Eindrapport van de visitatiecommissie over de CSG Anna Maria van Schurman Op grond van een visitatie op 5 maart 2013 Als deel van het traject Collegiale Visitatie vanuit de Fricolore – onderwijsgroep
27 maart 2013
1
Inhoudsopgave Inleiding
3
Hoofdstuk 1 Informatie over de samenstelling van de commissie en het tijdschema van de visitatie
4
Hoofdstuk 2 Richtinggevende vragen bij de visitatie
6
Hoofdstuk 3 Bevindingen vanuit de visitatiecommissie op basis van lesbezoeken
7
Hoofdstuk 4 Bevindingen vanuit de visitatiecommissie op basis van panelgesprekken De zelfevaluatie De schoolorganisatie Schoolklimaat Schoolorganisatie Structuur Huisvesting Roosters Lesuitval Doorstroming Aanspreekcultuur De mensen Leerlingen Docenten Mentoren Communicatie en informatievoorziening Het onderwijs Lessen Differentiatie Projecten Gebruik van ICT Reken- en taalbeleid Vernieuwingen De zorg Zorg Pesten Het personeel Personeel Taakbeleid Identiteit en imago Identiteit Ontbreken vwo Imago Buiten school Buitenschoolse activiteiten Contacten buiten school Hoofdstuk 5 De schoolvragen
9 9 9 9 9 9 10 10 10 10 11 11 11 11 12 12 12 13 13 13 13 14 14 14 14 14 15 15 15
16
visitatierapport Fricolore over CSG Anna Maria van Schurman
2 Hoofdstuk 6 Conclusies en aanbevelingen vanuit de visitatiecommissie Inleiding Conclusies Advies en aanbevelingen Slot
18 18 18 21 21
BIJLAGEN
22
Bijlage 1 – Verslag begingesprek met de directie van CSG Anna Maria van Schurman Bijlage 2 – Verslag panelgesprek met het zorgteam Bijlage 3 – Verslag panelgesprek met de leerlingen Bijlage 4 – Verslag panelgesprek met de ouders Bijlage 5 – Verslag panelgesprek met het OOP Bijlage 6 – Verslag panelgesprek met de leraren Bijlage 7 – Verslag slotgesprek met de directie Bijlage 8 – Uitkomsten lesobservaties Tabel 1a/b – Karakter van de bijgewoonde lessen
23 26 29 32 35 37 40 42 43
Tabel 2 a/l – Uitkomsten van de lesobservaties
44
Tabel 3 – Vertegenwoordigde vakken tijdens de lesobservaties
46
visitatierapport Fricolore over CSG Anna Maria van Schurman
3
Inleiding In de Fricolore-onderwijsgroep is het initiatief genomen tot het organiseren van een serie collegiale visitaties. Opzet hierbij is dat een school wordt bezocht en bevraagd door een visitatiecommissie, bestaande uit collega’s van andere scholen. In een eerste ronde tussen 2006 en 2009 zijn alle 15 deelnemende scholen gevisiteerd. Aansluitend is door de Algemene Leden Vergadering besloten tot een tweede ronde, die zijn beslag krijgt tussen 2011 en 2014. In De Fricolore Spegel, leren door visiteren – draaiboek visitatieproject Fricolore, vervolgproject 2011-2014 wordt uitgebreid ingegaan op de achtergronden van dit vervolgproject. Op 5 maart 2013 heeft de vierde visitatie in het kader van dit vervolgproject plaatsgevonden. De bezochte school was de CSG Anna Maria van Schurman, die eerder was gevisiteerd op 23 november 2009. Het bezoek is voorbereid door: Een voorbereidingsbijeenkomst op 9 november 2012 van de voorzitter van de visitatiecommissie en de directeur-bestuurder van de CSG Anna Maria van Schurman; Een voorbereidingsmiddag op 26 februari 2013, waarop de visitatiecommissie de vragen en thema’s heeft opgesteld die zij op de visitatiedagen centraal wilde stellen. De visitatie is afgerond op een bijeenkomst van de commissie op 26 maart 2013, waarin het definitieve verslag is vastgesteld. Ter voorbereiding heeft de CSG Anna Maria van Schurman (AMS) in januari 2013 een zelfevaluatie geschreven, die de visitatiecommissie op haar voorbereidingsmiddag bestudeerd heeft. Tevens heeft de visitatiecommissie bij de voorbereiding gebruikt gemaakt van diverse door de school beschikbaar gestelde stukken. Het visitatierapport bestaat uit:
Informatie over de samenstelling van de commissie en het tijdschema van het visitatiebezoek (hoofdstuk 1); De vragen die tijdens de visitatiedagen centraal stonden, vanuit de school en vanuit de commissie (hoofdstuk 2); Een overzicht van informatie over de school vanuit lesbezoeken (hoofdstuk 3); De bevindingen vanuit de panelgesprekken (hoofdstuk 4); De schoolvragen (hoofdstuk 5); De conclusies en aanbevelingen vanuit de visitatiecommissie (hoofdstuk 6); Een aantal bijlagen: verslagen van gesprekken op de visitatiedagen (bijlagen 1 t/m 7) en een getotaliseerd overzicht van de lesobservaties (bijlage 8 en 9).
Het rapport is eigendom van de school, die bepaalt wat er verder mee wordt gedaan. Met de inhoud van hoofdstuk 6 wordt beoogd de school een serie aanbevelingen en adviezen mee te geven. De commissie hoopt dat dit rapport een ondersteunende rol kan spelen in de school ter versterking van de eigen kwaliteitszorg.
visitatierapport Fricolore over CSG Anna Maria van Schurman
4
Hoofdstuk 1 Informatie over de samenstelling van de commissie en het tijdsschema van de visitatie De visitatiecommissie voor de CSG Anna Maria van Schurman was samengesteld uit drie schoolleiders en drie docenten, afkomstig uit verschillende scholen binnen de Fricolore onderwijsgroep; en daarnaast uit de eigen voorzitter en een nieuwe secretaris. In onderstaand overzicht zijn de namen en functies opgenomen van de leden van de visitatiecommissie.
Visitatiecommissie voor:
5 maart 2013
Personalia en herkomst van de leden van de commissie Schoolleider Wijtze de Boer Lid management team CSG Bogerman Klaas Wiebe van der Hoek Rector Marne College Wim Bok Locatiedirecteur havo/atheneum CSG Anna Maria van Schurman Voorzitter Tjitte Wierdsma Voormalig voorzitter Centrale Directie Dockinga College
Docent Henk Jelsma Docent biologie/M&N Berechja College Chris te Hennepe Docent Nederlands en aardrijkskunde CSG Eekeringe Elma Westerhof Docente uiterlijke verzorging Emelwerda College Secretaris Yolanda Oomen Ambtelijk secretaris
Tijdens de visitatie zijn in totaal 37 halve lessen bijgewoond. In bijlage 9 wordt toegelicht wat voor lessen dit waren. Daarnaast is tweemaal met de directie van de CSG AMS gesproken. Ook zijn er gesprekken gevoerd met het zorgteam, het OOP, de leerlingen, de ouders en de leraren. In totaal waren dit zeven gesprekken, volgens onderstaand overzicht (tussen haakjes het nummer van de bijbehorende bijlage): Gesprek met Directie Zorgfunctionarissen Leerlingen Ouders OOP Leraren
Algemeen (1) (7) (2) (3) (4) (5) (6)
Aan het einde van de visitatiedag zijn tijdens een openbare presentatie de voorlopige conclusies en aanbevelingen vanuit de visitatie aan belangstellenden uit de school meegedeeld. De visitatie vond plaats aan de hand van het hierna genoemde tijdschema.
visitatierapport Fricolore over CSG Anna Maria van Schurman
5
Dinsdag 5 maart 2013 Tijd
8.00 – 8.10 8.10 – 8.55 8.55 – 9.35 9.35 – 10.15 10.15 – 10.30 10.45 – 11.25 11.30 – 11.50 11.50 – 12.30 12.30 – 13.10 13.10 – 13.35 13.45 – 14.15 14.15 – 14.55 15.00 – 15.45 15.45 – 18.00 18.00 – 19.15 19.30 – 20.00
Inloop Begingesprek met de directie Lesbezoek Panelgesprek Lesbezoek Panelgesprek Pauze Lesbezoek Panelgesprek Lesbezoek Lesbezoek Lunchpauze commissie Lesbezoek Lesbezoek Panelgesprek Panelgesprek met de leraren Slotgesprek met de directie Intern overleg Avondmaaltijd Presentatie van voorlopige bevindingen
met het zorgteam met de leerlingen met de ouders
met het OOP
visitatierapport Fricolore over CSG Anna Maria van Schurman
6
Hoofdstuk 2 Richtinggevende vragen bij de visitatie Een school die in het kader van een visitatie bezocht wordt, kan van de gelegenheid gebruik maken de commissie één of meerdere vragen voor te leggen met het verzoek hierop in te gaan. Daarnaast richt het onderzoek zich primair op de kwaliteit van het onderwijsleerproces. De CSG Anna Maria van Schurman heeft de visitatiecommissie de volgende vragen voorgelegd: 1) Herkennen ouders en leerlingen zich in de sterke punten en de verbeterpunten? 2) Specifiek: welke tips heeft de commissie als het gaat om de aanspreekcultuur?
Vragen die voor de commissie een leidraad vormden voor de panelgesprekken: 1. Hoe is het klimaat op school? 2. Hoe verloopt de communicatie en informatievoorziening? 3. Hoe is de zorg op school georganiseerd? 4. Hoe ervaart men de structuur op school? 5. Hoe komt de identiteit tot uitdrukking? 6. Hoe gaat men om met de roosters, lesuitval en de opvang daarvan? 7. In hoeverre spreekt men elkaar aan op afspraken of andere zaken?
visitatierapport Fricolore over CSG Anna Maria van Schurman
7
Hoofdstuk 3 Bevindingen vanuit de visitatiecommissie op basis van lesbezoeken Inleiding Door uitval van commissieleden zijn er 37 halve lessen bezocht in plaats van de geplande 52. De aantallen binnen de afdelingen zijn daarom soms lager dan beoogd. Hoewel alle cijfers in de tabellen zijn verwerkt, kunnen deze getallen daardoor een enigszins vertekend beeld geven. De uitwerking van de lesobservatieformulieren is te vinden in bijlage 8. De opmerkingen die de commissieleden hebben genoteerd op de lesobservatieformulieren zijn niet uitgewerkt. Er zijn namelijk geen opmerkingen gemaakt die nadere aandacht behoeven in dit rapport.
Algemeen De lessen De commissie heeft 37 lesdelen kunnen bezoeken; dat waren halve lessen (bij lessen van 40 minuten). De commissie heeft moeten constateren dat er van die 37 lessen 70% voldoende is en bijna 30% onvoldoende. Het percentage onvoldoenden is hoger dan de school zelf noemt. Details, ook ten aanzien van de percentages voldoende-onvoldoende, zijn uitgewerkt in bijlage 8. De onderwijstijd, dus de tijd die in de les goed benut is, is bij 28 lessen voldoende. Respectvol met elkaar omgaan, de pedagogische kant van het geheel is in 33 van de 37 lessen in orde. In 4 lessen is het respect niet voldoende. Dat lijkt eraan te liggen dat dit respect in de verhouding leraar-leerling niet afgedwongen wordt; het komt niet terecht. Bij de uitleg heeft de commissie geconstateerd dat er 28 lessen voldoende zijn, 7 keer onvoldoende en van 2 lessen heeft de commissie het beeld niet kunnen vormen. De commissie had verwacht dat dit wat sterker zou zijn, want de uitleg is meestal de kracht van de leraar en op een aantal plekken lukt het met die uitleg niet helemaal. In de 11 onvoldoenden lessen zijn er 10 onvoldoenden bij de de taakgerichtheid. Vaak zit dit in het proces van klassenmanagement en het contact leraar-leerling. Dit aspect was dus 27 keer goed, 10 keer onvoldoende. De activering scoort 29 keer voldoende en 8 keer onvoldoende. Een opvallend punt is omgaan met verschillen tussen leerlingen. Op veel scholen valt daar het minpuntje. In 22 keer is er een voldoende uitgedeeld voor omgaan met verschillen tussen de leerlingen; in 13 keer is dit onvoldoende. Tweemaal is het niet ingevuld. Gelet op waarnemingen bij andere scholen, is dit een positieve ontwikkeling, al is het resultaat op dit moment nog niet voldoende. Het model “De vijf rollen van de docent” is ook een van die aandachtspunten: in 19 lessen is het spoorboekje gebruikt, bijna altijd in klas 1 en 2 en daarna verwatert het. De afsluiting van de les is niet echt waargenomen. Soms werd er bij het uitgaan nog naar leerlingen geroepen in de verte. In geen enkel opzicht is enige vorm van reflectie op wat er in de les geleerd is – een van de punten bij een goede afsluiting – waargenomen. De visitatieleden gaven mondeling tijdens de evaluatie van de visitatiedag aan dat in 12 lessen is waargenomen dat leerlingen tijdens de les achter de computer bezig waren. Dat is op zich niet slecht, maar ook nog niet goed te noemen. Tijdens de lesobservaties is op een aantal punten heeft de commissie echter kunnen constateren dat de score een 4 wordt en dat neigt naar uitmuntend. Bij de havoleerlingen werd een consumptieve instelling aangetroffen: ‘Ach, laat maar, we zien wel wat er komt.’ Op zich waren er vaak goede onderwijs-leergesprekken, maar deze werkvorm kan vaker toegepast worden. Het leerlingengedrag in de les is over het algemeen goed. Een enkele keer was er een telefoontje in gebruik of zit iemand in de klas met een jas aan, soms werd er gegeten in de klas, een groot aantal
visitatierapport Fricolore over CSG Anna Maria van Schurman
8 keren werd een mp3-speler gebruikt tijdens de les, bijvoorbeeld in een tekenles. Mogelijk zijn daar specifieke afspraken over gemaakt. Soms blijft ´het oortje´ in, terwijl de leraar wat uitlegt. Dat vraagt om correctie.
