ikos ss
eigentijds en betekenisvol GVO
uitgangspunten van de open onderwijsbenadering van IKOS
een ontmoeting tussen kind en godsdienst Voor veel leerlingen in het openbaar onderwijs godsdienstig vormingsonderwijs (GVO) een eerste ontmoeting met Bijbel en christendom. Deze ontmoeting vormt het vertrekpunt voor GVO. IKOS wil daarbij uitgaan van de leerling; er wordt aansluiting gezocht bij de belevingswereld en het ontwikkelingsniveau van de leerling. Uitgangspunt is het leggen van een basis voor spirituele ontwikkeling en religieuze ontvankelijkheid (in de samenhang van lichamelijke, intellectuele, sociale, emotionele en geestelijke ontwikkeling).
uitgangspunten van de open onderwijsbenadering van IKOS
GVO biedt ‘richtingwijzers’ voor menswording en voor ontwikkeling van humaniteit. Binnen dat kader gaat het om de verwerving van enige kennis over de waarde van godsdiensten en in het bijzonder van het christendom en de betekenis ervan voor onze cultuur en samenleving.
1
open benadering IKOS staat voor een open en eigentijdse benadering van de godsdienstige vorming. Deze benadering is niet dogmatisch, niet gebonden aan een of andere kerkelijke instelling en bij voorkeur oecumenisch, met oog voor andere godsdiensten en levensbeschouwingen.
2
Traditioneel, te kerkelijk gebonden of dogmatisch GVO schrikt ouders in het openbaar onderwijs af. Ook vanuit die overweging is een open benadering vereist. IKOS gaat er van uit dat in vele situaties een bredere protestants GVO en zal graag aan de ontwikkeling hiervan meewerken. GVO als keuzevak is een ‘fragment’ in het onderwijs. Het gaat dan ook niet om een afgerond leerplan, maar om een (eerste) ontmoeting die gekenmerkt moet worden door een open, exemplarische benadering. In die zin gaat het om een aspect van ‘leren voor het leven’.
ontwikkeling eigen identiteit De ontwikkelingsgerichte benadering is een belangrijk aandachtspunt van IKOS. Om dit te bereiken is een heldere visie nodig op de onderwijsaanpak. GVO levert een bijdrage aan geestelijke groei van de individuele leerling en aan humanisering van de samenleving.
GVO is gericht op de ontwikkeling van de eigen identiteit van de leerling. De leerling leert betekenis verlenen aan bepaalde aspecten en waarden van het leven.
Keuze van lesthema’s
Leidend voor de inrichting van het curriculum en de keuze van lesthema’s is het uitgangspunt van betekenisvol leren. Dat kan zowel Bijbelgerichte als themagerichte zijn. Als het gaat om betekenisvol leren is de aanpak ‘open’, ontdekt de leerling zelf gaandeweg de betekenis van een verhaal, hiertoe uitgelokt door de docent en door de toegepaste werkvormen. Betekenisvol leren houdt in: enige kennis verwerven van godsdiensten, met name van het christendom en hierin een eigen religieuze en morele oriëntatie ontwikkelen.
3
Met betekenisvol leren wordt bereikt t dat leerlingen samen vragen leren verkennen en hun t t t t t t t t
4
gedachten uitwisselen dat er enige emotionele verbondenheid ontstaat (wat betekent het voor jou) dat de leerling een eigen interpretatie ontwikkelt (ik vind…) dat de leerling een intentionele uitspraak ontwikkelt (ik zou het zó doen…) dat de leeropbrengst door de leerling wordt geplaatst in een samenhangend betekenisvol verhaal, waarvoor de leerling zelf ‘verantwoordelijkheid’ neemt dat het verkennen van een verhaal zo bijdraagt aan leren denken
narratieve aanpak Betekenisvol leren wordt gedaan aan de hand van het begrip verhalende benadering of narrativiteit. De kern van deze benadering is dat leerlingen aan de hand van inleving in het verhaal zelf ontdekkingen gaan doen en op grond van die ervaringen bepaalde betekenissen verlenen aan de situaties die voorkomen in het verhaal.
