): hun serumgehalte aan totale cholesterol, LDL-cholesterol en triglyceriden was met respectievelijk een extra 6, 9 en 32% gedaald bij het gecombineerde gebruik.(3) ◆ Ook bij hartpatiënten bij wie
een behandeling met simvastatine geen invloed had op het triglyceridengehalte kon men met een gecombineerde behandeling van simvastatine + 3.2 gram EPA en DHA/dag een 20-30% vermindering
138
Fataal en herstelbaar hartinfarct (p<0.05)
Herstelbaar hartinfarct of beroerte (p=NS)
Plotse dood (p<0.01)
Mortaliteit te wijten aan problemen met de kransslagader (p<0.01)
Cardiovasculaire mortaliteit (p<0.01)
gebruik
Totale mortaliteit (p<0.02)
bovenop het statine-
Cardiovasculaire mortaliteit + aanwezigheid van herstelbaar hartinfarct of beroerte (p<0.008)
omega-3 vetzuren
Totale mortaliteit + aanwezigheid van herstelbaar hartinfarct of beroerte (p=0.02)
Meerwaarde van
Risicoreductie (%)
ouder zijn dan 80 jaar, van het vrouwelijke geslacht zijn, een fragiele lichaamsbouw hebben, een traag werkende schildklier hebben, een operatie ondergaan en bepaalde andere geneesmiddelen zoals fibraten, nicotinezuur, warfarine en digoxine combineren met hun statines.(2) Maar wat als de doses nog worden opgetrokken?
Sofie Noppe, Msc. Biom. Wet. & Dr. Apr. Geert Vergote
Fig 3: Resultaten uit de GISSI-studie
van het triglyceridengehalte bekomen. Deze combinatietherapie werd gedurende één jaar toegepast bij 46 patiënten.(4) ◆ De JELIS studie (‘Japan EPA
Lipid Intervention Study’) is een 4.5 jaar durend project dat de impact van hooggedoseerde EPA (1.8 gram/ dag) bij 18645 statinegebruikers (pravastatine, simvastatine) evalueerde. De deelnemers hadden last van verhoogde cholesterolwaarden (hypercholesterolemie): 14981 onder hen had nog nooit hartproblemen ervaren, de overige 3664 wel. Twee groepen van deelnemers werden samengesteld: statinegebruikers+placebo en statinegebruikers+EPA. In de statine+EPA-groep werden 19% minder hartproblemen opgetekend. Onder de deelnemers met een voorgeschiedenis van hartproblemen was dit verschil statistisch significant. Mét hooggedoseerde EPA lag het aantal personen dat een secundaire hartstilstand, hartinfarct en hartkramp ontwikkelde of moest opgenomen worden voor het aanbrengen van een stent en overbruggingen ter hoogte van de kransslagaders 19% lager in vergelijking met de combinatie statines+placebo.
Meerwaarde van omega-3 vetzuren bovenop het gebruik van β-blokkers en cardio-aspirine In de toonaangevende ‘GISSIPrevenzione trial’ (11324 patiënten) werd duidelijk dat omega-3 vetzuren een positieve impact hebben op de cardiovasculaire gezondheid, zelfs bovenop de gangbare cardiovasculaire medicijnen. De patiënten gebruikten de omega-3 suppletie immers als extra aanvulling bij hun cardioaspirine (80-90% van de deelnemers), β-blokkers en ACEinhibitoren.(5) In deze GISSI-studie daalde het aantal fatale hartinfarcten met 45% bij inname van 850-882 mg EPA+DHA (~ 1 g, als ethylesters), gedurende een periode van 3.5 jaar. Uit in vitro proeven weet men overigens dat EPA en DHA de drempel tot activatie van de natriumkanalen van aangetaste hartspiercellen (bv. cellen in zuurstofnood) verhoogt. Hierdoor komen deze aangetaste cellen niet tot een actiepotentiaal die de elektrische cyclus van het hart kan verstoren. Verder daalde het sterftecijfer te wijten aan hart- en vaatziekten
in het algemeen in de GISSIstudie met 30%, het totale sterftecijfer met 20% (grafiek 2). Al na 4 maanden suppletie werd het positieve effect van de suppletie op het aantal fatale hartinfarcten duidelijk. Het was opvallend hoe het relatief risico op een plotse dood veel sterker verlaagd was bij combinatie van omega-3 vetzuren met β-blokkers in vergelijking met de omega-3 groep die geen β-blokkers gebruikte. Na één jaar suppletie was dit risico met respectievelijk 83% vs 31% gedaald, na 3.5 jaar was dit nog 64% vs 38%. Ook van de combinatie met de cardio-aspirine wordt een synergetisch effect verwacht (zie figuur 4).(6) Aspirine promoot de omzetting van de omega-3 vetzuren EPA en DHA naar ontstekingsremmende resolvines.