Per afdeling Vmbo-bl/kl Er zijn 13 reguliere lessen bezocht, waarvan er 4 lessen onvoldoende beoordeeld zijn; dit is 31%. Dit ligt boven de norm, dit percentage moet lager. De onderwijstijd werd goed benut (77%). De respectvolle omgang met elkaar, leerlingen en leraren scoorde prima (85%). Slechts in 2 lessen was dit ondermaats. Deze 2 lessen scoorden ook op alle andere onderdelen onvoldoende. De uitleg was in slechts 67% van de lessen goed; dit behoeft aandacht. Ook de taakgerichte werksfeer was aan de magere kant (69%). Daarentegen was de betrokkenheid van de leerlingen bij de les goed (85%). Het rekening houden met de verschillen tussen leerlingen scoorde tamelijk hoog in vergelijking met andere scholen, namelijk positief in 69% van de lessen. Vmbo-kl/tl Er zijn 7 lessen bezocht, waarvan er 3 lessen onvoldoende waren (43%). Het rekening houden met elkaar en het wederzijdse respect waren goed (86%). De onderwijstijd (contacten, interactie) werd redelijk gebruikt (71%), maar behoeft verbetering. De taakgerichtheid was ondermaats; hier valt winst te behalen (57%). De uitleg was aan de magere kant (67%); dit is een aandachtspunt. De activering van de leerlingen was goed (86%). Rekening houden met de verschillen tussen de leerlingen werd in 5 van de 7 lessen geconstateerd; tweemaal kon dit niet waargenomen worden. Dit is een goede score. Er waren enkele heel goede lessen, waarbij met name de werksfeer taakgericht was en de leerlingen actief bij de lesinhoud waren betrokken. Havo Er zijn 17 lessen bezocht, waarvan 4 onvoldoende (24%). Er werd voldoende gebruik gemaakt van de onderwijstijd (76%). Het respect in de les was slechts eenmaal (6%) niet in orde. De uitleg was goed (94%), de taakgerichtheid was voldoende (76%), maar de activering (71%) kan beter. Rekening houden met de verschillen tussen de leerlingen is een aandachtspunt (47% goed). Ook in het havo waren enkele uitstekende lessen aan te wijzen.
visitatierapport Fricolore over CSG Anna Maria van Schurman
9
Hoofdstuk 4 Bevindingen vanuit de visitatiecommissie op basis van panelgesprekken De zelfevaluatie Iedereen heeft het zelfevaluatierapport gelezen. Iedereen kan zich vinden in het beeld dat daarin geschetst wordt. In de MR is het rapport besproken, in andere groepen niet.
De schoolorganisatie Schoolklimaat Zowel leerlingen, ouders, personeel en directie ervaren het schoolklimaat als prettig en gemoedelijk. De school lijkt kleinschalig, hoewel er een leerlingenaantal van circa 1000 is. Het contact met de schoolleiding is goed; de schoolleiding laat zich regelmatig zien en ook de leerlingen weten wie de directeur is. AMS is een school waarin het leren met het Hoofd, het Hart en de Handen wordt gepraktiseerd. Dat zit ingebed in het didactisch handelen van de docenten. Het maakt deel uit van de schoolcultuur. Schoolorganisatie Door het grote aantal leerlingen is de school vol. Meestal is dit geen probleem, soms wel. De leswisselingen worden ervaren als drukke momenten gedurende de schooldag. De ene pauze is soms erg druk, de andere juist rustig, afhankelijk van het rooster. Doordat leerlingen onvoldoende op hun verantwoordelijkheid worden aangesproken en de gelegenheid er is, heerst de cultuur om rommel maar te laten liggen. Er zijn niet altijd aulawachten, leerlingen ‘on duty’ worden onvoldoende ondersteund, leerlingen acteren soms buiten het gezichtsveld. Het blijkt moeilijk te zijn om die cultuur te veranderen. Soms worden afspraken door eigenmachtig optreden veranderd of niet nagekomen met alle gevolgen van dien. Er zijn wel afspraken op school over zaken als het dragen van petten en oortelefoontjes, maar daar wordt gevarieerd mee omgegaan. Er is een gedragscode voor het personeel en een gedragscode voor de leerlingen. In voorkomende gevallen wordt hiervan afgeweken. De docenten worden bij voorkeur op hun sterke punten ingezet, maar alleen in één stroming lesgeven kan niet. Structuur De structuur in de school is duidelijk. Iedereen kent zijn verantwoordelijkheden. In vaksecties en in vakgroepen worden zaken besproken en afgesproken. Er is af en toe enige spanning tussen onder- en bovenbouw wat betreft de aansluiting. De leerlingen en ouders weten bij wie ze terecht kunnen. De lijnen zijn duidelijk. Huisvesting Het gebouw wordt als prettig en modern ervaren. Door de omvang van het aantal leerlingen is de school soms erg vol. Dit uit zich met name tijdens de leswisselingen en de pauzes. Door het personeel wordt ervaren dat er veel rommel ligt in school, met name na de pauzes. Ouders zijn zich het probleem niet bewust, leerlingen vinden het wel meevallen. Er is een corveerooster, maar dit lijkt ertoe bij te dragen dat andere leerlingen de rommel juist achterlaten voor het corveeteam en het niet zelf opruimen. Het project ´AMS on duty´ lijkt niet goed te werken. Hierbij dienen leerlingen ‘on duty’ de andere leerlingen aan te spreken op hun gedrag. Ten opzichte van jongere leerlingen gaat dit nog goed, maar het aanspreken van oudere leerlingen wordt als zinloos of eng ervaren. Omdat de school zo vol is, is er niet altijd ruimte beschikbaar voor de leerlingen om rustig te werken. Wanneer de behoefte hieraan wordt gemeld, wordt er wel een oplossing gezocht, maar niet iedereen ervaart de gevonden oplossing als afdoende. Soms zijn leerlingen door de gegeven omstandigheden wel gedwongen in onrust te werken.
visitatierapport Fricolore over CSG Anna Maria van Schurman
10 Met nog meer leerlingen op komst in 2013-2014 is het nodig op zoek te gaan naar extra lokalen, bijvoorbeeld door het huren van ruimten in het motel aan de overkant van de weg of het realiseren van extra ruimte in de naburige sporthal. Roosters Gestreefd wordt om in de onderbouw geen tussenuren te hebben. Dit lukt over het algemeen goed. In de bovenbouw zijn er echter wel veel tussenuren. Het aantal tussenuren is in de loop van de jaren wel minder geworden. Leerlingen zijn zich ervan bewust dat het kan zijn dat ze veel tussenuren hebben door het vakkenpakket dat zij gekozen hebben. Ook zijn zij zich ervan bewust dat tussenuren niet erg hoeven te zijn, omdat zij al zelfstandig kunnen werken. In de tussenuren wordt huiswerk gemaakt, hoewel de aangeboden ruimte hiervoor niet optimaal is. Soms wordt er in de roosters individueel geschoven. Dit hangt met name van de docent of het vak af. Leerlingen van de bovenbouw vinden het vreemd dat WOT-uren aan het begin of het eind van de dag worden gegeven, terwijl zij veel tussenuren hebben. De organisatie rond de roosters is niet optimaal. Er zijn veel wisselingen in het rooster. Soms gaat het rooster over de kop vanwege zwangerschap en standaard wordt het rooster eenmaal per jaar aangepast door de wisseling in vakken. Door grote roosterwijzigingen zijn lokalenroosters niet gestroomlijnd. Dat wordt als frustrerend ervaren. Bij vergelijking van roosters met eerdere jaren blijken er toch minder tussenuren te zijn dan leerlingen beleven. Bij voorlichting aan leerlingen en ouders moet er meer aandacht besteed worden aan het feit dat tussenuren voorkomen en hoe leerlingen die vrijgekomen tijd zelf moeten benutten. Bij het maken van de roosters wordt een zo optimaal mogelijk rooster voor de leerlingen gemaakt. Individuele wensen van docenten worden zoveel mogelijk en in ieder geval binnen CAO-afspraken verwerkt. De prioriteit berust evenwel bij het belang voor de leerlingen. Lesuitval De leerlingen melden dat er niet veel sprake is van langdurige ziekte. Wanneer dit wel het geval is, gaat het met name om ziekte aan het eind van het schooljaar door stress en overspannenheid. De leerlingen zijn niet tevreden over lesuitval tijdens het eerste uur en de opvang daarvan. Een telefoonboom is afgeschaft, omdat deze niet goed werkte. Ook op Magister wordt lesuitval niet op tijd gemeld of de Magister-app werkt niet goed. De opvang door andere docenten van deze lessen wordt inhoudelijk als onvoldoende beschouwd. Daarnaast wordt er tijdens deze opvanglessen onvoldoende orde gehouden. Bij lesuitval waardoor een groot aantal tussenuren ontstaat, houden sommige ouders hun kind thuis. Bij een fulltime baan zijn docenten voor 15 invaluren beschikbaar. Op het rooster staat een vast uur hiervoor vermeld. Wanneer de 15 uren overschreden worden, vindt er overleg met de docent plaats. Instroom Hoewel deze nog niet zo lang gebruikt wordt, lijkt de Friese plaatsingswijzer goed te werken. Aanspreekcultuur In de onderbouw is er voor docenten scholing geweest over het aanspreken van elkaar op gedrag. Nieuwe (jonge) docenten vinden het moeilijk om oudere of meer ervaren collega’s aan te spreken op zaken die niet goed lopen. Het bezoeken van elkaars les en het gebruik van “Tips en Tops” heeft verbetering gebracht. Wanneer de afspraken duidelijk zijn, vindt men het makkelijker elkaar aan te spreken. Deels gebeurt dit, een ander deel van het personeel heeft er moeite mee. Wanneer afspraken gemaakt zijn of hernieuwd zijn, gaat het een tijdje goed, is er een opleving, maar langzaamaan zakken daarna de gemaakte afspraken weer weg.
visitatierapport Fricolore over CSG Anna Maria van Schurman
11
De mensen Leerlingen De leerlingen voelen zich gekend. De docenten geven aan dat de leerlingen coachbaar zijn. De leerlingen van vmbo en havo gedogen elkaar en mengen zich tijdens schoolkampen. Er is wel een verschil merkbaar tussen de leerlingen uit Franeker en die uit de dorpen. Op school vinden geen confrontaties tussen leerlingen en personeel plaats. Ook de leerlingen die nooit doen wat hen gevraagd wordt, worden aardig gevonden. De leerlingen zijn benaderbaar en prettig, maar afspraken maken blijkt moeilijk. Wat verzuim betreft zijn de leerlingen eerlijk. De manier van benadering hangt hier wellicht mee samen. Docenten Het klassenmanagement wordt door sommige docenten moeilijk gevonden. Hoewel er veel aan gedaan wordt om de kwaliteit van de les te verbeteren, staat of valt dit met goed klassenmanagement. Dit geldt voor jonge docenten, maar soms ook voor oudere. Niet iedere docent heeft de capaciteit om uit een leerling te halen wat erin zit. De leerlingen geven aan dat vooral de jonge docenten ordeproblemen hebben, in het bijzonder bij een drukke klas. De leerlingen signaleren ook dat sommige docenten die veel in hogere klassen lesgeven het moeilijk vinden om in lagere klassen les te geven. De leerlingen geven aan dat problemen in de klas met name door de manier van voorbereiding worden veroorzaakt. Een goede voorbereiding en organisatie van de les geeft minder onrust in de klas. Ook kunnen de problemen aan de persoonlijkheid van de docent liggen en dit hoeft niet altijd met leeftijd of ervaring te maken te hebben. Mentoren De mentoren functioneren over het algemeen goed. De mentor kent de lijnen binnen de school en in geval van problemen weet de mentor de juiste persoon in de school snel te vinden. Soms is er handelingsverlegenheid. Hieraan wordt gewerkt door middel van scholing, waar ook het omgaan met pesten aan de orde komt. De inzet en betrokkenheid van de mentoren is groot. Door ouders en leerlingen wordt het huisbezoek aan het begin van de schoolloopbaan zeer op prijsgesteld. Hoewel met name jonge docenten een huisbezoek soms een aanslag op hun tijd vinden, waarderen zij achteraf het bezoek wel. Doordat het kennismakingsgesprekken zijn, is het contact met de ouders positief. Dit blijkt over het algemeen een goed begin van het contact met de ouders gedurende de hele schoolperiode. Een enkele keer laat een docent zich coachen, bijvoorbeeld voor het verhaaltje op het rapport. Vanuit school wordt het initiatief genomen de ouders op school uit te nodigen voor een gesprek, wanneer het contact niet goed is. Communicatie en informatievoorziening Tijdens het eerste jaar wordt een huisbezoek afgelegd. Dit wordt door de ouders, leerlingen en mentoren als positief ervaren. De communicatie tussen ouders en mentoren is goed. De mentoren zijn per mail en telefoon goed bereikbaar en reageren snel. De ouders kunnen de vorderingen in Magister volgen. Ook het verzuim van leerlingen of de afwezigheid van docenten wordt goed vermeld. Er zijn ouderavonden aan het begin van het jaar en later in het jaar 10-minutengesprekken. Er zijn twee rapportperioden per jaar. Wanneer tijdens de leerlingenbesprekingen, die tussendoor worden gehouden, blijkt dat er problemen zijn met een leerling, wordt onmiddellijk contact met de ouders opgenomen. Sommige ouders zouden het fijn vinden als er ook af en toe contact wordt opgenomen als het goed gaat. De communicatie binnen school verloopt goed. OP en OOP worden betrokken bij de zaken waar zij bij nodig zijn. Tussen directie en conciërges is eenmaal per week overleg en de communicatie is goed. De communicatie met de afdelingen ICT en administratie zijn goed en deze afdelingen worden zeer gewaardeerd in school. visitatierapport Fricolore over CSG Anna Maria van Schurman
12
