SECUNDAIR ONDERWIJS
Onderwijsvorm:
TSO
Graad:
Tweede graad
Leerjaar:
Eerste en tweede leerjaar FUNDAMENTEEL GEDEELTE
Opties:
BIO-ESTHETIEK, BOUW- EN HOUTKUNDE, BOUWTECHNIEKEN, DEK, ELEKTROTECHNIEKEN, FOTOGRAFIE, GRAFISCHE TECHNIEKEN, GRAFISCHE WETENSCHAPPEN, HANDEL-TALEN, HOTEL, HOUTTECHNIEKEN, LICHAMELIJKE OPVOEDING EN SPORT, MECHANISCHE TECHNIEKEN, MOTOREN, SLAGERIJ EN VLEESWAREN, SOCIALE EN TECHNISCHE WETENSCHAPPEN, TOERISME, TUINBOUWTECHNIEKEN
Vak(ken):
TV Toegepaste informatica 1 lt/w
Vakkencode:
IT-w
Leerplannummer:
2001/027
e
TSO – 2 graad – studierichtingen groep (2) e e TV Toegepaste Informatica (1 jaar: 1 lestijd/week, 2 jaar: 1 lestijd/week)
1
INHOUDSTAFEL Beginsituatie...........................................................................................................................................................2 Algemene doelstellingen ........................................................................................................................................2 Leerplandoelstellingen en leerinhouden.................................................................................................................2 Minimale materiële vereisten..................................................................................................................................7 Pedagogisch-didactische wenken ..........................................................................................................................7 Evaluatie ................................................................................................................................................................9 Bibliografie ...........................................................................................................................................................10
e
TSO – 2 graad – studierichtingen groep (2) e e TV Toegepaste Informatica (1 jaar: 1 lestijd/week, 2 jaar: 1 lestijd/week)
2
BEGINSITUATIE In de eerste graad hebben de leerlingen binnen het vak Technologische Opvoeding reeds kennis gemaakt met de informatietechnologie. Daar werden begrippen als talstelsels, geheugeneenheid, invoer, verwerking en uitvoer behandeld. Ook kwamen o.a. basisbegrippen van ICT, van de vensteromgeving en van de meest gebruikte pakketten aan de orde. e
De leerlingen die in de 1 graad de optie Moderne Wetenschappen kozen, hebben ook het vak dactylografie gehad, wat een niet te onderschatten voordeel is bij het werken met een toetsenbord.
ALGEMENE DOELSTELLINGEN • • • • • • • • •
Logisch, abstract en probleemoplossend denken. Inzien dat voor het oplossen van bepaalde problemen bepaalde pakketten meer of minder geschikt zijn. Een opdracht begrijpend lezen, analyseren, de hoofd- en bijzaken herkennen en een mondelinge of schriftelijke verwoording ervan geven. Weten dat computers verbonden worden tot netwerken en inzien dat het Internet een van de belangrijkste voorbeelden is van een wereldwijd netwerk en tal van toepassingen mogelijk maakt. Kennis maken met een van de belangrijkste soorten toepassingsprogrammatuur en hierbij een beeld krijgen van de mogelijkheden die de huidige professionele pakketten te bieden hebben. Een vaste werkmethode hanteren. Kunnen samenwerken om een probleem op te lossen. Spontaan aandacht hebben voor nauwkeurigheid. Gestructureerd werken met orde en zorg.
