Eenzame naasten…
Onderwerpen Begripsverkenning Oorzaken en gevolgen Sociale competenties Stappen in de aanpak Interventieprofielen
Dr. Anja Machielse
Eenzaamheid
Conclusies
Contactarm
Het gevoel dat de aanwezige contacten niet aan iemands behoefte voldoen.
Iemand heeft slechts enkele betekenisvolle contacten; die contacten voldoen wel aan zijn/haar behoefte.
Twee dimensies Sociale eenzaamheid: gemis aan gezelschap Emotionele eenzaamheid: gemis aan emotionele steun
Kwetsbaarheid Als iemand wegvalt uit het netwerk Als de competenties om nieuwe relaties aan te gaan gering zijn
Sociaal isolement
Sociale netwerken van ouderen
Iemand heeft weinig of geen betekenisvolle contacten en voelt zich daar eenzaam en ongelukkig door. Twee aspecten Objectief: omvang van het netwerk Subjectief: gevoelens van eenzaamheid
1
Sociale relaties tehuisbewoners
Eenzame kinderen
40% is niet tevreden met de aanwezige sociale contacten
Geen vriendjes en vriendinnetjes
27% heeft alleen oppervlakkige contacten
Niemand waarmee ze alles kunnen bespreken
13% heeft niemand om mee te praten
Niemand die ze volledig vertrouwen
9% voelt zich geïsoleerd
Bron: De Klerk, 2005 (SCP)
Gevolgen eenzaamheid kinderen
Risicofactoren
Voelen zich in de steek gelaten
Een hoge leeftijd
Niet-westerse etniciteit
Vaker onrustig, verdrietig en boos
Chronische ziekte/ handicap
Lage opleiding/laag inkomen
Spelen weinig buiten
Psychische problemen
Langdurige werkloosheid
Slechtere gezondheid
Verslavingsproblematiek
Schuldenproblematiek
Alleenstaand ouderschap
Ex-gedetineerden
Huiselijk geweld
Huiselijk geweld
Langdurige zorgtaak
Etc.
Eenzame kinderen worden vaker gepest Ze doen vaker dingen die ze eigenlijk niet willen om erbij te horen
De veranderde sociale omgeving
Gevolg:
Individualisering
Domein sociale relaties is diffuser geworden
Secularisering
Rationalisering en verzakelijking publieke relaties
Emancipatieprocessen, arbeidsparticipatie
Meer nadruk op autonomie en zelfredzaamheid
Vergrijzing
Behoefte aan erkenning als persoon in betekenisvolle relaties met anderen
Culturele diversiteit Technologische ontwikkelingen Overheidsbeleid: bezuiniging AWBZ/Wmo
Uitdaging of onzekerheid? Belangrijke factor: sociale competenties
2
Persoonlijke factoren
Sociale competenties
Veranderingen in het netwerk door life-events (positief en negatief)
Actieve copingstrategie: de persoonlijke ontwikkeling kan doorgaan, weerbaarheid
Negatieve life-events: stoppen met werken, verlieservaringen, verhuizing, afnemende gezondheid
Passieve copingstrategie: stagnatie van het persoonlijke groeiproces, kwetsbaar en (vaak) kwetsbaar
Naarmate mensen ouder worden hebben ze meer kans op eenzaamheid of isolement Belangrijke mediërende factor: sociale competenties
Communicatieve zelfsturing Zelfsturing heeft betrekking op het vermogen van individuele mensen om initiatieven te nemen tot het ontwerpen en realiseren van een situatie die als zingevend wordt ervaren Communicatie verwijst naar het gezamenlijk zoeken en ontwerpen van betere mogelijkheden als de bestaande situatie niet voldoet Communicatieve zelfsturing is nodig in diverse sociale contexten waarin mensen functioneren
Arnold Cornelis (1997): het gaat om het vermogen tot communicatieve zelfsturing
Sociale weerbaarheid Zelfsturende vermogens: het eigen leven vorm en richting (blijven) geven in diverse contexten Ondersteunend netwerk vasthouden en benutten Een gezonde balans tussen autonomie en verbondenheid met anderen Erkenning en waardering als persoon Het gaat om de betekenisvolheid van sociale contacten Groeiscenario: persoonlijke ontwikkeling
Sociale kwetsbaarheid Zelfsturende vermogens ontbreken: verlies van regie over het eigen leven Ondersteunend netwerk ontbreekt of kan niet worden benut Negatieve gebeurtenissen werken langer door
Sociaal isolement als beleidsthema Modern burgerschap veronderstelt een ondersteunend netwerk in de eigen omgeving Professionele dienstverlening als aanvulling en vangnet
Sociale kwetsbaarheid vormt grondslag voor andere problematiek
Sociaal isolement:
Groeiscenario stagneert: geen persoonlijke ontwikkeling meer, risico van afglijden
Urgent vanwege verwevenheid met andere problematieken
Urgent vanuit doelstellingen sociaal beleid Urgent vanuit moreel oogpunt, menselijke waardigheid
