Eerder en Dichtbij
Projectplan
Bussum, augustus – september 2012
1. Inleiding De pilot ‘Eerder en Dichtbij’ is een verlening van de eerste pilot ‘Meer preventie minder zorg’. Het doel van de pilot was oorspronkelijk om te onderzoeken welke concrete interventies, onder welke randvoorwaarden, zouden kunnen bijdragen aan het voorkomen van het moeten inzetten van intensieve jeugdzorg interventies. Dit doel is in binnen de pilot ‘Eerder en dichtbij’ verbreed tot het vinden van een werkwijze die er aan bijdraagt dat jeugdigen en gezinnen eerder en dichtbij geholpen worden. Het accent is met andere woorden verlegd van onderzoek naar de werkzaamheid van interventies (en de condities waaronder de interventies werken) naar het vinden van een werkwijze waarbij ouders/gezinnen, gemeenten en eerste en tweede lijns zorgaanbieders gezamenlijk uitvinden welke werkwijzen effectief zijn en gezinnen/jeugdigen passend ondersteunen. Extra accent in dit geheel heeft de positie van de gemeentelijke procesregisseurs. Met de pilot onderzoeken we ook de rol van de procesregisseur in de toeleiding naar intensief aanbod. Het is de bedoeling dat de pilot input biedt voor het ontwikkelen van een transitieplan. De vergelijking van de (tussentijdse) resultaten, met die van andere pilots (gemeentelijke pilot, maar ook de pilot handelingsgericht werken die vanuit de samenwerkingsverband primair onderwijs wordt ingezet) is om deze reden nadrukkelijk onderdeel van de pilot. In dit concept projectplan wordt de opzet van de pilot uitgelegd en worden de doelen van project toegelicht. Vervolgens wordt het traject beschreven dat de pilot zal volgen, inclusief de planning en de relatie tot het transitieplan. Tenslotte volgt de project organisatie.
2. Opzet pilot Bij de inrichting van de zorg voor jeugd hebben gemeenten de opdracht om te zorgen voor een aanbod dat aansluit bij de zorgbehoefte van jeugdigen en gezinnen. Voor de gemeenten is de uitdaging om de inrichting van gespecialiseerde zorg dusdanig te ontwikkelen dat de ondersteuning aan ouders en jeugdigen efficiënt en effectief wordt vormgegeven in samenhang met andere gemeentelijke voorzieningen en taken. De regio Gooi en Vechtstreek wil bereiken dat aan kinderen c.q. gezinnen met problemen in een zo vroeg mogelijk stadium een passend zorgaanbod wordt geboden, zodat de eigen kracht van het kind en de ouder wordt versterkt, en daarmee mogelijk ook een later beroep op duurdere vormen van zorg te voorkomen. De pilot maakt gebruik van de mogelijkheid om in multidisciplinair verband tweedelijnszorg zonder indicatie in te zetten. De pilot biedt kansen om de relatie met en tussen de partners in het maatschappelijk veld te verbeteren en te ontschotten. Deelnemers van de pilot doen ervaringen op met een nieuwe vorm van sturing waarbij de gemeenten een duidelijke stap naar voren zetten, door de functie procesregie in het CJG te versterken. De experimenteerruimte zal naar verwachting veel input geven voor het profiel van de procesregisseur ‘nieuwe stijl’ en is daarmee een leerproces en oefensituatie voor allen.
3. Doelen van de pilot Eerder en Dichtbij § Na de pilot levert input voor het type maatwerktrajecten dat ingezet kan worden op het raakvlak van (nu nog) lokale en provinciale jeugdzorg;
§ De pilot geeft inzicht in de klanttevredenheid van de aangeboden maatwerktrajecten, inzicht in de randvoorwaarden voor succesvolle inzet ervan § De pilot levert een bijdrage aan de professionalisering en kennisdeling van professionals binnen de diverse disciplines § De pilot voorziet in een centrale positie van de gemeenten (in de vorm van de procesregisseurs) en levert aldus aanbevelingen/knelpunten op met betrekking tot de regierol van de gemeenten; § Er is een gevalideerde monitor ontwikkeld die na de transitie breder uitgerold kan worden; § De pilot biedt concrete praktijkinformatie voor de algehele transitie.
4. Planning
Planning Uitvoeren pilot:
Onderdeel 1: ontwikkelen werkwijze en samenwerkingsafspraken
Doorlopend: heden – juli 2014 (afsluiting pilot) Tijdens de pilot zetten de instellingen ambulante zorg op maat in zonder indicatie. De instellingen krijgen de ruimte op ontdekkingstocht te gaan en de benodigde middelen te ontwikkelen, nadrukkelijk in overleg met Bureau Jeugdzorg en onder regie van de gemeenten. Wij zien een primaire rol weggelegd voor de gemeenten: de nieuwe integrale regierol voor de lokale overheid is één van de fundamentele wijzigingen in het complexe veld van de jeugdzorg. De gemeenten in de Gooi en Vechtstreek kiezen hierbij voor het versterken van de functie procesregie in het CJG. De rol van de procesregisseurs in de pilot wordt dan ook ‘zwaarder’; zij fungeren nu voor het eerst als toegangspoort tot tweedelijnshulp. CJG-procesregisseurs krijgen sturingsmogelijkheden als het gaat om het opstellen en uitvoeren van een ondersteuningsplan. Zij bewaken dat de zorg lokaal goed wordt opgezet, veilig is en een beroep doet op de eigen kracht van kinderen en hun gezin. De procesregisseur heeft nadrukkelijk de verantwoordelijkheid om een casus ‘terug te geven’ als blijkt dat het dossier ernstig onvolledig is. Hij voert daarover een constructief gesprek. De werkwijze van de procesregisseurs is gericht op samenwerken, waarbij aanvullende vragen worden gesteld in een persoonlijk gesprek met de aanleverende professional (in plaats van een formulier en een stroomschema). Het samenwerken in de pilot is voor alle betrokkenen ‘training on the job’; voor de professionals, maar ook voor de procesregisseurs. Tijdens de pilot wordt gebruik gemaakt van de expertrol die Bureau Jeugdzorg nu al heeft in de casuïstiek-overleggen; hier heeft BJZ een adviserende rol en is sparringpartner in de beoordeling van de veiligheid. Casussen gaan niet ‘langs’ BJZ maar worden ‘samen met’ BJZ beoordeeld.
Onderdeel 2: monitor ontwikkelen Periode: januari 2013 – augustus 2013. (Zie bijgevoegde offerte Jeugdzaak voor andere fasering.) Onderdeel 3: afstemming andere pilots en conclusies Periode: oktober 2012 – juli 2014 Het transitieteam heeft de opdracht om de diverse pilots te monitoren en de opbrengsten te vergelijken. Uiteindelijk zullen de resultaten van de pilots input leveren voor de werkwijze rondom signaleren, planvorming en toeleiden naar zorg. In dit verband is met name de relatie tussen de pilot handeling gericht indiceren en onderhavige pilots relevant.
5. Projectorganisatie
stuurgroep
Transitieteam
Projectgroep
Stuurgroep: stuurgroep jeugd (voortgang, knelpunten, initiëren besluitvorming rondom regionaal jeugdbeleid) Transitie team: voorbereiden stuurgroep, inhoudelijk aansturen, afstemmen en bewaken projecten en pilots Projectgroep: transitiemanager, projectleider, trekkers organisaties, uitvoerders monitor, vertegenwoordiging gemeente en provincie: afstemming en (coördinatie) uitvoering pilots