LEERPLANDOELSTELLINGEN EN LEERINHOUDEN DEEL 1: NETWERKEN EN INTERNET LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen 1 • • •
• • •
kunnen de definitie van een netwerk weergeven; kunnen het onderscheid bespreken tussen een LAN en een WAN; kunnen de verschillende netwerkopstellingen opnoemen en bespreken die voor een praktisch netwerk gebruikt worden en kunnen de werking ervan uitleggen; kunnen de voor- en nadelen van een netwerk formuleren; kunnen de verschillende beveiligingsmethoden om een netwerk te beveiligen bespreken; kunnen het gevaar van virussen inzien, weten hoe een systeem ertegen kan beveiligd worden en virussen verwijderen;
2 • •
kunnen de structuur en de evolutie bespreken; kunnen de benodigdheden voor het raadplegen van het internet opnoemen;
1
Netwerken
1.1 1.2
Omschrijving Onderscheid tussen een lokaal netwerk (LAN) en een wereldwijd netwerk (WAN), praktische voorbeelden Configuratiemogelijkheden: met en zonder server; voorbeeld van een netwerk op school: Voordelen van een netwerk: toegang tot gegevens, delen van bronnen (hardware en software) Beveiliging tegen onrechtmatig gebruik van gegevens en tegen virussen
1.3 1.4
1.5
2
Internet
2.1 2.2
Structuur, evolutie Nodige hard- en software, aansluiting, provider
e
TSO – 2 graad – studierichtingen groep (2) e e TV Toegepaste Informatica (1 jaar: 1 lestijd/week, 2 jaar: 1 lestijd/week)
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen • • • • • • • • • • • • •
kunnen gratis internet en de kostprijs van internet verklaren; kunnen de voor- en nadelen van internet opsommen; kunnen enkele diensten van het internet opsommen en bespreken; kunnen de rechten en de plichten van het internet verklaren; kunnen enkele zoekrobots opnoemen; kunnen gericht zoeken met behulp van operatoren; kunnen de verschillende opdrachten via een zoekrobot uitvoeren; kunnen het begrip email bespreken; kunnen een email aanmaken, verzenden, ontvangen; kunnen een adresboek beheren; kunnen bestanden downloaden van een FTPserver; kunnen het begrip nieuwsgroep bespreken; kunnen het belang van economische toepassingen via internet inzien.
2.3 2.4 2.5 2.6 2.7
2.8 2.9 2.10
Voor- en nadelen Diensten : e-mail, navigatie op WWW, chatten, bestandsoverdracht Rechten en plichten van het internet: netetiquette, copyright Zoekrobots: gericht zoeken met behulp van operatoren, praktische oefeningen Email: begrip, email aanmaken, verzenden (met en zonder bijlage) en ontvangen, beheer van adresboek Downloaden van bestanden Nieuwsgroepen Economische toepassingen: elektronisch bankieren, e-commerce
DEEL 2: TEKSTVERWERKING LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen 1 • • • • •
kunnen de menubalk gebruiken; kunnen een tekst vlot aanpassen (wissen, vervangen, herstellen of invoegen); kunnen eenvoudige opmaakmogelijkheden toepassen (bijv. onderstrepen, vet, cursief, lettertype, centreren,… ); kunnen de functie zoeken en vervangen gebruiken; kunnen het gepaste papierformaat instellen en een tekst afdrukken;
2 • • • • •
kunnen opsommingtekens aanbrengen; kunnen kop - en voettekst aanbrengen; kunnen paginanummering toepassen; kunnen secties gebruiken; weten wat een sjabloon is en zien de voordelen ervan in;
3 •
kunnen minder frequent voorkomende functies vinden via het helpmenu;
1
Basisvaardigheden
1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Gebruik van de menubalk Tekst aanpassen, selecteren, verplaatsen, wissen, kopiëren,… Eenvoudige opmaakmogelijkheden Zoeken en vervangen Afdrukken
2
Opmaak
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Opsomming Koptekst en voettekst Paginanummering Gebruik van secties Begrip sjabloon
3
Helpmenu
3
e
TSO – 2 graad – studierichtingen groep (2) e e TV Toegepaste Informatica (1 jaar: 1 lestijd/week, 2 jaar: 1 lestijd/week)
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen 4 • • •
kunnen omgaan met de tabelgenerator om snel een eenvoudige tabel op te bouwen; kunnen basishandelingen uitvoeren (rijen / kolommen wissen, invoegen); kunnen de celopmaak verzorgen;
5 • •
kunnen een rekenblad en grafieken in een tekst invoegen; kunnen tekst opgezocht via Internet in een tekst integreren, verwerken en laten afdrukken.
