Op naar het eerste leerjaar
1
Inhoudstafel Voorwoord Voorbereidend schrijven Een goede potloodgreep Niet te vroeg schrijven! Hoe kan je thuis je kind stimuleren? Visuele waarneming Auditieve waarneming Taalbeheersing Rekenvoorwaarden Motorische ontwikkeling Fijne motoriek Lichaamsschema Ruimtelijke oriëntatie en concentratie Werkhouding en zelfstandigheid Sociale vaardigheden en aanpassingsvermogen Hoe wordt gekeken of een kind schoolbekwaam is? Een dagje in het eerste leerjaar Wiskunde Taal Tips voor een vliegende start Welk materiaal is er nodig in de klas? Checklist: klaar voor 1 september?
2
3 4 4 5 5 6 6 6 7 7 7 8 8 9 10 10 12 14 15 16 18 19
Voorwoord De overgang van de kleuterschool naar de lagere school is voor de meeste kinderen een hele stap. We kunnen zeggen dat in de kleuterschool het accent voornamelijk ligt op het spelend leren, terwijl dat in de lagere school toch enigszins anders ligt. Een kind dat naar het eerste leerjaar gaat heeft al heel wat rijpings– en leerprocessen achter de rug. Leren lopen, praten, klauteren, vragen stellen, zindelijk worden,….. hebben de afgelopen jaren immers heel wat aandacht van uw kleuter gevraagd. De groei naar schoolbekwaamheid gebeurt op eigen tempo, maar motiverende prikkels kunnen worden aangeboden. In deze brochure geven wij u informatie en praktische tips voor de overgang van de kleuterklas naar het eerste leerjaar. Indien u, na het lezen van deze informatie, nog vragen zou hebben, kan u steeds terecht bij de leerkracht of directie. De directeur Het schoolteam
3
Voorbereidend schrijven Kleuters moeten motorisch rijp zijn om met schrijven te beginnen. Op school worden de nodige motorische vaardigheden veelvuldig geoefend door middel van allerhande activiteiten zoals plakken, knippen, kleien, parels rijgen… Doel van deze activiteiten is om de kleuters te leren een beweging te richten en te coördineren tot een soepele beweging.
Een goede potloodgreep Verder wordt er in de kleuterklas veel aandacht geschonken aan het fijn motorisch bezig zijn. De ontwikkeling van de duimmotoriek is belangrijk. De duim moet immers een sturende functie krijgen bij het schrijven. Om de kleuters hierop voor te bereiden, wordt er gespeeld met klein constructiemateriaal, steekparels, ….
4
Niet te vroeg schrijven Als kinderen motorisch nog niet rijp genoeg zijn om met schrijven te beginnen, is het beter dit nog even uit te stellen. Kinderen moeten voordat ze met schrijfpatronen beginnen immers een aantal andere fasen doorlopen hebben. Gemiddeld genomen kan een kind op de leeftijd van 5 à 6 jaar met schrijven beginnen. Kinderen die de voorbereidende fasen niet goed doorlopen hebben of te vroeg moesten leren schrijven, krijgen daarna vaak problemen.
Hoe kan je thuis je kind stimuleren Door deze dagelijkse activiteiten, kan je kind de juiste prikkels krijgen om vaardigheden te ontwikkelen. Het is niet de bedoeling al deze activiteiten gedwongen uit te voeren, het is veel beter om de stimulansen in de dagelijkse omgang te verweven. Het aanbieden van werkboekjes is niet wenselijk, tenzij je kind hier zelf om vraagt.
5
Visuele waarneming Speelgoed: memory, puzzels, … Activiteiten: plaatjes kijken en benoemen, voorwerpen van eenzelfde kleur verzamelen, verschillen zoeken en benoemen,….
