De studeerkamer van Maria Montessori De Koninginneweg in Amsterdam Toen Maria Montessori en haar zoon Mario na de Tweede Wereldoorlog uit India terugkeerden naar Nederland gingen ze in Amsterdam wonen. Op de Koninginneweg 161. In dit huis, op de tweede verdieping (met het balkonnetje), bevindt zich haar studeerkamer. Veel voorwerpen in die kamer herinneren aan Maria Montessori en haar zoon. De kamer is voor een goed deel in zijn oorspronkelijke staat bewaard gebleven.
De indeling van de kamer
De vitrinekast
1
Als je de studeerkamer binnenkomt dan zie je aan de linkerkant een vitrinekast. Daarin bevinden zich medailles en onderscheidingen waarvan er een aantal beschreven zullen worden. Boven de kast hangt in het midden het diploma dat namens Koning Umberto de Eerste van Italië aan Maria Montessori werd uitgereikt op 10 juli 1896; zij was toen een van de eerste vrouwen in Italië die als arts afstudeerde. Links daarvan hangt de oorkonde die hoort bij de Franse onderscheiding ‘Officier in de orde van het Legioen van Eer’ en rechts boven de stoel een oorkonde die hoort bij het ereburgerschap van de stad Perugia bij Rome. Montessori werd ereburger van die stad toen ze tachtig werd op 31 augustus 1950. Links zie je de oorkonde.
In en op de vitrinekast Op de kast staat het borstbeeld van Beatrice Portinari. Zij was de vrouw waarop de dichter Dante (1265 – 1321) verliefd was. Maar Beatrice trouwde met een ander. Tussen 1306 en 1321 schreef Dante ‘La Divina Commedia’, De Goddelijke Komedie. Het eerste deel van die Komedie – Het Inferno – werd op 3 augustus 1933 opgevoerd in de Bachzaal van het Amsterdamse Conservatorium. Hieraan deden twee kleinkinderen van Maria Montessori mee: Marilena en Mario. Het toneelstuk was onderdeel van een openbare voordracht die Maria Montessori er hield: ‘Het tooneel met betrekking tot het onderwijs in de letterkunde’ Op de foto staat Mario links en Marilena rechts. In het midden Santiago Banqué, een vriend van Mario. Maria Montessori werd geboren in Noord-Italië in Chiaravalle in de provincie Ancona. Haar geboortehuis is tegenwoordig een studiecentrum voor Montessoristudies. Een penning in de vitrine is afkomstig van dit kleine studiecentrum.
2
Op 26 augustus 1950 bezocht Maria Montessori haar geboorteplaats. Ze kreeg de gouden broche met de inscriptie: “A Maria Montessori la sua Città natale”. Dat betekent: “Voor Maria Montessori [van] haar geboortestad.” Op de foto draagt ze de broche bij de uitreiking.
Maria Montessori had een mooie handtekening. Een beetje in de trant van de schuurpapieren letters die de kinderen voelen. In de vitrine ligt een stempel die van de handtekening gemaakt is.
In de vitrine liggen verschillende penningen of medailles. Ik geef deze als een voorbeeld. Op de voorkant een portret van Maria Montessori en de jaartallen 1870 – 1952. Op de voet een citaat waaruit blijkt dat ze een school meer vond dan een instituut waar – op een knappe manier – kennis werd overgedragen. Op de achterkant is een kind afgebeeld dat met een bruine trap werkt. Daarachter een wereldkaart. onder de afbeelding staat ‘Education for Peace’ en eromheen van links naar rechts staat ‘Within the Child is the Person he will become’. In de Verenigde Staten bestaat de AMI EAA, de vereniging voor afgestudeerde houders van een AMI diploma voor het Lager Onderwijs. In het begin organiseerde die vereniging bijeenkomsten waar leden materiaalideeën met elkaar uitwisselden en samen hulpmateriaal voor het Lager Onderwijs maakten. Al snel daarna 3
Abs Joosten
kregen die bijeenkomsten meer gewicht; de leden gingen zich ook verder in de achtergronden van het Montessorionderwijs verdiepen en nodigden daarvoor deskundigen uit. In 1975 was Abs Joosten die deskundige, een bekende AMI trainer die in Nederland, India en de Verenigde Staten heeft gewerkt. De conferentie van dat jaar was in Saint Paul/Minneapolis in de staat Minnesota. Van 22 tot 25 juni. Mario Montessori en zijn vrouw Ada waren gasten op deze conferentie. Mario had een actieve rol als gastheer. Hij kreeg de penning aangeboden. Dat staat op een papiertje dat op de achterkant is geplakt.
