Eenzaamheid Idske de Haan- de Jong> <2 oktober 2013>
1. Ter inleiding 2 2. Wat is eenzaamheid? 2 3. Hoe ontstaat eenzaamheid 3 a. Externe factoren 3 b. Persoonlijkheidskenmerken of karakter 4 c. Gedragspatronen 4 d. De reactie van de omgeving 5 4. Gevolgen voor de onderlinge relatie 6 5. Kun je vereenzaming beïnvloeden? 7 6. Valkuilen 8 7. Vuistregels 9 8. Hoe ontwikkel je aandacht voor elkaar? 10
© copyright 2013 Praktijkcentrum voor onderzoek en dienstverlening in de kerken Alle rechten voorbehouden
pagina 2 v. 11 | Eenzaamheid>
1. Ter inleiding
Eenzaamheid, dat klinkt nogal zwaar. Eenzaamheid ... als je dat woord een aantal keren herhaalt en hardop uitspreekt dan voel je de leegte. Eenzaamheid wordt wel eens volksziekte nummer één genoemd.
2. Wat is eenzaamheid?
Eenzaamheid is niet hetzelfde als alleen zijn, want dat kan vaak heel prettig zijn. Na een verblijf op een zespersoonszaal in het ziekenhuis ben je blij dat je weer alleen thuis bent. Alleen zijn als je een boek leest of zit te werken, daar kies je vaak voor. Het is ook niet zo dat niet getrouwde mensen altijd eenzaam zijn en getrouwden nooit. Ook zestigplussers zijn niet allemaal eenzaam. Eenzaamheid is een gevoel. Het gevoel van verlatenheid. Dat gevoel is niet voor iedereen gelijk, het is heel persoonlijk. Onafhankelijk van aantal contacten Eenzaamheid komt voor onder jonge en oudere mensen, onder getrouwden en ongetrouwden, onder mannen en vrouwen. Het hangt niet af van het aantal contacten. Misschien heeft iemand veel contacten, terwijl hij of zij zich van binnen hondseenzaam voelt. Bij eenzaamheid is de praktijk van het leven heel anders dan men graag wil, bijvoorbeeld: Als men wel mensen spreekt maar graag meer contacten zou willen.
Als men wel mensen spreekt maar graag andere, persoonlijke dingen met mensen zou willen delen.
Als men graag dingen samen zou willen doen met anderen.
Als er geen bezoek komt terwijl men dat wel graag zou willen.
De ene mens leert dit verschil te aanvaarden, een ander zoekt zelf een manier om er iets aan te doen. Deze mensen voelen zich niet zo snel eenzaam. Tegenstrijdige gevoelens Bij eenzaamheid is er een sterk gevoelde tegenstrijdigheid en een sterk gevoeld gemis. Die tegenstrijdigheid kan er zijn met betrekking tot de hoeveelheid contacten of met betrekking tot de inhoud van de contacten. Misschien vindt iemand het heel erg dat er geen persoonlijke en emotionele
pagina 3 v. 11 | Eenzaamheid>
dingen gedeeld kunnen worden. Dat er geen wézenlijk contact is. Misschien zegt u: ‘Nou, dan verandert hij er toch iets aan!’ Ja, dat zou inderdaad mooi zijn. Helaas is de angst of het onvermogen iets aan de situatie te veranderen, een onderdeel van eenzaamheid. Dus: van eenzaamheid is sprake als het onderstaande is waar te nemen: 1. De hoeveelheid contacten is in strijd met de wens naar meer contacten: sociale eenzaamheid. 2. De inhoud van de contacten is in strijd met de wens naar wezenlijk contact: emotionele eenzaamheid. 3. Er is onvrede en tegelijkertijd angst of onvermogen iets aan die onvrede te doen.
