Bereikbaarheid sociaal geïsoleerde ouderen De factoren die invloed hebben op de bereikbaarheid van sociaal geïsoleerde ouderen en de motivatie om te participeren in Metusa’s interne trainingsweek
Annemarie Joseph Freek Kuijs Ewout Leder Daphne Nonahal Nynke Reitsma Wetenschappelijk begeleider: prof.dr. M.J.D. Schalk
Wetenschapswinkel Universiteit van Tilburg
April 2009 Universiteit van Tilburg Wetenschapswinkel Postbus 90153 5000 LE Tilburg Tel. 013-4662645 E-mail:
[email protected] Internet: www.uvt.nl/wetenschapswinkel
Voorwoord Metusa is een kleine stichting die trainingsweken organiseert voor ouderen die in een sociaal isolement verkeren. De trainingsweken worden mogelijk gemaakt voor deze ouderen tegen zeer betaalbaar tarief door bijdragen van fondsen en sponsors. De Stichting slaagt er echter niet in om grotere aantallen groepen ouderen te werven. Dit is aanleiding geweest om contact op te nemen met de Wetenschapswinkel om de bereikbaarheid te laten onderzoeken van sociaal geïsoleerde ouderen. De studentengroep van Annemarie Joseph, Freek Kuijs, Ewout Leder, Daphne Nonahal en Nynke Reitsema hebben met begeleiding van prof.dr. Rene Schalk de factoren onderzocht die van invloed zijn op de bereikbaarheid en op de motivatie om te participeren in een trainingsweek van Metusa. Uit deze verkenning wordt duidelijk dat het de ouderen niet ontbreekt aan motivatie, maar dat de bereikbaarheid aandachtspunt zal moeten zijn. Hier kan gericht worden samengewerkt door organisaties als de Ouderenbond, Stichting Welzijn Ouderen en het Rode Kruis. De stichting zal op basis van deze uitkomsten een strategie opstellen om deze groep ouderen beter te kunnen bereiken. Iris Sliedrecht Coördinator Wetenschapswinkel
Inhoudsopgave Voorwoord
iii
Inhoudsopgave
v
Samenvatting
1
1 Inleiding
3
2 Theorie
5
2.1 Theoretisch kader 2.2 Sociaal isolement 2.3 Oorzaken van sociaal isolement 2.4 Ouderen in een sociaal isolement 2.5 Uitgangspunt van het onderzoek 3 Conceptuele modellen en hypothesen 3.1 Hypothesen conceptueel model 1: 3.2 Conceptueel model 1: 3.3 Hypothesen Conceptueel Model 2: 3.4 Conceptueel Model 2 4 Methoden 4.1 Onderzoeksdesign 4.2 Conceptdefinitie 4.3 Data collectie 4.4 Karakteristieken respondenten 4.5 Data analyse 4.5.1 Bereikbaarheid 4.5.2 Motivatie 4.6 Kwaliteitsindicatoren van het onderzoek
5 5 5 5 6 7 7 7 8 8 9 9 9 9 9 10 10 10 10
5 Resultaten
11
6 Conclusie
17
7 Discussie
19
8 Beperkingen en aanbevelingen voor verder onderzoek
21
Literatuurlijst
23
Bijlagen
25
Bijlage 1: Gecodeerde interviews Bijlage 2: Vragenlijst
25 30
Samenvatting Metusa is een organisatie die interne trainingsweken organiseert voor ouderen om ze uit hun sociale isolement te helpen. Haar doel is om structureel elke week 20 ouderen te laten deelnemen. Het aantal georganiseerde trainingsweken zou moeten stijgen tot een gewenst aantal van 40 keer per jaar. Het doel van dit onderzoek is inzicht te verkrijgen in de factoren die op de bereikbaarheid van sociaal geïsoleerde ouderen van invloed zijn en de factoren die de motivatie om te participeren in Metusa’s interne trainingsweek bepalen. Om Metusa advies te kunnen geven over het meer structureel bereiken, en het motiveren van sociaal geïsoleerde ouderen om deel te nemen aan de interne trainingsweek, is de volgende onderzoeksvraag opgesteld: ‘Welke factoren hebben invloed op de bereikbaarheid van sociaal geïsoleerde ouderen en welke factoren hebben invloed op de motivatie van sociaal geïsoleerde ouderen om mee te doen aan Metusa’s interne trainingsweek?’ Om de onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden, is een onderscheid gemaakt tussen ‘bereikbaarheid’ en ‘motivatie’. Voor beide concepten is een conceptueel model ontwikkeld. Daarvoor is de onderzoeksvraag in twee delen verdeeld. Voor bereikbaarheid moet de volgende vraag worden beantwoord: ‘Welke factoren zijn van invloed op de bereikbaarheid van sociaal geïsoleerde ouderen?’ En voor motivatie moet de vraag worden beantwoord: ‘Wat is de motivatie van sociaal geïsoleerde ouderen om te participeren aan de interne trainingsweek van Metusa?’ Het onderzoeksdesign bestaat uit een kwalitatief en een kwantitatief gedeelte. Gestart wordt met het kwalitatieve deel. Hiervoor zijn diepte interviews gehouden met de secretaris van Metusa en de organisator van de trainingsweek. Door middel van de interviews wordt inzicht verkregen in de factoren die van invloed zijn op de bereikbaarheid en de motivatie van de ouderen om deel te nemen aan een interne trainingsweek. Aan de hand van de factoren die uit de interviews naar voren komen, wordt een vragenlijst ontwikkeld. Hierbij is het doel de motivatie en bereikbaarheid van de ouderen te achterhalen. De vragenlijst bevat ook enkele open vragen. De verkregen informatie uit de interviews wordt gecodeerd, zodat de factoren die samenhangen met bereikbaarheid en motivatie kunnen worden ontdekt. De resultaten van de data analyse geven een indicatie van de belangrijke kanalen waarmee Metusa de ouderen bereikt en een indicatie van belangrijke motivatie factoren waarmee rekening gehouden moet worden. De drie meest effectieve kanalen zijn; De Ouderenbond, Stichting Welzijn Ouderen en het Rode Kruis. Het tweede gedeelte van het onderzoek gaat over de factoren die invloed hebben op de motivatie van sociaal geïsoleerde ouderen om mee te doen aan een interne trainingsweek van Metusa. De resultaten in dit deel van het onderzoek laten zien dat de meeste verwachtingen van ouderen positief zijn of geen invloed hadden op hun motivatie om mee te doen. Het enige relatief negatieve resultaat is gevonden op de factor ‘delen van een slaapkamer’. Ondanks de beperkingen van het onderzoek is de conclusie dat niet de motivatie, maar de kanalen; De Ouderenbond, Stichting Welzijn Ouderen en het Rode Kruis, bepalend zijn voor de bereikbaarheid van sociaal geïsoleerde ouderen.