IKOS ziet de narratieve aanpak – verhalen als richtingwijzers – als een krachtig pedagogisch-didactisch concept.
Religies hebben een schatkist vol verhalen, symbolen, rituelen en feesten. Deze rijkdom is heel geschikt voor de narratieve benadering. De bij dit concept behorende werkvormen lijken op het eerste gezicht op de traditionele didactiek van ‘een verhaal plus verwerking’ maar functioneren fundamenteel anders. Door het (Bijbel)verhaal te vertellen kunnen associaties gelegd worden met de realiteit van alledag.
5
Een narratief onderwijsconcept vereist dan ook een andere aanpak van de docent dan de traditionele didactiek. Deskundigheidsbevordering van de docent is noodzakelijk om de gelaagdheid van de verhalen te ontdekken. Door opleiding, nascholing, materiaalontwikkeling e.d. wordt dit geleidelijk gerealiseerd. De docent ervaart dat leerlingen door een goed gepresenteerd verhaal ook ‘abstracties’ aankunnen. De didactiek ontwikkelt zich zo geleidelijk in de richting van een narratief concept.
6
cultuuraspecten Bij PC en RK GVO gaat het er om enige kennis van het christendom te verwerven én om met deze kennis ervaring op te doen op het culturele vlak. De verhalen van de Bijbel reiken de taal van de verbeelding aan. Deze beeldende taal stelt de leerlingen in staat zijn eigen verhaal te ontdekken. Op die manier dragen de verhalen bij aan de vorming van de leerling.
GVO biedt tevens een introductie tot belangrijke aspecten van de cultuur: met oog voor religieuze beeldtaal en betekenis van verhalen.
beeldende kunst en literatuur. Enige kennis van het christendom is noodzakelijk om verbanden te kunnen leggen met de cultuur waarin wij leven.
7
het onderscheid tussen geestelijke stromingen en GVO
Geestelijke stromingen is een kennisvak dat in het teken staat van burgerschapskunde en sociale integratie. Het doel van het vak geestelijke stromingen is kennis vergaren over wereldreligies. Wat is de invloed van religie in een bepaald land? Wat zijn de algemene kenmerken, wat zijn de verschillen, wat zijn de overeenkomsten tussen bepaalde godsdiensten? Het is sinds 1985 een verplicht kennisvak op alle basisscholen. Het wordt vaak gegeven als onderdeel van het vak wereldoriëntatie. Godsdienstig vormingsonderwijs (GVO) kan vanaf 1917 op verzoek van ouders gegeven worden. GVO legt de basis voor spirituele ontwikkeling en religieuze ontvankelijkheid met het oog op ontwikkeling van humaniteit. Door middel van een introductie op beeld- of betekenisverhalen (met name Bijbelverhalen), feesten en symbolen de leerlingen in contact brengen met hoofdmomenten van de christelijke traditie als bijdrage aan de ontwikkeling van een eigen levensbeschouwelijke overtuiging, waarin respect voor de levensbeschouwing en de godsdienstigheid van anderen begrepen is. (uit: brochure Identiteit Openbaar Onderwijs Tryntsje de Groot en Henk Kuindersma, 1998)
8
Openbare basisscholen zijn verplicht godsdienstig en humanistisch vormingsonderwijs aan te bieden en als ouders hierom vragen het te faciliteren. De ouders worden via de school in de gelegenheid gesteld hun kind GVO of HVO te laten volgen. IKOS heeft aan deze mogelijkheid eveneens sinds 1945 vorm gegeven. Protestants Christelijk Godsdienstig Vormingsonderwijs dom in protestantse zin en kan, wanneer dat in de groep ter sprake komt, uitstapjes maken naar andere godsdiensten. PC GVO gaat in op de verhalen uit de Bijbel en helpt de leerling in zijn eigen context betekenis te vinden aan dit verhaal voor zijn eigen leven.
