Eerste leerjaar
1
www.lessenpakket.be
Dit is lekker! Doelen • er zich bewust van worden dat zowat iedereen een eigen voorkeursmaak heeft; • de eigen lievelingsgerechten kennen en verwoorden; • van deze bereidingen een tekening maken; • iets kunnen vertellen over de herkomst van de ingrediënten; • weten dat grondstoffen op een verschillende manier kunnen verwerkt worden en dat deze een verschillende smaak (kunnen) geven. Materiaal • • • • •
tekenpapier kleurpotloden stiften eventueel een kookboek …
Werkwijze Bespreek met de kinderen wat hun lievelingsgerecht is. Ze delen mee hoe het eruit ziet als het op het bord ligt (= impressie, straks gevolgd door expressie). Misschien kunnen ze ook verwoorden waarom ze dat lekker vinden. Nadat ze de nodige indrukken en voorstellingen hebben opgedaan, laat je de kinderen een tekening maken van hun lievelingsgerecht. Begeleid waar nodig. Nadien kun je de tekeningen bespreken. • Hebben ze hun voorkeursgerecht goed weergegeven? • De kinderen verwoorden welke ingrediënten er nodig zijn. • Laat vertellen hoe vader of moeder het klaar maken. • Wie vindt dat ook lekker? • …
www.lessenpakket.be
Stel gerichte vragen i.v.m. de ‘grondstoffen’ en de herkomst ervan. • Wat heb je nodig om dat klaar te maken? • Waar vinden we de ingrediënten? In de tuin, het warenhuis, de markt...? Dichtbij of veraf? • Is er een verschil in smaak tussen bv. een groene en een rode appel? Welke vind jij het lekkerst? Idem: tussen wit en bruin brood, rauwe en rijpe vruchten... • Laat dit zo mogelijk telkens proeven, vaststellen en vergelijken. • Bedenk samen met de kinderen nog verschillende bereidingen met eenzelfde voedingsproduct die een andere smaak opleveren (bv. aardappelen, witloof...). Tip Bundel de tekeningen in een klaskookboek. Eventueel kun je de kinderen ook een collage laten maken van hun lievelingsgerechten. Andere klassen komen de ‘kunstwerkjes’ bewonderen. Mogelijks kun je ook eens samen een eenvoudig gerecht klaarmaken! Breng dan zeker een bezoek aan een plaatselijke boer of groenten- of fruitkweker waar je de ingrediënten kunt kopen.
bio-, hoeve- en streekproducten - eerste leerjaar - pagina 30
1
Mmm soep... Doelen
Suggesties
• de typische smaak van venkel ervaren, omschrijven en (mogelijks) appreciëren; • een stappenplan kunnen volgen bij de aanmaak van een gerecht; • goede hygiënische gewoonten aannemen bij bereidingen. Vooraf Voorzie de nodige ingrediënten en het materiaal. • ingrediënten voor 4 personen: - 1 venkelknol - 10 dl water - 40 g bakboter - 40 g tarwebloem - 1 bouillonblokje - 1 dl room - peper - zout
• Zie ook www.vergetengroenten.be. • Je kunt ook confituur maken van rabarber of kruisbessen. • Ook pannenkoeken met appel, peer of bosaardbei zijn heel lekker. • En wat dacht je van venkel-appelsap? Voor twee personen heb je vijf appels en één venkelknol nodig. Was de appels, schil ze niet, maar snijd ze wel in stukken. Verwijder wel het klokhuis. Was daarna de venkelknol en snijd hem in stukken. Vervolgens steek je alles door de sapcentrifuge. Gezond en lekker... van eigen bodem!
• materiaal: - kookpot - pollepel - mes - snijplankje - lepels - borden Maak een stappenplan per groep aan. Een ‘kook ouder’ bij elke groep is geen overbodige luxe. 1. Was je handen. 2. Maak de venkel schoon. 3. Kook de venkel ongeveer 20 minuten in gezouten water. 4. Snijd de stelen van de venkelknol in kleine stukjes. 5. Smelt de boter. 6. Roer de bloem erdoor. 7. Voeg beetje bij beetje het kookvocht van de venkel met het bouillonblokje toe. 8. Breng de soep op smaak met peper en zout. 9. Doe de fijngesneden venkel bij de soep. 10. Voeg de room toe. 11. Hak wat venkelgroen fijn en doe het in de soep. 12. Eet smakelijk!
www.lessenpakket.be
bio-, hoeve- en streekproducten - eerste leerjaar - pagina 31
1
Waar kom ik vandaan? Doelen
Werkwijze
• de herkomst van gekende voedingsmiddelen kunnen aangeven; • inzien dat meerdere bereidingen eenzelfde oorsprong kunnen hebben, bv. melk en yoghurt komen allebei van de koe.