3. Hoe ontstaat eenzaamheid
Eenzaamheid is zeer complex en ontstaat door verschillende factoren. Vier belangrijke elementen spelen een rol. Die vier elementen zijn niet los van elkaar te koppelen, maar hangen met elkaar samen.
a. Externe factoren Dat zijn de omstandigheden waarin iemand verkeert, zoals ernstige ziekte, alleengaande zijn, baanverlies, een verhuizing, een beperking, overlijden van een echtgenoot of kind, echtscheiding, relatieproblemen, opvoedproblemen of een familielid hebben dat de Here en de kerk vaarwel zegt1, verslaving in het gezin. Heel verschillende omstandigheden, terwijl het wel in alle situaties om verlieservaringen gaat. Bovenstaande situaties hebben allemaal te maken met verwerken van pijn en verdriet. Schaamte of schuldgevoel kunnen ook nog een belangrijke rol spelen, of als er geheimen zijn zoals bij relatieproblemen en mishandeling vaak voorkomt. Belangrijk hierin is ook de periode dat een bepaalde omstandigheid duurt. Iets wat lang duurt, verhoogt het risico op eenzaamheid. Die langdurigheid heeft een vereenzamend effect. Vereenzaming is een proces.
1
Over de meeste van deze omstandigheden is een artikel op deze website te vinden.
pagina 4 v. 11 | Eenzaamheid>
b. Persoonlijkheidskenmerken of karakter De manier waarop men reageert op een bepaalde situatie, speelt mee in het wel of niet ontstaan van eenzaamheid. Karaktertrekken en gevoelsleven zijn daarop van invloed. Verlegenheid en schaamte, een negatief zelfbeeld of gebrek aan zelfvertrouwen zijn van invloed op de houding ten opzichte van andere mensen. Mensen hebben het er moeilijker mee om zich te presenteren, als ze verlegen zijn of weinig zelfvertrouwen hebben, dan wanneer ze zelfverzekerd door het leven stappen. En bij een negatief zelfbeeld denken ze vaak dat een ander hen niet de moeite waard vindt. Die gedachte heeft dan weer effect op het gevoel en op het gedrag. Op dat moment is er al sprake van een spiraal met elkaar versterkende elementen. Hierdoor kan gemakkelijk een belemmerend gedragspatroon ontstaan.
c. Gedragspatronen
Mensen met een negatief zelfbeeld en mensen die zich schamen, trekken zich vaak terug uit contacten. Dan krijg je de volgende spiraal: de gedachte: ze moeten me (misschien) niet: het gevoel: ik durf niet en het gedrag: ik doe het niet (meer). Hierdoor worden andere mensen gemeden. Men trekt zich terug. Dit terugtrekken of mijden werkt isolerend voor de persoon zelf. Mede omdat gedrag van de omgeving vaak in eigen nadeel wordt uitgelegd, bijvoorbeeld als de kerk uitgaat: ‘Niemand zegt iets tegen me, zie je wel, ze vinden mij niet leuk’. Hierdoor kan iemand nog meer in zijn schulp kruipen.
Een ander patroon dat kan ontstaan, is het ‘klagen’. Er kan onvrede zijn over van alles en nog wat, terwijl de oorzaak van die onvrede bij anderen wordt gelegd. Bijvoorbeeld de man, de kinderen, de familie, de gemeente, de dominee, de situatie. Als men klaagt, is er vaak veel onmacht. Men voelt zich overgeleverd aan de situatie en vraagt zich ook niet af wat eraan te doen is (slachtoffer). Wel zijn er hoge verwachtingen van de omgeving, vaak te hoge verwachtingen.
Ook kan claimend gedrag ontstaan. Dat betekent dat de persoon in kwestie dwingend is naar zijn omgeving. Hij probeert mensen voor zijn karretje te spannen en is daar erg slim in. Soms kiest hij voor dominant gedrag, soms voor zielig gedrag. Maar altijd is hij daarin dwingend. Er is meestal weinig of geen zelfinzicht.