Andere werkingsmechanismen
Duidelijk triglyceridenverlagend effect Het triglyceridenverlagend effect is dosisafhankelijk en groter bij individuen met de hoogste plas-
Orthofyto Jg. 11, nr. 58 - 2006
HOOFDARTIKEL ORTHOMOLECULAIR
→
maspiegels aan triglyceriden. Gemiddeld daalt het triglyceridengehalte met 27% (20-33% ). Er zijn wel relatief hoge innames voor nodig. Een dagelijkse inname van 2 tot 4 g EPA+DHA doet het serumtriglyceridengehalte met 25-30% dalen.
Positieve invloed op de compactheid van de LDL-partikels Onder invloed van een EPA+DHA-suppletie ondergaat de LDL-cholesterol een verschuiving van het dense LDL-3 naar de minder dense LDL-1 en LDL2 subfracties. Dit relativeert dan weer de ogenschijnlijk nefaste stijging in LDL (zie vroeger in de tekst). De subfractie van het LDL dat het best geassocieerd is met het optreden van atherosclerose is immers de LDL3-fractie. Of in eenvoudige woorden: EPA + DHA maken het LDL-cholesterol minder kleverig, waardoor het niet langer geneigd is zich af te zetten op de bloedvatwand (= startsein tot atherosclerose).(7)
Antitrombotisch potentieel In de preventie van arteriosclerose speelt EPA een belangrijke rol, het is de voorloper van de serie 3 prostaglandinen (figuur 4) die de bloedplaatjesaggregatie tegengaat en vasodilatatie bevordert. Tromboxaan A3 (TXA3) is slechts een zwakke vasoconstrictor en het prostacycline I3
Sofie Noppe, Msc. Biom. Wet. & Dr. Apr. Geert Vergote
Werkingsmechanisme van EPA en DHA ◆
primaire preventie van hart- en vaatziekten
Aanbeveling vanaf 500 mg EPA+DHA/dag minstens 2 porties vette vis/dag* ➢ 1 g EPA+DHA/dag* ➢
➢
secundaire preventie van hartinfarct/ hartritmestoornissen ◆ verlaging van het gehalte aan triglyceriden ◆ verlaging van de bloeddruk ◆
➢ ➢
2 - 4 g EPA+DHA/dag* gemiddeld 3.6 g EPA+DHA/dag
Combinatie van EPA+DHA met standaarddoses statines, β-blokkers en cardio-aspirine biedt voordelen. *aanbevelingen van de ‘American Heart Association’ (AHA)
(PGI3) een sterke vasodilatator die bovendien het aaneenklitten van de bloedplaatjes belemmert.
magehalte aan antiinflammatoire merkers (soluble IL-6r, IL-10, TGFβ).(8)
De competitie tussen omega-6 vetzuren en omega-3 vetzuren is er één van pro-ontsteking en anti-ontsteking. Zoals figuur 4 aangeeft bestaat er op het niveau van LA/ALA en EPA/AA een gezamenlijk gebruik van de omzettingsenzymen.
Milde impact op bloeddruk
Een overmaat aan linolzuur zoals in ons Belgische en Nederlands dieet met respectievelijke LA/ ALA ratio’s van 9-10/1 en 11/1 werkt pro-ontsteking (=proinflammatoir). Tegenwicht bieden kan alleen maar door een hogere consumptie van omega-3 vetzuren. Dankzij een omega-3 suppletie kan het aandeel van proinflammatoire stoffen in het lichaam dalen. Uit nuchtere plasma-analyses van 1123 Amerikanen (20-98 jaar) blijkt dat een hoog gehalte aan EPA en DHA in het plasma correleert met een laag plasmagehalte aan proinflammatoire merkers (IL-6, IL-1ra, TNFα, C-reactive protein) en met een hoog plas-
In een meta-analyse van 36 gerandomiseerde studies wordt, voor dosissen van gemiddeld 3.6 g EPA plus DHA/dag, een respectievelijke daling in systolische en diastolische bloeddruk van 2.1 en 1.6 mm Hg gerapporteerd.(9)
Veiligheid De Amerikaanse FDA (“Food and Drug Administration”) plaatste een dagelijkse dosis van 3 g EPA+DHA op hun “GRASlijst” (“generally recognized as safe”-lijst). Hogere innames verhogen het bloedingsrisico. Een dagelijkse consumptie van 1 tot 2 gram omega-3 vetzuren uit visolie beschermt het hart van diabeten zonder een negatief effect uit te oefenen op de bloedsuikercontrole of de activiteit van insuline. Enkel personen met een ernstige stabiele hartbeklemming (pijn in de borststreek bij inspanning)
doen er beter aan niet te overdrijven met visoliesupplementen. Omdat bij deze mensen een te groot gedeelte van de hartspier te leiden heeft onder zuurstofnood (diffuse ischemie) vermoedt men dat een bijkomende daling van de exciteerbaarheid de hartspier kan verlammen.
