EEN TECHNISCHE TOCHT DOORHEEN VERSCHILLENDE SECTOREN
Eindwerk ingediend tot het bekomen van het diploma bachelor in het onderwijs, lager onderwijs, door Céline Speeckaert Joyce Van Brussel 3 BOLO B
Promotor: Muriel De Kestelier Academiejaar: 2011 - 2012
Het eindwerk mag alleen gebruikt worden, indien de auteurs en de Hogeschool Gent – inclusief logo – vermeld blijven.
EEN TECHNISCHE TOCHT DOORHEEN VERSCHILLENDE SECTOREN
Eindwerk ingediend tot het bekomen van het diploma bachelor in het onderwijs, lager onderwijs, door Céline Speeckaert Joyce Van Brussel 3 BOLO B
Promotor: Muriel De Kestelier Academiejaar: 2011 - 2012
Voorwoord Via deze weg willen we graag iedereen bedanken die mee heeft geholpen aan de realisatie van ons eindwerk. Vooreerst onze oprechte dank aan het beroepenhuis te Gent. Dankzij hen werd het idee geboren voor ons eindwerk. Wij richten ook een woord van dank aan Muriël de Kestelier, onze promotor, omdat ze ons veel tips heeft gegeven en ons op de juiste weg heeft gezet waar nodig. Daarnaast willen wij ook Sara Kooyman, verantwoordelijke educatieve projecten en haar opvolger Katrijn Bulens, educatief medewerker bedanken. Onze stagescholen: BS De Brug te Mariakerke en BS De Springplank te Lokeren, willen we zeker niet vergeten, omdat we er ons hoekenwerk mochten toepassen. Verder een woord van dank aan Carine de Muynck voor de hulp bij het uitwerken van de bevers. Ook aan Peter De Smet, een woord van dank voor het helpen bij de poster en aan Inge Van Vooren voor het nalezen van dit eindwerk. De personen die we niet uitdrukkelijk hebben vernoemd en bedankt, maar die ons toch hebben bijgestaan, willen we langs deze weg ook bedanken.
Inhoudstafel Voorwoord ............................................................................................................................... 5 Inhoudstafel ............................................................................................................................. 6 Inleiding ................................................................................................................................... 8 I Theoretische Beschouwing ................................................................................................ 9 1)
Techniek ......................................................................................................................... 10 1.1 Wat is techniek? ....................................................................................................... 10 1.2 Wat is het nut van techniek in het basisonderwijs? ................................................ 11 1.3 De relatie tussen techniek begrijpen, hanteren en duiden ..................................... 13 1.4 Het aanbieden van een technische bril ................................................................... 13 1.5 Een bredere kijk op het technisch proces ................................................................ 16 1.6 Een didactisch model voor wetenschapsonderwijs in het basisonderwijs ............. 17 1.7 De wetenschappelijke denkcirkel ............................................................................ 18
2)
Sectoren: ........................................................................................................................ 22 2.1 Metaal en Technologie: bedienden ......................................................................... 22 2.2 Metaal en technologie: arbeiders ............................................................................ 23 2.3 Transport en logistiek .............................................................................................. 25 2.4 Haven en binnenvaart .............................................................................................. 26 2.5 Chemie en kunststoffen ........................................................................................... 27 2.6 Grafische industrie ................................................................................................... 28 2.7 Social profit .............................................................................................................. 29 2.8 Voedingsindustrie .................................................................................................... 30 2.9 Horeca ...................................................................................................................... 31 2.10 Bouw ...................................................................................................................... 31 2.11 Kapper en schoonheidsspecialist ........................................................................... 33
3)
Theoretische achtergrond bij de proefjes...................................................................... 34 3.1 Veiligheidspictogrammen en hun betekenis............................................................ 34 3.2 Een bibberspiraal vraagt om een vaste hand ........................................................... 34 3.3 Knijpkaarten vooroordelen en belangrijke borden .................................................. 35 3.4 Scheepsknopen ........................................................................................................ 35 3.5 Een geheim bericht schrijven met citroensap ......................................................... 36 3.6 Mengsels ontmengen en regenboogpapier maken ................................................. 36 3.7 Verbanden aanbrengen ........................................................................................... 37 3.8 De zintuigen gebruiken om voedsel te herkennen .................................................. 37 3.9 Servetten vouwen: een koud kunstje ...................................................................... 37
3.10 Stevigheid is een noodzaak.................................................................................... 38 3.11 Verwennen en mooi maken ................................................................................... 38 4)
Talentontwikkeling ......................................................................................................... 39 4.1 Wat is talent? ........................................................................................................... 39 4.2 Van een deficitmodel naar een groeimodel ............................................................ 43
5)
Het maken van een studiekeuze .................................................................................... 47 5.1 Valkuilen ................................................................................................................... 47 5.2 Studiekeuzehulp....................................................................................................... 47 II Praktijk ............................................................................................................................ 48 Inleiding ......................................................................................................................... 49
Reflecties.............................................................................................................................. 267 Besluit .................................................................................................................................. 275 Referentielijst ....................................................................................................................... 276 Bijlagen ................................................................................................................................ 282 Bijlage 1:....................................................................................................................... 283 Bijlage 2:....................................................................................................................... 284 Bijlage 3:....................................................................................................................... 287 Bijlage 4:....................................................................................................................... 290 Bijlage 5:....................................................................................................................... 304
Inleiding “Hoe kan men ervoor zorgen dat kinderen een bewuste studiekeuze maken?” Een vraag die door ons hoofd bleef spoken en waar we met behulp van dit eindwerk een gericht antwoord op proberen formuleren. Vaak is het zo dat kinderen na het zesde leerjaar beginnen bij de hoogst mogelijke studierichting, maar dit is niet altijd de meest geschikte studierichting. Na enkele dagen, weken of maanden besluiten zij dan toch maar een iets minder hoge of minder theoretische richting te gaan doen, maar is dit niet nefast voor het zelfvertrouwen van het kind? Onze belangrijkste motivatie was om dit probleem aan te pakken. Hiervoor ontwikkelden we een hoekenwerk, waarmee de kinderen actief aan de slag gaan rond elf sectoren. Deze sectoren sluiten aan bij de beroepenateliers, die te vinden zijn in het beroepenhuis te Gent. Aangezien deze sectoren veel uiteenlopende beroepen bevatten, hebben we een selectie moeten maken. Per sector werkten we één beroep uit. We selecteerden bewust beroepen waarvoor minder snel wordt gekozen, maar waarmee men later wel verzekerd is van werk. Vaak blijven deze beroepskeuzes links liggen omdat het misschien geen aantrekkelijke jobs lijken of omdat men doordrongen is van bepaalde vooroordelen. Deze sectoren hebben echter nood aan meer studenten. Per beroep is een opdracht voorzien waarmee er enkele talenten worden getest. Dit eindwerk wordt ingedeeld in twee grote delen: een theoretisch deel en een praktisch deel. In het eerste deel wordt voornamelijk belang gehecht aan techniek in het algemeen: waarom is techniek goed voor de kinderen, hoe kunnen kinderen aan techniek doen,… In het tweede deel werd het hoekenwerk uitgewerkt met bijhorende fiches voor zowel leerling als leerkracht.
I Theoretische Beschouwing
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 10
1) Techniek Techniek is tegenwoordig niet meer uit ons leven weg te denken. Het maakt ons leven zoveel gemakkelijker en aangenamer. Dit is ook een belangrijke waarde om aan kinderen mee te geven. In dit deel wordt techniek in de basisschool besproken.