Een vierde gedragspatroon is het aantrekken en afstoten: laten merken graag contact te willen en tegelijk niet geloven belangrijk voor de ander te zijn, angst hebben om afgewezen te worden en dit vervolgens zelf organiseren door ruzie te maken of een conflict aan te gaan. Er kan angst zijn voor hechting. Er is ook weinig vertrouwen in een ander.
pagina 5 v. 11 | Eenzaamheid>
d. De reactie van de omgeving Nu spelen niet alleen bovenstaande gedragsproblemen een rol, maar ook de moeite die er is bij de omgeving. In het algemeen is het zo dat mensen uit de omgeving vaak schroom hebben om naar iemand met problemen toe te gaan. Wie kent het niet, dat gevoel van onmacht wat je moet zeggen, dat ‘unheimische’ gevoel dat je niet durft. Soms heb je als steungever het gevoel dat je niet meer tegen al die ellende kunt. Het kan er niet meer bij. We hebben allemaal een beperkt opnamevermogen voor leed en verdriet. Vragen als: ‘Mag ik me er wel mee bemoeien, waarom zou ik het moeten doen, een ander kan toch ook gaan, waarom ik altijd?’ , maken dat je het uitstelt om een bezoek te brengen. Van uitstel komt dan wel eens afstel.
Als er schroom is in de omgeving, heeft dat vaak tot gevolg dat de omgeving zich ook terugtrekt. Het gevolg is een soort spiraal, het terugtrekgedrag van de persoon in moeilijke omstandigheden en het terugtrekgedrag van de omgeving versterken elkaar.
Hoe reageert de omgeving op klaaggedrag? In eerste instantie zijn er meestal wel enkele aandachtgevers. Men voelt zich bewogen met de problemen. Maar als aandacht en adviezen niet helpen, ontstaan er na verloop van tijd vaak gevoelens van leeggezogen worden en tekortschieten. Het lijkt een bodemloze put die niet gedempt wordt. Er kan onmacht, frustratie en woede ontstaan bij degene die aandacht geeft. Zo zullen er steeds minder mensen overblijven die steun geven. Uiteindelijk blijft er door uitputting bijna niemand over, iedereen haakt af. Hierover ontstaat bij de afgehaakte steungever vaak een schuldgevoel.
Claimend gedrag stelt mensen uit de omgeving vaak voor vragen. Het is moeilijk voor de omgeving om door te hebben wat er speelt, wat er aan de hand is. Het is zo ingewikkeld. Verantwoordelijkheidsgevoel werkt daarin als ruis. Men gaat dan ook lang door met steunen, meestal over eigen grenzen2 heen. Soms ontstaat een gevoel van ‘gebruikt’ worden. Men voelt zich uitgebuit en degene die claimt, accepteert het niet als de steungever anders wil of minder wil. Dit geeft veel frustraties bij degene die aandacht geeft. Ook komt het voor dat zaken verdraaid worden. Uiteindelijk stopt een aandachtgever ermee, omdat hij op is, soms letterlijk kapot.
Als iemand contacten aantrekt en vervolgens afstoot kan dat veel vragen opleveren in de omgeving. Het geeft bij de aandachtgever onzekerheid omdat er onduidelijke boodschappen worden afgegeven. De vraag kan ontstaan of iemand nou wel of geen contact wil. Meestal wordt dat niet aan de persoon in kwestie gevraagd. Hierdoor ontstaat nog meer onduidelijkheid.
Uiteraard is er op meer te wijzen dan de vier bovengenoemde; in 2009 is bijvoorbeeld aandacht gevraagd voor het verband tussen verslaving en eenzaamheid: wie verslaafd is, houdt dat lang voor zich en schermt een
2
Zie over grenzen het artikel Helpen en zorgen
pagina 6 v. 11 | Eenzaamheid>
gedeelte van zijn of haar innerlijk af voor de ander. Dit kan eenzaamheid zowel oproepen en als versterken.
3
Ook als de verslaving bekend geworden
is, kan de weerzin die dit bij anderen oproept het gevoel van eenzaamheid versterken. De gemeente van Christus kan zich hier echter niet achter verschuilen. De diakenen krijgen in het bevestigingsformulier de ambitie om voor te zorgen dat niemand in de gemeente gebukt gaat onder eenzaamheid.
