Vereenzaming en sociaal isolement onder Haagse ouderen
Scherpstelling 3
Signalen van de Diaconie van de Protestantse Gemeente te ’s-Gravenhage
2
Even voorstellen: Mevrouw A. woont in een verzorgingshuis. Zij is slechts met moeite te bewegen om van haar kamer te komen om aan activiteiten mee te doen. Uit huisbezoek blijkt dat ze niet meer ontbijt. Door de grote werkdruk komen de verzorgsters er niet meer aan toe om brood te snijden. Mevrouw A. kan dat zelf niet. Er zijn meer mensen als mevrouw A. in het verzorgingshuis. Een diaconaal ouderenwerker organiseert een rondwandeling door het huis voor mensen die nauwelijks van hun kamer komen. Dat wordt een succes: in optocht gaat een groep ouderen twee uur lang rond. Er zijn veel pauzes. Mevrouw A. is mee en komt op plaatsen waar ze nog nooit is geweest. En er ontstaan onderweg aarzelende vriendschappen. Meneer B. is stokoud, maar vitaal. Hij woont nog zelfstandig. Hij is een echte intellectueel, die zijn hele leven heeft gelezen en gediscussieerd. Op hoog niveau, vindt hij zelf. Hij vindt nu geen mensen meer met wie hij op dat niveau kan communiceren. Onder Gat degenen die hem verzorgen niet, onder de Ik heb contact met een vrouw van bezoekers van het wijkcentrum niet en ook 93. Ze is levenslustig en doet nog niet bij ‘die lieve mensen’ die hem vanuit vrijwilligerswerk. Haar zoon zorgt de parochie waar hij vroeger kerkte voor haar, maar is depressief en bezoeken. ‘Het gaat alleen over het weer, heeft een gat in zijn hand. Zij is dus over voetbal of over domme tv-series’, financieel verantwoordelijk. Ze vindt zegt hij dikwijls met spijt in zijn stem. dat ze nog niet kan sterven. ‘Soms gaan ze liedjes met me zingen…’ Uit het diaconale opbouwwerk
Mevrouw C. is stervende. Ze heeft er alle vrede mee. Ze ligt erop te wachten. Want, zo vertrouwt ze aan de kerkelijke vrijwilligster toe die haar bezoekt: ‘Ik word straks opgewacht door mijn gestorven dochter. Ze heeft al die tijd op me gewacht en zal me omarmen.’ De vrijwilligster vindt dat zo’n visie in de buurt van occultisme komt – en dat komt niet overeen met haar eigen christelijke geloof. Het komt net niet tot een woordenwisseling. Vereenzaming en toename van sociaal isolement van ouderen: een reëel en toenemend probleem in Den Haag. De Protestantse Diaconie van Den Haag vraagt er uw aandacht voor. Ter inleiding Deze derde signaleringsbrochure is door Stek – voor stad en kerk – geschreven in opdracht van de Protestantse Diaconie van Den Haag. De reeks heet ‘Scherpstelling’. De eerste twee brochures waren gewijd aan de positie van ongedocumenteerden in Den Haag (2011) en aan armoede 3
onder Haagse kinderen (2012). De brochures willen compacte informatie bieden over de omvang en aard van de problematiek. De tekst ervan is gebaseerd op gesprekken met mensen die direct met en voor de betreffende doelgroep werken, zowel medewerkers van Stek als van andere organisaties. Deze brochure behandelt de problematiek van vereenzaming en toenemend isolement onder oudere inwoners van Den Haag. In opdracht van de Diaconie en mede gefinancierd door de Gemeente Den Haag en enkele fondsen zijn bij Stek twee (diaconale) ouderenwerkers actief: Anita del Monte LyonHendriks en Marianne van Schravendijk. Zij organiseren activiteiten voor kwetsbare ouderen in verzorgingshuizen en op andere locaties: gespreksgroepen, vaak over zingeving en belangrijke levensvragen, maar ook een laagdrempelig activiteitenaanbod in de zomer en trainingen voor vrijwilligers die creatief met ouderen werken. Zij bezoeken eveneens mensen thuis en proberen hen uit hun isolement te halen. Zij doen dat in opdracht van een kerkelijke stichting (Stek en Diaconie) en signaleren hoe de terugloop van de Haagse kerken – althans van de grootste twee, de rooms-katholieke en protestantse – en de bezuinigingen op de geestelijke verzorging in verzorgingshuizen directe gevolgen hebben voor het welzijn van kwetsbare ouderen. In het Regentesse-/Valkenboskwartier is diaconaal opbouwwerker Klaas Bruins met tal van vrijwilligers bezig faciliteiten te bieden voor mensen om met andere mensen in contact te komen. De mensen die op dit werk afkomen zijn voor het grootste deel 65+. Deze drie Stekmedewerkers vertelden in gesprekken wat zij signaleerden in hun werk met ouderen en waar duidelijk problemen liggen. De ervaringen in hun werk vormen het cement van deze brochure. Ten slotte bracht Sibel Boyunegmez haar ervaringen in. Zij werkt bij Zichtbare Schakels, een door de gemeente gesubsidieerde instelling, in haar wijk verbonden aan welzijnsorganisatie Mooi!, die het signaleren van 4