Auditieve waarneming
Je kan je kind stimuleren om aandachtig te luisteren naar geluiden in de omgeving. Activiteiten: rijmen, versjes voorlezen, liedjes zingen, voorlezen, aan je kind vragen om een verhaal na te vertellen,…
Taalbeheersing Activiteiten: laat je kind vaak vertellen, spreek algemeen Nederlands, vertel grapjes en maak samen rijmpjes, …. Bij foutief taalgebruik is het beter niet onmiddellijk te onderbreken om te verbeteren. Geef gewoon het juiste voorbeeld in je antwoord vb: “Ik heb een taart gebakt.” —> “Wat heb je gebakken?”
6
Rekenvoorwaarden Speelgoed opruimen is een ideale gelegenheid om te leren ordenen (potloden van licht naar donker, boekjes van groot naar klein, blokjes per kleur, … ) Activiteiten: spelen met bekertjes en flesjes (in bad bijvoorbeeld), kaarten sorteren, tellen bij het op– of afgaan van de trap, tellen bij het tafel dekken, ...
Motorische ontwikkeling Je kind heeft voldoende beweging nodig. Geef je kind voldoende kans om te spelen, springen, klauteren, ravotten, fietsen, rolschaatsen, dansen, zwemmen, huppelen, touwspringen, voetballen…
Fijne motoriek Speelgoed: boetseerklei, constructiespeelgoed (vb. lego), teken– en schildergerief, steekparels, pop, parels,… Activiteiten: vingerverven, vouwen, knippen, zandtaartjes bakken, parels rijgen, krullen tekenen, huishoudelijke taakjes (meehelpen)
7
Lichaamsschema Tijdens het aan– en uitkleden of bij het baden, kunnen de lichaamsdelen benoemd worden. (Hoeveel benen heb je? Toon eens je knie…) Laat je kind regelmatig in de spiegel kijken en beschrijven wat het ziet. Foto’s bekijken en beschrijven.
Ruimtelijke oriëntatie en concentratie Geef je kind regelmatig opdrachten als: loop naar de deur…, leg het mes aan de rechterkant van het bord…. Je kan thuis ook geleidelijk aan werken aan concentratie: eerst de puzzel afmaken en dan pas…, aandacht houden bij het verhaaltje dat wordt voorgelezen….
8
Werkhouding en zelfstandigheid Je kan zelfstandigheid bevorderen door kleine opdrachtjes in het huishouden te laten uitvoeren (bed opmaken, helpen bij de afwas, tafel dekken…). Stimuleer je kind om zelfstandig een aantal activiteiten uit te voeren en laat het steeds meer dingen zelf doen: jas aandoen, neus snuiten, naar het toilet gaan, handen en gezicht wassen, tanden poetsen, boterham smeren, aankleden,... Geef je kind voldoende kansen om zelf zijn dagelijkse probleempjes en moeilijkheden op te lossen. Zo leert hij of zij omgaan met allerlei praktische situaties en leert jouw kind zijn plan te trekken. Hierdoor groeit ook het zelfvertrouwen, omdat hij of zij zelf dingen doet, kan en mag. Bijvoorbeeld: wat hebben we nodig om te gaan zwemmen?
9
Sociale vaardigheden aanpassingsvermogen Je kleuter moet leren functioneren in groep, leren rekening houden met anderen, zijn beurt afwachten, omgaan met verliezen en winnen, samen spelen,… Activiteiten: met andere kinderen spelen, gezelschapsspelletjes spelen,… Laat je kind zelf praten en antwoord niet in zijn/haar plaats wanneer er een vraag gesteld wordt.
Hoe wordt gekeken of een kind schoolbekwaam is Het advies om een kind al dan niet naar het eerste leerjaar te verwijzen mag geen resultaat zijn van een momentopname. Hier volgt een opsomming van elementen die bekeken worden alvorens een advies te formuleren. Observatie van leerkracht(en) In de loop van het schooljaar, wordt uw kind intensief opgevolgd. Door middel van observatielijsten, worden de vorderingen van uw kleuter in de verscheidene domeinen, duidelijk in kaart gebracht.