1.1 Wat is techniek? 1.1.1 Een definitie Techniek kom je dagelijks tegen in onze kennismaatschappij. Bij zowat alles wat je doet komt techniek kijken. Daarom volgen hier enkele definities om dit ruime begrip te omschrijven: - “Techniek is het geheel van ingrepen waarmee de mens, om aan zijn menselijke noden en behoeften te voldoen, zijn omgeving probeert te beheersen en te veranderen.”1 - “Techniek is het vervaardigen van voorwerpen en producten, om het leven aangenamer te maken. Technisch bezig zijn is een wezenlijk kenmerk van menselijk handelen.”2 - “Techniek omvat elk voorwerp dat niet in de natuur voorkomt.”3 Zo zijn er nog heel wat definities te formuleren. Wat steeds terugkomt in de verschillende definities zijn de volgende kenmerken: 1) Technisch handelen is iets typisch menselijks. 2) Techniek is het verplaatsen of vervormen van materie, energie en informatie. 3) Techniek kunnen we opdelen in de volgende onderdelen: ontwerpen, vervaardigen, gebruiken en evalueren. 4) Techniek en natuuronderwijs hangen nauw samen. 5) Techniek en samenleving beïnvloeden elkaar wederzijds. 1.1.2 De kenmerken van techniek Een woordje uitleg bij de kenmerken van techniek: 1) Technisch handelen is iets typisch menselijks De mens is altijd al technisch bezig geweest. Men moest voorzien in de basisbehoeften en daarom ging men zijn omgeving veranderen. Zo ontstond bijvoorbeeld een eenvoudige hut die doorheen de tijd verder is geëvolueerd tot een huis. In tegenstelling tot dieren kan de mens zijn omgeving beïnvloeden. “De meeste dieren zijn niet in staat invloed op hun omgeving uit te oefenen, ze kunnen hun omgeving niet veranderen. Ze moeten zich aanpassen aan de natuurlijke omstandigheden. De mens kan de natuurlijke omstandigheden vaak wel beheersen. Techniek is dus het maken van voorwerpen om het leven aangenamer te maken, nieuwe mogelijkheden te scheppen.”4 2) Techniek is het verplaatsen of vervormen van materie, energie en informatie Hiermee wordt duidelijk de vooruitgang van techniek aangeduid. De drie vormen komen vandaag de dag voor. “Eerst was er alleen de gereedschapstechniek: door middel van allerlei werktuigen konden we onze handen sterker maken. Daarna ontstond 1
Techniek op school in de eenentwintigste eeuw (TOS21), 2008 De Jongh, H. et al., 2009 3 Belmans, M. et al., 2010 4 Looge, E. & Last, T. 2005 2
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 11
de machinetechniek: wetenschap en techniek bedachten allerlei machines waardoor de handenarbeid aanzienlijk verlicht werd. Ook ging de mens op zoek naar andere energiebronnen om het werk te verlichten. Zo ontstond de energietechniek. Nu ontwikkelt zich een nieuwe techniek: de informatietechniek.”5 3) Techniek kunnen we opdelen in de volgende onderdelen: ontwerpen, vervaardigen, gebruiken en evalueren. Dit kenmerk spreekt grotendeels voor zich. Men start meestal met een probleem, daarvoor gaat men een oplossing bedenken. Bijvoorbeeld een spijker kan ik niet zomaar in de muur duwen. Een mogelijke oplossing is dat men een voorwerp voorziet waarmee men voldoende druk kan uitoefenen om de spijker in de muur te krijgen. Vervolgens gaat men ontwerpen, hieruit kan dan een soort van hamer ontstaan. Daarna gaat men deze hamer vervaardigen uit materialen (een stuk steen dat bevestigd wordt aan een stuk hout). Uiteindelijk gaat men de hamer gebruiken. Men gaat dus het idee toepassen (men klopt met behulp van de hamer de spijker in de muur) en evalueren (Kan ik met deze hamer de spijker op een goede manier in de muur krijgen?). De evaluatie kan opnieuw leiden tot een idee en zo begint de cyclus (ontwerpen – vervaardigen – gebruiken) opnieuw. 4) Techniek en natuuronderwijs hangen nauw samen Ontwikkelingen in de technologie kunnen leiden tot meer kennis over de natuur en omgekeerd. Een voorbeeld hiervan is het versterkt broeikaseffect. Door de vooruitgang in de techniek is men meer en meer broeikasgassen gaan gebruiken. Ook de samenleving speelt hier een grote rol aangezien het bevolkingsaantal voortdurend stijgt. Zo verbruikt men steeds meer energie en dit heeft geleid tot het versterkt broeikaseffect. Nu we ons bewust zijn van dit effect en de gevolgen ervan, is het aan ons om oplossingen te zoeken voor dit probleem. 5) Techniek en de samenleving beïnvloeden elkaar wederzijds Techniek staat in dienst van de mens en de samenleving. Zoals hierboven al aangegeven beïnvloeden deze 3 componenten elkaar. Dit kan zo zijn voor - en nadelen hebben: techniek brengt ons vrede en welvaart, laat ons profiteren van nieuwe materialen, zorgt ervoor dat we ziekten kunnen overwinnen en biedt ons nog tal van andere voordelen. De keerzijde van deze medaille is echter dat die technische vooruitgang er ook voor zorgt dat we worden opgezadeld met afvalproducten, wapens kunnen maken die tienduizenden mensen kunnen doden, het milieu verontreinigen,… Techniek alleen is dus niet de oplossing voor al onze problemen, we moeten ook rekening houden met het menselijke handelen.
1.2 Wat is het nut van techniek in het basisonderwijs? 1.2.1 Techniek in het dagelijks leven Tegenwoordig staat men er niet meer bij stil, maar dagelijks gebruiken wij vele vormen van techniek. Denk maar aan het licht aandoen, het water dat uit de kraan komt, een tandenborstel, bijna alles is techniek. Voor de kinderen is dit de gewoonste zaak van de wereld. Daarom is het bij lessen techniek toch wel belangrijk de kinderen hierop attent te maken. Men is zich meestal pas bewust van techniek als het fout loopt, zoals bijvoorbeeld: mijn balpen werkt niet als ik (op een blad) tegen de muur schrijf. Vaak hebben kinderen wel 5
Looge,E & Last, T. 2005 Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 12
een idee hoe dit zou komen, maar meestal sluipen er foutjes in hun redenering. Aan de hand van proefjes kan men de werking van bepaalde technische aspecten aan de kinderen duidelijk maken. Dit natuurlijk op hun niveau en volgens hun mogelijkheden. 1.2.2 Techniek in de omgeving verkennen Verschillende technische systemen kunnen samen met de kinderen bestudeerd en onderzocht worden in de omgeving van de school. Zo kan men de schoolomgeving als bron gebruiken voor nieuwe kennis en leerervaringen. Een omgeving verkennen wil zeggen dat je als leerkracht zicht hebt op onderwijsdoelen en deze vorm geeft door gerichte vragen en opdrachten te geven.6 1.2.3 Relatie muzische vorming- natuur- ICT- techniek 1) Relatie techniek – natuur Natuur stelt zich tot doel zo betrouwbaar mogelijke kennis te verwerven of uit te breiden zonder dat daarbij een toepassing wordt vooropgesteld. Techniek stelt zich tot doel om in te grijpen op de materiële werkelijkheid om aan bepaalde noden en behoeften te voldoen. Beiden zijn wel in wisselwerking met elkaar. Enerzijds doet techniek een beroep op wetenschappelijke inzichten voor het ontwikkelen of gebruiken van technische systemen. Anderzijds is de ontdekking van nieuwe kennis over het domein natuur vaak afhankelijk van technische ontwikkelingen. 2) Relatie techniek en muzische vorming: Zowel in techniek als in muzische vorming zullen leerlingen creatieve vaardigheden nodig hebben. Muzische vorming legt nadruk op het ontwerpen van muzische producten en het ontwikkelen van creativiteit waarbij het product meestal geen functionele bedoeling heeft. 3) Relatie techniek en ICT Eén van de toepassingsgebieden in techniek is informatie en communicatie. Kinderen leren dus techniek toepassen, ook in ICT. 1.2.4 Het kind als ‘technisch geletterde’ Het is belangrijk dat kinderen ‘technisch geletterd’ worden: “Technische geletterdheid moet worden begrepen als de mate waarin elk individu op de hoogte is van en kan omgaan met techniek om optimaal te kunnen functioneren en te participeren aan de samenleving. Technisch geletterd zijn betekent een verantwoordelijke en competente gebruiker van techniek zijn.”7 “Op basis van kennis en inzichten met betrekking tot techniek moet je techniek leren begrijpen, hanteren en de relatie met de samenleving kunnen duiden. Bijvoorbeeld een notenkraker Begrijpen: je weet waarvoor elk onderdeel dient, hoe de onderdelen op elkaar zijn afgestemd, je weet hoe elk van de onderdelen moet werken zodat de noot gekraakt wordt,…
6
Pedagogische Begeleidingsdienst GO!, Leerplan gewoon kleuter- en lager onderwijs, leergebied Wereldorientatie 2010/3 7 TOS21, 2006 Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 13
Hanteren: Je kan de notenkraker gebruiken zoals het moet, je kan kleine gebreken voorkomen of herstellen,… Duiden: je weet wanneer je het best de notenkraker kan gebruiken, je kan iets vertellen over de duurzaamheid ervan, of het voorwerp al dan niet gebruiksvriendelijk is,… Met techniekonderwijs wil men dus bereiken dat kinderen als actieve gebruikers en vanuit ervaring techniek leren begrijpen, hanteren en duiden.8 De samenhang tussen mens, maatschappij, tijd, ruimte en techniek leren ze inzien.9
1.3 De relatie tussen techniek begrijpen, hanteren en duiden Het middel om techniek te doen begrijpen en duiden is de kinderen techniek te laten hanteren. Kinderen ontdekken hoe de wereld rondom hen er uitziet. Door techniek te hanteren doen ze ervaringen op die leiden tot het verruimen van inzichten en vaardigheden. Later geeft dit kansen om de relatie tussen techniek en maatschappij te duiden. 1.3.1 Technische systemen gebruiken: de relatie tussen hanteren, begrijpen en duiden Kinderen leren technische systemen hanteren door het zien gebruiken of het zelf gebruiken. Ze baseren zich op hun voorkennis en op wat ze hebben waargenomen om technische systemen te gebruiken. Na een fase van ruime exploratie van technische systemen waarbij kinderen leren waarnemen, nadenken en handelen worden momenten van reflectie ingebouwd. Hierdoor leren ze begrijpen hoe technische systemen in elkaar steken. Door veel stil te staan bij techniek, krijgen de kinderen ook kansen om later te duiden welke invloed de maatschappij heeft op techniek en omgekeerd. 1.3.2 Technische systemen maken: de relatie tussen hanteren, begrijpen en duiden Als kinderen een behoefte uiten omdat er zich een probleem stelt, is dit de mogelijke start van een technisch proces. Ze stellen vragen, maken schetsen, werktekeningen,.. of gaan via gissen en missen exploreren, ontdekken en doen. Ze ontdekken technische principes, eigenschappen van materialen, natuurkundige verschijnselen of passen ze toe. Doorheen elke fase van het maken leren kinderen technische systemen beter begrijpen. Aandachtspunten zijn: het oriënteren, het handelen en het reflecteren en dit in elke fase van het maken zodat kinderen met elkaar, van elkaar en van volwassenen kunnen leren via actieve en interactieve werkvormen. Later geeft dit hen kansen om te duiden welke invloed de maatschappij heeft op techniek en omgekeerd.