Samenwerking geestelijke stromingen en GVO Voor de ontwikkeling van de leerling is het wenselijk dat GVO geen losstaand gebied is in het primair onderwijs. Geestelijke stromingen en GVO hebben een uiteenlopend doel maar zouden vanuit het oogpunt van de ontwikkeling van de leerling in het curriculum op elkaar moeten aansluiten en elkaar moeten aanvullen. Idealiter vindt op schoolniveau afstemming plaats met de algemene onderwijsaanpak, in het bijzonder voor het aandachtsgebied van geestelijke stromingen. PC en RK GVO gaan uit van het christendom; daarnaast wordt er aandacht besteed aan andere godsdiensten. Het is goed voorstelbaar dat bij bepaalde thema’s vak- en groepsleerkracht samen optrekken, ieder vanuit een eigen invalshoek. Overleg tussen groepsleerkracht en GVO-docent heeft de voorkeur, bijvoorbeeld bij initiatierituelen, als bij geboorte en sterven, bij vasten en feesten. 9
de betekenis van Bijbelverhalen
Verhalen uit de Bijbel vormen het hart van de GVO les op de openbare school. De open onderwijsbenadering die IKOS voorstaat, gaat er vanuit dat Bijbelverhalen gelaagd zijn en voor meervoudige uitleg vatbaar. Verhalen uit de Bijbel zijn daarbij geen geschiedenisverhalen maar geloofsverhalen. Menselijke ervaringen liggen eraan ten grondslag. De Bijbelschrijvers geven er met verschillende stijlmiddelen vorm aan. De bedoeling van het vertellen van Bijbelverhalen is om achterliggende thema’s en betekenissen te ontdekken, die verwoord zijn in een tweede taal, de verwijzende taal. Metaforen en beelden worden gebruikt om het verhaal van God en mens te vertellen. Richtsnoer is dat Bijbelverhalen vrijmoedig tegemoet getreden mogen worden. Ze nodigen uit tot vragen stellen, tot verwonderen en ontdekken. In de joods-christelijke traditie noemt met deze omgang ‘lernen’. 10
Verhalen nodigen uit tot het vertellen van onze eigen verhalen en ontlokken en vormen de aanzet tot nieuwe verhalen. Vanzelfsprekend betekent luisteren naar een verhaal ook het proberen dat verhaal recht te doen. Belangrijk is vooral ook dat de waarde van de verhalen ontdekt wordt voor onze tijd. Het zijn geen dode teksten, maar verhalen die gericht zijn op leven en toekomst. Voor het vertellen van de Bijbelverhalen geldt daarom dat ze ‘levensecht’ moeten zijn. Ze nodigen de leerlingen mee te leven en in het verhaal te kruipen. Zo kunnen ze diepere betekenissen op het spoor komen. Bovendien stimuleert het de eigen verbeelding en creativiteit. Naast Bijbelverhalen kunnen spiegel- en sleutelverhalen (waaronder volksverhalen en sprookjes, legenden en sagen) verteld worden om zinvolle verbanden te ontdekken tussen Bijbel- en andere verhalen. Leerlingen leren zo het belang van verhalen kennen. In het boek En dat is zeven… van Karel Deurloo, Hanna van Dorssen en Karel Eykman worden zeven manieren behandeld om Bijbelverhalen aan leerlingen te vertellen. Ze passen in bovengenoemde uiteenzetting.
Biblioloog
De biblioloog is een manier om in gesprek te komen met de Bijbel. In de biblioloog leven alle leerlingen zich in in één rol en Het doel van de biblioloog is om leerlingen actief en creatief, speels en aansprekend in aanraking te brengen met Bijbelverhalen. De tweede bedoeling is om leerlingen te helpen steeds verder in het verhaal te groeien en tot ontdekkingen te komen. Hoe de biblioloog gebruikt kan worden in concrete lessituaties is te lezen in het artikel van Henk Kuindersma dat te vinden is op www.gvo-plein.nl > artikelen.