Het onderwijs Lessen Er zijn lessen van 40, 80 en 120 minuten. De lessen van 40 minuten lijken de ouders nogal kort, maar de leerlingen in met name vmbo zeggen dit prettig te vinden, omdat de spanningsboog voor hun concentratie niet zo groot is. In de lessen van 80 minuten (die vooral in de tweede fase zijn ingepland) kan inhoudelijk voldoende op de stof worden ingegaan en wordt er regelmatig huiswerk gemaakt. De leerlingen en ouders vinden dit laatste prettig. Praktijklessen duren vaak 120 minuten (drie lesuren) en dit werkt voor deze vakken heel goed. In de lessen wordt gedurende de eerste jaren wel het spoorboekje op het bord vermeld, dat neemt echter af naarmate men in een hogere klas komt. Daar wordt voornamelijk met studiewijzers op papier gewerkt die soms ook op Magister te vinden zijn. Door de leerlingen wordt als een klein probleem ervaren dat de informatie, die bij de les in de studiewijzer staat, op Magister wegvalt op het moment dat de les uitvalt. Wanneer er niet met een studiewijzer of spoorboekje gewerkt wordt, is het onrustiger in de klas. Ook bij lesuitval veroorzaakt het ontbreken van een studiewijzer problemen. Zelfstandig werken komt voor, wanneer men de stof begrijpt. WOT-lessen (werken onder toezicht) worden door de leerlingen niet als meerwaarde gezien. Deze kunnen te druk zijn door de aanwezigheid van meerdere klassen of door het gebrek aan computers. De docenten hebben De Goede Les gedefinieerd vanuit lesbezoeken en het vorige visitatierapport. Er zijn regelmatig studiedagen over De Goede Les. De deskundigheid wordt binnen de school gezocht en men traint elkaar. Differentiatie Er zijn vorderingen gemaakt in het omgaan met verschillen, maar helemaal vloeiend loopt dit nog niet. De mentoren maken goed werkbare, relatief kort lopende handelingsplannen met actiepunten, die voor alle docenten beschikbaar zijn in Magister. De volgende stap zal zijn dat leerlingen zelf ook een bijdrage gaan leveren aan hun handelingsplan. Tijdens de studiedag over De Goede Les wordt het verschil havo-havoplus geëvalueerd, waarbij gelet wordt op die zaken waaraan continu gewerkt moet worden en wat geborgd moet worden. Men vindt het moeilijk recht te doen aan verschillen tussen leerlingen. Er heerst onder de docenten een zesjescultuur, wat inhoudt dat men vooral de zwakkere leerlingen in ieder geval tot een zes wil brengen. Dit heeft tot gevolg dat de betere leerlingen niet voldoende (kunnen) uitblinken en dat zij verveeld kunnen raken. Zij raken soms ondergesneeuwd. Talenten komen wel naar voren in activiteiten als vakkanjers, theater, muziek en sport. Projecten Projecten worden algemeen als positief ervaren en voor sommigen is het projectonderwijs een reden te kiezen voor AMS. De leerlingen zijn zeer positief over het feit dat ze bepaalde vaardigheden leren, zoals samenwerken en presenteren. Deze komen hun goed van pas op het vervolgonderwijs. Door het omgaan met anderen buiten school raken de leerlingen hun verlegenheid kwijt, wat als positief ervaren wordt. Niet alle leerlingen vinden de onderwerpen van de projecten even leerzaam. Ook de afsluiting van het project wordt wel eens als saai ervaren. Het leren samenwerken wordt door de leerlingen soms als lastig ervaren; de een doet veel, de ander weinig. Dit kan tot onverwachte problemen leiden die bijvoorbeeld assertiviteit als leereffect hebben. Het startmoment van projecten in klas 1 vinden de ouders iets te vroeg. Zij vinden dat een nieuwe leerling al genoeg nieuwe ervaringen heeft te verwerken. De nieuwe ervaringen bij projecten komen hier nog bovenop, wat soms teveel is. De docenten vinden de projecten over het algemeen zinvol. Sommigen vinden de rol van coach moeilijk. Het werkt positief als leerlingen aan een daadwerkelijk project van een opdrachtgever werken. De betekenis van wat op school geleerd wordt, wordt hierdoor duidelijker. Men voelt zich hierdoor ook verantwoordelijk voor de goede uitkomst. visitatierapport Fricolore over CSG Anna Maria van Schurman
13 Gebruik van ICT Door de leerlingen en ouders wordt niet veel gemeld over computergebruik in de lessen. De ouders melden dat het soms als problematisch wordt ervaren dat bepaalde computerkennis geacht wordt aanwezig te zijn bij de leerling. Hierdoor is thuis hulp nodig van broer, zus of ouders. De school moet zich hiervan bewust zijn. Wel leren de leerlingen op dit gebied veel door samenwerking. Buiten de lessen kan op school gebruik gemaakt worden van de computers in de mediatheek. Deze zijn echter niet altijd beschikbaar en werken in rust is door het veelvuldig gebruik van de mediatheek moeilijk. De nieuwe ICT-middelen die door docenten aangevraagd worden en die zij vaak snel gehonoreerd zien, worden niet altijd effectief ingezet. Dit kan gebeuren doordat het lokaal met de middelen niet beschikbaar is voor de docent die om de middelen gevraagd heeft of omdat de middelen toch niet geschikt genoeg blijken te zijn. De ouders geven aan het als positief te ervaren dat Magister goed beveiligd is. De docenten maken vooral gebruik van de ELO van Magister. Met name in de bovenbouw wordt de studiewijzer op Magister geplaatst. Soms zijn er ook bepaalde bestandjes of instructies beschikbaar. Reken- en taalbeleid Er is een extra uur voor rekenen ingelast. Vmbo- en havoleerlingen krijgen een taaltest. Leerlingen die niet voldoende scoorden krijgen een tiental hulplessen. Vernieuwingen AMS heeft onderwijsvernieuwingen doorgevoerd met projectonderwijs. Leerlingen maken op een andere manier kennis met de leerstof. Ook havoplus is een vernieuwing evenals LO2 als examenvak. De talen organiseren binnenkort een taaldorp, een gezamenlijke activiteit van alle talen. In de inhoud van de loopbaanbegeleiding is veel ontwikkeling geweest. Deze wordt nu veel actiever benaderd dan voorheen. De contacten met de gemeente, het bedrijfsleven en andere scholen zijn goed ontwikkeld. De vernieuwingen komen zowel bij de directie als bij docenten vandaan.
De zorg Zorg De ouders, leerlingen en de school zelf vinden de zorg goed op AMS. Hoewel er minder middelen beschikbaar zijn en de administratieve last groter wordt, worden die middelen wel goed besteed. Het leerlingvolgsysteem in Magister werkt goed. Er is zowel steun vanuit de directie als vanuit het samenwerkingsverband voor de zorgfunctionarissen. Een aandachtspunt is, dat er steeds meer categorieën leerlingen zijn die zorg behoeven. Dit lijkt voort te komen vanuit een veranderende maatschappij. De school heeft echter een goed sociaal vangnet en de leerlingen worden goed gecoacht. De lijnen van school naar buiten zijn kort. De overdracht van leerlingen vanuit de basisscholen zou qua zorgvraag beter kunnen. Problemen met leerlingen, met name verzuim, komen niet altijd direct boven water. Dit lijkt overigens niet moedwillig te gebeuren. Op veel basisscholen wordt dyslexie op tijd gesignaleerd, soms komt het pas naar voren als de leerling met de vreemde talen in aanraking komt. De leerlingen kennen de dyslexiepas, maar informatie hierover aan de ouders kan verbeterd worden. Er vindt een warme overdracht plaats van zorgleerlingen bij de overgang naar het mbo. De leerlingen weten de zorgfunctionarissen te vinden op school, indien zij deze nodig hebben. In eerste instantie zijn dit de mentoren, die doorverwijzen waar nodig is. Soms wordt er met de conciërge een goed gesprek gevoerd. Ook weten de leerlingen de vertrouwenspersonen te vinden. Op trainingen die gegeven worden – weerbaarheidstraining, faalangsttraining, sova, training tegen examenvrees – wordt veel ingezet. Alle partijen ervaren dit als positief.
visitatierapport Fricolore over CSG Anna Maria van Schurman
14 Pesten Er wordt binnen school gepest, hoewel hier vanuit school onmiddellijk tegen opgetreden wordt. Waarheidsvinding bij pestgevallen wordt als moeilijk ervaren. Leerlingen samen een oplossing laten vinden, vindt men moeilijk maar noodzakelijk. De no-blame methode werkt goed. De pester en de gepeste worden allebei betrokken bij de oplossing. Ook trekken ouders eerder aan de bel. Digitaal pesten vindt wel plaats, maar dit lijkt zich voornamelijk af te spelen door contacten die buiten de school liggen.
Het personeel Personeel Voorheen werden de functioneringsgesprekken met de directie gevoerd. Nu ligt het voeren van deze gesprekken bij de teamleiders. Dat blijkt goed te werken. Nieuwe docenten hebben voortgangsgesprekken. Soms volgt een docent het Keiwijzer-traject met een daarbij horend ontwikkelingsplan. Ook wordt feedback gegeven door middel van video-interactie. De inhoud van de gesprekken wordt door beiden goedgekeurd en vastgelegd. De persoonlijke ontwikkelingsplannen (POP’s) komen met name ter sprake tijdens het functioneringsgesprek. Naarmate men langer in dienst is, worden er minder gesprekken gevoerd. Het OOP heeft functioneringsgesprekken met de directie, meestal eens per twee jaar, soms vaker. De TOA’s hebben geen functioneringsgesprek met de teamleider maar met een directielid. Dat wordt door sommigen als een vreemde situatie ervaren. Scholing is voor iedereen beschikbaar, soms vaak op korte termijn. Dat wordt als prettig ervaren. Voor LIO-ers wordt er interne scholing door coaches verzorgd. Scholing wordt niet van bovenaf opgelegd. Taakbeleid Alle taken die binnen het taakbeleid vallen, worden ingevuld zonder vermelding van uren. De scholingscomponent maakt deel uit van het taakbeleid. De lijst is transparant. Het taakbeleid wordt jaarlijks geëvalueerd. Tijdens de functioneringsgesprekken wordt aandacht besteed aan het taakbeleid.
Identiteit en imago Identiteit De leerlingen herkennen de identiteit vooral aan de dagopening, aan wat er uit Oase wordt voorgelezen en het gesprek hierover, af en toe aan het gebed dat voorgelezen wordt. Er wordt melding gemaakt van de kerstviering in de kerk, maar hier wordt niet streng mee omgegaan. Soms wordt er in de klas iets georganiseerd in verband met de christelijke feestdagen. Tijdens de godsdienstles en maatschappijleer wordt er wel aandacht besteed aan het christendom en andere godsdiensten, maar sommige ouders vinden dat er meer aan kennisoverdracht gedaan mag worden. De christelijke identiteit vindt men voornamelijk terug in de gehele sfeer, gedrag en houding op school. Het aspect van “Hoofd, Hart en Handen” is hier duidelijk in terug te vinden. De dagopeningen voelen voor de docenten goed. Ontbreken vwo De school en de ouders in de regio vinden het jammer dat er geen vwo wordt aangeboden. Een goede oplossing hiervoor is gevonden in het aanbieden van havoplus. Van hieruit vindt doorstroming plaats naar het vwo op een andere school in de regio. Voordeel voor de school is dat er geen ‘eerstegraadscultuur’ heerst.
visitatierapport Fricolore over CSG Anna Maria van Schurman
15 Imago De school heeft een goed imago in de regio. Dit wordt veroorzaakt door de sfeer op school, het relatief moderne gebouw, de positieve reacties van broers, zussen en (oud-)leerlingen, de afstand, de geboden zorg en begeleiding op school. De christelijke identiteit is soms voor ouders belangrijk wat de keuze van de school betreft, voor andere ouders is de gematigdheid in uiting van de christelijke identiteit juist weer een positief punt. De kleinschaligheid van de school, het dorpse karakter spreekt aan, ondanks het betrekkelijk grote aantal leerlingen.
Buiten school Buitenschoolse activiteiten Er worden wel buitenschoolse activiteiten georganiseerd, zoals kamp, schoolreisjes, een watersportdag. Dit jaar was er een actiedag, vorig jaar een toneelavond. De financiën voor het organiseren van meer activiteiten is beperkt en dat betreurt men. Contacten buiten school Er zijn contacten met het voorgezet onderwijs op Vlieland, met name gericht op de havoplus-klas. Van de school op Vlieland is incidenteel een vmbo-leerling te verwachten die bij AMS praktijkvakken gaat volgen. Voor projecten is er contact met het bedrijfsleven en met specifieke opdrachtgevers. Er zijn goede contacten met de gemeente, met de basisscholen en vervolgscholen. Op het gebied van zorg lopen de contacten met de instanties buiten school ook goed.
Voor de precieze inhoud van de gesprekken verwijst de commissie naar de bijlagen.
visitatierapport Fricolore over CSG Anna Maria van Schurman
16
Hoofdstuk 5 De schoolvragen 1) Herkennen ouders en leerlingen zich in de sterke punten en de verbeterpunten? Ja, zowel ouders als leerlingen herkennen zich in het rapport en zijn het eens met het beeld dat geschetst wordt. CSG Anna Maria van Schurman noemt het volgende in het zelfevaluatierapport: AMS kan zich verbeteren als het gaat om: Resultaten: alle afdelingen staan in het groen, de slaagpercentages zijn redelijk op orde, maar tevreden over de hoogte van de cijfers zijn we niet. Rust in de school: veel drukte in de pauzes, de “rommel”, veel leswisselingen. De roosters. Nakomen van afspraken / aanspreekcultuur. In de gesprekken geven de ouders (en deels ook de leerlingen) de volgende aandachtspunten weer: De ouders zijn niet ontevreden over de resultaten van de school. Sommige leerlingen geven aan dat ze misschien meer zouden kunnen, dan ze nu laten zien. De ouders twijfelen over de lesduur van 40 minuten. Zij vragen zich af of een lesduur van 50 of 60 minuten niet beter zou zijn. Over de rommel in school horen de ouders van hun kinderen niks. Ook zelf vinden zij de school niet rommelig. Wel geven de ouders aan dat hun kinderen het af en toe vervelend vinden, dat zij geen rustige ruimte kunnen vinden om te werken. De leerlingen zelf vinden het ook wel druk in school tijdens de leswisselingen en in de pauzes. Daarnaast vinden zij vaak geen rustige ruimte om te werken. Er zijn (te) weinig computers beschikbaar tijdens tussenuren. Ook tijdens de WOT-lessen is het vaak te druk of is er geen computer beschikbaar. De rommel in school na de pauzes zien zij wel, maar ze zien dit niet als een probleem, behalve wanneer zij corvee hebben. Zij constateren wel dat hun medeleerlingen rommel achterlaten, omdat er toch een corveeklas is. Over de roosters wordt door leerlingen en ouders geklaagd, behalve in de lagere klassen. Dit is een groot verbeterpunt. Nakomen van afspraken en het elkaar erop aanspreken ervaren de leerlingen met name als het gaat om de rommel na de pauzes. AMS on duty werkt niet goed. Oudere leerlingen luisteren niet naar jongere leerlingen en jongere leerlingen vinden het ook eng om oudere leerlingen aan te spreken. De ouders geven aan geen last te hebben van het niet nakomen van afspraken.