Referenties 1. Studer M et al. Effect of different antilipidemic agents and diets on mortality: a systematic review. Arch Intern Med 2005; 165(7):725-30. 2. Tomlinson SS, Mangione KK. Potential adverse effects of statins on muscle. Phys Ther 2005; 85(5):459-65. 3. Singer P. Fluvastatin plus fish oil are more effective on cardiovascular risk factors than fluvastatin alone. Prostaglandins Leukot Essent Fatty Acids 2005; 72(5):379-80. 4. Durrington PN et al. An omega-3 polyunsaturated fatty acid concentrate administered for one year decreased triglycerides in simvastatin treated patients with coronary heart disease and persisting hypertriglyceridaemia. Heart 2001; 85(5):544-8. 5. Marchioli R et al.; GISSI-Prevenzione Investigators. Antiarrhythmic mechanisms of n-3 PUFA and the results of the GISSI-Prevenzione trial. J Membr Biol 2005; 206(2):117-28. 6. Serhan CN. Novel omega -- 3-derived local mediators in anti-inflammation and resolution. Pharmacol Ther 2005; 105(1):7-21. 7. Calabresi L et al. An omega-3 polyunsaturated fatty acid concentrate increases plasma highdensity lipoprotein 2 cholesterol and paraoxonase levels in patients with familial combined hyperlipidemia. Metabolism 2004; 53(2):153-8. 8. Ferrucci L et al. Relationship of plasma polyunsaturated fatty acids to circulating inflammatory markers. J Clin Endocrinol Metab 2006; 91(2):439-46. 9. Geleijnse JM et al. Blood pressure response to fish oil supplementation: metaregression analysis of randomized trials. J Hypertens 2002; 20:1493-9.
β
Fig 4: Omzetting van het basis omega-6 (LA) en basis omega-3 (ALA) vetzuur in hun respectievelijke langere ketenderivaten en eicosanoïden; onder invloed van aspirine worden EPA en DHA omgezet naar ontstekingsremmende resolvines
Orthofyto Jg. 11, nr. 58 - 2006
139
ORTHOMOLECULAIRE NUTRICEUTICA
Ir Joost Meeus
ALFA-TOCOFEROL
SUPPLEMENTATIE LEIDT TOT ONDERDRUKKING VAN DE DIËTAIRE GAMMATOCOFEROLCONCENTRATIES IN DE WEEFSELS EN HET PLASMA
R1 Figuur 1: Structuur van tocotriënolen. Tocotriënolen hebben een onverzadigde
R2
O
staart, terwijl de staart van tocoferolen verzadigd zijn. De benamingen met α, β, γ, en δ hangen af van de restgroepen (R1, R2 en R3) en is analoog voor tocoferolen en tocotriënolen, namelijk: R1 is een methylgroep is voor de α- en β-vorm; R2 is een methylgroep is voor de α- en γ-vorm; en R3 is een methylgroep in de α-, β-, γ- en δ-vorm.
HO
In andere gevallen zijn er geen restgroepen en is R dus een waterstofatoom.
R3 Vitamine E meer dan α-tocoferol Vitamine E werd vooreerst in 1922 ontdekt als een factor die essentieel bleek voor de voortplanting van ratten. Nadat men erin slaagde de factor uit tarwekiemolie te isoleren, noemde men haar tocoferol: naar het Griekse pherein (voortbrengen) en tokos (geboorte van een kind). Vitamine E omvat een groep van 8 nauw verwante moleculestructuren: α-, β-, γ- en δ-tocoferol en α-, β-, γ- en δ-tocotrienol. Tocoferolen hebben een verzadigde fytyl-staart, terwijl tocotriënolen een onverzadigde fytylstaart hebben (figuur 1). De overeen-
140
komstige α-, β-, γ-en δ-vormen onderscheiden zich van elkaar door het aantal en positie van methylgroepen op de chromanolring (figuur 1). Elke tocoferol kan nog eens onderverdeeld worden in 8 verschillende stereochemische isomeren. Stereochemische isomeren zijn moleculen met dezelfde chemische formule en dezelfde moleculaire opbouw, maar die louter ruimtelijk van elkaar verschillen. Vergelijk met uw handen: ook die zijn nagenoeg identiek, namelijk elkaars spiegelbeeld. Nochtans kan je ze niet laten overlappen en in elkaar laten ‘verdwijnen’. De fytyl-staart van tocoferol kan 8 verschillende gedaantes aannemen die niet met elkaar te overlappen zijn.
In de celbiologie hebben stereoisomeren vaak verschillende biologische eigenschappen – net zoals je iemand steeds met dezelfde hand schudt. In geval van tocoferol komt slechts één stereo-isomeer in de natuur voor, die men als RRR-tocoferol of d-tocoferol aanduidt. Bij de industriële synthese van a-tocoferol bekomt men een mengsel waarin de 8 stereoisomeren in gelijke hoeveelheden aanwezig zijn (en waarvan 1/8ste de natuurlijke RRR-vorm is). Alhoewel al deze isomeren evenwaardige antioxidanten kunnen zijn, hebben ze een belangrijk nadeel. Het α-tocoferoltransferproteïne in de lever heeft namelijk vooral oog voor de natuurlijke vorm, zodat vooral de natuurlijke vorm via het bloed naar de weefsels gevoerd worden. Een groot
probleem vormt dit op zich niet: het zou erop neerkomen om meer van het synthetische tocoferolmengsel in te nemen, teneinde hetzelfde effect te verkrijgen als de natuurlijke vorm. Op vitamine E-preparaten staat de natuurlijke vorm als d- α-tocoferol vermeld, de synthetische als dl- α-tocoferol.
