ArchitectuurCentrumEindhoven
Debatten Eindhoven SUPERvillage maandag 21 november 20.00 uur
Eindhoven Brainport
Sinds kort is ELAT gestart. Eindhoven, Leuven, Aken werken samen op het gebied van hoog technologische kennis. Doel is uit te groeien tot een toptechnologie regio in Europees verband. Tot nu toe is het vooral een economische constructie. Wat is de winstverwachting voor de inwoners van Eindhoven? Wie wil er wonen in een stad die ‘voorop in technologie’ loopt? Is Brainport een aantrekkelijke stad? Kan er gerekend worden op een verrijking van het stedelijke voorzieningenniveau? Met o.a.: Roel Rutten, kenniseconoom, UvT Elies Lemkes-Straver, programmadirecteur programma Horizon/Brainport Eindhoven
maandag 28 november 20.00 uur
Eindhoven SUPERvillage
Op een aantal belangrijke momenten in de geschiedenis van de ruimtelijke ordening van Brabant is er bewust gekozen voor decentralisatie van de verstedelijking. Het omvangrijke Brabantse ‘dorpstedelijke’ netwerk biedt nu echter mogelijkheden voor een woonomgeving die in Nederland schaars is: landelijk én goed bereikbaar. Met o.a.: Joks Janssen, architectuurhistoricus, Telos Luuk Boelens, professor in town and countryplanning Universiteit van Utrecht
maandag 19 december 20.00 uur
Eindhoven Bèta-city
Op aanwijzen van Richard Florida (the rise of the creative class) is de jacht op de creatieve klasse geopend. Eindhoven mag zich gelukkig prijzen met een snel groeiende ‘bèta-klasse’ van ontwerpers en uitvinders. Het blijkt echter dat deze groep techneuten er de voorkeur aan geeft om in een traditionele, groene omgeving te wonen. Dit vraagt wellicht om een specifiek type stad, een die toegesneden is op het wensbeeld van haar (toekomstige) bewoners. Is Eindhoven die stad? Met o.a.: Hans Mommaas, Telos Stan Boshouwers, Tinker Imagineers
Debatten vinden plaats in de tentoonstelling MU, Witte Dame, Emmasingel 20 en worden geleid door Jacob Voorthuis. Toegang gratis.
Eindhoven SUPERvillage plan de campagne
Eindhoven SUPERvillage Willemien Ippel
Wie van de Randstad terugrijdt naar het zuiden, ziet, soms in zeer traag tempo vanwege de files, het landschap op zich afkomen. Wie van de Randstad naar het zuiden verhuist, vindt in veel gevallen een huis met een tuin en het is mogelijk om op korte afstand te recreëren in park of bos. En hoewel het lijkt alsof wonen in Eindhoven voor veel mensen een marriage a raison is, worden deze ‘dorpse’ kwaliteiten zeer gewaardeerd. Echter Eindhoven koestert grote ambities om als kennisregio mee te spelen, niet alleen in Nederland maar tenminste in Europa en daarna de wereld. Dit betekent dat wij aantrekkelijker moeten worden, ons moeten gaan verkopen als hét vestigingsklimaat voor bedrijven én hun hoogopgeleide werknemers, want daarop wordt ‘ingezet’. (Als het over voetbal gaat, hoef je in het buitenland meestal niets uit te leggen, maar toch; in de speelgoedcatalogus van Bart Smit worden alleen Ajax en Feyenoord dekbedhoezen aangeboden). Op het gebied van Research and Development staat Eindhoven nu al in de top tien van Europa. Maar Eindhoven is te klein, daarom is een strategische alliantie aangegaan met de steden Leuven en Aken. Opeens kan (nee moet) je binnendoor naar Leuven. De gemeentelijke dienst schrijft een nota over het de toekomst van deze stad, merkwaardig is dat daarbij alleen naar de toekomst binnen de stadsgrenzen gekeken kan worden, immers de gemeentelijke herindeling is niet doorgegaan, terwijl de ambitie toch veel verder gaat. Aan de bureaus Urban Affairs en –Scape werd daarom gevraagd onderzoek te verrichten naar de toekomst van Eindhoven in breder verband. Zij vergeleken een aantal internationale kennisregio’s: Brabant heeft veel van het landschappelijk schoon verloren, er zijn geen bergen en de zee is ver weg. Eindhoven heeft geen historisch centrum in de traditionele zin van het woord. Maar er gloort hoop, wat er al is, kan de grote troef worden, de relatieve rust, de aanwezigheid van groen, de steden Den Bosch en Breda of de dorpen Oirschot en Deurne liggen op ‘fietsafstand’, terwijl Amsterdam, Antwerpen of Düsseldorf op ‘eetafstand’ liggen, het is maar hoe je het bekijkt. Er wordt dan ook een pleidooi gehouden om juist die aspecten te versterken. U leest daar meer over in dit ACEnieuws, u kunt het bekijken tijdens de tentoonstelling in MU en meepraten tijdens de debatten die gehouden worden.
Dorpse dromen Joks Janssen
Wie vandaag de dag een tocht maakt door het
een had er zijn vaste plaats. De geborgenheid
landschap in Noord-Brabant wordt geconfron-
gaf veiligheid, de traditie schiep garanties en
teerd met een uiterst gefragmenteerde
het geloof schonk vastheid in gemoedszaken.
werkelijkheid. In tegenstelling tot veel geïn-
Daarmee vormde de fabrieksstad met zijn
dustrialiseerde regio’s elders in het land kent
lawaai, zijn anonimiteit en zijn normen-
de nederzettingenstructuur hier een sterk
verscheidenheid een schril contrast.” Met deze
gespreid en dorps karakter. Nergens anders in
typering van het vooroorlogse Brabant, schetst
Nederland heeft de gespreide verstedelijking
A. Dieleman een sterke sociaal-culturele en
een zo vruchtbare voedingsbodem kunnen
ruimtelijke tegenstelling tussen stad en plat-
vinden. Het is dan ook de ‘sterrennevel’ aan
teland. Dit was een tegenstelling die het
dorpen die in hoge mate het karakter van
gevolg was van de snelle industrialisatie die
Brabant bepaalt. ‘Brabant is een global suburbia
een stad als Eindhoven in het eerste kwart
geworden. Er is geen echte stad, maar er zijn
van de twintigste eeuw had ondergaan.
ook geen echte dorpen meer’, zo stelde Paul
Daardoor leek de plattelandssamenleving in
Kuypers in 1997. Opvallend is dat ondanks
een ongelijktijdige ontwikkeling te verkeren en
deze functionele en ruimtelijke verweving van
werd de contrastwerking van stad en platte-
het landelijke en stedelijke, en ondanks de
land vergroot. Tegen de achtergrond van deze
ingrijpende veranderingen die de afgelopen
stedelijk-industriële dynamiek werd het platte-
decennia op het Brabantse platteland hebben
land door de katholieke elite steeds vaker
plaatsgevonden, het ‘landelijke’ meestal ten
ingezet als contrastcategorie: de stad als oord
prooi valt aan arcadische visioenen. De alge-
van industriële en mechanische verhoudingen,
mene teneur in het debat over de inrichting
als zedeloos en verwilderd, het platteland als
van het Brabantse platteland wordt bepaald
de belichaming van typisch Brabantse zeden
door geïdealiseerde voorstellingen, door de
en gewoonten. Antoon Coolen schetste in Het
constructie van rurale idylles: zeer positieve
donkere licht (1929) al een somber beeld van
en geromantiseerde beelden van het platte-
Eindhoven. Zijn verhaal belichtte de grote
land. Het romantische verlangen naar het trage
invloed die de massa-industrie uitoefende op
en heilzame landleven van het Brabantse
het Brabantse platteland. In Eindhoven ging
platteland is hardnekkig. Dit hangt samen
Brabant ten onder, zo waarschuwde niet
met het feit dat landelijkheid een kernelement
alleen Coolen.