• Toon de prenten van de bereidingen aan de kinderen. • Bespreek met hen welke grondstoffen erin verwerkt zijn. Vul aan. • Bevraag waar die voedingsmiddelen vandaan komen of waarvan ze gemaakt worden. • De kinderen verbinden de tekeningen van de (eind)producten met de juiste voedingsbron.
Vooraf: vergroot de tekeningen van de voedingsmiddelen.
Tip • Je kunt de tekeningen ook op aparte kaartjes kopiëren. D.m.v. zelfcorrectie kunnen deze dan gebruikt worden tijdens het zelfstandig werken. • Breng aanvankelijk een bezoek aan een boer, een fruitbedrijf, een boomgaard… • Meer info vind je op www.hoeveproducten.be www.lessenpakket.be
bio-, hoeve- en streekproducten - eerste leerjaar - pagina 32
1
Van pitje tot plant Doelen
Werkwijze
• zaadjes van radijzen correct in de grond brengen; • ervaren en verwoorden wat de plantjes nodig hebben om goed te groeien; • verantwoordelijkheid nemen bij de verzorging van de opgroeiende plantjes; • de groei-evolutie van planten registreren; • belangstelling voor het werk in de tuin ontwikkelen en opvoeren.
• Toon de leerlingen de radijszaden of -kiemen. • Vraag hen wat we ermee kunnen aanvangen. Wellicht brengen ze aan dat die kunnen geplant worden. Bevraag wat ervan zal geworden. • Bespreek met de kinderen wat planten nodig hebben om te groeien (licht, warmte en water). • Laat verwoorden hoe je de zaden plant en voer dit stap na stap uit: - Geef elk kind een plastic bakje of een lege halve eierschaal. - Vul het plastic bakje met teelaarde. - Steek er voorzichtig de zaden in. - Bedek deze met een laagje aarde en druk zachtjes aan. - Met een gieter(tje) geef je alles een beetje water. - Plaats het bakje op een zonnige, goed verlichte plaats, bv. op een vensterbank. - Vergeet niet de kiemen regelmatig water te geven. - Na een drietal dagen kun je de kiemen oogsten en proeven! Voor radijzen duurt dit uiteraard langer. - Laat de kinderen hun ervaringen en hun belangstelling voor de natuur en voor het telen van groenten verwoorden.
Vooraf Voorzie het nodige materiaal: • lege halve eierschalen of plastic bakjes • potaarde (met vochtige keukenrol of watten lukt het ook) • zaden van radijskers of radijskiemen • water • gieter
Tip Werk eventueel met een kalender. Daarop kun je aanduiden wanneer er gezaaid werd, wanneer de eerste kiemen tevoorschijn kwamen, hoe vlug ze groeien… In de herfst kun je eikels, kastanjes, noten... gebruiken, waarbij je duidelijk het groeiproces kunt volgen, gezien deze vruchten vrij groot zijn en flink opgroeien. Een groeikalender kan nuttig zijn: duw achter elke plant een (karton)strook en stip wekelijks de hoogte aan.
www.lessenpakket.be
bio-, hoeve- en streekproducten - eerste leerjaar - pagina 33
1
Waar groei ik? Doelen
Werkwijze
• inzien dat sommige producten onder de grond groeien, andere laag boven de grond en nog andere producten aan bomen; • corresponderende prenten van producten en hun groeiplaats samenvoegen. • verwoorden welke voedingsproducten waar groeien.
Toon de kinderen tekeningen van voedingsproducten. Bespreek met hen waar deze groeien. Bijvoorbeeld: • appels en peren groeien (hoog) aan een boom • graan, aardbeien en sla groeien laag boven de grond • aardappelen en wortelen groeien onder de grond.
Vooraf
De kinderen zoeken in tijdschriften allerlei voedingsproducten en kleven ze op de juiste plaats op het blad. Producten die aan een boom groeien, kleven ze in de boom; producten die boven de grond groeien, kleven ze boven de grond; producten die onder de grond groeien kleven ze onder de grond.
• Vergroot enkele tekeningen van voedingsproducten. Materiaal • • • •
lijm schaar tijdschriften blad met boom
www.lessenpakket.be
Wanneer de leerlingen klaar zijn met hun knip- en plakblad, werken ze aan het rekenblad.
bio-, hoeve- en streekproducten - eerste leerjaar - pagina 34
1
Waar groei ik? Werkblad 6: Rekenen met appels Tekening van een boom met 15 appels. Er vallen 6 appels uit de boom. Hoeveel appels hangen er nu nog in de boom? 15 – 6 = ……
14 – 7 = . . . . . .
12 – 4 = . . . . . .
15 – 6 = . . . . . .
13 – 9 = . . . . . .