1
Inleiding
Metusa is een organisatie die interne trainingsweken organiseert voor ouderen om ze uit hun sociale isolement te helpen. Het doel is om structureel elke week 20 ouderen te laten deelnemen, maar in de praktijk blijkt dit moeilijk haalbaar te zijn. Bij meer structureel organiseren van de trainingen zou Metusa gemakkelijker de financiering rond kunnen krijgen. Het aantal georganiseerde trainingsweken zou moeten stijgen tot een gewenst aantal van 40 keer per jaar. Het doel van dit onderzoek is inzicht te verkrijgen in de factoren die op de bereikbaarheid van sociaal geïsoleerde ouderen van invloed zijn en de factoren die de motivatie om te participeren in Metusa’s interne trainingsweek bepalen. Om Metusa advies te kunnen geven over het meer structureel bereiken, en het motiveren van sociaal geïsoleerde ouderen om deel te nemen aan de interne trainingsweek, is de volgende onderzoeksvraag opgesteld: ‘Welke factoren hebben invloed op de bereikbaarheid van sociaal geïsoleerde ouderen en welke factoren hebben invloed op de motivatie van sociaal geïsoleerde ouderen om mee te doen aan Metusa’s interne trainingsweek?’ De uitkomst van dit onderzoek zal Metusa informatie verschaffen over de verschillende manieren waarop ouderen bereikt en gemotiveerd kunnen worden. Het onderzoek zal plaatsvinden onder vertegenwoordigers van Metusa en een aantal deelnemers en mogelijke deelnemers. Het onderzoek is wetenschappelijk relevant omdat er tot nu toe vrijwel geen onderzoek is gedaan naar de bereikbaarheid van sociaal geïsoleerde ouderen. Dit onderzoek is ook relevant vanwege de vergrijzende Nederlandse populatie. In de nabije toekomst zullen steeds meer ouderen sociaal geïsoleerd raken. Belangstelling voor het onderwerp van het onderzoek is gebaseerd op persoonlijke ervaringen met ouderen, deels beroepsmatig en deels in familieverband.
2
Theorie
2.1
Theoretisch kader
De bereikbaarheid van sociaal geïsoleerde ouderen is nog niet eerder onderzocht. Er zijn geen studies die aangeven welke factoren van invloed zijn op de bereikbaarheid. Op het gebied van motivatie in het algemeen is veel literatuur. Die betreft echter niet de motivatie van deze groep ouderen in verband met bereikbaarheid. De belangrijkste begrippen in ons onderzoek zijn: bereikbaarheid, sociaal isolement en motivatie. In dit onderzoek, definiëren we de begrippen als volgt. Bereikbaarheid wordt gedefinieerd door de Cambridge Dictionaries (2008) als ‘Te spreken, schrijven of iemand bezoeken om iets te doen, zoals een verzoek of een zakelijke overeenkomst. Bereikbaarheid is de eigenschap om te kunnen worden benaderd.’ Sociaal isolement wordt gedefinieerd door De Jong-Gierveld (1984) als ‘Het volledig of vrijwel volledig ontbreken van relaties met een bepaalde duurzaamheid tussen mensen.’ Motivatie wordt gedefinieerd door de Cambridge Dictionaries (2008) als ‘Het enthousiasme om te participeren of de behoefte of reden om te participeren.’ Vanwege het ontbreken van onderzoek op ons specifieke onderwerp, verwachten wij dat de factoren die met sociaal isolement samenhangen nauw gerelateerd zijn aan de factoren die van invloed zijn op de bereikbaarheid van sociaal geïsoleerde ouderen. 2.2
Sociaal isolement
Sociale relaties zijn belangrijk voor het persoonlijke welzijn van mensen. Vanwege de individualisering van de samenleving zijn de maatschappelijke relaties vervaagd (Hortulanus et al., 2003). De individualisering heeft gevolgen voor de persoonlijke contacten van mensen. Tegenwoordig moeten mensen proactief zijn om contacten te vinden en te behouden. Dit blijkt niet gemakkelijk te zijn volgens onderzoek naar sociaal isolement (Hortulanus et al., 1992;Sprinkhuizen en Van den Berg, 1993). Het aangaan en onderhouden van betekenisvolle sociale relaties is belangrijk voor iedereen. Niet alle mensen zijn in staat om dat te doen. Zo is het bijvoorbeeld moeilijker voor een oudere om een sociaal netwerk te behouden. Een afname in gezondheid kan een oorzaak zijn. In het algemeen hebben ouderen een slechtere gezondheid dan jongere mensen en door de vergrijzing is dit een risicofactor voor sociale isolatie. 2.3
Oorzaken van sociaal isolement
In de literatuur worden verschillende factoren in verband gebracht met sociaal isolement, maar geen van deze factoren is op zich een belangrijke oorzaak van sociaal isolement. Voorbeelden van structurele kenmerken gekoppeld aan een sociaal isolement zijn: leeftijd, geslacht, leefomgeving, opleidingsniveau, burgerlijke status en inkomen. Uit onderzoek is gebleken dat ouderen over het algemeen kleinere sociale netwerken hebben (Tijhuis et al., 1992). Dit wordt veroorzaakt door het overlijden van mensen in hun sociale netwerk, als ze ouder worden. Ander onderzoek toont aan dat vrouwen gemiddeld een groter netwerk hebben dan mannen (Marsden, 1988). Mensen in grotere steden hebben grotere en meer heterogene netwerken dan mensen in kleine steden (Tijhuis et al., 1992). Ouderen met een hoog opleidingsniveau (Hortulanus et al., 1992), en ook hoge inkomsten, hebben over het algemeen ook grotere netwerken (Moorer & Suurmeijer, 1992). Het onderzoek van Moorer & Suurmeijers (1992) toont ook aan dat gehuwde mensen grotere netwerken hebben dan gescheiden mensen of weduwen en weduwnaars. 2.4
Ouderen in een sociaal isolement
Sociaal isolement komt voor in alle lagen van de bevolking. Sommige mensen hebben echter een hoger risico om sociaal geïsoleerd te raken. Een algemene definitie van risicogroe-
6
BEREIKBAARHEID SOCIAAL GEÏSOLEERDE OUDEREN
pen is: ‘Risicogroepen zijn groepen mensen die extra kwetsbaar zijn, omdat ze onvoldoende middelen hebben om hun leven na bepaalde moeilijkheden en tegenslagen in een gewenste manier voort te zetten’ (Schuyt, 2000). Ouderen zijn een risicogroep voor sociaal isolement. Ze verliezen meer mensen in hun sociale netwerk dan mensen van andere leeftijdsgroepen. De netwerken van ouderen worden kleiner en het blijkt moeilijk te zijn voor ouderen om hun netwerk te herstellen. Dit kan worden veroorzaakt door lichamelijke problemen, of door het verliezen van een onvervangbare relatie zoals een overleden partner (Deen, 2005). 2.5
Uitgangspunt van het onderzoek
Zoals hierboven staat aangegeven is er geen onderzoek beschikbaar over de bereikbaarheid van ouderen. In dit onderzoek wordt het concept sociaal isolement verdiept, evenals de oorzaken ervan. De aanwijzingen uit eerdere onderzoeken impliceren dat het sociaal isolement is verbonden met leeftijd, geslacht, leefomgeving, onderwijs, burgerlijke status en inkomen. Dit zal een startpunt voor verdere verkenning zijn.