visitatierapport Fricolore over CSG Anna Maria van Schurman
17 2) Specifiek: welke tips heeft de commissie als het gaat om de aanspreekcultuur? 1. Laat iedereen ervan doordrongen zijn dat kritiek opbouwend bedoeld is. Met in het achterhoofd dat kritiek bedoeld is om jezelf en de school te verbeteren, kan deze wellicht makkelijker geaccepteerd worden. 2. Breng de kritiek positief; noem niet alleen de punten waaraan gewerkt moet worden, maar geef ook positieve feedback. Wees jezelf ervan bewust dat de kritiek die je geeft, ook werkelijk de bedoeling heeft een verbetering te veroorzaken. De kritiek die je geeft, moet niet voortkomen uit je eigen gevoelens of je eigen denkbeelden over hoe de zaken geregeld zouden moeten worden, maar zouden moeten stoelen op afspraken die binnen AMS gemaakt zijn. Spreek elkaar dus aan op bestaande afspraken binnen de school. Gezamenlijk maak je het voor iedereen beter en uiteindelijk makkelijker. Wees niet te lief voor elkaar, maar zeg wat er gezegd moet worden op een positieve manier. 3. Ditzelfde geldt voor het aanspreken van de leerlingen. Spreek ze gerust aan op gedrag dat niet door de beugel kan, op gedrag dat ook thuis niet getolereerd zou worden. Een strikte aanpak is misschien in eerste instantie niet plezierig, maar levert wel resultaat en respect op. Wees je bewust van het voorbeeld dat je geeft en van de verantwoordelijkheid die je zelf hebt in het nakomen van afspraken. 4. Aanspreken heeft te maken met de beleving van verantwoordelijkheid door personeelsleden. Daarvoor is het nodig die verantwoordelijkheden laag in de organisatie te leggen. Dan is het uitvoeren, waar nodig verbeteren, een zaak van alle professionals (personeelsleden) in de school. Pas – zo nodig – de organisatie daarop aan. 5. Leerlingen en OOP-ers noemen het niet nakomen van afspraken als een manco. Laat een ieder zich daardoor aangesproken voelen. 6. Zorg dat leraren met een toezichthoudende taak in de aula zich duidelijk laten zien. Communiceer daar helder over met leerlingen.
visitatierapport Fricolore over CSG Anna Maria van Schurman
18
Hoofdstuk 6 Conclusies en aanbevelingen vanuit de visitatiecommissie Inleiding De visitatie is in een plezierige sfeer verlopen. Er is veel werk verzet en het was boeiend voor de diverse leden. De commissie is gastvrij ontvangen en prima verzorgd, waarvoor dank. De commissie heeft de zelfevaluatie en bijlagen tijdig ontvangen. Later is deze informatie nog aangevuld met verschillende onderdelen. Er zijn 37 lesdelen bezocht, 5 panelgesprekken gevoerd en twee gesprekken met de directie. De zelfevaluatie bood voldoende mogelijkheden om te spiegelen. De visitatiecommissie is samengesteld uit mensen uit het voortgezet onderwijs, schoolleiders en docenten, uit bevriende scholen van het Fricoloreverband. De taak van de visitatiecommissie is adviezen aan school te geven. De school is eigenaar van het visitatierapport en ze mag ermee doen wat ze wil. De commissieleden hebben kritisch en constructief rondgekeken. In de commissie zitten mensen van een zestal scholen. De commissie was enigszins onthand, omdat er twee mensen ontbraken, de een vanwege een sterfgeval in de familie en de ander vanwege ziekte. Daardoor konden jammer genoeg minder lessen bezocht worden dan de school zelf heeft bezocht. De panelgesprekken hebben wel gewoon plaatsgevonden. Over de lessen wordt vooral spiegelend gesproken, rekening houdend met deze omstandigheden.
Conclusies De zelfevaluatie is over het algemeen goed, maar hier en daar had deze meer feitelijk mogen zijn. De beschrijving bleef af en toe aan de oppervlakte. Meer diepgang was gewenst, zoals de formulering van de missie. De commissie heeft geprobeerd die diepte meer te bepalen. Tijdens de nabespreking van deze dag is de commissie begonnen met de sterkte-/zwakte-analyse. Dat was een vraag vanuit de school: herkennen ouders en leerlingen zich hierin? Sterke punten De zorg is over het algemeen goed te noemen. Daar herkennen ouders en leerlingen, maar ook het personeel zich volledig in. Pesten, de aandacht voor de no-blame methode, vertrouwenspersonen, lwoo, weerbaarheids- en faalangsttraining zijn onderwerpen die gepasseerd zijn en die op zichzelf een goede indruk weergeven. Over dyslexie is wel de informatie aanwezig, maar bij de ouders kan de informatievoorziening over bijvoorbeeld de dyslexiepas versterkt worden. De ouders waarderen heel erg het huisbezoek dat de mentoren afleggen. Dit is een punt om nadrukkelijk vast te houden. Datzelfde geldt over het algemeen ook voor de contacten tussen mentor en ouders. De commissie heeft gemerkt dat de mentoren na de bespreking van de leerlingen, na drie maanden, ook proactief naar de ouders toegaan. Dat is een goed punt. Kleinschaligheid bij een school van duizend leerlingen komt goed over bij de ouders en leerlingen. Gegeven het aantal leerlingen is dit opmerkelijk. Leerlingen, ouders en personeel geven de leiding een compliment. De leiding is zichtbaar, functioneert goed en is herkenbaar in de school. Elke leerling weet wie de directeur is.
visitatierapport Fricolore over CSG Anna Maria van Schurman
19 De sfeer wordt over het algemeen geroemd en bij sommigen lijkt de aandacht daarvoor in het bloed te zitten. De commissie proefde die goede sfeer ook. Er is op deze school geen eerstegraadscultuur. In dit geval werkt het gemis van een vwo-afdeling als een sterkte, omdat er niet één club is die heel erg afwijkt van een andere club en daardoor een zekere machtspositie in de school heeft. Het imago is terecht een positief punt dat genoemd wordt in de sterkteanalyse. Aandacht voor De Goede Les is een plus en het is goed dat de school ermee bezig is en er aandacht aan blijft geven. Leerlingen noemen, evenals ouders, aandacht voor projecten; het leren samenwerken speelt een belangrijke rol en het leren presenteren is een plus. De commissie heeft de indruk dat dit voor zowel vmbo als voor havo belangrijke onderdelen zijn om mee door te blijven gaan. Ook bij havoplus wordt dit genoemd als positief punt. Voor sommige ouders was het feit dat er projecten zijn, een reden om voor AMS te kiezen. Buitenschoolse activiteiten zijn er en die worden gewaardeerd. Op zich is het goed dat er deskundigheid in huis is en dus ook interne scholing georganiseerd wordt door eigen mensen. Een compliment voor de school op de actie ten aanzien van het taakbeleid. De commissie weet dat dit een teer punt is voor veel scholen en hier is gekozen het taakbeleid duidelijk neer te zetten zonder aan de taken een aantal uur te verbinden. De besteding van de concrete ruimte inclusief scholing hangt samen met wat er uit de gesprekken met die persoon naar voren is gekomen. Dit wordt transparant gecommuniceerd. Het feit dat deze taakverdeling niet een lijst is die ergens in een bureaula terechtkomt en alleen in de wandelgangen besproken wordt, is een plus. De communicatie wordt duidelijk als een positief punt genoemd in de school.
Zwakke punten De school zegt zelf dat de cijfers wat hoger kunnen. De cijfers op het centraal examen en het schoolexamen zijn wel in evenwicht, maar er is geen vrede in de hoogte van de resultaten. Wij hebben dat zelf niet kunnen constateren. Een zwakte is genoemd in verband met de onrust in school ten gevolge van de leswisselingen, de rommel die op verschillende plekken aanwezig blijft en dan niet goed is opgeruimd of het nakomen van afspraken rond het opruimen daarvan. De commissie heeft dat duidelijk vanuit de zelfevaluatie gezien, ook tijdens de verschillende gesprekken werd het vernomen. Er waren ook tegengeluiden, namelijk dat leerlingen het helemaal niet zo’n rommel vinden. Het personeel lijkt daar meer bezorgd over te zijn dan de leerlingen. De aanspreekcultuur is een zaak waarvan eerder in dit rapport melding is gemaakt. De commissie heeft gemerkt dat er sprake is van een aanspreekcultuur vanuit de lesbezoeken die onderling worden afgelegd. Daar wordt op gereflecteerd en dat kan een goede vorm van aanspreken zijn die dan geaccepteerd naar voren komt en gewaardeerd wordt. Een punt waar meer aandacht aan besteed moet worden. is het elkaar aanspreken op slordig achterlaten van zaken of veroorzaken van rommel of nalatigheid in het opvolgen van afspraken. visitatierapport Fricolore over CSG Anna Maria van Schurman
20 Een kantinewacht bijvoorbeeld lijkt er wel te zijn en leerlingen in AMS on duty zouden goed gesteund kunnen worden door de aanwezige docenten, maar de commissie heeft niet het beeld dat die docenten aanwezig zijn. Uit gesprekken op verschillende niveaus is gebleken dat de roosters een zorg zijn op bepaalde momenten. Dat speelt dan met name in de hogere leerjaren. In klas 1 en 2 en in de praktijkvakken is het geen probleem, maar in de hogere klassen is hier meer zorg over. Kijken we naar de school als groter geheel, dan heeft de commissie goed kunnen zien wat er in het havo aan de orde is en wat er bij het vmbo-beroepsgericht gebeurt. De commissie vroeg zich op enig moment af: hoe zit het eigenlijk met het vmbo-theoretisch en heeft dat eigenlijk wel genoeg aandacht gekregen? Is deze opleiding niet tussen twee partijen verdwenen; twee partijen die stevig laveren en af en toe wel eens wat in nood zitten? Vmbo-theoretisch moet aandacht hebben. De commissie heeft echter niet kunnen waarnemen dat de opleiding te weinig aandacht heeft. Tijdens de lesbezoeken bleek dat reflectie op het geleerde in de les niet werd waargenomen. Bij geen enkele les werd zelfs een goede afsluiting waargenomen. Dit is een duidelijk aandachtspunt. Het gebruik van computer (4x) en digibord (2x) in de les is minimaal te noemen. Er zijn gesprekken gevoerd met leerlingen, ouders, niet-onderwijsgevend personeel, het zorgteam, de leraren en tweemaal met de directie. Hier kwam een aantal opmerkingen uit naar voren, dat ook niet meer dan opmerkingen beschouwd moet worden. ICT: als er ICT-aanvragen zijn, honoreer die niet te snel. Weet wel of er ook werkelijk actie op volgt en er doeltreffend gebruik van wordt gemaakt. Scholing en de snelle mogelijkheid en actie daartoe wordt gewaardeerd. Daar heerst een vrij open cultuur over; men vertelt aan elkaar wat er tijdens de scholing gebeurd is. Men benut kansen en men krijgt kansen. De identiteit en de aandacht binnen school en de beleving ervan: er is voor personeel veel ruimte om vorm te geven aan die identiteit. Het belang van identiteit wordt op zichzelf breed gedragen. De vormgeving wisselt. Oase geeft daartoe goede mogelijkheden. De commissie kreeg de indruk dat die dagopeningen goed gebruikt worden. Leerlingen praten er positief over en er blijft kennelijk wel iets hangen van wat besproken is. Acties voor goede doelen worden gewaardeerd. In het algemeen is het omgaan met elkaar in de school een positief punt. Ook hier zit weer iets van gevoel aan vast. Bij het personeel hoorde de commissie over de identiteit in de school: dat is gewoon zo. En wordt er gevraagd naar bijzonderheden, dan komen er niet al te veel concrete antwoorden. Het gevoel over de school is voor sommigen juist de aanleiding om hier te komen, de beleving die hier mogelijk is. Zelfevaluatie Het is goed dat het zelfevaluatierapport is gedeeld in de school. Wellicht moet het in samenhang met het visitatierapport later nog verder besproken worden. Het is wel zaak om kritisch te blijven. Je kunt in de oppervlakkigheid blijven hangen, terwijl de school hier en daar de diepte in zou moeten om tot goede verbeteringen te komen. WOT-lessen Werken onder toezicht is voor de leerlingen bepaald geen succes vanwege de onrust. De tussenuurproblematiek is in de bovenbouw duidelijk aanwezig. Er moeten in ieder geval goede opvangmogelijkheden zijn. Daar wordt wel aandacht aan besteed, maar misschien moet er nog een tandje bijgezet worden.
visitatierapport Fricolore over CSG Anna Maria van Schurman
21 Over het algemeen heeft de commissie een positieve houding in de school aangetroffen. De commissie heeft het idee dat het kritische vermogen er is en ook versterkt kan worden om tot oplossingen te komen.
Adviezen en aanbevelingen De zelfevaluatie De bespreking van de zelfevaluatie kan verdergaand plaatsvinden in school, zodat je draagkracht creëert. Doe dat samen met het visitatierapport,. Geef een betere inhoud aan de invaluren, waaronder het eerste uur. (Meer of betere studiewijzers, een leesboek laten meenemen.) Zorg ervoor dat de Magister-app goed werkt. WOT-lessen zijn prima, maar versterk de rust tijdens dat uur. Besteed meer aandacht aan het model “De vijf rollen van de docent”, waaronder het gebruik van het spoorboekje en een goede reflectie bij de afsluiting van de les. Doe meer met onderling lesbezoek en het reflecteren daarop. Leg de verantwoordelijkheid hiervoor bij een teamlid. Herformuleer de visie.
Slot Tijdens deze visitatie is verbetering bespeurd ten opzichte van de vorige visitatie. Er zijn complimenten over de sfeer en de manier van omgang met elkaar, de communicatie, het taakbeleid, de zorg.