Onderscheid tussen de α- en de γ-vorm van veel groter belang Deze stereoisomeer-kwestie vormt slechts een voetnoot in dit verhaal. Het onderscheid tussen de α- en de γ-vorm blijkt in recente
Orthofyto Jg. 11, nr. 58 - 2006
ORTHOMOLECULAIRE NUTRICEUTICA studies van veel groter belang te zijn, zeker als je indenkt dat vooral α-tocoferol op de markt te verkrijgen is. β- en δ-tocoferol zijn in mindere mate in ons dieet aanwezig, maar hun meerwaarde moeten evenwel nog onderzocht worden. α- en γ-tocoferol zijn alvast de meest voorkomende vormen van vitamine E in onze voeding. Opmerkelijk is het verschil in opname van α- en γ-tocoferol tussen Europa en de V.S. In de V.S. consumeert men meer γ-tocoferol, omdat daar vooral sojaboon- en maïsolie gebruikt wordt, o.a. voor de productie van hun margarines. In Europa ligt de nadruk op olijf-, zonnebloempit- en koolzaadoliën, met meer α-tocoferol dan γ-tocoferol. De gemiddelde γ-tocoferolinname is in Europa 25-35% van wat in de V.S. geconsumeerd wordt. In het spijsverteringsbuis wordt geen onderscheid gemaakt tussen α- en γ-tocoferol. Aangezien ze vetoplosbaar zijn, worden ze allebei met de grote stroom lipiden geabsorbeerd in de darmmucosa. Na absorptie worden ze via de
chylomicronen in het bloed naar de lever gebracht. Ook de opname in de levercellen verloopt voor alle tocoferolen even snel. Pas tijdens het laden van de VLDL’s wordt onderscheid gemaakt tussen α- en γ-tocoferol. VLDL’s hebben als functie lipiden van de lever naar de weefsels te transporteren. Ook tocoferolen worden van de levercellen naar de VLDL’s overgebracht en dit geschiedt via het α-tocoferoltransfer-proteine (TTP). TTP heeft een sterke voorkeur voor α-tocoferol, zodat het γ-tocoferol eerder geneigd is achter te blijven. Het overschot aan tocoferolen wordt afgevoerd via de gal of omgezet naar α- of γ-CEHC dat via de urine wordt verwijderd. De specificiteit van TTP voor α-tocoferol houdt implicaties in voor vitamine E-supplementaties. De meeste vitamine E-preparaten bevatten enkel α-tocoferol, zodat supplementaties ervan leidt tot onderdrukking van de diëtaire γtocoferolconcentraties in de weefsels en het plasma. Aanvankelijk schreef men aan α-tocoferol een hogere biologische activiteit toe,
Ir Joost Meeus maar de laatste jaren heeft men dat moeten nuanceren. α-tocoferol heeft wel degelijk unieke biologische eigenschappen, die niet met de α-vorm gedeeld worden. Algemeen kent men dus een hogere antioxidant-activiteit toe aan α-tocoferol dan aan γ-tocoferol. Beide vormen kunnen vrije radicalen opvangen, alleen doet de γ-vorm dat op een minder efficiënte manier. In de bescherming tegen oxidatieve stress heeft γ-tocoferol een andere troef in handen: γ-tocoferol is namelijk in staat om reactieve stikstofoxiden onschadelijk te maken, α-tocoferol niet. Stikstofoxiden worden onder meer tijdens een ontsteking aangemaakt door het immuunstelsel en vormen een belangrijke link tussen chronische ontstekingen en hart- en vaatziekten. Reactie van NO2 met α-tocoferol bijvoorbeeld resulteert in een onbruikbaar tocoferolreactieproduct en het mutagene NO-. Met γ-tocoferol zijn twee mogelijke reactiewegen. γ-tocoferol wordt grotendeels omgezet naar een stabiel nitro-tocoferol, dat uit het celmilieu afgevoerd kan worden.
In mindere mate wordt ook nitriet gevormd, een stikstofoxide dat iets minder schadelijk is. Men stelt vast dat meer nitro-γ-tocoferol teruggevonden wordt op bepaalde ontstekingssites, bijvoorbeeld in sommige hersengedeelten van Alzheimerpatiënten. Het toont aan dat γ-tocoferol effectief een agens is tegen oxidatieve stress afkomstig van stikstof en zodoende een belangrijke meerwaarde biedt ten aanzien van α-tocoferol.