Tip 16 – 4 = . . . . . .
www.lessenpakket.be
doorstreep de appels die uit de boom vallen
bio-, hoeve- en streekproducten - eerste leerjaar - pagina 35
1
Waar groei ik? Differentieer voor sterke rekenaars met stipoefeningen - Een tekening van een boom met 8 appels. Op de grond liggen 7 appels. Hoeveel appels hingen er in de boom? (. . - 7 = 8) Tip Geef de kinderen de opdracht: “Teken de appels die gevallen zijn eerst in de boom.”
...-7=8
...-6=5
...-4=7
...-8=9
...-9=4
Tip Breng eens een bezoek aan een gemengd landbouwbedrijf, maak een natuurwandeling, plan een leertrip naar een groentebedrijf... Op die manier krijgen de kinderen de kans om vast te stellen welke voedingsproducten onder de grond, net boven de grond, aan een boom… groeien. Meer info vind je op www.hoeveproducten.be www.lessenpakket.be
bio-, hoeve- en streekproducten - eerste leerjaar - pagina 36
1
Proeven
Doelen
Werkwijze
• de smaken zout, zuur, zoet, bitter kennen en benoemen; • bij het blind proeven de smaken van elkaar kunnen onderscheiden; • bijkomende producten aangeven met een zure, zoete... smaak.
Toon de kinderen de verschillende voedingsmiddelen die je meegebracht hebt. Vraag hen naar de smaak van deze voedingsmiddelen en laat verwoorden: zout, zuur en zoet zullen waarschijnlijk snel gevonden worden. Bitter is misschien iets moeilijker.
Materiaal • • • • • •
blinddoek pompelmoes (bitter) citroen (zuur) spek (zout) confituur (zoet) lepeltjes
www.lessenpakket.be
Vertel hen dat je hen gaat blinddoeken en dat ze dan de verschillende dingen zullen proeven. De kinderen geven aan welk voedingsmiddel ze geproefd hebben en of het zoet, zuur, zout of bitter was. Laat hen eventueel zelf nog enkele voorbeelden geven van voedingsmiddelen die zout, zuur, zoet of bitter smaken.
bio-, hoeve- en streekproducten - eerste leerjaar - pagina 37
1
In de puree! Doelen
Tip
• ‘vergeten groenten’ herkennen; • de smaak van de ‘vergeten groenten’ vaststellen (en appreciëren); • goede hygiënisch gewoontevorming ontwikkelen bij bereidingen. Vooraf • Voorzie foto’s van de ‘vergeten groenten’, de nodige ingrediënten en het bijhorend materiaal. • Een stappenplan per groep is noodzakelijk. • Houd rekening met seizoengroenten.
• Voorzie een extra begeleider die de kinderen kan helpen bij het koken van de aardappelen en het snijden van de groenten. • Schakel eventueel grootouders in om over de groenten te komen vertellen of samen te koken. Het was immers de voeding van de gewone man. • Je kunt ook puree van warmoes maken. • Zie ook www.dewassendemaan.be (groentewijzer) voor meer eenvoudige recepten met pastinaak o.a. chips van pastinaak, warmoes… Hier vind je ook meer informatie over verschillende ‘vergeten groenten’!
Ingrediënten Voor 6 personen • tijdens de herfst- en winterperiode: pastinaakpuree - 2 pastinaken - 8 aardappelen - 2 grote uien - 1 dl melk - een snuifje tijm - peper - zout - nootmuskaat - een klontje hoeveboter - water
• in de lente:
• Materiaal: - twee kookpotten - kookvuur - aardappelmesje - snijplankje - mixer - pureestamper - lepel - borden - bestek
• Materiaal: - 2 kookpotten - kookvuur - aardappelmesje - snijplankje - pureestamper - lepel - borden - bestek
www.lessenpakket.be
zurkelpuree
- - - - - - - - -
250 g zurkel 8 aardappelen 1 dl melk peper zout nootmuskaat klontje hoeveboter water 200 g gerookt spek
bio-, hoeve- en streekproducten - eerste leerjaar - pagina 38
1
In de puree! Werkwijze Toon enkele foto’s van ‘vergeten groenten’. Kennen de leerlingen deze groenten? Vertel er hen iets meer over. • Pastinaak wordt ook wel pinksternakel of witte peen genoemd. Het is een inheemse groente die al heel oud is. Vroeger verving de pastinaak zelfs de aardappel. De witgele wortel is familie van de gewone wortel, maar is iets pittiger en zoeter van smaak. De pastinaak is een echte wintergroente. Pastinaak is rijk aan mineralen. Na de oogst wordt de wortel gauw slap. Bewaar pastinaak daarom niet langer dan 3 à 4 dagen en best op een koele plek of in de koelkast. • Er zijn veel soorten zurkel waarvan de meeste eetbaar zijn: veldzuring, Spaanse zuring, schapezuring… De smaak is licht zurig. Je bereidt zuring zoals spinazie. Je kunt deze gebruiken in soepen, sauzen, slaatjes, aardappelbereidingen, … De leerlingen bekijken de verschillende ingrediënten die je meebracht. Vraag of iemand de groente kent. Vertel hen dat het vroeger een veel gegeten groente was, maar die nu eigenlijk een beetje vergeten raakt. Vraag zeker wie ooit al eens pastinaak of zurkel geproefd heeft en hoe die smaakt. Inmiddels zijn de kinderen beslist gemotiveerd om zelf pastinaak- of zurkelpuree te maken.