3
Conceptuele modellen en hypothesen
Om de onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden, is een onderscheid gemaakt tussen ‘bereikbaarheid’ en ‘motivatie’. Voor beide concepten is een conceptueel model ontwikkeld. Daarvoor is de onderzoeksvraag in twee delen verdeeld. Voor bereikbaarheid moet de volgende vraag worden beantwoord: ‘Welke factoren zijn van invloed op de bereikbaarheid van sociaal geïsoleerde ouderen?’ En voor motivatie moet de vraag worden beantwoord: ‘Wat is de motivatie van sociaal geïsoleerde ouderen om te participeren aan de interne trainingsweek van Metusa?’ 3.1 1a. 1b. 1c. 1d. 3.2
Hypothesen conceptueel model 1: Maatschappelijke en welzijnsinstituties zijn middelen waarmee Metusa sociaal geïsoleerde ouderen bereikt. Eigen initiatief van ouderen is een middel waardoor Metusa met sociaal geïsoleerde ouderen in contact komt. Het sociale netwerk van ouderen is een middel waardoor Metusa met sociaal geïsoleerde ouderen in contact komt. Overige middelen kunnen worden ingezet waardoor Metusa met sociaal geïsoleerde ouderen in contact komt. Conceptueel model 1:
Rode Kruis
8
3.3 2a. 2b. 2c. 2d. 3.4
BEREIKBAARHEID SOCIAAL GEÏSOLEERDE OUDEREN
Hypothesen Conceptueel Model 2: Sociale aspecten zijn van invloed op de motivatie van de ouderen. De accommodatie van de interne trainingsweek is van invloed op de motivatie van de ouderen. De organisatie van de interne trainingsweek is van invloed op de motivatie van de ouderen. Overige factoren zijn van invloed op de motivatie van de ouderen. Conceptueel Model 2
Rode Kruis
4
Methoden
4.1
Onderzoeksdesign
Het onderzoeksdesign bestaat uit een kwalitatief en een kwantitatief gedeelte. Gestart werd met het kwalitatieve deel, waarvoor diepte interviews zijn gehouden met de secretaris van Metusa en de organisator van de trainingsweek. Door middel van de interviews is inzicht verkregen in de factoren die van invloed zijn op de bereikbaarheid en de motivatie van de ouderen om deel te nemen aan een interne trainingsweek. Aan de hand van de factoren die uit de interviews naar voren kwamen, is een vragenlijst ontwikkeld. Hierbij is het doel de motivatie en bereikbaarheid van de ouderen te achterhalen. De vragenlijst bevat ook enkele open vragen. De antwoorden hierop zullen worden gebruikt als ondersteuning van het advies wat gegeven zal worden aan Metusa. De vragenlijst is verspreid onder twee groepen sociaal geïsoleerde ouderen (een groep die wel en een groep die nog niet had deelgenomen aan de interne trainingsweek). Metusa leverde een lijst met namen van personen die wel of niet hadden deelgenomen aan de trainingsweek. 4.2
Conceptdefinitie
In dit onderzoek zijn de volgende concepten van belang: sociale isolatie, bereikbaarheid en motivatie. Sociale isolatie wordt volgens De Jong-Gierveld (1984) gedefinieerd als: ‘Het volledig of vrijwel volledig ontbreken van relaties met een bepaalde duurzaamheid tussen mensen.’ Vrijwel alle personen die aan een interne trainingsweek van Metusa (willen) deelnemen, voldoen aan de definitie van sociale isolatie. De definitie van bereikbaarheid is in de context van dit onderzoek: ‘De manieren waarop Metusa de ouderen kan bereiken.’ Dit concept is gemeten met behulp van de vragenlijst. Deze bevat verschillende manieren waarop men met Metusa in contact kan komen. Het concept motivatie wordt door de Cambridge Dictionaries (2008) beschreven als: ‘Het enthousiasme om te participeren of de behoefte of reden om te participeren.’ Dit is gemeten door de mogelijke factoren die van invloed zijn op motivatie op te nemen in de vragenlijst. 4.3
Data collectie
De methode van gegevensverzameling voor het kwalitatieve gedeelte van het onderzoek bestond uit het houden van diepte interviews. Uit deze interviews zijn factoren naar voren gekomen die van invloed zijn op de motivatie en bereikbaarheid van de sociaal geïsoleerde ouderen. Deze uitkomsten zijn gebruikt om de vragenlijst te construeren. De vragenlijst is uitgedeeld aan 42 respondenten. 23 van deze respondenten zijn bereikt door het bezoeken van een georganiseerde bijeenkomst van Metusa. De andere respondenten zijn bereikt door middel van telefonisch contact. 4.4
Karakteristieken respondenten
Er zijn twee interviews gehouden. De eerste geïnterviewde was de secretaris van Metusa. Hij is 68 jaar oud en was de contactpersoon voor Metusa gedurende het onderzoek. De tweede geïnterviewde was de organisator van de interne trainingsweek van Metusa. Hij is 45 jaar oud, en is werkzaam bij stichting Stavoor. Metusa ‘leent’ deze persoon van stichting Stavoor voor het verzorgen van de interne trainingsweek. Van de 42 respondenten hadden 33 wel en 9 nog niet aan een interne trainingsweek deelgenomen. Er waren 8 mannen en 34 vrouwen, variërend in leeftijd van 61 tot en met 88 jaar. De gemiddelde leeftijd is 76 jaar. De geënquêteerden wonen in de plaatsen Boxmeer, Malden, Nederasselt, Oeffelt, Oisterwijk, Overasselt, Sambeek en Udenhout.
10
4.5
BEREIKBAARHEID SOCIAAL GEÏSOLEERDE OUDEREN
Data analyse
De verkregen informatie uit de interviews is gecodeerd, zodat de factoren die samenhangen met bereikbaarheid en motivatie konden worden ontdekt. Met behulp van deze informatie werd de vragenlijst samengesteld. Er is gekozen om gebruik te maken van een vragenlijst, omdat dat de mogelijkheid geeft tot het verzamelen van veel informatie in een korte tijdsperiode. 4.5.1 Bereikbaarheid Voor bereikbaarheid zijn de percentages van de verschillende factoren die genoemd worden berekend. Met behulp van deze percentages kunnen conclusies worden getrokken over het aantal mensen dat op verschillende manieren wordt bereikt. 4.5.2 Motivatie Om conclusies te kunnen trekken over de factoren die van invloed zijn op de motivatie van ouderen om deel te nemen aan een interne trainingsweek, zijn de percentages van de verschillende antwoorden berekend. Voor iedere factor is berekend of deze geen, een positieve of een negatieve invloed had op de beslissing om deel te nemen. Met behulp van deze methode is in een oogopslag duidelijk wat de invloed was van iedere factor. 4.6
Kwaliteitsindicatoren van het onderzoek
Betrouwbaarheid Bij de betrouwbaarheid van het kwalitatieve deel, speelt een rol dat de interviews zijn uitgevoerd door vier verschillende personen. Dit zorgt voor een minder consistente waarnemingsmethode. Om de betrouwbaarheid te waarborgen zijn de interviews gehouden op een rustige locatie, zodat er weinig storende factoren konden optreden. Ook is voor de beide interviews dezelfde topiclist gebruikt. Validiteit De externe validiteit van het onderzoek is laag omdat de resultaten niet toepasbaar zijn in andere situaties. Allereerst bevat het onderzoek een specifieke groep respondenten, die niet representatief is voor de hele populatie van ouderen in Nederland. Daarnaast is de participatie in een trainingsweek van Metusa een zeer specifieke situatie. De resultaten zeggen iets over de activiteiten van Metusa. Het onderzoek heeft betrekking heeft op de meningen van de respondenten. Geheimhouding werd gegarandeerd om te bewerkstelligen dat de antwoorden naar waarheid werden ingevuld.