1.4 Het aanbieden van een technische bril In de handleiding Techniek! 6 springt de kijkwijzer in het oog. Hierin wil men de kinderen stimuleren tot het opzetten van een technische bril en vanuit dit standpunt naar voorwerpen te gaan kijken. Op deze manier worden kinderen ‘technisch geletterd’ zoals 8
Belmans, M. et al., 2010 Pedagogische Begeleidingsdienst GO!, Leerplan gewoon kleuter- en lager onderwijs, leergebied Wereldorientatie 2010/3 9
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 14
hierboven al werd vermeld. Een technische realisatie kan je bekijken door verschillende brillen: als een technisch systeem, als het product van een technisch proces, vanuit de hulpmiddelen die werden gebruikt of vanuit de gemaakte keuzes.10 Een voorbeeldje: - Je kunt de balpen bekijken als een technisch systeem. Elk onderdeel vervult een specifieke functie, zodat je met het geheel kan voldoen aan een behoefte, namelijk schrijven. - Je kunt ook het technische proces gaan bekijken dat tot de balpen heeft geleid. Hoe creëert men bijvoorbeeld een balpen die goed in de hand ligt en die kinderen aanspreekt. De kinderen worden er zich op deze manier van bewust dat er eerst een aantal prototypes werden gemaakt vooraleer het eindproduct massaal werd geproduceerd. In dit proces onderscheiden we vijf stappen: - een probleem stellen - een oplossing ontwerpen - maken - in gebruik nemen - evalueren. Deze stappen zijn ook terug te vinden in de wetenschappelijke denkcirkel zoals hieronder verder zal beschreven worden. Het is niet de bedoeling telkens de vijf stappen door te nemen. Zo kan je bijvoorbeeld een robot ontwerpen zonder deze echt te maken of een al ontworpen realisatie in gebruik nemen en eventueel evalueren. - De kinderen kunnen ook bekijken welke hulpmiddelen (gereedschap, grondstoffen,…) aan de basis liggen van het afgewerkte product. Dit is alles wat er nodig is om technische systemen efficiënter te laten functioneren, te verwezenlijken en hun werking beter te doorgronden. - Tot slot dien je je ervan bewust te zijn dat de producent heel wat keuzes heeft moeten maken met betrekking tot zowel het product zelf als de samenleving (de mensen die de balpen zullen gebruiken). Deze vier aspecten worden ook wel de kerncomponenten van techniek genoemd.11 Elk van de verschillende kerncomponenten (technisch systeem, technisch proces, hulpmiddelen en keuzes) helpen je om techniek te leren begrijpen, te hanteren of te duiden.12
10
Pedagogische Begeleidingsdienst GO!, Leerplan gewoon kleuter- en lager onderwijs, leergebied Wereldorientatie 2010/3 11 Belmans, M. et al., 2010 12 Pedagogische Begeleidingsdienst GO!, Leerplan gewoon kleuter- en lager onderwijs, leergebied Wereldorientatie 2010/3 Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 15
Figuur 1: Kijken met een technische bril (Belmans, M. et al., 2010)
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 16
1.5 Een bredere kijk op het technisch proces Binnen een technisch proces kunnen kinderen via onderzoek ontdekken dat een technische realisatie ontstaat via verschillende te doorlopen stappen., nl. detecteren van een probleem of een behoefte, ontwerpen, maken, gebruiken en evalueren. Toch kan elke stap afzonderlijk aan bod komen. De stappen in het technisch proces: Behoefte/ probleem “Een technische realisatie komt tot stand op basis van behoeften, wensen, verwachtingen en vragen van kinderen.” De stappen in het technisch proces: Van ontwerpen naar maken “Kinderen gaan op zoek naar mogelijke hulpmiddelen en maken keuzes op basis van maatschappelijke of eigen afgebakende vereisten.” Gebruiken “Technische systemen worden afgetoetst aan mogelijke vereisten en in gebruik genomen.” Evalueren “Het evalueren gebeurt op basis van het doorlopen proces en het afgeleverde product.”13
Figuur 2: Schematische voorstelling van het technisch proces (Leerplan kleuter- en lager 13
Pedagogische Begeleidingsdienst GO!, Leerplan gewoon kleuter- en lager onderwijs, leergebied Wereldorientatie 2010/3 Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 17
onderwijs)
1.6 Een didactisch model voor wetenschapsonderwijs in het basisonderwijs Het volgende model heeft een duidelijk beeld hoe men te werk kan gaan om techniek in het basisonderwijs te integreren op een geleidelijke manier. Men sluit aan bij de voorkennis en probeert van hieruit via de 7 pijlers het uiteindelijke doel te bereiken.
Figuur 3: Een model voor wetenschapsonderwijs in het basisonderwijs (Mestdagh & Van De keere, 2007)
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 18
Een woordje uitleg bij dit model De basis: “Het model voor wetenschapsonderwijs wordt voorgesteld als een tempel waarbij de basis de beginsituatie van het kind is, namelijk de ideeën die de kinderen hebben omtrent wetenschappelijke concepten of problemen. Het is belangrijk te weten dat deze voorkennis verschillend is van kind tot kind en dat hiermee rekening moet gehouden worden bij het begeleidingsproces.”14 Het dak: “Het dak is het doel dat men wil bereiken met het model, namelijk het meegeven van een gereedschapskist met denkmiddelen aan het kind. Deze denkmiddelen zijn de bouwstenen van het denken. Ze stellen de mens in staat om de complexiteit van de wereld te begrijpen en om oplossingen voor problemen te bedenken.”15 De zeven pijlers: De pijlers die het dak ondersteunen zijn: “noodzakelijke voorwaarden waaraan aandacht besteedt moet worden binnen het didactisch leerproces: - leerlingen leren door middel van de wetenschappelijke denkcirkel (zie verder) - Er wordt bij de opgaven steeds aangesloten bij de ‘zone van naaste ontwikkeling’ (Deze term is een centraal concept in de theorie van Vygotsky: “Het is de afstand tussen het actuele ontwikkelingsniveau, waarbij de lerende zelfstandig problemen kan oplossen en het potentiële niveau waardoor de lerende problemen kan oplossen met hulp van andere kinderen en/of een volwassene.” Dit betekent dat we een lerende in een context moeten plaatsen die net iets complexer is dan wat hij/zij al aankan. Hierdoor kan de lerende net nog de gepaste inspanning leveren om de nieuwe kennis te verwerven.16 - Leren is actief, uitdagend en onderzoekend. - Het leren is gebaseerd op een goede communicatie tussen de leerlingen onderling en de leerkracht. - Door die communicatie ontwikkelen de kinderen ook ‘sociale competenties’. - Een aangepaste begeleidings-/leerkrachtstijl zorgt voor de nodige tussenkomst bij de groei in denkmiddelen - Om het uiteindelijke doel te bereiken is een rijk klasmilieu vereist. Deze pijlers hebben allemaal te maken met het didactische proces dat concreet vorm krijgt in een methodiek die vertrekt vanuit de voorkennis van de kinderen en waarbij coöperatief leren als uitgangspunt wordt genomen.”17
1.7 De wetenschappelijke denkcirkel Zoals hierboven al aangehaald werd, leren kinderen door middel van de wetenschappelijke denkcirkel. Hoe dit juist in zijn werk gaat, wordt hieronder kort toegelicht.
14
Van de Keere et al., 2009 Van de Keere et al.,2009 16 Valcke, M. 2007 17 Van de Keere et al., 2009 15
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 19
Figuur 4: De wetenschappelijke denkcirkel (Van de Keere, K. et al., 2007) “Het wetenschappelijke denkproces is een specifieke vorm van probleemoplossend denken. De methodiek voor zelfinstructie werd het eerst geformuleerd door Meichenbaum en Goodman (1971) ter behandeling van kinderen met sterk impulsief gedrag. Later werd deze methodiek toegepast omdat ze een goede ondersteuning bleek bij de mentale en motorische handelingen van het kind. Bij elke prent staat een standaardzin vermeld die het kind een houvast geeft om over situaties na te denken en die de zelfcontrole van het kind in de hand werkt. Deze standaardzinnen zijn: 1) Wat moet ik doen? of Wat is het probleem? 2) Hoe ga ik het doen? of Hoe ga ik het probleem oplossen? 3) Ik voer uit. Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 20
4) Ik kijk na en formuleer een besluit. Verbaliseren betekent dus meer dan het uitspreken van de vier zinnetjes. Het kind zal leren zijn gehele denken in al zijn stappen te verwoorden. Zo heeft de leerkracht ook de mogelijkheid om het denkproces van het kind mee te volgen en eventuele fouten vroegtijdig op te sporen. Behalve door taal, wordt elke fase ook ondersteund door tekeningen, de meest bekende zijn ‘de vier beertjes’ (zie figuur). Deze kunnen uiteraard vervangen worden door andere figuren.”18 Wat opviel doorheen het onderzoek, is dat er binnen praktisch elke handleiding met betrekking tot techniek gewerkt wordt met de wetenschappelijke denkcirkel. In de bijlage (1) achterin zijn er enkele verzameld. Vaak worden er andere benamingen gebruikt, maar allen hebben ze gemeenschappelijk dat ze het kind via een schema structuur willen bieden bij het oplossen van een probleem. Het kind heeft op die manier een houvast en de cirkel kan steeds opnieuw doorlopen worden tot de meest geschikte oplossing gevonden wordt.