4
Tabellen
4.1 4.2
Eenvoudige tabel Celopmaak
5
Geïntegreerde toepassingen
5.1 5.2
Invoegen van rekenblad en grafieken Tekst of figuur, opgezocht via Internet, in een tekst integreren en verwerken
DEEL 3: REKENBLAD LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen 1 •
• •
zijn in staat een eenvoudig rekenblad op te stellen met numerieke en alfanumerieke gegevens, formules en functie, dit op te slaan en weer op te vragen; zijn in staat een rij of kolom in te voegen en of te verwijderen; zijn in staat een cel of een bereik te selecteren, te verwijderen, te verplaatsen of te kopiëren;
2 •
kunnen het principe van relatieve en absolute adressering efficiënt toepassen;
3 • •
•
zijn in staat een grafiek op te stellen met één reeks gegevens; zijn in staat een grafiek op te maken;
5 •
Basisbegrippen
1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Numerieke en alfanumerieke gegevens Formules (4 hoofdbewerkingen) Functie som Rijen of kolommen invoegen, verwijderen Verwijderen, verplaatsen, kopiëren van een cel of een bereik
2
Relatieve en absolute adressering
2.1 2.2
Principe Formules efficiënt kopiëren
3
Celopmaak
zijn in staat eenvoudige opmaak toe te passen op 3.1 een cel of bereik; 3.2 zijn in staat opmaak te kopiëren;
4 •
1
zijn in staat de functies efficiënt te gebruiken;
Eenvoudige opmaak van de celinhoud Kopiëren van opmaak over meer cellen
4
Grafische voorstelling
4.1 4.2
Soorten (lijn-, staaf-, cirkeldiagram) Opmaak
5
Functies
5.1
Gemiddelde, max, min, aantal
4
e
TSO – 2 graad – studierichtingen groep (2) e e TV Toegepaste Informatica (1 jaar: 1 lestijd/week, 2 jaar: 1 lestijd/week)
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen •
zijn in staat een voorwaarde op te geven d.m.v. de ALS-functie;
6 •
kunnen een reeks gegevens te sorteren;
7 •
kunnen een celinhoud te zoeken om eventueel te vervangen;
8 •
5.2
ALS-functie
6
Sorteren
6.1
Selectie op verschillende criteria
7
Zoeken en vervangen
7.1 7.2
Zoeken op celinhoud Vervangen
8
Geïntegreerde toepassing
kunnen een werkblad in een andere toepassing te integreren.
DEEL 4: DATABANK LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen 1 • • •
kunnen het doel en de mogelijkheden van een databankprogramma omschrijven; kunnen de basisconcepten in eigen woorden formuleren; kunnen deze begrippen onderling in verband brengen aan de hand van voorbeelden;
2 • • • •
3 • •
4
kunnen een bestaande tabel in een databank openen en sluiten; kunnen records wijzigen, vervangen, toevoegen en verwijderen; kunnen met behulp van een filter zoekvoorwaarden opstellen voor 1 veld; kunnen met behulp van logische operatoren zoekvoorwaarden opstellen voor meerdere velden;
1
Algemene begrippen
1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Databank Tabel Velden en records Veldnamen, veldwaarden Primaire sleutel
2
Gebruik van een bestaande databank
2.1
Databank en een bestaande tabel openen en sluiten Records bewerken: wijzigen, vervangen, toevoegen, verwijderen Zoekvoorwaarden opstellen voor 1 veld met behulp van een filter Zoekvoorwaarden opstellen voor meerdere velden met gebruik van logische operatoren
2.2 2.3 2.4
3 kunnen (afhankelijk van de gewenste resultaten) 3.1 een gebruiksvriendelijke tabel opstellen met de benodigde veldeigenschappen; 3.2 kunnen een tabel aanpassen wat betreft structuur en inhoud; 3.3 4
Een databank aanmaken Veldeigenschappen: naam, gegevenstype, lengte en beschrijving Bewerken van de tabelstructuur: een veld toevoegen en verwijderen Gegevenstype en lengte aanpassen Query
5
e
TSO – 2 graad – studierichtingen groep (2) e e TV Toegepaste Informatica (1 jaar: 1 lestijd/week, 2 jaar: 1 lestijd/week)
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen • • •
kunnen de werking van een query toelichten; kunnen een eenvoudige query opstellen; kunnen een query uitvoeren en bewaren;
5 • •
kunnen gegevens in rapportvorm presenteren en opmaken; kunnen gegevens in etiketvorm afdrukken;
6 •
kunnen een standaardbrief koppelen aan een databank.