is in het zelfbeeld van de Brabanders. Het beeld van het echte Brabant, zo wil de overlevering,
De tegenstelling stad-platteland was voor de
is het landelijke Brabant van wuivende koren-
zich emanciperende sociaal-culturele en
velden en groene weiden. Om het ontstaan en
politieke elite van Brabant aanleiding tot een
de ontwikkeling van dit beeld te begrijpen
verscherpt bewustzijn van het agrarische
moeten we terug naar het begin van de twin-
karakter van de Brabantse samenleving. De
tigste eeuw.
regionalisten wierpen zich op als beschermers van de eigen aard en tradities van de katholieke
“De provincie [Noord-Brabant] leefde voor de
Brabanders. De moderne geest mocht het
oorlog in een sterk isolement. Weliswaar
‘onbedorven’ platteland niet aantasten. De
waren er industriële enclaves, maar deze
katholieke oproep tot regionalisme werd inge-
vormden slechts geïsoleerde contrapunten in
geven door de moderniteit, die een vervreem-
een overwegend statisch boerengewest. De
ding van de omgeving en een prijsgeven van
dorpen waren gesloten gemeenschappen met
de traditie tot gevolg had. In een afkeer van de
het kerkgebouw als middelpunt. Alles en ieder-
nivellerende krachten werd aandacht gevraagd
3
voor het regionale, het traditie- en streekge-
van een nieuwe, door het provinciale bestuur
bondene. Daarbij werd het specifiek regionale
gepropageerde maatschappijvisie. Cirkels met
gezien als een afgeleide van de eigen Brabantse
een straal van zes kilometer kaderden de
cultuur, als een complex van groepseigenaar-
maximale woon-werkafstand van de Brabantse
digheden die het wezenlijke bepalen van de
plattelandsbewoner in. Deze antistedelijke
volksgemeenschap. Kenmerkend voor het
mentaliteit werd nog eens bevestigd in 1954
‘Brabants-eigene’ waren onder andere het
met de oprichting van de Commissie Grote
katholicisme, het gemeenschapsbesef, het leven
Stad, die zich moest buigen over de stads-
in de traditie, de luister en praal in het open-
ontwikkeling in Brabant, die van Eindhoven in
bare leven. Zo werd een cultuurbegrip met
het bijzonder. Men wilde achterhalen wat de
normatieve waarde geïntroduceerd, waarbij
sociaal-religieuze consequenties waren van
alles wat van buiten kwam argwanend werd
concentratie of decentralisatie van de verste-
bekeken. Het streekeigene werd een afbakenend
delijking in de regio. De meeste commissieleden
concept dat een kunstmatig onderscheid in
spraken zich, evenals in het Welvaartsplan het
stand hield tussen boven en beneden de
geval was, uit voor een dorpsgewijze verstede-
Moerdijk, tussen stad en platteland, tussen
lijking volgens parochiaal principe, om zo de
katholicisme enerzijds en socialisme en libera-
Brabantse eigenheid en het katholieke karakter
lisme anderzijds. Halverwege de jaren dertig
van de bevolking te kunnen behouden.
kreeg deze visie steeds meer aanhang. Daarbij
4
werd het dorp opgevoerd als bolwerk van
In de jaren zestig, tijdens de Gründerzeit van
Brabantse identiteit. De Brabander zou de
de modernisering werd de oude plattelands-
ruimte dorpsgewijs bewonen, zo was de
samenleving als richtsnoer voor het handelen
veronderstelling. De moderne invloed op de
door de bestuurders en planologen verlaten.
ontwikkeling van het platteland moest worden
Ze paste niet meer bij de opvattingen over
gekeerd.
vooruitgang en moderniteit. Desondanks bleef het platteland voor grote delen van de
In de naoorlogse periode culmineerden de
Brabantse bevolking nog onverminderd van
ideeën over het Brabantse platteland in het
betekenis. De mythe van het traditionele plat-
door de Commissaris van de Koningin J.E. de
teland en de Brabantse eigenheid, zoals die in
Quay cum suis geformuleerde Welvaartsplan
het vooroorlogse regionalisme was uitgetekend,
(1947-1949). Afgedwongen door een omvang-
bleef een positieve categorie in het populaire
rijke bevolkingsgroei en ingegeven door anti-
discours en werd in clichématige vorm einde-
stedelijke sentimenten en een agrarische
loos herhaald. In de jaren zeventig ontstond
geïnspireerde ideologie, werd besloten het
ook in de planologie weer aandacht voor het
gehele Brabantse platteland tot werkterrein
‘Brabants eigene’. Dit was deels een reactie op
van industrievestiging te verklaren.
de doorgeschoten instrumentalisering van de
Uitgangspunt van dit plan was een sterk
rurale ruimte, als gevolg van de ruilverkaveling
gedecentraliseerde industrialisatie van het
en de voortgaande verstedelijking, deels een
platteland. Niet de arbeider moest naar het
herijking van de modernistische plannings-
werk worden gebracht, maar het werk naar de
ideologie die onvoldoende in staat bleek de
arbeider. De Brabantse mens mocht niet uit
groeiende behoefte aan identiteit vorm te
zijn natuurlijke, dorpse omgeving worden
geven. Zo werd in het streekplan voor Midden-
gehaald, anders zou hij ten onder gaan in de
en Oost-Brabant uit 1978 de landschappelijke
grootstad. Het Brabantse platteland met zijn
eigenheid van de regio als dragend principe
dorpse samenleving werd het dragend idee
van de ruimtelijke inrichting opgevoerd. “Met
name in Brabant biedt het streekeigene vele
werd opgestart – opdracht om te onderzoeken
suburbanisatie van datzelfde platteland. Door
groene Brabant op. De sociaal-culturele en
aantrekkelijke gegevenheden. De aanpak die
hoe de culturele identiteit van Brabant ruimtelijk
de antistedelijke politiek bezit ieder dorp nu
ruimtelijke verwevenheid van rood en groen
vroeger spontaan op lokaal niveau tot eigen-
vorm te geven. Datzelfde manifest hield ook een
zijn eigen woonwijk, winkelcentrum en goed
zorgt er tevens voor dat de scheiding tussen
heid leidde, kan nu ook – planmatig – op
sterk pleidooi om Brabant weer dorpsgewijs te
ontsloten wegennet. De idylle van het landelijke
een stedelijke en een plattelandsidentiteit
regionale schaal gevolgd worden door de
bewonen. Deze omarming van het ‘dorpse
Brabant is daardoor in zijn tegendeel komen
langzaam maar zeker verdwijnt. In deze situatie
stedenbouw op het regionale landschap te
Brabant’ riep het vooroorlogse debat onder
te verkeren. Niet in Eindhoven, maar op het
heeft het geen zin meer stad en land tegen
laten inspelen”, zo stelden de planologen.
architecten en de naoorlogse, door de provincie
omringende platteland dreigt Brabant aan zijn
elkaar uit te spelen. De toekomstige opgave
Ontdaan van de ideologische connotaties die
bepleitte ‘dorpse planologie’, weer in herinnering.
succes ten onder te gaan.