10
Genormeerde testen in K3 De resultaten van de genormeerde CITO-‐test worden afgewogen ten opzichte van het Vlaamse gemiddelde en uitgebreid besproken in de klassenraad. Signalen van ouders en van het kind De signalen van het kind zelf zijn belangrijk om mee te nemen. U weet immers het beste hoe uw kind zich thuis gedraagt. Aan de hand van al deze informatie wordt bepaald of een kind over voldoende vaardigheden beschikt om het eerste leerjaar aan te vatten. Heel vaak blijken de bevindingen van de leerkrachten en ouders, bevestigd te worden in de resultaten van de testen. Indien blijkt dat de kleuter nog niet over voldoende vaardigheden beschikt om naar de lagere school te gaan, kan overwogen worden om de derde kleuterklas over te zitten. Dit geeft het kind extra tijd om de nodige vaardigheden te verwerven om — waarschijnlijk met meer succes — een jaartje later naar het eerste leerjaar te gaan. De beslissing of een kind al dan niet naar het eerste leerjaar gaat, wordt uiteindelijk genomen door de ouders. Hierbij is het van groot belang om alle informatie en gegevens rustig door te praten met het zorgteam en de CLB-‐medewerker.
11
Een dagje in het eerste leerjaar Ik haast me naar school want ik wil graag nog wat spelen met mijn vrienden. De tijd gaat snel voorbij want daar rinkelt de bel al! Ik neem nog snel mijn boekentas en ga in de rij staan. Daarna gaan wij naar de klas. Na ons dagelijks gespreksmomentje, laten we onze huiswerkmap en agenda controleren door de juf/ meester en worden enkele administratieve taken afgehandeld. Nu zijn wij klaar om te beginnen met ons werk in de klas. Eerst frissen we even ons geheugen op over de voorbije lessen. Dan gaan we in de rekenles verder met elke dag een beetje moeilijkere oefeningen. Daarna volgt er een lesje taal. Elke dag leren we een nieuw steunwoord met een nieuwe letter. We maken leuke oefeningen in ons werkboekje. Daarna lezen we nieuwe woordenrijen of een stukje tekst in ons leesboek. Ook dezelfde dag nog leren we de nieuwe letter schrijven. Dit gebeurt allemaal in de voormiddag.
12
In de namiddag volgen de lessen die iets minder aandacht vragen, zoals leren over dieren en planten, liedjes zingen, toneel spelen, tekenen en schilderen, knutselen, … Dit noemt men bij ons projectwerking. Tijdens de projectwerking worden thema's uitgediept. Deze thema’s groeien uit de belangstelling van de kinderen. Kinderen zijn hierdoor meer gemotiveerd om te werken. Een kind doet dat individueel of in groep en de werkzaamheden zijn verspreid over enkele weken. Eerst wordt een werkplan gemaakt: wat wil men over het onderwerp weten en wat wil men ermee doen. De leerkracht begeleidt het keuze-‐ en uitvoeringsproces en bewaakt de link met het leerplan en de kwaliteit van het project. Elk kind of groepje werkt op één of andere wijze aan een neerslag van zijn bevindingen: er wordt een boek gemaakt, een tentoonstelling, een film, een toneelstuk, een lied of gedicht,... Afgewerkte projecten worden voorgesteld aan de andere klassen en aan de ouders. Projectwerking vind je in alle klassen van de school. Sommige dagen krijgen we ook les van een andere meester of juf (levensbeschouwing, lichamelijke opvoeding…)
13