Dramatische werkvormen
Drama is de ervaring die je met anderen deelt, wanneer je doet alsof je iemand anders bent, alsof je op een andere plaats en tijd bent. Essentieel voor drama is het doen alsof, het handelen. Dramatische werkvormen helpen ons om ons in te leven, waardoor we in het verhaal mee gaan doen. De biblioloog en de dialoog zijn voorbeelden van dramatische werkvormen, maar er zijn talloze andere zoals het interview, de ‘lege stoel’, ‘tableau vivant’ en rollenspel. In het boek Een geschenk van de woestijn staan heel veel dramatische werkvormen beschreven. 11
Theologiseren met leerlingen
Theologiseren met leerlingen heeft als doel ruimte te geven voor het stellen en doorwerken van religieuze Leerlingen hebben op jonge leeftijd al godsdienstige vragen als: ‘Wie heeft God gemaakt?’ ‘Waarom ben ik er eigenlijk?’ Theologiseren lijkt wat methodiek betreft op echter om de godsdienstige vragen. Het gaat om theologiseren met, door en voor leerlingen. Het is een samen op zoek gaan naar betekenissen. Meer informatie over theologiseren met leerlingen is te vinden in twee artikelen van Henk Kuindersma: Theologiseren met kleuters en Theologiseren met leerlingen.
Symboliseren
Bijbelse taal is vaak beeldtaal; de Bijbelschrijvers maken gebruiken van beelden, metaforen en symbolen. Deze narratieve, poëtische taal roept op en verwijst. Het onderscheidt zich daarmee van de logische, exacte bewijzende taal. Huub Oosterhuis noemt de symbolische taal de ‘tweede taal’. Symboliseren beoogt leerlingen door middel van beeldmateriaal (schilderijen en platen), voorwerpen, attributen, taal, enz. tot symbool-verstaan te laten komen. Op GVO-plein staan twee artikelen van Henk Kuindersma over symboliseren in de godsdienstles: www.gvo-plein.nl > artikelen 12
pedagogisch-didactische werkvormen De IKOS methode is gericht op ontwikkelingsgericht leren, waarbij de leerling centraal staat. Het gaat om een open, niet-dogmatische benadering van verhalen.
die passen bij de IKOS uitgangspunten
Met behulp van aansluitende werkvormen kan een uit-dagende leeromgeving gecreëerd worden voor de leerlingen, waarin de eigen ontwikkeling en vorming plaats kan vinden.
www.gvo-plein > lesmateriaal > werkvormen 13
curriculum Hoe werk je met een leerplan voor GVO? Hoe stel je een leerplan op voor twee of drie leerjaren?
GVO docenten maken in de praktijk vaak hun eigen programma, passend bij de leerlingen, de school, de woonplaats en alles wat daarin en omheen speel en leeft. IKOS biedt een basisprogramma waaruit een leerplan kan worden samengesteld. Uitgangspunt is een programma voor drie leerjaren (groep 6 t/m 8). In de praktijk zijn er veel scholen die twee opeenvolgende leerjaren GVO aan bieden, maar daarnaast zijn er ook scholen waar het sinds jaar en dag gebruikelijk is dat de groepen 3 tot en met 8 GVO kunnen volgen. Iedere docent maakt daarom eigen keuzes, comprimeert óf verbreedt en verdiept de aangegeven verhalen, thema’s, en feesten door het jaar heen. In elk afzonderlijk leerjaar worden tijd en aandacht besteed aan de christelijke feestdagen: Kerstmis, veertigdagentijd, Pasen, Hemelvaart en Pinksteren.