van Brabant is dan ook om rood en groen op
het Brabants eigene in de vooroorlogse periode
Het manifest beoogde het dorpse nederzetting-
kenmerkte, werd de eigenheid nu gereduceerd
enpatroon van Brabant te stimuleren, vanuit
Voor de toekomst lijkt het dan ook zinvol de
elkaar te verknopen. Een centrale vraag daarbij
tot een cultuurhistorische drager voor de
de idee dat ze aansloot bij een voor Brabant
zo gekoesterde plattelandsidentiteit te herijken
is welke stedelijke kwaliteiten we willen
ruimtelijke ordening.
typerende, landelijke leefwijze. Daarin verschilde
en actualiseren. Brabant is immers geen platte-
nastreven in het verstrooide stadslandschap
ze nauwelijks van de romantische opvatting
landsprovincie meer, maar in wezen een dun-
van de toekomst en, nog belangrijker, welke
In de jaren tachtig, toen de economische
die Brabant-ideoloog P.C. de Brouwer begin
bevolkte metropool, een verstrooide stad,
groene kwaliteiten daar onderdeel van uitmaken.
recessie toesloeg, was de aandacht in de
jaren vijftig nog uitte, namelijk dat ‘Brabant van
waarin stad en land geen tegengestelde een-
Deze vragen kunnen alleen beantwoord worden
ruimtelijke ordening vanzelfsprekend minder
afkomst agrarisch is en zijn cultuur daarom
heden zijn, maar onlosmakelijk met elkaar
als de idyllische beelden die het debat over de
gericht op ruimtelijke eigenheid en identiteit.
ook een dorpscultuur’.
verbonden. Stad en land zijn in Brabant
ruimtelijke ordening van het Brabantse platte-
complementair. Iedere plattelandsbewoner in
land in de twintigste eeuw hebben beheerst,
Er moest werkgelegenheid gecreëerd worden
6
een kwalitatief hoogstaande manier met
en de planologie zou daarvoor de nodige rand-
Opvallend is dus dat men in Brabant, ondanks
Brabant maakt immers gebruik van de stede-
worden verlaten. Dan ontstaat ruimte voor
voorwaarden scheppen. Spreken over ongrijp-
de teloorgang van de katholiek geïnspireerde
lijke voorzieningen en omgekeerd zoeken
meer ontspannen, maar tegelijkertijd ook
bare zaken als identiteit was in deze context
visie op het platteland als gevolg van de snelle
stedelingen in hun vrije tijd de ruimte van het
realistischer denkmodellen en planfiguren.
natuurlijk uit den boze. Daarnaast was men
ontkerkelijking en ontzuiling in de periode na
tot de overtuiging gekomen dat de Brabantse
1965, is blijven geloven in het ideaal van een
identiteit in feite een sleets construct was
dorpse samenleving. Deze behoefte aan een
geworden. Dit kwam onder meer tot uitdruk-
zuiver en ongerept platteland ontwikkelde zich
king in de titel van een bundel opstellen. In De
in een periode waarin het platteland zelf sterke
oplossing van Brabant (1987) werd nadrukkelijk
wijzigingen onderging door ruilverkaveling en
afstand genomen van de traditie. Maar ook dit
verstedelijking. Ook nu weer staat het
afscheid was niet van lange duur, want in de
Brabantse platteland aan de vooravond van
jaren negentig leefde de aandacht voor regio-
een ingrijpende reorganisatie. De landbouw is
nale identiteit weer op. Voor een deel was
op zijn retour en stedelingen zien de kans
deze hernieuwde aandacht een reactie op het
schoon om hun woon- en recreatiewensen in
proces van mondialisering. De daarmee
het buitengebied te realiseren. Tegen de achter-
samenhangende teloorgang van het nationale
grond van deze veranderingen kan men zich
modernisme liet meer ruimte voor populaire
afvragen of het nostalgische ideaal van het
smaak. Daarnaast was de belangstelling voor
dorpse Brabant nog voldoende potentie biedt
het regionale erfgoed resultaat van de sterk
voor de toekomstige inrichting van de provincie.
toegenomen mobiliteit. Juist het gereis en de
Juist de voortdurende nadruk op de waarden
confrontatie met ‘het vreemde’ zorgde voor
van het platteland, zo moeten we achteraf
een herwaardering van de eigen plek en
constateren, heeft geleid tot een enorme
plaats. Ook in Brabant leidde deze ontwikke-
paradox. Het nagestreefde beeld van het dorpse
lingen tot een heropleving van het regiogevoel.
Brabant heeft ervoor gezorgd dat van de
Niet voor niets kreeg Dirk Sijmons in het kader
traditionele dorpen nauwelijks iets is over-
van het Manifest Brabant 2050 – een provinciale
gebleven. Het beeld van Brabant als een platte-
toekomstverkenning die eind jaren negentig
landsprovincie heeft geresulteerd in de volledige
7
Gebruikte literatuur – A.J.A. Bijsterveld, ‘De cultuurhistorische betekenis van de Brabantse boerderijen en het Brabantse landschap. Tussen romantiek en realisme’, De Landeigenaar 5 (2003) 8-10 – P.C. de Brouwer, ‘Het Brabantse volk’, in: J.E. de Quay (red.), Het nieuwe Brabant (Den Bosch 1953) 5-28 – A. Dieleman, ‘De ontsnapping van de jeugd. Modernisering van de katholieke pedagogiek in Brabant’, in: G. Kruis (red.), De oplossing van Brabant (Tilburg 1987) 97-112 – Joks Janssen, ‘Nostalgisch landschap. Planning tussen musealisering en modernisering’, OASE/Architectuurtijdschrift 60 (2002) 77-101
– Paul Kuypers, ‘Onverwerkt verleden. Over-leven in Brabant’, in: Jos van der Lans e.a. (red.), In verband met Brabant. Beschouwingen bij het vijftigjarig bestaan van het PON (Tilburg 1997) 167-197 – Dirk Sijmons, ‘Brabant: een mogelijke voortzetting’ , in: D. Sijmons en F. Feddes, =Landschap (Amsterdam 1998) 163-182
Van companytown naar Brainport
Dit heeft er toe geleid dat de Nederlandse
Eindhoven SUPERvillage
Zuidoost Brabant geldt als de meest toonaan-
brainport in de ranglijsten tot de top tien van
gevende kennis- en innovatieregio van
belangrijkste innovatieve regio’s van Europa
Nederland en is met de aanduiding Brainport
behoort.
plan de campagne Urban Affairs en –Scape Florian Boer, Theo Hauben, Marco Vermeulen
door het kabinet aangewezen als sleutelgebied voor de nationale economie. Mede dankzij de aanwezigheid van Philips en een veelvoud aan
Brainport in Europa
private investeringen is er in Eindhoven en
Zuidoost Brabant is weliswaar onbetwist de
omgeving in de vorige eeuw een belangrijk
belangrijkste kennisregio van Nederland; een
netwerk van onderzoeksinstellingen en kennis-
blijvend sterke positie van deze regio op
intensieve bedrijven ontstaan.
Europese schaal is echter niet vanzelfsprekend.