De kast met de boeken die Dr. Montessori schreef
In de kast staan de boeken die Dr. Montessori schreef van ‘De Methode’ tot en met ‘De Absorberende Geest’ In verschillende drukken en vertalingen. Boven de kast en op de kast staan een aantal portretten en hangen diploma’s en oorkondes. We zullen er een aantal van beschrijven. Boven de kast hangt een portret van Renilde Montessori – Stoppani, de moeder van Maria Montessori. Op de kast staat het Montessoridiploma van Mario. Hij haalde zijn diploma in 1925 in Londen. Daar werden toen regelmatig Montessoricursussen gegeven. Meestal aan vrouwen. Op de diploma’s staat dan ook ‘she’ gedrukt; voor Mario is dat veranderd in ‘he’. Bovenaan het diploma staat een tekening van een kind dat een scheepje bestuurt. Het bestond ook als speldje, dat je dragen mocht als je het diploma gehaald had. 4
Naast elkaar op de kast staan de portretten van Ada Montessori – Pierson en Mario Montessori. Een schilderij waarop hij een sigaret in de hand heeft. Dat roken werd vroeger niet als een bezwaar gezien door de meeste mensen. Er staat ook een foto van Helen Keller (1880 – 1968) samen met Ann Sullivan Macy. Toen Keller 19 maanden oud was werd ze getroffen door een hersenvliesontsteking. Dat maakte haar blind en doof. Haar lerares Ann Sullivan leerde haar braille en een taal die ze met tekens in de hand van Keller ‘schreef’. Ze bleven hun hele leven samen. Keller slaagde erin een middelbare schoolopleiding af te ronden en in 1904 promoveerde ze in Boston in de taalwetenschappen. Met Sullivan reisde ze de hele wereld over om lezingen te geven over onderwijs aan doven en blinden. Keller sprak zeven talen. De foto is gemaakt in 1913, het jaar waarin Montessori voor het eerst de Verenigde Staten bezocht. Keller schreef erop: “To dottoressa Maria Montessori. With our admiration and gratitude.” Ze tekende de boodschap samen met Sullivan.
Bij de schoorsteenmantel op de grond staat een afbeelding van een schilderij van Rafael: ‘Madonna in de stoel’. “De ‘Madonna della Seggiola” van Rafaël prijkt in kleuren hoog aan een der wanden (van het lokaal), door ons gekozen als embleem, als symbool van de Case dei Bambini.”
5
“De verbeelding van de goddelijke Rafaël geeft niet slechts de Madonna, schoon en liefelijk, als zuivere maagd en moeder, met haar aanbiddelijke kind, maar naast dit volmaakt symbool van levend en reëel moederschap staat de figuur van Johannes de Doper, die ons, hoewel in de frisse schoonheid van een kind, de zware offers van de wegbereider gedachtig doet zijn.” [Maria Montessori in “De Methode, de Ontdekking van het Kind”]
Het bureau
Achter het bureau hangt helemaal rechts het portret van Alessandro Montessori, de vader van Maria Montessori. Een beetje verscholen achter een plant hangt de oorkonde die hoort bij de benoeming van Montessori tot Officier in de Orde van Oranje – Nassau. Op het bureau staat een kloeke asbak van onyx. Zoals gezegd Mario, en ook zijn moeder, waren ferme rokers.
6
Er werd veel met de hand geschreven aan dit bureau. Daarvan getuigen het inktstel en de grote fles met Gimborn vulpeninkt. Maar er is ook een loodzware Hispano Olivetti schrijfmachine in de studeerkamer. In de bewerkte houten doos zouden postzegels bewaard kunnen zijn.