14
Groep 6 start met de grote verhalen uit de Bijbel en de Bijbelse traditie. In groep 7 staat de kalender centraal. Tal van feesten, rituelen, tradities en culturele gebruiken die vastliggen in de kalender komen aan de orde, waarbij er tevens aan-dacht is voor de kernvieringen van andere godsdiensten. Te denken valt aan Sint Maarten, Sint Nicolaas, Maria Lichtmis, Valentijn, Poerim, Holi, Chanoeka, Ramadan, Voor groep 8 is gekozen voor een thematische aanpak aan de hand van thema’s die in het leven deze leerlingen relevant zijn. De thema’s worden verbonden met verhalen uit de Bijbel, kerk, cultuur, literatuur en andere tradities. Het uitgebreide basisprogramma is te vinden op www.ikoslandelijk.nl > lesmateriaal > IKOS onderwijsaanpak
15
Literatuur
Bas v.d. Berg, Alle van Steenis, Jan de Valk, Geloof je het zelf, Coutinho Bussum 2007 Rolf Deen, Fred Houtzager, Geschenk van de woestijn, Stichting Echelon 2003 Hanna van Dorssen e.a., En dat is zeven…, Ten Have Baarn/Kampen 2001 (alleen nog tweedehands) Henk Kuindersma, Godsdienstige communicatie met leerlingen door symbooltaal, Kok Kampen 1998 Henk Kuindersma en John Valstar, Verwonderen en ontdekken, NZV/Kwintessens Amersfoort 2008 Jos van Remundt, Tjarco Duinstra, De vleugels van de tijd, Stichting Echelon Amsterdam 2000 Willemien Wikkers & Adrie Mesch, Het verhaal, het kind en de verbeelding, Narratio Gorinchem 1994
Verhalenbundels
16
Jan Willem Drost, De sleutelring, Mozaïek Zoetermeer 2001 Verhalen om nooit te vergeten, Meinema Zoetermeer (alleen nog tweedehands) De Gouden Sleutel, Meinema Zoetermeer 2000 Groeien als een boom, Meinema Zoetermeer (wordt geprint ‘on demand’) Han van Uden, 100 verhalen: verhalen voor leerlingen bij thema’s uit de Bijbel, Abdij van Berne Heeswijk 2010 Erik Idema, Agastya drinkt de zee leeg: en andere verhalen uit de grote wereldgodsdiensten, Kwintessens Amersfoort 2008 Erik Idema, Het kistje met zand: verhalen uit de wereldgodsdiensten, Kwintessens Amersfoort 2013 Janny v.d. Molen, Over engelen, goden en helden: verhalen uit de grote wereldreligies, Ploegsma Amsterdam 2007 Janny v.d. Molen, Het licht schijnt overal: verhalen over kerstmis, Ploegsma Amsterdam 2008
Janny v.d. Molen, Helden!: mensen die de wereld mooier maakten, Ploegsma Amsterdam 2009 Bob Hartman, Het rondjewereld verhalenboek: veertig verhalen van over de hele wereld, Kwintessens Amersfoort 2010 Bob Hartman, Rondjewereld kerstverhalen, Kwintessens Amersfoort 2011
Kinderbijbels
Marijke ten Cate, Prentenbijbel, Jongbloed Heerenveen 2007 Imme Dros e.a., Het hoogste woord, De Fontein Baarn 2003 Karel Eykman, Woord voor woord, De Fontein /Tirion Utrecht 2005 Karl Eykman, Jezus: van mens tot mens, De Fontein/Tirion Utrecht 2011 Karel Eykman, Hoor eens even, Zomer en Keuning Ede (alleen nog tweedehands) Syliva Vanden Heede, En God maakte de mens: de mooiste bijbelverhalen om zelf te lezen en om naar te luisteren, Lannoo Tielt 2008 Gerrie Huiberts, Het begon met licht: bijbelverhalen voor groot en klein, KBS/Adventiat ’s Hertogenbosch 2010 Kolet Janssen, Het grote avontuur van God en mens: kinderbijbel met meer dan 150 verhalen, Kok Kampen 2004 Kees de Kort, Kijkbijbel, NBG Haarlem 2003 Nico ter Linden, Het land onder de Regenboog: verhalen uit het Oude Testament (1), Balans Amsterdam 2006 Nico ter Linden, Koning op een ezel: verhalen uit het Nieuwe Testament, Balans Amsterdam 2006 Nico ter Linden, De profeet in de vis: verhalen uit het Oude Testament (2), Balans Amsterdam 2007 Moet je horen, de kinderbijbel van Nico ter Linden (verzamelbundel van bovenstaande 3 delen), Balans Amsterdam 2011 Esther Nelemans, Ik zal er zijn, Valkhofpers Nijmegen 2010 Op weg , Meinema Zoetermeer 1994
meer informatie vindt u op de website van het landelijk IKOS www.ikoslandelijk.nl