Een aantal belangrijke wapenfeiten uit bijvoor-
De internationale concurrentie wordt steeds
beeld de geschiedenis van de consumenten-
scherper. Wil de Nederlandse Brainport kunnen
elektronica zagen op Eindhovense bodem het
overleven in concurrentie met andere kennis-
licht. Behalve een rijke innovatietraditie is er
regio’s dan zal deze vanuit economisch beginsel
ook een belangrijke belofte voor de toekomst.
substantieel moeten blijven groeien. Een
Zeker nu een groot deel van de maakindustrie
succesvolle brainport is een omgeving waarin
naar lage lonenlanden is verplaatst, lijkt specia-
zich een maximaal aantal innovatieve bedrijven
lisatie in innovatie de Eindhovense regio een
en kennisinstituten bevinden, zodat de over-
goed economisch perspectief te bieden. De
dracht en uitwisseling van kennis en eventuele
kennisontwikkeling beperkt zich inmiddels niet
samenwerking eenvoudig is. Om deze synergie
meer tot de laboratoria van Philips. Het grootste
optimaal te laten functioneren is een bepaalde
deel van álle Research en Development activiteiten
kritische massa aan bedrijven en instituten
in Nederland vindt in Zuidoost Brabant plaats.
noodzakelijk. Het ambitieuze concept brainport
Brainport Zuidoost Brabant
9
zal dan ook nooit een exclusief Eindhovens
hiermee uiteraard een gegeneraliseerd beeld
gevoelens koesteren voor het Brabantse land,
product zijn. Eindhoven is te klein. Het is om
van de kenniswerker wordt geschetst is het
is een concurrentiepositie op grotere schaal
deze reden dat Eindhoven een alliantie heeft
interessant om na te gaan wat dit betekent
niet vanzelfsprekend. Door de bio-industrie en
gesloten met Leuven en Aken, om samen een
voor de toekomstige verschijningsvorm van
de verspreide verstedelijking is er weinig meer
concurrerende positie te verwerven als nieuwe
Brainport Eindhoven. De vraag is op welke
over van het land van Van Gogh.
economische eenheid met drie toonaangevende
wijze de woonwensen van een groeiende
Zuidoost Brabant heeft géén stedelijke magneet.
universiteiten.
Eindhovense bètaklasse kunnen worden
Hoewel tweehonderdduizend inwoners in
geaccommodeerd.
Nederland de vijfde stad betekent, is Eindhoven geen stad die bovenaan het verlanglijstje
Quality of life
10
staat van jobhoppende wereldburgers.
Er is behoefte is aan een internationaal (!)
Kapitale landschappen
Zuidoost Brabant heeft géén schone lucht. De
aantrekkelijk vestigingsklimaat voor kennis-
Een van de aspecten die opvalt bij het vergelijken
regio behoort in Europa samen met de
instellingen en kennisgerelateerde industrie.
van enkele succesvolle innovatieve regio’s in
Randstad tot de gebieden met de slechtste
De regio moet alles in het werk stellen om
Europa, Azië en de Verenigde Staten, is dat
luchtkwaliteit en het hoogste gehalte fijnstof.
nieuwe bedrijven én kenniswerkers uit de hele
deze regio’s zich zonder uitzondering nadruk-
Zuidoost Brabant heeft géén lekker weer.
wereld aan te trekken. Deze kenniswerkers
kelijk afficheren met de omgeving waarin ze
Althans niet zo lekker als in de kennisregio’s
kiezen echter niet alleen voor een goede baan,
gelegen zijn. Soms betreft dit de nabijheid van
aan de Middellandse Zee.
maar ook voor een aantrekkelijke omgeving
een aantrekkelijke stedelijke magneet. Zo draagt
om in te werken en, al dan niet met hun gezin,
San Francisco in grote mate bij aan het imago
in te kunnen wonen. Veel bedrijven in de
van het weinig inspirerende Silicon Valley.
Brabant dreaming
kennissector zijn afhankelijk van het arbeids-
Meestal zijn het echter aantrekkelijke land-
Zuidoost Brabant is een comfortabele regio.
potentieel en laten zich bij de keuze van een
schappelijke omgevingen die het goed doen bij
Dit klinkt niet sexy, maar is wel relevant. In
vestigingsplaats steeds vaker leiden door de
de werving van kenniswerkers. En als er dan
tegenstelling tot de meer afgelegen landelijke
woonvoorkeur van (toekomstige) werknemers.
toch gekozen moet worden, gaat de voorkeur
provincies in Nederland wordt een landelijke
Het succes van een kennisregio wordt dus
uit naar omgevingen met veel zon en schone
woonomgeving in Zuidoost Brabant gecombi-
indirect en in toenemende mate bepaald door
lucht. Over het algemeen zijn het de kapitale
neerd met een goede bereikbaarheid en een
de quality of life tijdens, maar vooral ook
landschappen, zoals de Alpen of de Middellandse
uitgebreid voorzieningenapparaat. Dankzij
buiten werktijd. Wil Brainport Eindhoven slagen,
Zee, die ook voor een kenniswerker uit Korea als
decennia van provinciale decentralisatiepolitiek
dan zal er niet alleen fors in de kennisinfrastruc-
aansprekend decorum voor een toekomstige
zijn de stedelijke voorzieningen gelijkelijk ver-
tuur geïnvesteerd moeten worden, maar veel
levensfase in Europa kunnen fungeren.
deeld onder elkaar beconcurrerende dorpen en
09 – 17 uur
meer nog in een aantrekkelijk landschap waarin
steden en beschikt de regio over een fijnmazig
geleefd kan worden.
wegennet. Via dit wegennet staat iedere locatie 17 – 09 uur
Let’s face it
in Zuidoost Brabant in goede verbinding met
Wat maakt de Eindhovense Brainport aantrek-
alle regionale voorzieningen. Maar ook met
Bètaklasse
huiselijk bestaan in een relatief prikkelarme
kelijk om in te wonen en te werken?
het rijkswegennet, zodat de centrale ligging
Uit onderzoek blijkt dat de meeste kennis-
omgeving. Zij prefereren een lange boswandeling
Zuidoost Brabant heeft géén kapitaal land-
tussen Randstad, Ruhrgebied en Vlaamse Ruit
werkers niet zozeer op zoek zijn naar hoog-
boven een bezoek aan het theater en gaan liever
schap. Hoewel veel Nederlanders warme
ten volste wordt benut. De kracht van de regio
dynamische stedelijke omgevingen, maar eerder
sporten dan stappen. Veel kenniswerkers hebben
naar een rustig, veilig en groen woon- en
tijdelijke arbeidscontracten van hooguit enkele
werkmilieu. Creativiteit in bijvoorbeeld de
jaren, waarmee zij ook tijdelijke bewoners van
nanotechnologie blijkt minder snel gepaard te
de stad zijn. Dit biedt een andere kijk op het
gaan met een sociaal uitbundig en cultureel
idee van thuisstad. De sociale geografie van
dynamisch leven. Veel bètacreatievelingen
een tijdelijke bewoner is wezenlijk anders als
hebben uiterst traditionele woonwensen en
die van een autochtone resident en zal zich
geven de voorkeur aan een meer introvert en
concentreren op en rond de campus. Hoewel
11
Brainport genealogy: kennisregio’s in de wereld
trage woonomgeving. De comfortzone van
Supervillage
Zuidoost Brabant biedt een doordeweekse
Eindhoven staat met een economische ambitie
woonkwaliteit die in het weekend of in vakantie-
op een ruimtelijke tweesprong. Eindhoven
tijd kan worden afgewisseld met meer exotische
verbouwen tot spannende metropool is niet
bestemmingen, waaronder steden en land-
alleen onnodig, maar ook onhaalbaar en dus-
schappen buiten de regio.