visitatierapport Fricolore over CSG Anna Maria van Schurman
22
Bijlagen
visitatierapport Fricolore over CSG Anna Maria van Schurman
23 Bijlage 1
Verslag van gesprek met de directie van CSG Anna Maria van Schurman Datum: Aanwezig:
5 maart 2013 Visitatiecommissie: alle leden CSG AMS: Femme Riemersma (directeur-bestuurder), Jan Brouwer (waarnemend directeur-bestuurder) en Johan Bouwman (adjunct-directeur)
Tjitte Wierdsma deelt mee dat Klaas Wiebe Hoekstra zich afgemeld heeft wegens ziekte en dat Wim Bok zich afgemeld heeft vanwege het overlijden van zijn moeder. De directie wordt welkom geheten. Tijdens de vorige visitatie waren de teamleiders aanwezig bij dit gesprek, vermeldt Femme Riemersma. De commissie kan aangeven of het gewenst is dat de teamleiders bij het slotgesprek aanwezig zijn. Zorgen van CSG AMS Ontbreken vwo Men vindt het een moeilijk punt dat AMS geen vwo mag starten en dat speelt de school parten. De ouders in de regio vinden dit jammer. AMS heeft wel een behoorlijk deel van de leerlingen in de regio. Het resultaat van het ontbreken van vwo is dat de tweede fase van het havo (klas 3-4-5) kleiner is dan scholen met een volledig traject. Daardoor werken er ook eerstegraadsdocenten in de onderbouw. De (op sommige scholen ervaren) vwo-cultuur ontbreekt hier. Groei Door het gebouw zijn er grenzen aan de groei. Komend jaar zal er nog een behoorlijke toename zijn door de potentie in de regio en de kwaliteit van de school, daarna een afname. Ook voor het Vakcollege Techniek is veel belangstelling tijdens open dagen en de voorlichtingsdagen. In Harlingen is geen techniek meer. De verwachting is dat dit extra leerlingen op gaat leveren, o.a. vanuit Berlikum. De afdeling bouw gaat slechter als de conjunctuur slechter gaat. Het ligt in de verwachting dat het Vakcollege Techniek voor de Bouw gunstig zal zijn. Door bijeenvoeging van Metaal en Elektro is deze afdeling sterker. Afdeling Groen is constant, er volgen veel meisjes deze richting. Er worden bepaalde vakken aangeboden zoals VAP (verwerking agrarische producten) en bloemschikken. Ook dierverzorging trekt veel meisjes aan. De afdeling Groen is in het verleden tot stand gekomen door de fusie van mavo en groen. Bij reguliere scholen is de afdeling Groen vaak afgestoten. Deze afdeling zit meestal bij het AOC in Friesland. Havo is ontstaan uit de middenschool. De term bestaat nog en de heterogeniteit daarvan werd geroemd, maar in de praktijk werkt dit niet of nauwelijks meer. Bij de start van het vmbo is er een muurtje opgetrokken tussen havo en vmbo. Er is alleen een heterogene klas kl/tl. De rest bestaat uit homogene klassen. Samenwerking met andere scholen Omdat AMS geen vwo mocht aanbieden, was havoplus een goed alternatief. Er is geen samenwerking met andere scholen wat betreft doorstroming; de ouders/leerlingen kiezen uiteindelijk toch zelf naar welke school ze gaan. Er is met een paar scholen gesproken over doorstroming vanuit havoplus en de betreffende scholen nemen adviezen van AMS wel over. De school op Vlieland heeft gevraagd om samenwerking met AMS. Zij werken op dezelfde manier met een havoplus-klas. Hoe gaat het met de fysieke afstand? Het havo-1 team is gekoppeld aan de havoplus-klas daar. Er zijn koppels van docenten gemaakt. Docenten van AMS hebben een programma gemaakt wat betreft lesmateriaal, lesprogramma en dergelijke. De school op Vlieland neemt dit zo over. Fysiek is het contact beperkt, maar er vindt wel telefonisch en e-mailverkeer plaats. Er zijn zeven
visitatierapport Fricolore over CSG Anna Maria van Schurman
24 havoplus-leerlingen in Vlieland. Hiermee komt de school net boven het benodigde aantal leerlingen om de school in stand te houden. Harlingen wilde hier niet aan meewerken, AMS wel. De school trekt dit nu door naar de tweede klas. De vakcolleges kunnen de leerlingen na klas 2 in Franeker volgen, de drie avo-dagen volgen deze leerlingen dan op het eiland. Op zich zijn de havoplus-leerlingen op Vlieland geen trekker voor AMS, omdat het om zo weinig leerlingen gaat. Instromers Er zijn veel instromers in klas 2 en 3. Hoe komt dit? In klas 3 stroomt een deel in de beroepsafdeling in. Sommige ouders schatten het niveau van hun kinderen zo in, dat ze eerst naar Harlingen gaan, maar deze leerlingen stromen dan later toch weer af in klas 3 in Franeker. Dit zou op termijn als effect kunnen hebben dat ouders uiteindelijk direct voor Franeker kiezen. Gymnasiumleerlingen kiezen voor Leeuwarden. De meeste atheneum-leerlingen kiezen sneller voor Harlingen. De denominatie van de school speelt niet direct een rol bij de keuze. Veel leerlingen van Simon Vestdijk kiezen voor AMS; daar speelt denominatie ook geen rol voor. Er komt een ICT-route. Dit zal leerlingen opleveren, denkt men. Zorg voor de directie De kwaliteit van de docenten hooghouden is moeilijk. Dit komt deels door jonge docenten. AMS doet veel aan coaching. Minder goed klassenmanagement veroorzaakt deels een gebrek aan kwaliteit van het onderwijs, maar het verzwakt ook de capaciteit van een docent om uit een klas te halen wat erin zit. Voor de derde scholingsmiddag dit jaar kunnen de docenten zelf aangeven waarvoor ze belangstelling hebben. In voorkomende gevallen geven coaches aan wat er voor specifieke docenten nodig is. Aanspreekcultuur Men vraagt zich af hoe je het voor elkaar krijgt om na lesbezoeken te zeggen wat er nodig is. Men is nog te aardig voor elkaar, niet alleen wat betreft de lessen, maar ook wat betreft de houding in de school. De school worstelt ermee om op een aardige manier feedback te geven. Opleidingsniveau docenten In het eerstegraadsgebied geven eerstegraadsdocenten les. Deze geven voor een volledige baan ook les in ‘lagere’ klassen. Dit geldt niet voor Nederlands, wiskunde, Engels. Voor deze vakken is een volledige baan beschikbaar in de bovenbouw. Er zijn voldoende docenten die kwaliteit in zich hebben wat de manier van lesgeven betreft. Toch zijn er veel kwalitatief goede mensen verdwenen en de school moet er goed op letten dat die kwaliteit gewaarborgd blijft. Hoofd, hart en handen in de lessen Handen: er is veel creativiteit in de vakken. Hoofd: de lessen zelf. Hart: je moet om elkaar denken (christelijk onderwijs), in de manier van omgaan met elkaar. De insteek van hoofd, hart en handen is veroorzaakt door de middenschool en de mogelijkheid zelf de lessentabel samen te stellen waardoor er meer creativiteit in de lessen naar voren is gebracht. Projecten Er kwam een discussie op gang om ervoor te zorgen dat leerlingen vaardigheden aanleren waar ze zowel binnen als buiten school iets aan hebben. Men ging hiervoor met opdrachtgevers werken. Het werken met projecten heeft zich inmiddels door de hele school uitgebreid. De projecten staan in de lessentabel, dus niet alleen een dagdeel. De vakken moesten 10% van hun lestijd afstaan voor de projecten. Dat was toen even moeilijk, maar daar zal nu niemand meer op terugkomen. Meer dan de helft van de docenten is nu ook projectcoach. Het gaat niet uitsluitend om de inhoud van een project, maar meer om de vaardigheden die de leerlingen leren. Er is veel ingezet op scholing van het coachen visitatierapport Fricolore over CSG Anna Maria van Schurman
25 van de projecten. Het is een strijd geweest, maar inmiddels is het ingebed. Het is niet direct te herleiden wat je van een vak terugziet in een project. De lessen waren altijd al 40 minuten, al vanuit de middenschooltijd, dus de lesduur is hetzelfde gebleven. Er zijn later deels blokuren van gemaakt rekening houdend met de verschillen in leerlingen; dit uit zich deels in 40-minuten lessen in het vmbo-bb en juist 80-minuten in het havo. De praktijklessen bedragen 120 minuten. De rol van de vaksectie De vaksecties zijn over de hele school georganiseerd, niet voor bepaalde teams. In de vaksecties ligt de verantwoordelijkheid voor het op poten zetten en ontwikkelen van de inhoud van de lessen, bijv. op het gebied van de inbedding van ICT in de lessen. Vaksecties zijn vaak weer geclusterd in vakgroepen, bijv. de moderne talen, geschiedenis/aardrijkskunde. In het DTO worden weer zaken besproken die vanuit de vakgroepen komen of daar heen gaan. Is er een bepaalde spanning tussen de vaksecties en de afdelingen? Dat is niet echt het geval, maar soms is er wel spanning bij de aansluiting tussen bijvoorbeeld onderbouw en bovenbouw.
visitatierapport Fricolore over CSG Anna Maria van Schurman
26 Bijlage 2
Verslag van het panelgesprek met het zorgteam Datum: Aanwezig:
5 maart 2013 Visitatiecommissie: Tjitte Wierdsma, Henk Jelsma, Yolanda Oomen CSG AMS: acht zorgfunctionarissen
De visitatiecommissie en het zorgteam stellen zich aan elkaar voor. Sterk punt Wat motiveert jullie om zoveel zorg te geven. Wat geeft je kracht? De school heeft een lange traditie van zorg. Er zijn al vanaf 1977 counselors. De motivatie is dat je kinderen graag daar wil hebben, waar ze thuishoren. Dit lukt vaak wel, maar niet altijd. Het lijkt steeds moeilijker, mede omdat de school steeds meer zorgleerlingen krijgt. Door de administratieve rompslomp is het moeilijker om die zorg te bieden. De middelen moeten niet blijven hangen in de administratie over de zorgleerlingen, maar direct besteed kunnen worden aan de zorg zelf. De rugzakleerlingen krijgen structuur en tips aangeboden, zodat ze hier op het regulier onderwijs kunnen blijven. Dat lukt nu vaak wel. Voorheen gingen leerlingen vaak weg. Soms gaat het moeizaam en dan verdwijnt een leerling alsnog, maar de zorgfunctionarissen spreken hier vaak over met collega’s. Er zijn circa 15 leerlingen met een rugzak. Worden de middelen goed besteed? Ja, vindt de rugzakbegeleider. Op grond van wat er binnenkomt aan gelden, is de rugzakbegeleider aangenomen. Er is wel een verschuiving, er vindt uitbreiding van de zorg plaats. Vroeger was er eens per vier weken een zorgoverleg, nu eens per twee weken. Nu zijn er gemiddeld al vijf havoleerlingen die besproken worden in het zorgoverleg, terwijl er vroeger nauwelijks havoleerlingen tot de bespreekgevallen behoorden. Zit de administratieve last er daardoor nu ook aan vast? Ja, financiering, handelingsplannen zitten hieraan vast, terwijl je er soms niet direct iets van in de les terugziet. Vroeger werd wel eens wat tussendoor, onderhands geregeld, maar nu niet meer. Het leerlingzorgsysteem in Magister werkt wel goed en het wordt intensief gebruikt. Mentoren Wat is de functie/taak van de mentoren? Pakken zij probleemgevallen goed op? Ja, zij vullen in eerste instantie de formulieren in. De lijnen zijn kort, de teamleiders zijn betrokken bij de mentor. Er zijn wel verschillen tussen mentoren. Sommigen pakken zaken zelf op, sommigen schuiven zaken door. De inzet en betrokkenheid van de mentoren is groot. Soms is er wel handelingsverlegenheid. De mentoren gaan in het eerste jaar op huisbezoek, wat de betrokkenheid vergroot. Door middel van scholing via Fricolore of intern door middel van voorlichting door externen of internen werkt men aan de handelingsverlegenheid, omgaan met pesten etcetera. Bij counseling heeft men veel met pesten te maken. De gepesten en de pesters zijn hier allebei bij betrokken. De ouders trekken eerder aan de bel. De methode no-blame werkt goed. Waarheidsbevinding is een groot probleem en leerlingen samen een oplossing laten vinden, is belangrijk, maar moeilijk. Soms moet een teamleider hier druk op zetten. Een paar jaar geleden waren er vaak aanbiedingen van Tryater over pesten. Nu doet de school zelf veel aan scholing over pesten. Het is jammer dat bijvoorbeeld dat soort voorstellingen er minder zijn. Vooral het gebrek aan financiële middelen veroorzaakt dit. Het werkte vaak preventief, buitenstaanders hebben een helikopterview. De school zet wel in op weerbaarheidstraining. Daar is men trots op, net zoals op faalangsttraining, sova-training en training tegen examenvrees.
visitatierapport Fricolore over CSG Anna Maria van Schurman
27 Steun Is er voldoende steun voor zorgcoördinatoren? Men voelt zich volledig gesteund door de directie. Deze beknibbelt niet meer op zorg dan op andere zaken en vermindering van middelen gebeurt in overleg. Is er voldoende steun vanuit het samenwerkingsverband? Ja, er is goed contact met Rebound, inzet plusgelden, scholing handelingsgericht werken. Men kan terecht voor een zinvolle steun. Kunnen jullie alle zorg behappen of is er te weinig tijd? Soms kom je in tijdnood door veel gevallen ineens, die bijvoorbeeld onderzoek vereisen, zoals digitaal pesten. In hoeverre moet je je als school bemoeien met dingen die in het weekend gebeuren, vraagt het zorgteam zich af. De leerlingen knokken conflicten niet alleen in school uit, maar ook vaak digitaal en in de vrije tijd. Overdracht basisschool Hoe is de overdracht van basisschool naar AMS? Komt de informatie mee vanuit de basisscholen? Er is intensief contact met de scholen. Niet altijd komt alles boven tafel, hoewel de scholen wel steeds opener worden. Er gaat gewerkt worden met de plaatsingswijzer, waardoor er ook meer bekend is dan een aantal jaar geleden. De onderbouwcoördinator gaat in januari nog alle 35 scholen langs. Soms zijn er toch verrassingen te constateren die niet vermeld zijn door de basisschool. Er vindt overleg plaats over lwoo en er is een warme overdracht van zorgleerlingen. Het gaat goed, maar het kan altijd beter. Sommige dingen worden door de basisschool niet gemeld, zoals veel ziekte. Dat blijkt dan pas bij navraag. Wanneer zaken niet gemeld zijn, gaat het met name om verzuim. Informatievoorziening De mentoren gaan op huisbezoek. Merk je dat de mentoren om kunnen gaan met ouders? Gemiddeld gaat het goed. Bij problemen worden ouders op school uitgenodigd. Jonge mentoren hebben moeite met huisbezoeken, omdat het veel tijd kost. Toch blijkt het voldoening te geven om een huisbezoek af te leggen. Het zijn goednieuwsgesprekken en de mentoren hebben geen slechte ervaringen met de sfeer tijdens huisbezoeken. Ouders zijn wel mondiger en dit blijkt dan in de loop van de schoolloopbaan. Sommige mentoren laten zich coachen wanneer ze problemen hebben met ouders, bijvoorbeeld bij het verhaaltje in de rapporten. Aantal zorgleerlingen Hoe groot is het aantal lwoo-leerlingen? Circa 90, dat is ongeveer tien procent. Is er veel sprake van dyslexie? Ongeveer tien procent. Wordt dat op tijd ontdekt op de basisschool? Dat is vaak wel op tijd bekend, omdat leerlingen vaak al op de basisschool worden getest en er zijn weinig leerlingen die hier nog gescreend worden. Doorstroming Werkt de plaatsingswijzer in de doorstroming goed? Die wordt hier nog pas kort gebruikt, dus het resultaat is nog niet goed duidelijk. Het lijkt wel een goed effect te hebben voor zover men nu kan zien. Hoe is de doorstroming naar vervolgonderwijs wat betreft zorg? Er wordt een overdrachtskalender ingevuld en die wordt besproken met de zorgcoördinator van het mbo. Er vindt een warme overdracht plaats.