problemen onder ouderen (maar niet alleen ouderen) als centrale doelstelling heeft. Zij werkt als wijkverpleegkundige in de Haagse Moerwijk. Het beeld dat uit de gesprekken oplicht over de toenemende vereenzaming van ouderen in Den Haag is in het algemeen somber, maar is wel vertekend. De betrokkenen werken immers vooral voor en met het kwetsbare segment van de Haagse ouderen; er zijn ook tal van ouderen die het goed gaat, die weinig klachten hebben over hun gezondheid, welzijn en sociale inbedding en sociaal actief zijn. Het gaat in deze brochure over de ruim 17.000 oudere inwoners van Den Haag die ‘kwetsbaar’ kunnen worden genoemd. Nederland Op 1 oktober 2013, door de Verenigde Naties uitgeroepen tot Dag van de Ouderen, meldden de media dat uit een internationaal onderzoek is gebleken dat Nederland het op drie na beste land ter wereld is voor ouderen om in te leven. Alleen Zweden, Noorwegen en Duitsland gaan Nederland voor. De Klaar onderzoekers keken onder Een vrouw heeft een herseninfarct gehad en kan nog meer naar inkomen, maar beperkt functioneren. ‘Ik kan niets meer’, zegt ze gezondheid, werk- en zelf. Ze heeft een dikke tong gekregen en kan nauweopleidingskansen en de lijks meer eten, ze heeft opgezwollen voeten en zit in inrichting van de een rolstoel. Ze heeft vaak pijn. ‘Ik ben er helemaal leefomgeving. klaar mee’, zegt ze tegen me. ‘Kunt u dat bespreken?’ Het rapport waarschuwt dat vraag ik haar. ‘Ja, gelukkig wel, met mijn dochters. veel landen te weinig Maar hier in huis niet. Met de geestelijk verzorgers rekening houden met de praat je niet over de dood. Met hen heb ik geen klik. En vergrijzing van hun met de mensen van de zorg – beste meiden hoor! – gaat het nooit over echt belangrijke dingen.’ bevolking. In 2050 zullen er voor het eerst wereldwijd Uit het diaconale ouderenwerk meer 60plussers zijn dan kinderen onder de 15. De zwaarste vergrijzing doet zich dan voor in ontwikkelingslanden. Een vierde plaats: dat is goed nieuws voor Nederland. Maar er zijn ook problematische ontwikkelingen in ons land en er is een groeiende groep van kwetsbare ouderen. Zo zijn er 250.000 dementerende mensen, van wie de meesten ouderen zijn. Er zijn in Nederland 200.000 ouderen die zich eenzaam noemen en er zijn er nog wel meer die het werkelijk zijn, maar het niet willen benoemen. Het aantal ouderen zal de komende decennia gestaag toenemen. En ouderen worden steeds ouder. Een kwart van de 65plussers in Nederland zijn kwetsbare ouderen. De rijksoverheid 5
en de politiek zijn zich bewust van deze ontwikkelingen, maar de nog aanhoudende crisis leidt tot bezuinigingen over de hele linie, waarbij de zorg, ook die voor ouderen, getroffen wordt. Zo krijgen we het beeld van een toenemend probleem en afnemende mogelijkheden voor adequate oplossingen. Bronnen: website rijksoverheid.nl en rapport Kwetsbare ouderen van het Sociaal en Cultureel Planbureau (2011). Den Haag Ook de gemeentelijke overheid houdt zich bezig met de zorg voor, vooral kwetsbare, ouderen. Den Haag telde in 2011 ruim 64.000 65plussers op een bevolking van bijna een half miljoen. Allochtone ouderen Dat is 12,9% van de bevolking. Ter 27% van de Haagse ouderen is vergelijking: Nederland 16% in 2012. In allochtoon (ruim 17.000 mensen in de Ouderenmonitor 2011, waaruit deze 2011). De grootste groep is de Surinaamse/Hindoestaanse groep: gegevens stammen, voorspelt de meer dan 18%. De groepen Turkse Gemeente Den Haag dat dat aantal in en Marokkaanse ouderen maken elk 2015 tot bijna 70.000 en in 2025 tot ruim 6% van de oudere allochtonen 78.500 gestegen zal zijn. En dat is in 2025 uit. Maar de grootste groep is in 23,3% van de bevolking. Met die werkelijkheid de Indonesische percentages wijkt Den Haag niet af van groep: 25% van de allochtone andere grotere steden. Wel is waar dat ouderen. Een typisch Haags etnisch Den Haag langzaam vergrijst, terwijl in een palet. stad als Rotterdam de laatste jaren de gemiddelde leeftijd juist is gedaald. * De groep 65-74-jarigen, in 2011 ongeveer de helft van de groep ouderen, zal in de loop van de jaren groter worden dan de groep 75plussers. Dat heeft te maken met de naoorlogse bevolkingsexplosie waarvan de effecten in 2020 zullen verminderen wanneer de in 1945 geborenen 75 jaar zullen zijn. Daarna zal het aandeel van de 75plussers weer toenemen. * De verhouding van vrouwen en mannen – nu nog ongeveer respectievelijk 60% en 40% van de ouderen – zal in de toekomst evenwichtiger zijn: in 2025 55% vrouwen tegenover 45% mannen. * Van de ouderen is in 2011 27% allochtoon. Dat percentage zal gestaag toenemen tot 37% in 2025. * Meer dan 60% van de ouderen leeft in een eenpersoonshuishouden. Dat percentage zal stabiel blijven. Van de 65plussers van 2011 woonde ruim 6% in zorginstellingen. * Van de Haagse 65plussers ontving in 2011 14% mantelzorg. 21% van hen ontving een Ooievaarspas. * Van de Haagse ouderen in 2011 woonde 24% in Escamp, 4,5% van hen woonde in Laak. Het ‘oudste’ stadsdeel is Loosduinen, waar bijna een 6