danig ver uit zicht dat dit perspectief nooit in
Hoewel de regio zelf geen stad van wereld-
staat zal zijn om op kortere termijn een bij-
formaat heeft, noch een monumentaal land-
drage te leveren aan een concurrerend imago
schap, zijn een aantal historische steden en
op Europees niveau. Hetzelfde geldt voor de
landschappen vanuit de regio eenvoudig te
aanleg of reconstructie van een ruraal idyllisch
bereiken op maximaal anderhalf uur rijden
landschap. Dit is niet alleen onbetaalbaar,
afstand. Vanuit buitenlands perspectief is dit
maar ontkent daarnaast volledig de huidige
een minimale reisafstand die zeker voor
dynamiek van de regio Zuidoost Brabant.
recreatieve doeleinden nagenoeg verwaarloos-
Beter is het om goed te kijken naar de aanwe-
wordt gevormd door de paradoxale combinatie
baar is. Met andere woorden: de steden en het
zige potenties van stad en land en ruimtelijke
van een langzame, landelijke thuiswereld en
landschap van Zuidoost Brabant hoeven zich
concepten voor de toekomst hierop te baseren.
een snel generiek netwerk. Hiermee tekent zich
dus niet te meten met Hollandse, Belgische en
De kracht van de regio zit niet in de steden,
ook een conditie af die uitermate aantrekkelijk
Duitse toeristenbestemmingen, omdat deze
noch in het landschap, maar in het kleinscha-
is voor kenniswerkers uit de hele wereld.
als satellieten eenvoudigweg al deel uit maken
lige dorpstedelijke netwerk waarin deze twee
Aantakking aan het mondiale netwerk is voor
van de brainport. Sterker nog: het is zelfs
contrastcategorieën worden gecombineerd.
hen van groot belang, maar tegelijkertijd is er
onverstandig en verspilling van energie om
Door uitbreiding en verdere verfijning van dit
een grote behoefte aan een meer traditionele,
deze krachtmeting aan te gaan.
cultuurhistorische netwerk kan de benodigde
Best of both worlds
groei worden gerealiseerd met behoud van
14
intimiteit en parochiale waarden. Een rijke Brabantse traditie van decentralisatie van de verstedelijking verdient het te worden gecontinueerd. Dit staat echter zwaar onder druk van Het recreatief bereik van
het alsmaar uitdijend stedelijk gebied. Het is
Zuidoost Brabant
de hoogste tijd voor een overkoepelend concept dat het ruimtelijk potentieel verzilvert en het
Landschap met laadvermogen
imago van de regio (be)vestigt. De brainport als Supervillage ligt binnen bereik.
lissen. Versnippering van het landschap werd hier in de hand gewerkt door het Frankische systeem van overerving. In tegenstelling tot
Arcadia Conclusus
het Angelsaksische systeem waarbij de oudste
De sleutel tot de ware gedaante van Brainport
zoon eigenaar werd van het volledige land van
ligt in een uitgebalanceerde afstemming en
zijn vader, werd het in Brabant gelijkelijk
vervlechting van stad en land. Niet ieder land-
verdeeld onder de mannelijke erfgenamen. Op
schap is hiervoor even geschikt. De weidsheid
de bescheiden percelen was intensieve veeteelt,
van de Hollandse polderlandschappen raakt al
later de bio-industrie, de enige manier van
beschadigd als er ergens aan de horizon
overleven. Het erfsysteem en decennia van
verstedelijking zichtbaar is. Het Brabantse
ruilverkaveling hebben geleid tot een uiterst
landschap is anders: het heeft geen horizon.
gefragmenteerd boslandschap. Samen vormen
Er zijn hier zijn geen vergezichten en iedere
deze bosfragmenten een meer gesloten,
blik wordt al spoedig begrensd door boomcou-
interieur landschap, waarin oneindig veel
16
kleinere ruimtes zich schuilhouden. Het mani-
De erfenis van de bio-industrie
festeert zich als een uitgestrekt en complex
Vooralsnog wordt deze architectuur grotendeels
landschappelijk bouwwerk, waarvan de wanden
bewoond door de bio-industrie met varkens-
door bomen worden gevormd. Met deze bomen
schuren en maïsvelden. Slechts sommige
is in de loop der tijd een indrukwekkende
kleinere kamers vormen paradijselijk verborgen
architectuur van buitenruimtes ontstaan:
omgevingen voor kleine gehuchten en particu-
kamers, gangen en nissen in alle soorten en
liere woonhuizen. Er is echter een grote trans-
maten wisselen elkaar af. Er is geen land-
formatie van de Brabantse zandgronden op
schap in Nederland dat zoveel laadvermogen
komst. De varkensindustrie is eind vorige
heeft als het Brabantse landschap. Het is een
eeuw met de varkenspest behoorlijk hard op
landschap dat kan groeien door verfijning en
haar grenzen gestuit en massaal trekken de
inbreiding zonder uit te dijen. Het vouwt zich
boeren zich, vrijwillig of niet, terug uit deze ooit
daarbij steeds verder ineen teneinde het
zeer lucratieve sector. Andere boerenbedrijven
contact tussen stad en land te maximaliseren.
worden samengebracht in controleerbare
Grootschalige stedelijke voorzieningen kunnen
landbouwconcentratiegebieden. De erfenis van
zich vlakbij kleinschalige dorpse woonmilieus
deze grootschalige agrarische industrie is een
bevinden, zonder dat zij zichtbaar voor elkaar
zwaargehavend land doordrenkt met nitraten
zijn. Dit is feitelijk het enige Nederlandse land-
en fosfaten, systematisch ontdaan van na-
schap dat geschikt is voor de groeiambitie van
genoeg alle arcadische kenmerken. Er is echter
Brainport, waarbij een dorpse omgeving
geen reden om te treuren om vervlogen tijden.
gecombineerd kan worden met stedelijke
Het platteland mag dan failliet zijn, het land-
voorzieningen. Een landschap dat het mogelijk
schap daarentegen is geenszins een ruïne,
maakt om de rurale woonidylle op grote schaal
maar eerder een cultuurhistorisch bouwwerk
te huisvesten.
dat wacht op nieuwe kolonisatie.
Verdeling van de grond in Zuidoost Brabant
17
Toekomstbeeld na reconstructie
Principe van de reconstructie
Reconstructie
naar speciale landbouwconcentratiegebieden
Het inrichten van de vrijkomende zandgronden
of uitgekocht en opgeheven. Met name de
is een ingrijpende operatie van ongekende
varkensschuren, die getuigen van een industriële
omvang. De provincie is vastbesloten om het
productie, passen niet in het beeld dat hoort
Brabantse platteland te ‘redden’ en voert een
bij een vermeende agrarische identiteit en
defensief beleid in het buitengebied, vastgelegd
worden afgebroken. Het opkopen, uitkopen en
in het Streekplan. Juridisch gezien is het
verplaatsen van boerenbedrijven alsmede de
platteland op slot gezet, wat betekent dat hier
sloopwerkzaamheden, worden voor een groot
slechts bij hoge uitzondering gebouwd mag
deel bekostigd door de ontwikkeling van nieuwe
worden. Er zijn speciale reconstructiecommissies
bouwgrond aan de rand van steden en dorpen.
in het leven geroepen die per regio bepalen op
Met toestemming van de provincie wordt hier
welke wijze het landschap dient te worden
het strikt gevoerde beleid met betrekking tot
hersteld. Boerenbedrijven worden verplaatst
het buitengebied losgelaten. Landbouwgrond,
18
dat slechts een fractie kost van bouwgrond,
verder verwijderd is van dit kostbare landschap.