Het beeld uit Berlijn Tussen de twee ramen die uitzien op de Koninginneweg staat een kast met daarop een Byzantijns beeld. Het is afkomstig uit het Museo di Berlino staat erop. Dat is het Museum für Byzantinische Kunst, een Rijksmuseum in Berlijn.
Het beeld in de studeerkamer is een kopie in terra cotta van een marmeren beeld uit dit museum. Dat is gemaakt door Francesco Laurana (1430 – 1502). Bij oorlogshandelingen in 1945 werd het beeld zwaar beschadigd. Alleen de kop is over. Het stelt de Italiaanse prinses Isabella van Aragon (1470 – 1524) voor. Ze was een prinses van Napels. Later ook nog gravin van Milaan. Ze trouwde met Gian Galeazzo Sforza, de hertog van Milaan. Hoe het borstbeeld in het bezit van Maria Montessori is gekomen weten we niet. Op verschillende plaatsen in Italië en Kroatië vind je borstbeelden zoals dat in de studeerkamer. Er wordt wel gedacht dat Isabella van Aragon model heeft gestaan voor de Mona Lisa van Leonardo da Vinci.
7
Wand met afbeeldingen van Dr. Montessori
Op deze wand zijn foto’s en een schilderij van Maria Montessori te zien uit verschillende periodes in haar leven. Het schilderij is gemaakt door Sir Frank O. Salisbury. Zijn buurman in Engeland was bestuurder van de Britse Montessori Society. Die haalde Salisbury over om een portret van Maria Montessori te schilderen. Het portret werd overgedragen aan de AMI in 1955. In het opleidingsinstituut in Londen. Mario Montessori nam het in ontvangst. Hierbij was ook Claude Claremont 1 aanwezig.
Montessori draagt een soort zwarte toga en heeft een boek in haar hand. In het boek staat Mammalina Immortale. Dat betekent onsterfelijke Mammalina. Maria Montessori werd door intimi wel Mammolina 2 genoemd. Ze ondertekende ook haar brieven wel met die naam. Sir Frank O. Salisbury (1874 – 1962) was een bekende Britse portretschilder die behalve Maria Montessori bij voorbeeld ook Koningin Elizabeth II, Winston Churchill (meerdere keren) en Montgomery of Alamein geschilderd heeft. Hij was een traditio1 2
Claude Claremont en zijn vrouw Francesca leidden de Britse Montessoribeweging. Ze waren ook AMI trainers. Salisbury maakt er Mammalina van. Mammolina betekent ‘viooltje’, een koosnaam.
8
neel schilder die zich afzette tegen zijn ‘moderne’ tijdgenoten als Picasso en Mondriaan. Salisbury was ook heel bekend in de VS. Bezoekers uit China hebben een geborduurde kopie van het schilderij aangeboden aan de AMI. Die kopie is elders in het gebouw opgehangen.
Viola Mammola
Links van het schilderij van Salisbury hangt een van de bekendste foto’s van Maria Montessori. Rechts een reliëf in zilver dat Maria Montessori en profile toont. Zo’n portret en profile zie je niet vaak.