4.1 4.2 4.3
Werking Opstellen van een eenvoudige query Uitvoeren en bewaren
5
Rapporteren
5.1 5.2
Eenvoudige opmaak van een rapport Afdruk van etiketten
6
Integratie tekstverwerking
6.1
Standaardbrieven
DEEL 5: GRAFISCH WERKEN LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen 1 • • •
kunnen gebruik maken van de inkleurtechnieken; hebben inzicht dat naast de kleuren uit het basispakket, kleuren ook zelf te mengen zijn; hebben inzicht dat afgedrukte kleurbeelden kunnen verschillen van de schermkleuren;
2 • •
• • • •
•
1.1
Begrip pixel – pixeldichtheid in vergelijking met de kwaliteitsnormen van printers Het kleurenpalet (256 kleuren) Kleurbepaling, verschil tussen scherm en afdruk
1.2 1.3
kunnen de basiselementen van het pakket 2.1 gebruiken; zijn in staat het pakket op te starten, figuren op te 2.2 slaan en opnieuw op te vragen;
kunnen elementaire bewerkingen toepassen op figuren; hebben inzicht in het onderscheid tussen spiegelen en roteren van een figuur; kunnen figuren vervormen; kunnen de kwaliteit van het beeld verbeteren; kunnen gebruik maken van de kloontechnieken van een figuur of delen ervan;
4 •
Basisbegrippen
2
3 •
1
hebben inzicht in het onderscheid tussen de verschillende bestandsformaten; weten wanneer welk formaat best gebruikt wordt.
Basisvaardigheden Tekenen van lijnen, ovalen of cirkels, rechthoeken of vierkanten en veelhoeken Opslaan en opvragen van getekende figuren
3
Figuur bewerken
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
Grootte wijzigen In- en uitzoomen Spiegelen of roteren Afbeeldingen vervormen (perspectief, …) Beeldcorrectie technieken ( scherper maken, zachter maken ) Figuren klonen Figuren of delen ervan selecteren, kopiëren of plakken
3.6 3.7
4
Bestandsformaten
4.1 4.2
Soorten formaten Gebruik
6
e
TSO – 2 graad – studierichtingen groep (2) e e TV Toegepaste Informatica (1 jaar: 1 lestijd/week, 2 jaar: 1 lestijd/week)
LEERPLANDOELSTELLINGEN
7
LEERINHOUDEN
De leerlingen
MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN Het is essentieel dat elk lesuur één computer per leerling aanwezig is. Indien de school kampt met een gebrek aan middelen is tijdelijk één PC per twee leerlingen toegestaan. Wat de software betreft moeten de toestellen uitgerust zijn met een (bij voorkeur) professioneel geïntegreerd pakket (of voor elk onderdeel een verschillend pakket) met vensteromgeving. Van de software hoeft helemaal niet de laatste versie beschikbaar te zijn. Wel dient in eenzelfde school eenzelfde pakket gebruikt te worden (dat in de bedrijfswereld een ruime verspreiding kent). De toestellen moeten zo opgesteld staan dat er naast de computer nog voldoende ruimte is voor een boek of schrift. Tevens moeten volgende ergonomische eisen vervuld zijn: het scherm moet van goede kwaliteit (stabiel beeld zonder reflecties) en verstelbaar zijn, voor het toetsenbord moet er voldoende ruimte zijn voor de polsen. De veiligheid dient gegarandeerd te zijn (b.v. moet de bekabeling veilig weggeborgen zijn). Het is vanzelfsprekend dat de school beschikt over legale versies van de te gebruiken software. Tevens is het aangewezen dat de school geabonneerd is op een aantal vaktijdschriften en dat er in de mediatheek een aantal basiswerken over informatica aanwezig zijn. Het gebruik van een PC thuis is eigenlijk vanzelfsprekend. Leerlingen moeten vanaf het begin gestimuleerd worden om een PC aan te schaffen (spaarplan opstellen, informatie geven over de aankoop van tweedehandse toestellen, enz.). Indien er toch nog leerlingen zijn die hierbij problemen hebben, moeten zij maximale faciliteiten krijgen om op school (buiten de normale lestijden) te kunnen oefenen.