Bouwen aan landschap
wordt te gelde gemaakt door de bestemming
De steden en dorpen komen met hun uitbrei-
Met het vrijkomen van zandgronden dient zich
om te zetten in bouwgrond. De reconstructie
dingsplannen noodgedwongen meestal niet
een kans aan voor een suburbane woonvorm
van het landschap is minder onschuldig dan het
veel verder dan de zoveelste bebouwingsschil
die een cultuurlandschap op zich vormt waarin
lijkt, omdat deze hand in hand gaat met de groei
die weinig te maken heeft met landelijk wonen.
het landelijk wonen als vanzelf wordt geac-
van het stedelijk gebied. Wanneer alle momen-
Juist het polariseren van stad en land zorgt
commodeerd. De grootste uitdaging voor
teel bekende toekomstige bouwlocaties worden
ervoor dat het contact tussen deze twee
Zuidoost Brabant is om zoveel mogelijk
ingetekend, is goed te zien waar ook de regio
werelden verloren gaat. Zuidoost Brabant zal
woningen te voorzien van een groene omge-
Zuidoost Brabant op af stevent: een steeds
zich niet van andere kennisregio’s kunnen
ving. Hiervoor hoeven bestaande natuurgebie-
verder aaneengesloten verstedelijkt gebied in
onderscheiden als ook hier de dorpen steden
den niet te worden aangetast. Dit hoeft ook
een landschap dat zijn functie heeft verloren.
worden. De vraag rijst of de Brabantse conditie
niet te betekenen dat reeds vastgestelde
niet meer recht wordt gedaan als het landschap
ambities, bijvoorbeeld met betrekking tot het
vereenvoudigen en opschorten van belemme-
Rood en groen
niet robuuster, maar juist meer wordt verfijnd,
bebouwingsvrij maken van de beekdalen, over-
rende regels en wetten. Innovatie betekent
De reconstructie van het Brabantse Land
zodat het contrast tussen rood en groen niet
boord gezet moeten worden. Belangrijk is dat
volgens deze commissie het nemen van risico’s
moet de scheiding van rood en groen bewerk-
op het niveau van de hele
het geld dat benodigd is voor de reconstructie
en Eindhoven kan daarbij een proeftuin zijn,
stelligen. Er wordt echter geen eenduidige
provincie, maar op het niveau van het indivi-
van deze beekdalen, niet aan de rand van de
ook op het gebied van regelgeving.
uitspraak gedaan over de toekomst van grote
duele huis betekenis krijgt. Een meer offensie-
steden en dorpen wordt verdiend, maar in het
Wij stellen één eenvoudige basisregel voor
gebieden die niet met behulp van deze beperkte
ve benadering is wenselijk waarbij het tussen-
landelijk gebied zélf, in het zogeheten verwe-
met betrekking tot de ruimtelijke ordening van
kleurtechniek te definiëren zijn. Los van de
gebied onderwerp van landelijke
vinggebied. Er moet naar bouwlocaties gezocht
het buitengebied in de brainport. Een regel die
vraag of de reconstructie ook een werkelijk
verstedelijking wordt gemaakt. Het is tijd voor
worden, juist daar waar het productielandschap
stad en land ondubbelzinnig met elkaar
aantrekkelijk landschap oplevert, zal het door
een nieuw Zuidoost Brabants landschap waar
zijn functie heeft verloren. De belangrijkste
verknoopt en bewoners 1:1 in contact brengt
de eenzijdige recreatieve functie door velen
groene en rode lijnen samenvallen. De kleur-
redenen waarom er nu niet gebouwd mag
met een groene woonomgeving: Iedereen die
gemiddeld slechts enkele malen per jaar
techniek moet hiertoe worden gewijzigd van
worden in het buitengebied, vinden hun
wil bouwen in het buitengebied moet de
bezocht worden. De overige tijd wordt er
vlekkenplannen naar meer genuanceerde
oorsprong in de angst dat iedere vorm van
aangekochte grond voor minimaal 50% met
gewoond in stedelijk gebied, dat juist steeds
mengvormen.
bebouwing een aanslag vormt op het landschap.
bomen beplanten. De andere helft biedt ruimte
Echter, juist in het gesloten Brabantse land-
aan bebouwing en kan worden ingericht als
schap is deze angst niet terecht. Het is wel
tuin en parkeergelegenheid. Afhankelijk van de
degelijk mogelijk om aantrekkelijke groene
locatie kunnen er door gemeenten aanvullende
woonmilieus te creëren die bijdragen aan een
richtlijnen worden gesteld, bijvoorbeeld met
verdere detaillering van het cultuurlandschap.
betrekking tot het bebouwingspercentage. Van
Wij stellen voor te zoeken naar mechanismen
belang is dat iedere ontwikkeling in het buiten-
waarbij bouwen in het buitengebied betekent
gebied voor de helft bijdraagt aan een duurzaam
dat er gelijktijdig aan landschap gebouwd
woonlandschap. Slechts de helft van de betref-
wordt. Niet ergens anders in de vorm van
fende grond ondergaat vooraf een bestem-
zogeheten compensatiegroen, maar juist op
mingswijziging tot bouwgrond. De andere helft
de plek waar gebouwd wordt, daar waar de
blijft landbouwgrond en kan dus ook tegen een
bewoners er het meeste profijt van hebben.
lager tarief verworven worden. De aanplant
Maximaal contactoppervlak
van de bomen alsmede het onderhoud is voor eigen rekening. De fifty-fifty regel heeft een
Genuanceerde mengvormen van rood en groen
Fifty-fifty
algemene geldigheid en is op democratische
Volgens de commissie Sistermans, die in
wijze onafhankelijk van de hoedanigheid van de
opdracht van de gemeente Eindhoven een actie-
initiatiefnemer en de omvang van de woning.
programma ontwikkelt om de huidige kennis-
Dat wil zeggen dat deze niet alleen van toepas-
infrastructuur in de regio verder te versterken,
sing is op vrije kavels, maar ook op project-
gaat een technologie hotspot gepaard met het
matige ontwikkelingen. Daarnaast is de regel
19
behalve voor woningbouw ook geldig voor ander-
voor iedereen toegankelijke netwerk van wegen
soortige ontwikkelingen in het buitengebied,
en paden. Deze reeds aanwezige fijnmazige
zoals de aanleg nieuwe bedrijventerreinen en
doordringbaarheid van het landschap en het
recreatieve voorzieningen.
openbaar gebied blijft daarbij ongewijzigd groot. Het particuliere landschap is nadrukkelijk complementair aan het bestaande collectieve
Particulier landschap
landschap, daar waar lange natuurwandelingen
Het toekomstige Brabantse landschap zal in
gemaakt kunnen worden in bossen, heides en
deze visie geen gesubsidieerd landschap hoeven
beekdalen.