5
Resultaten
De conceptuele modellen kunnen met behulp van de gegevens uit de interviews nader worden gespecificeerd. Het eerste conceptuele model betreft de bereikbaarheid van de ouderen, welke bepaald wordt door eigen initiatief, type organisatie, sociaal netwerk en overige mogelijkheden. De volgende factoren werden in de interviews genoemd: Stichting Welzijn Ouderen, Thuiszorg organisaties, GGD, Huisarts, Gezinszorg, Stichting Zonnebloem, Ouderenbond (type organisatie), vrienden of bekenden, familie (sociaal netwerk), eigen initiatief, en als overige mogelijkheden de organisator van de trainingsweek, Rode Kruis, buurtcentrum en maatschappelijk werker. Dit resulteert in het volgende nieuwe model:
Rode Kruis
12
BEREIKBAARHEID SOCIAAL GEÏSOLEERDE OUDEREN
Bij dit nieuwe model zijn de percentages berekend van het aantal mensen dat via deze wegen in contact is gekomen met stichting Metusa. Factor Rode Kruis Ouderenbond Stichting Welzijn Ouderen Thuiszorg GGD Gezinszorg Huisarts Stichting Zonnebloem Bekenden Familie Eigen initiatief Organisator interne trainingsweek Buurtcentrum Maatschappelijk werker
Aantal mensen (N) 17 8 13 0 0 0 1 4 1 1 1 2 1 1
Percentage 40.8% 19.0% 31.0 % 0.0 % 0.0 % 0.0 % 2.4 % 9.5% 2.4% 2.4% 2.4% 4.8% 2.4% 2.4%
Met behulp van de berekende percentages kunnen de volgende antwoorden worden gegeven op onze verwachtingen: 1a. 1b. 1c. 1d. 1e. 1f. 1g. 1h. 1i. 1j. 1k.
Stichting Welzijn Ouderen is een middel waarmee Metusa sociaal geïsoleerde ouderen bereikt. - Bevestigd Het Rode kruis is een middel waarmee Metusa sociaal geïsoleerde ouderen bereikt. - Bevestigd De GGD is een middel waarmee Metusa sociaal geïsoleerde ouderen bereikt. - Niet bevestigd De Ouderenbond is een middel waarmee Metusa sociaal geïsoleerde ouderen bereikt. - Bevestigd Huisartsen zijn een middel waarmee Metusa sociaal geïsoleerde ouderen bereikt. - Niet bevestigd Stichting Zonnebloem is een middel waarmee Metusa sociaal geïsoleerde ouderen bereikt. - Bevestigd Bekenden van de geïsoleerde oudere is een middel waarmee Metusa sociaal geïsoleerde ouderen bereikt. - Bevestigd Familie van de geïsoleerde oudere is een middel waarmee Metusa sociaal geïsoleerde ouderen bereikt. - Bevestigd Het buurtcentrum is een middel waarmee Metusa sociaal geïsoleerde ouderen bereikt. - Bevestigd De maatschappelijk werker is een middel waarmee Metusa sociaal geïsoleerde ouderen bereikt. - Bevestigd De organisator van de interne trainingsweek is een middel waarmee Metusa sociaal geïsoleerde ouderen bereikt.
RESULTATEN
1l. 1m. 1n.
13
- Bevestigd Eigen initiatief van de geïsoleerde oudere is een middel waarmee Metusa sociaal geïsoleerde ouderen bereikt. - Bevestigd De thuiszorg is een middel waarmee Metusa sociaal geïsoleerde ouderen bereikt. - Niet bevestigd Gezinszorg is een middel waarmee Metusa sociaal geïsoleerde ouderen bereikt. - Bevestigd
Het tweede model betreft de motivatie van ouderen om deel te nemen aan een interne trainingsweek. Ook dit model bestaat uit een aantal algemene factoren, en kan naar aanleiding van de interviews worden gespecificeerd. De factoren zijn: kosten, faciliteiten van de accommodatie, het delen van een slaapkamer, sfeer, erkenning van de eenzaamheid, negatieve opmerkingen uit de omgeving, positieve opmerkingen uit de omgeving, mogelijkheid om sociale contacten te maken, doorbrengen van de trainingsweek met onbekenden, activiteiten gedurende de trainingsweek, deelname van bekenden en de ervaringen van anderen. Dit resulteert in het volgende nieuwe model:
Rode Kruis
14
BEREIKBAARHEID SOCIAAL GEÏSOLEERDE OUDEREN
De antwoorden op de vragenlijsten leidden tot de volgende percentages: Factoren
Positief
Negatief
Geen invloed
Kosten Faciliteiten van de accommodatie Delen van een slaapkamer
38.1 %
0%
59.5 %
54.8 %
2.4 %
40.5 %
23.8 %
19.0 %
57.1 %
Sfeer van de trainingsweek Erkenning van de eenzaamheid Negatieve opmerkingen van de omgeving Positieve opmerkingen van de omgeving Mogelijkheid tot het maken van sociale contacten Doorbrengen van de trainingsweek met onbekenden Activiteiten gedurende de trainingsweek Deelname van bekenden
57.1 %
4.8 %
38.1 %
52.4 %
4.8 %
42.0 %
11.9 %
0%
88.1 %
42.9 %
0%
57.1 %
78.6 %
0%
21.4 %
45.2 %
7.1 %
47.6 %
59.5 %
4.8 %
33.3 %
33.3 %
0%
66.7 %
Ervaringen van anderen
35.7 %
0%
64.3 %
Met behulp van de berekende percentages kunnen de volgende uitspraken gedaan worden: 2a. 2b. 2c. 2d. 2e. 2f. 2g. 2h.
De kosten van de interne trainingsweek hebben een negatieve invloed op de motivatie van de ouderen. - Niet bevestigd De faciliteiten van de accommodatie hebben een positieve invloed op de motivatie van de ouderen. - Bevestigd Het delen van een slaapkamer heeft een negatieve invloed op de motivatie van de ouderen. - Niet bevestigd De verwachtingen van de sfeer van de trainingsweek hebben een negatieve invloed op de motivatie van de ouderen. - Niet bevestigd Het moeten erkennen van de eenzaamheid heeft een negatieve invloed op de motivatie van de ouderen. - Niet bevestigd Negatieve opmerkingen van de omgeving hebben een negatieve invloed op de motivatie van de ouderen. - Niet bevestigd Positieve opmerkingen van de omgeving hebben een positieve invloed op de motivatie van de ouderen. - Niet bevestigd De mogelijkheid tot het maken van sociale contacten heeft een positieve invloed op de motivatie van de ouderen. - Bevestigd
RESULTATEN
2i. 2j. 2k. 2l.