Figuur 5: De beertjes van Meichenbaum (http://www.klasse.be/vandaag/files/pdf/20010901_beren.pdf) 1.7.1 De verschillende stappen van de wetenschappelijke denkcirkel: 1) De oriëntatiefase: “Kinderen worden tijdens deze fase geconfronteerd met een wetenschappelijk probleem. De kinderen gaan spontaan het probleem exploreren: ze stellen zich vragen, het handelen gebeurt toevallig. Kinderen verkennen wat verborgen is in het technisch systeem, wat nieuw is of verrassend. Al doende ontdekt het kind de 18
Van de Keere, K. et al.,2007 Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 21
eigenschappen of de functie van het nieuwe materiaal en raakt het er emotioneel mee vertrouwd. Het is belangrijk dat hier de eerste indruk, voorkennis kan worden aangehaald zodat ook de motivatie gewekt wordt. Het doel is de situatie of het probleem duidelijk te omschrijven bv. door middel van een brainstorm. Men onderdrukt op deze manier de impuls direct aan de slag te gaan. 2) De verkenningsfase: “Hier gaan de kinderen voorspellingen doen, hypothesen formuleren, een onderzoeksplan of experiment opstellen. Ze gaan heel concreet kijken wat van hun wordt verlangd en hoe ze dit willen proberen bereiken.” Leergesprekken en interactie tussen de kinderen onderling en/of met de begeleider zorgen ervoor dat de kinderen in de juiste richting gestuurd worden en ze in de derde fase werkelijk aan de slag kunnen. 3) De uitvoeringsfase: de geplande stappen worden doorlopen en het onderzoek wordt volgens de gemaakte afspraken tijdens de oriënteringsfase uitgevoerd. De resultaten worden nadien vastgelegd. Hier kan al duidelijk worden dat vorige stappen verder zullen moeten worden uitgewerkt. 4) Herstructureringsfase: men gaat de resultaten evalueren. De voorspellingen worden vergeleken met het resultaat van het experiment. Het kind moet leren zichzelf kritisch te beoordelen, te verduidelijken, onder woorden brengen van wat ontdekt werd en ervaringen uitwisselen. Vaak wordt deze stap overgeslagen of is men te globaal in het formuleren van een besluit.”19
19
Van de Keere, K. et al., 2007 Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 22
2) Sectoren: Deze achtergrondinformatie is bedoeld voor de leerkracht. lndien leerlingen na het uitvoeren van het hoekenwerk meer uitleg wensen over bepaalde sectoren kan u deze hier terugvinden. In dit theoretische gedeelte worden de verschillende sectoren kort belicht. www.durvers.be omschrijft een sector als volgt: Een sector verenigt alle bedrijven en hun werknemers die actief zijn in een bepaalde bedrijfstak. Onder deze sectoren zijn heel wat beroepen onder te brengen. Per sector wordt er dieper ingegaan op twee beroepen. Deze zijn soms verschillend van het beroep dat we in het hoekenwerk hebben gebruikt, zodat u op deze manier meerdere beroepen binnen een bepaalde sector leert kennen. Bij één van deze beroepen wordt ook een mogelijk studieparcours gegeven. Er zijn natuurlijk ook andere wegen om hetzelfde te bereiken. Ook over de specifieke talenten die nodig zijn in sommige beroepen wordt iets meer uitleg verschaft. De algemene informatie over de sector komt grotendeels uit de beroepenfiches op www.durvers.be en http://vdab.be/cobra/, tenzij anders vermeld.
2.1 Metaal en Technologie: bedienden Voluit heet deze sector metaal-, machine- en elektrische bouw bedienden. Metaalbedienden zijn de personen die producten bedenken, uittekenen, plannen maken en de bedrijven laten draaien. Men kan deze sector opdelen in de volgende hoofddomeinen: Productie en onderhoud Engineering Onderzoek & ontwikkeling Veiligheid en milieu Logistiek Aankoop Service Administratie - financiën - ICT Sales & marketing Personeelszaken 2.1.1 Beroepen: Teamleader: de teamleader of ploegleider zorgt ervoor dat zijn/haar team goed samenwerkt en dat de beschikbare materialen en machines optimaal worden ingezet. De teamleader kent de job door en door, maar kan ook goed problemen oplossen en het werk organiseren. Talenten: goed kunnen luisteren, leiding geven, plannen, oplossingen bedenken.
Productontwikkelaar: als productontwikkelaar bezit je zowel een creatieve als technische geest. Hij of zij bedenkt nieuwe producten of vernieuwt bestaande
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 23
producten. Hij/zij werkt zowel aan het design van het ontwerp, de werking, het gebruik, de kostprijs, materialen,… De productontwikkelaar werkt het product uit van a tot z. Talenten: creatief zijn, gevoel voor techniek, doorzettingsvermogen
2.1.2 Mogelijk studieparcours voor het beroep ‘productontwikkelaar’:
Figuur 6: mogelijk studietraject (http://www.metaal.mijnberoep.be/new/overzicht.php)
2.2 Metaal en technologie: arbeiders Waar de bedienden vooral werken met hun hoofd (plannen, bedenken,…), wordt er van de arbeiders vooral heel wat handigheid verwacht. Precies werken en maatwerk afleveren staan garant voor een hoogtechnologische kwaliteit. De metaalarbeider knipt, snijdt of brandt metalen platen, staven, buizen en profielen volgens plan of opdrachtfiches. Over het algemeen wordt er gewerkt in een ploegenstelsel. Dikwijls is er geen specifiek diploma of opleiding vereist. Je leert het werk onder toezicht van een ploegleider. Voor werk met complexe machines vraagt men wel meer en meer een opleiding mechanica. 20 De beroepen in de metaalindustrie worden onderverdeeld in acht verschillende activiteiten: 1) Verspanende vormgeving: bij het ‘verspanen’ worden metalen stukken bewerkt om als onderdeel te dienen in machines. 2) Gieten: bij het gieten wordt gesmolten metaal in vormen gegoten, dit is niet zo simpel als het lijkt, elk metaal heeft een andere samenstelling en je hebt daarvoor verschillende grondstoffen nodig om dit samen te stellen 3) Lassen: dit houdt heel wat meer in dan ‘het aan elkaar lijmen van twee stukken metaal’. Er bestaan heel wat verschillende lastechnieken en precisiewerk is vereist omdat dit 20
http://cobra.vdab.be/cobra/Cobra?event=algemeneFiche&clusterBeroep=121 Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 24
gebeurt onder hoge temperaturen. 4) Monteren: monteren is bouwen, hier gaat men verschillende onderdelen van een machine of een gereedschap aan elkaar bevestigen. 5) Onderhoud: voor het onderhoud van de machines moet je op de hoogte zijn van alle mechanische, elektrische en elektronische onderdelen van de machine. 6) Spaanloze vormgeving: of plaatbewerking is het bewerken van een metalen plaat door verschillende technieken toe te passen bv. persen, plooien,… 7) Oppervlaktebehandeling: de metalen moeten ook behandeld worden zodat ze niet gaan roesten 8) Kunststofverwerking: heel wat producten die vroeger in metaal werden vervaardigd worden nu in kunststof gemaakt. 21 2.2.1 Beroepen: Monteerder: een monteerder/monteerster maakt uit verschillende stukken een onderdeel van een machine. Eerst controleert men de stukken en gaat men eventueel aanpassingen doen, zodat de delen goed aansluiten. De monteerder/monteerster is verantwoordelijk voor het goed functioneren van de machine. Het is daarom erg belangrijk nauwkeurig te werken en alle veiligheidsvoorschriften na te leven. Talenten: controle, geduld hebben, samenwerken, nauwkeurig werken
Lasser: de lasser verbindt stukken metaal door middel van hitte en/of druk op de plaats van de verbinding. Hij/zij specialiseert zich in een bepaalde lastechniek. Er wordt gewerkt in een werkplaats of werf, meestal rechtstaand en vaak in moeilijke houdingen. Talenten: oog voor kwaliteit, nauwkeurig en zelfstandig kunnen werken, aandacht voor veiligheid
2.2.2 Mogelijk studieparcours voor het beroep ‘lasser’: Opleidingen zijn er te volgen in het secundair beroepsonderwijs of bij andere instellingen zoals Syntra en VDAB. Vaak wordt ook een internationaal erkend diploma gevraagd. 22
21 22
TOFAM Oost-Vlaanderen, Metaal & Technologie jouw toekomst beroepengids. [brochure] http://cobra.vdab.be/cobra/Cobra?event=algemeneFiche&clusterBeroep=354 Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 25
Figuur 7: mogelijk studietraject (http://www.metaal.mijnberoep.be/new/overzicht.php)
2.3 Transport en logistiek De arbeiders in deze sector rijden met een vrachtwagen of werken in een magazijn. Samen zorgen zij ervoor dat goederen tijdig, onbeschadigd en veilig op de juiste plaats worden geleverd. Men bevoorraadt winkels of vervoert bijvoorbeeld auto-onderdelen. Een belangrijke ontwikkeling is de trend naar integrale logistiek. Dat wil zeggen dat de goederen- en informatiestroom van begin tot eind volledig onder controle is van een bedrijf. Het bedrijf zorgt niet alleen voor transport en opslag, maar ook alle activiteiten die te maken hebben met de verhandeling van goederen (voorraadbeheer, etiketten aanbrengen, kwaliteitscontrole, herverpakken,…). Zo wil men de klant de logistieke zorgen uit handen nemen. 2.3.1 Beroepen: Vrachtwagenchauffeur: deze persoon moet niet enkel goed kunnen rijden en kaartlezen. Hij of zij is ook op de hoogte van de administratieve procedures en de veiligheids- en kwaliteitsvoorschriften. Goed de route uitstippelen en efficiënt plannen zijn ook niet te missen vaardigheden. Het is ook handig enkele talen te kennen als men bijvoorbeeld naar het buitenland moet om goederen te leveren. Talenten: zelfstandig kunnen werken, plannen, handig zijn, stiptheid, flexibel zijn, verantwoordelijkheidszin
Magazijnmedewerkers: hieronder vallen ook de hef- en reachtruckchauffeurs. De magazijnmedewerkers kijken de goederen na bij ontvangst, zetten ze op de juiste plaats, pakken in en uit,… Hef-en reachtruckchauffeurs verplaatsen goederen in het magazijn. Ook laden en lossen ze vrachtwagens. Talenten: oog voor plannen, controle
2.3.2 Mogelijk studieparcours voor het beroep ‘vrachtwagenchauffeur’: In de derde graad BSO kan je kiezen voor de optie vrachtwagenchauffeur. Het is een Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 26