Een kleine foto van Maria Montessori in de studeerkamer toont haar als jonge vrouw in 1898. Ze is dan 28 jaar en net afgestudeerd als arts. Trots en zelfverzekerd kijkt ze de wereld in. Marjan Schwegman schreef in 1999 een biografie over Montessori. Zij koos deze foto, die ze ‘het staatsieportret’ noemde voor de omslag van haar boek. Wat het boekje in haar rechterhand voorstelt weet ik niet. Ook de beeldhouwster Henriëtte Kors uit Noordwijk werd geïnspireerd door deze foto. Zij maakte er een sculptuur van met de bedoeling er een kunstwerk van te maken dat toegankelijk voor kinderen is. Behalve kunstenares is Henriëtte ook Montessorileidster in Oegstgeest. Het beeld kan bij haar besteld worden, bij voorbeeld om het in een Montessorischool te zetten. Zoals in de dertiger jaren van de vorige eeuw de kop van Theo van Reijn, die verderop beschreven wordt. http://henriettekors2.tumblr.com/Maria%20Montessori 9
Enkele details
De zilveren doos uit Karachi - Pakistan
Op de schoorsteenmantel van de studeerkamer van Maria Montessori staat een mooie zilveren doos. Op de deksel staan twee palmboompjes. Dat is een soort schooltje, want je ziet een leraar die een paar kinderen les geeft onder die bomen. Op de inscriptie op de voorkant van de doos lees je dat vertegenwoordigers van de stad Karachi de doos in 1946 hebben aangeboden aan Dr Montessori. Ze gaf er toen voor de tweede keer een cursus. De eerste keer was in 1939 geweest, toen ze net uit Nederland was aangekomen. De derde en laatste cursus gaf ze er in 1949. Samen met haar zoon Mario Montessori en Albert Joosten. In de eerste dagen van 1985 – van de 3de tot en met de 5de januari – werd het twintigste internationale Montessoricongres in Karachi gehouden. De meeste bezoekers uit 1949 waren inmiddels overleden. Maria Montessori in 1952, Mario Montessori in 1982 en Abs Joosten in 1980. Ada Montessori – in 1949 ook aanwezig – was herstellend van een ongeval en was niet instaat te komen. Maar twee kleinkinderen van Dr. Montessori – Mario en Renilde – namen deel aan het congres. Mario onthulde in de Karachi Theosophical Hall , waar de cursus van 1949 gehouden was, een herinneringsplaquette. De doos met inscriptie had eerst in het woonhuis van Dr. Montessori gestaan en daarna in een vitrine in de werkkamer van Mario Montessori in Baarn. Na zijn overlijden zou de doos naar de studeerkamer in Amsterdam moeten verhuizen. Maar Ada Montessori leek het een beter idee om – nu het congres in Karachi gehouden werd – de doos aan de Pakistan Montessori Society te geven. Er ging een zware familiedelegatie naar Karachi, maar de AMI was ook door een aantal bestuursleden vertegenwoordigd. Door Bob Portielje, op dat moment president van de AMI en door Prof. Dr. Jan Koning, oud president. Als derde vertegenwoordigde Fred Kelpin het AMI-bestuur. Hij overhandigde de doos aan de Pakistaanse vereniging. Dit aanbieden was van tevoren met de organisator van het congres – de beminnelijke Gool Minwalla – besproken. Fred Kelpin was dan ook niet weinig verbaasd toen hij in 2000 de doos in de studeerkamer zag staan. Het bleek dat Farida Akbar de doos uit Pakistan mee naar Am-
10
bleside, Engeland, genomen had waar een meeting van AMI-trainers was. Daar werd de doos aan de AMI aangeboden.
Brief van Rabindranat Tagore De brief van Tagore staat rechts op de schoorsteenmantel. Rabindranath Tagore (1861 – 1941) was dichter, schrijver, filosoof en pedagoog. In 1913 won hij als eerste niet Europeaan de Nobelprijs voor literatuur. Van dat geld stichtte hij een Universiteit in zijn woonplaats Santinikatan in de deelstaat Bengalen. Hij woonde in een complex gebouwen dat Uttarayan heette. Het staat allemaal in het rood rechts boven de datum van de brief. Links een monogram van zijn initialen in het Bengaals. Hij dichtte ook in het Bengaals. Tagore schreef geen samenvattend pedagogisch boek. Zijn ideeën tref je verspreid in zijn werken aan. Les moet gegeven worden in de open lucht onder een boom. Zoals de kinderen les krijgen onder de boom op de zilveren doos uit Karachi. Kinderen moeten leren in direct contact met de natuur. Dat moet ook van Montessori, die het ‘going out’ noemde. De levenscycli van planten en dieren moeten bestudeerd worden en de zintuigen moeten worden opgevoed teneinde meer van muziek, literatuur, beeldende kunst, dans en toneel te kunnen genieten. Het klinkt allemaal als bij Maria Montessori.
Tagore (rechts met baard) met Gandhi (links met bril).