te zijn, maar komt voort uit particulier initiatief
Fifty fifty as you wish
en wordt gefinancierd en beheerd met private
20
middelen en inzet. Dit maakt het niet alleen een
Van klein naar groot
aantrekkelijk, maar ook een haalbaar perspec-
Ongeacht de grootte van de ontwikkeling zal
tief. Eigenaars beschikken over hun eigen stuk
altijd vijftig procent van het eigendom worden
landschapsbouw en zijn zelf verantwoordelijk
bebost. In het geval van vrije kavels zijn
voor het groen waarin zij wonen. Het landschap
bewoners vrij in de wijze waarop zij hun kavel
dat gevormd wordt, is echter niet uitsluitend
beplanten. De bomen kunnen zich bijvoorbeeld
bedoeld voor het eigen woongenot. Behalve de
aan één zijde van het kavel bevinden, maar
ecologische meerwaarde die met de aanplant
het kavel kan ook ingekaderd worden door een
van zoveel bomen gepaard gaat, zal het voor
haag van bomen. In het geval van meer project-
recreanten aantrekkelijk zijn om dit groene
matige ontwikkelingen groeit het aantal opties
woonlandschap te voet, per fiets of in de auto
om de basisregel toe te passen. De verplichte
te doorkruisen. De private bosdomeinen voegen
hoeveelheid bosbouw die hoort bij het totaal
een gevarieerd en intiem decorum toe aan het
te ontwikkelen oppervlakte, dient door de
21 Van domeinen tot landschap
50%
50%
50%
50%
ontwikkelaar gerealiseerd te worden binnen de
grote diversiteit aan ruimtetypologieën die dit
grenzen van de betreffende ontwikkeling, niet
oplevert zal in het beeld enerzijds worden
noodzakelijk op ieder kavel afzonderlijk. Dat
verzacht door het organische karakter van het
betekent dat er ook ruimte is voor andere,
groen. Anderzijds zal het een interessant
meer (semi-)collectieve vormen van bosbouw,
experiment vormen in de creatie van land-
die onder verantwoordelijk komen van een
schappelijke kwaliteit met een wilde vorm van
vereniging van eigenaren. Tot op zekere hoogte
bomen planten. Wellicht vormt dit wilde
kunnen krachten zelfs verder gebundeld worden
bomen uiteindelijk zelfs een meer natuurlijk
waardoor er bijvoorbeeld een klein gehucht of
landschap, dan de reeds aanwezige productie-
een nieuw dorp gebouwd kan worden dat geheel
bossen. De verwachting is dan ook dat er met
of gedeeltelijk wordt omzoomd door bos.
weinig regels wel degelijk ruimtelijk coherente
De impact van elke private ontwikkeling
boslandschappen en woonmilieus zullen
afzonderlijk is beperkt. Tezamen echter kunnen
ontstaan.
ze een landschap van formaat bouwen. De
50% Één basisregel
50%
22
23
Vier voorbeelden
2
Buitenplaats Casteren
In het tweede voorbeeld wordt zichtbaar hoe 1
De groene kamers van Heikant
een bestaand dorp kan worden uitgebreid
In het eerste voorbeeld is te zien hoe afzon-
zonder dat dit ten koste hoeft te gaan van het
derlijke ontwikkelingen samen twee reeds
karakter en de schaal van dit dorp. Het groen
bestaande bosgebieden met elkaar verbinden.
heeft hier een bufferwerking tussen de
Deze verbinding segmenteert de grote agrarische
historische bebouwing en de nieuw ontwikkelde
ruimte waardoor er ‘landbouwkamers’ van
gebieden.
verschillend formaat ontstaan.
24
25
3
Kenniscampus Leende
4
Woenselse tuinen
Het derde voorbeeld betreft een nieuwe, volledig
Het vierde voorbeeld laat zien dat de fifty-fifty
ingeboste campus aan de A2. De campus is op
regeling ook als handvat zou kunnen fungeren
monumentale wijze vanaf de snelweg zichtbaar
bij herstructureringsopgaven in het bestaande
gemaakt middels een vista, feitelijk een raam in
stedelijk gebied. Door het selectief slopen van
de verder door bebossing geflankeerde snelweg.
woningen en het beplanten van bos, zouden op termijn aantrekkelijke groene woonmilieus kunnen ontstaan in de naoorlogse huizenzee van Eindhoven-noord.
Nieuw Welvaartsplan
geschikt zijn voor een landelijke vorm van ver-
trachtte onvermijdelijke economische groei te
Niet het werk moet naar de arbeider gebracht
Het landschap in Zuidoost Brabant zal er in de
stedelijking. Het is denkbaar dat het succes-
combineren met traditie en religie, door
worden, maar de arbeider naar het werk.
toekomst vanuit deze gedachte niet overal
volle model van een groene hightech campus
arbeiders in hun eigen vertrouwde omgeving
Het Drents Dorp dat vijfenzeventig jaar geleden
hetzelfde uitzien. Er zijn diverse krachten die
aan de snelweg, zich in de toekomst enkele
te laten wonen. In Brainport anno 2005 zijn de
gesticht werd door Philips om gezinnen uit
verschillen in stand zullen houden en versterken.
malen herhaalt, verspreid over de hele regio.
meeste arbeiders er nog niet. Nu vormt een
Drenthe aan te trekken, blijkt wellicht een
Zo zal bijvoorbeeld de diversiteit in de verkave-
Deze campussen die enerzijds genesteld zijn
dorpse woonomgeving geen reactie op, maar
precedent van een hele serie nederzettingen
lingstructuur en in de geomorfologie van het
in het groene landschap en anderzijds optimaal
juist een voorwaarde voor economische groei.
voor nieuwe bewoners van exotischer oorsprong.
landschap direct of indirect van invloed zijn op
worden ontsloten via het rijkswegennet vormen
de wijze waarop nieuwe groene ruimtes ont-
dan samen de feitelijke kennisinfrastructuur.
staan. Het kan gewenst zijn dat de regionale
Door decentralisatie van de werkgelegenheid
overheid, hierbij extra sturend optreedt om
zal ook het wonen zich meer over de regio
deze verschillen maximaal tot uitdrukking te
kunnen verspreiden, zonder dat de gemiddelde
laten komen. Een bepaald ruimtelijk type zou in
reistijd toeneemt. Er kan nu massaal landelijk
een deel van de regio bewust herhaald kunnen
gewoond worden op fietsafstand van het
worden, ten behoeve van een eigen specifieke
werk.
2
Bestaand collectief landschap
ruimtelijke identiteit. Het woonlandschap zal ook niet overal in
De geschiedenis herhaalt zich. Er ligt de basis
dezelfde mate floreren. Grote delen van de regio
voor een nieuw Welvaartsplan dat door decen-
zullen tot in de lengte van dagen agrarische
tralisatie voorziet in een economische behoefte
activiteiten huisvesten en daar grote open
en tegelijkertijd aanstuurt op een kleinschalige,
ruimtes vormen. Economische krachten zullen
dorpse woonomgeving. Er is echter een
uitmaken welke delen van de regio het meest
belangrijk verschil. Het Welvaartsplan uit 1947
26
27
1
Campussen met rijkswegennet + fietsnetwerk
3
Nieuw particulier landschap
1
campussen met rijkswegennet + fietsnetwerk
+ 2
bestaand collectief landschap
+ 3
=
nieuw particulier landschap
Gebruikte literatuur – Frank van Oort, Anet Weterings, Heleen Verlinde, ‘Residential Amenities of knowledge workers and the location of ict-firms in the Netherlands’ Tijdschrift voor Economische en Sociale Geografie 94 (2003) 516-523 – Joks Janssen, ‘Nostalgisch landschap. Planning tussen musealisering en modernisering’, OASE/Architectuurtijdschrift 60 (2002) 77-101
– Harm Tilman, ‘Brabant Zandstad: van vergeten grensgebied naar dynamische contactzone’ De Architect 01 1998, 20-25 – Dirk Sijmons, ‘Brabant: een mogelijke voortzetting’, D. Sijmons en F. Feddes, =Landschap (Amsterdam 1998) 163-182 – Peter Louter, ‘Technologische topregio’s in Europa’ Stedenbouw & Ruimtelijke Ordening 03 2005, 24-31 – Roel Rutten, ‘Innovatiestrategie in ruimtelijk perspectief’ Stedenbouw & Ruimtelijke Ordening 03 2005, 32-35
Illustratieverantwoording Alle foto’s en illustraties in dit ACEnieuws zijn gemaakt door Urban Affairs en –Scape, met uitzondering van: – de fotomontage op de voorpagina is gebaseerd op een beeld afkomstig van internet: managementcraft.typepad.com – de fotomontages op pagina 15 zijn gebaseerd op luchtfoto’s van Yann Arthus-Bertrand – de luchtfoto op pagina 18 is afkomstig uit Resource / bulletin 1 van Ontwerpatelier Reconstructie Zandgebieden – de foto op pagina 19 is afkomstig van internet: biological-diversity.info/ corals.htm 30 Het deelonderzoek in de tabel Brainport Geneaology is gebaseerd op de volgende bronnen: 1 Eindhoven: www.eindhoven.nl | www.rede.nl | Top technology, crossing borders moving frontiers. Programme Agency Horizon, 2004. 2 Stockholm: www.stockholm.se | www.stockholmbusinessarena.com | www.kista.com 3 Silicon Valley: www.jointventure.org | www.abag.ca.gov | www.siliconvalley-usa.com 4 Sophia Antipolis: www.sophia-antipolis.net | www.sophia-antipolis.org | www.investincotedazur.com 5 Munich: www.muenchen.de | www.region-muenchen.com | www.statistik.bayern.de | www.bio-m.de | www.messestadt-riem.com | www.izb-martinried.de | www.mtz.de 6 Bangalore: www.sfgate.com | www.bangaloreit.in | www.blr.stpi.in | www.karnataka.com | www.cscarchive.org:8081/bangalore/home | www.lboro.ac.uk/gawc/rb/rb164.html
Auteursrechten Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden gepubliceerd of vermenigvuldigd zonder toestemming van Urban Affairs en –Scape.