visitatierapport Fricolore over CSG Anna Maria van Schurman
28 Bekendheid zorgfunctionarissen Weten de leerlingen jullie goed te vinden? Er zijn drie teams en drie teamleiders, die veel contact hebben met hun teamleden. Er zijn korte lijnen en de school is redelijk overzichtelijk. De leerlingen weten goed bij wie ze terecht kunnen. De leerlingen komen bij de teamleider uit via de mentoren en die verwijst naar het zorgteam. Hoe vindt de communicatie met de docenten plaats? Via Magister of de mentoren. Dat is op tijd bekend. Collega’s koppelen goed aan elkaar terug, persoonlijk of via Magister. Vertrouwenspersonen Er zijn drie vertrouwenspersonen en die hebben het druk. Zij hebben meestal alleen contact met de directeur over bepaalde zaken. De leerlingen weten deze persoon wel te vinden in de praktijk. Als de vertrouwenspersoon het druk heeft, is er dan iets goed mis? Ja, in de maatschappij is er wat mis. Heel soms wordt de zorgcoördinator erbij betrokken. Het gaat dan eigenlijk altijd om kindermishandeling. Problemen tussen docenten en leerlingen worden direct opgelost. De vertrouwenspersoon is er niet alleen voor de leerlingen, maar ook voor de docenten.
visitatierapport Fricolore over CSG Anna Maria van Schurman
29 Bijlage 3
Verslag van het panelgesprek met tien leerlingen van CSG Anna Maria van Schurman Datum: Aanwezig:
5 maart 2013 Visitatiecommissie: Tjitte Wierdsma, Elma Westerhof, Yolanda Oomen CSG AMS: Tien leerlingen waarvan twee MR-leden
De visitatiecommissie en de leerlingen stellen zich aan elkaar voor. Er is een grote variëteit in leerlingen uit Franeker en omgeving. Imago De leerlingen zijn tevreden over de school. Ze zitten op deze school om verscheidene redenen. De eerste indruk van deze school was goed en de school heeft een goede naam. Dit blijkt onder andere uit positieve reacties van (oud-)leerlingen. De school staat in de buurt (voor sommigen) of broer of zus zit of zat hier op school. Het gebouw is moderner dan RSG Simon Vestdijk. De leerlingen hebben tevoren vaak wel verschillende scholen bezocht. Voor sommige ouders was het belangrijk dat het een christelijke school is. Identiteit Merk je iets van de christelijke school? Alleen door de verhalen uit Oase ’s ochtends merken de leerlingen dat ze op een christelijke school zitten. Sommige docenten bidden, andere niet. Soms draait de leraar tijdens de godsdienstles een film over het christendom. Wel zijn er vieringen zoals een kerstviering, soms in de kerk, maar dit zijn geen algemene vieringen. Voor de leerlingen geldt wel een aanwezigheidsplicht, maar soms ’vergeten’ de leerlingen om te gaan. Kwaliteit van de leraren Er is een groot verschil tussen leraren. Sommigen hebben veel ervaring, sommigen niet. Jonge leraren hebben vaak ordeproblemen. Havoplus is een drukke klas en de leraren kunnen hen vaak niet stil krijgen. Vaak zijn het wel de jongere leraren die problemen hebben, maar soms ook oudere. Sommige leraren die in de examenklassen lesgeven, vinden het moeilijk om in lagere klassen les te geven. Als leraren hun les niet goed hebben voorbereid, wekt dat onrust. Wanneer lesmateriaal tevoren gekopieerd zou zijn, zou dat problemen voorkomen. De organisatie/voorbereiding van de les is niet altijd goed. Het ligt vaak wel aan de persoonlijkheid van de leraar, vinden de leerlingen, en niet altijd aan de ervaring. Kwaliteit van de lessen Zet de leraar op het bord wat je gaat doen tijdens de les? In de eerste leerjaren doen ze dit wel, maar in de hogere klassen gebeurt dat minder. Bij de meeste vakken wordt een studiewijzer gebruikt. Dan is wel tevoren bekend wat er behandeld wordt in de les. De studiewijzer is altijd op papier beschikbaar en soms in Magister. Het meeste huiswerk staat of in de studiewijzer of in Magister of alleen in Magister. Wanneer een vak uitvalt, is de informatie die bij dit vak staat in Magister niet meer leesbaar. Dat is onhandig. Je mist daardoor informatie. Als de leraar niet met een studiewijzer werkt, is het onrustiger in de klas of bij ziekte van de leraar is dit lastig. Werken jullie zelfstandig? Ja, als men de stof snapt, kan men beginnen met waar men gebleven is. Is er ruimte in school om huiswerk te maken? Ja, er zijn op zich wel ruimtes, maar daar is het vaak wel druk. De Leerlingenraad kaart het gebrek aan extra ruimtes aan.
visitatierapport Fricolore over CSG Anna Maria van Schurman
30 Lesuitval Zijn er veel leraren die langdurig ziek zijn? Er zijn wel langdurige ziektes maar niet veel. Hierdoor ga je achterlopen. Langdurige ziekte vindt vaak aan het eind van het jaar plaats, door stress en overspannenheid, waardoor er veel uitval is. Bij een bepaald vak valt vaak het eerste uur uit. De telefoonboom is afgeschaft, omdat de leraar zich te laat afmeldde en de telefoonboom daardoor niet werkte. De Magister-app werkt niet goed. Melding op Magister werkt niet goed of komt te laat. Over de opvang door andere docenten zijn de leerlingen niet tevreden. De inhoud van de les is onvoldoende en er wordt niet genoeg orde gehouden. Het is dan een soort oppasleraar, maar dat werkt niet goed. Lessen van 40 minuten werken wel goed. In de tweede fase zijn er veel blokuren. De praktijklessen duren soms drie uur, dat werkt daar wel goed. In de eerste paar jaar dat er havoplus was, werd daar science/cultuur gegeven. Dat duurde dan te lang, als er geen praktijk was. Projecten Een project over energiezuinigheid is leuk om te doen. Bij het LOB-project moest door de leerlingen in veel groepjes hetzelfde verteld worden en dat werd dan soms saai. Leren presenteren is het hoofddoel van een project. In de eerste tot en met de vierde klas is er projectonderwijs: in de eerste en tweede klas wordt voornamelijk aandacht besteed aan samenwerken en presenteren. In de derde en vierde klas wordt tijdens de projecten veel aandacht besteed aan het sectorwerkstuk of vervolgonderwijs. Tijdens het laatste jaar is men in het havo voornamelijk bezig met het profielwerkstuk. De leerlingen vinden het leren presenteren en samenwerken heel goed. Je leert ook omgaan met anderen buiten school, raakt je verlegenheid kwijt, vinden ze. Soms hebben leerlingen eigen taken en dan weten ze precies wat ze moeten doen of leren ze goed samenwerken. Die vaardigheden komen goed van pas op het vervolgonderwijs. De leerlingen zijn erg tevreden over het leren van vaardigheden tijdens de projecten. Zorg Weet je bij wie je moet zijn, als je problemen hebt? Sommigen gaan naar de conciërge voor praktische zaken en soms voor een goed gesprek. Met de mentor kun je een goed gesprek hebben. Soms word je doorverwezen naar andere leraren wanneer het om specifieke problemen gaat. De bovenbouw havo heeft een leerlingcoördinator, waar je heengaat wanneer je een probleem met de school of de les hebt. Je kunt terecht bij de zorgcoördinator of de teamleider. Er is sova-training en faalangsttraining en die zijn heel goed. Weet je wie de vertrouwenspersoon is? Nee, niet uit het hoofd, maar het staat wel in het boekje. Bij pesten weten de leerlingen de juiste persoon wel te vinden. Er is iemand van de GGZ, waarbij je terecht kunt. Roosters WOT-lessen: werken onder toezicht werkt niet goed. De leerlingen gaan dan met huiswerk of met het profielwerkstuk bezig, maar ze zitten met meerdere klassen in een lokaal. Dat is heel druk en het lukt dan niet om bijvoorbeeld huiswerk te maken. Soms is er geen mogelijkheid voor het gebruik van een computer, ook niet altijd in de mediatheek. De WOT-uren zijn vaak aan het begin of eind van de dag gepland, terwijl er veel tussenuren zijn. Gestreefd wordt om in de onderbouw geen tussenuren te hebben. Daardoor ontstaan er in de bovenbouw juist wel veel tussenuren. In vmbo-2 zijn er geen tussenuren, behalve in vmbo-bb waar twee tussenuren zijn. Het aantal tussenuren is wel minder geworden in de loop van de jaren. De leerlingen begrijpen dat het soms moeilijk is om goed te roosteren door een bepaald vakkenpakket. Het verschilt per leerling hoeveel tussenuren er zijn, maar de tussenuren zitten vooral in de roosters van de bovenbouw waar leerlingen in principe al zelfstandig kunnen werken. Soms zijn tussenuren
visitatierapport Fricolore over CSG Anna Maria van Schurman
31 handig, omdat je dan je huiswerk kunt maken. Maar bij te weinig ruimte is het dan weer moeilijk. Soms wordt er individueel geschoven; dat hangt van het vak en de leraar af. Schoolleiding Het contact met de schoolleiding is goed. Iedereen weet wie de directeur is. De schoolleiding laat zich vaak zien, ook in de kantine. Ze zijn goed zichtbaar. Schoolgebouw Er is nu een project bezig tegen rommel op school, AMS on duty. Dat is een soort conciërge spelen. De leerlingen moeten elkaar aanspreken. Maar je spreekt als havo-3 leerling geen oudere leerlingen aan. Dat is eng en ze luisteren niet. Er is wel een corveerooster in vmbo-2.
visitatierapport Fricolore over CSG Anna Maria van Schurman
32 Bijlage 4
Verslag van het panelgesprek met acht ouders van CSG Anna Maria van Schurman Datum: Aanwezig:
5 maart 2013 Visitatiecommissie: Tjitte Wierdsma, Chris te Hennepe, Yolanda Oomen CSG AMS: acht ouders, waarvan één MR-lid
De visitatiecommissie en de ouders stellen zich aan elkaar voor. Zelfevaluatie De ouders hebben de zelfevaluatie ontvangen en gelezen, maar er niet aan meegewerkt. Men is het over het algemeen eens met het beeld dat geschetst wordt in het zelfevaluatierapport. Deels heeft men het zelfevaluatierapport aan de kinderen laten lezen en het beeld klopte wel. Imago De reden om voor AMS te kiezen kan zijn omdat er meerdere kinderen in een gezin op school zitten. Wanneer de eerste naar AMS gaat, volgt de rest vaak ook. Men had een beter gevoel bij AMS dan bij andere scholen. Dit betrof de sfeer, de omgang, de uitleg. Er is aandacht voor de mensen tijdens de open dagen. Het kind heeft zelf gekozen, er is veel structuur, de ontvangst is leuk. Het is een beetje stads, maar toch nog dorps. AMS was bij een enkeling geen eerste keus, maar het reizen naar Leeuwarden bleek te lang/te veel te zijn. Daarom heeft het tweede kind gelijk voor AMS gekozen. De grootte van de school is geen belemmering. Een van de kinderen koos in groep 5 al voor AMS. De open dagen zijn goed georganiseerd. In Harlingen dwaal je in een heel groot gebouw. Bij Simon Vestdijk in Harlingen heeft iemand slechte ervaringen met de opvang van het kind: spijbelen werd pas na drie maanden aan de ouders gemeld. De begeleiding hier is veel beter; de school zit er bovenop en is goed in gesprek met de ouders. Men voelt zich hier gehoord. In de lwoo-klassen is veel zorg, veel aandacht. Identiteit Een van de ouders had eerst voor een openbare school gekozen, maar is later toch bij AMS terecht gekomen. Deze ouder had naar eigen zeggen een vooroordeel over de identiteit, namelijk dat die zwaar zou wegen, maar dit blijkt niet zo te zijn. Wat is het bijzondere in de sfeer? Duidelijkheid, je wordt gehoord. Het kind wordt gekend. Wat merk je van het christelijk karakter? Weinig. De kinderen melden niks over de dagopeningen. De kerstviering is wel verplicht, soms vinden er vieringen in de klas met ontbijt plaats. Tijdens de godsdienstlessen en maatschappijleer wordt er wel aandacht besteed aan verschillende godsdiensten, maar hier zou wel wat meer aan kennisoverdracht gedaan mogen worden. Men vindt de christelijke identiteit voornamelijk terug in de gehele sfeer, gedrag en houding op school. De leerlingen vinden de dagopeningen niet vervelend. Informatievoorziening Tijdens het eerste jaar legt de mentor een huisbezoek af. Dit wordt als positief ervaren. De mentor is goed bereikbaar, via mail of telefoon en er wordt snel gereageerd. De ouders kunnen de vorderingen volgen in Magister. Meerdere malen in moeten loggen vindt men soms onhandig, hoewel hier kortere wegen voor mogelijk zijn. Verzuim van leerlingen en afwezigheid van docenten worden goed vermeld. Aan het begin van het jaar zijn er ouderavonden en gedurende het schooljaar zijn er 10-minutengesprekken: men kan zich hiervoor opgeven via Magister met een wachtwoord. De ouders waarderen het dat Magister goed beveiligd is. visitatierapport Fricolore over CSG Anna Maria van Schurman
33 Men zou graag vanuit school wat meer willen horen over hoe het met een kind gaat, niet pas in januari bij het eerste rapport. Tijdens de 10-minutengesprekken is daar niet veel tijd voor. Een eerdere terugkoppeling vanuit school over hoe het gaat met de leerling is – ook als het goed gaat – gewenst. ICT Met projecten wordt er met de computer gewerkt. Er wordt veel gebruik gemaakt van de computers in de mediatheek. Soms werkt de helft van de klas in de mediatheek en krijgt de andere helft in de klas les. De ouders hebben verder niet veel zicht op hoeveel de computer gebruikt wordt op school. Soms wordt een bepaalde kennis al verondersteld aanwezig te zijn bij de leerlingen, terwijl die er niet altijd is. Een leerling moet dan door ouders of broer/zus geholpen worden. Door samenwerking met elkaar leren ze veel. Opdrachten kunnen thuis goed uitgewerkt worden. De leerlingen hebben een eigen emailadres waarmee vaak gecommuniceerd wordt. Projecten Leren samenwerken komt vooral in de projecten naar voren. Aan leren samenwerken wordt veel aandacht besteed. Zijn de projecten een goede zaak? Meestal wordt het als goed ervaren, soms wat minder. Samenwerking is voor leerlingen soms lastig als de een veel en de ander weinig doet. Dit haalt soms het cijfer omlaag. Soms motiveren de leerlingen juist elkaar. Door elkaar cijfers te moeten geven, leren kinderen voor zichzelf op te komen. Dit wordt goed begeleid als het uit de hand dreigt te lopen. Om al snel met projecten in klas 1 te beginnen is voor sommige leerlingen moeilijk, soms gaat het te snel met zoveel nieuwe dingen. Het starten van de projecten zou een paar weken moeten wachten in klas 1. Er zou misschien meer begeleiding nodig zijn bij verlegen leerlingen. Soms mogen de kinderen kiezen in welk groepje ze werken en soms niet. Pesten Pesten wordt gelijk aangepakt. Wordt er digitaal gepest? Ja, vanuit de eigen omgeving, maar niet direct door of op school. Het gebeurt wel, maar het is moeilijk te controleren voor ouders. Dyslexie Men hoort weinig van begeleiding bij dyslexie. Bij toetsen wordt er minder streng gerekend voor spelfouten, de leerlingen krijgen meer tijd bij het maken van toetsen. Er is een dyslexiekaart, die ze kunnen laten zien als het nodig is. Wat deze voor nut heeft, is niet altijd duidelijk. De ouder die op school werkt vermeldt dat in extreme gevallen leerlingen gesproken lesboeken kunnen krijgen of toetsen in groot lettertype. Soms komt dyslexie pas bij het leren van een vreemde taal naar voren. Schoolgebouw en drukte op school De kinderen uiten geen klachten over de drukte op school. De leerlingen hebben twee pauzes en de school gaat goed om met het grote aantal leerlingen. Bij tussenuren zou het prettig zijn om een lokaal te kunnen krijgen. Door de grote hoeveelheid leerlingen kan dit bijna niet. Soms houden ouders zelfs hun kinderen thuis, wanneer er veel lessen achtereen uitvallen. In de bovenbouw wordt er veel geklaagd over de hoeveelheid tussenuren. De hoeveelheid tussenuren is een probleem dat niet alleen op deze school speelt. De leerlingen kunnen het goed vinden met de conciërges. Ze vinden ze vaak wel aardig. De ouders vinden de school niet rommelig. De kinderen hebben wel kantinediensten. Een ouder die hier op school werkt, meldt dat de leerlingen makkelijk papiertjes op de grond gooien in plaats van in de bakjes. Na de pauze ligt er brood op de grond. Een van de ouders meldt dat AMS on duty (leerlingen met hesjes aan moeten de andere leerlingen, die vaak ook ouder zijn, aanspreken op hun gedrag) niet goed werkt. visitatierapport Fricolore over CSG Anna Maria van Schurman
34
De ouders hebben geen ervaring met de drukte in de school. De lestijden zijn kort, dus er zijn veel leswisselingen en daardoor is er veel onrust in de school, denkt men. Ouders zouden misschien liever lessen van 50 dan 40 minuten zien. Tijdens blokuren wordt er wel vaak huiswerk gemaakt. Dat is weer een voordeel. Voor de concentratie is juist een les van 40 minuten weer beter. Kluisjes Alle leerlingen hebben een kluisje en dat werkt prima. Dat is nog niet zo lang het geval, maar de controle erop is goed. Bij verlies moeten de leerlingen betalen en er zijn geen dubbele sleutels meer. Wanneer een leerling een sleutel kwijtraakt, komt dit aan het einde van het jaar wel naar voren.