11
Officier in de orde van Oranje-Nassau
Op 16 september 1950 behaagde het Koningin Juliana van Nederland om Mevrouw Doctor Maria Montessori te benoemen tot Officier in de Orde van Oranje - Nassau. Een mooie ouderwetse manier van spreken, dat behagen. Als de burgemeester van je woonplaats je dat ‘lintje’ uitreikt zal hij ook nu nog vaak zeggen dat het Zijne Majesteit behaagd heeft. Maar op de oorkonde ‘besluit’ de Koning tegenwoordig te benoemen. Als we even afzien van de Militaire Willemsorde dan kent het Nederlandse Koninkrijk verder in hoofdzaak twee ordes waarin je onderscheiden kunt worden. De Orde van de Nederlandse Leeuw is de oudste en belangrijkste en werd ingesteld in 1815. Daarnaast is er de wat jongere onderscheiding in de Orde van Oranje – Nassau, ingesteld in 1892. Dr. Montessori werd officier in de orde van Oranje-Nassau. Daarom zullen we ons hier tot deze orde beperken. In de tijd waarin Dr. Montessori onderscheiden werd kende de orde minder graden dan nu. De laagste graad was ‘ridder’. De daaropvolgende ‘officier’. Verder kon je nog ‘grootofficier’ , ‘commandeur’ en ‘ridder grootkruis’ worden. Tegenwoordig is de laagste graad ‘lid’ van de orde. Voor Officieren in de orde spelen maatschappelijke verdiensten op internationaal niveau een rol. Die verdiensten had Dr. Montessori ontegenzeggelijk. Hoe hoger de graad, hoe zuiniger de koning ermee is. Opmerkelijk overigens dat Helen Parkhurst, medewerker van Maria Montessori in Amerika, ook onderscheiden werd in dezelfde orde. Parkhurst ging in de Verenigde Staten in 1915 haar eigen weg en stichtte er de Daltonscholen met een van het Montessorionderwijs afgeleide werkwijze. Opmerkelijk dat deze onderscheiding heel wat eerder verleend werd aan Parkhurst dan aan Montessori. In 1937 al.
12
Officier de la Légion d’ Honneur
Op 29 november 1949 werd Dr. Montessori ook benoemd tot ‘Officier de la Légion d’ Honneur’. Het Legioen van Eer is een nationale Franse onderscheiding die in 1802 werd ingesteld door Napoleon Bonaparte toen hij Eerste Consul van Frankrijk was. De orde kent dezelfde indeling in graden als de orde van Oranje-Nassau. Maria Montessori werd – net als bij de Nederlandse Orde – Officier. Koningin Juliana reikte een wat royaler kruis uit dan het bescheiden kruisje dat namens de toenmalige socialistische president Vincent Auriol werd uitgereikt. In tegenstelling tot de Nederlandse koningin ondertekende Auriol echter zelf de oorkonde. Om vast te stellen om welk ‘lintje’ het gaat kun je op het dekseltje van het doosje kijken waarin het kruisje zit. 7 Rue de Solferino staat er, in het zevende arrondissement van Parijs. Daar is het museum van de Nationale Orde van het Legioen van Eer gevestigd. Alle onderscheidingstekens uit de tijd van de koningen van Frankrijk, die voor de revolutie regeerden, waren afgeschaft. Napoleon – die wel van decorum hield – maakte echter een nieuwe start. In 1963 werd ook de Nationale Orde van Verdienste ingesteld. Die staat wat lager in aanzien.