4. Gevolgen voor de onderlinge relatie
Iemand met problemen heeft vaak hoge verwachtingen van gemeenteleden/werkers in de kerk. Waar hoge verwachtingen zijn, zijn meestal ook teleurstellingen. Samen met de moeilijke situatie en het karakter van die persoon ontstaan er steeds meer onderlinge problemen. Elkaar versterkende negatieve factoren Er ontstaat namelijk een wisselwerking tussen het gedrag van de persoon en het gedrag van de omgeving. Bijvoorbeeld: door het afhaken van mensen uit de omgeving wordt de frustratie van degene die klaagt meestal groter. Weer een teleurstelling en daardoor een reden om nog meer te klagen. Terwijl dit toenemende klagen niet tot effect heeft dat er meer contacten komen, nee, klagen vermindert de contacten. Iemand die claimend gedrag vertoont, kan door een negatieve ervaring nog meer gaan claimen. De gedachte die ontstaat, is dat hij nog meer controle over de dingen moet houden. Dat schrikt de omgeving steeds meer af. Onduidelijkheid in een proces van aantrekken en afstoten geeft zowel bij de persoon die dit gedrag vertoont en bij de aandachtgever een onveilig gevoel. Contact wordt dan meer en meer vermeden, wat op den duur een conflict kan opleveren. Als de zaak niet uitgepraat wordt, ontstaat steeds meer verkilling en is er toenemende frustratie. Zo ontstaat een soort negatieve spiraal. Vereenzaming is dus een combinatie van persoonlijke moeiten en problemen in de contacten. Dat komt door de wisselwerking die er is tussen mensen: gedrag is een voortdurend reageren op elkaar. Inzicht nodig Het gaat hier over mensen over wie we ons zorgen maken, de mensen die we niet bereiken, de situaties die we niet begrijpen, de uitval die er is terwijl we voortdurend uitgaan van de stelling dat dit niet mag gebeuren in de kerk. Dat laatste is een bijbelse waarheid. Maar toch, inzicht hebben in de
3
Zie over verslaving de artikelen Verslaving en Seksverslaving.
pagina 7 v. 11 | Eenzaamheid>
onvolkomenheden van het leven is noodzakelijk om de juiste dingen te kunnen doen.
5. Kun je vereenzaming beïnvloeden?
Er zijn een aantal dingen die je kunnen helpen om het proces van vereenzaming een goede wending te geven. Onder ‘valkuilen’ en ‘vuistregels’ een aantal gedetailleerde aandachtspunten. In dit onderdeel van het artikel gaat het om drie zaken: 1. Ontstaan van eenzaamheid Realiseert je dat vereenzaming altijd kan ontstaan bij verandering van een situatie. Bijvoorbeeld als een vrouw moeder wordt en minder gaat werken of is gestopt met werken.
Meestal is er sprake van iets missen in combinatie met een wens en tegelijkertijd onmacht iets aan de situatie te veranderen.
2. Vragen die je jezelf stelt Je bewust zijn van het proces van vereenzaming kan helpen bij de beantwoording van de volgende vragen: 1. Wat kan de persoon zelf doen (verwachtingen onderzoeken en eventueel bijstellen, zelf mensen zoeken, onderzoeken wat men meer wil met contacten en dat proberen te realiseren). 2. Wat kunnen gemeenteleden en werkers in de kerk betekenen. Van belang is de gedachte dat steun geven met meerdere mensen van belang is: een steungroep. 3. De manier waarop Ook de manier van steun geven is belangrijk. Het gaat niet alleen om dingen organiseren voor een bepaalde groep, het gaat vooral om de vraag of de ander belangrijk is, of je elkaar ziet als broe(de)r en zus(ter), welke inhoud dat heeft, hoe je elkaar liefdevol kunt benaderen, terwijl je wel je zorg uit. Het gaat om elkaar echt zien en ervaren. Tot je door laten dringen wat iemand meemaakt en wat dat voor die persoon betekent. Dat bij jezelf binnenlaten. Ben je echt geïnteresseerd in de ander. Kun je meevoelen, meelijden, meehuilen. Kun je in praktische zin iets betekenen. Kun je mensen meenemen naar iets of iemand, waardoor hun kring van contacten verbreed wordt. Kun je mensen confronteren, kun je dat liefdevol doen, zonder de ander af te wijzen.