opleiding waarin je veel meer leert dan enkel een vrachtwagen te besturen. Een rijbewijs C/CE is niet voldoende: De opleiding neemt twee jaar in beslag met de mogelijkheid een zevende specialisatiejaar Bijzonder Transport te volgen. In de derde graad BSO vrachtwagenchauffeur leer je onder meer: - Omgaan met allerlei documenten - De toepassing van reglementeringen en veiligheidsvoorschriften - Werken met routeplanners, wegenatlassen en gps - Basistechnieken om je vrachtwagen te kunnen onderhouden en herstellen - Laad- en lostechnieken - Praktische kennis van Frans en Engels voor onderweg - Rijden met vrachtwagens in alle soorten en combinaties In het zevende specialisatiejaar wordt de vakkennis nog verder uitgediept: Het is een leerjaar rijk aan stages in verschillende bedrijven. Daardoor maak je volop kennis met verschillende soorten transport onder begeleiding van ervaren beroepschauffeurs. Ben je echter al ouder dan achttien jaar, kan je nog steeds terecht bij de VDAB en andere opleidingscentra om alsnog het juiste getuigschrift en het vereiste rijbewijs te halen. 23
2.4 Haven en binnenvaart Binnenscheepvaart omvat het vervoer van goederen over rivieren en kanalen. Eén binnenschip vervoert zo’n 1500 ton of de lading van ongeveer veertig vrachtwagens. Zo houdt de binnenvaart heel wat vrachtwagens van de wegen. Veelal gaat het om het vervoer van losse goederen (bulkgoederen), maar ook heel wat containers worden verscheept. In België beschikken we over vier havens: Gent, Antwerpen, Oostende en Zeebrugge. In de haven worden heel wat functies vervuld. Hieronder is er een opsomming te vinden van de functies van Zeebrugge: Invoer van groenten, fruit en andere landbouwproducten Invoer van aardgas en andere energieproducten Containerhaven Snelhaven voor roroverkeer (roll-on roll- off schepen die snel kunnen laden en lossen: deze schepen bezitten een laadklep waarop allerlei rollende ladingen zoals auto’s, busjes, vrachtwagens,… snel aan boord kunnen rijden en parkeren24 tussen continentaal Europa, Groot-Brittannië, Scandinavië en Zuid-Europa Vervoer van passagiers Behandelen van conventionele stukgoederen en projectlading Organisatie van Europese distributie (uitvoer) van diverse goederen25 2.4.1 Beroepen: Kapitein: de kapitein of schipper is de gezagvoerder aan boord van het schip. Hij of zij bestuurt het schip en beslist ook via welke route wordt gevaren, wat en hoe er wordt geladen,… 23
http://www.durvers.be/informatie/source/transport/folder_vrachtwagenchauffeur_bso.pdf http://nl.wikipedia.org/wiki/Roll-on-roll-offschip 25 http://nl.wikipedia.org/wiki/Haven_van_Brugge-Zeebrugge 24
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 27
Talenten: oog voor plannen, kennis van het schip, zeeroutes
Havenluitenant: de havenluitenant begeleidt samen met collega’s van de havenkapiteinsdienst de zee- en binnenvaartbewegingen in het havengebied. Hij/zij signaleert onregelmatigheden binnen de haven, ondersteunt de havenkapitein bij het uitvoeren van zijn politionele taken en verleent assistentie bij noodtoestanden. Hij/zij rapporteert aan de eerste havenluitenant. Talenten: verantwoordelijkheidszin, probleemoplossend werken, zelfstandig en in teamverband kunnen werken, flexibel zijn
2.4.2 Mogelijk studieparcours voor het beroep ‘stuurman/kapitein’: - Bijvoorbeeld aan het KTA Zwijndrecht – Cenflumarin - Beroeps en technisch secundair onderwijs: opleiding tot stuurman/kapitein Rijn-en binnenvaart (BSO) en opleiding kleine handelsvaart (TSO dek- en motoren). Daarnaast is er ook een specialisatiejaar Beperkte kustvaart (BSO) mogelijk.
Figuur 8: mogelijk studietraject (http://cenflumarin.be/site/)
2.5 Chemie en kunststoffen Chemici onderzoeken de stoffen die ons omringen tot in hun diepste kernen, bepalen hun samenstelling en onderzoeken hoe ze reageren met andere stoffen. Ze ontdekken op deze manier de eigenschappen van stoffen en ontwikkelen van daaruit materialen met eigenschappen ‘op maat’, bijvoorbeeld synthetisch rubber voor autobanden of biotechnologisch aangemaakte insuline voor mensen die lijden aan suikerziekte. De industriële chemie produceert deze goederen op grote schaal en zorgt ervoor dat ze tegen een betaalbare prijs te verkrijgen zijn. 26 Dit gebeurt op een milieuvriendelijke wijze. De chemische industrie is de tweede belangrijkste industrietak in België. 26
http://jobschemie.be/home.html?profielen.html Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 28
2.5.1 Beroepen: Kunststofverwerker: hij of zij bedient de verschillende machines die van kunststofgranulaten (dit is kunststof in zijn kleinste vorm bijvoorbeeld bolletjes) afgewerkte producten maakt. Die machines verwerken de granulaten op verschillende manieren zoals bijvoorbeeld spuitgieten. Hierbij maakt men van de granulaten een vloeibare massa door ze te verwarmen. Daarna worden ze in een vorm (matrijs) gespoten en daardoor krijg je een botervlootje, yoghurtpotje, bumper van een auto,… Hij/zij moet alert zijn gedurende het hele productieproces: opstarten, opvolgen en controleren. Talenten: nauwkeurig werken, oog voor kwaliteit
Laborant onderzoek en ontwikkeling: de laborant onderzoek en ontwikkeling voert tests uit, vergelijkt testresultaten en verwerkt deze gegevens en resultaten in een onderzoeksrapport. Hij of zij is dus steeds bezig met de nieuwste ontwikkelingen en zorgt voor een optimalisatie van het productieproces. Talenten: oog voor kwaliteit, vernieuwend werken
2.5.2 Mogelijk studieparcours voor het beroep ‘kunststofverwerker’: 3e graad TSO kunststoftechnieken Je kiest voor een praktijkgerichte studierichting die voorbereidt op directe tewerkstelling. Je leert de verschillende kunststoffen kennen tijdens het vak materialenleer. Je leert ze te verwerken met de modernste machines. Naast technisch tekenen komen ook hydraulica (leer van de vloeistoffen), pneumatica (luchtbewegingsleer) en vooral matrijzenbouw (gietvorm) aan bod.27
2.6 Grafische industrie Dagelijks komen we in contact met deze sector via kranten, tijdschriften, folders, affiches,… Vormgevers, drukkers en drukafwerkers zorgen ervoor dat dit drukwerk gerealiseerd kan worden. De Belgische grafische en communicatienijverheid is sterk geïnformatiseerd en gedigitaliseerd. De grafische sector telt zo’n 4600 bedrijven die ongeveer 16000 mensen tewerkstellen. 2.6.1 Beroepen: De drukker: hij/zij zorgt ervoor dat de drukpers goed is ingesteld. Hij/ zij zorgt ervoor dat er afdrukken kunnen gemaakt worden van een bepaalde tekst, foto, prent,... Op die manier kunnen die teksten, foto’s,… op vele exemplaren gemaakt worden, zodat ze nadien verspreid en verkocht kunnen worden. Aandacht voor veiligheid, kwaliteit van het drukwerk, vlotte werkwijzen,.. zijn heel belangrijk. Als drukker werk je in een atelier en moet je tussen heel wat verschillende machines lopen.
27
http://www.destapgent.be/stapper.php?id=485 Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 29
Talenten: nauwkeurigheid, computer kunnen besturen, gevoel en belangstelling voor techniek en kleur.
Drukwerkvoorbereider: De voorbereider zorgt ervoor dat de computerbestanden drukklaar zijn, maakt proefdrukken en controleert de kleuren. Indien er fouten zijn gemaakt, moet de voorbereider deze verbeteren. Hij/zij maakt ook de drukvormen klaar om naar de drukkerij te gaan. Talenten: oog voor kwaliteit, gevoel en belangstelling voor techniek en kleur, nauwkeurigheid
2.6.2 Mogelijk studieparcours voor het beroep ‘drukwerkvoorbereider’: Na een eerste algemene graad BSO kies je in de tweede graad de optie Drukken en voorbereiden BSO ter oriëntering naar de derde graad Drukvoorbereiding BSO. Na de derde graad Drukvoorbereiding BSO is er keuze uit de volgende specialisatiejaren: - bedrijfsgrafiek - grafische opmaaksystemen - zeefdruk
2.7 Social profit De social profit sector bestaat uit private en publieke organisaties die zich inzetten voor mens en maatschappij bv. ziekenhuizen, gezinszorg, beschutte en sociale werkplaatsen, sportverenigingen, bibliotheken,… Wie in deze sector is tewerkgesteld, heeft een hart voor mensen. We verdelen deze sector in vier groepen: 1) welzijn en zorg: opvoeders, begeleiders, verpleegkundigen,… 2) paramedisch: apothekers, kinesisten,.. 3) medisch: tandarts, huidarts, oogarts,… 4) cultureel: journalist, podiumtechnicus,.. 2.7.1 Beroepen: Chirurg: de chirurg opereert patiënten. Dit kunnen kleine ingrepen zijn, maar ook grote. Hij/zij moet de juiste diagnose kunnen stellen en zo voor de juiste behandeling kiezen. Het is ook heel belangrijk dat deze persoon kan omgaan met trieste momenten, zoals het verlies van een persoon of een kind dat ernstig ziek is. Talenten: nauwkeurig zijn, doorzettingsvermogen hebben, zelfvertrouwen, goed kunnen omgaan met stress, sociaal zijn, goed kunnen samenwerken
Journalist: elke dag horen en zien we het nieuws, lezen we artikels in de krant en kunnen we via internet de laatste nieuwtjes volgen. Dit is het werk van de journalisten. Als journalist kan je ook voor een persbureau werken. Een persbureau verzamelt nieuws en verkoopt dit dan aan kranten, tijdschriften of de tv. Talenten: werken in moeilijke omstandigheden (oorlog, buitenland,…), stipt zijn, goed mondeling en schriftelijk kunnen communiceren, kritisch zijn, vlotte en creatieve pen
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 30
2.7.2 Mogelijk studieparcours voor het beroep ‘journalist’: Vooraleer je aan een bachelor in de journalistiek (hoger onderwijs) begint, heb je in het secundair best al een richting gevolgd waarin heel wat taal aan bod kwam, bijvoorbeeld de richting Latijn-Moderne talen. Verder is het erg belangrijk dat je een brede kijk hebt en geïnteresseerd bent in wat er zich zoal in de wereld afspeelt. Je bent ook vlot in communicatie en schrijven. Om dit beroep uit te oefenen moet je dus wel hoger onderwijs volgen. Andere beroepen binnen de socialprofitsector bijvoorbeeld verzorgkundige, kunnen wel rechtstreeks in het secundair onderwijs behaald worden.