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN 1
Verdeling van de lestijden
Onderstaande tabel geeft het aantal uur weer dat aan elk onderdeel moet besteed worden. Er wordt ervan uitgegaan dat een schooljaar 25 lesweken bevat. De leraar moet zorgvuldig zijn leerstof verdelen over beide leerjaren en zijn jaarplan opstellen rekening houdend met de opgegeven minima en maxima.
Aantal uur Netwerken en internet Tekstverwerking
8 8
Rekenblad
12
Databank
10
Grafisch werken
4
Actuele evoluties binnen de informatica
3
Vrij in te vullen
5 50
Indien het vak Dactylografie eveneens in het curriculum voorkomt, mag dit onderdeel niet in het vak Toegepaste informatica aan bod komen en moeten de voorziene lesuren verdeeld worden over de andere onderdelen. De vrij in te vullen lestijden worden prioritair besteed aan toepassingen, thema’s of uitbreidingen van de leerstof die rechtstreeks in verband staan met de specificiteit van de studierichting.
e
TSO – 2 graad – studierichtingen groep (2) e e TV Toegepaste Informatica (1 jaar: 1 lestijd/week, 2 jaar: 1 lestijd/week) 2
8
Netwerken en internet
De leraar moet zich hoeden om niet te veel lessen aan dit onderwerp te besteden. Bijkomende aspecten kunnen via zelfwerkzaamheid thuis of buiten de lessen op school aan bod komen, terwijl sommige softwarebegrippen bij de behandeling van toepassingspakketten gaandeweg kunnen behandeld worden. Er moet steeds vertrokken worden vanwege praktische netwerksituaties: klein netwerkje thuis, netwerk op school, netwerk van banken en supermarkten, netwerk bij veiligheidsdiensten, wereldwijd netwerk … De indeling van de netwerken wordt best via moderne didactische middelen besproken: PowerPoint presentatie met dataprojector, slides met overheadprojector, demonstratie netwerk. Bij het aspect veiligheid wordt verwezen naar de actualiteit. Het gebruik van een virusscanner is enkel efficiënt wanneer ook de nodige aandacht besteed wordt aan de upgrading ervan. Internet is heel goed bruikbaar als een enorme on-line encyclopedie. Als de leerlingen weten hoe ze efficiënt informatie moeten opzoeken, hebben ze voor al hun schoolactiviteiten een belangrijke troef in handen. Leerlingen kunnen zelf werkjes op het internet publiceren of meehelpen aan de schoolwebsite. E-mail is een van de belangrijkste didactische toepassingen, bijv. om contacten te leggen met elkaar of met leerlingen uit andere landen (in het kader van een uitwisselingsproject), maar ook om met de leraar te communiceren. Sommigen zullen het gemakkelijker vinden bepaalde zaken te vragen via e-mail dan in de klas. Er wordt best een emailadres per computer aangemaakt (indien de schoolsituatie dit toelaat). Bij het gericht zoeken op het Internet krijgen de leerlingen een aantal zoekopdrachten. Er wordt duidelijk gemaakt dat er heel dikwijls diverse resultaten mogelijk zijn. Discussieforums zijn meestal enkel nuttig voor de leraar (om bijv. in contact blijven met een groot aantal collega's). Toch kunnen ook leerlingen deelnemen aan discussieforums, bijv. bij een lessenreeks rond een bepaald onderwerp kunnen leerlingen een thema volgen op een discussiegroep. Als de school beschikt over een eigen server kan een nieuwslijst opgestart worden. Daarin kunnen leerlingen bijv. berichten uitwisselen i.v.m. een bepaald project dat op school aan de gang is. Momenteel is de voornaamste toepassing van FTP het downloaden en uploaden van shareware en freeware. Leerlingen die aan een project werken kunnen zo informatie uitwisselen. Bij projecten op school kan het nuttig zijn een korte IRC-vergadering te houden. IRC is veel directer dan e-mail. De agenda moet op voorhand worden afgesproken en het aantal deelnemers moet worden beperkt. 3