Gamma-tocoferol heeft nog tal van andere eigenschappen die de α-tegenhanger overtreffen •
•
•
•
•
•
Antioxidanten vertonen ook voedingsbewarende eigenschappen. Zo gaan tocoferolen de ranzigheid van oliën tegen. Gamma-tocoferol is efficiënter en stabieler als bewaarmiddel. Ongeraffineerde maïsolie rijk aan γ-tocoferol verlaagt de LDL-cholesterol beter dan de α-tocoferolrijke oliën. Bovendien blijkt de maïsolie het DNA beter te beschermen tegen oxidatieve schade. Niet de bloedgehaltes van α-tocoferol, maar wel die van γ−, staan in een inverse relatie tot het voorkomen van prostaatkanker. De individuen met hogere γ-concentraties in het bloed hebben 5 keer minder kans op prostaatkanker. Ook tegen colorectale kankers biedt de γ-vorm beter bescherming. Patiënten met hart- en vaatproblemen hebben
Orthofyto Jg. 11, nr. 58 - 2006
•
•
•
meestal normale plasmaniveaus voor α-tocoferol. De niveaus van γ bleken echter ondermaats te zijn. Klinische studies met vitamine E hebben in het verleden al ontgoocheld, waarschijnlijk omdat steeds α-tocoferol toegediend werd aan de proefpersonen. Andere epidemologische studies wezen wel op een beschermend effect van noten op CVD omdat deze een goede bron zijn van γ-tocoferol. Tevens werkt vitamine E bevorderlijk tegen trombose, waarbij het effect sterker wordt naarmate meer een mengsel van verschillende tocoferolen (α, β, γ en δ) wordt gebruikt. γ-tocoferol is 10 keer meer effectief in het behandelen van kleine herseninfarcten bij muizen dan α-tocoferol. γ-tocoferol remt de PGE2-productie, dat eveneens ontstekingen onderdrukt.
141
ORTHOMOLECULAIRE NUTRICEUTICA
Ir Joost Meeus
Advies VIOW
1
Er zijn dus voldoende redenen om aan γ-tocoferol de aandacht te besteden die ze verdient. Zeker als men in acht neemt dat α-tocoferolsupplementatie de γ-tocoferolconcentraties in het lichaam verlaagt, wat dus eerder een verarming zou betekenen in plaats van een verrijking.
2
Bovendien bestaan nog andere aanwijzingen dat men de α-tocoferol maar beter op de tweede plaats kan zetten. Gamma-tocoferol blijkt namelijk in het lichaam gedeeltelijk omgezet te worden tot α-tocoferol, vermoedelijk door de darmflora. Dat zou dus kunnen betekenen dat men vooral op het γ-tocoferolgehalte van het dieet moet letten.
NIEUWS VAN HET VIOW
3
Belangrijke bronnen van vitamine E zijn oliën en noten. Sojaboon-, maïs- en lijnzaadolie hebben hogere γ-tocoferolconcentraties. De verhouding van α/γ-tocoferol is ongeveer 50/50 bij katoenzaad-, koolzaad- en palmolie. Sesamzaadjes bevatten enkel γ-tocoferol, waarbij de sesamlignanen het antioxidatieve effect van γ-tocoferol versterkt.
Referenties 1. Devaraj S, Traber MG. (gamma)-Tocoferol, the new vitamin E? Am J Clin Nutri. 2003; 77:530-531 2. Devaraj S, Jialal I. Failure of vitamin E in clinical trials: is gamma-tocopherol the answer? Nutr Rev. 2005; 63(8):290-293 3. Wagner K-H, Kamal-Eldin A, Elmadfa I. Gamma-tocopherol - an underestimated vitamin? Ann Nutr Metab. 2004; 48:169-188 4. Huang H-Y, Appel LJ. Supplementation of diets with alpha-tocopherol reduces serum concentrations of gamma- and delta-tocopherol in humans. J Nutr. 2003; 133:3137-3140
Gezondheidsbistro deel 8 LEVENSKUNST
De VZW van het VIOW zoekt drie kandidaten voor vrijwilligerswerk om de werkende leden van de beheerraad bij te staan.
Vijf maandagen van ’s avonds 19u-22u of’s namiddags 14u-17u
1. Voedingsdriehoek Faché in de praktijk toepassen
20 ma 2006
2. 10-stappenplan ter preventie van degeneratieziekten 24 apr 2006
Er is nood aan volgende functies:
3. De nieuwe Voedingssupplementen Driehoek Faché
15 mei 2006
1) Bibliothecaris om alle gegevens van het VIOW te inventariseren
4. Eetbare paddestoelen en recepten, Jozef Poppe, Walter Faché
9 okt 2006
5. Ziekte op recept
27 nov 2006
2) Public relations Manager om de cursussen te promoten 3) Organisator voor culturele en sociale activiteiten, beurzen en congressen Contacteer zo snel mogelijk Walter Faché via e-mail of telefoon om uw kandidatuur en de voordelen te bespreken. tel.: 09/369 06 42
[email protected]
Bijdrage
35 euro per avond of 140 euro voor de volledige reeks van 5 avonden.
Reservatie is noodzakelijk: Tel. 09/369 06 42 of Fax 09/366 18 38 of e-mail:
[email protected]
142
Orthofyto Jg. 11, nr. 58 - 2006
CARDIOCEUTICA
Sofie Noppe, Msc. Biom. Wet.