2.8 Voedingsindustrie In de voedingsindustrie worden grondstoffen uit landbouw en visvangst omgezet tot voedingsproducten voor mens en dier. Hieronder vallen onder andere koekjesfabrieken, brouwerijen, de zuivelsector, veevoeders,… De voedingssector biedt naast stabiele basisvoeding zoals brood ook trendy producten aan. Dit komt doordat de wensen van de moderne consument voortdurend wijzigen. Voeding is dus een dynamische sector die voortdurend automatiseert en informatiseert, maar ook garant staat voor voedselveiligheid, kwaliteit en traceerbaarheid toepast. Dit wil zeggen dat product- en procesgegevens per product steeds bijgehouden worden. Alle beroepen in de voedingsindustrie worden verdeeld in: 1) productie 2) verpakking 3) labo, kwaliteitscontrole en ontwikkeling 4) leiding productie en verpakking Procesoperatoren volgen de productie met een bedieningspaneel. Deze job heeft een hoge verantwoorderlijkheidsgraad, het gaat er immers om hoe gezond en veilig ons voedsel is. De verpakkingsoperator zorgt voor de verpakking. De kwaliteitsverantwoordelijke en laborant-analist(e) nemen stalen van het product. Nieuwe producten worden getest door de laborant. 2.8.1 Beroepen Banketbakker – chocoladebewerker - ijsbereider: om gebak, chocolade en ijs te bereiden worden speciale vormen gebruikt. Hij/zij is dus bijna altijd creatief bezig, bedenkt nieuwe vormen en samenstellingen. De banketbakker bereidt allerlei soorten deeg, beslag en suikerwerk. Hier maakt hij of zij dan brood of andere lekkernijen van. De chocoladebewerker verwerkt chocolade tot pralines. De ijsbereider maakt van suiker en melk consumptie-ijs. Talenten: stressbestendig, creatief, bereid zijn te werken op zon- en feestdagen, gemotiveerd zijn, weten hoe je bepaalde grondstoffen of afgewerkte producten moet bewaren, kunnen omgaan met machines en technieken
Kwaliteitsverantwoordelijke: als kwaliteitsverantwoordelijke zorg je ervoor dat voedsel veilig is om op te eten. De kwaliteit is heel belangrijk. Hij/zij test en controleert grondstoffen en afgewerkte producten. De kwaliteitsverantwoordelijke gaat na of alles beantwoordt aan de opgelegde normen. Hij/zij probeert nieuwe Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 31
bereidingen te bedenken en het productieproces te verbeteren. Meestal werkt de kwaliteitsverantwoordelijke in een labo, maar vaak gaat hij/zij ook naar een productieplaats om stalen te nemen of om de automatische analyseapparatuur te controleren. Talenten: vlot en flexibel kunnen werken, nauwkeurig werken, vlot kunnen communiceren, vlotte kennis Nederlands, Engels en Frans, klachten behandelen28 2.8.2 Mogelijk studieparcours voor een beroep in de voedingsindustrie: Er zijn slechts een aantal opleidingen in het secundair onderwijs die rechtstreeks naar de voedingsindustrie leiden: Voedingstechnieken: tweede en derde graad TSO Assistent voedingsindustrie: zevende jaar TSO Jongeren uit algemeen technische studierichtingen (elektriciteit, elektromechanica en dergelijke) kunnen uiteraard ook aan de slag in de voedingsindustrie
2.9 Horeca Horeca is een afkorting die komt van Hotel, Restaurant en Café. Deze sector gaat over alle bedrijven die te maken hebben met het ontvangen van gasten die iets willen eten of drinken of die een kamer willen huren om te slapen. Onder horeca vallen grote en internationale ketens, maar vooral ook kleine bedrijven. 2.9.1 Beroepen: Kok of chef: de kok/ kokkin is de baas in de keuken. De kok/kokkin leidt alles in de keuken: er worden nieuwe gerechten uitgeprobeerd, de keuken moet proper blijven en alles moet goed worden afgewerkt. Talenten: een verzorgd voorkomen, stipt zijn en goed kunnen werken in teamverband, zelfvertrouwen,…
De maître d’hôtel of de hofmeester is de verantwoordelijke voor de zaal. Hij of zij geeft vooral raad aan de gasten, ontvangt deze ook en zorgt voor orde in de zaal. Talenten: een verzorgd voorkomen, klanten op een gepaste wijze kunnen bedienen, sociaal-vriendelijke persoonlijkheid, bereid zijn om op onregelmatige uren te werken,…
2.9.2 Mogelijk studieparcours voor het beroep ‘maître d’hôtel’: Wie zeker weet dat hij of zij later in een keuken of zaal wil werken, kan vanaf het eerste jaar secundair onderwijs kiezen voor ‘hotelschool’. In de A-stroom heb je iets meer algemene vakken en in de B-stroom meer praktijkgerichte vakken. Afhankelijk van wat je wilt gaan doen kan je verder uit verschillende opties kiezen. Voor maître d’hôtel bijvoorbeeld oefen je in de praktijkgroep restaurant onder leiding van een maître d’hôtel de restaurantvaardigheden. Heel wat stages in restaurants en hotels maken deze opleiding compleet.
2.10 Bouw Bouwen is meer dan enkel wat stenen op elkaar plaatsen en metselen. De afwisseling in de 28
http://www.agrimatch.be/vacatures/vacature-kwaliteitsverantwoordelijke-345700-12.html Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 32
bouw is groot, je kan er verschillende dingen doen en komt met heel wat mensen in contact. De bouwsector omvat: De woningbouw De industriebouw (het optrekken van kantoren en fabrieken) De burgerlijke bouwkunde (het bouwen van bruggen) De wegenwerken (het aanleggen/herstellen van wegen) De baggersector (weggraven van grond op de bodem van rivieren, kanalen, zeeën, zodat deze dieper worden) 2.10.1 Beroepen: Metselaar: de metselaar realiseert het plan van de architect. Hij/zij zorgt voor de funderingen, deur- en vensteromlijstingen, dorpels,.. Talenten: geen hoogtevrees, vroeg willen werken, een plan kunnen lezen, rekening houden met andere werkmannen bv. de schilder, goede kennis van het Nederlands voor communicatie en veiligheid op het werk
Wegenwerker: goede wegen, leidingen en ondergrondse kabels hebben we allemaal te danken aan de wegenwerker. Hij/ zij zorgt ook voor de opbraak-, grond- en funderingswerken, de aanleg van riolen, waterafvoer- en andere leidingen. Het leggen van asfalt, het plaatsen van riooldeksels en het leggen van kasseien, betonklinkers of boordstenen zijn nog meer taken van de wegenwerker. Talenten: een plan kunnen lezen, verantwoordelijkheidszin, bereid zijn tot zware fysieke arbeid, goed kunnen meten, goed kunnen werken in team
2.10.2 Mogelijk studieparcours voor het beroep ‘metselaar’: In de opleiding tot metselaar worden de basiscompetenties, de ondersteunende basisvorming en de sleutelvaardigheden aangeleerd met betrekking tot het uitvoeren van opgaand metselwerk, gevelwerk, sloopwerk voor verbouwingen, betonconstructies, funderingen op staal en kelderconstructies, riolering- en afwateringsstelsels. De opleiding bestaat uit 7 modules zoals weergegeven in het schema hieronder.
l
g
Figuur 9: mogelijk studietraject (http://www.ond.vlaanderen.be/dbo/projecten/modularisering/newdocs/7.%20Opleidingen/Metselaar%20BO%20RB%20004.pdf)
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 33
2.11 Kapper en schoonheidsspecialist Verzorging van het uiterlijk speelt in onze samenleving een belangrijke rol. Deze sector is ook erg dynamisch omdat de trends voortdurend veranderen. Vooral als kapper is het belangrijk hiervan goed op de hoogte te zijn. 2.11.1 Beroepen: Kapper: de kapper/kapster verzorgt het haar van vrouwen, mannen of kinderen. Hij/zij wast het haar, knipt het, kleurt het en/of geeft het vorm naar de wens van de klant en/of naar een bepaald model. De kapper/kapster geeft advies voor haar- en hoofdhuidverzorging, manicure en algemene opmaak. Hij/zij volgt de modetrends. Soms verzorgt de kapper/kapster ook baard of snor, scheren inbegrepen. Vaak worden ook kappersaccessoires, haarproducten, enz. verkocht. Talenten: omgaan met klanten, goede uitvoering van de taken, op de hoogte zijn van de nieuwste trends, bereid zijn te werken op zaterdag
Schoonheidsspecialist: de schoonheidsspecialist(e) behandelt gelaat, voeten, handen en huid van zowel mannen als vrouwen. Verder kan je bij hem/haar ook terecht voor tips over lichaamsverzorging en producten, die je daarvoor het beste kan gebruiken zoals peelings, tonics of dagcrèmes. In het schoonheidsinstituut kunnen deze producten ook gekocht worden. Talenten: omgaan met klanten, eerlijk en respectvol zijn, op de hoogte zijn van nieuwe trends
2.11.2 Mogelijk studieparcours voor het beroep ‘kapper’: Kapper/Kapster – salonbeheerder in het BSO of onder de naam BSO Haarzorg. De opleiding bestaat onder andere uit: Je oefent de verschillende vormen van haarverzorging: verschillende snits, manieren van brushen en kleuren … Je maakt gebruik van apparatuur en allerlei producten voor gelaats- en handenverzorging. Je bekwaamt je in het verzorgen van de klantenbinding: hoe sta je ze te woord, het leren regelen van telefonische afspraken ...