De contente mens, Eersel
Eindhoven SUPERvillage kwam tot stand door de financiële participatie van: Stimuleringsfonds voor Architectuur, de Gemeente Eindhoven (DSOB, sector Strategie; DMO, sector Kunst en Cultuur), NV Rede. En werd mede mogelijk gemaakt door J&E Sports: www.kunstgras.com. Het ArchitectuurCentrumEindhoven geniet de bijzondere aandacht van: Gemeente Eindhoven (DSOB) | Stimuleringsfonds voor Architectuur | BNA regio Zuidoost Brabant De ACE sociëteitsleden: A.Janssen bv, Nuenen | Architecten EN-EN, Eindhoven | Ballast Nedam Bouw, Eindhoven | BAM Utiliteitsbouw bv, regio Eindhoven | Bo.2 architectuur en stedebouw bv, Tilburg |
Bouwbedrijf A.G.van Rooy & Zonen, Best | Domein, Eindhoven | CRA, Eindhoven | De Bever | Architecten, Eindhoven | diederendirrix, Eindhoven | Focus Projectontwikkeling & Vastgoed bv, Eindhoven | Grontmij, Eindhoven | Heijmans IBC Vastgoed, Eindhoven | Holland Van Gijzen Advocaten en Notarissen, Eindhoven | Inbo bv, Eindhoven | Janssen Bouw bv, Eindhoven | Kalliste | Woningbouwontwikkeling bv, Eindhoven | KdV architecten bv, Eindhoven | Kovos architecten- en ingenieursbureau, Eindhoven | Linssen en van Asseldonk, Eindhoven | Van der Looy Projektmangement bv, Weert | Rooymans Van Boxtel Bouw Management bv, Eindhoven | Spierings & Swart architectuur, Eindhoven | Stam + De Koning Vastgoed bv, Eindhoven | Strukton Bouwprojecten regio zuid bv, Waalre | Trudo, Eindhoven | Van Aken Architecten, Eindhoven | Van den Heuvel, BNA bv, Best | Van Stekelenburg – Rooijakkers, Eindhoven | Van Straten Bouw en Vastgoed bv, Eindhoven | Vesteda Groep bv, Eindhoven | Woonbedrijf SWS.Hhvl, Eindhoven | Wooninc., Eindhoven
Colofon Team Urban Affairs en –Scape Florian Boer, Peter Botz, Juanita Fonseca, Theo Hauben, André van Leth, Julia Schatz, Mark Schrurs, Joep Verheijen en Marco Vermeulen. www.urbanaffairs.nl | www.scape.nl Met dank aan Karel van Dijk (DSOB gemeente Eindhoven), Solange Beekman (DSOB gemeente Eindhoven), Alwin Beernink (DSOB gemeente Eindhoven), Elies Lemkes-Straver (NV Rede), Joks Janssen (Telos), John Dagevos (Telos) ACE team Willemien Ippel (coördinator), Sandra Koppenol ACE bestuur Bert Dirrix (voorzitter), Kim Egger (penningmeester), Suzanne Geerts, Frans Gijsbers, Gerrit-Jan Koning, Wim Vringer Ontwerp Oranje Vormgevers, Eindhoven Druk Lecturis, Eindhoven Oplage 3.000 exemplaren November 2005
ArchitectuurCentrumEindhoven Emmasingel 20, 5611 AZ Eindhoven
[email protected] www.architectuurcentrumeindhoven.nl Het ArchitectuurCentrumEindhoven besteedt op verschillende manieren aandacht aan architectuur, stedenbouw en openbare ruimte. Centraal hierbij staan de ontwikkelingen van de stad Eindhoven en de regio. Dit doen wij door het organiseren van lezingen, debatten, excursies, presentaties en door het verstrekken van (studie) opdrachten.
ArchitectuurCentrumEindhoven
Debatten Eindhoven SUPERvillage maandag 21 november 20.00 uur
Eindhoven Brainport
Sinds kort is ELAT gestart. Eindhoven, Leuven, Aken werken samen op het gebied van hoog technologische kennis. Doel is uit te groeien tot een toptechnologie regio in Europees verband. Tot nu toe is het vooral een economische constructie. Wat is de winstverwachting voor de inwoners van Eindhoven? Wie wil er wonen in een stad die ‘voorop in technologie’ loopt? Is Brainport een aantrekkelijke stad? Kan er gerekend worden op een verrijking van het stedelijke voorzieningenniveau? Met o.a.: Roel Rutten, kenniseconoom, UvT Elies Lemkes-Straver, programmadirecteur programma Horizon/Brainport Eindhoven
maandag 28 november 20.00 uur
Eindhoven SUPERvillage
Op een aantal belangrijke momenten in de geschiedenis van de ruimtelijke ordening van Brabant is er bewust gekozen voor decentralisatie van de verstedelijking. Het omvangrijke Brabantse ‘dorpstedelijke’ netwerk biedt nu echter mogelijkheden voor een woonomgeving die in Nederland schaars is: landelijk én goed bereikbaar. Met o.a.: Joks Janssen, architectuurhistoricus, Telos Luuk Boelens, professor in town and countryplanning Universiteit van Utrecht
maandag 19 december 20.00 uur
Eindhoven Bèta-city
Op aanwijzen van Richard Florida (the rise of the creative class) is de jacht op de creatieve klasse geopend. Eindhoven mag zich gelukkig prijzen met een snel groeiende ‘bèta-klasse’ van ontwerpers en uitvinders. Het blijkt echter dat deze groep techneuten er de voorkeur aan geeft om in een traditionele, groene omgeving te wonen. Dit vraagt wellicht om een specifiek type stad, een die toegesneden is op het wensbeeld van haar (toekomstige) bewoners. Is Eindhoven die stad? Met o.a.: Hans Mommaas, Telos Stan Boshouwers, Tinker Imagineers
Debatten vinden plaats in de tentoonstelling MU, Witte Dame, Emmasingel 20 en worden geleid door Jacob Voorthuis. Toegang gratis.
Eindhoven SUPERvillage plan de campagne