kwart van de bevolking 65 jaar of ouder is. In Leidschenveen/Ypenburg is dat nog geen 5%. In de gemeentelijke nota Oud is in uit 2011 wordt 27% van de 65+bevolking van Den Haag ‘kwetsbaar’ genoemd. Het Sociaal en Cultureel Planbureau definieert ‘kwetsbaar’ in Kwetsbare ouderen (2011) als volgt: ‘Dat betekent dat zij in veel gevallen ondersteuning of zorg nodig hebben om te kunnen functioneren. Kwetsbaarheid wordt bepaald aan de hand van lichamelijke, psychische en sociale factoren. Dit zijn: mate van lichamelijk actief zijn, voeding, mobiliteit, evenwicht, zintuigelijke functies (horen, zien), kracht uithoudingsvermogen, cognitie (denken, herinneren, waarnemen, interpreteren, problemen oplossen), stemming en aanpassingsvermogen, sociale steun en sociale relaties.’ Tot zover de cijfers en definities: wat gaat erachter schuil in Den Haag? Algemeen Een recent rapport voorspelde dat de helft van de meisjes die nu worden geboren 100 jaar oud zal worden. Die prognose werd onmiddellijk aangevochten, maar de trend die erin wordt weerspiegeld is er wel degelijk. Mensen worden in Nederland ouder dan ooit, de levensverwachting stijgt elk jaar. Dit demografische gegeven, gecombineerd met de economische crisis en de bezuinigingen op de zorg, leidt ertoe dat de kans op verslechtering van de positie van kwetsbare ouderen in de stad toeneemt. Ouderen worden niet alleen ouder, ze blijven ook langer thuis wonen of worden zelfs uit een verzorgingshuis weer naar zelfstandig wonen geleid. Dat hoeft geen probleem te zijn, maar is het soms wel. De zorgzwaartepakketten zijn verhoogd. In veel huizen is er nu alleen nog plaats voor mensen die veel lichamelijke of psychosociale zorg nodig hebben. De verzorgingshuizen zullen in de toekomst bijna allemaal verpleeghuizen worden. De bezuinigingen op het 7
personeel van verzorgingshuizen zorgen ervoor dat de werkdruk van de overgebleven verzorgers steeds groter wordt, terwijl hun scholing en beloning vaak achterblijven bij wat de maatschappij en hun cliënten van hen verwachten. Dat mensen ouder worden dan vroeger heeft veel consequenties voor hun gezondheid en hun sociale welzijn. Zo groeit de groep 85plussers en juist in deze groep hebben de mensen veel medische en sociale problemen. Ouderdomskwalen als dementie zijn belangrijke veroorzakers van sociaal isolement en afnemende levenswil. In het hiernavolgende leest u wat werkers op dit werkveld signaleren met betrekking tot isolement en vereenzaming onder ouderen, hoe dat voorkomen kan worden en wat daartegen gedaan zou kunnen Eenzaamheid worden. Je proeft soms de eenzaamheid. Mensen die zichzelf in een gespreksgroep overschreeuwen, steeds maar aan het woord zijn, alsof ze leeglopen. Mensen die het vooral in het weekend slecht hebben, als er geen activiteitenaanbod is. Mensen die niet meer buiten komen – een groot probleem. Ik probeer ze altijd mee te lokken, om een taartje te eten of even met de bus te gaan. Dan kun je voordoen hoe het werkt met een chipkaart of een elektronisch poortje. Het isolement onder allochtone vrouwen neemt toe. Mensen worden soms vergeten. Ik trof laatst in het Zuiderpark een oudere allochtone vrouw die haar huis niet kon vinden. Haar kinderen hadden vergeten een taxi te bestellen.
Gezondheidsproblemen Gezondheidsproblemen vormen een belangrijke oorzaak van toenemend isolement van ouderen. Dementie in tal van varianten maakt vele ouderen onzeker, angstig ook. Angst voor ongelukken zoals vallen op straat houdt ouderen binnen als zij zelfstandig wonen. Verlies van zintuigelijke functies, van gehoor en gezichtsvermogen en afasie, maakt ouderen kwetsbaar, vermindert hun communicatiemogelijkheden, beschadigt hun zelfvertrouwen en isoleert hen uit hun sociale Uit het diaconale ouderenwerk verbanden. Sommige ouderen ondergaan ten gevolge van een ziekte een karakterverandering naarmate zij ouder worden, wat hen verontrust en wat ten koste gaat van hun zelfvertrouwen. Dat kan leiden tot problematisch gedrag. Als mensen toch al niet naar buiten komen of slecht ter been zijn, bang zijn in het verkeer, dan is een bezoek aan een huisarts al een opgave. En niet altijd staat er iemand klaar om haar of hem naar de dokter te brengen. Huisartsen die visites rijden in Den Haag zijn schaarser geworden. Ouderen zijn vaak nerveuzer dan mensen uit jongere bevolkingsgroepen, omdat zij de werking van (huishoudelijke) apparaten niet (meer) begrijpen, niet kunnen omgaan met een OV-chipkaart of mobiele telefoon. Zelfs het bedienen van de afstandsbediening van een nieuwe televisie kan 8
grote problemen opleveren. Zij durven dan vaak niet iemand om hulp te vragen en weten ook niet waar ze kunnen aankloppen voor praktische vragen of begeleiding. Het is maar een greep uit de mogelijke gevolgen van een verslechterende gezondheid voor het welzijn van ouderen. Sociale problemen Veel ouderen hebben last van het wegvallen van sociale verbanden, waardoor zij vereenzamen. Afgewezen > Allereerst is dat het verband van het gezin en Ik zoek graag mensen thuis de familie. De ouderen van nu hebben kleinere op. Of ze me al kennen of gezinnen dan de generaties vóór hen, als zij al niet, vaak bel ik onaangekondigd aan. Meestal doen ze een gezin hebben (gehad). Veel ouderen zijn open en zijn ze blij met bealleenstaand, omdat hun partner is overleden. zoek. Je kunt als je vaker Rouw daarover niet kunnen bespreken en