KALIUM
BEPAALT ELEKTRISCHE ACTIVITEIT VAN DE HARTSPIER De elektrische aansturing van het hart wordt beïnvloed door het gehalte aan elektrolyten dat zich aan binnen- en buitenzijde van de hartcellen bevindt, de zogenaamde membraanpotentialen. Het hartritme raakt het meest van streek als de elektrolytenbalans van kalium, calcium en magnesium verstoord is. In dit relaas wordt kalium onder de loep genomen, maar men moet steeds voor ogen houden dat een interactie tussen deze drie elektrolyten altijd blijft bestaan. Sinusknoop stuurt elektrisch signaal uit De sinusknoop stuurt een elektrisch signaal via de voorkamers (boezems) en daarna via het geleidingssysteem (atrioventriculaire knoop en bundel van His) naar de kamers. Zo worden eerst de voorkamers geprikkeld tot samentrekken en daarna beide kamers. Deze elektrische activiteit kan geregistreerd worden op een elektrocardiogram of ECG (figuur 1). Het hartritme raakt het meest van streek als de elektrolytenbalans van kalium, calcium en magnesium verstoord is.
Natrium-kalium-pomp De grootste hoeveelheid kalium bevindt zich in de cellen als gevolg van het actief transport door de Na-K-ATPase-pomp. De intracellulaire kaliumconcentratie bedraagt ongeveer 150 mEq/L versus 4 mEq/L voor de extracellulaire
Voedingsmiddel Sinaasappelsap Pompelmoessap Ananassap Appelsap Pruimensap Banaan Sinaasappel Abrikoos Perzik Kiwi Pruimen
concentratie. Adenosinetrifosfaat (ATP) levert de energie om 3 natriumionen uit de cel te pompen in ruil voor het binnenlaten van 2 kaliumionen in de cel. De verhouding van de intracellulaire kaliumconcentratie ten opzichte van de extracellulaire is bepalend voor de rustpotentiaal van de cel. Een geringe wijziging in de extracellulaire concentratie zal dus een grote invloed hebben op de rustpotentiaal van een cel, wat vooral van belang is bij elektrisch actieve cellen zoals deze van de hartspier. De rustpotentiaal bepaalt immers de drempel tot activatie van de cellen.
kaliumbalans
Orthofyto Jg. 11, nr. 58 - 2006
Kaliumgehalte (mEq) 6 4 4 4 9 12 6 8 4 6 8
Tabel 1. Kaliumgehalte van voedingsmiddelen
Schommelingen in de
Fig 1: Prikkelgeleiding van het hart
Portie 120 ml 120 ml 120 ml 120 ml 120 ml 1 van gemiddelde grootte 1 van gemiddelde grootte 3 rauwe 1 rauwe 1 rauwe 5 gedroogde
Schommelingen van het kaliumgehalte in het bloed wordt “kaliemie” genoemd. In het algemeen wordt de kaliumbalans nauwkeurig geregeld door de nieren. Nemen we er toevallig een te hoge dosis van in, dan wordt het teveel snel uitgescheiden door de nieren. En ontstaat er om één of andere reden een tekort, dan slinkt het urinevolume sterk en beginnen de weefsels eventueel extra kalium af te geven. Kaliumspiegels fluctueren dagelijks met 1 mEq/L. De
normale dieetaanvoer van kalium is 1 tot 1.5 mEq/kg. Negentig procent van deze belasting wordt uitgescheiden door de nier, welke een enorme capaciteit heeft om tot 500 mEq kalium per dag te excreteren. De renale kaliumklaring is in wezen de enige verdediging tegen hyperkaliëmie (een teveel aan kalium). Bij stijgende kaliumspiegels wordt de kaliurese verhoogd onder invloed van aldosteron. Dit hormoon zorgt door de reabsorptie van natrium ter hoogte van de nierlissen zodat de kaliumsecretie wordt bevorderd.
Hypokaliëmie Lichte tot matige hypokaliëmie (3 tot 3,5 mEq/L) is vaak asymptomatisch. Bij meer uitgesproken hypokaliëmie zijn atypische symptomen zoals zwakte, moeheid en constipatie frequenter. In geval van ernstige hypokaliëmie (2 tot 2,5 mEq/L) kan spierweefsel afsterven, spierverlammingen ontstaan alsook ademhalingsproblemen optreden. Hypokaliëmie wordt bij gezonde personen meestal goed verdragen, maar bij sommigen kan de situatie levensbedreigend zijn. Hypokaliëmie, zelfs wanneer deze licht of matig is, verhoogt het
risico op hartritmestoornissen, en de morbiditeit en mortaliteit bij patiënten met cardiovasculaire aandoeningen. Hypokaliëmie verhoogt ook het risico op toxiciteit door digoxine. Wie een lage kaliumstatus ontwikkelt, verliest doorgaans enorme hoeveelheden kalium via urine, stoelgang (diarree) of braken. Een uitzondering vormen personen met taaislijmziekte (mucoviscidose), zij kunnen massa’s kalium verliezen via transpiratievocht. Individuen met anorexia nervosa ontwikkelen dan weer gemakkelijk een kaliumtekort te wijten aan een onvoldoende inname. Verder kan ook het gebruik van bepaalde geneesmiddelen (laxeermiddelen, lisdiuretica, thiaziden, langdurig gebruik van corticosteroïden) de oorzaak zijn van het tekort aan kalium. Kaliumsupplementen zijn de basis van de behandeling van hypokaliëmie, maar ze zijn ook een frequente oorzaak van hyperkaliëmie. Gezien dit risico hoger is bij intraveneuze infusen van kaliumzouten, zal men deze toedieningsweg indien mogelijk vermijden, en is orale toediening te verkiezen.