15
Het moeten doorbrengen van de trainingsweek met onbekenden heeft een negatieve invloed op de motivatie van de ouderen. - Niet bevestigd, er is juist een positief effect. De activiteiten gedurende de trainingsweek hebben een positieve invloed op de motivatie van de ouderen. - Bevestigd Het deelnemen van bekenden heeft een positieve invloed op de motivatie van de ouderen. - Niet bevestigd Ervaringen van anderen hebben een positieve invloed op de motivatie van de ouderen. - Niet bevestigd
6
Conclusie
In de inleiding is vermeld dat Metusa problemen heeft met het verkrijgen van 20 deelnemers of meer voor de interne trainingsweken. In dit onderzoek is geprobeerd om meer van de factoren te weten te komen die de bereikbaarheid van sociaal geïsoleerde ouderen beinvloeden en de factoren die hun motivatie beïnvloeden om mee te doen aan een interne trainingsweek van Metusa. Uit de resultaten met betrekking tot ‘bereikbaarheid’ komt naar voren dat het Rode Kruis met 40,8% de beste manier lijkt te zijn om ouderen te bereiken. De drie kanalen die het meest effectief zijn volgens de procentuele scores, zijn De Ouderenbond, Stichting Welzijn Ouderen en het Rode Kruis. Het tweede gedeelte van het onderzoek gaat over de factoren die invloed hebben op de motivatie van sociaal geïsoleerde ouderen om mee te doen aan een interne trainingsweek van Metusa. De resultaten in dit deel van het onderzoek laten zien dat de meeste verwachtingen van ouderen positief zijn of geen invloed hadden op hun motivatie om mee te doen. Het enige relatief negatieve resultaat is gevonden op de factor ‘delen van een slaapkamer’. De doelstelling van de trainingsweek ‘De mogelijkheid tot het maken van sociale contacten’ heeft de hoogste positieve score. We kunnen concluderen dat de sociaal geïsoleerde ouderen de juiste motivatie hebben met het oog op het doel van de interne trainingsweek. In de interviews die zijn afgenomen met medewerkers van Metusa komt naar voren dat het waarschijnlijk is, dat negatieve opmerkingen uit de omgeving een negatieve invloed hebben op de motivatie van sociaal geïsoleerde ouderen. Echter, uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat negatieve opmerkingen uit de omgeving geen invloed hebben op de motivatie van ouderen, volgens 88% van de ondervraagden.
7
Discussie
Om antwoord te geven op de onderzoeksvraag; ‘Welke factoren hebben een invloed op de bereikbaarheid van sociaal geïsoleerde ouderen, en welke op hun motivatie om te participeren in een interne trainingsweek van Metusa?’ Moet rekening worden gehouden met een aantal aspecten. Veel factoren hebben een invloed op de bereikbaarheid van sociaal geïsoleerde ouderen. Echter, voor maar drie factoren was deze invloed groot. Waarschijnlijk zijn er meer manieren om sociaal geïsoleerde ouderen te bereiken, maar drie manieren sprongen er uit met een hoge score. Bij de motivatie van sociaal geïsoleerde ouderen is duidelijk dat er maar een factor het delen van een slaapkamer was met een relatief hoge negatieve score (19%). Bij deze factor heeft de meerderheid, 57%, ‘geen invloed’ ingevuld. We kunnen daarom concluderen dat de motivatie van sociaal geïsoleerde ouderen niet echt een belangrijk probleem is. Dit onderzoek is een verkennend onderzoek. Er is veel literatuur over sociale isolatie maar weinig literatuur betreft ouderen in Nederland. Sociale isolatie in Nederland kan anders zijn dan in andere landen door de verschillen in cultuur. Cultuurverschillen kunnen volgens ons van belang zijn. Een interessant aspect van deze studie is dat het de realiteit heel dicht benaderd, de situatie waarin het onderzoek is uitgevoerd is de realiteit van sociaal geïsoleerde ouderen in Nederland. Het meest verassende van deze studie is dat op voorhand werd gedacht dat de motivatie van ouderen een groot probleem zou zijn voor Metusa. Na het onderzoek blijkt dat deze motivatie zeker niet het grootste probleem is en eigenlijk helemaal geen probleem is voor de meer structurele organisatie van de interne trainingsweken van Metusa. De resultaten laten zien dat de deelnemers heel gemotiveerd zijn en graag mee willen doen. Het probleem van Metusa is de vele manieren waarop ouderen benaderd kunnen worden. Gegeven de resultaten van het bereikbaarheid gedeelte kan men concluderen dat Metusa zich moet richten op de Ouderenbond, Stichting Welzijn Ouderen en het Rode Kruis. Als Metusa zich concentreert op deze kanalen zouden ouderen makkelijker bereikt moeten worden. Om deze studie verder uit te diepen, zou het een idee kunnen zijn meer respondenten van elke regio in Nederland in het onderzoek te betrekken. Op deze manier zou er een beter beeld kunnen ontstaan van het hele land, of er regio’s zijn met meer sociaal geïsoleerde ouderen dan andere. Kwalitatief onderzoek waarin (ex) sociaal geïsoleerde ouderen in participeren zou een beter inzicht geven in hun omgeving en sociaal netwerk.
8
Beperkingen en aanbevelingen voor verder onderzoek
Zoals aangegeven in de eerste hoofdstukken is er weinig onderzoek gedaan naar sociaal geïsoleerde ouderen. Het onderzoek dat is uitgevoerd en beschreven in dit rapport, is exploratief van aard en daarom beperkt in zijn uitkomsten. De beide diepte interviews zijn afgenomen bij mensen die actief betrokken zijn bij Metusa en de organisatie van de interne trainingsweek. Niemand van de doelgroep van Metusa is geïnterviewd, dus is een vragenlijst opgesteld op basis van de perceptie van motivatie en bereikbaarheid zoals aangegeven door de medewerkers van Metusa. De vragenlijst had slechts 42 respondenten. Normaal gesproken is dit aantal voldoende voor een bruikbare analyse, maar in dit geval maakten de meeste respondenten deel uit van twee grote groepen die de vragenlijst gelijktijdig hebben ingevuld. Er is een mogelijkheid dat zij elkaar hebben beïnvloed, maar belangrijker nog is dat hun achtergronden sterk overeenkwamen. Een groep was volledig bereikt door het Rode Kruis, vanwege een actieve benadering van ouderen in de regio van Overasselt en Nederasselt. Deze actieve benadering is niet representatief voor de benadering van ouderen door het Rode Kruis in het algemeen. Een ander probleem met betrekking tot de afgenomen vragenlijst is het probleem van retrospectie. De vragenlijst is gericht op het meten van toe- en afname van motivatie voorafgaand aan de trainingsweek, maar is na de trainingsweek afgenomen, in verband met de tijdsdruk op het onderzoek. Dit heeft waarschijnlijk problemen veroorzaakt bij de oudere respondenten, die mogelijk niet altijd in staat zijn geweest hun verandering in motivatie voorafgaand aan de trainingsweek, te onderscheiden van hun mening na afloop van de trainingsweek – die over het algemeen erg positief was. Ook het gebrek aan een controlegroep van niet-bereikte ouderen was een grote beperking in dit onderzoek. De vragenlijsten moesten worden afgenomen onder ouderen die al waren bereikt door Metusa, omdat het buitengewoon lastig is om een goede steekproef te verkrijgen van sociaal geïsoleerde ouderen. Dit maakte het vergelijken van groepen op basis van bereikt versus niet-bereikt onmogelijk. De combinatie van deze beperkingen heeft geleid tot de resultaten zoals gepresenteerd in dit rapport. De meeste resultaten zijn weergegeven in percentages. Het was niet mogelijk om significantie toetsen toe te passen. Het onderzoeksthema van sociaal geïsoleerde ouderen is nog weinig ontwikkeld, maar gebaseerd op dit exploratieve onderzoek kunnen aanbevelingen worden gedaan voor toekomstig onderzoek. Het is raadzaam diepte interviews af te nemen bij sociaal geïsoleerde ouderen, om een beter beeld te construeren van hun leefomgeving, hun netwerk en de verschillende factoren die hierop van invloed zijn. Met meer informatie over deze onderwerpen kunnen vragenlijsten worden opgesteld die meer gericht zijn op de specifieke ervaringen van sociaal geïsoleerde ouderen. Het afnemen van deze vragenlijsten op grotere schaal heeft de voorkeur, om een meer gebalanceerd beeld te krijgen, en te voorkomen dat de gegevens sterk worden bepaald door een groep, zoals in dit onderzoek het geval was. Wanneer motivatie voorafgaand aan de trainingsweek onderzocht wordt, is het beter om de vragenlijsten ook af te nemen voor de trainingsweek. Dit voorkomt het probleem van retrospectie, door de motivatie op het goede moment te meten. Verder zou het van grote waarde kunnen zijn om een representatieve steekproef van nietbereikte ouderen te zoeken, als controlegroep. Het gebruik van een controlegroep maakt het mogelijk een onderzoek te doen met een design, dat ook toetsen van verschillen tussen groepen mogelijk maakt.