Toepassingspakketten
De klemtoon moet liggen op het aanleren van probleemoplossende vaardigheden en niet op de specifieke technieken van het pakket zelf. De aanpak via case-studies uit de omgevingswereld en toekomstige beroepssituaties van de leerlingen is daarom meer dan aangewezen. Het is nuttig om met andere leraren te coördineren zodat probleemstellingen van andere vakken kunnen aan bod komen. Vermits er geregeld nieuwe versies op de markt komen en het doel van de lessen niet is om vlot met het pakket te leren werken, is het belangrijk dat de leerlingen inzichtelijk leren werken. Er mag gebruik gemaakt worden van de standaardfuncties van de pakketten. Uit het hoofd leren van functietoetsen en codes is uiteraard niet toegestaan. Het gebruik van het Helpmenu moet wel aan bod komen. 4
Tekstverwerking
Bijzondere aandacht moet geschonken worden aan de BIN-normen die verplicht dienen gevolgd te worden, niet enkel in de lessen tekstverwerking, maar ook in alle andere onderdelen. De leraar moet ervoor zorgen dat bijv. ook de toetsen en examens de BIN-normen volgen. 5
Rekenblad en databank
We gaan er vanuit dat de leerlingen in de eerste graad reeds een inleiding gekregen hebben in een rekenblad en de basisbewerkingen kennen. Het aanleren van de programmagebonden mogelijkheden is ondergeschikt aan het aanleren van de structuur en de mogelijkheden die databanken in het algemeen bieden. Kunnen inzichtelijk werken met een databank primeert op het kunnen werken met een bepaald databankprogramma.
e
TSO – 2 graad – studierichtingen groep (2) e e TV Toegepaste Informatica (1 jaar: 1 lestijd/week, 2 jaar: 1 lestijd/week)
9
Er kan ook gekozen worden voor een geïntegreerd basisprogramma. De werking is soepeler en eenvoudiger, doch de resultaten gelijkwaardig. Met een beperkte hoeveelheid theoretische en programmatechnische achtergrond, kunnen gelijkaardige resultaten geboekt worden. Voor sommige klassen biedt het gebruik van zo’n beperkt pakket de leerlingen een zekere mate eenvoud. Een professioneel pakket heeft veel mogelijkheden en vereist een hoog studieniveau, wat bij sommige leerlingen ontmoediging in de hand kan werken. 6
Grafisch werken
Aangezien de grafische vormgeving een steeds belangrijker plaats inneemt, kan dit item zeer praktisch aangebracht worden: eigen gemaakte foto’s bewerken, integreren in een krantje of folder, enz. Sommige leerlingen werken thuis reeds met een scanner of een digitaal fototoestel: op die manier geproduceerde beelden kunnen dan ook in de klas gebruikt worden Vermits in veel gevallen de collega’s wiskunde reeds het pakket CABRI gebruiken, kunnen in afspraak met hen, de leerinhouden van het onderdeel grafisch werken aan de hand van dit pakket aangeleerd worden (uiteraard is het niet de bedoeling om leerinhouden van de les wiskunde in toegepaste informatica aan te brengen). 7
Actuele evolutie
Het is de bedoeling om occasioneel aandacht te besteden aan de moderne technische toepassingen van ICT, aan de functies en beroepen in de IT-sector en de maatschappelijke gevolgen van ICT. Dit kan door aan de leerlingen een opdracht te geven een artikel te lezen of een opzoeking te doen op bijv. het Internet. Het spreekt vanzelf dat hierbij een vragenlijst moet gebruikt worden en dat een korte mondelinge verslaggeving met evaluatie nuttig is (om na te gaan of het werk wel zelfstandig werd uitgevoerd). Aan dit onderdeel kan ook af en toe wat korte tijd binnen de lessen besteed worden (bijv. in 9 lessen telkens 15 minuten, samen 3 lestijden). Het aanleggen van een documentatiemap is minder aangewezen, behalve wanneer die tot een erg specifiek onderwerp beperkt wordt.