143
CARDIOCEUTICA
Sofie Noppe, Msc. Biom. Wet.
Voor een goede concentratie en een heldere geest. Gunstig bij koude handen en voeten. Bio-Biloba - de eerste keuze met de laagste kost - voldoet aan zuiverheidstest - beste antioxidante vermogen
Kaliumchloride wordt hier vaak voor gebruikt. Maar ook door een kaliumrijk dieet kan het risico op hypokaliëmie worden beperkt. Kalium in de voeding is echter aanwezig onder de vorm van fosfaat (eerder dan onder de vorm van chloride), waardoor deze ondoeltreffend is wanneer er naast kaliumverlies ook sprake is van chloorverlies (bv. in geval van behandeling met diuretica of bij braken). Om een toestand van hypokaliëmie te voorkomen staan heel wat voedingsmiddelen tot onze beschikking (tabel 1).
Hyperkaliëmie Meestal ontstaat bij een toestand van hyperkaliëmie enkel spierzwakte, maar soms kunnen er ernstige cardiale geleidingsstoornissen optreden. Bij serumgehaltes aan kalium die dubbel zo hoog zijn dan de normale waarde (ten vroegste vanaf 6.5 mEq/l) ontstaat een onderdrukking van de prikkelgeleiding ter hoogte van de sinusknoop en de atrioventriculaire knoop. Dit kan tot een fatale hartstilstand leiden. Bij een kaliumconcentratie van meer dan 5.5 mEq/L met elektrocardiografische veranderingen, alsook bij een kaliumconcentratie van meer dan 7 mEq/L, dient men de behandeling onmiddellijk in te stellen. Een intraveneuze inspuiting met calcium (als calciumchloride of calciumgluconaat) blokkeert dit desastreuze effect van de extracellulaire kaliumovermaat. Ook toediening van natriumbicarbonaat, magnesium, β-2 adrenerge agonisten of een combinatie van glucose met insuline drijven de overmaat aan kalium terug de cellen binnen. Ten slotte kan ook een nierdialyse als redmiddel worden ingezet.
144
Hyperkaliëmie is slechts zeer zelden het gevolg van een extreme inname, op voorwaarde dat de renale excretiemechanismen intact zijn. Metabole acidose, insulinedeficiëntie, nierinsufficiëntie zijn mogelijke oorzaken van een teveel aan kalium.
Niettegenstaande de kaliumhomeostase strikt geregeld is, kunnen onder verschillende situaties levensbedreigende schommelingen in de kaliumbalans ontstaan. Bij ernstige hyperkaliëmie is een onmiddellijk ingrijpen met intraveneuze oplossingen vereist. Is het afwijkende kaliumpatroon eerder matig verhoogd dan moet ingegrepen worden in het zuur-base-evenwicht en de glucosehuishouding, en moet de werking van de nieren ondersteund worden. Bij een tekort aan kalium staan kaliumrijk voedsel of kaliumrijke supplementen (liefst inclusief de chloridevorm) ter beschikking. Ook hier geldt dat een intraveneuze toediening nodig is in acute, levensbedreigende situaties.
Goede redenen om te kiezen voor Bio-Biloba Consumenten en adviseurs vinden minstens twee aspecten het belangrijkst bij de aanschaf van een voedingssupplement: zuiverheid/veiligheid en werkzaamheid. Daarnaast telt de kost per werkzame dagdosering mee. Het meest aktieve Britse onderzoekers publiceerden de resultaten van een vergelijkend onderzoek tussen verschillende Ginkgo biloba producten op hun antioxiderend vermogen. Van de 18 geteste merken bleken er slechts enkele preparaten werkzaam te zijn. Bio-Biloba van Pharma Nord bleek hier de winnaar te zijn.
Antioxidant activiteit in ginkgo biloba preparaten - Britse markt 1400 1200 1000 800 600 400
Bio-Biloba
Fig 2: Natrium-kalium-pomp
200 0 18 verschillende producten
Zowel de consumenten als de adviseurs moeten zich kritisch opstellen tegenover Ginkgo bilobabereidingen die ze kopen of aanraden. Het etiket op het product kan een zeer hoge inhoud van Ginkgo-extract claimen, maar dat is geen waarborg voor zuiverheid of de werkzaamheid van dat extract. Op basis van onafhankelijke Ginkgotests kan er veilig gesteld worden dat Bio-Biloba beter presteert op gebied van werkzaamheid, prijs/kwaliteit én zuiverheid. Bio-Biloba is dan ook duidelijk de beste keuze voor diegenen die waarde hechten aan de voordelen van de gezondheidskwaliteiten van Ginkgo biloba.
