Een voorstelling voor groep 5 en 6 van het primair onderwijs door Het Houten Huis
Beste leerkracht, Binnenkort gaat u met uw groep naar de voorstelling Beet! van Het Houten Huis. Met de opdrachten in deze lesbrief kunt u met uw leerlingen het bezoek aan de voorstelling voorbereiden en nabespreken.
Over de voorstelling
Beet! gaat over een schaatser die tijdens een belangrijke schaatswedstrijd op het ijs valt. Wanhopig klampt hij zich vast aan een ijsbeer, die bij een wak zit te vissen. De ijsbeer neemt hem mee naar een wereld onder het ijs, waar droom en werkelijkheid door elkaar lopen. Daar ontmoet de schaatser wonderlijke figuren die hem confronteren met zijn angsten en verlangens. Na een lange reis vindt hij de moed om weer terug te gaan naar de werkelijkheid boven het ijs. In deze beeldende en absurde voorstelling wordt weinig gesproken. Beet! doet een groot beroep op het associatievermogen van de leerlingen. Deze lesbrief richt zich daarom vooral op het onderwerp ‘associatief kijken’.
Voor de voorstelling Opdracht 1: Wat is associëren?
Benodigdheden: poster (zonder tekst) van de voorstelling 20 minuten Hang de poster van de voorstelling op en vraag de leerlingen het eerste wat in hen opkomt te zeggen als ze naar dit beeld kijken. De reacties schrijft u op geeltjes rond de poster. Vertel de leerlingen hierna dat wat ze net hebben gedaan ‘associëren’ heet: het eerste wat in je opkomt als je iets ziet of hoort. Dat kan een woord, een gevoel of een gedachte zijn. Vertel de leerlingen nu pas dat de poster hoort bij de voorstelling Beet!, die ze binnenkort zullen bezoeken. Laat de poster met de geeltjes in de klas hangen. Na de voorstelling kunt u bij het maken van de mindmap met de leerlingen kijken of er geeltjes zijn die in de mindmap terugkomen.
Opdracht 2: Associatietableaus Benodigdheden: kaartjes (uitgeknipt) van bijlage 20 minuten
Maak een halve kring. De leerlingen gaan tableaus maken. Een tableau is een soort levende foto: een stilstaand beeld waarin de spelers een situatie uitbeelden. Geef één leerling een van de kaartjes met daarop een woord. De leerling mag zelf, in zijn hoofd, associëren welke houding bij het woord past. De leerling zegt niet wat hij denkt en gaat in die houding staan.
Vraag de andere leerlingen goed naar dit tableau te kijken en voor zichzelf te bedenken wat er uitgebeeld wordt. Wie denkt te weten wat het is, steekt zijn vinger op. U kiest een leerling uit en weer zónder te zeggen wat hij denkt, gaat die leerling bij de eerste leerling staan in een houding die bij het beeld past. Herhaal dit tot er een tableau is ontstaan van vier of vijf leerlingen. Vraag de spelers in het tableau stil te blijven staan en vraag aan de rest van de groep wat de spelers uitbeelden. Vraag de leerlingen in het tableau om, als u in uw handen klapt, tot leven te komen en de situatie die zij in hun hoofd hebben bewegend uit te beelden. Dit hoeft maar kort te duren, iedereen heeft even de gelegenheid om te zien welk idee de spelers in hun hoofd hadden en of dat klopt met wat de andere deelnemers aan het tableau dachten. Vraag de leerlingen naar hun ideeën over wat er uitgebeeld werd. Vraag ook naar de reden dat ze dat dachten. Als er verschillende ideeën zijn, is dat juist goed. Onderstreep dat het leuke van associëren is dat één beeld zoveel verschillende ideeën kan oproepen. Kunstbalie en Het Houten Huis wensen u en uw leerlingen veel plezier bij het bezoek aan de voorstelling Beet!