EVALUATIE 1
Meerkeuzevragen
Verschillende onderdelen van het leerplan lenen zich goed tot het stellen van meerkeuzevragen. Let wel dat die techniek maar kan aan bod komen wanneer die tijdens het jaar werd ingeoefend. 2
Netwerken en internet
Nadruk wordt gelegd op een permanente evaluatie. Werkvormen en attitudes zijn belangrijk bij de beoordeling. Bij het gericht zoeken op het Internet krijgen de leerlingen een aantal zoekopdrachten. De bespreking van de resultaten is even belangrijk als de evaluatie. Er wordt duidelijk gemaakt dat er heel dikwijls diverse resultaten mogelijk zijn. 3
Toepassingspakketten
Het spreekt vanzelf dat uitsluitend de praktijk wordt geëvalueerd. Permanente evaluatie is dan ook belangrijk. Schriftelijke toetsen zijn zo goed als uitgesloten. Bij de evaluatie van de praktijk wordt zoveel mogelijk gewerkt met vooraf bepaalde (en aan de leerlingen medegedeelde) criteria. De evaluatieresultaten worden zoveel mogelijk in woorden uitgedrukt. Details van het gebruikte pakket zijn niet belangrijk en mogen niet worden geëvalueerd. Vragen moeten steeds zo gesteld worden dat ze betrekking hebben tot een praktisch voorbeeld. Willekeurige cijfergegevens moeten vermeden worden (de link met de praktijk moet steeds bewaard worden). Naarmate de leerlingen meer bedreven worden, moet meer aandacht geschonken worden aan de eigen creativiteit. Zo zijn bijv. opgaven waarbij de leerling een tekst of werkblad moet namaken (kopiëren) te vermijden.
e
TSO – 2 graad – studierichtingen groep (2) e e TV Toegepaste Informatica (1 jaar: 1 lestijd/week, 2 jaar: 1 lestijd/week)
10
BIBLIOGRAFIE Netwerken en internet LEVINE , J., Internet voor dummies, Addison-Wesley OOST, K., Basiscursus internet, Academic Service Clickx, NV NUM, Groot-Bijgaarden, www.clickx.be Netwerk, NV Sparta, Schelle, www.netwerk.be Tekstverwerking BUYSSE P., CAUWENBERGH R., VAN CALSTER M., Probleemoplossend werken met Word 2000, Standaard Uitgeverij, Antwerpen CUYPERS E., VAN DEN BROECK E., Word 2000, Standaard Uitgeverij, Antwerpen DEVRIENDT D., DE GEYTER–DIEPENDAELE T., Werk Wijzer met Word delen 1, 2 en 3, WWW-Soft, Oostkamp GOOKIN D., Word 2000 for Dummies , Addison–Wetsley HEYNDRICKX G., Word. Word? Word! (1, 2, 3) Handboek voor Windows, Uitgeverij De Clerck Rekenblad BRUIJNES G., Basiscursus Excel 2000, Academic Service, Heverlee BUYSSE P., Probleemoplossend werken met Excel 2000, Standaard Uitgeverij, Antwerpen CUYPERS E., VAN DEN BROECK E., Excel 2000, Standaard uitgeverij, Antwerpen FRANS R., Access 2000, Campinia Media, Geel GREY H., MS-Excel 2000 voor Dummies, Addison-Wesley Databank BOERTJENS K., Basiscursus Acces 2000, Academic Service, Heverlee BUYSSE P., Probleemoplossend werken met Access 2000, Standaard Uitgeverij, Antwerpen CUYPERS E., VAN DEN BROECK E., Access 2000, Standaard Uitgeverij, Antwerpen FRANS R., Access 2000, Campinia Media, Geel TOOM J., Basishandleiding Access 2000, Bijleveld Pers