Literatuurlijst Deen, Y. (2005). ‘Ouderweken’ van stichting Metusa: Effectmeting van een interventie rondom sociaal isolement bij ouderen. Nijmegen: Radboud universiteit Nijmegen. Hortulanus, R.P., Liem, P.P.N. & van Sprinkhuizen, A.M.M. (1992). Domeinen van welzijn: Welzijnsbeleving en welzijnsbeleid in de jaren ’90. ’s-Gravenhage: VUGA. Jong-Gierveld, J. de (1984). Eenzaamheid: Een meersporig onderzoek. Deventer: Van Loghum Slaterus. Marsden, P.V. (1988). Homogeneity in confinding relations. Social Networks, 10, 57-76. Moorer, P. & Suurmeijer, T.B.P.M. (1992). Sociaal isolement en eenzaamheid. Een onder zoek onder ouderen in de stad Groningen. Groningen: Noordelijk Centrum voor Gezondheidsvraagstukken. Sprinkhuizen, A.M.M. & Berg, N. van den (1993). Zicht op de Delftse samenleving. Utrecht: Universiteit Utrecht/Faculteit der Sociale Wetenschappen. Tijhuis, M., Flap, H.D., Foets, M. & Groenewegen, P.P. (1992). Netwerken in Nederland: Een onderzoek naar persoonlijke netwerken van Nederlanders. Mens en Maatschappij 67, p. 5
Bijlagen Bijlage 1: Gecodeerde interviews Thema
Tekstfragment
Doelgroep
Ron v/d Ven Vaak zijn er meer vrouwen. Mannen sterven eerder, daardoor raken de vrouwen juist in sociaal isolement. De vrouwen zijn sociaal ingesteld. Zij zijn het meer gewend in groepen te praten en dergelijke en zullen daardoor ook eerder aan zo’n week meedoen Wanneer zij geen ‘maatje’ hebben om dingen mee samen te doen, zullen zij hier (ouderenactiviteiten) niet snel in participeren. Vaak ook omdat de mensen die al actief zijn bij deze activiteiten elkaar al kennen en samen klonten, je komt hier niet gemakkelijk tussen als nieuweling. Hans van Lierop De doelgroep is 55+ ers die sociaal geisoleerd zijn of mensen dreigen eenzaam te worden. Hiervan is 80% vrouw en 20% man. Ook echtparen kunnen SGO zijn. Iemand is sociaal geisoleerd als hij/zij minder dan 5 contacten per week heeft.
Approachability Huidige kanalen
Ron v/d Ven - Stichting welzijn ouderen. - Gefuseerde welzijnsinstellingen - Zorginstellingen Hans van Lierop -Ouderenwerk -Gezinszorg (minder effectief)
Ontstaan contact
Ron v/d Ven
met kanalen
Nou wat wij willen is dus beter in beeld komen bij die stichtingen. Dat wanneer zij tegen het probleem aan lopen van sociaal geïsoleerde ouderen, dat zij dat meteen aan ons denken. …. De kanalen constateren de eenzaamheid, verzamelen vervolgens een groep van rond de 20 personen, en komen dan met deze groep bij ons
26
BEREIKBAARHEID SOCIAAL GEÏSOLEERDE OUDEREN
aan. Het initiatief moet vanuit de kanalen komen. Hans van Lierop Metusa belt naar ouderenwerk, kijken in het telefoonboek of zoeken op google. Het kan ook zijn dat de bond wordt gebeld of er ouderenwerk aanwezig is in de stad/streek. Meest effectieve
Ron v/d Ven
kanalen
Stichting welzijn ouderen, maar ook niet optimaal. …. Wanneer een oudere rond de 70 is, er een interview wordt gehouden door vrijwilligers om te kijken hoe het met die oudere in de gemeente gaat. Die adviseurs of mensen die huisbezoeken brengen, zouden dan naar ons moeten komen van, kijk we hebben hier een aantal mensen, en voor hen zou zo’n interne week wel goed zijn. Hans van Lierop Ouderenwerk
Kanalen die beter kunnen, die
Ron v/d Ven -
Thuiszorg. Hier heb ik al meerdere malen contact mee gepro-
direct in contact
beerd te zoeken, maar zij houden zich heel erg afzijdig. Het con-
staan met oude-
tact is nooit echt goed van de grond gekomen. De thuiszorg is
ren
vooral bezig met zorgverlening in plaats van welzijnszorg. Er bestaat een gat tussen de praktijk mensen en het management. -
Stichting Zonnebloem. Wij wilden Metusa een onderdeel maken van stichting zonnebloem. Ook zij komen bij de mensen thuis. Maar de zonnebloem houdt dit af. Men houdt zich altijd nog op een veilig vlak. Het wordt individueel iets aan gedaan. Er gaat bijvoorbeeld een keer per week iemand een praatje houden met een oudere. Heel leuk en aardig, maar na dat uurtje, is die oudere weer net zo eenzaam als voorheen. Dus structureel gebeurt er niets. Men wil geen confrontatie met de eenzaamheid
-
Artsen praktijken zouden eventueel ook nog kunnen helpen. Zij zijn vooral eerstelijns, dus zij zouden wel een goed kanaal kunnen zijn.
Hans van Lierop -Ouderenbonden. Die hebben regelmatig grote bijeenkomsten over aller-
BIJLAGEN
27
lei onderwerpen; veiligheid in huis etc. Hierbij zijn een paar honderd ouderen bij elkaar. Als die bijeenkomst ook zou worden gebruikt om Metusa te introduceren zou dit veel meer effect kunnen hebben. Kanalen die beter kunnen voor
Ron v/d Ven -
Mevrouw Gierveld geeft door heel Nederland lezingen over soci-
indirect contact
aal isolement en eenzaamheid. Maar wanneer zij is geweest, en
(contact met
ze heeft wat hints en tips gegeven, daarna heeft iedereen zo iets
directe kanalen)
van, oke we gaan weer over tot de orde van de dag. Er wordt verder niets mee gedaan. Wat we graag zouden willen is dat zij ons op sleeptouw neemt, en na een lezing meteen ons naar voren brengt. Dat voor de mensen die wat willen organiseren, wij daar mee ronde de tafel kunnen gaan zitten, en zorgen dat er een mooi project van de grond af komt. -
GGD organisaties, zij hebben een regionale functie en houden zich bezig met de sociaal psychische zorg. Zij zouden een soort regie functie kunnen vervullen
Hans van Lierop Structureren van gebruik van
Ron v/d Ven -
kanalen
Enerzijds het idee van mevrouw Gierveld: dat zij metusa meteen aandraagt. Zij komt ook bij de instellingen.
-
Daarnaast moet metusa zich ook bezig gaan houden met de kanalen, in plaats van alleen het verzorgen van de interne week. Ze moeten zorgen dat de kanalen een beroep gaan doen op metusa. Dat mensen ook daadwerkelijk met een groep naar metusa komen.