Referenties 1 Diercks DB, Shumaik GM, Harrigan RA, Brady WJ, Chan TC. Electrocardiographic manifestations: electrolyte abnormalities. J Emerg Med 2004; 27(2):153-60. 2 Norris W, Kunzelman KS, Bussell S, Rohweder L, Cochran RP. Potassium supplementation, diet vs pills: a randomized trial in postoperative cardiac surgery patients. Chest 2004; 125(2):404-9. 3 Zehender M, Meinertz T, Faber T, Caspary A, Jeron A, Bremm K, Just H. Antiarrhythmic effects of increasing the daily intake of magnesium and potassium in patients with frequent ventricular arrhythmias. Magnesium in Cardiac Arrhythmias (MAGICA) Investigators. J Am Coll Cardiol 1997; 29(5):1028-34.
Bio-Biloba is verkrijgbaar in apotheken in verpakkingen van 30, 60 en 150 tabletten
Bio-Biloba wordt vervaardigd door het Deens farmaceutisch bedrijf
Pharma Nord, Minervastraat 14, 1930 Zaventem
Orthofyto Jg. 11, nr. 58 - 2006
VERHOOGT JE ENERGIE EN WEERSTAND • VERMINDERT JE RISICO OP HART- EN VAATZIEKTEN • VERBETERT JE
UDO’S CHOICE®
ULTIMATE OIL BLEND
LEER- EN CONCENTRATIEVERMOGEN • DRAAGT BIJ TOT EEN BETERE GEMOEDSSTEMMING • HOUDT JE GEWRICHTEN SOEPEL • EN VERSTERKT JE BEENDEREN VERBETERT JE SPIJSVERTERING EN BLOEDSOMLOOP • HOUDT JE HUID ZACHT EN JONG • BEVORDERT JE CONDITIE EN SPORTPRESTATIES •
NIEUWE VERPAKKING
Al jaren een juiste gezondheidskeuze.
voor meer info over Ultimate Oil Blend®
0K*CXB]%FSPFDL YOUR HEALTH OUR MISSION
VERKRIJGBAAR IN DE BETERE NATUURVOEDINGSWINKEL OF APOTHEEK.
+32 (0)52 48 43 00 www.gezondevetten.be
CRANBERRYSIM capsules van 400 mg met vitamine C en sterk geconcentreerd veenbessenpreparaat
Helpt blaas en urinewegen schoon en zuiver houden Aanbevolen bij: • terugkerende klachten van de urinewegen • vrouwen in de menopauze • mannen boven de vijftig jaar Deuzeldlaan 34-36, B-2900 Schoten Tel. +32(0)3-641.81.00, Fax +32(0)3-641.81.10
[email protected]
Eén capsule per dag volstaat. Cranberrysim is vrij te verkrijgen bij uw apotheker in verpakkingen van 60 capsules CNK 2219871
Your health is our mission!
Stemmingsschommelingen? Concentratieproblemen? Een onrustig kind? Lusteloos? Stress?
omega-3 Breng uw lichaam en emoties in balans !
P verbetert de concentratie P verlicht spanningen P verhoogt het afweersysteem P ondersteunt de cholesterolbeheersing en de circulatie MorEPA™ en MorDHA™ zijn uniek omwille van hun hoge farmaceutische zuiverheid dankzij ons milieuvriendelijk EFP ® zuiveringsproces. MorEPA™ en MorDHA™ bevatten minimaal 75 % aan omega-3 per capsule. Hoge dosering, in plaats van tien visoliecapsules per dag, hoeft u nu maar één capsule in te nemen!
MorEPA™- Mini-Junior
MorEPA™
MorDHA™
MorDHA-Mini™
voor kinderen vanaf 5 jaar.
van 10 tot 110 jaar.
voor moeders tijdens
voor baby’s en
Aardbeiensmaak
Sinaasappelsmaak
en na de zwangerschap.
peuters tot 5 jaar.
Twee capsules bevatten
Eén capsule bevat 75%
Citroensmaak
Aardbeiensmaak
490 mg EPA en 70 mg DHA
omega-3, met 7 keer meer
Eén capsule
Eén capsule
en extra gamma-linoleenzuur
EPA (580 mg) dan
bevat 75% omega-3
bevat 75% omega-3
uit teunisbloemolie (20 mg).
DHA (83 mg).
met 465 mg DHA.
met 241 mg DHA.
€ 19,95 / 60 capsules
€ 29,95 / 60 capsules
€ 21,95 / 60 capsules
€ 19,95 / 60 capsules
voor iedereen,
Meer weten? Surf naar www.MorEPA.be of bel OCE BIO 03 366 21 21 Verkrijgbaar bij de apotheek of betere natuurwinkel in uw buurt.
HET EFP-LABEL BIEDT U DE GARANTIE: P Hoog geconcentreerde producten zonder gebruik van chemicaliën of solventen zoals hexaan P Distillatie via lage temperatuur (35°C) P 0% verzadigd vet P 0% transvetzuren P 0% cholesterol P Geen PCB’s, noch zware metalen P Superieur in vergelijking met andere visoliën