www.lessenpakket.be
Stappenplan bij de bereiding van pastinaakpuree:
1. Was je handen. 2. Spoel de aardappelen. 3. Kook ze gaar in de schil. 4. Pel en snij de ui in kleine stukjes. 5. Maak de pastinaak schoon. 6. Snij de pastinaak in stukken. 7. Doe de hoeveboter in een kookpot en zet hem op het vuur. 8. Voeg de ui erbij. 9. Nu volgt de pastinaak. 10. Doe er een beetje tijm bij. 11. Voeg een beetje water toe. 12. Wacht tot alles gaar is. 13. Giet er een scheutje melk bij. 14. Mix alles fijn. 15. Pel de aardappelen. 16. Voeg nog een beetje melk toe. 17. Maak er puree van. 18. Roer de groenten door de aardappelpuree. 19. Doe er peper en zout bij. 20. Eet smakelijk! Stappenplan bij de bereiding van zurkelpuree:
1. Was je handen. 2. Spoel de aardappelen. 3. Kook ze gaar in de schil. 4. Maak de zurkel schoon. 5. Doe de hoeveboter in een kookpot en zet hem op het vuur. 6. Voeg de zurkel erbij. 7. Wacht tot alles gaar is. 8. Pel de aardappelen. 9. Voeg een beetje melk toe. 10. Maak er puree van. 11. Roer de groenten door de aardappelpuree. 12. Doe er peper en zout bij. 13. Serveer met gebakken sneetjes spek. 14. Eet smakelijk!
bio-, hoeve- en streekproducten - eerste leerjaar - pagina 39
1
In de puree!
www.lessenpakket.be
bio-, hoeve- en streekproducten - eerste leerjaar - pagina 40
1
Naar de winkel Doelen
Werkwijze
• weten waar je welke voedingsproducten van eigen bodem kan kopen; • inzien dat niet alle voedingsproducten overal verkrijgbaar zijn; • het voedingsproduct met het juiste verkooppunt verbinden.
Toon de tekeningen van de voedingsproducten. Bespreek met de kinderen hoe die producten bij je thuis op tafel komen. Waar worden die producten verkocht? De kinderen verbinden de tekeningen van de voedingsmiddelen met het juiste verkooppunt.
Vooraf vergroot enkele tekeningen van voedingsproducten.
Tip • Breng eens een bezoekje aan een boer, bakker, slager… • Speel een rollenspel met de kinderen. Eén leerling is verkoper, de andere leerlingen zijn de klanten. • Je kunt de tekeningen ook op aparte kaartjes kopiëren. Door middel van zelfcorrectie kunnen deze gebruikt worden tijdens het zelfstandig werken. www.lessenpakket.be
bio-, hoeve- en streekproducten - eerste leerjaar - pagina 41
1
Uit onze tuin? Doelen
Werkwijze
• weten dat sommige voedingsproducten van bij ons en andere van vreemde landen afkomstig zijn; • vaststellen dat voedingswaren of dieren die we bij ons kopen, niet altijd bij ons groeien, gemaakt worden of leven.
Bespreek met de kinderen welke voedingsproducten je allemaal kunt kopen in het warenhuis. • Zijn deze voedingsproducten van bij ons of komen ze uit andere landen? • Waar komen ze dan vandaan? • Waarom kunnen niet alle producten hier groeien? • …
Materiaal • schaar • lijm • knip- en plakblad
Geef de kinderen het knipblad en laat ze de tekeningen uitknippen. Daarna kleven ze deze op de juiste manier op het plakblad. Tip Breng eens een bezoekje aan een plaatselijk warenhuis. Laat de kinderen achterhalen welke producten van bij ons zijn en welke ingevoerd worden vanuit andere (meestal warmere) landen.
www.lessenpakket.be
bio-, hoeve- en streekproducten - eerste leerjaar - pagina 42
1
Uit onze tuin? van bij ons (hier)
www.lessenpakket.be
van een ander land (ver weg)
bio-, hoeve- en streekproducten - eerste leerjaar - pagina 43
1