13
Doctor Honoris Causa van de Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam
Op 18 september 1950 werd Maria Montessori Doctor Honoris Causa van de Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam. Haar promotor was Prof. Dr. Helena Stellwag, die op dat moment 5 jaar hoogleraar in de pedagogiek was. Op de foto zit rechts van haar, haar kleinzoon en secretaris Drs. Mario Montessori Jr. Prof. Stellwag roemde het feit dat Montessori zichzelf constant bleef vernieuwen en vond de gedachten die Montessori in haar boek ‘The Absorbent Mind’ beschreven had van groot belang voor de toekomst van de Pedagogiek. Stellwag had veel belangstelling voor het Montessorionderwijs. Tussen 1961 en 1963 voerden twee medewerkers van haar Pedagogisch-Didactisch Instituut (Drs. Blaauw en Drs. Bakker) een rekenonderzoek onder kleuters uit waarin de prestaties van kinderen die een Montessorikleuterschool bezochten werden vergeleken met de prestaties van kinderen die naar een ‘gewone’ kleuterschool gingen. Maria Montessori was niet de enige die een eredoctoraat kreeg tijdens die bijeenkomst. Links vooraan, met de hand langs de wang, zit de tweede ontvanger van een eredoctoraat: Oud Minister van Onderwijs Gerrit Bolkestein, de vader van Frits Bolkestein. Gerrit Bolkestein was Inspecteur van het Voortgezet Onderwijs. Na zijn pensionering werd hij op 68 jarige leeftijd Minister van Onderwijs. Spoedig daarna 14
brak de oorlog uit. Bolkestein maakte deel uit van het oorlogskabinet dat in Londen gevestigd was. Hij vroeg in 1944 Nederlanders in bezet gebied via Radio Oranje om hun belevenissen in oorlogstijd op te schrijven. Dat hoorde Anne Frank in Amsterdam. Ze herschreef aar dagboek om het te zijner tijd als documentatie van de oorlogstijd te kunnen aanbieden. Na de oorlog was Bolkestein adviseur van Minister van der Leeuw. Hij schreef een nota over de vernieuwing van het voortgezet onderwijs die uiteindelijk leidde tot de invoering van de Mammoetwet. Het was niet het enige eredoctoraat dat Maria Montessori verleend werd. Al in 1923 werd ze eredoctor van de universiteit van Durham in het Verenigd Koninkrijk. Het jaartal 1924 naast het krantenknipsel is een vergissing.
Boodschap van Paus Benedictus XV Naast de deur waardoor je binnenkomt hang aan de rechterzijde het portret van Paus Benedictus XV (1914 – 1922). De Paus stuurde aan meerdere mensen zijn foto en schreef er dan een persoonlijke boodschap op. Op 21 november 1918 schrijft hij: “May the apostolic blessing we bestow upon our dearly beloved daughter Maria Montessori signify a pledge of grace and heavenly favours allowing the book ‘The Method of Scientific Pedagogy as applied in Child Education in the Children’s Houses’ to become a fertile source of good.” 3
3
Ik volg ‘Maria Montessori 1870 – 1952 An Anthology’ (2005). ‘Het Kind in de Kerk’ (1933) noemt ‘The Method of Scientific Pedagogy ..’ niet.
15
Elders in het gebouw
Sculptuur van Victor Gutiérrez
Victor Gutiérrez is een in Mexico heel bekende hedendaagse beeldhouwer. Hij maakt natuurgetrouwe beelden die vaak iets symboliseren. Het grote beeld dat hij van Maria Montessori maakte is in 2007 bij het Centro Internacional Villa Montessori geplaatst. Dat is in Mexico in de plaats Morelia (deelstaat Michoacan) Morelia ligt ten westen van Mexico Stad. Aan de twee jongetjes op het balkon kun je zien hoe groot het is. Het Montessorionderwijs bestond in 2007 honderd jaar. Om de symboliek beter te kunnen herkennen is een bewerkte foto links van de originele foto geplaatst. De kunstenaar geeft Montessori een duif in haar rechterhand. Een passend symbool van de vrede; Maria Montessori is bekend als vredespedagoog. In haar linkerhand heeft ze een duizendblok van het gouden materiaal. Evenals Salisbury maakt de kunstenaar hier een slippertje. Hij had haar natuurlijk met het vierkant van tien moeten afbeelden en niet met de kubus van tien. Dat vierkant bestaat uit honderd kralen. In de tuin van het kantoor van de AMI in Amsterdam staat een kleine replica van het standbeeld. Het werd aangeboden door een Mexicaanse delegatie. De duif breekt nogal makkelijk af van de hand en wordt daarom apart bewaard.