visitatierapport Fricolore over CSG Anna Maria van Schurman
35 Bijlage 5
Verslag van het panelgesprek met het OOP van CSG Anna Maria van Schurman Datum: Aanwezig:
5 maart 2013 Visitatiecommissie: Tjitte Wierdsma, Wytze de Boer, Yolanda Oomen CSG Anna Maria van Schurman: conciërge, systeembeheerder, onderwijsassistent, administratief medewerker, TOA, onderwijsassistent Metalektro
De visitatiecommissie en het OOP stellen zich aan elkaar voor. De zelfevaluatie is gelezen, maar niet besproken. Zwak punt van school Er zijn veel wisselingen in het rooster. Dat stuurt de planning in de war. De lokalenroosters zijn niet optimaal gestroomlijnd, dat is soms frustrerend. Op sommige momenten in het jaar gaat het rooster over de kop, zoals met zwangerschap en standaard halverwege het jaar vanwege een wisseling in vakken. Het komt dan voor dat een docent in een vaklokaal terecht komt, terwijl hij daar niet op zijn plaats is. Er heerst een (positieve) zesjescultuur in het basis/kader-onderwijs. Men is tevreden als iedereen een voldoende haalt, dus vanuit de docenten wordt gestreefd naar een voldoende voor de zwakkere leerlingen. Negatief gevolg is dat de uitblinkers niet tot hun recht komen. Soms komen leerlingen via lwoo binnen en zij moeten op hetzelfde niveau worden gebracht of gehouden als de andere leerlingen. Dat is soms moeilijk voor zwakkere leerlingen. Heeft dit neveneffecten, zoals verveling? Ja, de les wordt voor de sterkere leerlingen soms saai. Het verschil is soms groot. Een aanvraag van ICT-middelen wordt snel gehonoreerd en het effect van de aangeschafte middelen is soms verwaarloosbaar, bijvoorbeeld als een aanvrager niet in het lokaal zit waarin de aangevraagde middelen aanwezig zijn. Zelfevaluatie Herkennen jullie je in sterke/zwakke punten? De communicatie gaat een tijdje goed als men het erover gehad heeft, maar dat wordt in de loop van de tijd zwakker. Dit gaat met name om het elkaar durven aanspreken. De zorg is goed in vergelijking met andere scholen, ook volgens ouders. De kleinschaligheid spreekt aan, het dorpse karakter, ondanks het grote aantal leerlingen. Dat is een visitekaartje. De drukte in school levert op zich geen groot probleem op, maar in de pauzes is dat wel een probleem. Sommige pauzes zijn te druk, andere rustig. Dit hangt samen met het rooster en het aantal leerlingen. De cultuur is om je rommel maar te laten liggen. Elkaar aanspreken Er worden al heel lang allerlei afspraken gemaakt en tijdens het maken van die afspraken wordt er al gemord. In elk lokaal staat steeds een baasje op zich. Afgesproken is dat de verdeling van de leerlingen tijdens de pauzes evenredig zou zijn. De afspraken worden gebroken door eigenmachtig optreden van docenten. Aulawachten zijn er niet altijd. In het Finster wordt men er wel op aangesproken. Worden leerlingen aangesproken? Dat gebeurt wel, maar het is moeilijk om de cultuur te veranderen. Dit is een onderwerp in de MR, ook vanuit de leerlingenraad. Leerlingen moeten elkaar aanspreken (AMS on duty). De personen die rommel maken, kunnen niet gevonden worden, doordat zij buiten het gezichtsveld acteren. Er zijn wel regels over muziek in de lokalen, oortelefoontjes, het dragen van petten, maar dat zijn regels die soms in elke klas anders zijn.
visitatierapport Fricolore over CSG Anna Maria van Schurman
36 Leerlingbegeleiding In sommige gevallen worden leerlingen begeleid, maar problemen zijn er nooit mee. Er vinden geen confrontaties plaats. Er zijn wel leerlingen die nooit doen wat je vraagt. Ze zijn wel aardig, maar ze houden zich niet aan de afspraken. Sommigen zoeken de plekken op waar het minste toezicht is. Ze luisteren wel, maar ze voeren niet altijd uit wat ze moeten doen. De leerlingen zijn benaderbaar en prettig, maar het is soms moeilijk om afspraken te maken waaraan ze zich houden. Verzuim: ze zijn wel eerlijk in dat ze gespijbeld hebben. Het is een bepaalde manier van aandacht vragen. De cultuur is dat ze de problemen voor zich uitschuiven. Positie OOP Worden jullie overal bij betrokken? Ja, bij die zaken waarbij men nodig is. De communicatie is goed. De conciërges hebben eenmaal per week een overleg met de directie en de communicatie is goed. Is de verbinding met de administratie en ICT goed? Het overleg is goed, zowel met directie (wekelijks) als met de docenten. De lijnen zijn kort en dat werkt prettig. De administratie en ICT worden erg gewaardeerd. Is er veel vernieling van ICT? Bij vlagen. Er is begonnen met logboeken over de apparatuur. Dat werkt goed. Dit wordt nu ook in andere lokalen toegepast. Het lijkt tijdens bepaalde lessen te gebeuren en daar wordt de docent wel op aangesproken. TOA De ICT-route is gescheiden van de ICT-afdeling. De afdeling ICT heeft geen rol als TOA in de ICT-route. TOA-assistent: houdt dit in dat de assistent de les mede verzorgt? De metalektro-TOA verzorgt bij AMS negentig procent van de les, geeft hij aan. Personeelszorg Er is ruimte voor scholing. Meestal worden de aanvragen gehonoreerd. De scholing wordt niet van bovenaf opgelegd. Er vinden regelmatig functioneringsgesprekken plaats, meestal eenmaal per twee jaar, maar soms zelfs eens per jaar. Het OOP valt onder de directie en heeft daar ook een functioneringsgesprek mee. Dat voelt voor een TOA soms als een vreemde situatie, omdat het betreffende directielid niet zijn direct leidinggevende is. Identiteit Merk je daar iets van? In voorkomende gevallen wordt een dagopening gedaan. Het wordt in ieder geval nooit overgeslagen. Er worden verhalen voorgelezen en vaak ook besproken. Daar lijken de leerlingen meer aan te hebben dan aan gebeden.
visitatierapport Fricolore over CSG Anna Maria van Schurman
37 Bijlage 6
Verslag van het panelgesprek met tien docenten van CSG Anna Maria van Schurman Datum: Aanwezig:
5 maart 2013 Visitatiecommissie: de gehele commissie CSG AMS: tien docenten, waaronder twee werkgroepleden en een MR-lid.
De visitatiecommissie en de docenten stellen zich aan elkaar voor. Zelfevaluatie De zelfevaluatie is door iedereen gelezen, maar niet besproken. In de MR is het rapport wel besproken. Delen ervan zijn tijdens de studiedag in januari besproken. De uitkomsten hiervan zijn in het zelfevaluatierapport verwerkt. Men vindt dat het beeld dat het rapport schetst, juist is. Onderwijsvernieuwing Havoplus is nieuw en vernieuwend. Men probeert hierin de leerlingen op een andere manier kennis te laten maken met de stof. Ook projectonderwijs en LO2 als examenvak zijn vernieuwend. Het onderwijs staat nooit stil. Binnen de talen wordt er binnenkort een taaldorp georganiseerd, een gezamenlijke activiteit van de talen. Elk jaar wordt een terugkomavond georganiseerd voor oud-leerlingen die een mbo-opleiding volgen. De oud-leerlingen waarderen het projectonderwijs als voorbereiding op het mbo. Dit is een duidelijk sterk punt van de school. Waar liggen de initiatieven van de veranderingen? Zowel vanuit de directie, als ook vanuit de docenten zelf. De invulling van bijvoorbeeld loopbaanoriëntatie is sterk veranderd, van het opdreunen van tekst uit een boekje tot een veel actievere benadering. Als je ideeën hebt, is daar veel ruimte voor. Ook scholing is voor iedereen beschikbaar, soms zelfs op zeer korte termijn. Dat wordt als erg prettig ervaren. De contacten met de gemeente, bedrijven en andere scholen zijn goed ontwikkeld. Dat is een goede vernieuwing. Personeelszorg Vorig jaar werden de functioneringsgesprekken met de directie gevoerd. Het is een hele tijd niet goed geregeld geweest, maar nu het bij de teamleiders ligt, werkt het goed. Nieuwe docenten hebben wel voortgangsgesprekken. Als je hier al langer zit, worden er geen voortgangsgesprekken meer gevoerd. Soms volgt een docent het Keiwijzer-traject met een daarbij behorend ontwikkelingsplan. Iedereen heeft een POP (persoonlijk ontwikkelingsplan); deze komt met name ter sprake tijdens het functioneringsgesprek. De inhoud van de gesprekken wordt vastgelegd, door beiden gelezen en goedgekeurd. Ook wordt er soms feedback gegeven door middel van video-interactie. De leerlingen Op AMS heerst een gemoedelijke sfeer, de leerlingen zijn coachbaar. Er is wel een verschil merkbaar tussen de stedelingen (uit Franeker) en de dorpelingen. De verhouding tussen de leerlingen vmbo en havo is op zich goed. Men gedoogt elkaar en vermenging tijdens de schoolkampen is geen probleem. Er is wel een maatschappelijk probleem te herkennen: slechte thuissituaties, kinderen die afglijden door een thuissituatie. Vanuit school wordt hier heel goed op ingespeeld met coaches en een goed sociaal vangnet. Ook de lijnen van buiten de school zijn kort. Dit vinden de docenten een heel sterk punt.
visitatierapport Fricolore over CSG Anna Maria van Schurman
38 Mentoren Wat is de positie van de mentor en ouders? Het huisbezoek is heel waardevol. Men kent elkaar. De mentor heeft de eerste lijn met het kind en de ouders. De mentor kent de lijnen binnen school en weet de juiste persoon snel te vinden. Aanspreekcultuur In de onderbouw is wel scholing geweest over het aanspreken van elkaar, maar een aantal docenten vindt het moeilijk om iemand die hier al langer rondloopt aan te spreken op zaken die niet goed gaan. Sinds men lesbezoeken doet bij elkaar en met ‘tips en tops’ werkt, is dat wel verbeterd. De docenten leren hierdoor dat het mogelijk is om elkaar aan te spreken. De lesbezoeken zijn vakgroepgebonden. Deze vinden in twee à drie rondes per jaar plaats. De Goede Les Hoe is de definitie van De Goede Les tot stand gekomen? Dat is voortgekomen uit lesbezoeken van vorig jaar en het vorige visitatierapport. Men heeft hier zelf input voor gegeven. Over enige tijd gaat men weer aan de slag tijdens een studiedag over De Goede Les; de deskundigheid wordt binnen de school gezocht en men traint elkaar. Worden afspraken die gemaakt worden, breed gedragen? Worden afspraken nagekomen? Als het duidelijk is wat afgesproken is, is het ook makkelijker elkaar aan te spreken. Dat gebeurt nu deels wel, maar een deel heeft daar moeite mee. Voor LIO-ers is er een interne scholing, vaak verzorgd door twee coaches. Dit zijn verschillende mensen per LIO-er. ICT-ontwikkelingen Wordt er veel gebruik gemaakt van de computer? Sommige docenten maken wel veel gebruik van de computer, met name de ELO van Magister. In Magister worden studiewijzers (vooral in de bovenbouw) geplaatst, soms ook bestandjes en instructies. Omgaan met verschillen Er zijn vorderingen gemaakt in het omgaan met verschillen, maar het loopt nog niet helemaal vloeiend. Er werden handelingsplannen samengesteld. Nu is er een werkbaar handelingsplan gemaakt. Dit is niet geheel conform de inspectievereisten, maar wel werkbaar. De mentor is nu degene die de afspraken maakt. De volgende stap is dat leerlingen zelf ook beslissen wat er in die handelingsplannen komt te staan. De handelingsplannen zijn verkort tot een aantal actiepunten voor circa zes tot acht weken, die daarna goed controleerbaar zijn. De handelingsplannen staan in Magister en de docenten kunnen deze handelingsplannen goed volgen. Verschil havo/havoplus Tijdens de studiedag De Goede Les worden zaken besproken in verband met de havoplus-klas. Dit wordt tijdens deze dag geëvalueerd. Tijdens deze evaluatie wordt besproken wat geborgd moet worden en waaraan continu gewerkt moet worden. Hoofd, hart en handen Hoe geven jullie dat vorm? Dat zit in de cultuur. AMS IS hoofd, hart en handen. Handen: Dit uit zich voornamelijk in het feit dat er vier uur per week besteed wordt aan creatieve vakken in plaats van twee uur. Hoofd: De leerlingen worden in het geval van examenvrees bijvoorbeeld niet afgerekend op hoeveel vragen ze goed hebben op een toets, maar ze krijgen de gelegenheid om op een andere manier te laten zien wat ze kunnen. Hart: De Oase/het begin van de les voelt goed.