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 34
3) Theoretische achtergrond bij de proefjes 3.1 Veiligheidspictogrammen en hun betekenis Veiligheidspictogrammen zijn onmisbaar op de werkvloer om mogelijke ongevallen te voorkomen. Het doel van deze pictogrammen is op een snelle en duidelijke manier de aandacht te vestigen op voorwerpen of situaties die bepaalde gevaren kunnen inhouden.29 In deze opdracht focussen we vooral op persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM): veiligheidshandschoenen, gehoorbescherming, veiligheidsbril, veiligheidshelm,… Deze borden worden vooral gebruikt als de gevaren niet kunnen uitgeschakeld worden aan de bron of als de arbeidsorganisatie dit niet toelaat. De beschermingsmiddelen worden door de werknemers gedragen of vastgehouden om zich te beschermen tegen gezondheids- of veiligheidsrisico’s. De werkgever gaat door middel van een risicoanalyse na welke PBM nodig zijn op de werkvloer.30
3.2 Een bibberspiraal vraagt om een vaste hand De bibberspiraal is in feite een onderbroken stroomkring. Telkens men met de lus de stroomdraad raakt wordt de stroomkring gesloten en gaat de zoemer en/of het lampje branden. De lus werkt dus in feite als een schakelaar die de stroomkring sluit.31 Schakelaars zijn erg nuttig en worden bij vele toestellen in huis gebruikt bv. wekker, lampen,… In de stroomkring vindt een verplaatsing van elektrische energie plaats. Die zorgt ervoor dat een lamp gaat branden als ze in de stroomkring wordt geplaatst. Schakelaars zorgen ervoor dat de stroom kan onderbroken worden en de lamp dus niet de hele dag hoeft te blijven branden. Het principe is in de figuur hieronder te zien. Om zuinig met energie om te springen zijn schakelaars dus een must. Schakelaars zijn in verschillende soorten en maten te vinden. De meest bekende is de drukschakelaar bv. gsm, computer, bureaulamp,… Daarnaast bestaat ook nog de schuifschakelaar bv. haardroger, mixer,… of een draaischakelaar bv. wasmachine.32
29
http://www.nl.bradyeurope.com/bradyeurope/scv/200136/200136/Veiligheidssignalisatie/Veiligheidspicto grammen.html 30 http://www.werk.belgie.be/detailA_Z.aspx?id=1322 31 http://www.technopolis.be/nl/index.php?n=4&e=47&s=288&exp=50 32 De Moor, L. De garagastenkrant, vijftiende nummer juni 2005, EDUCAM Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 35
Figuur 10: principe van een schakelaar (De Moor, L. Garagastenkrant 15)
3.3 Knijpkaarten vooroordelen en belangrijke borden Met de knijpkaart in verband met de vooroordelen gaan de leerlingen na of hun kennis over het beroep vrachtwagenchauffeur niet gebaseerd is op vooroordelen of foute veralgemeningen. Ze leren een onderscheid te maken tussen menen en weten. De knijpkaart in verband met de belangrijke borden geeft een overzicht van de belangrijkste borden voor vrachtwagens en hun bijhorende betekenis.
3.4 Scheepsknopen De leeuwerikknoop (ook wel leeuwerikskop genoemd) of koesteek wordt gebruikt om een touw aan een paal of een ring te bevestigen. De knoop oefent op beide uiteinden evenveel kracht uit. De leeuwerikskop wordt veel gebruikt aan sleutels, of om opgerolde touwen netjes op te hangen (zie figuur 11).33 Zeelui gebruiken hem om een koord aan een lijkwade te bevestigen bij een zeemansuitvaart.34
Figuur 11: leeuwerikskop om touwen bij elkaar te houden (http://users.telenet.be/alexander.ciccaroni/technieken/knopen/meerknopen.htm) Een achtknoop is een knoop die aan het einde van een lijn wordt gelegd als stoppersknoop. Deze knoop is geschikt om een verdikking in een lijn te maken voor meer grip of om te voorkomen dat een touw gaat rafelen. Achteraf is hij ook makkelijk terug los te maken.35 33
http://users.telenet.be/alexander.ciccaroni/technieken/knopen/meerknopen.htm http://www.realknots.com/knopen/hitches.htm#cow 35 http://library.thinkquest.org/25995/Handy/Knopen.htm 34
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 36
De vogelknoop, galeiknoop of enkelvoudige schuifknoop is de meest eenvoudige schuifknoop en wordt vaak gebruikt als basis voor ingewikkeldere knopen. De vogelknoop is nauw verwant met de overhandknoop en de Marlsteek. Als hij als schuifknoop gebruikt wordt, is het verstandig een stoppertje te leggen in het losse eindje (de overhandknoop). Deze knoop wordt wel als stropersstrik voor kleine vogels gebruikt.36
3.5 Een geheim bericht schrijven met citroensap Het schrijven van geheime berichten kunnen we onder de noemer ‘cryptografie’ onderbrengen. Het woord cryptografie bestaat uit ‘crypto’ of ‘kryptós’, wat ‘verborgen’ betekent. ‘Grafie’ of ‘gráfo’ betekent ‘schrijven’. Cryptografie houdt echter heel wat meer in dan geheime taal. Het heeft alles te maken met het geheimhouden van boodschappen. Deze proef sluit echter meer aan bij de steganografie. Het verschil zit hem in de zichtbaarheid van de boodschap. Bij cryptografie is de boodschap zichtbaar, maar je kunt hem niet begrijpen. Bij steganografie is de boodschap verborgen. Door het papier te verwarmen met behulp van een strijkijzer wordt de boodschap die in citroensap (onzichtbare inkt) geschreven werd, zichtbaar.37 Het sap zal eerder verbranden dan het papier, dit komt doordat er in het sap meer koolstofverbindingen zitten. De letters van citroensap worden geschroeid door de warmtebron en zo wordt de geheime boodschap zichtbaar. Ook met melk, azijn, bakpoeder of rodekoolsap kan men deze proef uitproberen.38
3.6 Mengsels ontmengen en regenboogpapier maken Aangezien een drukker veel in contact komt met kleuren, zijn beide proeven hierop gebaseerd. Bij de eerste proef (mengsels) wordt de kleur van een stift zichtbaar gemaakt. In de meeste viltstiften bevat de inkt mengsels van verschillende kleuren. Sommige lossen gemakkelijk op in water doordat ze chemicaliën bevatten. Deze kleuren verspreiden zich snel over het papier. Andere kleuren kleven aan het papier om het water te ontwijken. Ze verschuiven dus niet. Zo bestaat bruine inkt bijvoorbeeld uit blauw, geel en roze. Voor het maken van regenboogpapier is er nagellak nodig. Deze nagellak vormt een dunne laag op het water. Als er licht schijnt op het papier, wordt het weerkaatst door de laagjes nagellak. Op deze manier ontstaan er regenboogpatronen.39
Figuur 12: lichtweerkaatsing (http://www.esero.be/downloads/reis80/bronnenboek_les4952.pdf) Het licht wordt weerkaatst door de nagellak. Het licht valt op het voorwerp of de vloeistof. Dit voorwerp neemt de lichtstralen gedeeltelijk op en weerkaatst de andere lichtstralen. 36
http://www.realknots.com/knopen/noose.htm Goeminne, S. et al. 2008 38 http://nl.wikipedia.org/wiki/Onzichtbare_inkt 39 http://www.esero.be/downloads/reis80/bronnenboek_les49-52.pdf 37
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 37
Als licht op materie weerkaatst, kan er absorptie of verstrooiing optreden.40 Bij absorptie wordt de energie van de lichtstralen omgezet in warmte, dus het materiaal wordt warmer. De moleculen waaruit de materie is opgebouwd gaan meer bewegen. Bij lichtverstrooiing absorbeert een atoom of molecuul een foton, maar zendt het dat onmiddellijk weer uit. De nieuwe richting van het foton (=lichtdeeltjes) is doorgaans anders dan de oorspronkelijke koers. Ook weerkaatsing is dus een vorm van verstrooiing.
3.7 Zwachtels aanbrengen Er bestaan verschillende technieken om zwachtels of verbanden aan te brengen, afhankelijk van de plaats van de wonde (elleboog, knie,..) en het doel (drukken, immobilisatie,..) Een meer complexe zwachtel is het kruisverband. Het wordt gebruikt als fixatieverband of als drukkend verband aan de hand of de voet. Bij verstuiking kan je het ook gebruiken ter ondersteuning en immobilisatie van de pols of de enkel. Het geeft meer steun en oefent meer druk uit op een bloedende wonde.41 De techniek bij een pols is als volgt: je neemt plaats voor het slachtoffer en vraagt om zijn/haar hand uit te strekken. Je neemt de rol van de zwachtel in je ene hand en het losse uiteinde in het andere. Het begin van de eerste winding ligt schuin op de pols. Hierrond doet men een volledige omwinding, waarna men het verband gaat fixeren. Vervolgens brengt men het verband schuin over de handrug, waarna men een volledige winding maakt rondom de vingers. Nadien keert men kruiselings terug over de handrug naar de pols. Deze windingen worden herhaald, maar steeds verder naar de romp toe. Uiteindelijk eindigt men met twee cirkelvormige bewegingen rond de pols. Het verband wordt gefixeerd met een kleefpleister.42
3.8 De zintuigen gebruiken om voedsel te herkennen Bij deze proef doen de leerlingen voornamelijk een beroep op de twee zintuigen: smaken en ruiken. Voor het eerste zintuig gebruik je voornamelijk je tong. Op je tong zitten duizenden bolletjes die we papillen noemen. Die smaakpapillen kunnen vier smaken onderscheiden: zoet, zuur, zout, bitter. Naast deze vier basissmaken is er nog één ontdekt, namelijk umami. Het is een in oorsprong Japans woord dat ‘hartig’ betekent. Deze smaken proeven we op verschillende delen van onze tong, na vermenging met ons speeksel. Toch vormen de vijf basissmaken maar een deel van het waarnemen van smaak. Het proeven van de mens is voor een ander belangrijk deel een functie van de reukzin. In de neus zitten slijmklieren, die er voor zorgen dat de binnenkant van onze neus nat blijft. Bij een verkoudheid maken deze klieren te veel slijm aan, waardoor we moeten snuiten. Als er te veel slijm in de neus zit, kan er geen lucht meer door, waardoor je niet meer kan ademen door je neus. Je ruikt niets meer en daardoor proef je ook niets meer. Vandaar dat mensen met een verkoudheid weinig zin hebben in eten.