Portret van Maria Montessori door Maurice Mendjisky (1890 – 1951)
16
Vroeger hing het portret op de eerste verdieping van het gebouw in de kamers die als kantoor gebruikt worden. Toen deze verdieping gerenoveerd werd verhuisde het portret naar elders in het gebouw. Mario Montessori zit op de foto links schuin voor het portret van zijn moeder dat waarschijnlijk omstreeks 1936 geschilderd is in Parijs. De kantoorverdieping was nog niet verbouwd toen die foto gemaakt werd. Maurice Mendjisky was – zijn naam doet het al vermoeden – van Poolse afkomst. Hij vestigde zich in Parijs, waar hij lid werd van de ‘Parijse school’. Hij was, net als Maria Montessori, een vredesactivist. Hij verenigde schrijvers, musici en schilders in een vredesbeweging waarvan bij voorbeeld ook de schilders Signac, Leger en Picasso deel van uitmaakten. In 2014 werd in Parijs een aan hem en de ‘Parijse scholen’ gewijd museum geopend. Het is een mooi en kleurrijk portret.
Kop in brons door Theo van Reijn (1884 – 1954) Theo van Reijn was een bekende Nederlandse beeldhouwer. Hij maakte bij voorbeeld beelden die het Amsterdamse Amstelstation sieren. De bronzen kop van Maria Montessori maakte hij in 1934. De kop staat op de benedenverdieping op het balkon achter de bibliotheek. Er moeten nog meer van die koppen te vinden zijn in Nederlandse Montessorischolen, want scholen konden een afgietsel kopen.
De materiaalkamer De materiaalkamer is in het pand Koninginneweg 163 gevestigd. Er staat een overzicht van het Montessorimateriaal voor Casa dei Bambini en Lagere School. Bezoekers zijn vaak ook geïnteresseerd in de ‘historische objecten’ die in de kamer te vinden zijn.
De anthropometer In ‘De Methode’ schrijft Dr. Montessori: “Ik liet een anthropometer voor kinderen maken met een schaal van 0,50 tot 1,50 meter en liet aan vlakke kant ervan een klein, verschuifbaar bankje – van 0,30 m hoogte – aanbrengen voor het meten in zittende houding. Tegenwoordig raad ik aan de anthropometer te laten vervaardigen met twee vlakke zijden; aan de ene kant kan dan de totale lengte worden gemeten, aan de andere kant die in zittende houding. op deze laatste kant is de nul aangebracht op 30 cm hoogte, in overeenstemming met de hoogte van het nu vaste bankje.” We kijken dus naar het laatste model. (Anthropos betekent Mens) 17
Er staat heel wat materiaal in de materiaalkamer, geleverd door geautoriseerde materiaalmakers of speciaal voor de AMI gemaakt. Niet zo maar ergens in de verkoop, maar wel aanwezig in de materiaalkamer is het monochord.
De monochords
Maria Montessori beschrijft de monochords in “Zelfopvoeding Deel 2” deel VI Muziek: “Een instrument dat het kind ertoe brengt om muzieknoten te spelen en herkennen is het monochord. Het is een eenvoudig kistje dat geluiden weergeeft, bespannen met één snaar. Eerst moet het instrument gestemd worden met de ‘c’ van de klankstaven. Dat kan door de stemknop (links) vaster of losser te draaien. Het kind kan geleerd worden hoe het de strijkstok van een viool of het plectrum van een mandoline hanteert. Of hoe je de snaren plukt zoals bij een banjo of een harp. Op één van de monochords zijn de noten aangegeven door vaste streepjes. Op het andere monochord ontbreekt deze markering. Het kind moet door te horen de juiste afstanden herkennen die maken dat de noten gespeeld kunnen worden. Het heeft losse staafjes tot zijn beschikking waarmee het kan aangeven op welke plaats een bepaalde noot gespeeld kan worden. Door de gevonden plaatsen te vergelijken met de aangegeven plaatsen op het andere monochord kan het kind zijn werk zelf controleren.”4 Met deze klankstaven wordt het monochord gestemd. Met de eerste witte klankstaaf links speel je de ‘c’ door er met een hamertje op te slaan.
4
“The Advanced Montessori Method - Volume Two” Kalakshetra Publications, Adyar, Madras 20, India 1965. 18