komt een vertrouwensband verwerken is een belangrijke reden voor opbouwen, vragen naar hun vereenzaming en versombering. Het is in de relaties, naar hun geschiedestad niet vanzelfsprekend dat kinderen of nis. Dan zie je soms de trakleinkinderen inspringen als het niet goed gaat nen in hun ogen. Je moet met hun vader/moeder of oma/opa. Als er al kunnen luisteren. Ze voelen kinderen (nog in leven) zijn. Als ouderen zelf zich teleurgesteld in hun niet meer in staat zijn om te reizen en de familieleden, of zelfs afgewekinderen wonen niet om de hoek, dan kunnen de zen. Een vrouw heeft een contacten en de zorg verwateren. Ouderen zoon, maar haar schoondochter wil geen contact. Ze voelen zich dan verwaarloosd door hun voelt zich eenzaam. Haar kinderen. Dat is althans een veel terugkerende zoon was in de buurt, maar klacht, die soms meer zegt over hun beleving kwam niet bij haar langs. Ik dan over de werkelijkheid. Er zijn tal van heb haar in het Coornhertkinderen en andere familieleden die centrum onder laten brenmantelzorger willen zijn voor hun gen. Daar is ze erg van opvereenzamende familielid en het wordt hun geknapt. soms door de ‘cliënt’ niet eenvoudig gemaakt. Uit het welzijnswerk Dat is de andere kant van het verhaal. Er is ook een type ouderen voor wie er geen aandacht genoeg kan zijn. Toch is het een feit dat hun kinderen het vaak druk hebben met hun werk, met hun gezin, ze wonen soms ver weg. Ze ‘beginnen’ vaak ook later aan kinderen dan eerdere generaties. En naarmate de ouderen ouder worden, komt het regelmatig voor dat hun kinderen zelf ouderdomskwalen hebben of psychisch in de war zijn, zelf al hulpbehoevend zijn of zijn afgekeurd. De vanzelfsprekendheid waarmee vroeger kinderen naar hun ouders omzagen, hen zelfs in huis opnamen 9
wanneer ze weduwe of weduwnaar waren geworden, is er niet meer, al moeten we die vanzelfsprekendheid van vroeger ook weer niet overdrijven. Het verlies van een partner en het uiteenvallen van het gezin worden vaak door ouderen genoemd als dé oorzaak van verdriet en sociaal isolement. > Dat buren naar je omzien en zelfs voor je willen zorgen is in een grote stad zeldzamer dan elders. De sociale controle is er geringer dan in kleinere Generaties gemeenten en Ik vind in mijn werk met ouderen belangrijk dat generaties zich met dorpen. elkaar verbinden. Er is veel afstand vaak. ‘Die oude mensen zeuren zo’, Burenhulp komt ‘de jongeren zijn alleen maar met zichzelf bezig.’ In het werk van de weliswaar voor, Buurt-en-kerkhuis Bethel willen we proberen ze meer bij elkaar te ook in Den brengen. Bijvoorbeeld door na schooltijd spelmiddagen voor ouderen Haag, maar je en kinderen te organiseren. Wij doen ook erg ons best ouderen uit kunt er als huis te halen met simpele activiteiten als een bingo. Of de buurtkoffie oudere zeker waarbij mensen lief en leed met elkaar delen en één op één met niet op rekenen. elkaar in contact komen. En dan gaat het ook over zingevingsvragen. Het wegvallen Uit het diaconale opbouwwerk van veel kleinere buurtwinkels in de grote steden biedt ouderen minder mogelijkheden voor een ‘veilig loopje’ en een praatje met iemand die zij kennen. Op enkele plekken in de stad wordt diaconaal opbouwwerk vanuit wijkgemeenten gedaan of zijn er diaconale buurt-en-kerkhuizen met een activiteitenaanbod, inloop, spreekuur. De ervaring leert dat sommige ouderen, vooral sociaal zwakkeren die zelfstandig wonen, van zulk aanbod leven, zeker wanneer klassieke kerkelijke structuren wegvallen. Als dat aanbod zich beperkt tot een of twee activiteiten in de week, zoals een maaltijd of een spelletjesavond, dan komt het voor dat zij de rest van de week binnen zitten. Het gaat vaak om eenlingen, mensen met verstoorde relaties. Sommigen koken dan ook niet, eten de halve week alleen maar brood. > Er dreigen verschillende sociale verbanden weg te vallen – of ze worden voor ouderen onbereikbaar – waar veel ouderen last van hebben: zoals sportverenigingen, muziekverenigingen en koren, ouderenbonden, leesgroepen en bridgeclubs, maar een belangrijke factor bij het toenemend isolement van ouderen is de krimp van de kerk. Christelijke ouderen zien met leedwezen het afbrokkelen van de hun bekende kerkelijke structuren in de stad. De twee grootste christelijke kerkgenootschappen slinken snel. Parochies en wijkgemeenten worden opgeheven, kerkgebouwen moeten sluiten. Ook het aantal priesters en 10