visitatierapport Fricolore over CSG Anna Maria van Schurman
39 Buitenschoolse activiteiten Men is wel mee bezig met buitenschoolse activiteiten, maar de docenten zouden er wel meer mee bezig willen zijn. Hierbij komen echter de kosten om de hoek kijken. Buitenschoolse activiteiten zijn schoolreisjes, kamp, een watersportdag, maar het zouden er wel meer mogen zijn. Wat gebeurt er in school? Dit jaar was er een actiedag, vorig jaar een toneelavond. De leerlingen kregen de opdracht een zelfstudie te doen naar lichamelijke en verstandelijke handicaps en daar komt een activiteit uit voort. De eerste klas gaat op een kamp dat door de docenten is georganiseerd. In de tweede klas wordt de klas gevraagd een kamp voor de docenten te organiseren. Dat was leuk. In elke klas gebeurt wel iets, waaronder veldwerk tijdens de les. Bij lichamelijke opvoeding moet je je misschien juist richten op de dingen waar je goed in bent en niet aan alles mee willen doen.
visitatierapport Fricolore over CSG Anna Maria van Schurman
40 Bijlage 7
Verslag van het slotgesprek met de directie van CSG Anna Maria van Schurman Datum: Aanwezig:
5 maart 2013 Visitatiecommissie: alle leden CSG AMS: Femme Riemersma, Jan Brouwer en Johan Bouwman
Inzet personeel Is de verdeling van de docenten over verschillende teams om les te geven een bewuste keus? Nee, waar men zich goed voelt en geschikt voor is, daar geeft men les. Een docent kan niet slechts in één stroming lesgeven, mede vanwege de organisatie van de school. De mensen worden op hun sterke punten ingezet. Afspraken Wat zijn de afspraken over regels? Er is een gedragscode personeel en een gedragscode leerlingen. In voorkomende gevallen wordt hier van afgeweken, bijvoorbeeld wanneer af en toe een pauze overgeslagen wordt, dan komt het wel eens voor dat men iets drinkt tussendoor. Taakbeleid Taakbeleid zelf is niet afgeschaft, maar de speciale uren hiervoor wel. Tijdens een functioneringsgesprek wordt hieraan aandacht besteed. Alle taken worden wel ingevuld. De lijst met taken wordt ingevuld en is transparant, zonder vermelding van uren. Dit wordt jaarlijks geëvalueerd. Deze manier van werken is in de voorbereiding met de MR besproken, maar om hiervoor draagkracht te krijgen is deze nieuwe werkwijze met het personeel besproken samen met de MR. 90-95% was het met deze manier van invullen van het taakbeleid eens. Taakbeleid met urenvermelding heeft niks opgeleverd de afgelopen 25 jaar. Een discussie hierover is langzaam de kant opgegaan dat de uren bij de taken losgelaten moesten worden. De scholingscomponent is hierin meegenomen. Een deel van de scholing wordt door de school zelf ingevuld. Invaluren Degene die een fulltime baan heeft, kan tot 15 lessen moeten invallen. Invallen staat als vast uur op het rooster bij de docenten. Twee onderwijsassistenten doen vrijwel niet anders, namelijk vijf lessen per dag. De telefoonboom is hierdoor achterhaald. Die werd namelijk vaak te laat ingeschakeld. Nu komen leerlingen op reguliere tijden naar school. In klas 1 en 2 valt er weinig uit. Aan het eind van de dag worden de lessen die uitvallen niet altijd ingevuld. Red je dat tot het eind van het schooljaar met 15 uur per docent? Als dat niet het geval is, dan wordt dit overlegd en soms wordt er een extra vergoeding betaald. Zorg Is er een afspraak om lwoo-leerlingen niet de les uit te sturen? Ja, in principe is er een afspraak om dat niet te doen, in ieder geval zo min mogelijk. Er wordt overleg gevoerd met een teamleider of de coördinator of de leerling komt soms op diens kamer of in de gang te zitten. Onrust in school De vele pauzes geven met de hoeveelheid leerlingen veel reuring. Zijn de lessen op zich rustig? De meeste lessen zijn rustig. De meeste leerlingen gedragen zich goed in de lessen. Hoe zal het volgend jaar lopen met nog meer leerlingen? Aan de overkant en in het motel zijn ruimtes die te gebruiken zijn. Hier wordt onderzoek naar gedaan. Misschien is er extra ruimte in de sporthal te realiseren. Het aantal tussenuren in bijvoorbeeld 4-tl wordt wel minder, zo is gebleken bij een vergelijking met eerdere roosters. Bij de voorlichting moet er meer aandacht besteed worden aan het visitatierapport Fricolore over CSG Anna Maria van Schurman
41 feit dat tussenuren voorkomen. Door het gebrek aan communicatie lijkt er nu meer dan voorheen gesproken te worden over het aantal tussenuren. Wanneer de vraag er ligt, wordt er naar een oplossing gezocht voor een plek om huiswerk te maken of een tussenuur te vullen. In hoeverre spelen wensen van personeel een rol bij het maken van de roosters? Individuele wensen hebben consequenties voor het rooster. Er wordt gezocht naar een tussenweg die voor de docenten acceptabel is (in ieder geval conform CAO), maar in principe optimaal voor de leerlingen. Onderwijs Is er een afspraak dat men het spoorboekje gebruikt? Ja, er zijn een paar jaar geleden afspraken gemaakt over duidelijkheid van het spoor van de les. Wat reken- en taalbeleid betreft, is voor rekenen een extra uur ingelast. Vmbo- en havo-leerlingen kregen een taaltest. Indien nodig kregen leerlingen die niet voldoende scoorden een tiental hulplessen. Met de Cito-toetsen wordt de komende week meegedaan. Communicatie De school is teruggegaan van drie naar twee rapporten: hadden de ouders hier problemen mee? Nee, de ouders kunnen continu volgen op Magister hoe de kinderen ervoor staan. Er is in plaats van dat ene rapport geïnvesteerd op twee leerling-besprekingen voor leerlingen voor wie het nodig is. De mentor bespreekt vervolgens de uitkomst met de ouders. Deze waarderen dit zeer. Naar aanleiding van de rapporten zijn er geen vragen vanuit de ouders gekomen. Omgaan met verschillen tussen leerlingen Het moeilijkste is om recht te doen aan de verschillen. Met name de betere leerlingen raken soms wat ondergesneeuwd. De havoplus-klas is een beetje een talentgroep. Vakkanjers, theater, muziek, sporten: hier komen talenten wel naar boven. Ervaring ten opzichte van de vorige visitatie Men vindt dit niet een inspectie en het wordt als vrij natuurlijk ervaren. Men is eraan gewend om iemand anders in de les te hebben.
visitatierapport Fricolore over CSG Anna Maria van Schurman
42
Bijlage 8 Uitkomsten lesobservaties Opmerkingen vooraf Tijdens de visitatiedag zijn de volgende aantallen lessen bijgewoond: klas vmbo bl/kl vmbo kl/tl havo Totaal
Totaal 1 13 7 17 37
2 1 2 5
2
3
4
5
3 2 4 9
3 3 5 11
5 1 5 11
1 1
De verdeling naar eerste dan wel tweede helft van de les is als volgt geweest:
Klas vmbo bl/kl vmbo kl/tl havo Totaal
Eerste Tweede deel deel 4 4 6 14
9 3 11 23
De scores op de lesobservaties zijn verwerkt in vier groepen: Vmbo bl/kl: 13 lessen Vmbo kl/tl: 7 lessen Havo: 17 lessen AMS totaal: 37 lessen De uitkomsten zijn uitgesplitst per onderwijsniveau. De uitkomsten van de observaties worden samengevat in de tabellen in bijlage 9. Tabel 1 geeft informatie over het karakter van de bijgewoonde lessen. Eerst worden de resultaten van alle afdelingen vermeld in tabel 1; in de laatste kolom is de totaalscore vermeld. Tabel 2 a/d geeft de uitkomsten van de bevindingen tijdens de lesobservaties weer. Dit betekent dat eerst de uitkomsten worden getoond van de vier hierboven genoemde groepen (a t/m d). Tot slot worden alle oordelen samengevat (e).
visitatierapport Fricolore over CSG Anna Maria van Schurman
43
Tabel 1 – Karakter van de bijgewoonde lessen vmbo-bl/kl
vmbo-kl/tl
havo
Totaal
Onderwijssituatie GD 3 3 5 3
Frontaal klassikaal Samenwerken Individueel werken Zelfstandig werken
1
Leslokaal Practicumlokaal Werkhoeken Bibliotheek Mediatheek/ computerlokaal Stilte-/studieruimte Open ruimte/aula Gymn.lokaal/buitenacc. Overig, namelijk
KD 3
2
4 4
GD 3 1 3
KD 1 1
GD 12 2 3
KD 2 2 6 3
1
GD 18 6 11 3
3
3
4 8
4 1
14 3
22 12
1
1
1
3
4
4
1
Geschikte ruimte Voldoende leermiddelen Gebruik PC door leerlingen Bijzondere situatie Didactische hulpmiddelen
Ja 13 13 7 0
KD 6 3 10 8
Nee 0 0 6 13
Digibord (1); computer (2).
Ja 7 7 3 0
1 Nee 0 0 4 7
Overhead/beamer (1); computer (1).
1
Groot deel Klein deel 3 Eén les was zowel in een leslokaal als in een practicumlokaal 4 Projectlokaal 5 Mentorles en project zijn als reguliere lessen beschouwd 2
visitatierapport Fricolore over CSG Anna Maria van Schurman
Ja 17 15 2 0
Nee 0 2 15 17
Overhead/beamer (4); digibord (1); computer (1); geluidsapparatuur (2).
Ja 37 35 12 5 0
Nee 0 2 25 37
Overhead/beamer (5); digibord (2); computer (4); geluidsapparatuur (2).
44
Tabel 2 – Uitkomsten van de lesobservaties In de onderstaande tabellen geldt: G 3/4 Vold 1 Vold 2
3.3 4.7 5.1 5.2 5.3 6.2
Gemiddelde score op deze indicator, waarbij score 5 (“niet te beoordelen in deze situatie”) buiten beschouwing is gelaten. Percentage beoordelingen 3 of 4 ten opzichte van alle lessen op dit niveau. Percentage als voldoende beoordeelde lessen per onderwijsniveau. Dit percentage is genomen ten opzichte van alle lessen op dit niveau. Voldoende of onvoldoende per indicator. Dit percentage is genomen ten opzichte van het totaal met 1 t/m 4 beoordeelde lessen bij deze indicator (n.b. voor een voldoende moet minimaal 75% van de lessen op deze indicator voldoende scoren). Indicator “de leerlingen maken efficiënt gebruik van de onderwijstijd” Indicator “de leraren zorgen ervoor dat leerlingen op een respectvolle manier met elkaar en met leraren omgaan” Indicator “de leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof” Indicator “de leraren realiseren een taakgerichte werksfeer” Indicator “de leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten” Indicator “de leraren stemmen de instructie af op verschillen in ontwikkeling tussen leerlingen”
1
2 a - vmbo bl/kl (n=13) 3 4 5 6 4
3.3
2 3
4.7
2
6
5
5.1
4
6
2
5.2
4
5
4
3,00
69%
O
5.3
2
8
3
3,08
85%
V
6.2
4
8
1
2,77
69%
O
G 2,86
3/4 71%
Vold 2 O
3,00
86%
V
2,67
67%
O
Vold 1
1
G 3,08
3/4 77%
Vold 2 V
3,23
85%
V
2,83
67%
O
69% van de lessen voldoende; 4 lessen onvoldoende
1
2 b – vmbo kl/tl (n=7) 3 4 5 4 1
3.3
2 2
4.7
1
5
5.1
2
4
5.2
3
2
2
2,86
57%
O
5.3
1
4
2
3,14
86%
V
3,00
100%
V
6.2 Vold 1
5
1 1
2
57% van de lessen voldoende; 3 lessen onvoldoende
visitatierapport Fricolore over CSG Anna Maria van Schurman
45
3.3
2 4
2 c – havo (n=17) 3 4 12 1
4.7
1
13
1
5.1
G 2,82
3/4 76%
Vold 2 V
3
3,12
94%
V
10
6
3,24
94%
V
4
7
6
3,12
76%
V
1
5.2
5
5.3
1
4
11
1
2,71
71%
O
6.2
1
8
6
2
2,53
47%
O
G
3/4
Vold 2
Vold 1
77% van de lessen voldoende; 4 lessen onvoldoende
1
2 d - AMS totaal (n=37) 3 4 5
2
3.3
9
22
6
2,92
76%
V
4.7
4
24
9
3,14
89%
V
6
20
8
3,00
80%
V
10
16
11
3,03
73%
O
2,92
78%
V
2,69
63%
O
5.1
1
5.2 5.3
1
7
23
6
6.2
1
12
19
3
Vold 1
2
2
70% van de lessen voldoende; 11 lessen onvoldoende
2 e - Alle oordelen samengevat:
3.3 4.7 5.1 5.2 5.3 6.2
vmbo-bl/tl V V O O V O
vmbo-kl/tl O V O O V V
havo V V V V O O
totaal V V V O V O
visitatierapport Fricolore over CSG Anna Maria van Schurman
46
Tabel 3 – Vertegenwoordigde vakken tijdens de lesobservaties CSG Anna Maria van Schurman Nederlands Fries Frans Duits Engels avo, rekenen, taal geschiedenis aardrijkskunde economie maatschappijleer godsdienst ICT wiskunde biologie mentorles natuurkunde scheikunde techniek tekenen cultuur project metalektro bouwtechniek landbouw/natuur/bloemsch. dierhouderij Subtotaal
per vak vmb-bl/kl vmbo-kl/tl havo 2 1
1 1
1 1 1
1 2 2
2
2 1 3
1 1
2
1 1 1 1 1
2 1 1 2
2 1
2 1 1 1 13
3
1
1 1 1
7
17
1 1 3 1 1 2 2 2 2 1 2 2 1 1 1 37
visitatierapport Fricolore over CSG Anna Maria van Schurman