pagina 8 v. 11 | Eenzaamheid>
6. Valkuilen
Er zijn ook dingen die je als werker in de kerk beter kunt vermijden:
Te véél steun geven, waardoor afhankelijkheid optreedt.
De verkeerde steun geven, waardoor onmacht en frustratie groter worden.
In je eentje steun geven, waardoor uitputting van de steungever kan ontstaan.
Te verantwoordelijk voelen, waardoor eigen grenzen niet goed bewaakt worden.
Het probleem overnemen, met de kans op een verkeerde aanpak.
De oorzaak en de oplossing van de vereenzaming alleen bij de eenzame zoeken.
De oorzaak en de oplossing van vereenzaming alleen bij de omgeving zoeken.
Mensen ‘plat’ gooien met allerlei georganiseerde dingen. De neiging kan bestaan om voor allerlei groepen iets te organiseren. Het is een valkuil te denken dat het organiseren van iets automatisch tot succes leidt. Van belang is te erkennen dat mensen niet alleen behoefte hebben aan organisatie maar ook aan relatie. Men heeft behoefte aan contact, aan werkelijke belangstelling. Dat betekent niet dat het organiseren van activiteiten slecht is. Helemaal niet. Van belang is, als er iets georganiseerd wordt, ook zorg te dragen voor onderlinge aandacht en wezenlijk contact. Zelfs als mensen komen, is de kans aanwezig dat ze zich terugtrekken.
Denken dat verdriet na een jaar over moet zijn.
De ernst van de zaak niet goed inschatten, waardoor in de kerkelijke gemeente steun wordt gegeven, terwijl deze persoon beter professionele hulp kan vragen.
Denken dat àlle gedragspatronen veranderbaar zijn.
Je er te gauw vanaf maken, door te denken dat ‘ze’ toch altijd zitten te zeuren, het niet serieus nemen en de zwaarte van het gevoel niet bij jezelf binnen laten komen.
Denken dat gedragspatronen toch niet veranderbaar zijn.
pagina 9 v. 11 | Eenzaamheid>
7. Vuistregels
Belangrijk is dat je je goed op de hoogte stelt van de situatie, van de hulpvraag en van de mogelijkheden die jezelf en anderen hebben om te helpen. Een aantal vuistregels:
Bij mensen die in een plotseling veranderde situatie terecht komen, alert zijn op vereenzaming. Al die situaties zijn aangeduid aan het begin van dit artikel.
Je oriënteren en concentreren op de aard van de problematiek. Dat voorkomt een al te snelle en mogelijk te eenvoudige oplossing, die niet werkt. De ander is belangrijk... Een aantal vragen dat daarbij gesteld kan worden zijn: o
Hoe ziet het probleem eruit?
o
Waarom doet iemand zoals hij doet?
o
Wat is de ernst van de problematiek?
o
Is er moeite of is er ziek gedrag.
o
….
Mensen laten merken dat ze belangrijk zijn in de gemeente. Daar hebben ze behoefte aan. Soms helpt het bij het leggen van contacten, als men een taak heeft. Een taak hebben biedt zingeving. Mensen kunnen ingeschakeld worden voor zoveel klussen. Een van de vragen zou ook kunnen zijn: wat zou je leuk vinden om in de kerk te doen. Zo kan aansluiting gezocht worden bij dat wat er al is, of kan soms zelfs een nieuw initiatief leiden tot meer betrokkenheid en meer zingeving.
Voor zover nodig met mensen praten over het opbouwen van vriendschappen
Je afvragen of de kerkelijke gemeente dit probleem zelf kan opvangen, of dat professionele hulp nodig is.