-
GGD, zouden een soort regie functie moeten hebben, omdat zij een overzicht hebben van alle kanalen.
Hans van Lierop Als de bonden de moeite nemen mensen te attenderen tijdens hun bijeenkomsten. Metusa heeft een symposium georganiseerd. Hierbij waren ouderenwerk, de ouderenbonden en ambtenaren aanwezig. Ambtenaren waren positief maar dachten dat er te weinig geld beschikbaar zou zijn. Idealiter zou de gemeente de eigen weken financieren. Structuur kan sterk verbeterd worden Ron v/d Ven doet nu alles los op basis van persoonlijke contacten. Dit kost veel moeite om medewerking te krijgen. Als de weken structureel georganiseerd kunnen worden is er evt. ook geld
28
BEREIKBAARHEID SOCIAAL GEÏSOLEERDE OUDEREN
van Dela om een professional in te huren puur voor het contact leggen. Motivation Motivaties om te
Ron v/d Ven
participeren
- Weer tussen mensen komen, sociale contacten op doen. Hans van Lierop Uit het sociaal isolement komen.
Doorslaggevende
Ron v/d Ven
factoren voor
-
Kosten
participatie
-
De accommodatie is van minder belang, omdat wij zeker een goede regelen. Ze zien hooguit een paar foto’s, maar weten niet precies waar ze heen gaan.
-
Contacten opdoen
Hans van Lierop Uit het sociaal isolement komen. Verhoging in-
Ron v/d Ven
vloed motiveren-
Manier van benadering: Er heerst veel schaamte over de eenzaamheid.
de factoren
Je moet de mensen niet benaderen met; goh u zit hier omdat u sociaal geïsoleerd bent. … De grote drempel voor de mensen is aangesproken worden op de eenzaamheid … De reden dat mensen afhaken (komt zelden voor) is vaak toch, dat ze er niet voor uit willen komen dat ze eenzaam zijn. Er heerst schaamte. Hans van Lierop Er is een groot gat bij sommige mensen. Zitten zo lang in deze situatie ze klimmen op en willen eruit. Die mensen worden graag geholpen, dan is het de aanleiding. Het kan de sleutel zijn om uit een isolement te komen. Mensen die zich er bij neergelegd hebben. Dat ze alleen zijn tot aan hun overlijden. Deze mensen moeten worden gemotiveerd. Dat vindt plaats in de persoonlijke gesprekken.
Kanalen met
Ron v/d Ven
grootste invloed
Kanalen die het meest dicht bij de personen zelf staan.
BIJLAGEN
op motivatie
29
Mensen die vertrouwd zijn bij de ouderen. Mensen die bekend zijn in de gemeenschap. Wanneer die personen iets zeggen, dan zal het wel goed zitten. Hans van Lierop Benaderende ouderenwerker of via thuiszorgenden. (staf thuiszorg pakt initiatief niet op). Ouderenwerker wordt geïnstrueerd door Metusa over alle info van de Metusaweek. Uiteindelijk wordt aanmeldingsformulier ingevuld. Eerste voorbereidende bijeenkomst is eerste contact met Metusa. De ‘screening’ gebeurt door ouderenwerker. Soms zijn er 3 of 4 gesprekken nodig. Vertrouwen van Metusa in ouderenwerker. Als de SGO er langer over moet denken, komt de ouderenwerker bijvoorbeeld een week later terug.
Factoren met negatieve invloed
Ron v/d Ven -
op motivatie
Angst om deel te nemen. Angst voor het oordeel van anderen, wat mensen over hem/haar denken.
-
Delen van een kamer met een ander persoon, roept veel weerstand op. (Het doel is het zorgen voor een goed contact tussen deze twee mensen). Men vindt privacy belangrijk.
Hans van Lierop Er is verschil in motivatie. Er zijn eigenlijk 2 groepen. De eerste groep wil uit een soicaal isolement komen, dit is ongeveer de helft. De tweede groep heeft zich bij het sociaal isolement neergelegd en moet eerst gemotiveerd worden. De bereidheid om mee te doen: hierbij speelt angst een rol. SGO hebben angst voor het open moeten zijn over problemen. Sommige mensen hebben het idee van zielenknijperij. Dit is vaak door anderen aangepraat. Dit is vaak door mensen met een status bijvoorbeeld iemand die in de gemeenteraad uitkomt voor ouderen die een negatief advies geven om mee te doen aan de trainingsweek van Metusa. Deze ouderen met status zijn zelf echter nooit sociaal geisoleerd.
30
BEREIKBAARHEID SOCIAAL GEÏSOLEERDE OUDEREN
Bijlage 2: Vragenlijst Mierlo, november 2008. Betreft: vragen over de ouderenweken. Geachte mevrouw/mijnheer, Zoals u weet organiseert Stichting Metusa ouderenweken voor ouderen die eenzaam zijn. U hebt aan zo’n week deelgenomen, dus u weet hoe fijn meedoen aan zo’n week is. Daarom zou Metusa nog veel meer ouderen de mogelijkheid willen geven om zo’n week mee te maken. Maar dan moeten we weten hoe we dat kunnen bereiken en wat we daarvoor moeten regelen. Daarom hebben wij een aantal studenten van de Universiteit van Tilburg gevraagd te onderzoeken hoe het momenteel gaat met het opsporen van ouderen die eenzaam zijn, wat die ouderen (zoals u) dachten toen gevraagd werd of ze deel wilden nemen aan een Metusa-week en welke bedenkingen ouderen zouden kunnen hebben voordat ze beslissen of ze wel of niet deelnemen aan zo’n week. Bij deze vragen wij u of u mee wil werken aan dat onderzoek van die studenten, zodat wij als Stichting Metusa met de uitkomsten daarvan beter en meer andere ouderen kunnen vinden en deel laten nemen aan Metusa-weken. Natuurlijk is het onderzoek anoniem, dus uw naam komt daar niet in voor. Mogen wij op uw medewerking rekenen? Alvast bedankt voor uw medewerking, Met vriendelijke groet, Namens het bestuur van Stichting Metusa; Hans van Lierop, Secretaris/penningmeester.
BIJLAGEN
31
Introductie Wij zijn bezig met een onderzoek namens de Universiteit van Tilburg voor stichting Metusa. Zoals u weet organiseert Metusa interne weken voor ouderen. Om te onderzoeken of de organisatie van de interne weken verbeterd kan worden vindt dit onderzoek plaats. Wij willen u graag vragen ons te helpen door middel van het invullen van deze vragenlijst. Wij verzoeken u deze vragenlijst zo secuur mogelijk in te vullen. Uiteraard wordt hierbij uw anonimiteit gegarandeerd. Bij voorbaat danken wij u voor uw medewerking. De volgende vragen hebben betrekking op de manier waarop u met Metusa in aanraking bent gekomen. Hiermee wordt bedoeld, de manier waarop u kennis hebt genomen van de stichting Metusa. Via welke weg(en) bent u met Metusa in contact gekomen? Hieronder zijn verschillende manieren weergegeven. Kruis aan wat voor u van toepassing is, er zijn meerdere antwoorden mogelijk. 1. Stichting welzijn ouderen
O
2. Thuiszorg instelling
O
3. GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)
O
4. Gezinszorg
O
5. Huisarts
O
6. Stichting Zonnebloem
O
7. Ouderenbond
O
8. Kennissen/ vrienden
O
9. Familie
O
10. Eigen initiatief
O
11. Anders namelijk:
……………………………………………
De vorige vragen hadden betrekking op de manier waarop u in contact bent gekomen met Metusa. De volgende vragen hebben betrekking op welke redenen voor u een rol hebben gespeeld in uw beslissing om mee te doen aan een interne week. Er worden verschillende elementen genoemd, en u kunt hierbij aangeven of deze een positieve of negatieve invloed hebben gehad op uw beslissing om mee te doen. Wanneer een bepaald onderwerp niet van invloed is geweest op uw beslissing, kunt u de vraag beantwoorden met de laatste optie: ‘heeft geen rol gespeeld’. Let op! Het gaat hier om de mening die u had vóórdat u mee deed aan een interne week.