predikanten neemt af, zodat het pastorale bezoekwerk van deze professionals vrijwel aan het verdwijnen is. Wat ervan rest wordt veelal door vrijwilligers gedaan. Kerken zijn belangrijk voor veel ouderen. Ze zijn er misschien in gedoopt, in getrouwd, hun kinderen zijn er gedoopt en hun partner is vanuit de kerk begraven. Zij kennen er veel mensen en mensen helpen er elkaar, bijvoorbeeld met het vervoer. En er is gezelligheid op vaste momenten in de week. Er zijn ouderen die onder kerksluiting lijden en hun sociale netwerk verloren zien gaan. Waar pastorale zorg vanuit de kerken wegvalt, bijvoorbeeld in verzorgingshuizen, moeten ouderen vaak ‘terugvallen’ op de geestelijke verzorging die daar geboden wordt. Dat is voor sommige ouderen geen echt alternatief en op die geestelijke verzorging in (oorspronkelijk) christelijke verzorgingshuizen wordt stevig bezuinigd. > En dan zijn er nog de sociale verbanden in het verzorgingshuis. Dat er veel mensen sterven en dat daardoor vriendschappen in huis worden afgebroken kan leiden tot versombering en vereenzaming van degenen die overblijven. In verzorgingshuizen en seniorenflats komen ouderen minder vaak buiten uit angst voor criminaliteit: diefstal, fraude, louche colporteurs en insluipers – het komt voor. Van de 65-74-jarigen voelt 19% zich onveilig op straat, van de 75plussers is dat 27%. (Ouderenmonitor 2011)
Economische problemen Hoewel de 65plussers niet het armste deel van de Nederlandse bevolking uitmaken, is zichtbaar dat armoede in deze bevolkingsgroep de laatste jaren toeneemt. Signalen zijn versoberde kleding van ouderen: oudere 11
vrouwen en mannen die slechts twee setjes kleren hebben, bijvoorbeeld omdat zij niet in staat zijn naar kledingwinkels te gaan. Of ouderen die zelfstandig wonen en slecht en zeer eenzijdig eten. In armere wijken kan een deelname aan een activiteit die twee euro kost al een probleem zijn. Veel ouderen hebben daar schulden. Armoede onder ouderen wordt deels veroorzaakt door de economische crisis, maar ook door hun verminderde mogelijkheden om de deur uit te gaan en goederen en goed voedsel te kopen. Op internet winkelen is aan deze doelgroep in het algemeen niet besteed. De meeste maaltijdvoorzieningen, zoals Tafeltje Dekje, zijn in handen gekomen van commerciële organisaties, wat tot tariefverhogingen heeft geleid. Spirituele ondervoeding Professionals die vanuit de kerken met ouderen werken, bijvoorbeeld in gespreksgroepen, bespeuren bij hun Verklaring gesprekspartners vooral een behoefte om Een vrouw is eraan toe om te sterven. serieus te worden genomen in Ze heeft een euthanasieverklaring. gesprekken. Zij willen niet alleen dat ze Haar kinderen weten daarvan af. Maar als ze zover is, belt een jonge zich kunnen uitspreken, maar dat er ook geestelijk verzorgster de kinderen geluisterd wordt. En dan mag het ergens met de boodschap: ‘Ik vind haar niet over gaan, over aftakeling, over een slecht genoeg.’ Er ontstaat een congewenst levenseinde, over hun geloof en troverse. In zulke gevallen signaleren hun twijfel. we dan en geven we het signaal door Rouw is een belangrijk aspect van aan de verantwoordelijke binnen de toenemend sociaal isolement. Er is zorginstelling. Maar we bemiddelen vanzelfsprekend rouw om een overleden hier niet in.’ partner, kinderen of andere familieleden. Uit het diaconale ouderenwerk Rouw om medebewoners van het verzorgingshuis die wegvallen. Om vrienden en vriendinnen, om buren. Maar ook rouwen mensen om hun eigen afnemende gezondheid, om een leefwereld die steeds kleiner wordt, om afnemende onafhankelijkheid, om de afloop van hun eigen leven, of ze rouwen om een niet verwerkt verleden. Het is van groot belang dat mensen daarover kunnen praten, in gesprek kunnen gaan met anderen: lotgenoten, vrijwilligers en professionals. Mogelijkheden Uit de gesprekken met de professionals rijzen enkele mogelijkheden op om sociaal isolement onder ouderen te voorkomen of te bestrijden. = Groepswerk is belangrijk voor de empowerment van kwetsbare ouderen. Groepswerk leidt tot onderlinge contacten, zodat mensen elkaar helpen, samen naar buiten gaan, samen boodschappen doen 12
en hun netwerk versterken. In verzorgingshuizen is een zeker mate van sociale controle belangrijk: ouderen die zich afvragen of het wel goed gaat met een ander. Dat voorkomt isolement. In het groepswerk zouden inhoudelijke gesprekken belangrijk moeten zijn, met respect voor elkaar en een sfeer waarin vertrouwelijkheid mogelijk is. Waar mensen elkaar waarderen en bijvoorbeeld niet uitlachen. Bij mensen op hoge leeftijd moet groepswerk kleinschalig zijn. Gesprekken kunnen worden gevoerd aan de hand van een voorwerp waar een verhaal aan vastzit of aan de hand van een thema uit het nieuws. In groepen Pesten kunnen gevoelige thema’s aan de Op het personeel van verzorgingsorde wordt gesteld, zoals huizen, maar ook op dat van de rouwverwerking, vergankelijkheid, thuiszorg, wordt bezuinigd. De geloven. Er wordt op ingezet dat de verzorgers, meestal vrouwen, zijn mensen vooral met elkaar in gesprek vaak piepjong, matig opgeleid en gaan, maar de gespreksleiders doen worden onderbetaald. Dat leidt bij zelf bij voorkeur volop mee. velen van hen tot motivatiegebrek, = Werken vanuit de wat zich kan uiten in kleine pestepresentiebenadering is voor het rijtjes. Wat ik daarvan gezien heb, is werken met vereenzamende ouderen dat een bloeddrukmeter tot 200 werd opgepompt, dat koffie met inspirerend. De presentiebenadering opzet wat verder weg werd gezet – ontwikkeld in de jaren zeventig zodat de oudere er niet bij kon, dat van de vorige