Gezamenlijk steun geven in plaats van alléén.
Vooral stimuleren dat gemeenteleden aandacht en steun geven aan elkaar in plaats van dat werkers in de kerk het altijd zelf moeten doen.
Gebruikmaken van iemand die met dergelijke moeite om weet te gaan. Misschien kan een kring iets betekenen..
Oudere mensen zelf inschakelen bij het bezoeken van oudere broeders en zusters. Ze hoeven niet alleen bezoek te ontvangen, ze kunnen eventueel ook vervoerd worden naar een vriend, vriendin, gemeentelid, concert of museum.
Iemand niet gelijk plat walsen onder steun, maar dit ook bevragen en bespreken. Dan kunnen verschillende vragen gesteld worden, bijv.: ben je tevreden over je contacten in de kerk, zit je er lekker tussen... zo kun je onvrede opsporen. Ook kun je praten over de wensen die men heeft, wat men er zelf aan gedaan heeft, of dat wat men graag wil, ook haalbaar is, waar mogelijkheden liggen om met mensen in contact te komen, of je erbij moet helpen.
pagina 10 v. 11 | Eenzaamheid>
Je steeds meer realiseren dat er verschillende vormen van steun zijn, dat steun op verschillende manieren gegeven kan worden: o
Praktische steun (iemand helpen bij het opvangen van de kinderen, helpen bij een klus in huis, de was doen enz.).
o
Emotionele steun (aandacht geven, steun bieden door emoties te laten uiten, praten over de moeite of het verdriet o.i.d.).
o
Steun die gericht is op integratie (bijv. het samen bezoeken van een concert, samen naar een verjaardag gaan, samen winkelen). Hierdoor beweegt men zich weer meer in de buitenwereld en kan men de kring van contacten en activiteiten uitbreiden.
Kortom: is er in de kerkelijke gemeente werkelijke belangstelling voor elkaar, is er onderlinge liefde. Een voorwaarde is de bijbelse gedachte dat iedereen erbij hoort en dat we samen leven in Gods gezin. Dan kan verdriet een plek krijgen in het contact, maar kunnen er ook heel andere dingen gedaan worden.
8. Hoe ontwikkel je aandacht voor elkaar?
In onderdeel 7 ging het om de echte aandacht voor elkaar in de kerk; in dit gedeelte werken we dat nog uit. Waar gaat het om?
Inventariseren welke steun nodig is in de gemeente.
Als steun nodig is, aan de persoon in kwestie vragen of hij weet aan wie hij die steun kan vragen (veel mensen vinden het moeilijk aandacht voor zichzelf te vragen).
Inventariseren wie iets te bieden hebben en mensen daarover bevragen (vaak moeten mensen gestimuleerd worden om aandacht te geven).
Het gezamenlijk steun bieden stimuleren door het bespreekbaar te maken. In kerkelijke kring zijn daar allerlei wegen voor: op een gemeenteavond, op de huisbezoeken, in de preken, op de verenigingen. De Driehoek kan daar eventueel ook een bijdrage in leveren.
Gezamenlijk praktische steun geven gebeurt al vaak, bijv. als een moeder langdurig bedrust moet houden. In zo'n situatie is er vaak een schema voor het schoonhouden van het huis of de opvang van de kinderen. We zullen moeten leren om gezamenlijk ook emotionele steun te geven en ook samen mensen helpen hun plekje te vinden in de gemeente (integratie).
Opletten wie waar steun of aandacht geeft. Eventueel zoeken naar een afstemmingsmoment met die mensen.
Oriënteren op netwerkondersteuning. Kerkmaatschappelijk werk De Driehoek wordt biedt die aan. Er zitten veel elementen in die zinvol en stimulerend zijn voor de kerkelijke gemeente. Je kunt daarvoor
pagina 11 v. 11 | Eenzaamheid>
contact opnemen met de contactpersoon of maatschappelijk werker van De Driehoek voor je eigen gemeente Op hun website vind je van hen een overzicht.