Wiskunde Om te leren rekenen gebruiken wij de methode Zwiso. Zwiso is een rekenmethode die een geleidelijke en rustige opbouw heeft. De kinderen krijgen voldoende inoefening van de basisleerstof en maken regelmatig herhalingsoefeningen om de leerstof vast te zetten. Zwiso werkt met een realistische instap en terugkoppeling naar de realiteit. Per blok wordt er een bloktoets afgenomen. De werkboeken zijn kindvriendelijk en overzichtelijk. Er wordt wederom gewerkt op het niveau van het kind. Snelle rekenaars krijgen oefeningen op eigen niveau. Kinderen die meer moeite hebben met rekenen, kunnen gebruik maken van rekenhulpjes. Rekenen wordt niet alleen aangeleerd, maar ook geautomatiseerd. De lessen worden ondersteund door ‘Wisse’. Deze pop leert mee rekenen, zodat er een veilig rekenklimaat wordt gecreëerd. De methode maakt ook gebruik van nog andere didactische hulpmiddelen, zoals ‘Roefie Rups’, getaldoosjes en schijfjes,…
14
Taal Lezen Op onze school wordt gewerkt met de methode ‘Veilig leren Lezen’ van de uitgeverij Zwijsen. Deze methode voor aanvankelijk lezen biedt een veelheid aan materialen om de leerlingen op eigen tempo te leren lezen. Aan de hand van een verhaal, worden nieuwe woorden en letters aangebracht. Daarna worden deze grondig ingeoefend. Dagelijks oefenen de kinderen thuis hun nieuwe letters en woordjes. Na enkele lessen kunnen de leerlingen al een eenvoudig boekje lezen. Zij beleven erg veel plezier aan de lessen taal. Schrijven De kinderen leren op school de juiste pengreep en de juiste manier om een nieuwe letter te vormen. In de klas wordt er flink geoefend. Als huiswerk krijgen de kinderen schrijfblaadjes mee. In het begin gaat het niet zo snel om al die nieuwe letters te schrijven, maar het lukt vast wel!
15
Tips voor een vliegende start Je kind moet in de ‘grote school’, tal van nieuwe indrukken verwerken. Dit is in het begin best een beetje wennen. Het is niet ongewoon dat je kind plots meer slaap blijkt nodig te hebben. Hier alvast enkele tips die de overgang vlot kunnen doen verlopen.
Zorg voor gezonde en gevarieerde voeding. Vermijd snoep, junkfood en gesuikerde dranken. Waak erover dat je kind voldoende slaap neemt. Een 6-‐jarige heeft gemiddeld 12 uren nachtrust nodig. Maak een dagelijkse gewoonte van een half uurtje ‘huiswerkritueel’: agenda tekenen lezen vertellen wat er leuk was in de klas, boekentas maken voor morgen ... Kies hiervoor een rustig moment. Neem de tijd om samen met je kind de indrukken van de dag door te nemen.
16
Nog wat informatie Bij de aanvang van het nieuwe schooljaar krijgen de leerlingen nog een infobrochuren mee naar huis. In september volgt er nog een infoavond. De kinderen krijgen vier keer een individueel rapport per schooljaar. Er is een individuele ouderavond voorzien in november en juni.
Turnen Alles voorzien van naam • Turnzak en T-‐shirt krijgen de kinderen op school • Broekje en turnpantoffels dienen aangekocht te worden door de ouders
Zwemmen • zwemzak zwembroek / badpak • 1 grote en 1 kleine handdoek De kinderen van de eerste graad gaan tweewekelijks zwemmen.
17
Wat heb je nodig?
boekentas (minimum A4 formaat) Volgende opsomming is een leidraad, je bent niet verplicht om dit zelf aan te kopen. In de klas hebben wij het nodige schoolgerief, maar kindjes gebruiken vaak ook graag eigen materiaal. pennenzak 12 kleurpotloden 6 stiften lijmstift (type Pritt) scherper met potje schaar balpen grijs potlood gum schortje
18
Klaar voor september
Met deze checklist lukt het zeker! Boekentasje Flesje water Fruit Brooddoos Iets te melden aan de juf? Mijn naam op al mijn spulletjes Ik ken de afspraken/schoolreglement Ik weet de klas te vinden Ik ken de naam van de juf Ik vertrek tijdig naar school
= fijn naar school!
19
Van 2.5 tot 12 jaar
BSGO Freinetschool Klim-‐op Blaasveldstraat 57 2830 WILLEBROEK
[email protected] 03 290 76 18
Bezoek onze website: www.klimoptisselt.be
20