eeuw – benadrukt dat brood niet gesneden werd, zodat de hulpverlener er moet zijn voor de iemand die dat zelf niet kon, niet ander, dat het belangrijk is te kon ontbijten. Het gebeurt uit luisteren, het tempo van het proces verveling en door het ontbreken van door de ander te laten bepalen, een klik met de doelgroep. Je kunt samen een eindje met elkaar op te het best vrouwen hebben die al een trekken zonder meteen naar gezin hebben gehad, daar is het oplossingen te streven. Met name bij contact vaak veel beter mee. dementerende ouderen is deze Uit het diaconale ouderenwerk benadering vaak de enige mogelijkheid om mensen echt iets te bieden. Mensen kunnen hun mondigheid verliezen, hun waardigheid verliezen en zelfs enigszins ontluisterd worden: juist dan is luisteren belangrijk: iemand die hen serieus neemt en door hun dementie heen kijkt. Het is bijvoorbeeld belangrijk om de talenten van mensen met psychische klachten naar boven te krijgen, zodat zij hun aandacht kunnen verleggen, bijvoorbeeld door hen te laten meehelpen met knutselactiviteiten. Maar ook in de opleiding van verzorgers voor het werk in verzorgingshuizen en in de thuiszorg is 13
de presentiebenadering van belang. Aanstaande verzorgers moeten leren hoe ze bepaald gedrag kunnen herkennen, ook hoe ze zelf functioneren en wat voor henzelf belangrijk is. Mensen willen ook gewoon praten, de studenten moeten de vragen achter de vragen leren zien. Mensen moeten kunnen klagen en hun klachten moeten niet weggedrukt worden. Er zitten vragen en bezorgdheid achter hun klachten verborgen en die moeten worden herkend en erkend. = Alternatieve woonvormen zijn van belang en kunnen waar mogelijk gestimuleerd wonen: woon-zorggroepen, kangoeroewoningen. De bezuinigingen en groeiende schaarste van middelen stimuleren het nadenken over dergelijke nieuwe initiatieven, hoewel ze voor ouderen niet altijd toegankelijk en soms lastig te realiseren zijn. Bijzonder voorbeeld: de Noorse overheid heeft een verzorgingshuis in Spanje laten bouwen en personeel en cliënten daarheen overgeplaatst. Dat is goedkoper dan het in Noorwegen zelf te doen, het leven is daar voor ouderen goedkoper en de levensomstandigheden zijn er beter. Is dat de toekomst?
= Alleenstaande ouderen die zelfstandig wonen komen soms nauwelijks hun deur uit. Er zijn tal van mogelijkheden voor hulpverleners om hen naar buiten te lokken. Samen boodschappen doen bijvoorbeeld, of meegaan bij het bezoek aan een huisarts of een gezondheidscentrum. Mensen halen en brengen naar een cursus, of gewoon een wandeling maken. Onder Turkse ouderen, vertelt Sibel Boyunegmez van Zichtbare Schakels, zijn er ook problemen. Vaak vallen ze terug op familie, bellen bijvoorbeeld niet naar een huisarts, omdat ze de taal niet machtig zijn of laag opgeleid zijn. De familieleden trekken dan aan de bel. Maar ook in de Turkse gemeenschappen verbrokkelen de familieverbanden. Ook is er in de Turkse bevolkingsgroep sprake van emotionele eenzaamheid. Ze kunnen daar moeilijk over praten, omdat dat 14
wordt doorverteld aan anderen. Onder sommige allochtone groepen is minder schaamte over armoede en eenzaamheid dan onder autochtone ouderen, schat Sibel in. Maar dat lijkt onder bijvoorbeeld Hindoestanen zeker niet het geval te zijn.Een ouderenwerker van Stek adviseert af en toe jonge geestelijke verzorgers die moeite hebben met de omgang met dementerende ouderen. Ook de begeleiding van stervende mensen en de verzorging van hun uitvaart vinden zij soms ingewikkeld. Zij voelen zich daarvoor niet altijd goed toegerust. Dat geldt ook voor vrijwilligers die zich namens protestantse wijkgemeenten inzetten. Ondanks hun bezieling en al hun goede bedoelingen zijn zij vaak niet goed op hun taak voorbereid. Regelmatig blijft het contact inhoudelijk beperkt tot samen bidden en Bijbel lezen. Achter de vraag van ouderen om samen met hen te bidden of Bijbel te lezen zit echter vaak een diepere vraag. Daar moeten deze Vallen vrijwilligers oog en oor voor hebben Ik heb cliënten die niet meer naar buiten en daar moeten ze verstand van durven omdat ze bang zijn om te vallen en hebben. Daarom is een goede iets te breken. Ze wonen bijvoorbeeld in een training gewenst. Sommige ouderen portiek-woning en moeten een trap af. Of er zijn in de buurt grote bomen waar-van de geven aan dat ze de kerk missen, wortels stoeptegels omhoog hebben wanneer de wijkgemeente of gedrukt. Die blijven dus binnen. Ik ga met parochie wegvalt. Ze missen het hen wandelen, expres naar de plekken waar weekritme van de kerkdienst of de die boomwortels zijn. En ik neem ze mee mis, ze missen het avondmaal of de naar een cursus valpreventie. Het is zo communie. Ze missen de rituelen en belangrijk dat mensen de deur uitkomen! de ontmoeting met anderen. Vieringen in het verzorgingshuis Uit het welzijnswerk kunnen in die behoefte slechts ten dele voorzien, vinden sommigen. Maar anderen genieten er juist wel van, bijvoorbeeld vanwege hun laagdrempelige en oecumenische karakter.
