Eindrapport van de visitatiecommissie over CSG Comenius Op grond van een visitatie op 1 t/m 3 oktober 2012 Als deel van het traject Collegiale Visitatie vanuit de Fricolore – onderwijsgroep
30 oktober 2012
1
Inhoudsopgave Inleiding
3
Hoofdstuk 1 Informatie over de samenstelling van de commissie en het tijdsschema van de visitatie
4
Hoofdstuk 2 Richtinggevende vragen bij de visitatie
6
Hoofdstuk 3 Bevindingen vanuit de visitatiecommissie op basis van lesbezoeken
7
Hoofdstuk 4 Bevindingen vanuit de visitatiecommissie op basis van panelgesprekken Schoolklimaat Communicatie en informatievoorziening Structuur Differentiatie Kwaliteit docenten en lessen Schoolorganisatie Het gebruik van ICT Talentstromen Vernieuwingen Identiteit Zorg Roosters en lesuitval Doorgaande leerlijn Personeel Huisvesting Imago
9 9 9 9 9 10 10 10 11 11 11 11 12 12 12 12 12
Hoofdstuk 5 Conclusies en aanbevelingen vanuit de visitatiecommissie Inleiding Conclusies Schoolklimaat Zorg Identiteit Huisvesting Communicatie Personeel Lessen OOP Structuur Het gebruik van ICT Advies en aanbevelingen De zelfevaluatie Personeel Talentstromen Het gebruik van ICT Mariënburg Zamenhof Locatie Esdoorn Slot
13 13 13 13 13 13 13 13 14 14 14 14 14 14 14 14 14 15 15 15 15 15
visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
2
BIJLAGEN
17
Bijlage 1 – Verslag begingesprek met het CMT van CSG Comenius Bijlage 2 – Verslag panelgesprek met de locatiedirectie, locatie Mariënburg Bijlage 3 – Verslag panelgesprek met leerlingen havo/atheneum, locatie Mariënburg Bijlage 4 – Verslag panelgesprek met de zorgfunctionarissen van CSG Comenius Bijlage 5 – Verslag panelgesprek met de ouders van leerlingen havo/ath, locatie Mariënburg Bijlage 6 – Verslag panelgesprek met de leraren, locatie Mariënburg Bijlage 7 – Verslag panelgesprek met de locatiedirectie, locatie Zamenhof Bijlage 8 – Verslag panelgesprek met ouders van leerlingen praktijkonderwijs/v-mbo, loc. Zamenhof Bijlage 9 – Verslag panelgesprek met het OOP van CSG Comenius Bijlage 10 – Verslag panelgesprek met de leerlingen, locatie Zamenhof Bijlage 11 – Verslag panelgesprek met de docenten, locatie Zamenhof Bijlage 12 – Verslag panelgesprek met de locatiedirectie, locatie Esdoorn Bijlage 13 – Verslag panelgesprek met de ouders van leerlingen mavo, locatie Esdoorn Bijlage 14 – Verslag panelgesprek met de leerlingen, locatie Esdoorn Bijlage 15 – Verslag panelgesprek met de docenten, locatie Esdoorn Bijlage 16 – Verslag slotgesprek met het CMT van CSG Comenius Bijlage 17 – Uitkomsten lesobservaties Tabel 1a/b – Karakter van de bijgewoonde lessen
18 21 24 27 29 31 33 37 39 41 44 47 50 53 56 59 62 64
Tabel 2 a/l – Uitkomsten van de lesobservaties
65
Tabel 3 – Vertegenwoordigde vakken tijdens de lesobservaties
70
visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
3
Inleiding In het samenwerkingsverband van de Fricolore onderwijsgroep is het initiatief genomen tot het organiseren van een serie collegiale visitaties. Opzet hierbij is dat een school wordt bezocht en bevraagd door een visitatiecommissie, bestaande uit collega’s van andere scholen. In een eerste ronde tussen 2006 en 2009 zijn alle 15 deelnemende scholen gevisiteerd. Aansluitend is door de Algemene Leden Vergadering besloten tot een tweede ronde, die zijn beslag krijgt tussen 2011 en 2014. In De Fricolore Spegel, leren door visiteren – draaiboek visitatieproject Fricolore, vervolgproject 2011-2014 wordt uitgebreid ingegaan op de achtergronden van dit vervolgproject. Op 1 tot en met 3 oktober 2012 heeft de vierde visitatie in het kader van dit vervolgproject plaatsgevonden. De bezochte school was CSG Comenius te Leeuwarden, locaties Mariënburg, Zamenhof en Esdoorn, dat eerder was gevisiteerd op 23 november 2009. Het bezoek is voorbereid door: Een voorbereidingsbijeenkomst op 5 juni 2012 enerzijds de voorzitter van de visitatiecommissie, anderzijds de directeur-bestuurder van CSG Comenius; Een voorbereidingsmiddag op 25 september 2012, waarop de visitatiecommissie de vragen en thema’s heeft opgesteld die zij op de visitatiedagen centraal wilde stellen. De visitatie is afgerond op een afsluitende bijeenkomst van de commissie op 30 oktober 2012, waarin het definitieve verslag is vastgesteld. Ter voorbereiding heeft CSG Comenius in juni 2012 een zelfevaluatie geschreven, die de visitatiecommissie op haar voorbereidingsmiddag bestudeerd heeft. Tevens heeft de visitatiecommissie bij de voorbereiding gebruikt gemaakt van diverse door de school beschikbaar gestelde stukken. Het visitatierapport bestaat uit:
Informatie over de samenstelling van de commissie en het tijdschema van het visitatiebezoek (hoofdstuk 1); De vragen die tijdens de visitatiedagen voorop stonden, vanuit de school en vanuit de commissie (hoofdstuk 2); Een overzicht van informatie over de school vanuit lesbezoeken (hoofdstuk 3); De bevindingen vanuit de panelgesprekken (hoofdstuk 4); De conclusies en aanbevelingen vanuit de visitatiecommissie (hoofdstuk 5); Een aantal bijlagen: verslagen van gesprekken op de visitatiedagen (bijlagen 1 t/m 16) en een getotaliseerd overzicht van de lesobservaties (bijlage 17).
Het rapport is eigendom van de school, die bepaalt wat er verder mee wordt gedaan. Met de inhoud van hoofdstuk 5 wordt beoogd de school een serie aanbevelingen en adviezen mee te geven. De commissie hoopt dat dit rapport een ondersteunende rol kan spelen in de school ter versterking van de eigen kwaliteitszorg.
visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
4
Hoofdstuk 1 Informatie over de samenstelling van de commissie en het tijdsschema van de visitatie De visitatiecommissie voor CSG Comenius was samengesteld uit vier schoolleiders en vier docenten, afkomstig uit verschillende scholen binnen de Fricolore onderwijsgroep; en daarnaast uit de eigen voorzitter en een nieuwe secretaris. In onderstaand overzicht zijn de namen en functies opgenomen van de leden van de visitatiecommissie.
Visitatiecommissie voor:
1 t/m 3 oktober 2012
Personalia en herkomst van de leden van de commissie Schoolleider Femme Riemersma Directeur CSG Anna Maria van Schurman Harmen Jansma Directeur Scholen voor praktijkonderwijs De Diken Wytze Algra Directeur CSG Gaasterland Harold Groenewoud Adjunct directeur CSG Eekeringe Voorzitter Tjitte Wierdsma Voormalig voorzitter Centrale Directie Dockinga College
Docent Annemarie Peeters-Veldman Docente economie, teamleider Dockinga College Henk Jelsma Docent biologie/M&N Berechja College Eddie de Boer Docent wiskunde Lauwers College Derwent Christmas Docent Nederlands Bornego College Secretaris Yolanda Oomen Ambtelijk secretaris
Tijdens de visitatie zijn in totaal 123 halve lessen en 17 hele lessen bijgewoond. In bijlage 17 wordt toegelicht wat voor lessen dit waren. Daarnaast is tweemaal met het CMT van CSG Comenius gesproken. Ook zijn er gesprekken gevoerd met de locatiedirectie van de drie locaties. Ten slotte is er op de drie locaties van de school steeds gesproken met leerlingen, met ouders en met leraren. In totaal waren dit 16 gesprekken, volgens onderstaand overzicht (tussen haakjes het nummer van de bijbehorende bijlage): Gesprek met CMT Locatieleider/ teamleiders Ouders Leerlingen Docenten Zorgfunctionarissen OOP
Algemeen
Mariënburg
Zamenhof
Esdoornstraat
(2)
(7)
(12)
(5) (3) (6)
(8) (10) (11)
(13) (14) (15)
(1) (16)
(4) (9)
visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
5 Aan het einde van de derde visitatiedag zijn tijdens een openbare presentatie de voorlopige conclusies en aanbevelingen meegedeeld vanuit de visitatie aan belangstellenden uit de school. De visitatie vond plaats volgens het onderstaande tijdsschema.
8.15 – 9.10 9.10 – 10.00 10.00 – 10.15 10.15 – 11.10 11.10 – 12.00 12.00 – 12.30 12.30 – 13.20 13.20 – 14.10 14.10 – 15.00 15.00 – 15.10 15.10 – 16.30
Maandag 1 oktober 2012 – locatie Mariënburg Startgesprek met het CMT Lesobservaties Pauze Lesobservaties Panelgesprek locatiedirectie Lesobservaties Panelgesprek leerlingen havo & atheneum Pauze en middagmaaltijd Lesobservaties Panelgesprek zorgfunctionarissen Lesobservaties Panelgesprek ouders Lesobservaties Panelgesprek docenten Pauze Bespreking bevindingen locatie Mariënburg
8.15 – 9.10 9.10 – 10.00 10.00 – 10.20 10.20 – 11.10 11.10 – 12.00 12.00 – 12.30 12.30 – 13.20 13.20 – 14.10 14.10 – 15.00 15.00 – 15.10 15.10 – 16.30
Dinsdag 2 oktober 2012 – locatie Zamenhof Gesprek met de locatiedirectie Lesobservaties Pauze Lesobservaties Panelgesprek ouders Lesobservaties Panelgesprek OOP Pauze en middagmaaltijd Lesobservaties Panelgesprek leerlingen Lesobservaties Lesobservaties Panelgesprek docenten Pauze Bespreking bevindingen locatie Zamenhof
8.15 – 9.10 9.10 – 10.00 10.00 – 10.20 10.20 – 11.10 11.10 – 12.00 12.00 – 12.30 12.30 – 13.00 13.00 – 13.45 13.45 – 14.45 14.45 – 15.00 15.00 – 17.00 17.00 – 18.00
Woensdag 3 oktober 2012 – locatie Esdoorn Gesprek met de locatiedirectie Lesobservaties Panelgesprek ouders Pauze Lesobservaties Panelgesprek leerlingen Lesobservaties Panelgesprek docenten Bespreking bevindingen locatie Esdoorn Pauze en middagmaaltijd Intern beraad Slotgesprek met directie Pauze Intern beraad Presentatie voorlopige conclusies
visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
6
Hoofdstuk 2 Richtinggevende vragen bij de visitatie Een school die in het kader van een visitatie bezocht wordt, kan van de gelegenheid gebruik maken de commissie één of meerdere vragen voor te leggen met het verzoek hierop in te gaan. Daarnaast is het onderzoek primair gericht op de kwaliteit van het onderwijsleerproces. CSG Comenius heeft de visitatiecommissie de volgende vragen voorgelegd: 1. In hoeverre wordt de onderwijsverklaring van locatie Zamenhof in praktijk gebracht als het gaat om een herkenbare ‘kop’, ‘romp’ en ‘staart’ in een les? 2. In hoeverre wordt op locatie Esdoorn structuur geboden in de les, bijvoorbeeld door het aan het begin van de les noteren van een “spoorboekje” op het schoolbord? 3. In hoeverre speelt de onderwijsverklaring een rol op locatie Esdoorn als het gaat om de visie van collega’s op wat goed onderwijs is? 4. Kan de commissie zien of de docenten op locatie Mariënburg toegerust zijn op het bieden van kwaliteit in grote klassen, bijvoorbeeld wat differentiatie betreft? 5. Welk oordeel heeft de commissie over het niveau van de lessen in het atheneum aan locatie Mariënburg? 6. Vanaf 2012-2013 is aan CSG Comenius de ontwikkeling van mobiele ICT-middelen in gang gezet. Kan de commissie een verschil in draagvlak vaststellen tussen de verschillende locaties m.b.t. de gekozen ontwikkeling? De beantwoording van de vragen is niet altijd gemakkelijk. Niet op alle vragen kan een afdoende antwoord worden gegeven. Met de hieronder staande antwoorden is aan de vragen zoveel mogelijk tegemoet gekomen. Verdere achtergronden worden gevonden in de hoofdstukken 3 en 4. 1. Het kop-romp-staart-model in de les was herkenbaar op Zamenhof. 2. Op de locatie Esdoorn is het spoorboekje duidelijk gezien. 3. Locatie Esdoorn: onderwijsverklaring: de commissie heeft hier niet specifiek genoeg naar gevraagd. Een antwoord op deze vraag is daardoor niet te geven. De tegenstelling zoals in de zelfevaluatie wordt genoemd, lijkt veranderd te zijn. 4. Op Mariënburg is de voorbereiding op het realiseren van interne differentiatie in grote klassen onvoldoende aanwezig, dus onvoldoende herkend. 5. De effecten van de profilering in het atheneum en de havo zijn onvoldoende bespeurd. De commissie merkt geen verschil in havo- en atheneumlessen. 6. ICT: bij het vmbo-beroepsgericht en het mavo is heel duidelijk draagvlak aanwezig voor het gebruik van ICT. Bij havo/atheneum zegt men al snel dat er geen geld, geen tijd of geen personeel is voor de technische verzorging. Dit kan ook een manier zijn om te zeggen dat je niet wílt werken met ICT. Onduidelijk is of daar echt draagvlak voor meer computergebruik is. Vragen die voor de commissie een leidraad vormden voor de panelgesprekken: 1. Hoe is het klimaat op school? 2. Hoe verlopen de communicatie en de informatievoorziening? 3. Hoe is de zorg op school georganiseerd? 4. Hoe ervaart men de structuur op school? 5. Hoe komt de identiteit tot uitdrukking? 6. Hoe gaat men met de roosters, lesuitval en de opvang daarvan om? 7. Hoe is het gesteld met de huisvesting?
visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
7
Hoofdstuk 3 Bevindingen vanuit de visitatiecommissie op basis van lesbezoeken Inleiding Er zijn 133 reguliere lessen en zeven lessen in de talentstromen bezocht. De uitwerking van de lesformulieren is te vinden in bijlage 17. Per locatie zijn de bevindingen aangegeven. De opmerkingen die de commissieleden hebben genoteerd op de lesformulieren zijn niet nader uitgewerkt. Enkele opmerkingen vallen op: Bij het vak rekenen is het doel hoofdrekenen, desondanks wordt de tablet gebruikt als rekenmachine. Het digibord werkt niet en er wordt gemeld dat dit vaker voorkomt. Een lerares heeft een krukje nodig, omdat het bord te hoog hangt. Bij een onvoldoende les wordt op het lesformulier vermeld dat er veel privé computergebruik is door leerlingen. Hier en daar worden de leerlingen gecomplimenteerd. Locatie Mariënburg Er zijn 47 reguliere lessen bezocht, waarvan er 10 lessen onvoldoende beoordeeld zijn; dit is 21%. Dit blijft binnen de norm, ook voor de inspectie, maar het percentage is riskant. De onderwijstijd werd in 78% van de lessen goed gebruikt. Indien een les onvoldoende was, had dit te maken met de taakgerichtheid in de les. Algemeen scoorde de taakgerichtheid goed (79%). Aan de start, de vormgeving en de afsluiting van de les mankeert echter wat. Het respect in de lessen is in orde (92%), evenals de uitleg (92%), de activering van leerlingen schiet hier en daar echter te kort (62%). Dit is een nadrukkelijk aandachtspunt. Er waren geen excellente lessen, wel een paar mooie lessen. Verder waren de lessen degelijk en soms ook routineus. De uitleg was voldoende (92%). De commissie heeft echter weinig uitdaging in de les gezien; dat moet over het algemeen beter. Afstemming van de instructie op het verschil in ontwikkeling van de leerlingen wordt als slecht beoordeeld. Slechts in 21% van de lessen was dit voldoende; in nog eens 21% was dit onderdeel niet te beoordelen. In 29 lessen scoorde dit aspect onvoldoende. De profilering van de havo-/atheneumlessen moet verder groeien. Aandacht hiervoor heeft de commissie nog niet in de lessen kunnen herkennen. Af en toe wordt er gebruik gemaakt van het spoorboekje. Havo/atheneum kan wat dit betreft nog wat leren van het vmbo-beroepsgericht. De opbrengsten bij examens zijn beter geworden, maar dit onderdeel blijft riskant. Het lijkt de commissie goed om na te denken over de prestaties op het schoolexamen inclusief de aandacht voor de rol van de leraar zelf. Zoek niet allereerst redenen buiten jezelf. Naast de reguliere lessen zijn zeven lessen in de talentstromen bezocht. Deze werden alle als voldoende beoordeeld. Meer informatie over deze specifieke lesbezoeken zijn terug te vinden in de bijlagen. Locatie Zamenhof Er zijn 62 lessen bezocht, waarvan er 7 lessen onvoldoende waren (11%). Het rekening houden met elkaar en het respect waren goed (83%). De onderwijstijd (contacten, interactie) werd prima gebruikt (81%). De taakgerichtheid was in orde; dit was algemeen positief (89%). De uitleg was goed (92%); de activering van de leerlingen kon in elf (18%) van de 62 lessen beter; dit is een aandachtspunt. Rekening houden met de verschillen tussen de leerlingen zag de commissie in 27 (44%) van de 62 lessen; ook dit is een blijvend aandachtspunt. Regelmatig werd de structuur van de les gezien; dit was een goed herkenbaar onderdeel. De staartjes/afsluitingen van de les werden ingevuld. De drive, de spirit van de leraar was herkenbaar. In het praktijkonderwijs zag de commissie goede lessen, goede betrokkenheid, goede differentiatie en er heerste een goed klimaat. Er was sprake van een goede integratie met het vmbo-beroepsgericht.
visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
8
Locatie Esdoorn Er zijn 24 lessen bezocht, waarvan twee onvoldoende (8%) bleken te zijn. Er werd goed gebruik gemaakt van de onderwijstijd (95%). Het respect in de les was slechts eenmaal (4%) niet in orde. De uitleg was goed (92%), de taakgerichtheid (96%) en de activering (88%) waren goed. Rekening houden met de verschillen tussen de leerlingen is een aandachtspunt (46% goed), maar tegelijk ligt hier een kans voor een betere invulling. Er werd goed gebruik gemaakt van het spoorboekje; het kop-rompstaart-model zit hier vaak aan vast. Op de locatie Esdoorn was het onderwijs goed en degelijk, maar toch vaak vrij traditioneel.
Opmerkingen voor CSG Comenius als geheel: Het viel op dat de dagopeningen die op Mariënburg tijdens het vierde uur gehouden werden, een moment van rust creëerden waardoor de les goed kon beginnen. In de talentstromen was het enthousiasme van zowel leerlingen als leraren groot. In de lessen werd er regelmatig samengewerkt in groepjes met name in het vmbo-beroepsgericht of er werd in tweetallen gewerkt.
visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
9
Hoofdstuk 4 Bevindingen vanuit de visitatiecommissie op basis van panelgesprekken Schoolklimaat Door zowel leerlingen als medewerkers worden alle locaties als veilig ervaren. Natuurlijk zijn er wel eens incidenten, maar daar wordt adequaat en onmiddellijk actie op ondernomen. Men behandelt elkaar over het algemeen respectvol. De leerlingen voelen zich gezien. De collegialiteit is groot. Er heerst op de verschillende locaties voldoende rust. Het thuisbasisconcept op Zamenhof is voor de leerlingen herkenbaar en geeft een gevoel van veiligheid. Communicatie en informatievoorziening De communicatie en de informatievoorziening vanuit school (mentor, leraren, zorgfunctionarissen, directie) met ouders is heel goed. Contact vindt plaats door middel van huisbezoeken, persoonlijke gesprekken, mailverkeer, telefoon en weblogs. Ouders waarderen het contact en de informatie. Ze raken steeds meer betrokken bij school doordat meer ouderavonden worden georganiseerd, vaak met speciale thema’s en omdat er veel oudercontactavonden worden gehouden. Ook de tien-minutengesprekken worden goed bezocht. De informatievoorziening aan en het betrekken van de ouders bij de maatschappelijke stage (MAS) en nieuwe ontwikkelingen zouden beter kunnen, vinden ouders. Ook de leerlingen vinden de contacten goed, hoewel de informatievoorziening soms beter kan, met name in het geval van lesuitval. De mentoren worden als steunpilaar ervaren, een enkeling slaagt er niet in deze rol goed te vervullen; de leerling kan dan terecht bij een andere leraar. De meeste leerlingen hebben jaarlijks één individueel gesprek met de mentor, een enkeling niet eens één. Dit hangt met name af van de (drukke) bezetting van de mentor. De commissie verbaast zich over deze lage frequentie. De contacten tussen directie en medewerkers zijn goed. De lijnen zijn kort en de communicatie is laagdrempelig. Magister Magister zou gebruikt kunnen worden voor registratie van het huiswerk. Bij gebrek aan klassenboeken o.i.d. komt de juiste informatie niet altijd goed over. Ook bij ziekte zou registratie van het huiswerk in Magister handig zijn voor zowel leerlingen als ouders. Ouders kunnen op die manier hun kind beter begeleiden. Inlogproblemen met Magister of dyslexieprogamma’s dienen snel en adequaat opgelost te worden. Ook zou er wellicht meer aandacht besteed moeten worden aan planning. Ouders zouden meer inzicht willen hebben in de analyse van cijfers. Structuur Over de structuur van de organisatie, met name over de structuur in vakgroepen zijn leraren goed te spreken. De organisatie van vakgroepen per locatie werkt goed. Op Zamenhof wordt nu ook in de onderbouw goed gewerkt met kleine kernteams. De leerlingen willen graag meer structuur en orde in de les, beter en eerder informatie over lesuitval, eenduidigheid van regels over de hoeveelheid en normering van toetsen, eenzelfde hantering van regels binnen school. Een betere verdeling van het huiswerk in relatie met de lengte van de schooldagen zouden de leerlingen prefereren. De leraren houden niet echt rekening met de hoeveelheid huiswerk die de leerlingen voor diverse vakken opkrijgen. Differentiatie Het dringt steeds meer door dat er verschil gemaakt moet worden in aanpak en didactiek van havo- en atheneumleerlingen. Interne differentiatie in havo/atheneum noemen leraren veelal niet (goed) mogelijk vanwege de grootte van de klassen of omdat men niet goed weet hoe men didactisch echt kan differentiëren. De docenten beginnen te beseffen dat het grote verschil tussen het SE- en het CEcijfer niet per definitie een teken van goed onderwijs is en dat dit verschil kleiner moet worden. De
visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
10 inzet van bovenbouwdocenten in de onderbouw en andersom levert positieve leermomenten op. Toch lijkt er in de atheneumklassen onvoldoende prikkeling dan wel uitdaging van de leerlingen te zijn. De aansluiting vanuit het voortgezet met het vervolgonderwijs komt te weinig in beeld. De leerlingen kunnen de link tussen de gegeven vakken en hun toekomst niet (goed) leggen. Betekenisvol onderwijs komt hier en daar naar voren, maar de term is nog te diffuus. Differentiatie in de lessen wordt onder andere door de onlangs afgestudeerde docenten goed aangepakt. Zij trainen anderen hierin. Kwaliteit docenten en lessen De kwaliteit van de leraren wisselt sterk, vinden leerlingen en ouders. Daar waar geen orde wordt gehouden en te weinig structuur in de les is, wordt het minste geleerd. De kwaliteit van de leraar beïnvloedt daarom direct de kwaliteit van de les. Een leraar die goed uitlegt en orde houdt, is een goede leraar, vinden de leerlingen. Er bestond voorheen een mogelijkheid voor coaching, maar door bezuinigingen is de intervisiegroep voor eerstejaars leraren opgeheven en is het ‘’360gradenreflectiebeleid’’ gestopt, menen leraren. Nieuwe leraren hebben wel een buddy en dat werkt goed. Men kijkt steeds meer bij elkaar in de les. Leraren staan hiervoor open. Functioneringsgesprekken worden niet overal even intensief en consequent gehouden, hoewel dit door de koppeling van verscheidene (digitale) systemen beter in de gaten gehouden zal kunnen worden. Bij het niet goed functioneren van nieuwe leraren wordt meestal snel ingegrepen. Coaching van al zittende leraren is geen gegeven. Een enkeling krijgt feedback door school-videointeractie. Tussen vmbo-beroepsgericht en praktijkonderwijs worden pedagogische vaardigheden uitgewisseld in de LO-sectie. De eerste stappen hiertoe worden ook in de andere secties gezet. De kwaliteit van de lessen hangt veelal af van de kwaliteit van de docent. Niet iedereen legt even goed uit. Huiswerk maken in de les wordt als positief ervaren door de mogelijkheid van het stellen van vragen. Er wordt regelmatig samengewerkt, waardoor de leerlingen van elkaar leren. Het ‘spoorboekje’ wordt regelmatig op het bord gezet in het vmbo-beroepsgericht en mavo. De didactiek van de les is tijdens studiedagen regelmatig een item: de Ideale Les, lesobservaties en het gebruik van kop-romp-staart-model in de les, evenals het spoorboekje. Schoolorganisatie Bijlessen: Voor enkele vakken zijn er mogelijkheden voor bijlessen. De informatievoorziening hierover kan beter. Door bijlessen op verschillende tijdstippen op de locatie Esdoorn te organiseren, zouden voor leerlingen bepaalde problemen opgelost kunnen worden. Zij kunnen dan meerdere bijlessen volgen in plaats van een keuze te moeten maken. Ouders en leerlingen verwachten een actievere houding van de leraren in een verplichting voor bijlessen. De huiswerkbegeleiding op Mariënburg is niet gericht op de vakinhoudelijkheid. Als hier vraag naar is, hangt er een prijskaartje aan doordat dit extern georganiseerd is. Aansluiting mavo-havo: De aansluiting van het eigen mavo op het havo is goed. Er is een mavo+klas met extra lessen Nederlands en wiskunde. Afstroom: Door goed gebruik van de plaatsingswijzer en goede communicatie met de basisscholen is er minder afstroom. Na januari vindt er in klas 2 geen afstroom meer plaats. Sector Techniek vmbo-beroepsgericht: Deze sector is nog levensvatbaar, maar samenwerking wordt gezocht met Piter Jelles. Het gebruik van ICT Er is veel ingezet op ICT, met name tablets. Op de locaties is men gemotiveerd om te werken met tablets en om meer ICT te gebruiken in lessen, maar men heeft nog behoefte aan scholing. Dit betreft scholing in hoe men met de middelen omgaat als ook scholing in de nieuwe mogelijkheden van de integratie van ICT in het onderwijs, een andere manier van lesgeven, meer benutten van internet en de mogelijkheden daarvan in de les. Er dienen nog veel toepassingen/apps voor de tablets aangeschaft te worden en het gebruik hiervan moet in de hele school mogelijk zijn. De hardware moet goed werken om frustratie te voorkomen. Hieraan dient wellicht meer aandacht besteed te worden dan wel
visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
11 er moeten mogelijk middelen vrijgemaakt worden. Indien de examens digitaal worden afgenomen, zal niet goed werkende apparatuur een struikelblok gaan vormen. Een kopgroep stimuleert het gebruik van ICT. Met name in het vmbo-beroepsgericht en praktijkonderwijs zal visualisering van het onderwijs goed werken, menen leraren en schoolleiders. Talentstromen De leerlingen en leraren zijn enthousiast over de (meeste) talentstromen en men put er energie uit. De algemene stroom (Experience) voldoet meestal, behalve wanneer een leerling niet voor de algemene talentstroom gekozen heeft. De talentstromen in leerjaar 1 & 2 worden (nog) niet voldoende doorgezet naar hogere jaren. Wat doen bijvoorbeeld leerlingen die Cambridge English hebben gevolgd, in de bovenbouw? Wordt voldoende gebruik gemaakt van de inmiddels verworven vaardigheden van de leerlingen? Het enthousiasme en de motivatie van zowel leraren en leerlingen zou doorgezet kunnen en moeten worden. De kosten van de talentstromen lijken voor de meeste ouders niet een probleem te zijn, maar kortingsmogelijkheden zouden ouders wellicht over de streep trekken en dit zou talentvolle leerlingen meer kansen bieden. Voorlichting kan beter en met name is het verbeteren van keuzemogelijkheden een kans. De leerling moet meer kansen krijgen om de talentstroom van zijn keuze te volgen. Vernieuwingen In het praktijkonderwijs staat een ombuiging, een nieuw model op stapel, de proeftuin op weg naar vraaggestuurd onderwijs. Daarmee is al proefgedraaid en iedereen is er enthousiast over. De combinatie van praktijkonderwijs en vmbo-beroepsgericht heeft goed uitgepakt. Digitale systemen zijn aan elkaar gekoppeld waardoor een beter inzicht in een aantal zaken mogelijk is, op het gebied van financiën, van verzuim, van gesprekkencycli. Door samenwerking met andere scholen hoopt CSG Comenius geld te kunnen besparen, bijvoorbeeld met een gezamenlijk inkoopbeleid. Dit zijn goede ontwikkelingen, waardoor de school beter inzicht in allerlei processen krijgt. Identiteit De identiteit is niet voor iedereen een issue. Een aantal docenten is zelf niet christelijk en draagt daarom de christelijke identiteit niet actief uit. Ook een (groot) aantal leerlingen is niet christelijk. De ouders hebben veelal welbewust voor een christelijke school gekozen vanuit het idee dat waarden en normen daar beter uitgedragen worden. Sommige ouders vinden dat de christelijke identiteit meer uitgedragen zou moeten worden, niet-christelijke ouders vinden het voldoende zoals het is. De directie neemt in een aantal zaken wel vanuit een christelijke visie bepaalde besluiten, maar draagt de achterliggende gedachte bij deze besluiten wellicht te weinig uit. De leerlingen krijgen naar hun gevoel buiten de dagopeningen niet veel mee van de christelijke identiteit. Er heerst respect voor elkaars geloof. Op Zamenhof wordt door de leerlingen onderling nog teveel gevloekt en gescholden. Zorg De zorg wordt door de werknemers van CSG Comenius als zeer goed gezien en ervaren. Ook de ouders zijn zeer goed te spreken over de zorg vanuit school. Door bezuinigingen wordt het budget voor zorg kleiner en door grotere klassen wordt de zorgvraag groter. De vraag is of het hoge budget in het verleden niet te maken heeft gehad met keuzes die de school gemaakt heeft. Staat de school niet teveel bekend als een ‘zorg’-school waar je dus leerlingen met problemen naartoe stuurt? Of is het mogelijk om ouders – zoals op andere scholen vaak gebeurt – vanuit hun zorgverzekering bepaalde zorg te laten betalen? De contacten met Rebound zijn goed. De zorg op Mariënburg is meer individueel op de leerling gericht, terwijl de zorg op Zamenhof vooral docentgericht is. Daar is de begeleiding gericht op het effect van docentgedrag op een leerling. Is de leraar zich dat bewust?
visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
12 Roosters en lesuitval Roosteren op Mariënburg is lastig vanwege de talentstromen en vanwege de vakkenpakketkeuze in de bovenbouw. Op alle locaties ligt de prioriteit bij het maken van goede roosters voor leerlingen en niet voor docenten. Op de locaties Zamenhof en Esdoorn zijn de leerlingen en ouders tevreden over de roosters. Invulling van lesuitval door stipdocenten wordt (meestal) als positief ervaren. De leerlingen willen graag een goede inhoudelijke invulling van de stipuren. Doorgaande leerlijn De keuze voor de onderbouw en bovenbouw op één locatie heeft goed gewerkt. De doorgaande leerlijnen zijn verbeterd. De overdracht en informatievoorziening tussen onder- en bovenbouw is verbeterd. De betrokkenheid is groter. Personeel De zogeheten tijdelijke schil van docenten vindt men een probleem, met name in de kleinere teams. Secties worden soms ‘uitgekleed’, men moet weer wennen aan nieuwe docenten en extra energie inzetten om nieuwe docenten te begeleiden. De tijdelijke schil moet zoveel mogelijk gespreid over de locaties gerealiseerd worden. Hoewel door de directie ook keuzes gemaakt worden om mensen in vaste dienst aan te nemen, zouden de collega’s dit nog vaker willen zien. Nieuwe docenten vinden inzet op andere locaties niet altijd vervelend. Voor hen is het feit werk te hebben belangrijker dan waar ze werk hebben. De commissie zet vraagtekens bij deze aanpak. Is die niet te riskant? Het OOP voelt zich gewaardeerd, de directie spreekt vol lof over de flexibiliteit van het OOP. Het contact met de leerlingen is goed. De overlegsituatie verschilt per locatie. Inzet voor andere taken dan de oorspronkelijke taak vindt men soms moeilijk en geeft een grotere werkdruk. Het contact met de teamleider OOP is goed, maar men zou soms eerder bij zaken betrokken willen worden. Aan het verminderen van overuren wordt gewerkt. De conciërges ervaren het wegwerken van het aantal overuren als een praktisch probleem. Het personeel noemt de bereidheid van docenten om te leren en te vernieuwen over het algemeen in voldoende mate aanwezig. Huisvesting In de gebouwen zijn hier en daar knelpunten. De locatie Esdoorn is een oud gebouw. Er is al veel vernieuwd en wellicht zijn daar in de toekomst nog meer mogelijkheden voor. De leerlingen zouden graag meer zitplekken in de kantine willen en buiten bankjes en meer fietsenrekken. De huidige plek voor rokers wordt op de locatie Esdoorn als onaangenaam ervaren. Op Zamenhof worden de toiletten als een probleem ervaren. Ze zijn snel vies en de regels omtrent toiletbezoek werken niet. Ook de ruimte bij de kluisjes is te krap, de ramen kunnen niet open en de temperatuurverschillen zijn soms erg groot. Op Mariënburg en Zamenhof zijn vluchtplannen lastig uit te voeren. Zamenhof zit optimaal bezet en de locatie Esdoorn is eigenlijk te vol. Imago CSG Comenius heeft een goede naam in de regio. Leerlingen en ouders voelen zich hier thuis. Men waardeert de zorg en begeleiding. De lijnen zijn kort en direct. Er wordt goed en tijdig omgegaan met verzuim en ziekte van leerlingen. De talentstromen zijn trekkers, maar men is soms teleurgesteld in de plaatsing in de talentstroom. De omgangsvormen vindt men goed.
Voor de precieze inhoud van de gesprekken verwijst de commissie naar de bijlagen.
visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
13
Hoofdstuk 5 Conclusies en aanbevelingen vanuit de visitatiecommissie Inleiding De visitatie is in een plezierige sfeer verlopen. Er is veel werk verzet, maar het was boeiend. De commissie is gastvrij ontvangen en prima verzorgd, waarvoor dank. De commissie heeft de zelfevaluatie en bijlagen ontvangen. Later is deze informatie nog aangevuld met verschillende onderdelen en is de website bezocht. De commissie heeft 133 reguliere lessen bezocht en zeven lessen in de talentstromen, elf panelgesprekken gevoerd, twee keer een gesprek met het CMT gehad en op de drie locaties een gesprek gevoerd met de locatiedirectie. De zelfevaluatie was voldoende om te kunnen spiegelen, maar de commissie miste een sterkte-/zwakteanalyse. De respons op de onderzoeken onder leerlingen en ouders was niet zo groot. De commissie miste ook onderzoeken vanuit het personeel. De taak van de visitatiecommissie is adviezen aan school te geven. De school is eigenaar van het visitatierapport en ze mag ermee doen wat ze wil.
Conclusies Schoolklimaat Het schoolklimaat is over het algemeen goed. Op alle locaties heerst een goede sfeer, de leerlingen noemen de situatie veilig, de rust op de locaties is in orde. Tijdens de lessen en de rondgang in school kan het gedrag als respectvol benoemd worden. Zorg De zorg is een sterkte van de school, de positie van de mentor is goed en wordt goed vertaald, de positie van de tweedelijns functionaris en ondersteuning is duidelijk en helder genoeg, met dyslexie wordt doeltreffend omgegaan. Leefstijl, de manier van leven met elkaar: de informatie en aanpak komt goed terecht. Het Zorg Advies Team functioneert goed, de begeleiding van de leerlingen met een rugzak ook. Identiteit Overal is aandacht voor de dagopening. De vraag is of de medewerkers voldoende ruimte vinden voor de eigen invulling ervan. De identiteit kan vooral versterkt worden in de praktijk door de uitstraling en de benoeming van wat je aan het doen bent, zodat het herkenbaar is voor iedereen. Een belangrijk punt in de lijn van de hele school zoals genoemd door de centrale directie is geloven in talenten. Dit is goed te verbinden met de identiteit. Dit vraagt echter om gerichte aandacht om dit te blijven benoemen en herkenbaarder te maken in de school. Huisvesting De schoolgebouwen bieden een goede huisvesting, voor de een meer dan voor de ander. Mariënburg en Zamenhof zijn locaties met een sluipdoor-kruipdoor karakter. Commissieleden werden uitstekend geholpen bij het vinden van hun weg, ook door leerlingen. Het gebouw van de locatie Esdoorn was duidelijk. Huisvesting is daar momenteel voldoende adequaat en voor gebruikers duidelijk genoeg. Na enige tijd vindt iedereen zijn weg wel. Communicatie De communicatie tussen school en huis is duidelijk en snel, mailverkeer is een goed middel en wordt door iedereen geaccepteerd. De leerlingen zijn niet altijd tevreden, ze willen sommige dingen graag
visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
14 eerder horen, bijvoorbeeld lesuitval aan het begin van de dag. Leraren zijn ook iets minder tevreden, ze willen vooral de motieven achter bepaalde maatregelen weten. Ouders willen graag meer bij de school betrokken worden, met name op het gebied van vernieuwingen. Personeel Een pluspunt is dat de onbevoegdheid is teruggedrongen. De bekwaamheid wordt meestal als voldoende beoordeeld in lessen en contacten. De doelstelling van school om meer te excelleren is nog niet in voldoende mate gerealiseerd, maar het pedagogisch elan bij het vmbo-beroepsgericht werkte aanstekelijk. Er is sprake van een tijdelijke schil in personeel. Spreiding van deze tijdelijke schil over de locaties is noodzakelijk, zeker wanneer een team in opbouw is. De begeleiding en de zorg moet in stand worden gehouden, dat is een kracht van de school en dit moet niet teveel verzwakken. Het personeel is in voldoende mate bereid om te leren en zich in te zetten voor vernieuwing. Lessen De lessen zijn vaak degelijk, traditioneel. Dit kan een kracht zijn (ouders hebben hier vertrouwen in), maar dit kan ook een risico zijn, wanneer je te routineus met je lessen omgaat. Een goed punt vond de commissie dat de beleving van de leerlingen in het vmbo-beroepsgericht bij de lessen goed was, er werd veel aandacht aan besteed door de leraren. Hier en daar was sprake van betekenisvol leren. Dat kan nog meer over de hele breedte van de school. De commissieleden die de lessen in v-mbo in bedrijf bijwoonden, waren daarover zeer positief. OOP Er wordt goed en gedreven gewerkt. Het OOP geeft aan gewaardeerd te worden. Dit personeel voelt zich erg verbonden met de locatie. Het contact met de leerlingen op de locatie en met de buurt is aanwezig. Conciërges zijn huisvaders die op locatie goed functioneren. Een aandachtspunt is het terugdringen van de overuren; op schoolniveau wordt daar aan gewerkt, maar hier is meer zorg voor nodig. Structuur Overal op de locaties is de structuur in orde. Dit geldt ook op het centrale niveau. Vakgroepen hebben een duidelijke positionering gekregen. Dit is ook voor de waardering van het leraarschap helder. De aansturende rol van de leiding is duidelijk en vaak goed herkenbaar. Compliment voor Zamenhof, waar het veranderingsproces prima tot stand is gekomen. De locatie Esdoorn heeft een goede teamopbouw en hopelijk krijgt deze lijn veel kansen.
Adviezen en aanbevelingen De zelfevaluatie De bespreking van de zelfevaluatie kan verdergaand plaatsvinden in school, zodat je draagkracht creëert en er het visitatierapport aan kunt verbinden. Personeel Zorg dat de tijdelijke schil van personeel goed gespreid wordt over de locaties. Houd goed in de gaten dat het teamgevoel in stand moet blijven daar waar het team net begonnen is. Dit moet geborgd worden. Er moet daarom niet teveel geschoven worden. Zorg ook in het havo/atheneum voor een regelmatige uitvoering van de gesprekkencyclus (inclusief functioneringsgesprek). Talentstromen De talentstromen bieden kansen tot uitdaging en betekenisvol onderwijs. De belofte van keuzemogelijkheden (zoals ouders die ervoeren) werd niet voldoende waargemaakt. Talent is ook bij visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
15 personeel goed aanwezig, maar dit kan meer benut worden. Neem de vaardigheden die de leerlingen in de talentstromen hebben ontwikkeld, serieus en maak hiervan gebruik in de bovenbouw. Maak van de talentstromen een meer doorgaande leerlijn. Het gebruik van ICT Er is sprake van enige vernieuwing, maar de commissieleden hebben deze betrekkelijk weinig in de toepassing gezien. Er werden af en toe tablets gebruikt, maar de commissie zag weinig lijn in de uitwerking in de lessen. Het gebruik van ICT kan daarom op alle locaties beter. De ontwikkelingen zijn goed in gang gezet, maar er dient voldoende aandacht te zijn voor het goed functioneren van hardware en software om frustratie te voorkomen. In de lessen kunnen de tablets meer functioneel ingezet worden. Meer gebruik van ICT-middelen visualiseert de te leren stof beter met positieve resultaten als effect. School het personeel in het didactisch gebruik van tablets. Deze zijn net een aantal weken in gebruik. Algemeen Werk een doelstelling als betekenisvol leren uit op alle locaties. Benut Magister beter voor het huiswerk en voor een transparanter cijferregistratie. Los inlogproblemen met voorrang op. Opeenhoping van huiswerk ervaren leerlingen als een probleem. Besteed meer aandacht aan een goed overzicht van de verdeling over de week. Op alle locaties is het nodig meer uitwerking te geven aan differentiatie in de les. Zorg voor concrete instructies en werkwijzen, ook vanuit vakgroepen en bied aanvullende scholing, mogelijk verzorgd door eigen docenten. Organiseer meer intervisie bij docenten. Mariënburg De lessen waren veelal degelijk, soms routineus. Er waren geen excellente lessen. Om te excelleren moet de kwaliteit van de lessen verhoogd worden door middel van meer uitdaging en prikkeling van de leerlingen en door middel van didactische differentiatie. De leerlingen moeten meer geactiveerd worden. Neem de profielen van de havo-/atheneumleerlingen echt ter hand en werk die gegevens concreet uit voor toepassing in de lessen. Het gebruik van het kop-romp-staart-model en het spoorboekje kan een betere structuur aan de les geven. Neem een voorbeeld aan vmbo-beroepsgericht en mavo. Kijk goed naar de prestaties van het schoolexamen en erken het verschil SE-/CE-cijfer als een probleem. Doe als docent meer aan zelfreflectie. Zamenhof De leerlingen moeten nog meer geactiveerd worden. Er moet meer rekening gehouden worden met de verschillen tussen de leerlingen en de capaciteiten van de leerlingen, met name in de avo-vakken. Locatie Esdoorn Er moet meer rekening gehouden worden met de verschillen tussen de leerlingen. Ondanks goed en degelijk onderwijs worden de lessen vrij traditioneel gegeven. Dit moet meer vernieuwend en meer betekenisvol.
Slotopmerking Een deel van de commissie is aanwezig geweest bij de vorige visitatie (rapport 23 november 2009). Tijdens de huidige visitatie is een opmerkelijke verbetering geconstateerd voor Zamenhof en de locatie Esdoorn ten opzichte van de vorige keer. Dat betreft de organisatie en de aansturing door de leiding
visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
16 op Zamenhof en de aandacht voor het verbeterde onderwijsproces in het vmbo-beroepsgericht. Voor de locatie Esdoorn heeft dat te maken met de concentratie van het mavo op één locatie en de positieve teamontwikkeling daar. Voor het havo-atheneum is de verbetering nog niet goed zichtbaar. De organisatie is op zich duidelijk. Aan de profielen voor de havo-leerling en de atheneum-leerling is gewerkt, maar in de lessen is de uitwerking nog niet herkenbaar.
visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
17
Bijlagen
visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
18 Bijlage 1
Verslag van gesprek met het CMT van CSG Comenius Datum: Aanwezig:
1 oktober 2012 Visitatiecommissie: alle leden (Derwent Christmas: later) CSG Comenius: de directievoorzitter, locatiedirecteur mavo locatie Esdoorn, locatiedirecteur havo/atheneum Mariënburg. Door een misverstand niet aanwezig: locatiedirecteur vmbo-beroepsgericht en praktijkonderwijs Zamenhof.
Hoe staat Comenius als geheel in het omringende veld? Wat zijn de sterke en zwakke kanten? Er wordt een korte blik op de geschiedenis geworpen: De afgelopen jaren is een schift gemaakt in huisvesting van zes naar drie locaties. Dit heeft veel voeten in de aarde gehad. Vijf à zes jaar geleden was er een grote terugloop in leerlingen. Ook moest er veel gebeuren op onderwijskundig en financieel gebied. Er is een splinternieuw gebouw gekomen, namelijk Zamenhof. Mariënburg heeft deels nieuwbouw gekregen. Dit is een grotere verbetering, binnenkort wordt nog een nieuwe gymzaal geopend. Vier à vijf jaar geleden zijn de talentstromen ontwikkeld. Een paar stromen moeten nog doorontwikkeld worden. Er is veel ingezet op ICT, met name op tablet-onderwijs. Wat betreft de financiën zijn de systemen aan elkaar gekoppeld. Van de interne ontwikkeling is nu veel op een goede manier gestroomlijnd. De laatste puntjes worden op de i gezet. Waar komen de leerlingen vandaan? Veel leerlingen komen uit de regio Leeuwarden. Sinds kort bevindt zich ook een deel op CSG Ulbe van Houten. Deze locatie valt buiten de visitatie. De marktpositie is sterk. De CSG Liudger havo-top is gegroeid in Burgum, in combinatie met de nevenvestiging van Singelland daar. Dit was slechts in kleine mate van invloed in Leeuwarden; de aantallen zijn gecompenseerd in de onderbouw. De onderbouw is breder geworden (in het aantal leerlingen). Ook dit jaar is het aantal met 110 gegroeid. De positie in de regio is behoorlijk verbeterd. De oorzaken hiervan zijn onderwijsvernieuwing, aandacht, kwaliteit en problemen bij Piter Jelles. De doelstelling is niet om veel groter te worden, maar wel beter. Onderwijsvernieuwing heeft een aanzuigende werking. Talentstromen De talentstromen zijn op de locatie Mariënburg vooral gepland op maandagmiddag, op de locatie Esdoorn op dinsdagmiddag. De talentstromen aan de avo-kant zijn ontwikkeld aan de hand van visiestukken, de vmbo-kant op basis van v-mbo in bedrijf. Talentstromen zijn er in de onderbouw. In de talentstroom is veel projectonderwijs, zijn er veel contacten met de buitenwereld, de klassensamenstelling wisselt: deze wordt samengesteld op basis van voorkeur van de leerling. De leerling volgt de stroom twee jaar lang. Na een uitgebreid voorlichtingsprogramma kan er nog een switch gemaakt worden. Er zijn acht talentstromen. Op de locatie Esdoorn worden er vier aangeboden. Muziek en Media & Design zijn nog in ontwikkeling. Het tijdsbeslag omvat drie van de 32 uur die een klas normaal heeft. De talentstroom is gericht op vervolgonderwijs. Niet elk kind heeft de ambitie om een specifieke stroom te volgen. Voor deze leerlingen is er een stroom Experience; deze is breder, algemener, bedoeld voor kinderen die geen keuze kunnen of willen maken. Leerlingprofielen De totstandkoming van de onderwijsverklaring wordt ook gekoppeld aan leerlingprofielen. Kunnen we in de lessen verschillende vaardigheden verwachten in havo en atheneum? De aanleiding voor de onderwijsverklaring is de zwakte van het atheneum De havo presteerde enorm goed, de cijfers op het eindexamen waren extreem hoog, de SE-cijfers laag. Het was niet de bedoeling dat de atheneumleerling op de havo terecht zou komen, dus werd er een profiel geschreven waarin visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
19 stond wat er wordt verwacht van een atheneumleerling. Speerpunt was dat de bejegening van een atheneumleerling anders zou moeten zijn dan die van een havoleerling. De rendementen waren in het atheneum niet optimaal, maar dat wil niet zeggen dat een goede havoleerling ook een goede atheneumleerling is. Dezelfde docenten geven in het atheneum en in de havo les. Wat moet verschil in didactiek dan zijn, vroeg men zich af. Dit werd vastgelegd in de onderwijsverklaring: wat verwachten we in het algemeen van een goede les? De inspectie voert een zigzag-beleid. De onderwijsverklaring beweegt mee met de inzichten van de inspectie. De onderwijsverklaring is vooral bedoeld voor nieuwe docenten en om duidelijk te maken aan ouders wat er van het onderwijs verwacht kan worden. Met de zittende collega’s is over het kompas en de profielen uitgebreid gesproken. Er is wel een worsteling met het model door de zittende docenten, maar men staat er nu echt voor open en men kan ermee aan de slag. De docenten zien de noodzaak ervan in mede door het verschil tussen SE- en CE-cijfers. Afstroom Er heerst grote tevredenheid over de havo eindexamencijfers, terwijl de doorstroomcijfers aangeven dat er veel havoleerlingen blijven zitten in bijvoorbeeld havo-3 en nog meer in havo-4 en er is veel afstroom in atheneum-4. Er waren teveel leerlingen in het atheneum die op basis van de informatie en criteria daar nu niet geplaatst zouden zijn. Is het zo dat voorkomen wordt dat er afstroom in de havo plaatsvindt door leerlingen hard te laten werken, zodat alleen de besten doorgaan naar het atheneum? Zit er een groep in het havo die eigenlijk in het atheneum zou moeten zitten? Dit is in mindere mate het geval. De plaatsingsadviezen van de basisscholen zijn hoger dan die van Comenius. Structuur Er is een locatiedirectie, er zijn teamleiders en leerjaarcoördinatoren, coördinatoren onderbouw en bovenbouw. Is er bewust nagedacht over de structuur ten aanzien van de doorgaande leerlijn van klas 1 tot 6, bijvoorbeeld ten aanzien van de aansluiting onderbouw/bovenbouw. Wat is het beleid? De school heeft jarenlang onderbouwlocaties gehad. Dit gaf een knip met negatieve punten. Het beleid is nu om er één coördinator op te zetten. De docenten geven in verschillende leerjaren les, dus bovenbouwdocenten geven ook les in de eerste twee leerjaren. Heeft dit financiële gevolgen? Het aantal onder- of onbevoegden is nu nog geen 10%, maar dit was 3040%. Het beleid is er nu op gericht om mensen te scholen. Kennis en inzichten van eerstegraadsdocenten geven vaak een andere visie op zaken waarvan andere docenten leren en leveren een goede bijdrage aan bijvoorbeeld projecten. Locatie Esdoorn Dit is een gedateerd gebouw. Wat zijn er nog voor mogelijkheden? Er is wel in het gebouw geïnvesteerd. De mogelijke groei is beperkt vanwege de omvang van het gebouw en er zijn geen uitbreidingsmogelijkheden. De school is oorspronkelijk gebouwd voor 300 leerlingen. De gemeente is niet scheutig met geld en er zal voorlopig geen nieuwbouw komen. De leerpleinen en dergelijke hebben niet echt doorgang gevonden, maar de elementen van de thuisbasis zijn wel gehandhaafd gebleven. Het vinden van een evenwicht hierin is gelukt. Voor de thuisbasiselementen is het gebouw locatie Esdoorn niet geschikt. Het idee van projecten is echter niet losgelaten, want vooral de talentstromen zijn hierin belangrijk. Ook op locatie Mariënburg is het thuisbasisidee in de praktijk niet altijd goed uitvoerbaar; uit nood geboren door het grote aantal leerlingen is de thuisbasis een beetje losgelaten, er is meer een tussenweg gevolgd. ICT Tabletonderwijs: dit is op alle locaties gestart. Is het lokaal ICT nu niet meer nodig? Tabletonderwijs geeft een grotere flexibiliteit. De applicaties werken niet allemaal op tablets, dus het lokaal blijft nodig.
visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
20 Er zijn nu 90 (Mariënburg) – 90 (Zamenhof) – 60 (Esdoorn) tablets op de verschillende locaties. De tablets zijn nu nog een aanvulling op het bestaande leermateriaal. Actieplan 2008-2010 De gebouwensituatie is veranderd, er zijn nieuwe initiatieven. De commissie mist een personeelstevredenheidsonderzoek. Er heeft een half jaar geleden een werktevredenheidsonderzoek plaatsgevonden. De respons was relatief laag en men wil dit daarom nog een keer doen. Het OP scoort met name oranje. Dit heeft onder andere te maken met de huisvestingssituatie waaruit men kwam. Er worden nu nog inhaalslagen gemaakt. Er vindt een herstructurering van de teams plaats; alles komt in een rustiger vaarwater. De tevredenheid wordt wel groter, maar het kan nog beter. Kwaliteit van het onderwijs Wordt aan de docenten gevraagd om het eigen onderwijs te verbeteren? Er wordt inzicht gegeven aan de docenten in de toetsresultaten met de vraag wat ga je daarmee doen. In de talentstromen doet men dit zelf. Men vraagt aan docenten wat er voor acties zouden kunnen worden ondernomen voor verbetering? Dit heeft een behoorlijke toename in de resultaten tot gevolg. Over het verschil SE-CE twijfelt men, want men vindt het goed. Over verandering hierin is nog weerstand bij docenten. Het verschil hierin wordt evenwel door de inspectie niet getolereerd. Men moet hier alert op blijven. CSG Comenius moet op een gegeven moment stoppen met vernieuwing. De tevredenheidscores van docenten en leerlingen zijn goed. Het onderwijs wordt door docenten zelf ontwikkeld in de onderbouw. Risico´s Wat zijn de zwakten van de school, wat zijn de risico’s? Het gebouw locatie Esdoorn is een risico, het grote aantal leerlingen ook. Een risico is dat de school wil blijven vernieuwen. Daar moeten we op tijd mee ophouden. We moeten tijd nemen om achterom te kunnen kijken. De examenresultaten zijn goed. Is de afstroom een zwakte? De school hanteert de plaatsingswijzer, waaraan nu veel strenger de hand wordt gehouden, dus de op- en afstroom wordt minder. De plaatsingswijzer wordt ook gebruikt in de communicatie met de basisscholen. Bij te lage SE-cijfers zakken er eigenlijk nog meer leerlingen. Is dit niet een zwakte? Zou kunnen. In de financiële administratie wordt alles gekoppeld. Hierdoor is niet alleen beter inzicht in de financiële cijfers, maar ook in verzuimcijfers. De financiële situatie kan een bedreiging zijn, maar er wordt samenwerking gezocht met andere scholen, bijvoorbeeld op het gebied van het inkoopbeleid. Er is veel bezuinigd, maar dit jaar wordt goed afgesloten. Voor 2013 wil men de storm voor zijn. Communicatie De ouders wordt van allerlei zaken via het weblog op de hoogte gehouden. De weblogs worden goed bezocht, ze voorzien in een behoefte. Er is een grote hoeveelheid aan oudercontactavonden. Daar wordt veel aandacht aan besteed, ook aan ouderraden. De ouders worden meer bij de talentstromen betrokken door bijvoorbeeld iets te vertellen over hun beroep. Identiteit Tweemaal per jaar organiseert de identiteitscommissie een activiteit in dit kader, bijvoorbeeld een lezing geïnitieerd door het CMT. Nadere invulling wordt gegeven door de identiteitscommissie. Aan het begin van het jaar en later in het jaar komt er een lezing. Per locatie wordt een gekozen thema verder uitgewerkt met een eraan gekoppelde activiteit. Op de internationale dag van de vrede was er een wandeling met havo/vwo langs bepaalde gebouwen, kerken, moskee, orthodoxe gemeenschap etcetera en met deze gemeenschappen is gesproken. Uit alle onderzoeken blijkt dat de leerlingen weinig merken van de identiteit. Ze hebben niet goed in de gaten dat ze op een christelijke school zitten. De meerwaarde blijkt uit gesprekken met ouders, bijvoorbeeld over moskeebezoek; dat levert een dialoog op. Identiteit is niet het doel, maar ‘onderweg’ wordt er over gesproken. visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
21 Bijlage 2
Verslag van het gesprek met de locatiedirectie Mariënburg Datum: Aanwezig:
1 oktober 2012 De gehele visitatiecommissie CSG Comenius: vijf leden van de locatiedirectie
De visitatiecommissie en de directie stellen zich aan elkaar voor. Klopt de zelfevaluatie? Wat baart jullie het meeste zorg op havo/vwo onderwijsinhoudelijk? Het verschil SE-CE havo. Het CE-cijfer is hoger, dus het is een speerpunt om het verschil kleiner te maken. Onderwijsinhoudelijk is men veel bezig met de profilering havo/atheneum, de externe differentiëring. Interne differentiatie wordt een speerpunt. Onderwijs op maat geven, maar afgezet tegen de bezuinigingen, is een belangrijk onderwijskundig zorgpunt. Is externe differentiatie nog geen gemeengoed van de docenten? Nee, het komt nog niet genoeg tot zijn recht, het blijkt nog niet genoeg uit de dagelijkse praktijk, maar gaandeweg wordt dit beter. Er is een proces van twee jaar bewandeld met een stuurgroep, waarbij docenten ook inbreng hebben gehad. Het landt steeds meer. Wat is dan de zorg? De betrokkenheid is mooi, maar de concretisering is nog moeilijk. Bij lesbezoeken kun je docenten meer betrokken krijgen bij differentiatie. In de stuurgroep is men al verder, bijvoorbeeld wat betreft concretisering in de lessen, de interne differentiatie. De docenten zijn nog niet zover. De stuurgroep moet niet te ver vooruitlopen, merkt de directe. Differentiatie moet onderwerp van gesprek blijven, omdat er steeds nieuwe mensen komen. Structuur Voorheen vonden acties in de teams plaats, nu steeds meer in vaksecties. Hoe is dat hier? Dat is hier ook zo. Er waren grote onderbouw-/bovenbouwteams. Dat werkte niet goed, het was een bureaucratisch geheel. Men is teruggegaan naar vakgroepen. De doorgaande leerlijn moet in de vakgroep gestalte krijgen; daar wordt meer nadruk op gelegd. Hoe krijg je de mensen in de vakgroep zover om te onderkennen dat het verschil SE-CE te groot is? Voorheen had het MT een aantal vakgroepen onder zich. Nu is structuur enigszins veranderd. De nieuwe directeur heeft alle vakgroepen onder zich, waardoor meer druk kan worden uitgeoefend. Het zit vooral tussen de oren. Dat het grote verschil SE-CE een probleem is, dringt langzaam door bij de vakgroepen. Er is een studiemiddag aan gewijd en men wordt zich er nu van bewust dat het toch niet goed is. Een hoger CE- dan SE-cijfer werd als goed beschouwd. Is de afstroom een oorzaak van het verschil SE-CE? Wat is de waarde van de toetsen? Er was een groot aantal zittenblijvers. Dit kwam vooral door het grote aantal externe leerlingen. Er is nu een instroomdrempel. Dat is even beter gegaan, maar de problematiek ligt ook binnen de eigen school, in havo 3 waren veel leerlingen die het in havo 4 niet zo goed doen. Een bijbaantje van leerlingen werkt niet altijd positief op de resultaten. De instroom in klas 1 is niet geheel leidend om te zeggen dat het allemaal wel goed komt. Bij plaatsing wordt uitgebreider gesproken met de basisschool. Er is nu een goede analyse gemaakt van de afstroom. Betekenisvol onderwijs. Wat houdt dit in en wat ga je ermee doen? Je moet kijken naar de uitgangspunten in de onderwijsverklaring. Er wordt een poging ondernomen om docenten praktisch gerichte elementen aan te laten brengen in hun lessen, zoals laten zien wat je met het geleerde kunt in het vervolgonderwijs. Er moet gezocht worden naar een activerende werkhouding. Er lijkt geen prikkeling te zijn bij de atheneumklas, blijkt uit een lesbezoek. Hoe beïnvloedt de schoolleiding de docenten? De leiding besteedt meer zorg aan de ontwikkeling van de docent voor het verbeteren van goed onderwijs, coaching in dienst van goed onderwijs.
visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
22 Wat is de rol van vaksecties bij betekenisvol onderwijs, inhoudelijk gezien? Via studiedagen wordt hier aandacht aan besteed. Een deel is algemeen en een deel is vakgroepoverleg op dezelfde middag. Daar wordt de drive van de docent versterkt. In het onderwijsoverleg worden thema’s aangedragen, die vervolgens in de vakgroepen worden besproken. De vakgroepen moeten aan het begin van het jaar formuleren wat hun speerpunten zijn en wat hun einddoel aan het eind van het jaar is. Het scholingsplan wordt daarop aangepast. CE: havo hoog, atheneum lager. Wat wordt hiervoor ondernomen? De exacte vakken scoren al hoger dan het landelijk gemiddelde. Bij het havo zijn in het CE alle vakken hoger uitgekomen, bij het atheneum (vwo) is de helft hoger, de helft lager. Hoe kan dit? Veel docenten geven in havo en atheneum les, dus lessen in het havo zijn misschien van (te) hoog niveau. Het atheneum leek havo-plus, maar nu lijkt het er meer op dat havo atheneum-min is. De knop moet meer omgezet worden bij docenten. Dat vinden ze moeilijk. Wat is het verschil? De docenten zeggen dat dit in de methode zit: de didactiek in de methode moet anders zijn. De schuld leggen ze dus buiten zichzelf. Wat zijn de sterkten van havo/vwo? Wat is jullie trots? We trekken nu nog leerlingen door de aandacht voor de leerling, de zorgkant en door de sfeer op de locatie wat blijkt uit de HALT-enquêtes. Uit de HALT-rapporten bleek dat kinderen zich nu juist veiliger voelden dan toen de mavo erbij kwam. De pauzes zijn anders, de docenten uit de bovenbouw geven ook les in de onderbouw. Aan ouders wordt geadviseerd dat de beste open dag is een dag dat de school in bedrijf is. De communicatie met het thuisfront is een sterk punt, de intensieve communicatie met ouders, via de weblogs, elke avond wordt informatie verstrekt die van belang is. Er kan huiswerk ingevoerd worden die op internet komt. De school is goed gestructureerd; dit wordt door ouders als positief ervaren. Het onderwijs is gedegen, misschien enigszins ouderwets. Dit draagt bij aan het gevoel van veiligheid. Lesroosters De directie is druk bezig om meer structuur in de lesroosters te krijgen, maar dit heeft met de randvoorwaarden te maken en keuzes die gemaakt zijn, bijvoorbeeld de talentstromen. Bovenbouwdocenten zijn soms nodig in talentstromen (klas 1-2). Dit maakt roosteren moeilijk. Het gaat erom die structuur te doorbreken en dit probleem op te lossen. De school is zelf ook niet tevreden met de roosters. Het tijdpad wordt aangepast en keuzes zullen worden gemaakt; er zullen knopen worden doorgehakt. Snappen ouders de problemen met de roosters? Is hierover gesproken met de ouders? Er is aan het begin van het jaar en op de weblogs openheid hierover gegeven. Durft de directie een uitspraak te doen over tussenuren? Bij de bovenbouwleerlingen zijn (veel) tussenuren, niet in klas 1-3. Havo 4 zijn er weinig tussenuren, in havo 5 meer; dat ligt ook aan vakkenpakket. De directie vindt het zelf ook een probleem, het ligt aan combinaties. Het komt vooral veel voor in het atheneum. Voorheen kwam het doordat er een beperkt aantal leerlingen was waardoor er vakkencombinaties waren gemaakt die moeilijk lagen. Hoe is het met de beschikbaarheid van de docenten? In het verleden is er misschien te coulant omgegaan met de vragen vanuit de docenten, maar de laatste jaren gebeurt er meer op basis van de CAO, de school bepaalt en niet de docent over een vrije dag of waar er lesgegeven wordt. Zorg In jaar 1 worden alle leerlingen gescreend op dyslexie waarvoor niet betaald hoeft te worden. Wanneer er op de basisschool uitspraken worden gedaan over dyslexie, dan wordt dit ook gevolgd. Er zijn goede rugzakbegeleiders. Er is bijvoorbeeld een leerling uit het speciaal onderwijs die hier twee vakken volgt. Dit is een pilot.
visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
23 Er wordt nu met een coördinator gewerkt per leerjaar, die merkt op dat er een bepaalde zorg beschikbaar of nodig is. Ook de docenten kijken open naar leerlingen die extra zorg nodig hebben, zeker met het oog op passend onderwijs. Hoe wordt omgegaan met een hoog begaafde, autistische leerling? Daar wordt niet speciaal naar gekeken, maar de leerlingbegeleider communiceert goed met alle partijen. De coördinator spreekt hierover met de leerlingbegeleider. Er zijn wel handelingsplannen, maar niet per vak. Hoe voelen leerlingen dat er persoonlijke aandacht is? Dat blijkt uit de benadering van de leerlingen door de docent, bijvoorbeeld praktisch gezien. De communicatie met ouders en leerlingen is goed, bijvoorbeeld over ziekmeldingen waarbij even naar huis gebeld wordt. Het blijkt uit het mentoraat; in de bovenbouw van het havo is er een extra mentor die doublanten in de gaten houdt. Mentoren – coördinatoren – teamleiders: hoe is relatie tussen de coördinator en de teamleider? De teamleider stuurt coördinatoren aan. De gewone dingen doet de coördinator, bijzondere of grotere dingen pakt de teamleider aan. Teamleiders hebben vooral met docenten te maken, mentoren met leerlingen. Talentstromen De docent Cambridge English is helaas ziek, deze stroom zal daarom vandaag moeilijk te zien zijn. Er zijn mogelijkheden op velerlei gebied naast de gewone lessen. Extra ontwikkeling van de kwaliteiten en talenten van de leerlingen, waar zij interesse in hebben. Er is een aantal algemene bouwstenen in de talentstromen; bijzondere activiteiten, zoals ‘’clinics’’ bij sport, een uitstapje naar de Leeuwarder Courant. Leerlingen hebben na twee à drie jaar veel vaardigheden meegekregen waaraan ze in de bovenbouw of vervolgonderwijs iets aan hebben. Wetenschaporiëntatie: platform WON: er wordt leerlingen een bepaalde houding aangeleerd die een goede voorbereiding is voor een wetenschappelijke benadering.
visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
24 Bijlage 3
Verslag van het panelgesprek met vijf leerlingen van CSG Comenius, locatie Mariënburg Datum: Aanwezig:
1 oktober 2012 Visitatiecommissie: Tjitte Wierdsma, Harmen Jansma, Annemarie Peeters, Derwent Christmas, Yolanda Oomen
De visitatiecommissie en de leerlingen stellen zich aan elkaar voor. Heb je van de zelfevaluatie iets van gemerkt? Nee, wel dat de bovenbouwleerlingen enquêtes hebben ingevuld. Wat merk je van de identiteit? We hebben godsdienstlessen, dagopeningen met elke week een ander thema. De dagopening is in de bovenbouw tijdens het vierde. Soms merk je er iets van in de wetenschapsprojecten. Wat gebeurt er in de talentstromen? Tijdens Cambridge English ben je bezig met projecten. In de derde klas doe je daarvoor examen. Hoe vind je de lessen in de talentstroom ten opzichte van andere lessen? Het is uitgebreid, soms is er veel theorie. Van de drie uur heb je een uur theorie en twee uur project. De theorie is soms saai. Bij de talentstroom Sport heb je een periode met één bepaalde sport, zoals survival. Je krijgt veel onbekende sporten met een toets aan het eind, waarbij je ook op het uitvoeren van de sport zelf wordt beoordeeld. Wat zijn de sterke punten van de school? De school is gezellig. Er wordt veel gepraat in de les, dat is wel eens druk. De gezelligheid uit zich vooral in de groep. Hoe is de sfeer op school? Soms wel leuk, soms niet. Er is goede opvang wanneer je een probleem hebt. Er zijn een paar leraren die speciaal letten op leerlingen die van de eilanden komen. Van wie is de school? Van ons allemaal. Wat zou je anders doen? Iets meer structuur, sommige informatie komt erg laat, de roosters zijn niet geweldig. Vervanging is niet altijd goed geregeld, docenten komen bijvoorbeeld niet opdagen en dan moet je een hele tijd wachten; dat is verspilde tijd. Wil je een vervanger of wil je vrij? Als er een goede vervanger is, dan liever les. Als er stipuren zijn bij een leraar die weinig doet, dan willen we liever zelf wat doen, zoals huiswerk maken. Wat vind je van de lessen in het algemeen? Het is verschillend per docent. Er zijn grote verschillen in de manier van ordehandhaving, de manier van lesgeven, de sfeer in de klas of de manier van uitleggen. De meeste zijn lessen wel goed, maar bij gebrek aan orde komt de stof niet goed over. Bij de ene leraar begrijp je de stof wel goed, bij de andere niet. Vragen mag, daar word je niet op beoordeeld. Soms vraag je zelfs te snel, dan krijg je de gelegenheid om iets te vragen, terwijl je eigenlijk zelf ook wel eerst in het boek kan kijken. Hebben jullie het idee dat je wordt opgeleid voor morgen? We worden wel voorbereid op de examens, maar niet voor daarna of oriëntatie op de samenleving. In onderbouw zeker niet. Wie vindt dat je modern onderwijs krijgt? Weinig. Computergebruik hangt van de les af. Soms wordt er met powerpoint gewerkt. Tijdens sommige lessen kun je online oefenen. In klas 1 wordt er met tablets gewerkt. Wat merk je van dyslexie van andere leerlingen? Soms lijkt het niet helemaal eerlijk, bijvoorbeeld voor een leerling die slecht is in Nederlands vanwege zijn eigen achtergrond, die krijgt niet meer tijd, terwijl een dyslexieleerling dat wel krijgt. visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
25
Loggen jullie in op Magister? Wel voor cijfers en roosters, maar niet (altijd) voor huiswerk. Soms werkt het bij bepaalde leerlingen niet, dan zijn er problemen met inlogcodes. Leer je goed zelfstandig te werken of gaat alles via het boek? Dat hangt van het vak af. Soms wel als je als huiswerk zelf vragen moet bedenken. Is er de mogelijkheid om zelfstandig een onderwerp te bedenken of uit te werken. Meestal niet, je moet gewoon de les volgen. Weet je wie de vertrouwenspersoon is? De leerlingen kennen de vertrouwenspersoon wel. De leerlingen weten wel bij wie ze terecht kunnen, namelijk bij de mentor en die verwijst door naar de vertrouwenspersoon als dat nodig is. Bij problemen met de mentor is er soms contact met een andere docent. Soms wanneer de mentor langdurig ziek is, wordt te laat een andere mentor ingezet. Hoe vaak vindt er een persoonlijk gesprek met de mentor plaats? Dat wisselt, bij sommigen een of twee keer, bij andere drie keer. Soms wordt er geen gesprek gehouden, maar is de mentor wel beschikbaar. Sommige leerlingen hadden vorig jaar wel een persoonlijk gesprek. Dit jaar is de mentorles heel open en gestructureerd. De mentorles is soms persoonlijk, soms klassikaal. Is er een leerlingenraad en waar zijn die mee bezig? Er is wel een leerlingenraad, maar de onderwerpen kennen de leerlingen niet. Heb je veel huiswerk en hoeveel tijd kost het je? Vaak hebben we wel veel huiswerk. Dat scheelt per week. Soms ben je bent laat uit en dan heb je minder tijd voor je huiswerk. Elke middag heb je wel huiswerk te maken. De tijd die eraan besteed wordt, is gemiddeld ongeveer een uur. Atheneum: word je voorbereid op zelfstandig werken? De leerlingen merken het niet. In de les moet je veel aantekeningen maken, dus er is weinig tijd voor zelfstandig werken. Het zou fijn zijn als een les in tweeën gedeeld zou worden: eerst uitleg, dan zelfstandig werken. Heb je les gehad in plannen? In de mentorles is er aandacht aan besteed. Met planning in de tweede klas wordt niet geholpen; een van de leerlingen wordt door haar moeder geholpen. Aan planning wordt alleen in de eerste klas iets gedaan. Vraag voor de doublant: zitten er meer zittenblijvers in je klas? Ja, bijna de helft. Wordt alles hetzelfde gedaan als vorig jaar? Ja, je krijgt dezelfde stof. Dat is niet erg, want dan bekijk je de stof nog een keer goed en dan snap je het beter. Hoe gaan de docenten met de regels om? Niet iedereen gaat hetzelfde met de regels om. Sommigen houden zich wel aan het aantal toegestane toetsen. In sommige lessen mag je wel eten en drinken en in andere niet. Het is niet altijd duidelijk wat in welke les mag. Petten mag bij sommigen wel, bij sommigen niet. De leerlingen vinden water drinken wel goed, petten zouden af moeten. Waar of niet waar? We kunnen trots zijn op onze school: waar. Op deze school is er veel aandacht voor de leerlingen: meesten zeggen waar. Er is een rustige sfeer op deze school: waar. Deze school is goed in communicatie: niet waar. Deze school is goed gestructureerd: niet waar.
visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
26 Wat wordt er aan pestgedrag gedaan? Daar wordt gelijk wat aan gedaan. Je wordt uit de klas gehaald, er wordt over gepraat, alleen of met z’n tweeën, soms in de mentorles. Leren jullie samenwerken met elkaar? Ja, vooral in de mentorlessen, bijvoorbeeld door middel van een toneelstukje, of het maken van een verslag of opdracht in groepjes. Is dit ook zo in de bovenbouw? Ja, bijvoorbeeld bij biologie, dan krijg je samen één cijfer voor een verslag of werkstuk. Hoe zou een saaie les leuk gemaakt moeten worden? Bijvoorbeeld door soms een kort filmpje te kijken, samenwerken, een kort project. Er zijn ook wel activiteiten buiten de les, bijvoorbeeld naar De Harmonie, dat is leuk. Er is een keer iets gedaan met zonnepanelen, dat is leuk en dat heeft verbinding met je les. Hoe zou je zelf een les inrichten? Op die vraag blijven de leerlingen het antwoord schuldig. Vinden docenten zelf lessen leuk? Niet altijd. Hoeveel van ongeveer zes lessen op een dag vind je uitdagend en leuk? Twee tot vier lessen. In de bovenbouw vind je de meeste lessen leuk omdat je de vakken zelf gekozen hebt. Ben je aan het eind van de dag moe? Ja, door de hoeveelheid van de lessen en doordat sommige lessen saai zijn en soms door afstand bij buitenactiviteiten, waardoor je een eind moet fietsen. Tijdens de gymlessen worden er maar een paar standaardsporten gedaan: honkbal, voetbal en nog een andere sport. Sommige docenten maken het zichzelf erg gemakkelijk, vinden de leerlingen. De docent verdeelt de groep in wie welke sport gaat doen, maar geeft geen instructie. Het lijkt meer te gaan om bezig zijn. Geldt dit ook voor bijvoorbeeld wiskunde? Geven andere docenten meer afwisseling? De leerlingen zien niet goed hoe dat anders kan. Is de persoonlijke aandacht in de les goed? Wordt er gedifferentieerd in de les? Dat hangt van de grootte van de klas af. Sommige leraren luisteren niet naar je en leggen iets niet goed uit. Je moet er steeds zelf achterheen en als dat niet lukt, kun je zelf niet door.
visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
27 Bijlage 4
Verslag van het panelgesprek met zorgfunctionarissen van CSG Comenius Datum: Aanwezig:
1 oktober 2012 Visitatiecommissie: Tjitte Wierdsma, Harmen Jansma, Harold Groenewoud, Henk Jelsma, Yolanda Oomen CSG Comenius: vier zorgfunctionarissen De visitatiecommissie en de zorgfunctionarissen stellen zich aan elkaar voor. Zelfevaluatierapport De functionarissen hebben het zelfevaluatierapport deels mede opgesteld. Ze delen het rapport. Grootste zorg De bezuinigingen zijn de grootste zorg. De formatie voor zorg is behoorlijk teruggelopen, waardoor er meer gedwongen keuzes gemaakt moeten worden. Bij verdergaande bezuinigingen zal de kwaliteit wellicht niet waargemaakt blijven worden. De directie is hiervan op de hoogte. De directie doet dit bezuinigen met grote tegenzin. Het gevaar dreigt dat door een aantal maatregelen processen op gang worden gebracht die niet meer in de hand te houden zijn, bijvoorbeeld klassenvergroting, waardoor minder zorg van docenten mogelijk is en er meer een beroep gedaan moet worden op de zorgfunctionarissen. Meer leerlingen verdwijnen dan misschien naar de Rebound. Is er een beperking in tijd voor mentoren? Nog niet, maar dit komt wellicht wel. De versterking van het mentoraat wordt gestimuleerd, dus de mentoren zouden meer uren moeten krijgen, maar de huidige stabilisering is eigenlijk al achteruitgang. Uitvoeren van meer werk in dezelfde tijd is voor mentoren moeilijk. Kun je de schoolleiding beïnvloeden wat betreft financiën en de keuzes die daarin worden gemaakt? Beïnvloeding is wel mogelijk, men staat daar wel open voor, maar op het vlak van financiën/formatie is dit niet mogelijk. Het is niet duidelijk welk geld waarin wordt gestoken, maar het is niet per definitie zo dat er geld wordt gestoken in het een, terwijl het wellicht in wat anders gestoken kan worden. Wat merk je als rugzakbegeleider van die bezuiniging? De uren worden volledig benut. Daar wordt niet op bezuinigd, omdat dit een één op één bekostiging is. Dyslexiebegeleiding en counseling gaat wel achteruit. Hoe, is nog niet duidelijk. Het zorgteam is wel 200 uur achteruit gegaan. In het ondersteuningsprofiel is het noemen van faalangstreductietraining al genoeg. Hoeveel uur je daarvoor hebt, is nog niet belangrijk. Er zit nog geen formatie-eis aan. Cluster-4 indicatie: CSG Comenius kan veel bieden. Dit kan door de zorgfunctionaris worden besproken met leerling en ouders. In het ondersteuningsprofiel wordt hiermee rekening gehouden. Er worden ook kinderen afgewezen, die in het speciaal onderwijs terecht zouden moeten kunnen. Er zijn grenzen aan het ondersteuningsprofiel, een grens tussen breedtezorg en dieptezorg: het hangt van de problematiek af, bijvoorbeeld extreem angstige kinderen, extreme angst voor hoog plafond, kinderen met extreem naar buiten gericht gedrag. Dit kan als rugzakbegeleider niet gestuurd worden. Begeleiding gebeurt door middel van adviezen aan docenten. Soms past het niet meer en dan worden leerlingen doorverwezen. Helpt het pedagogische klimaat op school zorgleerlingen? Komen er hierdoor meer leerlingen bij de zorgcoördinatoren terecht? Nee, niet per se. Men probeert op de locaties op één lijn te komen en dat werkt positief. De grote wisseling van docenten is een zorg. Er wordt veel tijd en energie gestoken in nieuwe docenten. Vervolgens moet er het jaar daarop weer in nieuwe docenten geïnvesteerd worden. Dat kost veel tijd. Het betreft een budgettaire afweging: in het primaire proces moet het goed gaan. De ondersteuning is daarop gericht. De opvangsituatie in de school kan goed werken, maar moet wel bemenst worden. Dit had een aanzuigende werking in het verleden, maar dit proces is nu gestopt. visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
28 Rugzakleerlingen melden zich bij problemen bij rugzakbegeleiders. Deze leerlingen doen het goed en halen vrijwel allemaal de eindstreep. De leerlingen die naar de Rebound gaan, is een groep waarmee het tijdelijk moeilijk gaat. Leerlingen worden alleen aangenomen, wanneer het gedrag beïnvloedbaar is. Na ongeveer drie maanden komt de leerling weer terug. Dit geldt voor zo’n 90%. Kinderen met heel moeilijk gedrag gaan naar het RMC en veel van hen gaan door naar het speciaal onderwijs. Kunnen die niet gelijk naar het speciaal onderwijs? Het zijn vaak kinderen die slachtoffer zijn van meervoudige problemen, vaak van buitenaf, die bij binnenkomst in school nog niet duidelijk zijn. De voorspellende factoren blijken vaak pas in klas 3 of 4. Grootste trots Het zorgadviesteam is een team met oprechte bezorgdheid en expertise. De leerling staat centraal en krijgt goede zorg. De structuur is erg handelingsgericht. De rugzakbegeleiding is heel goed. De middelen voor rugzakbegeleiding blijven geoormerkt. In 2014 stopt die rugzakbegeleiding. Hoe gaat het dan, vraagt de rugzakbegeleider zich af. Passend onderwijs moet geboden worden en in welke vorm moet dit dan gegoten worden, is de vraag. Hoe ga je om met de hoog begaafde autist? Daar is geen beleid op. Er is eerst een definitie van zo’n leerling nodig. Je moet bij leerlingen per leerling bekijken wat er voor zorg nodig is. In hoeverre is er iets veranderd in het handelingsplan van bijvoorbeeld een vmbo 4 leerling in de loop van de jaren? Er is een onafhankelijke toetsing. De laatste jaren is veel in het vmbo-beroepsgericht veranderd, ten goede. Op planmatig handelen is in 2011 fors ingezet. Er is werk van gemaakt om met mentoren en coördinatoren handelingsplannen te maken. Dit komt concreet naast de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerling. Dit zal steeds concreter meetbaar worden de komende jaren. Is de situatie per locatie verschillend? Heeft het havo/vwo minder behoefte? De zorgvragen verschillen heel erg, met name sociaal-emotionele zorg. Bij het vmbo-beroepsgericht is het docentgedrag van belang ten opzichte van de leerling. Bij het havo/atheneum is de zorg meer individueel gericht. Per locatie zijn meerdere ondersteuningsprofielen. Op het praktijkonderwijs en het vmbo-beroepsgericht op locatie Zamenhof is de setting anders. Daar is het pedagogisch-didactische uitgangspunt anders. Het heeft een positieve invloed op Mariënburg dat de onderbouw er nu ook zit. Is hierdoor minder uitval? Niet specifiek, maar de doorgaande lijnen zijn beter geworden. Er was veel uitval toen de onderbouw nog op aparte locaties zat. Nu hebben leerlingen meer hechting met locaties en docenten en daardoor is er meer rust. Hoe is het welbevinden van jullie doelgroep? Er wordt een vragenlijst afgenomen in de eerste en derde klas. De uitkomst en het vervolg kunnen heel verschillend zijn. Op Mariënburg kunnen de leerlingen zich rationeel gezien redelijk redden, op andere locaties is dat lastiger, vanwege hun omstandigheden. Met het gevoel ten opzichte van bijvoorbeeld pestgedrag wordt door die kinderen anders omgegaan of ervaren. Indien er weinig of geen mentorgesprekken zijn, is dat schrijnend. Dit zou niet moeten voorkomen en het is niet de bedoeling. De mentoren komen overigens wel bij de rugzakbegeleidster als ze zorg hebben over een leerling. Ondersteuningsprofiel: de inzet hiervan is niet zo dat er veel nuancering in te zien is. De huidige zorg dient zoveel mogelijk gecontinueerd te worden. Het zorgadviesteam is ook gericht op het uitvoeren van observaties en onderzoeken.
visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
29 Bijlage 5
Verslag van het panelgesprek met de ouders van zeven leerlingen van CSG Comenius, locatie Mariënburg Datum: Aanwezig:
1 oktober 2012 Visitatiecommissie: Tjitte Wierdsma, Wytze Algra, Eddie de Boer, Femme Riemersma, Yolanda Oomen CSG Comenius: Zeven ouders, waarvan twee ouderraadsleden
De visitatiecommissie en de ouders stellen zich aan elkaar voor. Schoolkeuze Het kind heeft zelf de school gekozen. De identiteit speelde een rol. Vanuit Stiens kiezen basisschoolleerlingen vaak voor Sint Annaparochie, maar soms wordt toch liever meteen de gehele schooltijd in Leeuwarden doorgebracht. De kleinschaligheid ten opzichte van OSG Piter Jelles was een reden voor de keuze. Belangrijk is waar hun vrienden heengaan. CSG Comenius heeft een goede naam. Vanuit het openbaar onderwijs werd deze overstap niet gepromoot, de ouders moesten de informatie zelf zoeken. Andersom geldt dit ook. Een van de leerlingen uit Stiens heeft vanuit een openbare school voor Comenius gekozen. Leerlingen en ouders vonden de open dagen leuk en men is niet teleurgesteld in de keuze. Zelfevaluatierapport De aanwezige ouders hebben het rapport gekregen en gelezen. Of wat erin staat klopt, is moeilijk te bepalen; het is papier. Er wordt wel veel in herkend. Het woord ‘voornemens’ klinkt vaag. Het is een goed document, niet schreeuwerig, niet negatief. Het komt wel overeen met wat men hoort. Informatievoorziening De ouders vinden de informatievoorziening prima. Er is een blogspot. Er worden onmiddellijk mailtjes over belangrijke zaken gestuurd en er wordt een seintje gegevens, als er iets is. De communicatie is direct. Een ouder vraagt zich af hoe je als ouder informatie krijgt als je niet computergericht bent, niet elke dag achter de computer zit. De ouders hebben inzage in alle cijfers, met een eigen inlogcode, over absentie, over verwijdering uit de les. Confronteer je je kind met de informatie? Dat hangt er vanaf hoe je kind jou informeert. Sommige ouders zijn verrast over de informatie van school, terwijl dat niet zou hoeven. Kinderen vragen zich soms wel af of ouders hen in de gaten houden en controleren. Ouders worden niet geheel goed bij het beleid betrokken. Er zou een rol kunnen zijn als “sparring partner” en daar worden ouders niet echt voor ‘gebruikt’ en dat is jammer. Openheid daarin zou prettig zin. De ouderraad trekt wel regelmatig aan de bel over bepaalde zaken, zoals identiteit en bezuinigingen. Wanneer men hulp aanbiedt, zoals in de mediatheek, wordt er soms te lauw op gereageerd. Per locatie is er een ouderraad. De communicatie tussen MR en ouderraad verloopt niet soepel. Mentoraat De ouders hebben regelmatig contact met de mentor. Wanneer er dingen mis gaan, is er altijd contact mogelijk en wel direct, over kleine en grote zaken, van hoofdluis tot informatie over een meisje met tumor. Individueel gezien is men zeer tevreden. De tevredenheid verschilt per mentor.
visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
30 Identiteit Er zijn dagopeningen, soms erg weinig of niet, volgens sommige leerlingen. Het wisselt erg. Op de ouderavond worden kernwaarden goed opgepakt. Bij de vorm ontbreekt soms iets, maar in de houding worden de belangrijke waarden wel uitgedragen. Dat wordt belangrijker gevonden. Er wordt bijvoorbeeld zorgvuldig omgegaan met de zorg voor de kinderen, een respectvolle benadering. Leerlingen voelen zichzelf zeker gekend. Misschien moet de school niet zeggen dat er elke dag een dagopening is. Wanneer je dat zegt, houd je daar dan aan. De persoonlijke houding is belangrijker. Haalt de school uit het kind wat erin zit? De klassen zijn erg groot en daardoor wordt er niet altijd uit een kind gehaald wat erin zit. Meer kindgericht en minder prestatiegericht zou meer effect hebben. Bij grote groepen wordt vooral naar gemiddelde resultaten gekeken en niet naar het resultaat per leerling. Afstromen en doubleren komen beide voor. Docenten werken niet altijd op dezelfde manier bij toetsing. Men (de docenten) doet erg zijn best, maar er zit veel druk op, ook op de kinderen wordt veel druk gelegd. Kinderen raken hierdoor al gespannen. De docenten leggen soms verschillend uit en als er niet goed uitgelegd wordt, heeft dit grote invloed. Kwaliteit van de docenten Deze kwaliteit is zeer wisselend in de manier van overbrengen en de kwaliteit daarvan. Is de school ermee bezig om dit te verbeteren? Een school zou meer met de uitkomsten van de Cito-toets kunnen doen op basis van analyses van de individuele resultaten en de voortgang in de school. Gemiddelde cijfers kunnen iets over de leerling zeggen, maar ook over de docent. Men zou vanuit ouders meer zicht willen hebben op analyses van cijfers. Kwaliteit van de lessen De kwaliteit van de lessen wordt als zeer verschillend ervaren, dit is sterk afhankelijk van de docent. Orde en vakinhoudelijke kennis lijkt verband te houden met de kwaliteit. Bij sommige docenten geldt dit juist weer niet. Het goed over kunnen brengen van het vak is heel bepalend. De verhouding tussen het cijfer van schoolexamen en centraal examen begrijpt men niet erg goed. De oorzaak hiervan is niet geheel duidelijk. Het ligt niet alleen aan de afstroom. Er worden wel eens problemen afgeschoven op de inspectie, terwijl de verbetering op de kinderen gericht moet zijn. Talentstromen Er bestaat veel enthousiasme over de talentstromen. Er zijn veel presentaties van ouders over hun beroep. Dit wordt gezien als een goede ontwikkeling. De leerlingen zijn veelal enthousiast. Men is wat teleurgesteld in de Businessklas. Betalen ouders kritiekloos de bijdrage voor de talentstromen? Dat is niet het geval. Ouders verwachten meer duidelijkheid over en specificatie van de bijdrage. De extra bijdrage voor de meeste stromen is € 75,-. Er wordt openheid over de vrijwilligheid gegeven, maar hoe vrijwillig de bijdrage is, vinden de ouders wel een gespreksitem.
visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
31 Bijlage 6
Verslag van het panelgesprek met zes docenten van CSG Comenius, locatie Mariënburg Datum: Aanwezig:
1 oktober 2012 Visitatiecommissie: Tjitte Wierdsma, Wytze Algra, Annemarie Peeters, Derwent Christmas, Yolanda Oomen CSG Comenius: zes docenten havo en atheneum
De visitatiecommissie en de docenten stellen zich aan elkaar voor. Zelfevaluatierapport De leden van het panel hebben het zelfevaluatierapport ontvangen en gelezen. In grote lijnen klopt het rapport. De rapporten zijn niet schoolbreed verspreid, maar hebben ter inzage gelegen. In de MR is het rapport besproken. Vermeld wordt dat aan de in het rapport genoemde lezing gewerkt moet worden. Sterke punten van CSG Comenius De leerlingen komen hier graag, ze voelen zich veilig en gewenst, er wordt op een respectvolle manier door de docenten met hen omgegaan en ze voelen zich gezien. Het gebouw is mooi en hoewel het gebouw vol is, maken de leerlingen hier geen melding van. Er is een goede opvang in de onderbouw, zeker in klas 1. De collegialiteit is groot. Het onderwijsconcept wordt genoemd: de degelijke lessen, de goede structuur, hoewel deze wat traditioneel is. De school is niet saai, is de mening. Vooruitstrevend punt is het invoeren van de talentstromen. De leerlingen vinden dit leuk en dit maakt de school populair. De examenresultaten zijn goed. Talentstromen De leerlingen snuffelen aan elke talentstroom, maar er wordt ook gekeken naar de capaciteiten van de leerling. Ze maken kennis met de beroepen die ermee uitgeoefend kunnen worden. De leerlingen ontvangen op een andere manier les en dit geldt ook voor de docent: die heeft meer vrijheid. Wat is het rendement? Ze zijn beter voorbereid op keuzes. Binnen het team van docenten wordt gekeken naar de combinaties van docenten op basis van interesse en samenwerking. De manier van lesgeven is wezenlijk anders, gebaseerd op Gardner. De eisen van een talentstroom zijn anders, de groepen zijn kleiner en de motivatie van de leerling voor een bepaalde talentstroom is groot. Kan de manier van lesgeven een uitstraling hebben op de reguliere lessen? Dat zou kunnen door gebruik te maken van inmiddels verworven vaardigheden van de leerlingen. Discovery is uitgetest en is nu in het atheneumonderwijs geïmplementeerd. Er ligt nog teveel een knip tussen onderbouw (met talentstromen) en bovenbouw. Er is te weinig informatie van onderbouw naar bovenbouw gegaan, te weinig communicatie naar boven. Dit is wel verbeterd doordat onderbouwdocenten in de bovenbouw lesgeven en andersom. Er zijn ook veel vaker vakgroepbijeenkomsten waar veel besproken wordt. Doordat de onderbouw hier nu ook op Mariënburg zit, is het vakgroepoverleg verbeterd. De scheiding begint af te nemen. De teamgerichte organisatie is opgedoekt en gewijzigd in een vakgroeporganisatie. Structuur Er zijn regels voor de leerlingen, zonder uitwassen. De structuur mentor – coördinator – teamleider is wel duidelijk, maar er wordt steeds meer afgekalfd door bezuinigingen. De teamleiders zijn niet meer de leiders van bepaalde klassen; dit zou nu afdelingsleiders moeten heten. Met structuur wordt door de docenten ook duidelijkheid bedoeld, dat leerlingen en docenten weten wat er van hen verwacht wordt. Hoe de lijnen precies lopen, is voor de docenten niet altijd duidelijk;
visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
32 bij wie moeten ze zijn waarvoor. Er komen vaak nieuwe mensen waardoor de zaken steeds opnieuw uitgelegd moeten worden. De taken zijn sinds het begin van het jaar weer veranderd. Dat is nog wennen. Meer continuïteit in leidinggevenden zou fijn zijn. Dit geldt voor sommigen wel en voor sommigen niet. Zorgpunten De klassengrootte is een zorg. Differentiatie in grote klassen is moeilijk. Er moet bij differentiatie meer tijd gestoken worden in opdrachten per leerling. De havoklassen van 32 leerlingen zijn te groot voor dit type leerling. De organisatie van differentiatie in de les is lastig bij praktische vakken en aan individuele leerlingen komt men niet meer toe. In grote groepen is differentiatie onmogelijk. Zelfs bij kleinere groepen vindt men differentiatie moeilijk. Niet iedereen weet hoe dit moet. Betekenisvol onderwijs. Hoe ziet men dat? Bij bijvoorbeeld literatuur worden de leerlingen voorbereid op de hoorcolleges op de universiteit. Het hangt van het vak af of betekenisvol onderwijs mogelijk is. Een les over alcohol in verbinding met het behalen van je rijbewijs, is bijvoorbeeld betekenisvol; een les over de effecten van internet met Haren als voorbeeld. De kwaliteit van de docenten wordt door ouders en leerlingen als verschillend per docent ervaren. Is er beleid om docenten te coachen? Er is een intervisiegroep voor eerstejaars. Door bezuinigingen is het coachingstraject afgelopen. Het wordt gesignaleerd dat sommigen minder goed functioneren. Er wordt niet veel mee gedaan. Worden er functioneringsgesprekken gevoerd? Met sommigen is er nog nooit een functioneringsgesprek gevoerd. Het is wel de bedoeling dat er weer gesprekken gevoerd gaan worden, nu er een nieuwe directie is. Het beeld van de docenten is erg wisselend, sommigen hebben elk jaar een gesprek. De docent kan wel bij iemand terecht als er iets aan de hand is. Door drukte en druk op de teamleiders valt er wel eens wat weg. Er is wel personeelsbeleid, maar over de uitvoering valt nog te discussiëren. Krijgt men scholing over differentiatie? Er wordt scholing gegeven over differentiatie, maar de docenten bespeurden erg weinig raakvlak met de dagelijkse praktijk. De docenten vinden dat ze zelf tijd moeten hebben om iets te ontwikkelen. Er is niks pasklaar. Er is wel differentiatie in niveau havo en atheneum, maar niet direct in de klas. Per vak zijn er ook grote verschillen en mogelijkheden in werkvormen. Er is geen tijd om informatie op een rijtje te zetten. Er is dus meer scholing nodig. Wat gebeurt er met ICT? Het gebruik van ICT in de les is nog in de beginfase. De beamer en computer werken niet overal, er missen toetsenborden etcetera. Dyslexieleerlingen kunnen binnenkort wel op een laptop werken. Dat geeft een goede aansluiting, want op de basisschool kan dit wel al vaak. Er is te weinig hardware of het werkt niet goed. Dit is een gevolg van de bezuinigingen en op die manier is een vicieuze cirkel ontstaan. Communicatie Met de ouders is de communicatie goed, onderling zou dit iets beter en eerder kunnen. Om weerstand te voorkomen zou men het prettig vinden als er door de directie de redenen voor bepaalde beslissingen werd genoemd.
visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
33 Bijlage 7
Verslag van het gesprek met de locatiedirectie Zamenhof, CSG Comenius Datum: Aanwezig:
2 oktober 2012 Visitatiecommissie: alle leden CSG Comenius: de drie leden van de locatiedirectie
De visitatiecommissie en de locatiedirectie stellen zich aan elkaar voor. Wat is de grootste zorg van de school? Het opbrengstgericht werken, differentiëren. Dit vraagt veel klasmanagement en docentvaardigheden. Hier speelt de vraag of de leerlingen op de juiste manier op de juiste manier bediend worden. We zijn op de goede weg, maar we moeten dat goed in de vingers hebben. Een aantal pabodocenten heeft dat goed in de vingers. Zij geven dat door aan de andere docenten. Ook dit jaar gaan ze ermee door om elkaar te trainen. De jeugd komt veelal uit achterstandswijken en vertoont vaak recalcitrant gedrag, dat gecorrigeerd moet worden. Men vindt dit niet altijd prettig. Wat zijn de sterke kanten van de school? Het lerend vermogen. De kaderafdeling was zwak, maar er is veel energie in gestoken en dat wordt beter. Dat is een trots voor de school en dit geeft energie. Verbeteringen zijn wel lastig uit te voeren in tijden van bezuinigingen. De inspectie was tijdens het laatste bezoek tevreden over de verbeteringen hierin. Binnen een jaar zit de school weer op een redelijk goed niveau. Het praktijkonderwijs met groepsdoorbrekend werken is een goede ontwikkeling. De oudere leerling laat zich moeilijker bedienen, de programma’s liggen vast en de oudere leerlingen die terugkomen van stage, gaan verder met dit programma. Dat sluit niet altijd aan. Met een wijziging door oudere met jongere leerlingen in één ruimte te laten werken, is er een doorbraak gekomen. De grote ombuiging zal in januari plaatsvinden en alles staat in het teken van deze ombuiging. De kracht van de school is het enthousiasme en de energie om dit ‘model’ te lanceren. De school is ervan overtuigd hiermee de leerling beter te kunnen bedienen. Praktijkonderwijs is de kleinste eend in de bijt en die wil niet in de verdrukking komen en laat zich daarom goed horen. Vmbo-beroepsgericht: kader en basis scoren goed. Het rendement is goed. Het praktijkonderwijs is gegroeid. Waardoor werd dat veroorzaakt? Deels kwam dit door zij-instromers. De school heeft weinig invloed op deze groep. Er kwamen ook leerlingen uit andere leerjaren, van buiten school door verhuizing of van andere scholen en instroom van onderaf. De OSG Piter Jelles groeit ook wel iets, maar minder dan CSG Comenius. Goed onderwijs dat hier gegeven wordt, straalt vertrouwen uit in de regio en dat trekt aan. Rust, regelmaat, een goed onderwijskundig klimaat. In de loop der jaren is het aantal leerlingen van het praktijkonderwijs meer dan verdrievoudigd. Elke verandering is ook een risico. Hoe houd je het effect daarvan op de leerlingen zo klein mogelijk? Er is voor gezorgd dat de leerlingenroosters en dergelijke digitaal worden ontwikkeld en dit versnelt bepaalde acties, zodat de regelmaat en de rust worden geborgd. Gaandeweg de rit zullen we wel tegen zaken aanlopen. Er is een spanningsveld ook door de bezuinigingen. Het veroorzaakt tegenstrijdigheden om de rust erin te houden en dat kost een hoop inspanning. Voorheen was er bijvoorbeeld een dubbele bezetting met de mentor als begeleider, maar dit kan door de bezuinigingen niet langer staande worden gehouden. Dit gebeurt nu door middel van onderwijsassistenten. Die assistent-uren moeten wel weer ingevuld worden op een andere manier, bijvoorbeeld door uit de conciërgepot te putten. Dat levert spanning op.
visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
34 Het OOP was voorheen ontevreden. Wat voor uitlatingen vallen er vandaag te verwachten van het OOP? Er zullen waarschijnlijk net als voorheen heftige uitspraken worden gedaan. Er is wel regelmatig werkoverleg, maar bij het OOP vinden de meeste veranderingen plaats. Ze moeten flexibel zijn en dat vinden ze moeilijk. De organisatiestructuur is aangepast. Het loopt nog niet zoals het zou moeten, maar we zijn wel op de goede weg. Bij andere locaties blijkt een cyclus van functioneringsgesprekken gemist wordt. Wanneer je mensen in ander soort functies ‘meeneemt’ is, het belangrijk om het gesprek op gang te houden. Hoe is dat hier? Alle OOP’ers hebben een functioneringsgesprek gehad. Belangrijk is vooral dat er überhaupt gesprekken worden gevoerd. Er wordt vooral met conciërges geschoven en met hen wordt daar goed over gesproken. De cultuur daarin is leidend. Het is soms balanceren tussen individu en organisatie. Er zijn veel plannen voor één jaar. Hoe vind je de balans om mensen mee te krijgen? Het is een plan en we zijn op de goede weg. Alles wat in het plan staat, loopt ook al. Alleen het groepsdoorbrekend werken is nieuw. Het is belangrijk om het gesprek aan te blijven gaan. Wat stagneert, moet boven tafel komen, dan kun je het erover hebben. Dat blijft balanceren. Docenten pakken door het instellen van kernteams hun verantwoordelijkheid. Thuisbasis Er zijn drie ‘huizen’, rood, groen of geel. Het geeft voor de basisschoolleerling een veilig gevoel in een thuisbasis. Het concept kon niet geheel uitgewerkt worden. De doorlopende lijn is wel herkenbaar doordat de leerlingen in dezelfde ‘kleur’ blijven. De docenten blijven voornamelijk in die groepen. De docenten moeten hierdoor wel veel door het gebouw lopen, maar dit geeft voor de leerlingen veel rust. Leerlingentevredenheid: Rust, regelmaat, maar wel recalcitrant gedrag. Hebben ze het wel naar de zin? Ja, het is af en toe houwen en keren, maar de leerlingen zijn tevreden. Er zitten pittige klassen bij en het omgaan met de ‘lastige’ klassen is moeilijk. Voor docenten is dit ook lastig. Moeten er groepshandelingsplannen gemaakt worden, vraagt de school zich nu nog af. De leraren grijpen niet altijd in bij moeilijk gedrag. Hoe gaat dit? Er is fors ingezet op het pedagogische klimaat. Toch is dat lastig om vast te houden. Het is nodig om hier aandacht aan te blijven besteden. We zijn door veel te reflecteren op de goede weg en de vraag is nog waar we elkaar op gaan aanspreken. Daar zijn we nog niet, maar we zijn wel op de goede weg. Er wordt gewerkt met kernteams, dit zijn kleine groepjes vooral in de onderbouw. Dit is nieuw in de onderbouw. In de bovenbouw waren al zelfstandige teams. We zijn nog aan het zoeken naar de juiste vorm; de bevoegdheden en verantwoordelijkheden staan al wel op papier, maar dit moet praktisch nog uitgewerkt worden. Het gaat met vallen en opstaan. De kernteams vinden het plezierig om de eigen thuisbasis op orde te krijgen. De collega’s werken hier op donderdag bijna allemaal en dat betekent dat er ook tijd is om zaken door te spreken. Op maandag wordt er teruggekoppeld. Zijn de avo-docenten ook verdeeld over de kernteams? Nee, die zijn wel verdeeld over de verschillende thuisbases, maar ze behoren wel zoveel mogelijk bij een team.
visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
35 Is er ook uitwisseling van het praktijkonderwijs met het vmbo-beroepsgericht? Ja, het praktijkonderwijs heeft goede pedagogische vaardigheden en hierin wordt uitgewisseld. Het kernwoord is mobiliteit. Dat geldt vooral voor de LO-sectie, maar ook voor de andere secties zijn de eerste stappen gezet. Hoe is de communicatie met ouders? De mentor is cruciaal. Er wordt gestimuleerd dat mentoren niet alleen bellen bij problemen maar ook wanneer het goed gaat. De leerlingencoördinator komt bij grotere problemen in beeld. Daarin worden de ouders ook betrokken. Er is een actieve ouderraad met themabijeenkomsten, bijvoorbeeld over wat zij over hun beroep kunnen vertellen. De ouders worden betrokken bij het onderwijs. Er komen zelfs zoveel ouders, dat ze niet te ‘bergen’ zijn bij ouderavonden. Dit is natuurlijk geweldig. Een van de thema’s is wat ouders thuis kunnen doen om de leerling te ondersteunen bij het schoolwerk. Ouders kunnen de cijfers raadplegen in Magister. Het huiswerk wordt nog schriftelijk genoteerd, een slag naar Magister is nog niet in gebruik. Er staan wel weekplanners op internet. De docenten vullen de cijfers vaak laat in. Dat is niet altijd prettig voor ouders. Ook is het voor ouders moeilijk om inzicht te krijgen in de wegingen van de cijfers. Wat wordt er aan mobiele computers gebruikt in school? Hoe kunnen we ICT ondersteunend laten zijn in onderwijs, was de vraag in school. We zijn er nog niet heel gestructureerd mee bezig. Dit wordt van onderaf ontwikkeld. Tabletgebruik vinden de leerlingen geweldig. Vanaf januari gaat per vakgroep gekeken worden hoe ICT beter gebruikt kan worden. De mogelijkheden van visualisering hierin zijn natuurlijk mooi en vooral voor de leerlingen hier. Computergebruik is lang in ontwikkeling geweest in het onderwijs, sommigen zullen hier snel gebruik van maken, anderen zullen er langer over doen. Er moet geënthousiasmeerd worden. Er is veel visueel beschikbaar en onderwijsondersteunend gebruik hiervan wordt door een kopgroep gestimuleerd. Binnen vakgroepen moeten daar bepaalde afspraken over gemaakt worden om ook de traditionele lesgever te laten zien in hoeverre het bij hun lessen gebruikt kunnen worden. Is er sprake van een verzwakking van de sector techniek? Is techniek nog wel levensvatbaar? Ja, door veel zij-instromers is dat nu nog wel het geval. Er vinden wel gesprekken plaats met Piter Jelles om te zien wat er aan samenwerkingsmogelijkheden is. Er bestaat een Project Toptechniek. Hieraan gaat de school deelnemen. De afdeling techniek is nu nog goed gevuld: bovenbouw 60 leerlingen. Zorg en Welzijn heeft meer dan 100 leerlingen, Handel en Administratie is stabiel met 40 tot 60 leerlingen. De afdeling Consumptief is een enthousiaste club. Bij de vakwedstrijden scoren de leerlingen van Comenius goed. De leerlingen maken daardoor gemakkelijker de keuze voor de horeca-afdeling. Het onderwijs staat of valt met mensen en het is van belang om de goede mensen om je heen te verzamelen; bij Consumptief is dit, om bijna te zeggen, een topteam. Het leerlingenaantal en de ruimte: is dit in balans? Het gebouw is geschikt voor 800 leerlingen, we hebben er nu 765. Er moeten er eigenlijk niet meer bij. In v-mbo in bedrijf worden leerlingen wel goed voorbereid bij het maken van keuzes. Er zijn weinig switches tussen sectoren. Hoe zijn de lesroosters? Zijn er veel tussenuren? Er zijn geen tussenuren. Dat zou voor deze leerlingen ook geen optie zijn. De locatie beschikt over een ‘gouden’ roostermaker.
visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
36 Hoe wordt vervanging geregeld? Dat wordt gelijk afgedekt. In het rooster staan docenten ingeroosterd voor stipuren, zodat zij gelijk kunnen inspringen bij uitval. Er is een tiental nieuwe docenten. De meeste nieuwe docenten functioneren goed, een enkeling is niet geschikt. Hoe worden docenten begeleid? Is er een systeem voor begeleiding van huidige mensen? De kernteamleiders zijn buddy’s. Vorig jaar was er wel begeleiding van de zittende docenten, maar dit jaar bijna niet meer. Voor een enkeling gebeurt dit wel wanneer er een grote verandering is. Dit gebeurt dan door school-video-interactie. Er was eenmaal per vijf jaar een 360 graden reflectiebeleid, maar dit is door de bezuinigingen niet meer mogelijk. Een SVIB-traject is voor enkelingen wel mogelijk. Hebben de bezuinigingen nog meer effecten? Men wil zich hier niet door laten leiden. Identiteit. Hoe borg je die bij dit soort leerlingen? Er wordt wel gesproken over gedrag en normen. De vijf rollen van de leraar. De Oase wordt gebruikt en in de mentorlessen worden zaken aan de orde gesteld. Er worden nieuwe profielen (in concept) uitgedeeld. Deze zijn nog niet bekend bij de docenten. De onderwijsverklaring is alleen in het vmbo-beroepsgericht van toepassing en niet voor pro.
visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
37 Bijlage 8
Verslag van het panelgesprek met de ouders van leerlingen van CSG Comenius, locatie Zamenhof Datum: Aanwezig:
2 oktober 2012 Visitatiecommissie: Tjitte Wierdsma, Eddie de Boer, Wytze Algra, Femme Riemersma, Yolanda Oomen CSG Comenius: zeven ouders De visitatiecommissie en de ouders stellen zich aan elkaar voor. Zelfevaluatierapport De ouders hebben het zelfevaluatierapport hebben hoofdstuk 4 van het rapport ontvangen en gelezen. Schoolklimaat De begeleiding is goed en er is goede ondersteuning. De school wordt als veilig ervaren. Ook bij pesterij is de begeleiding goed. Het onderlinge respect is verbeterd. Ouders kunnen terecht bij school en met problemen wordt met kinderen goed gesproken. Bij een rugzakkind in een moeilijke klas vindt huisbezoek plaats, ook in klas 2 en 3. Het kind is zelfstandig geworden en de school heeft daar goed in bijgedragen. De inzet vanuit school is goed. De individuele aandacht door de klassendocent is goed. Een leerling die vanuit Burgum naar CSG Comenius is gekomen, zit hier ondanks de grote stap prima op zijn plek. De onderlinge sfeer is goed. Het is een grote school en bij ernstige problemen reageert de school adequaat, zowel ten opzichte van kinderen die slachtoffer als dader zijn. De lijnen zijn kort en er wordt snel, goed en direct ingegrepen. De school heeft een positieve inzet. Preventie In de mentoruren worden zaken besproken. Er worden zaken teruggekoppeld, maar soms niet voldoende. Binnen de ouderraad wordt wel gesproken over goede communicatie en preventie. Er worden thema-avonden georganiseerd waarin ondersteuning van ouders voor het onderwijs/leerling op school wordt besproken. Er wordt in de ouderraad over alle vormen van onderwijs gesproken, doordat er vanuit alle afdelingen/schooltypen ouders in de ouderraad zitting hebben. Heeft de ouderraad goed contact met de ouders? In de vier jaar dat de ouderraad bestaat, is dat wel ontwikkeld en er wordt binnen de ouderraad over gesproken hoe men in contact kan komen met elkaar. Je kunt als ouder niet altijd komen op ouderavonden en dat vindt men spijtig. De thema-avonden worden door ongeveer 30 à 40 mensen bezocht. Informatievoorziening en contacten met school Alle informatievoorziening gaat via de mail. Kunnen er handelingsplannen ingezien worden? Ja, op school op papier. Er is regelmatig contact met de mentor per mail. Ook de weblogs worden gelezen. De ouders zijn tevreden over de rugzakbegeleiding. Het gebouw Het gebouw wordt groot gevonden door de ouders. Voor de leerlingen is het prettig op hun thuisbasis, ook in de pauzes. Na het tweede jaar hebben ze wat meer vrijheid op school. De klaslokalen (in de thuisbasis) staan in verbinding met elkaar en dit is niet altijd prettig voor de leerlingen en de docenten. Het is gehorig en de kinderen en de docenten hebben soms last van elkaar.
visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
38 De kwaliteit van de lessen De kinderen zijn niet negatief. Dat verschilt wel per docent. In de ouderraad wordt gesproken over de kwaliteit van het onderwijs. Er wordt door de directie openheid geboden over de kwaliteit. De leerlingen doen toetsen en naar aanleiding daarvan wordt extra begeleiding gegeven aan de leerling indien nodig. De vordering wordt in de gaten gehouden. Leerlingen kunnen niet kiezen of ze bijlessen willen volgen, dit is niet vrijblijvend. De sfeer is betrokken. Ook bij onvoldoende resultaten is de mogelijkheid aanwezig om bijles te krijgen. Zijn er voor elk vak hulpmogelijkheden? Voor een aantal wel, niet voor alle vakken. Lesuitval Er is veel lesuitval, vinden sommigen, hoewel dit per klas verschilt. Het kind komt dan eerder thuis. Dat geldt voor vmbo-beroepsgericht, niet voor praktijkonderwijs. Er zijn geen tussenuren, maar soms wordt het rooster ineengeschoven. Wordt er met de ouders gesproken over de hoeveelheid lessen die de leerlingen krijgen? Daar wordt niet over gesproken. Langdurige uitval vindt niet of nauwelijks plaats. Bij niet goed functioneren of langdurige vervanging worden de ouders wel per mail geïnformeerd. Zoiets komt dan wel altijd bij de ouderraad op de agenda. Identiteit Er worden dagopeningen gehouden. Verder is het aan de kinderen niet te merken. Ouders vragen daar ook niet altijd naar. De kinderen lijken het niet vervelend te vinden. Ouders zien een dagopening wel als een meerwaarde als bezinning. De school wordt gekozen om de manier van begeleiding en sfeer, de veiligheid en omgeving en enigszins om de identiteit. De keuze heeft voor leerlingen en ouders met gevoel te maken. Is de school eigentijds genoeg? Ja, er worden tablets gebruikt. Koptelefoons worden regelmatig gebruikt en de informatievoorziening per mail wordt als positief ervaren. Dit jaar wordt het examen geheel digitaal gedaan. Tips voor de school Met de maatschappelijke stage moeten ouders meer bezig zijn. Daar is niet geheel duidelijkheid over. Over nieuwe zaken en ontwikkelingen moet ook goede informatievoorziening zijn. Lesuitval zou daar waar van toepassing moeten verbeteren. De sportklas in de talentstroom is een positieve ontwikkeling. Zijn er andere extra’s? Worden leerlingen met cultuur in aanraking gebracht? Er wordt genoeg cultureels gedaan, CJP, bioscoopbezoek, schaatsen, klassenuitjes/uit eten wordt als positief ervaren, juist ook aan het begin van het jaar. Schoolkamp derdejaars, schoolreisjes. Schoolkosten De kosten van de talentstroom zijn € 75,-. In de ouderbijdrage zitten de kosten van kluisjes en dergelijke. Er wordt wel gesproken over de bijdrage, maar die wordt niet als onoverkomelijk gezien, net zomin als de kosten voor de talentstroom. Aanvulling directie: Op de locatie Zamenhof worden geen talentstromen aangeboden. De kosten van de sportklas zijn € 75,-.
visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
39 Bijlage 9
Verslag van het panelgesprek met het OOP van CSG Comenius Datum: Aanwezig:
2 oktober 2012 Visitatiecommissie: Tjitte Wierdsma, Harmen Jansma, Harold Groenewoud, Henk Jelsma, Yolanda Oomen CSG Comenius: Zeven leden van het OOP
Zelfevaluatierapport Het zelfevaluatierapport is ontvangen. Het OOP heeft geen invloed op de inhoud gehad. Er staan wel zaken in die gemeld zijn. Trots Samenwerking met de kinderen, dat geldt voor alle locaties. Zowel OOP als leerlingen voelen zich veilig. Problemen worden onmiddellijk opgelost. De conciërges zijn hierin vaak de eerste lijn. Zij worden ook betrokken bij het oplossen van problemen en gesprekken hierover. Er wordt goed de hand gehouden aan regels en dat is goed, omdat de ouders tenslotte toch hun kinderen aan de school toevertrouwen. Waardering De conciërges voelen zich gewaardeerd. Zij lossen vaak de problemen op buiten de klas. Wanneer dit niet lukt, gaan ze hogerop. De leerlingen worden over het algemeen gekend, ondanks de grootte van de school. Veranderende rol van de conciërge Dat geldt voor het praktijkonderwijs. Dat moet wennen. Conciërge zijn is anders dan lesgeven. Men wordt hier wel in opgeleid binnenkort. Er wordt gemonitoord en geëvalueerd. De geschiktheid verschilt natuurlijk per persoon. Conflicten en informatievoorziening De ouders worden snel ingelicht over problemen. Degene die slaat, wordt geschorst. Daders worden op tijd aangepakt. Overleg Er is niet of nauwelijks overleg tussen de conciërges van alle locaties, omdat het soort leerlingen zo verschilt en vanwege BAPO. Wel spreekt men elkaar tijdens identiteitsdagen en dergelijke. Er vindt versnippering van conciërges plaats door de vernieuwingen en het inzetten van conciërges bij andere werkzaamheden. Door grote drukte wordt soms niet alles besproken en dat is jammer. Heerst er een teamgevoel bij het OOP? Ja, per locatie. Het werkoverleg dat gevoerd wordt, gaat vaak tussendoor. Men zit niet te wachten op een uitwisseling van conciërges tussen de locaties. Het soort leerlingen is heel anders, de aanpak is anders en de groepsvorming is anders. Het soort conciërge verschilt daardoor ook per locatie. Is er op Mariënburg werkoverleg? Weinig, dat valt soms uit door ziekte en dergelijke, maar tussendoor wordt wel overlegd. De vier TOA’s op Mariënburg hebben eenmaal per maand werkoverleg. Op Zamenhof is er wel werkoverleg, maar vaak even per dag worden zaken kort doorgesproken. Overleg met weinig mensen gaat makkelijker tussendoor.
visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
40 Wat moet er anders op CSG Comenius? De structuur zou verbeterd moeten worden (Mariënburg): er zou regelmatig overleg moeten zijn. Het contact met de teamleider OOP is wel goed, maar de conciërge zou eigenlijk nog meer bij zaken betrokken willen worden. De locatiedirecteur voert de functioneringsgesprekken. De lijnen zijn kort per locatie. Hoe functioneert de schoolwacht? Dat moet nog beginnen, maar ziet er wel aardig uit. De schoolwachten worden aangestuurd door de conciërges, maar dit is een gedeelde verantwoordelijkheid. Op Zamenhof en de locatie Esdoorn is het erg druk voor de conciërges. Werkzaamheden conciërges De kleine reparaties worden door de conciërges gedaan, tussendoor en nadat de leerlingen weg zijn. De conciërges hebben veelzijdige functies; reparaties, onderwijsassistent (sinds kort), vertrouwenspersoon. Dit laatste komt misschien in de knel. De leerlingen komen ook wel bij de mentor, maar de conciërge is vaak de eerste persoon waar leerlingen bij aankomen. De problemen worden vaak doorverwezen naar een zorgcoördinator. De toezichtstaken worden minder en komen in de knel. Is BHV en EHBO goed georganiseerd? De eerste post zijn de conciërges. Op zich zijn de zaken wel goed op orde, maar de knelpunten zijn wel in zicht en de poppetjes moeten nog op z’n plek worden gezet. De opleidingen moeten verder worden gedaan op Mariënburg. Er zijn wel vluchtplannen, maar hier en daar blijven gaten. Zijn er voldoende scholingen? Je kunt intekenen op scholingen: EHBO, BHV en agressietraining, telefooncursus. Er zou een conciërge-opleiding gevolgd moeten worden door nieuwe mensen, omdat de werkzaamheden zo breed worden. De conciërges hebben hier eigenlijk geen tijd voor. Dit zou misschien in Fricoloreverband opgepakt moeten worden. Komen docenten klagen bij de conciërges? Ja, vooral over praktische zaken. De conciërges bepalen de sfeer, vooral op een kleine locatie. Organiseren van ouderavonden Dit is een heikel punt, onder andere in verband met overuren. De zaken worden klaargezet en de teamleiders voeren verder zelf uit (Mariënburg), bij de onderbouw werkt dit niet altijd. Dit werkt bij de andere locaties niet zo. Daar wordt men, soms zelfs uit bed, gebeld om kleine zaken. Overuren kunnen niet opgenomen worden en worden niet uitbetaald. Dat is heel lastig. Omgeving De locatie Esdoorn staat in een inbraakgevoelige buurt. Zamenhof zit in een woonbuurt. Komen er klachten voor? Weinig bij de locatie Esdoorn en Zamenhof, soms wel bij Mariënburg. De conciërge probeert goodwill te kweken bij de buurtbewoners. Er zijn contacten met de wijkpolitie vanuit Zamenhof. Positie instructeur De instructeur is een OOP’er. Dit is een vreemde combinatie. Dit is rechtspositioneel zo georganiseerd. Soms wordt er veel afgeschoven op een instructeur, terwijl deze geen onderwijsbevoegdheid heeft en rechtspositioneel in een andere positie zit.
visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
41 Bijlage 10
Verslag van het panelgesprek met de leerlingen van CSG Comenius, locatie Zamenhof Datum: Aanwezig:
2 oktober 2012 Visitatiecommissie: Tjitte Wierdsma, Annemarie Peeters, Derwent Christmas, Harmen Jansma, Yolanda Oomen CSG Comenius: Zeven leerlingen uit verschillende leerjaren en van praktijkonderwijs en vmbo-beroepsgericht
Is Zamenhof een veilige school? Iedereen voelt zich veilig op school. Problemen worden snel opgelost. De mentor heeft een belangrijke rol. Die heeft ook contact met thuis. Pesten wordt aangepakt. Met de dader en de ouders wordt dan gepraat. De leerlingen worden gekend, ze staan met een foto in de computer. Wanneer leerlingen langer op school zitten, worden ze bij naam gekend. Lesuitval Er vallen niet veel lessen uit. Er zijn geen tussenuren. Worden lessen ineengeschoven? Heel soms. Hoe gaan de lessen in het praktijkonderwijs? Het praktijkonderwijs is afwisselend, er wordt veel met de handen gewerkt. De avo-lessen zijn op het eigen niveau. Er wordt wel klassikaal, maar zelfstandig gewerkt. Wat moet er anders op school? De toiletten zijn te druk. Er zijn wel regels dat je er maar met twee in mag, maar dat werkt niet goed. De toiletten zijn bijna altijd vies. Er wordt wel goed schoongemaakt, maar ze zijn ’s ochtends al snel weer vies. Kwaliteit van de docenten De docenten zijn goed. Ze moeten aardig zijn, respectvol zijn, goed les kunnen geven, goed helpen. Dat is ook zo hier op school. Soms luistert een mentor niet goed en dat is dan jammer. Wat kan er beter? Bij de kluisjes is niet zo’n grote ruimte en daar staan mensen te hangen. Dan kun jij je spullen niet pakken. Sommigen durven wel te vragen of zij erbij mogen, anderen niet. Ramen kunnen niet open, er zijn grote temperatuursverschillen tussen de lokalen en dat is lastig. Je krijgt snel hoofdpijn omdat er niet geventileerd kan worden. Kennen jullie de vertrouwenspersoon op school? Niet iedereen kent de vertrouwenspersoon. Bij praktijkonderwijs wel, bij vmbo niet altijd. Men kan altijd bij de mentor terecht. Weten jullie wat de leerlingenraad doet? Het is niet altijd bekend wat de leerlingenraad doet en wie ze zijn in het praktijkonderwijs; ze zijn ook nog niet in bezig bij het praktijkonderwijs. Bij vmbo-beroepsgericht is wel bekend wie het zijn en wat ze doen. Weet je je eigen plek in het gebouw goed te vinden? Ja, bij de eigen sector en je eigen thuisbasis. Zijn de regels op school duidelijk? De regels zijn goed bekend, niet iedereen houdt zich eraan. Sommige regels worden goed gehandhaafd. Binnen de klas worden zaken goed besproken en als het nodig is, worden zaken dan ook visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
42 nog met anderen besproken. Regels over mobiele telefoons worden redelijk gehandhaafd. Er wordt door docenten wel op verschillende manieren met de regels omgegaan. Het zijn trouwens vaak dezelfde leerlingen die bijvoorbeeld steeds een pet dragen. Respectvolle omgang Leerlingen worden goed begeleid en er wordt respectvol met de leerling omgegaan. Er komen niet echt ruzies voor tussen leerlingen en leraren. Cijfers: kun je die goed volgen op Magister? In vmbo-beroepsgericht wel, het praktijkonderwijs krijgt geen cijfers. Ouders kunnen de cijfers ook inzien. De ouders zijn ook tevreden over de school. Hebben jullie veel huiswerk? Het hangt ervan af hoeveel je in de les doet. Wat vind je ervan dat je in de les huiswerk maakt? Dat is handig, want dan kun je gelijk vragen stellen, als je iets niet weet. Hebben jullie projecten? Nee. Zijn er wel eens leuke dingen op school? Er zijn schoolfeesten, een schoolreis naar Parijs, een uitstapje naar Walibi. Alles wordt door school georganiseerd. Wordt er veel samengewerkt in de lessen? Ja. Dat wordt als prettig ervaren vooral in de praktijkvakken. Je leert dan van elkaar. Het is een goede voorbereiding op het vak dat je later wilt doen. Les- of roosterwijzigingen: hoe kom je die te weten? Via de website of teletekst, ook op school. Soms is er een telefoonboom. Hoor je alles op tijd? Meestal hoor je de wijzigingen wel op tijd. Wanneer je toevallig wel te vroeg bent, mag je bij een andere les meelopen. Praktijkonderwijs. Er is een Individueel Ontwikkel Plan (IOP). Hoe werkt dit? Hier staat van alles in, zoals hoe dingen verlopen op school, maar ook wat je wilt worden en of je goed scoort op vakken of niet en hoe je werkhouding is op school met redenen erbij. Leerlingen mogen dit zelf ook lezen of het wordt gemeld als het opgeschreven wordt. Ook ouders hebben hier inzage in. Waarom kies je voor deze school? Het is niet leuk om ergens anders naartoe te gaan, omdat je dan soms ook andere vakken krijgt, die je niet leuk vindt. De school wordt gekozen vanwege de school zelf. Het is fijn om gewend te zijn aan je school. Je voelt je thuis. Je krijgt een band met een leraar. Er is flexibiliteit in aanbod van vakken. Het is hier gezellig. Hebben jullie stages? Eén leerling is met de conciërges meegelopen. Je begint met stages met kinderen uit hetzelfde leerjaar. In de derde zijn interne stages. In het vierde jaar wordt er stage gelopen bij Poiesz en in het vijfde jaar is er een gerichte stage en in het zesde jaar kom je in echt werk terecht. Soms gaan leerlingen verder leren. Zijn er in het vmbo-beroepsgericht stages? Ja, maatschappelijke stage, schoolwacht, aan het eind van het jaar een weeklang stage in je vakgebied. In de vierde klas een dag. Weet je in de les wat er wordt gedaan? Wordt er een spoorboekje op het bord gezet? Ja, dat wordt wel gedaan.
visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
43 Computergebruik Er wordt op gelet dat je met schooldingen bezig bent. Bij printergebruik wordt daar ook op gelet. Tablets worden door de eerste jaren gebruikt. Soms worden ze ook door het tweede leerjaar gebruikt. Er zit ook een rekenmachine op. Soms is het handig om dingen op te zoeken omdat er internet opzit. Identiteit Er wordt veel gevloekt door leerlingen, ook met godslasterlijke woorden of ziektes. Soms floept het eruit. Worden er leerlingen erop aangesproken? Ja, dat gebeurt wel. Er wordt door leraren niet gevloekt of gescholden. Respect tussen leerling en leraar is er wel. Er zijn ook dagopeningen.
visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
44 Bijlage 11
Verslag van het panelgesprek met de docenten van CSG Comenius, locatie Zamenhof Datum: Aanwezig:
2 oktober 2012 Visitatiecommissie: Tjitte Wierdsma, Wytze Algra, Derwent Christmas, Annemarie Peeters, Yolanda Oomen CSG Comenius: negen personeelsleden
Zelfevaluatierapport Het rapport is gelezen en geeft een redelijk beeld. Het rapport is door iedereen in school ontvangen, maar het is niet in het bijzonder besproken. Sfeer Drie jaar geleden waren er veel nieuwe docenten. Elke docent gaf alle vakken. Dit jaar is er een andere structuur. Dat werkt erg prettig, korte lijnen, veel transparanter. De sfeer onderling is daardoor veel beter geworden. Men is positiever en voelt zich meer verantwoordelijk. Drie jaar geleden heerste er een klaagcultuur en dat is nu niet meer het geval. Er is meer rust in school. Sfeer vanuit de leerlingen: er was een familiemiddag voor leerlingen van klas 1 voor een rondleiding. Een aanzienlijk aantal heeft die middag bezocht en de leerlingen waren erg trots op de school en het contact tussen ouders en docenten was leuk en enthousiast. Het geven van verschillende vakken gaf onvrede in het verleden en de keuze voor vakdocenten heeft de rust doen wederkeren. Langzaam maar zeker komt er weer meer samenhang tussen klas 1, 2, 3 en 4. De doorlopende leerlijn komt weer beter in zicht en in het onderwijskundige veld. Vakgroepen De vakgroepen hebben een duidelijkere plek gekregen en de positie van de vakgroepen is versterkt. Sommige vakken hadden niet eens een vakgroep en nu wel. Dat werpt nu al z’n vruchten af. Men vindt het fijn dat iedereen weer op z’n eigen vakgebied bezig kan zijn. Dat geeft energie en dat straal je uit. Dat geldt vooral voor het vmbo-beroepsgericht. In het praktijkonderwijs zijn veel ontwikkelingen gaande. Juist in het praktijkonderwijs gaat het straks pas knallen, de proeftuin in januari. De veranderingen worden door de docenten gedragen en komen van onderaf. Er is een proefweek gedraaid en die is extern geëvalueerd. Die proefweek is positief bevonden en men zou er eigenlijk nu al mee willen starten. In januari wordt de proeftuin pas echt gestart. Wat is de kern van de proeftuin? Leerlinggestuurd onderwijs. Wat ze kunnen en graag willen, daar worden ze in gestimuleerd. De bedoeling is dat het ‘noflike’ mensen worden, behulpzaam. Het oude ritme blijft wel hetzelfde, maar het onderwijs wordt op interesse gesorteerd. Volgens de directie is er veel energie vrijgekomen. Vinden jullie dat ook? Ja, de combinatie van vmbo-beroepsgericht en praktijkonderwijs is goed gegaan, terwijl er conflicten verwacht werden. Het wachten op het nieuwe gebouw met de mogelijkheid de nieuwe ontwikkelingen door te voeren duurde lang. De leerlingen zijn heel gemotiveerd. Dat enthousiasmeert de docenten ook weer. Veiligheid In het vmbo-beroepsgericht is het iets onveiliger dan in het praktijkonderwijs doordat leerlingen veel van lokaal naar lokaal moeten. Sinds het vorige gebouw is het wel veiliger geworden, ondanks de grootte van de school. Nu komt de politie minimaal over de vloer in tegenstelling tot voorheen in het oude gebouw. Het personeel krijgt goede ruggensteun.
visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
45 Opvang van nieuwe docenten Bij nieuwe mensen wordt regelmatig bijgesprongen door collega’s, buddy en management. Soms zijn er docentwisselingen om zaken bij te sturen. Krijgen collega’s coaching wanneer ze dit nodig vinden? Er is wel een coachingsplan, maar door de bezuinigingen zijn de faciliteiten daarin teruggebracht. In korte tijd kwamen er teveel jonge docenten ineens op lokaal niveau en dit leverde problemen op. Dat heeft geresulteerd in buddy´s. In de vakgroepen worden de problemen besproken. De vakgroep is vakinhoudelijk een goede plek en qua personeel een goede plek om problemen te bespreken. De docenten zijn nu gezamenlijk verantwoordelijk en de mogelijkheden voor reflectie is er nu door de manier waarop een en ander is georganiseerd, collegiale assistentie. In het praktijkonderwijs zijn ook intervisiemomenten en collegiale assistentie. Betekent dit dat het predicaat ‘zwak’ bij kader zal verdwijnen? Dat is wel het streven. Binnen een half jaar is kader al sterk verbeterd. Proces van ontwikkeling Men heeft scholing gehad, er is meer structuur gekomen, lijnen zijn uitgezet, waardoor men energie overhoudt voor andere zaken. Hierdoor is ook lesinhoudelijk energie vrijgekomen om te zien hoe je met een leerling omgaat. De onderwijsverklaring is hier een uitvloeisel van. Daar is in het begin over gesteggeld, maar iedereen staat er nu achter. Er staat in wat je al hoorde te doen, maar het staat nu toch even op papier. Nieuwe docenten worden hierover geïnformeerd en tijdens de vergadering komen de verschillende items uit de onderwijsverklaring weer in beeld. Dat komt vanuit de directie en wordt door haar gemonitoord. Dat is een verdienste van de directie. Er zijn onderlinge lesbezoeken, ook over differentiatie. Men geeft elkaar feedback en ondersteunt elkaar en geeft elkaar tips. De ruimten nodigen hiertoe ook uit door de verbinding met elkaar. Je weet wat er gebeurt onderling. Verbetering hoeft niet in één dag, maar dat streven lijkt er soms wel te zijn. Beoordeling door de inspectie gebeurt soms wel op één dag. Voor de lesbezoeken worden enkele weken uitgetrokken. Docenten hebben tussenuren en dit maakt het makkelijk om bij elkaar te kijken. Die cultuur van bij elkaar binnenlopen is er altijd al geweest. Men is geschoold in De Ideale Les en dit houdt je wel een goede spiegel voor. Dat geeft meer rust voor de leerlingen en voor de docenten. Leerlingen vragen soms zelf om reflecteren. Dit werd op de basisschool ook gedaan, zeggen de leerlingen. Communicatie Met ouders gaat de informatie veelvuldig per e-mail, vanuit het mentoraat en vanuit school in het algemeen. De communicatie met de leiding is laagdrempelig. Er is een goed contact en de directieleden zijn goed te bereiken. Alles wat op stapel staat, wordt goed tevoren gemeld, in het weekjournaal, in teams, in vakgroepen. De communicatie zal altijd in de gaten gehouden moeten worden. Het weblog is meer in gebruik en geschikt voor ouders en leerlingen. ICT Er is een ontwikkeling gaande die veel kracht kan hebben. Financiën is een groot aspect hierbij, maar bijvoorbeeld het afnemen van digitale examens wordt voorgestaan. De slijtage aan apparatuur kan een probleem gaan vormen. Het is wel de bedoeling dat er steeds meer in de lessen digitaal wordt gedaan. Hier worden cursussen en trainingen voor gegeven. Bestaat er vanuit de docenten de bereidwilligheid? Er is veel vraag naar digiborden. Voor het gebruik van tablets moet nog veel aangevraagd en ontwikkeld worden. Het gebruik van ICT is leuk voor leerlingen en geeft afwisseling. Al het personeel heeft een “device” gekregen, naar eigen keuze, en dat werkt praktisch ten opzichte van papier. Het wekt nieuwsgierigheid op bij docenten wat je er nog meer mee kunt doen. Men wil de drempel om ICT te gaan gebruiken wel over.
visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
46 Identiteit De dagopening wordt gedaan vanuit Oase. Iedereen wordt geacht dit te doen. Er wordt aandacht besteed aan vieringen van Pasen en Kerst. Bij de godsdienstlessen wordt de bijbel als uitgangspunt genomen, voor kennisoverdracht met uitstapjes naar andere religies. Dit komt voort uit een nieuwe methode. Er lijkt niet echt een verschil te zijn tussen openbaar en christelijk onderwijs als het gaat om respectvol met elkaar omgaan. Leerling-profielen Ze zijn nog in concept en besproken in de onderwijscommissie. Ze zijn nu positief geformuleerd in tegenstelling tot voorheen. Er moet secuur en verstandig mee omgegaan worden. Niet elk kind is te vangen in een profiel. Vraag vanuit de docenten: wat vindt de commissie van de sfeer op school? Er zijn wolken, er is zon en groen. Dat is in beeldspraak de sfeer. De sfeer wordt als positief ervaren in vergelijking met vier jaar geleden. De integratie van leerlingen onderling tussen de verschillende leerjaren door bezoeken van jongerejaars in praktijklokalen werkt bindend. Lesdifferentiatie Is die te merken in de avo-vakken? Bij het praktijkonderwijs moet er vooral gekeken worden naar de verschillen tussen de individuele leerlingen, meer nog dan differentiatie in les. Bij de avo-lessen wordt door differentiatie de motivatie bij de leerlingen enorm vergroot. De differentiatie is zeker in ontwikkeling.
visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
47 Bijlage 12
Verslag van het gesprek met de locatiedirectie van CSG Comenius, locatie Esdoorn Datum: Aanwezig:
3 oktober 2012 Visitatiecommissie: alle leden CSG Comenius: de twee leden van de locatiedirectie De visitatiecommissie en de locatiedirectie stellen zich aan elkaar voor.
Situatie op dit moment locatie Esdoorn Locatie Esdoorn heeft een turbulente tijd achter de rug. In 2009 was dit de onderbouwlocatie havo/atheneum. Daarna is havo/atheneum naar Mariënburg gegaan en kwam hier de mavo. Nu is de mavo op deze locatie voor het derde jaar bezig. Veel mensen zijn van hot naar her geschoven. De teamsfeer wordt nu opgebouwd en dat kost jaren tijd. De stand van zaken is nu heel goed na twee jaar. De school heeft slagen kunnen maken in de personele bezetting en er is potentie om te groeien. Vanuit vier locaties zijn de mensen hier neergezet. Men kende elkaar alleen op afstand. Na een jaar had men het idee dat men goed op weg was. De tijdelijke mensen gingen weg en er kwamen acht nieuwe mensen die ingewerkt moesten worden. Nu zijn er weer negen nieuwe mensen. Het team is in beweging. Het team bestaat uit 32 waarvan negen mensen tijdelijk; de tijdelijke schil. Is er discussie over de tijdelijke mensen? Daar zitten toch ook goede mensen bij? Drie van de tijdelijke mensen zijn wel vast benoemd en er wordt ook voor ‘gevochten’. Soms moet je goede mensen laten gaan. Voelen tijdelijke, minder goede mensen zich niet gebruikt? Ja, maar er moet bezuinigd worden; het is heel vervelend om mensen weg te moeten sturen. Binnen de sectie Engels zijn drie docenten en alle drie tijdelijk. Nu is er eentje vast benoemd en dit jaar moet er weer een docent vast benoemd worden, anders kleed je de sectie teveel uit. Worden mensen ook naar andere locaties gestuurd? Ja, daar ontkom je niet altijd aan. En soms zijn mensen blij dat ze een vaste aanstelling hebben en nemen ze op de koop toe dat ze dan op twee locaties moeten werken. Wat vindt het team van alle veranderingen? Docenten willen rust, ze ervaren nu ook al rust. Het is al veel beter dan anderhalf jaar geleden. Het proces was voorheen welk onderwijsconcept men wilde hebben, bijvoorbeeld de thuisbasis. Daar moest toen op deze locatie nog voor verbouwd worden. De teamstructuur moest zijn beslag nog krijgen en de leidinggevende structuur is in de afgelopen twee jaar (opnieuw) ingevuld. Is het team een jong team? Ja, gemiddeld is het een jong team; het zijn mensen met ideeën en het geeft schwung. Waar sta je nu? Waar moet je nog specifiek slagen maken? Differentiëren in lessen is een speerpunt. Men moet veelvuldig gebruik gaan maken van tablets. In grote klassen is onderwijs op maat lastig, maar door het gebruik van digitale middelen is dat wellicht makkelijker. Ondanks de bezuinigingen zou dit moeten kunnen. Rust is het toverwoord. Anderhalf jaar geleden waren er een paar klassen nog op een andere locatie en dat is veranderd. De eerste klassen zijn nu wat kleiner en dat geeft rust. Er is in totaal meer rust in het gebouw. Daardoor kan er meer gedifferentieerd worden, kinderen apart nemen bijvoorbeeld. Gesprekscyclus De directie streeft ernaar ieder jaar een functioneringsgesprek te hebben en dat is gelukt. Daarin worden afspraken gemaakt en gekeken waar de kwaliteiten liggen en hoe men zich wil ontwikkelen. Dit is een goede manier om mensen scholing aan te bieden. Doordat de directie de mensen beter kent, kan er ook op scholingsbehoeften ingespeeld worden. Voorheen waren er nogal wat mensen onbevoegd. Daar is afscheid van genomen of hen wordt een cursus aangeboden.
visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
48 Digitalisering: Hoe wordt daar tegenaan gekeken? Men vindt het nog wel moeilijk, maar men wil wel graag. Men traint elkaar. In hoeverre zit men nu op één lijn? De directie is het niet eens met wat in het rapport staat dat er verschillende visies binnen de school bestaan. Dat is helaas niet aan de directie gemeld. In het rapport staan bij het mavo rendement vage streepjes. Neemt de inspectie hier genoegen mee? Ja, want de school was zo versnipperd op de verschillende locaties, daar was geen oordeel over te vellen. Het onderbouwrendement is niet best. Snapt de inspectie dit? De inspectie accepteert de uitleg van de locatie en neemt hier genoegen mee. Voorheen was er nog een gl-afdeling. Men wilde de leerlingen graag kansen geven. Nu wordt dat niet meer gedaan, die worden nu doorverwezen naar Zamenhof. Sfeer en klimaat. Hoe ervaren de leerlingen deze plek? Uit gesprekken van de directie met de leerlingen blijkt dat de leerlingen de locatie als prettig ervaren en leerlingen vinden het fijn om op zo’n kleine school te zitten, er is weinig verzuim, er is geen knokkerij en er zijn geen ruzies. Ze hebben wel kritiek op het gebouw. Wat mankeert er aan het gebouw? Sommigen kwamen van Mariënburg af en die vonden dit gebouw niks. De wc-units zijn aangepakt en de kantine is gestript; dat hebben de leerlingen bereikt. In de zelfevaluatie staat de leerlingenparticipatie nog als een aandachtspunt. Er is een leerlingenraad gestart voor de vakantie en inmiddels heeft deze al een vergadering gehad. Het gebouw is feitelijk voor 300 leerlingen gebouwd, maar we zitten hier met rond de 400 leerlingen. Het gebouw is dus eigenlijk niet geschikt voor zoveel leerlingen. De school is een veilige plek. Hoe zijn de roosters? Worden ze gepland op de docenten of op de kinderen? Ze zijn goed en worden op de leerlingen afgestemd en niet op de docenten. Er zijn geen tussenuren. Vierdeklassers hebben nog wel eens aan het begin van de dag een paar uur vrij, die klas begint dan later. Verder zijn de roosters gesloten. Kwaliteit van de lessen. Een kwart is onvoldoende. Wat vinden jullie daarvan? Ja, men realiseert zich dat. Dat kwam door de werkvormen. Nu is de werkwijze nog vooral frontaalklassikaal. Er wordt gestimuleerd om bij elkaar te kijken. Vorig jaar is dit geïnitieerd. Men kon zelf iemand uitzoeken. Er is nu meer interactie en meer verschillende werkvormen; het computerlokaal wordt gebruikt. Het gaat langzaam, maar sinds de evaluatie is al wel wat veranderd. De deuren gaan open en er ontstaat binding. De school is nog in de groeifase. Het is een relatief klein team. Zijn er vaksecties? Voorheen werkten de vaksecties gezamenlijk met Mariënburg. Men had in de grote vaksecties niet het gevoel dat men gehoord werd. Nu is gestart met geclusterde vaksecties. Eenmaal per twee maanden gaat de directie met de vaksecties om tafel. De vaksecties hebben een eigen budget en een eigen voorzitter. De lokalen zijn meer gegroepeerd. Was men het ondergeschoven kindje? Voorheen wel, maar nu niet meer. De naam mavo is bewust gekozen, maar het is een beetje een verkoopverhaal. Is duidelijk wat de school wil, met name als leidraad voor de jonge mensen. In hoeverre zijn jullie daarmee bezig? Dit gaat door middel van studiedagen. Elke nieuwe docent krijgt een coach aan zich gekoppeld. De teamdagen/studiedagen De Ideale Les hebben plaatsgevonden en er zijn teamafspraken gemaakt. De nieuwe docenten worden door hun buddy/coach bijgepraat en ze pikken dit naadloos op. Zijn er voorbeeldlessen waar docenten uit kunnen putten? Nee. visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
49 Na de lesbezoeken en de bespreking daarvan werden mensen verzocht bij elkaar te gaan kijken. De jonge docenten brengen wel nieuwe werkvormen mee. Sommige nieuwe docenten gaan makkelijker om met Magister, die maken daar een workshop van voor andere docenten. Relatie met ouders/mentor. Hoe is die? De ouderavonden zijn erg goed bezocht. De laatste keer waren er veel collega’s aanwezig. Van de 32 docenten waren er circa elf aanwezig, in de onderbouw zelfs wel vijftien. Dit is gestimuleerd door de directie en men voelt zich hierdoor gesteund. Op Mariënburg ging bijvoorbeeld de diploma-uitreiking er even tussendoor. Dat was niet goed, dus de diploma-uitreiking werd daarna anders georganiseerd en dat was een groot succes. Wat gebeurt er in de toekomst met deze locatie? Er zijn wel plannen vanuit het CMT, maar men wil hier graag rust de komende jaren en daar streeft men ook naar. Er moet minder ad hoc gebeuren vanuit het CMT, men wil meer vooruit kunnen kijken op veranderingen. Ook ouders willen graag dat er een bepaalde mate van rust is. De locatiedirectie vindt het hun taak om de veranderingen zo te filteren dat de locatiedocenten er mee om kunnen gaan. Hoe doen de leerlingen het in havo 4? Na de herfstvakantie wordt aan de leerlingen die naar havo 4 willen het mavo+-programma gegeven. Bij de overgang van mavo naar havo 4 zaten de problemen bij Nederlands en wiskunde. Ze krijgen daarom één uur in de week Nederlands extra en één uur wiskunde extra. Het resultaat is zeer goed, want de doorstroom van mavo naar havo 4 en vervolgens havo 5 is zeer goed. Hoe is de afstroom naar beroepsgericht? Een paar jaar geleden waren de stromen zeer groot, bijna onbeheersbaar. Daar wordt nu strakker op gestuurd en met de plaatsingswijzer is de afstroom aanzienlijk kleiner. Na januari wordt er niet meer afgestroomd. Dat geldt ook voor de andere locaties. Het gaat nu nog om incidenten, met name bij de andere locaties. Er komt incidenteel een havo-leerling binnen op de locatie Esdoorn. De locatiedirectie lijkt enthousiast, maar in het zelfevaluatierapport staat juist anders. Hoe rijmt dit met elkaar? De directie was zeer verbaasd over deze uitspraak in het rapport en dit lijkt door een enkeling gezegd te zijn. Toen de school hier begon, was de taakverdeling tussen locatiedirecteur en teamleider niet helemaal duidelijk. Dat is nu wel het geval.
visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
50 Bijlage 13
Verslag van het panelgesprek met de ouders van de leerlingen van CSG Comenius, locatie Esdoorn Datum: Aanwezig:
3 oktober 2012 Visitatiecommissie: Tjitte Wierdsma, Wytze Algra, Femme Riemersma, Eddie de Boer, Yolanda Oomen CSG Comenius: vijf ouders
De visitatiecommissie en de ouders stellen zich aan elkaar voor. Zelfevaluatierapport De ouders hebben het zelfevaluatierapport gekregen en gelezen. Waarom gaat uw zoon/dochter hier naar school? Door het christelijke karakter van de school. Goede naam op basis van normen en waarden. De open dagen zijn bezocht en uiteindelijk maakt het kind zelf de keuze. Kinderen kiezen heel bewust, soms doordat er meerdere kinderen in een gezin zijn die naar CSG Comenius gaan. De keuze in Leeuwarden is op zich niet zo groot, maar CSG Comenius kwam er qua gevoel het beste uit. De kinderen en ouders voelen zich hier thuis. De school heeft een goede naam op het gebied van begeleiding voor kinderen met dyslexie. De lijnen zijn kort, de school is klein en dat is voor de kinderen prettig. Gebouw De derdeklassers zijn niet zo positief over het gebouw, maar voor de eersteklassers speelde dit nog niet. De open dagen zijn per locatie georganiseerd. Voor sommige kinderen geldt dat het een beetje een afknapper was om van Zamenhof naar de Esdoorn te gaan wat het gebouw betreft, maar sommige leerlingen vinden het een verademing om in een kleiner gebouw te zitten. Het gebouw lijkt schoner te zijn en te worden opgetuigd op het moment dat er een ouderavond aankomt. Daar klagen de leerlingen wel eens over. Zij willen dat de aankleding altijd goed is. De sfeer is goed op school, dat geeft de ouders een goed gevoel. Sinds het opgeknapt is, ziet het er een stuk beter uit. Ook de kantine is gezellig. Contact leerling-leraar. Hoe is dat? Dat is soms wat minder goed. Er heerst onduidelijkheid, de leerlingen weten niet wat er gebeurt. Ze weten soms niet wat ze moeten doen, de normeringen tussen leraren wijken wel eens af, afspraken wisselen wel eens. De leerlingen worden hierdoor wel eens rebels. De invulling van de leraren is niet altijd consequent. Dit wordt vrij algemeen zo gezien. Leerlingen hebben duidelijkheid en goede afspraken nodig. Die afspraken moeten niet gewijzigd worden, dan voelen kinderen zich niet serieus genomen. Het komt niet bij alle leraren voor, maar wel bij een aantal leraren. De een is er altijd, een ander niet. Een leerling uit de eerste klas heeft vaak lof over alle leraren. De pubers zijn negatiever; dat lijkt meer aan de leeftijd te liggen. Neemt u contact op met locatieleiding en school en gebeurt er dan ook wat? Ja, de school reageert adequaat en de begeleiding is goed, maar incidenteel zijn er problemen waar je als ouders bovenop moet zitten. De school kan niet alles oplossen, maar over het algemeen worden problemen goed opgelost. Met drukke klassen wil er wel eens makkelijk omgegaan worden. De vraag is of de klas druk is of dat dit ergens anders door komt. Merkt u veel van wisselingen in personeel? Ja, wanneer het om een goede leraar gaat is dat jammer. Er wordt wel goed uitgelegd waarom sommige leraren weer weg moeten.
visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
51 Wordt u goed geïnformeerd? De absentie wordt goed bijgehouden in Magister. De cijfers niet altijd. Bij ziekte moeten de ouders bellen wanneer het kind thuis is. Bij te laat komen worden de regels wel eens te streng gehanteerd. Over te laat komen worden ouders wel geïnformeerd. Er worden rode kaarten uitgedeeld. Ook dit verschilt per leerkracht. Hoe zijn de roosters? Er zijn niet veel tussenuren, bij uitval tussendoor wordt het rooster ineengeschoven. Tussenuren worden wel ingevuld. In de vierde klas komt dit wel voor. Er is nauwelijks sprake van langdurige ziekte. Bij onbevoegdheid is er wel een probleem geweest in het verleden. Sommige leerlingen vinden een tussenuur juist wel gezellig. Kwaliteit van de lessen. Wat hoort u ervan? De les wordt soms niet voldoende uitgelegd en vragen worden onvoldoende beantwoord. Het zelfstandig leren wordt misschien al te ver doorgevoerd en kinderen kunnen daar niet goed mee omgaan en ze durven dat ook niet goed naar voren te brengen. De nabespreking van toetsen is wisselend. De bijlessen zijn beschikbaar voor wie het echt nodig heeft. De leerlingen moeten hier zelf achteraan. Dat gaat ook wel van de leraar uit. Sommige soort bijlessen moet men buiten school zoeken. Het is bij de ouders niet duidelijk of het vanuit school wordt gestimuleerd of geregeld. Het lijkt erg van de leraar af te hangen of er mogelijkheden voor bijlessen zijn. Er bestaat geen systeem van hulplessen binnen school. Praktische zaken zoals het examenpakket lijken ook individueel door leraren geregeld te worden. Ouders vinden dit onduidelijk. Zijn er hier talentstromen? Ja, in de eerste twee jaar. De talentstromen was een van de trekkers voor de ouders bij de open dag. In de talentstromen was echter niet voor iedereen plek en dat heeft wat kwaad bloed gezet. Leerlingen moesten ingeloot wordt. De talentstromen zijn dit jaar nog niet gestart. De kosten vond men wel hoog. In de reguliere stroom worden wel wat extra dingen gedaan, maar niet zo veel. Het is niet altijd zo dat je eerste keus wordt gehonoreerd. Ook de opstromers kunnen niet in een stroom van keuze terecht. De afstromers juist weer wel, die gaan voor. Is uw mening over CSG Comenius zo, dat u andere ouders aanraadt om naar een andere school te gaan? Nee, de ouders komen niet terug op de keuze voor CSG Comenius. De omgangsvormen en aanspreekvormen vindt men goed en dat lijkt bij ouders van andere scholen een struikelblok te zijn bij de keuze voor een andere school. Hoe gaat men om met pestgedrag? Dat wordt niet getolereerd. Ook leerlingen van andere scholen die hier in de buurt pesten, worden aangesproken. Leren leerlingen zelfstandig werken? Ja, dat gaat wel automatisch, ook door de manier waarop ze huiswerk krijgen. Er lijkt niet echt iets aan planning gedaan te worden. In klas 1 wordt door de mentor wel serieus aandacht besteed aan planning. Er zijn wel weekplanners. Wordt er toegezien op het maken van huiswerk door de leraren? Dat zou beter kunnen. De leerlingen besteden volgens de ouders volop tijd aan het huiswerk, zo’n twee uur per dag. Vooral bij lange dagen is het voor leerlingen wel moeilijk. Hebben ze veel lange dagen? Een leerling uit klas 3 heeft twee lange dagen. In klas 1 is er één lange dag. Planning is dan wel belangrijk.
visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
52 Huiswerk opkrijgen voor dinsdag met een aangekondigde so’s geeft soms paniek, met name bij de talen. Er wordt weinig rekening gehouden met de agenda van de kinderen door de leraren. Het bord in de lerarenkamer wordt niet goed ingevuld. Bij protesten in de klas verandert er soms wel wat. Vier so’s op één dag is wel erg veel. Er is geen klassenboek waar het huiswerk in wordt opgeschreven. Wordt er regelmatig met de computer gewerkt op school? Nee. Soms is dat wel fijn, vinden sommigen, want dat doen ze thuis wel. Bij sommige methodes zitten cd’s, maar het gebruik daarvan lijkt niet gestimuleerd te worden vanuit de leraren. De computers werken niet altijd goed, waardoor ze hun verslag deels kwijtraken. Dit is frustrerend voor de leerlingen. Een verstrekt wachtwoord vanuit school werkte niet bij een dyslectische leerling en daar wordt ondanks meerdere keren navraag het hele jaar verder niks aan gedaan. Bent u tevreden voor de aandacht voor de identiteit op school? Er lijkt wat angst en terughoudendheid te zijn in het uitdragen van de identiteit. Dat lijkt deels te maken te hebben met het feit dat een deel van de leraren die identiteit zelf niet hebben. Dit lijkt voor de toekomst geheel weg te ebben. Het christen zijn wordt teveel veralgemeniseerd. De Zoutkorrel is te algemeen. Alleen uiting in normen en waarden vinden sommigen jammer en een kans die de school voorbij laat gaan. Sommigen vinden het echter wel prettig. Dit is kennelijk erg persoonlijk.
visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
53 Bijlage 14
Verslag van het panelgesprek met de leerlingen van CSG Comenius, locatie Esdoorn Datum: Aanwezig:
3 oktober 2012 Visitatiecommissie: Tjitte Wierdsma, Harmen Jansma, Annemarie Peeters, Derwent Christmas, Yolanda Oomen CSG Comenius: zes leerlingen
De visitatiecommissie en de leerlingen stellen zich aan elkaar voor. Zit je hier op een goede school? Wat is er goed? Er wordt goed lesgegeven, de uitleg is goed en duidelijk. De leerlingen worden bij naam gekend. Wordt er goed les gegeven? Dat is wel verschillend. De een geeft op een andere manier uitleg dan de ander. Meestal is het wel goed. Soms is het saai, maar de bedoeling is dat je wat leert en niet dat het per definitie leuk is. Sommigen leggen leuk uit en dat is wel weer leuk. Een les is saai, wanneer er de gehele les wordt gepraat en er verder niks wordt uitgelegd. Bij veel uitleg is het ook niet altijd werkbaar. De leerlingen vinden een leraar goed wanneer deze de stof uitlegt en er tijd in de les is voor huiswerk, zodat er dan tijd is voor vragen. Een leraar moet niet te streng zijn, niet gelijk boos worden. Eerst moet een waarschuwing gegeven worden. In het begin van de eerste klas vinden kinderen school nog leuk, maar later, wanneer je bijvoorbeeld in de vierde klas zit is school niet meer zo leuk. Hoeveel lessen per dag zijn er die saai zijn? Bij oudere leraren hoor je vaak hetzelfde en wordt er op een eentonige manier en steeds zachter gepraat. Ben je moe na een schooldag? Ja, vaak wel. Sommigen hebben veel last van stress. Je bent wel 24 uur bezig met school. Je moet veel thuis doen en dan ben je soms tot half 11 bezig, dat is te laat. Hoe lang maak je huiswerk? Langer dan twee uur. Kun je dit soort problemen hier op school bespreken met je mentor? Wat huiswerk betreft, zullen ze niet veel kunnen doen. Op sommige dagen is het huiswerk wel heel veel, bij lange dagen soms ook wanneer je een lange dag erachteraan hebt. Bij sommige leraren heb je elke les een so. Zijn er afspraken over de hoeveelheid so’s en repetities? Dat lijkt wel, soms twee repetities en twee so’s per dag, of één repetitie en meerdere so’s. Dat verschilt per leraar en het is voor de leerlingen niet duidelijk. Er is niet één lijn in. Zijn er veel uitstapjes? Dat verschilt ook per klas. De eerste klas gaat op kamp, de tweede klas naar Walibi, de derde klas naar een stad. Klassenuitjes moeten bij de ene klas zelf geregeld worden, bij een andere mentor regelt de mentor dat. In klas 3 is geen aparte mentorles en dan is het lastig om het met alle medeleerlingen apart te regelen. Dit soort uitstapjes zelf regelen vraagt een bepaalde zelfstandigheid en zelfstandig worden duurt een tijdje en daar voelt niet iedereen zich al aan toe. Als je de school zou kunnen veranderen, wat ga je dan doen? Minder boeken gebruiken, meer digitaal; de tablets gebruiken. Een paar jaar geleden werd er nog meer met boeken gewerkt, maar naarmate de jaren vorderen, worden de computers steeds meer gebruikt. Wat zou je verder veranderen? De hygiëne, de lokalen ruiken niet lekker, maar daar wordt wel aan gewerkt. Er is veel stof. De wc’s valt wel mee, het stinkt nog wel maar niet zo erg.
visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
54 Wat zou je als leerlingenraad willen bereiken? De aanwezige leerlingen maken deel uit van de leerlingenraad. Ze willen meer fietsenrekken, want je komt er niet doorheen. Meer zitplekken in de kantine, bankjes buiten. Er zijn veel kinderen die roken en die staan altijd bij de deur. De rookplek is te dicht in de buurt van de deur. De rook komt soms ook het lokaal binnen. Er zou het liefst een rookplek bij de kantine onder het afdakje moeten komen. De leraren staan ergens anders. Leerlingenraad wil graag vertellen in de klas wie ze zijn en ze willen graag andere leerlingen aanmoedigen om ideeën in te brengen. Weten jullie wie de vertrouwenspersoon is? Ja, een nieuwe vrouw. De tijd is beperkt voor deze persoon, ze is twee keer per week aanwezig. Je mag altijd met je mentor of met elke leraar praten als je problemen hebt. De mentor heeft ook tijd voor contacten met thuis. Ook wanneer je straf hebt of je hebt een grote mond, dan neemt de mentor contact met thuis op en dat vinden de leerlingen soms wat veel. Bij ziekte moet je school bellen, dat vinden ze wel goed. Bij te laat komen of afwezigheid wordt ook met thuis gebeld. Vallen er veel lessen uit? Als er een leraar afwezig is, dan krijg je een andere leraar of een uur uitval. Op teletekst staat wel of je het eerste uur vrij hebt. Sommige leraren komen te laat, maar daar wordt niks aan gedaan. Voor leerlingen worden de regels strak aangehouden. Wanneer je 10x te laat komt, word je gemeld bij de leerplichtambtenaar. Daar krijg je dan een gesprek mee. Bij drie of vier keer te laat moet je een uur inhalen of blijven. Leer je zelfstandig werken, goed plannen? Er wordt wel op het bord gezet wat de planning in de les is. Je moet soms je eigen werk thuis plannen. Bij veel huiswerk moet je het dezelfde dag maken. Huiswerk voor andere dagen maken lukt vaak niet. Zondag is de huiswerkdag, terwijl dat vroeger een vrije dag was. Is de school streng? Er zijn zeven huisregels en daar wordt de hand aan gehouden. Als jij je goed aan de regels houdt, dan is iedereen aardig tegen je. De sfeer is goed, ondanks dat het een oude school is. Iedereen kent elkaar van gezicht en via elkaar. Wordt er rekening gehouden met verschillen tussen leerlingen? Sommige docenten leggen de hele les uit en dan moet je het huiswerk thuis maken. In sommige lessen worden leerlingen wel apart genomen. Soms word je verwezen naar bijles. Bijles wordt niet altijd aangeboden. Als je niet weet dat de mogelijkheid er is, is dat wel jammer. In twee vakken bijles krijgen kan niet, omdat bijlessen op hetzelfde uur worden gegeven. Wanneer je bepaalde dingen niet goed begrijpt, is het soms moeilijk om dingen nog eens uitgelegd te krijgen. Als je niet goed oplet, mag je niet op bijles te komen. Wat merk je ervan dat je op een christelijke school zit? De godsdienstlessen, dagopeningen of bidden, bij sommige leraren mag je niet vloeken. Wanneer je een ander geloof hebt, mag je dat wel uitoefenen. Het vak godsdienst heeft niet veel inhoud, het gaat te weinig over godsdienst. Op hoofddoekjes wordt niet gereageerd. Er is respect voor elkaar en elkaars geloof. Hoe zit het met de talentstromen? Dat is alleen in de eerste en tweede klas. Je moet een soort sollicitatiebrief schrijven om naar een talentstroom te kunnen gaan. Je moet een eerste en tweede keus aangeven, er werd een hoop beloofd, maar dat komt niet uit. Bij uitloting kom je in de reguliere stroom. visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
55 Bij Art Factory worden er in vier blokken steeds verschillende activiteiten gedaan. Soms komen beloftes niet uit. In de reguliere stroom was er een rondleiding bij de Leeuwarder Courant en dan werden er verder activiteiten gedaan die hiermee te maken hebben, reporter zijn over bijvoorbeeld andere stromen en Omrop Fryslân. Dat was een leuk project. Word je goed voorbereid op het vervolgonderwijs? Je wordt nauwelijks voorbereid. Er is wel een voorbereiding op havo door mavo+-lessen, maar alleen als ze zeker weten dat je havo aankan.
visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
56 Bijlage 15
Verslag van het panelgesprek met de docenten van CSG Comenius, locatie Esdoorn Datum: Aanwezig:
2 oktober 2012 Visitatiecommissie: Tjitte Wierdsma, Wytze Algra, Annemarie Peeters, Derwent Christmas, Yolanda Oomen CSG Comenius: zes docenten
De visitatiecommissie en de docenten stellen zich aan elkaar voor. Zelfevaluatierapport De inhoud van het rapport was herkenbaar en de beschrijving van de teamvorming was goed. Het gaf een eerlijk en realistisch beeld. Verbeterpunten Digitalisering van de lesmethodes. Dit hangt deels nog af van de uitgevers en van de financiën. Dit moet een speerpunt zijn voor de komende jaren. Tabletgebruik als hulpmiddel. Het hangt nu veel van de docent af of digitalisering in de les mogelijk is. Driekwart van de leslokalen heeft wel een digibord. Er zijn behoorlijke stappen genomen en tot nu toe werkt het meestal. De benutting van Magister door de leerlingen is goed, maar de docenten zouden daar meer gebruik van willen maken. Leerlingen mogen hun eigen middelen ook gebruiken. Daar zijn geen teambrede afspraken over. Heeft iedereen die behoefte om te digitaliseren? Bij Engels zijn er al wel ontwikkelingen, maar bij sommige talen ziet men er nog wel tegenop. Het gebruiken van de smartphone door leerlingen is nog wel helemaal in een beginstadium. Goede punten De roosters zijn goed. De leerlingen hebben eigenlijk geen tussenuren en dat heeft de prioriteit. De stipuren werken goed en er is weinig uitval. De lijnen zijn kort omdat het zo’n kleine locatie is en alles werkt daardoor beter. Er is langzaam maar zeker steeds meer rust in het gebouw en in het team gekomen. Iedereen heeft zijn plekje zo’n beetje gevonden. Iedereen kent elkaar beter, men weet wat men aan elkaar heeft. Van wie is deze school? Van ons allemaal, leerlingen en docenten. Dus de leerlingen hebben ook ruimte? Die is er wel, maar die nemen zij niet altijd. De net opgezette leerlingenraad is erg enthousiast. De lichting leerlingen die van Mariënburg kwam, klaagde wel, maar de huidige lichting is positief. Kwaliteit van de lessen Er staan lessen als onvoldoende in evaluatie. Is dat besproken? Ja, dat is wel in school besproken. Er is scholing geweest en dat is nog gaande. Ook digitalisering kan een rol spelen. Hoe hebben jullie het er inhoudelijk over hoe een les ingericht kan worden? Een nieuwe docent heeft een coach die goed opvangt en de lessen worden inhoudelijk besproken op de manier van lesgeven en de mogelijkheden daarin. Op welke manier wordt er inhoudelijk over de les gesproken? Tussen sommige vakdocenten onderling is het contact intensief. Er komen ook teams bij elkaar, vakgroepen. En op de agenda van de vakgroepen staat dit onderwerp ook. Er wordt samen naar een toets gekeken, de rollen van de docent, het spoorboekje. Bestaat de structuur van de vakgroepen al lang? Sinds twee jaar en dat werkt goed. Op termijn vallen we weer onder het vmbo-beroepsgericht. Vakoverstijgend onderwijs wordt sneller georganiseerd, omdat de groepen kleiner zijn en de school kleiner is. Door vakgroepen binnen de locatie werkt dit goed.
visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
57 Is de kwaliteit van de lessen in het team besproken? Met name het differentiëren is besproken. Het scoren van onvoldoende lessen lag deels aan individuen. De wisseling in docenten is een schok voor de school; acht nieuwe moesten weg en er zijn negen nieuwe docenten in het jaar daarop gekomen. Ondersteuning Heb je het gevoel dat je voldoende ondersteuning krijgt als nieuwe docent? Ja, door het coachen gaat het heel goed. De fouten uit het eerste jaar zijn opgepakt en verbeterd. Wat zou je nog willen toevoegen aan de mogelijkheden? De locatie is zo klein dat je ook tussendoor vaak dingen kunt bespreken. Voor de vaksecties werkt de huidige situatie prima. De wensen die docenten hebben, worden meestal ook gerealiseerd. Er is veel bespreekbaar bij de leiding. Er is geen drempel. Als je geen vakcollega hebt, voet dit wel als gemis aan. Dan moet je een andere “sparring partner” zoeken. Hebben jullie op Comeniusniveau banden? Ja, door de mavo+-groep is er goed contact met Mariënburg. Verder is de decaan actief en die let goed op de aansluiting. Er is met name contact met de Friese Poort. De docenten worden als geheel team bij de Friese Poort uitgenodigd. Dat maakt het mogelijk enthousiast te zijn tegenover de leerlingen over het vervolgonderwijs. Contact met ouders Hoe is het contact met de ouders? En hoe kijken de ouders tegen school aan? Dat is wel verbeterd in de loop van de jaren. Ouderavonden, tienminutengesprekken en telefoon zijn de persoonlijke contacten. De ouders zoeken zelf ook wel contact als daar behoefte aan is. Er is openheid en transparantie. Het mailcontact is snel en goed; de drempel is heel laag. De locatie is net met een weblog begonnen voor leerlingen en ouders. Je kunt via de weblog doorklikken naar de vakken. Het is nog het begin van het schooljaar, dus er staat nog niet zoveel informatie op. Begeleiding Is de begeleiding van rugzakleerlingen goed? Ja, dat is een sterk punt van CSG Comenius, schoolbreed. Er is een goed lopend ZAT, door de kleine locatie is er tussendoor ook veel mogelijk. De absentieregistratie is heel goed. Als mentor wordt je een structuur aangeboden om de begeleiding goed in te vullen. Het is niet vrijblijvend. Gesprekkencyclus Krijg je elk jaar een gesprek? Ja, je eigen ontwikkeling wordt besproken. De basis is een ontwikkelingsplan, je hebt eenmaal per jaar een functioneringsgesprek, er zijn mogelijkheden voor aanmelding voor scholing. De gesprekken zijn standaard en het is goed gestructureerd. Gebouw Is het gebouw goed opgefrist? Iets is beter dan niets, maar het is oud. Er is wel veel verbeterd. Leerlingen vinden het leuk dat elke docent zijn of haar lokaal gezellig maakt. Dan is het wel oud, maar de sfeer compenseert de ouderdom van het gebouw. Identiteit. Wat is de invulling van jullie? De dagopening. Er wordt respectvol met elkaar omgegaan en waar nodig wordt gedrag gecorrigeerd. Sommigen vullen het meer in als aandacht voor normen en waarden. Er is een grote verscheidenheid in achtergronden van leerlingen. Het merendeel is niet christelijk. Ouders kiezen de school vooral de school vanwege de begeleiding en de aandacht en de kwaliteit van het onderwijs. Afstroom De afstroom was groot. Hoe kwam dat? Dat kwam door de plaatsing. Nu is dat door de plaatsingswijzer sterk verbeterd. Kinderen zitten beter op hun plek. Er is meer aandacht voor het leerlingvolgsysteem. De thuisbasis speelt geen rol meer.
visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
58 Planning en toetsen Hoe werkt de planning van toetsen en so’s? Er is een toetsingsrooster; het idee is leuk, maar het werkt niet goed. De planning moet eigenlijk allemaal via Magister. Tegen de tijd dat er cijfers moeten komen, wil iedereen nog so’s en toetsen geven. De leerlingen zijn gelukkig mans genoeg om voor zichzelf op te komen. Sommigen zijn dat minder dan je denkt. Leerlingen maken hier veel opmerkingen over. De docenten geven aan dat zij hun verantwoordelijkheid hierin moeten nemen. Soms moet er aan individuele gevallen tegemoet worden gekomen. Op deze locatie is niet de keuze voor een toetsweek gemaakt ooit. Over het instellen van een toetsweek is lang niet gesproken. Bij leerjaar 1 wordt er beter op gelet dat er geen opeenstapeling van toetsen plaatsvindt.
visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
59 Bijlage 16
Verslag van het slotgesprek met het CMT van CSG Comenius Datum: Aanwezig:
3 oktober 2012 Visitatiecommissie: de gehele commissie CSG Comenius: de vier leden van het CMT
Huisvesting Esdoornstraat Bij het personeel kwam de angst naar voren dat de huisvesting locatie Esdoorn op de schop zou gaan. Wat is het beleid voor de komende jaren? Dat heeft een sterke relatie met wat de gemeente wil. Deze locatie wordt gehouden, omdat er geen financiën zijn vanuit de gemeente voor een ander gebouw. De aankleding van buiten gaat nog veranderen en mogelijk in de toekomst is er geld beschikbaar voor verbetering. Het beleid is om onderbouw en bovenbouw op dezelfde locatie te houden. Bijlessen Wat gebeurt er op de andere locaties dan Esdoorn wat betreft bijlessen? De locatie Esdoorn heeft wel wat bijlessen, maar naar de mening van de leerlingen onvoldoende. Mavo+ is structureel. Op het moment dat leerlingen slecht scoren, wordt er bijles aangeboden. Kennelijk zijn de leerlingen hier niet goed van op de hoogte. In de afgelopen jaren heeft de school altijd bijlessen aangeboden. In Zamenhof kwamen de leerlingen vaak niet opdagen. Bijlessen in havo/vwo: worden die aangeboden? Indirect, er is huiswerkbegeleiding voor de midden- en bovenbouw. Is die huiswerkbegeleiding ook vakinhoudelijk? Dat moeten de leerlingen zelf aanvragen en daar hangt ook een prijskaartje aan, omdat het extern wordt verzorgd. Onderwijsverklaring Is deze niet geschikt voor alle locaties? Zamenhof komt uit een turbulente fase door de samenvoeging en er werd daarom één kader op Zamenhof gemaakt. De urgentie lag daar veel hoger. De onderwijsverklaring is wat gaan schuiven. Ook vanuit de inspectie is enigszins losgelaten wat nu precies een goede les is. De docenten gaven zelf aan dat de oude onderwijsverklaring niet afdoende was. De nieuwe is dat wel, ook omdat deze van onderaf komt. Beleid identiteit Er is wel overal beleid. Zijn er ook specifieke afspraken gemaakt over normen en waarden? Wat is het beeld dat CSG Comenius wil uitstralen? We willen op een respectvolle wijze met elkaar omgaan. Die sfeer willen we met elkaar uitdragen. Is het nodig dat dit op papier komt, vraagt men zich af? Belangrijker is dat we dat zelf uitdragen door het in de dagelijkse praktijk voor te leven. Bij allerlei groepen wordt aandacht besteed aan normen en waarden, zoals leerlingenraad, werkgroepen, ouderraad. Respect voor elkaars overtuiging proberen we in praktijk te brengen. Het moet een zichtbaar element zijn dat de christelijke identiteit naar voren komt. Het wordt wellicht niet geheel voldoende duidelijk gemaakt bij het aannamebeleid, maar het wordt duidelijk genoemd dat de bijbel de bron is waaruit gedronken wordt, hoewel men hier niet hard mee omgaat op het moment van aanname. Je wil niet mensen afstoten. De verbinding tussen christendom en de waarden in de school zou wel vaker gelegd moeten worden. Bijvoorbeeld dat de keuze voor fairtrade koffie en kerstpakketten vanuit de christelijke gedachte gebeurt. Op pad gaan met de vredeskuier doen we vanuit de christelijke achtergrond, dat wordt duidelijk gemaakt. De dialoog aangaan met mensen is belangrijk. We maken de vertaalslag te weinig. De christelijke identiteit komt in het aannamebeleid van personeel ook in beeld.
visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
60 Betekenisvol onderwijs, missie en visie Het onderwijs op heel CSG Comenius is heel divers. Wat we proberen is het onderwijs te koppelen aan leefwereld van de leerlingen, zodat het betekenis krijgt voor de leerling. Bijvoorbeeld onderzoekjes doen die verbinding met elkaar en met de leefwereld van de leerlingen aangeven. Samenkomsten met gemeente of met buurtbewoners vinden bijvoorbeeld plaats in het schoolrestaurant, dat is pas betekenisvol leren. Dat is het echte leven. Sommige dingen zijn saai en niet leuk, maar zijn wel nodig voor bijvoorbeeld het betekenisvol gebruik van het Frans. Een leuke les staat of valt met de docent. Dit hangt niet van de inhoud van de les af, maar van de performance. Wij moeten de mensen zover krijgen dat ze met hun talenten gaan woekeren. Leerlingen kunnen goed onderscheid maken. Leuke lessen compenseren saaie lessen. Overuren OOP Het OOP geeft aan dat ze nog steeds veel overuren maken. Ze geven aan dat ze keihard werken en daar lijkt niet altijd aandacht voor te zijn. Een voorbeeld daarvan waren de overuren. Hoe krijgen deze mensen waar ze recht op hebben? Op Zamenhof is redelijk wat weggewerkt. Ze sparen nu ook uren, waardoor ze op dagen eerder weg kunnen. Ouderavonden moeten wel op tijd ‘voorbereid’ zijn. Wanneer ze moeten werken op een ouderavond, gaan ze eerder weg op de dagen ervoor. Daarop vooruitzien vinden ze moeilijk. De directie heeft lof voor de flexibiliteit van het OOP. Mariënburg: de conciërges zijn zo weinig mogelijk bij ouderavonden aanwezig. De teamleiders zijn zelf gastheer. Het OOP moet erkenning krijgen, dat vindt de directie belangrijk en daar moet op ingezet worden. Het is inderdaad de taak van de directie om dat schouderklopje uit te delen. Het OOP is zeer betrokken. Er blijft een spanningsveld tussen hun gevoel en de tijden dat ze ingezet kunnen worden. Personeelsbeleid en tijdelijke schil CSG Comenius lijkt in te zetten op de tijdelijke schil aan personeel. Wij als commissie zien daarin wel bepaalde risico’s. Een tijdelijke schil van tien à vijftien procent is op zich geen probleem, maar dat moet niet teveel op één afdeling voorkomen. De spreiding is een punt van aandacht. Dat betekent niet dat we geen vaste contracten geven. De risico’s zijn helder. Er gaat goed gekeken worden wie waar geplaatst gaat worden. Een ander risico is dat er tijd in coaching wordt gestoken. Lio’s hebben ook een tijdelijk contract. Er worden intervisiegroepen ingezet om te investeren op nieuwe mensen. De vraag bij de docenten leeft of het geen tijdverspilling is om nieuwe mensen te coachen als ze wellicht na een jaar weer weggaan. Er worden nieuwe mensen aangenomen die wat ouder zijn, omdat daar misschien wat minder begeleiding bij ingezet hoeft te worden. Dat is niet altijd het geval. Tijdelijke mensen worden soms ‘rondgepompt’. Dat is voor die mensen heel erg. Ze krijgen geen zekerheid. Het ging financieel heel slecht en dat is nu op orde. De geluiden voor dit soort onzekerheden komt nu meer naar voren. Dat komt ook door de cao. Beleid gesprekkencyclus Het beleid is dat er eens per jaar of per twee jaar een gesprek gehouden wordt. Zamenhof: POP is een belangrijk onderdeel en de gesprekken hierover moet je soms wat meer uitspreiden over het jaar. Op het moment van niet-functioneren heb je al eerder een gesprek. Op havo/vwo is de gesprekkencyclus nog een manco. De indeling van de teams is aangepast. De docenten zijn aan een coach/leidinggevende gekoppeld. Op deze manier komt er meer persoonlijke aandacht voor de persoonlijke ontwikkeling. Dit staat hoog op de prioriteitenlijst. Men is ook bezig met bekwaamheidsdossiers, maar dat is de verantwoordelijkheid van de medewerker. Er is ook een officieus circuit van voortgangsgesprekken en dit wordt niet erkend als functioneringsgesprek. Het is echter te weinig geformaliseerd. Er wordt veel gecommuniceerd, maar te weinig vastgelegd. visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
61 Met ingang van dit jaar zijn de dossiers gedigitaliseerd. Inzicht zal dan helderder worden. Het systeem zal ook met pop-ups gaan werken. Rol van coaching bij zittende docenten Beginnende docenten hebben een buddy of coach. Wat gebeurt er met zittende docenten? Wat is het beleid? We zitten met de facilitering daarvan. Er wordt een quickscan gedaan, maar voor verdere ondersteuning is een vertrouwensband nodig. Soms wordt er wel video-interactie feedback gegeven. Dat zou eenmaal per vijf jaar moeten gebeuren, maar dat lukt nog niet helemaal. Wat gebeurt er met mensen die nu duidelijk niet functioneren? Blijft dit bij de locatie zelf? Ja, dit blijft zoveel mogelijk intern met SVIB. Het hangt ervan af hoeveel tijd hiervoor nodig is. Bezuinigingen voor zorg De afgelopen jaren was het bedrag dat naar zorg ging erg groot. We moeten nu over de hele linie terug, dus ook in de gelden voor zorg. De school stond bekend om de grote inzet van zorg, maar de post zorg kan niet zo blijven. We bezuinigingen van buiten naar binnen, dus als laatste bezuinigen we op het primaire proces. Op zorg zal er daarom ook bezuinigd moeten worden. We moeten andere keuzes willen maken. Er zal wellicht op een andere manier met onderwijstijd omgegaan worden. Het grote budget voor zorg had een aanzuigende werking. Ook hiervoor geldt dat er met de betreffende mensen goed gecommuniceerd moet worden. Men is trots op de goede zorg, blijkt uit de gesprekken met het personeel. Je moet eigenlijk wel uitkijken dat het niet tegen je gaat werken, zodat je alleen de zorgleerlingen krijgt. Administratief valt hier en daar ook wel wat te halen. Wellicht moet je ouders verzoeken hun eigen zorgverzekering aan te spreken voor een psycholoog. Ouders zouden hier ook een eigen verantwoordelijkheid in moeten nemen. Didactiek van de les De Ideale Les, lesobservaties, kop-romp-staart-model. Wat doet de directie zelf hieraan? Op de teamdagen wordt gestimuleerd om bij elkaar in de les te kijken en het spoorboekje te gebruiken. De directie brengt dit ook steeds naar voren tijdens de teamdagen. Op Mariënburg zijn studiemiddagen met de thema´s differentiatie in de les en het verschil tussen een havo-leerling en een vwo-leerling. Het bij elkaar kijken gebeurt al veel meer, ook door de directie. Er is een aantal speerpunten benoemd en die komen terug in de locatieplannen. Bedrijfsfilosofie CSG Comenius Zijn de locaties apart of is CSG Comenius nu één? Het aantal locaties is teruggebracht naar drie met allemaal een eigen sfeer, uitstraling en speerpunten. Er zijn ook een aantal centrale zaken die gezamenlijk worden opgepakt, personeelsbeleid, intranet etc. Wat OOP betreft zal men misschien in de toekomst gevraagd worden ook op andere locaties te ondersteunen. De lezingen, de Comenius-brede scholingen zijn voor alle locaties gemeenschappelijk. In het kader van de mobiliteit wordt er steeds vaker gesproken over in dienst zijn bij de CVO en niet over CSG Comenius per locatie. De beleving van de mensen is wel anders. De overstap naar een andere locatie vindt men moeilijk. De ontmoeting van gezamenlijke bijeenkomsten is belangrijk om die binding met elkaar te krijgen. Is er voor CSG Comenius een algemeen bindend principe, een slagzin? Geloven in talenten. Dit vinden we van toepassing op leerlingen en op docenten. We zetten zwaar in op scholing en op ontwikkeling. Daar zijn we dit jaar mee gestart.
visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
62
Bijlage 17 Uitkomsten lesobservaties Opmerkingen vooraf Tijdens de drie visitatiedagen zijn de volgende aantallen lessen bijgewoond: Locatie
Mariënburg Zamenhof Esdoorn Totaal
Totaal pro
54 62 24 140
vmbo b/k
mavo havo atheneum
25 9
22
22/25
Anders
7 (talentstr.) 6 (b+k)
24
De verdeling naar eerste dan wel tweede helft van de les is als volgt geweest:
Locatie Mariënburg atheneum havo Zamenhof pro v-mbo basis v-mbo kader v-mbo b/k Esdoorn
Eerste Tweede deel deel 14 8
8 17
3 8 9
6 8 11
12
12
Hele les
6 5 6
De scores op de lesobservaties zijn verwerkt in negen groepen: Locatie Mariënburg totaal: 47 lessen Mariënburg havo: 25 lessen en 7 talentstromen Locatie Mariënburg atheneum: 22 lessen Locatie Zamenhof totaal: 62 lessen Zamenhof pro: 9 lessen Locatie Zamenhof v-mbo basis: 22 lessen Locatie Zamenhof v-mbo kader: 25 lessen Locatie Zamenhof v-mbo: 6 lessen Locatie Esdoorn: 24 lessen De uitkomsten zijn uitgesplitst voor de locaties Mariënburg, Zamenhof en Esdoorn. Vervolgens zijn de uitkomsten uitgesplitst per onderwijsniveau. De uitkomsten van de observaties worden samengevat in de tabellen in bijlage 18. Tabel 1 geeft informatie over het karakter van de bijgewoonde lessen. Eerst worden de resultaten van alle locaties vermeld in tabel 1 per locatie; in de laatste kolom is de totaalscore vermeld. Tabel 2 a/k geeft de uitkomsten van de bevindingen tijdens de lesobservaties weer. Dit betekent dat eerst de uitkomsten worden getoond van de negen hierboven genoemde groepen (a t/m k). Tot slot worden alle oordelen samengevat (l).
visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
63
Talentstromen In de talentstromen zijn zeven lessen bezocht. Alle lessen werden als voldoende beoordeeld. Hieronder is een korte weergave van de observaties van deze lessen. Music Lab De leerlingen waren zelfstandig aan het werk om een instrument te maken. De leerlingen hielpen elkaar en de docenten hielpen de leerlingen. In een ontspannen sfeer werd er lekker gewerkt. Aan het eind van de cyclus presenteren de leerlingen het resultaat. Er wordt negen weken gewerkt om instrumenten te maken en te bespelen (een bluesgitaar). Er zijn vijf leraren/begeleiders aanwezig: een leraar talentstroom, een muziekleraar, een onderwijsassistent, een echtgenoot die ondersteuning voor de techniek biedt en een stagiaire. Er wordt in twee ruimtes gewerkt, waarbij de groep van 30 leerlingen in tweeën is gesplitst. Het betreft een ‘doe’-les. De leerlingen zijn aan het werk om een gitaar te maken. Zij worden door verschillende personen ondersteund. Er is veel toezicht en begeleiding. Het gaat om eenvoudig handwerk. De leerlingen leren het instrument ook te bespelen. Ze krijgen hiervoor een akkoordenschema. In de studio wordt muziek gemaakt, gitaar en piano. De leerlingen zijn enthousiast en gretig. De les is als ‘praktijk’-les voldoende van kwaliteit. Er is veel aandacht aan de leerlingen gegeven. Experience Via de actualiteit wordt geprobeerd verschillende opdrachten te doen. De leerlingen moesten in groepjes samenwerken. Ze mochten een onderwerp (probleemstelling) uitkiezen en moeten daarna systematisch onderzoek doen. Het leek op een profielwerkstuk in het klein. Veel vaardigheden worden gedaan/geleerd en de leerlingen zijn actief aan de slag. Dit onderdeel is echter niet het meest populair. Het is gratis en het is voor leerlingen die niet echt iets anders konden/wilden kiezen. De leraar moet er dan ook hard aan trekken de laatste drie lessen op maandag! Cambridge English In eerste instantie lijkt de les niet anders dan een normale les Engels. Bij nader inzien blijkt er alleen Engels gesproken te worden in de les. In deze derde klas bereidt men zich voor op een ‘play’ (toneelstuk) en verder op het examen aan het eind van klas 3. Er is veel huiswerk, maar er is geen controle. In klas 1 en 2 worden projecten gedaan. Het niveau van de eindtest is Engels op havo-5 niveau. Een leerling die in klas 3 de test goed maakt, beheerst het Engels op havo-5 niveau. Wat doet zo’n leerling in de les Engels in havo 4 en havo 5? Hoe wordt de leerling dan uitgedaagd? Multimedia & Design Een enthousiaste groep leerlingen is bezig met filmen. Ze doen goed mee, er heerst een goede sfeer en de leerlingen zijn actief. Business Class De leerlingen zijn bezig met allerlei computeropdrachten als voorbereiding op het opzetten van een eigen bedrijf, uitgaande van de werkboeken. De leerlingen zijn goed bezig, de les is activerend.
visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
64
Bijlage 18
Tabel 1 – Karakter van de bijgewoonde lessen Mariënburg
Zamenhof
Esdoorn
Totaal
Onderwijssituatie 1
GD 30 4 13 3
Frontaal klassikaal Samenwerken Individueel werken Zelfstandig werken Leslokaal Practicumlokaal Werkhoeken Bibliotheek Mediatheek/ computerlokaal Stilte-/studieruimte Open ruimte/aula Gymn.lokaal/buitenacc. Overig, namelijk
KD 8 2 7 2
2
GD 16 15 23 5
39 3 1
KD 20 7 12 2
GD 14 3 9 0
41 17 7
KD 9 4 10 1
GD 60 22 45 8
22 2
102 22 8
6
6
1
1
3
1
1
Geschikte ruimte Voldoende leermiddelen Gebruik PC door leerlingen Bijzondere situatie Didactische hulpmiddelen
Ja 47 47 5 4 1
KD 37 11 29 4
Nee
Ja 62 61 25
43 47
Digibord (4) ; (white)board (12); geluidsapparatuur (3); computer (3); muziekinstrumenten; nakijkbladen
Nee
37 62
Digibord; (white)board (10); geluidsapparatuur; computer (5); beamer; tablet (6); keuken; materiaal prakt.opdracht; taalenergizer; TV
1
Groot deel Klein deel 3 Collegesetting 4 Wiskunde D met drie niveaus in één klas 2
visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
Ja 24 24 2
Nee
22 24
Digibord (9); (white)board (8); overhead; beamer (2)
Ja 134 132 32
Nee
105
Digibord (11); (white)board (6); beamer (3); geluidsapparatuur; machines; toestellen; geluidsapparatuur
65
Tabel 2 – Uitkomsten van de lesobservaties In de onderstaande tabellen geldt: G ¾ Vold 1 Vold 2
3.3 4.7 5.1 5.2 5.3 6.2
Gemiddelde score op deze indicator, waarbij score 5 (“niet te beoordelen in deze situatie”) buiten beschouwing is gelaten. Percentage beoordelingen 3 of 4 ten opzichte van alle lessen op dit niveau. Percentage als voldoende beoordeelde lessen per onderwijsniveau. Dit percentage is genomen ten opzichte van alle lessen op dit niveau. Voldoende of onvoldoende per indicator. Dit percentage is genomen ten opzichte van het totaal met 1 t/m 4 beoordeelde lessen bij deze indicator (n.b. voor een voldoende moet minimaal 75% van de lessen op deze indicator voldoende scoren). Indicator “de leerlingen maken efficiënt gebruik van de onderwijstijd” Indicator “de leraren zorgen ervoor dat leerlingen op een respectvolle manier met elkaar en met leraren omgaan” Indicator “de leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof” Indicator “de leraren realiseren een taakgerichte werksfeer” Indicator “de leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten” Indicator “de leraren stemmen de instructie af op verschillen in ontwikkeling tussen leerlingen”
1
2 a - Locatie Mariënburg totaal (n=47) 2 3 4 5
G
3/4
Vold 2
2,87
75%
V
3,07
92%
V
3.3
12
29
6
4.7
3
37
6
5.1
4
36
7
3,06
92%
V
1
5.2
1
9
32
5
2,87
79%
V
5.3
1
17
26
3
2,66
62%
O
6.2
1
20
8
2
2,35
21%
O
3/4 82%
Vold 2 V
Vold 1
10
79% van de lessen voldoende; 10 lessen onvoldoende
1 3.3
2 b - Locatie Mariënburg atheneum (n=22) 2 3 4 5 G 4 15 3 2,96
4.7
19
3
3,14
100%
V
5.1
2
18
2
3,00
91%
V
5.2
4
16
2
2,91
82%
V
5.3
8
13
1
2,68
65%
O
10
7
1
2,35
36%
O
6.2 Vold 1
2
2
81% van de lessen voldoende; 4 lessen onvoldoende
visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
66
2 c – Locatie Mariënburg, atheneum extra indicatoren Wel gezien Niet gezien Niet ingevuld Ruimte voor eigen leerproces
9
13
Complexe opdracht
5
15
2
Uitdagende opdrachten
4
17
1
Aanzet tot zelfreflectie
8
13
1
3.3
2 d - Locatie Mariënburg, havo (n=25) 2 3 4 5 G 8 14 3 2,80
3/4 68%
Vold 2 V
4.7
3
18
3
3,00
84%
V
5.1
2
18
5
3,12
92%
V
1
1
5.2
1
5
15
4
2,88
76%
V
5.3
1
9
12
3
2,68
60%
O
6.2
4
10
2
1
2,00
12%
O
Vold 1
8
73% van de lessen voldoende; 6 lessen onvoldoende
2 e – Locatie Mariënburg, havo extra indicatoren Wel gezien Niet gezien Niet ingevuld Structuur
13
11
1
Concretisering
12
12
1
Afwisseling werkvormen
12
12
1
Effectieve begeleiding
13
10
2
visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
67
2 f - Locatie Zamenhof totaal (n=62) 2 3 4 5 11 41 9
G 2,94
3/4 81%
Vold 2 V
4.7
3
49
10
3,11
95%
V
5.1
3
47
10
3,12
92%
V
1 3.3
1
2
5.2
1
6
42
13
3,08
89%
V
5.3
1
10
37
14
3,03
82%
V
6.2
3
25
24
3
2,49
44%
O
3.3
2 g - Locatie Zamenhof v-mbo basis (n=22) 2 3 4 5 G 8 13 1 2,68
3/4 64%
Vold 2 O
4.7
1
20
1
3,00
96%
V
5.1
1
20
1
2,96
96%
V
5.2
4
15
3
2,96
82%
V
5.3
6
14
2
2,82
73%
O
7
10
1
2,50
50%
O
3/4
Vold 2
Vold 1
89% van de lessen voldoende, 7 lessen onvoldoende
1
6.2
2
Vold 1
2
81% van de lessen voldoende, 4 lessen onvoldoende
1 3.3
7
1
2 h - Locatie Zamenhof v-mbo kader (n=25) 2 3 4 5 G 1
20
3
3,00
92%
V
4.7
2
20
3
3,04
92%
V
5.1
2
19
4
3,08
92%
V
5.2
1
1
17
6
3,12
92%
V
5.3
1
3
15
6
3,04
84%
V
6.2
1
14
8
1
2,38
36%
O
Vold 1
1
92% van de lessen voldoende, 2 lessen onvoldoende
visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
68
1
2 i – Locatie Zamenhof v-mbo in bedrijf (n=6) 2 3 4 5 G
3/4
Vold 2
3.3
3
3
3,50
100%
V
4.7
4
2
3,33
100%
V
5.1
4
2
3,33
100%
V
5.2
4
2
3,33
100%
V
5.3
3
3
3,50
100%
O
1,67
33%
O
3/4
Vold 2
6.2
1
Vold 1
2
3
100% van de lessen voldoende
1 3.3
2 j - Locatie Zamenhof praktijkonderwijs (n=9) 2 3 4 5 G 2
5
2
3,25
78%
V
4.7
5
4
3,44
100%
V
5.1
5
2
3,29
78%
V
2
5.2
1
6
2
3,11
89%
V
5.3
1
5
3
3,22
89%
V
6.2
3
4
1
2,75
56%
O
G
3/4
Vold 2
Vold 1
1
89% van de lessen voldoende; 1 les onvoldoende
1
2
2 k - Locatie Esdoorn (n=24) 3 4 5
3.3
1
19
4
3,13
96%
V
4.7
1
20
3
3,08
96%
V
5.1
2
12
10
3,33
92%
V
5.2
1
16
7
3,25
96%
V
5.3
3
16
5
3,08
88%
V
8
10
1
2,55
46%
O
6.2 Vold 1
1
4
92% van de lessen voldoende, 2 lessen onvoldoende
visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
69
2 l - Alle oordelen samengevat:
3.3 4.7 5.1 5.2 5.3 6.2
Mariënburg atheneum havo V V V V V V V V O O O O
v-mbo-b O V V V O O
Zamenhof v-mbo-k v-mbo in bedrijf V V V V V V V V V O O O
visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
pro V V V V V O
Esdoorn mavo V V V V V O
70
Tabel 3 – Vertegenwoordigde vakken tijdens de lesobservaties CSG Comenius Nederlands Fries Frans Duits Engels avo, rekenen, taal mens & maatschappij geschiedenis wetenschapsfilosofie aardrijkskunde economie m&o handel & administratie maatschappijleer wiskunde informatica biologie natuurkunde/scheikunde natuurkunde scheikunde techniek (breed) houttechniek zorg & welzijn / verzorg. Subtotaal
Mariënburg atheneum havo 4 2 1 4 4 1 1 1
V-mbo-b 3
3 4
Zamenhof v-mbo-k v-mbo
pro 2
2 2 2
1 3 2 1
3
1 1 1
3 1
2 1
1 2 1 1 2 3 1 4
1 1
1 1
2 1 3
4 1
1 1
5 1
1
1 1
1 1 3
1 2
24
visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
1 1
1
1
21
Esdoorn mavo 2
2 21
3 20
2 2 5
1 1 8
23
per vak 13 1 6 7 10 10 1 2 1 4 5 1 4 4 13 2 14 3 3 4 5 1 8 122
71
CSG Comenius ckv beeldende vorming muziek godsdienst pso beroep/sectorenori. sociale vaardigheden mentorles Business Class* Musiclab* Multimedia* Cambridge English* Experience Totaal
Mariënburg atheneum havo
V-mbo-b 1
Zamenhof v-mbo-k v-mbo 2 1
Esdoorn Mavo
Pro
1 1 1
1 1 1
1
22
2 2 1 1 1 32
22
25
Uit de rapportages van deze lessen werd niet duidelijk in welk niveau de talentstroomlessen werden gegeven.
visitatierapport Fricolore over CSG Comenius
6
9
23
per vak 2 2 1 2 1 1 1 1 2 2 1 1 1 140