3
Aandachtspunten in de aanpak
Stappen in de aanpak
Bereik doelgroep: onzichtbaar en passief
Visie
Het aanbod: diversiteit, samenhang
Signaleren
Deskundigheid: specifieke kennis/vaardigheden
Typeren
Menskracht/capaciteit: professionele en informele vormen van hulp en ondersteuning
Interveniëren
Verankering en continuïteit: borging van projecten (intern, extern, politiek-bestuurlijk)
Stap 1: visie
Stap 2: signaleren
Wat is het voor vraagstuk? Individueel – maatschappelijk
Signalen en vindplaatsen
Op zichzelf staand – verweven
Probleem: onzichtbaarheid en passiviteit
Individueel – collectief (beleidsniveau)
Aangrijpingspunt: verwevenheid met andere problematieken Nodig is een breed signaleringsnetwerk en samenwerking met relevante partijen
Stap 3: typeren
Stap 4: interveniëren
Heterogeniteit van de doelgroep
Geen standaardoplossing
Hardnekkigheid van de problematiek: dreigend, situationeel bepaald of structureel isolement
Maatwerk:aansluiten bij de specifieke situatie
Overlevingsstrategie Ambities en mogelijkheden
Breed palet aan interventies (activering/groepsactiviteiten/individuele begeleiding/maatje/specialistische hulp/vangnet) Professionele en vrijwillige inzet
4
Interventieprofielen Uitgangspunt: aansluiten bij de specifieke situatie Typologie: hulpmiddel bij keuze interventiestrategie Indicatoren: - Gerichtheid op verandering - Dreigend, situationeel of structureel isolement - Overlevingsstrategie (‘coping’)
Varianten sociaal isolement
Gericht op verandering
Niet gericht op verandering
Eenzaamheid, dreigend isolement
Actieven
Geborgenen
Stituationeel bepaald isolement, enkelvoudige problematiek
Achterblijvers
Afhankelijken
Compenseerders
Buitenstaanders
Structureel isolement, complexe problematiek
Structureel isolement, verweven met psychiatrische of psychogeriatrische problematiek
Hoopvollen
Overlevers
© Machielse, A. (2010). Sociaal isolement bij ouderen. Op weg naar een Rotterdamse aanpak. LESI.
Dreigend isolement Sterke eenzaamheidsgevoelens, door:
Situationeel isolement Gestagneerde/onverwerkt trauma (achterblijvers)
ingrijpende levensgebeurtenissen
Sterke afhankelijkheidsrelatie (afhankelijken)
gezondheidsproblemen, afnemende mobiliteit
Gezondheidsklachten (fysiek en psychisch)
intensieve mantelzorgtaak
Veel verbroken relaties
zeer hoge leeftijd
Belemmeringen voor het aangaan van contacten
gebrekkige integratie
Eenzaamheid en gebrek aan zingeving dominant
een klein of eenzijdig netwerk
Structureel isolement
Structureel isolement, met psychiatrische problemen
Isolement is structureel geworden
Problematiek is structureel en complex
Problemen compenseren of verbergen
Geringe sociale competenties
Functionele sociale competenties
Vaak sprake van psychiatrische problematiek
Sterke eigen regie (ook op hulpverleningsproces)
Intensieve trajecten waarbij verschillende partijen betrokken zijn
Netwerkontwikkeling niet mogelijk Activering/dagbesteding/monitoren
Netwerkontwikkeling en activering meestal niet mogelijk
5
Verschillende interventies
Verschillende resultaten
Verschillende interventiepatronen per type
Isolement opheffen, verminderen of voorkomen
In alle gevallen: vertrouwen winnen + maatwerk leveren
Sociale participatie bevorderen/activering
Soms: kortdurende interventie
Kwaliteit van leven verbeteren
Soms: intensieve, langdurige ondersteuning Verschillende mogelijkheden voor inzet vrijwilliger Verschillende kostenplaatjes
Welbevinden verhogen Doorverwijzen naar passende hulpverlening Verder afglijden voorkomen Ambities: in veel gevallen is de eenzaamheid of het sociaal isolement niet op te lossen, maar kan de situatie wel draaglijker worden
Literatuur over sociaal isolement Hortulanus, R., A. Machielse & L. Meeuwesen (2003). Sociaal isolement. Een studie over sociale contacten en sociaal isolement in Nederland. Den Haag: Elsevier Overheid. Machielse, A. (2003). Niets doen, niemand kennen. De leefwereld van sociaal geïsoleerde mensen. Den Haag: Elsevier Overheid. Machielse, A. (2006). Onkundig en onaangepast. Een theoretisch perspectief op sociaal isolement. Utrecht: Jan van Arkel. Machielse, A. & R. Hortulanus (november 2010). Sociaal isolement bij ouderen. Op weg naar een Rotterdamse aanpak. Utrecht: Landelijk Expertisecentrum Sociale Interventie (LESI).
6