Enkele aanbevelingen Deze brochure sluit af met enkele aanbevelingen om het lot van ouderen die in een sociaal isolement terechtkomen en vereenzamen bespreekbaar te maken en zo mogelijk te verbeteren.
15
Aan de gemeente Den Haag, opleidingen en welzijnsinstellingen: 1. Er zou meer aandacht gegeven kunnen worden aan projecten in de stadsdelen en wijken die faciliteren dat verschillende generaties elkaar ontmoeten, vooral jongeren en ouderen. Te denken valt aan contacten tussen scholen en verzorgingstehuizen, aan gezamenlijke spelmiddagen van ouderen en kinderen, aan (een variant van) maatschappelijke stages op scholen of leerstages bij MBO- en HBOopleidingen. 2. Het door de gemeente gesteunde welzijnswerk zou kunnen stimuleren dat er (meer) buddyprojecten komen, waardoor ouderen een vertrouwensband met iemand opbouwen en zo samen activiteiten kunnen ondernemen, het liefst buiten de deur. 3. Wijkverpleegkundigen die op huisbezoek gaan bij mensen, kunnen niet alleen problemen signaleren, maar ook door hun inzet alleen al een bijdrage leveren aan een betere sociale inbedding van oudere Hagenaars. Het ondernemen van kleine gezamenlijke activiteiten is al een stevige steun in de rug. Het door de gemeente gesteunde welzijnswerk zou een uitbreiding van het huisbezoek, ook als preventiemiddel, kunnen stimuleren. 4. De ‘handen aan het bed’ in verzorgingshuizen zijn over het algemeen MBO’ers. Ze zijn doorgaans jong en ondanks vaak veel goede wil weinig voorbereid op wat ze in een verzorgingshuis tegenkomen. Hun werkomstandigheden zijn zwaar, het beroep dat op hen wordt gedaan is groot en hun salariëring is ondermaats. Dat trekt een wissel op hun motivatie. De leeftijdskloof met hun cliënten is meestal groot en door al deze factoren beperkt de zorg zich tot de dagelijkse routine en biedt ze weinig inhoudelijke ondersteuning aan de ouderen. MBO-instellingen zouden kunnen worden gestimuleerd om de presentiebenadering serieus in de opleiding te integreren en om het voor oudere studenten en herintreders gemakkelijker te maken de opleiding te volgen en af te ronden. Zelf zou de gemeente actiever leerwerkplekken in de ouderenzorg kunnen integreren. Het belang van maatschappelijke stages van middelbare scholieren, die hen in contact brengen met een voor hen weinig bekende bevolkingsgroep en zo intergenerationeel begrip stimuleren, is nauwelijks te overschatten. De gemeente zou dergelijke ontwikkelingen kunnen ondersteunen door bijvoorbeeld een periodieke prijs uit te loven voor het ‘beste’ verzorgingshuis van Den Haag als het gaat om het welzijn van de bewoners. 5. Rouw is een belangrijke katalysator van vereenzaming van ouderen. Het welzijnswerk is gebaat bij de organisatie van bijeenkomsten en 16
cafés (zoals de Alzheimercafés en het huidige AlleenCafé van de Oase/Kerk in Laak), waarin mensen die alleen zijn komen te staan met elkaar kunnen uitwisselen waar ze tegenaan lopen, elkaar kunnen steunen en geïnformeerd worden over de manier waarop zij hun verlies kunnen dragen en hun leven opnieuw op de rails kunnen krijgen.