32
BEREIKBAARHEID SOCIAAL GEÏSOLEERDE OUDEREN
12. Kosten van de week De kosten die u moet betalen om mee te kunnen doen aan de interne week van Metusa zijn 75 Euro. Hebben deze kosten een positieve of negatieve invloed gehad op uw beslissing om mee te doen, of heeft het geen rol gespeeld? Positief O
Negatief
Heeft geen rol gespeeld
O
O
13. Faciliteiten van de accommodatie Als u meedoet aan de interne week van Metusa, brengt u een week door in vakantiehuisjes die door Metusa zijn gehuurd. Heeft de accommodatie een positieve of negatieve invloed gehad op uw beslissing om mee te doen, of heeft het geen rol gespeeld? Positief O
Negatief
Heeft geen rol gespeeld
O
O
14. Slaapplaats delen met anderen Als u meedoet aan de interne week van Metusa, deelt u in de vakantiehuisjes een kamer met een andere deelnemer. Heeft het delen van een kamer een positieve of negatieve invloed gehad op uw beslissing om mee te doen, of heeft het geen rol gespeeld? Positief O
Negatief O
Heeft geen rol gespeeld O
15. Activiteiten gedurende de week Als u meedoet aan de interne week van Metusa, wordt van u verwacht dat u meedoet aan een aantal activiteiten. Hebben uw verwachtingen van de activiteiten een positieve of negatieve invloed gehad op uw beslissing om mee te doen, of heeft het geen rol gespeeld? Positief O
Negatief O
Heeft geen rol gespeeld O
16. Mogelijkheid tot het maken van sociale contacten Als u meedoet aan de interne week van Metusa, krijgt u de mogelijkheid in contact te komen met andere mensen uit uw omgeving. Heeft de mogelijkheid in om contact te komen met andere mensen uit uw omgeving een positieve of negatieve invloed gehad op uw beslissing om mee te doen, of heeft het geen rol gespeeld? Positief O
Negatief O
Heeft geen rol gespeeld O
BIJLAGEN
33
17. Een week doorbrengen met onbekenden Als u meedoet aan de interne week van Metusa, brengt u een week door met mensen die u van tevoren niet kent. Heeft het vooruitzicht dat u een week met onbekenden zou doorbrengen een positieve of negatieve invloed gehad op uw beslissing om mee te doen, of heeft het geen rol gespeeld? Positief O
Negatief
Heeft geen rol gespeeld
O
O
18. Ervaringen van anderen Sommige deelnemers horen van anderen hun ervaringen met de interne week. Hadden de ervaringen van anderen een positieve of negatieve rol in uw beslissing om mee te doen, of heeft het geen rol gespeeld? Positief O
Negatief
Heeft geen rol gespeeld
O
O
19. Kennissen/bekenden die ook mee gingen Sommige deelnemers kennen voordat ze mee doen aan de interne week al een andere deelnemer. Heeft het kennen van een andere deelnemer een positieve of negatieve invloed gehad in uw beslissing om mee te doen, of heeft het geen rol gespeeld? Positief O
Negatief O
Heeft geen rol gespeeld O
20. Negatieve opmerkingen uit omgeving Soms krijgt men negatieve opmerkingen vanuit de omgeving over het deelnemen aan de interne week van Metusa. Hebben negatieve opmerkingen uit de omgeving een positieve of negatieve invloed gehad in uw beslissing om mee te doen, of heeft het geen rol gespeeld? Positief O
Negatief O
Heeft geen rol gespeeld O
21. Positieve opmerkingen uit omgeving Soms krijgt men positieve opmerkingen vanuit de omgeving over het deelnemen aan de interne week van Metusa. Hebben positieve opmerkingen uit de omgeving een positieve of negatieve invloed gehad in uw beslissing om mee te doen, of heeft het geen rol gespeeld? Positief O
Negatief O
Heeft geen rol gespeeld O
34
BEREIKBAARHEID SOCIAAL GEÏSOLEERDE OUDEREN
22. Verwachtingen over de sfeer van de week Hebben de verwachtingen die u had over de sfeer van de week een positieve of negatieve invloed gehad in uw beslissing om mee te doen, of heeft het geen rol gespeeld? Positief O
Negatief
Heeft geen rol gespeeld
O
O
23. Erkenning Heeft het erkennen van eenzaamheid een positieve of negatieve invloed gehad in uw beslissing om mee te doen, of heeft het geen rol gespeeld? Positief O
Negatief
Heeft geen rol gespeeld
O
O
In de volgende vragen kunt u uw mening geven over de onderwerpen die van invloed waren op uw beslissing om deel te nemen. U kunt hierbij denken aan positieve of negatieve kanten. Het gaat hier weer om de mening die u had, vóórdat u meedeed aan een interne week.
24. Wat vond u van de kosten van de interne week van Metusa? ……………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………… 25. Wat waren uw verwachtingen van de faciliteiten van de accommodatie waarin u de week zal doorbrengen? ……………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………… 26. Wat waren uw verwachtingen over de slaapplaats van de accommodatie? ……………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………
BIJLAGEN
35
27. Wat waren uw verwachtingen van de activiteiten gedurende de week? ……………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………
28. Wat waren uw verwachtingen over de mogelijkheid tot het maken van sociale contacten tijdens de interne week? ……………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………
29. Hoe keek u aan tegen het feit dat u een week met onbekenden zou gaan doorbrengen? ……………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………
30. Hebt u van ervaringen van andere mensen gehoord over de interne week die van invloed zijn op uw beslissing om mee te doen? Zo ja, wat waren deze ervaringen? ……………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………… 31. Zijn er negatieve opmerkingen uit uw omgeving geweest, die van invloed waren op uw beslissing om mee te doen? Zo ja, wat voor opmerkingen waren dit? ……………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………
36
BEREIKBAARHEID SOCIAAL GEÏSOLEERDE OUDEREN
32. Zijn er positieve opmerkingen uit omgeving geweest, die van invloed waren op uw beslissing om mee te doen? Zo ja, wat voor opmerkingen waren dit? ……………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………… 33. Wat waren uw verwachtingen van de sfeer van de week? ……………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………
34. Zijn er nog andere zaken van invloed geweest op uw motivatie om mee te doen aan de interne week, voorafgaand aan uw deelname? Zo ja, vult u deze dan hieronder in. ……………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………… Tot slot zouden wij graag enige persoonlijke gegevens van u noteren. Die gebruiken we als achtergrondinformatie. Uw gegevens blijven anoniem en worden hier niet aan gekoppeld. 35. Leeftijd 36. Woonplaats
…………………………………………………… ……………………………………………………
37. Geslacht
Man/Vrouw
38. Heeft u al deelgenomen aan een interne week?
Ja/Nee
Hartelijk dank voor uw medewerking!