Na de voorstelling Beet! is een voorstelling die de toeschouwer veel ruimte biedt om te associëren. En dus kan iedereen de voorstelling op een andere manier hebben beleefd (net als bij de opdracht met de tableaus). U gaat de voorstelling met uw leerlingen nabespreken en krijgt zo een beeld van hoe iedereen die ervaren heeft.
Opdracht 3: Nabespreken met een mindmap Benodigdheden: voor iedere leerling een wit A3-vel, kleurpotloden 35 minuten
Een mindmap is een werkvorm waarmee je associaties bij een thema in kaart brengt. Deze mindmap zal snel visueel inzicht geven in de verschillende ideeën over Beet! en de ervaringen van de leerlingen met de voorstelling. Maak klassikaal een begin en laat de leerlingen vervolgens de mindmap individueel afmaken en vormgeven. Maak de mindmap in de volgende 4 stappen:
Stap 1: het onderwerp
Schrijf de titel van de voorstelling Beet! in het midden van het bord. Laat de leerlingen hetzelfde doen op een kladblaadje. Vraag ze daaromheen alles op te schrijven wat er in hen opkomt als ze aan de voorstelling denken. Teken op het bord alvast een aantal grote ‘takken’, waarop in de volgende stap de categorieën geschreven worden. Geef elke tak een andere kleur. Net als bij een boom is elke categorie een vertakking van Beet!.
Stap 2: categorieën benoemen
Inventariseer de ervaringen en ideeën van de leerlingen. Schrijf hun gedachten op het bord en probeer de opmerkingen alvast te categoriseren. Schrijf de namen van de categorieën op de hoofdtakken. Als bepaalde categorieën niet vanzelf aan bod komen, kunt u ze zelf aandragen en vragen waar de categorie de leerlingen aan doet denken. Bespreek in ieder geval: ➛➛ verhaal/gebeurtenissen ➛➛ personages ➛➛ muziek ➛➛ gevoelens ➛➛ herkenning
Stap 3: zijtakken
Stel dat een aantal personages genoemd wordt. U kunt met de leerlingen verder associëren over de personages. Hoe zagen ze eruit? Wat deden ze? Wat voor mens of dier was het? Deze associaties schrijft u op als vertakkingen van de ‘personage-tak’. Elk woord krijgt een eigen takje.
Voelt u zich vrij om door te vragen op de dingen die de leerlingen naar voren brengen. U kunt bijvoorbeeld in de groep polsen of iedereen hetzelfde idee had over het verhaal. En vraag of zij iets van de gebeurtenissen herkennen uit hun eigen leven. Daarna kunt u altijd weer terugvallen op een van de takken van de mindmap. U kunt de geeltjes van opdracht 1 erbij halen en kijken of die een plekje op de mindmap kunnen krijgen. Waarschijnlijk noemen de leerlingen nu een aantal dingen die ook op de geeltjes staan.
SCHAATSEN
VISSEN
SCHOOL
CIRCUS
SUPERMAN
BED
DROMEN
ZIEKENWAGEN
IJSBEER
LERAAR
PROFESSOR
VADER
MOEDER
LEEUW
DONKER
Stap 4: persoonlijke mindmap
Met behulp van de mindmap op het bord maken de leerlingen hun eigen mindmap. Ze kiezen een aantal woorden (ongeveer 6) uit die ze echt willen onthouden. Bij die woorden maken ze een kleine tekening; dat helpt hen de kern nog beter te onthouden.
Colofon
Een uitgave van Kunstbalie © 2014 Tekst: Rick Nanne Foto: Ilja Lammers Publiciteitsbeeld Beet!: Elien van den Hoek en Inez de Bruijn Redactie: Yvette Cordfunke Vormgeving: nonka.nl
[email protected] www.kunstbalie.nl www.klunky.nl Inloggen op het leerkrachtendeel van Klunky? login: leerkracht wachtwoord: kunstbalie
www.hethoutenhuis.org