Aan de Haagse kerken: 1. De rooms-katholieke kerk en de protestantse gemeente worden kleiner. Op de geestelijke verzorging in verzorgingshuizen wordt bezuinigd. Het aantal priesters en predikanten die ouderen kunnen bezoeken neemt af. De pastorale inzet voor ouderen rust steeds vaker op de schouders van vrijwilligers. Dit alles zorgt ervoor dat de geestelijke toerusting van ouderen steeds meer lacunes gaat vertonen, terwijl de behoefte eraan onder christelijke ouderen aantoonbaar hoog is. Parochies, wijkgemeenten en kerkelijke bestuurders zouden zich hierover kunnen laten informeren door de professionals van Stek, Mara, zorginstellingen en geestelijke verzorgers en plannen kunnen ontwikkelen om in de eigen wijk proactiever activiteiten te ontwikkelen om de geestelijke en emotionele verarming van veel ouderen tegen te gaan. Tevens kunnen trainingen worden ontwikkeld om vrijwilligers toe te rusten die ouderen in verzorgingshuizen en thuis bezoeken. 2. In het verlengde daarvan: omdat het toenemende isolement van een kwart van de Haagse ouderen ook een stedelijk probleem is, zou kunnen worden nagedacht over het ontwikkelen van een 17
grootstedelijk kerkelijk cursusaanbod, te verzorgen door geestelijke verzorgers. Zo kan ook de afstand tussen de geestelijke verzorging in instellingen en (het pastorale ouderenwerk) in wijkgemeenten en parochies worden verkleind. Daarnaast zou het interessant kunnen zijn om te onderzoeken of er een grootstedelijk bezoekaanbod kan worden georganiseerd, bijvoorbeeld uit te voeren door geestelijke verzorgers en emerituspredikanten. 3. Storytelling is dé moderne manier om aandacht te genereren bij mensen en om ontmoeting tot stand te brengen. Wijkgemeenten en parochies zouden projecten kunnen uitvoeren en/of faciliteren waarbij ouderen onder begeleiding onderling met elkaar in gesprek raken over wat zij dagelijks meemaken. Projecten als het AlleenCafé, het maken van een Levensboek en de Ketting van Verhalen verdienen navolging. 4. Zowel in de opleiding van mensen tot geestelijke verzorgers als in de training van vrijwilligers voor pastoraat onder ouderen zou de presentiebenadering een prominente plaats moeten krijgen. Deze benadering biedt nu net de instrumenten om in contacten met cliënten de diepgang te bereiken waar velen van hen om verlegen zitten. 5. Enkele losse suggesties en ideeën: * Zou een relatiebureau voor ouderen die zich christelijk noemen een mogelijkheid zijn om mensen uit hun isolement te halen? * Zou investeren in kleinschalige groepswoonprojecten voor ouderen uit de christelijke doelgroep kans van slagen hebben? * Zou het niet zinnig zijn om het aantal kerkelijke maaltijdprojecten uit te breiden en daarbij contacten te zoeken in de buurten en wijken? * Godly Play is een nieuwe methodiek om met kinderen Bijbelverhalen te behandelen. Van veel catechetisch materiaal is bekend dat er ook met ouderen goed mee gewerkt kan worden. Creatief omgaan met de verwerking van Bijbelverhalen kan jongeren én ouderen stimuleren. Hier liggen kansen op een uitbreiding van de mogelijkheden van Godly Play, ook in de richting van intergenerationele projecten. * Vanuit een enkele Haagse kerk wordt aandacht gegeven door middel van bijeenkomsten aan het thema ‘van levenskunst tot stervenskunst’. Voor kerken zijn uitvaarten, gedachtenisvieringen en begeleiding van nabestaanden core business: meer aandacht voor wat zij kunnen doen voor mensen in hun laatste levensfase zou daar goed bij passen. 18
Informatie en adressen De Gemeente Den Haag brengt regelmatig de Ouderenmonitor uit, voor het laatst in 2011. Te vinden op www.denhaag.nl. De Gemeente heeft haar plannen voor de ouderenzorg in de jaren 2012-2014 beschreven in de nota Oud is in!, die in 2011 verscheen en twaalf nieuwe projecten op het gebied van welzijn en zorg beschrijft. Een halfjaarlijkse nieuwsbrief biedt een update van deze projecten. De Dienst Onderwijs, Welzijn en Cultuur van de Gemeente publiceerde eind 2012 een rapport Voorzieningen voor een waardig levenseinde – een inventarisatie van het bestaande aanbod in Den Haag. De Gemeente liet samen met Parnassia Den Haag en Stiom onderzoek doen naar de wijze waarop Haagse zorgorganisaties voorzieningen en ondersteuning bieden bij het levenseinde in Den Haag. Het Themarapport Levenseinde verscheen in de zomer van 2012 onder auspiciën van het Ouderenplatform Den Haag. De Stichting Transmurale Zorg Den Haag e.o. en het Netwerk Palliatieve Zorg Haaglanden publiceerden voor het laatst in februari 2011 een overzicht van Geestelijke begeleiding in de laatste levensfase – voor mensen uit diverse levensbeschouwelijke en culturele achtergronden. www.netwerkpalliatievezorg.nl/haaglanden. Adressen: Protestantse Diaconie Den Haag en Stek – voor stad en kerk: Parkstraat 32, Postbus 371, 2501 CJ Den Haag. T (070) 318 16 16. W www.diaconiedenhaag.nl en www.stekdenhaag.nl. I
[email protected]. Zichtbare Schakels zijn er in alle Haagse wijken en buurten en worden door verschillende welzijnsorganisaties ‘bemenst’, zoals de stichting Mooi!: www.stichtingmooi.nl.
19
Colofon Deze brochure is gebaseerd op algemeen toegankelijke informatie, op de in de tekst genoemde bronnen en op gesprekken met Haagse deskundigen: Klaas Bruins (diaconaal opbouwwerker), Anita del Monte Lyon-Hendriks en Marianne van Schravendijk (diaconaal ouderenwerkers), alle drie verbonden aan Stek – stichting voor stad en kerk – en wijkverpleegkundige Sibel Boyunegmez van de Zichtbare Schakels. De tekst is geschreven door Willem van der Meiden, communicatieadviseur van Stek, in opdracht van de Diaconie van de Protestantse Gemeente te ’s-Gravenhage. © Stek – stichting voor Stad en Kerk Foto’s: Rogier Chang e.a.
Den Haag, november 2013
20