3.9 Servetten vouwen: een koud kunstje Bij deze hoek gaan de kinderen volgens een stappenplan verschillende vormen uit servetten vouwen. Servetten worden rechthoekig gevouwen of in een servetring geplaatst. 40
http://www.techna.nl/Licht/licht/licht.htm http://www.gezondheid.be/tv/index.cfm?fuseaction=main&tv=9&vid_id=7 42 http://www.skillslab.ugent.be/PDF/Wond&Verband.pdf 41
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 38
Eventueel wordt dit servet op een mooie manier gevouwen en wordt dit op de borden geplaatst. De eerste echte bewijzen van servetgebruik komen van bij de Romeinen. Toen de grote eter Buffetus Allucaneatus naar zijn servet greep en er geen vond, gebruikte hij deeg om zijn gezicht af te vegen. Bij de val van Rome, kende Europa een servetloze periode. Veel ongeschoren baronnen en ongewassen prinsessen veegden hun handen gewoon af aan hun kleren en hun gezichten aan het tafellaken of het uiteinde van hun tuniek. Tegen de tijd van de renaissance, hadden de Fransen één enkele servet, die de maat van een tafelkleed had en waaraan iedereen aan tafel zijn mond kon afvegen. Maar door de jaren heen werd het steeds kleiner en kleiner, tot iedereen aan tafel zijn eigen servet had. Tegen de jaren 1700 hadden de Franse aristocraten zelfs een etiquette voor het servettengebruik opgesteld. Vandaag de dag kunnen mensen kiezen uit een gamma aan servetten. Voor elke gelegenheid is er een andere soort, met een ander motief.43
3.10 Stevigheid is een noodzaak Bij het maken van een toren of een stelling is stevigheid heel belangrijk. In de meeste vormvaste constructies vindt men driehoekige vormen. Bij deze vorm worden de krachten verdeeld over de gehele figuur, waardoor deze stabieler is. Zelf wanneer er aan getrokken of geduwd wordt, behoudt het zijn vorm.
3.11 Verwennen en mooi maken Taalkundig gezien vind je de oorsprong terug in het Arabisch: masse (drukken), het Hebreeuws: maschesch (tasten) en het Grieks: massein (kneden). In het klassieke Griekenland hield Herodicus, vader van de geneeskunde, zich bezig met massage. Ook de Romeinen en de Egyptenaren kenden vele vormen van massage, die werden toegepast om te ontspannen of als behandeling tegen kwalen. Later krijgt een massage zelfs een medische functie.44 Producten, bewegingen, contact,… zijn enkele begrippen die hier zeker aan bod komen. De kinderen concentreren zich op de belangrijkste taak van een schoonheidsspecialist(e), nl. het verwennen van de klanten. Het grimeren gebeurt aan de hand van een stappenplan.
43 44
http://www.festarent.be/festarent%20TV/festamovies/servet-historiek.html http://www.massagevormen.nl/pages/achtergronden/geschiedenis-van-de-massage.php Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 39
4) Talentontwikkeling ‘Het is een goede zaak dat binnen het onderwijs veel gedaan wordt aan het verminderen van achterstanden, maar aandacht voor het uitbouwen van een voorsprong mag niet worden vergeten.’45 Talenten zijn van belang voor ieder individu. Het zijn mogelijkheden die kinderen hebben om zich optimaal te ontwikkelen en zich te onderscheiden. Of deze talenten in het onderwijs ook optimaal tot zijn recht komen, is de grote vraag. Het is nochtans in het belang van elk kind en van de maatschappij de aanwezige talenten aan te spreken en deze te benutten. Het is positief voor het zelfbeeld van het kind en zorgt ervoor dat het kind uitgedaagd blijft. Centraal in ons hoekenwerk staan deze talenten. De bedoeling is dat de kinderen zelf enkele talenten op een actieve manier onderzoeken die nodig zijn bij het uitvoeren van een bepaald beroep.
4.1 Wat is talent?46 Talent is de behoefte hebben om iets te doen. Alle kinderen hebben de natuurlijke behoefte te ontdekken en te ondernemen. Er wordt een onderscheid gemaakt naar excellente talenten (vb. violiste Janine Jansen) en talentontwikkeling voor iedereen. De factoren die van belang zijn bij talentontwikkeling zijn: een stimulerende omgeving, doorzettingsvermogen en enthousiasme. De bedoeling is de kinderen te helpen bij het ontdekken van hun eigen talenten, hen laten ervaren dat ze ergens goed in zijn en dat ze er zelfs nog beter in kunnen worden. Eveneens wordt hun ontwikkeling ondersteund. Om talenten bij kinderen te kunnen (laten) ontwikkelen, is het nodig eerst te ontdekken om welke talenten het gaat. Dit wordt gedaan door professionals met behulp van observatie en het gebruik van een goed instrument. Kinderen kiezen zelf meestal activiteiten die ze leuk vinden. Toch hoeven deze activiteiten niet overeen te komen met hun talent. Daarom is het belangrijk als leerkracht nieuwe mogelijkheden uit te proberen en op basis daarvan het goede te behouden. Extra begeleiding is zeker nodig voor kinderen die faalangst hebben of voor onzekere kinderen. Bij talentontwikkeling spelen een aantal factoren een rol, nl: aanleg, de juiste combinatie van voorzieningen, goede voorbeelden, begeleiding en motivatie, bronnen in de buurt (vb. zwembad, bakkerij,…), betrokken mensen (vb. ouders, begeleiders, leerkracht,…), de cultuur van het land en ook nog de factor toeval. Zo kan een groep vrienden elkaar stimuleren om een bepaald talent verder te ontwikkelen. Kortom, talent is individueel, is niet beperkt tot hoogbegaafden, kan verschillen op basis van doelgroep en is steeds in ontwikkeling. Talentontwikkeling is leuk, op die manier ontdekt het kind zichzelf en wint zo aan zelfvertrouwen. 45 46
www.notenkrakerplatform.nl/info.doc Miedema, I. et al. 2010 Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 40
De opbouw van talentontwikkeling is samen te vatten in een schematisch model. De eerste fase is deze van de kennismaking, daarna kan het talent door begeleiding en verdiepende activiteiten worden versterkt (ontwikkelen en bekwamen). Nadien kunnen de kinderen gaan excelleren, vaak pas na enkele jaren. Belangrijk bij deze fases is het goed op elkaar laten aansluiten, zodat er geen overlappingen of juist hiaten in de ervaringslijn ontstaan. Er worden vier grote patronen onderscheiden in het proces van talentontwikkeling. Het eerste patroon is het belang van een visie op de talentontwikkeling, een tweede patroon is de aanwezigheid van netwerken, het derde patroon is het ontwikkelen en verbeteren van activiteiten en het laatste patroon is het toekomstig resultaat, ofwel het belang van resultaatgericht werken. 1. Visieontwikkeling47 Een visie is een gezamenlijk toekomstbeeld waaraan iedereen meewerkt. Daarbij bereiden de betrokken partijen hun toekomstige samenwerking voor. Een dergelijke visie start altijd vanuit een bestaande situatie. Slechts een klein deel van de belangrijkste factoren zijn zichtbaar. De belangrijkste elementen voor een visiebepaling zijn namelijk waarden, normen, motieven, verschillen in cultuur,.. Het is de bedoeling dat deze visie naar voren brengt wat de betrokken partijen samen voorstellen. Deze visie beschrijft drie factoren, nl: een omgevingsbeeld (een situatie in de wijk, welke kinderen, voorzieningen zijn er?), de nagestreefde positie (wat willen we bereiken?) en de werkwijze. Een visie is dus gericht op lange termijn. 2. Netwerken48 Een netwerk is een los samenwerkingsverband van verschillende organisaties of individuen. Er zijn verschillende soorten netwerken: - impliciete netwerken: netwerken die vanzelf zijn ontstaan tussen mensen (vb. vriendenkring) - expliciete netwerken: netwerken tussen mensen die doelgericht zijn ontstaan. - netwerkorganisaties: organisaties die intern als netwerk georganiseerd zijn. - interorganisationele netwerken: netwerken als samenwerkingsvorm tussen organisaties. Het netwerk komt tot stand doordat instellingen elkaar nodig hebben om hogere doelen te bereiken. In onderstaande tabel vindt u de deelnemers van een netwerk met hun belang bij talentontwikkeling. Kind Gezin Woonomgeving 47 48
rechtstreeks eigenbelang rechtstreeks eigenbelang goede kwaliteit van de samenleving in de wijk
Miedema, I. et al. 2010 Miedema, I. et al. 2010 Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
School Organisaties voor gezondheid en welzijn Gemeente Talentsector Opvang
p. 41
betere prestaties leerling: grotere oudertevredenheid versterking eigen aanbod bereiken doelstelling in jeugdbeleid voortbestaan of versterking sector tevreden ouders: groei kinderopvang
Een netwerk kan succesvol zijn voor talentontwikkeling bij kinderen. Hiervoor zijn enkele stappen van belang. Stap 1: Kijk breed naar mogelijke deelnemers Een inventarisatie maken van mogelijke en gewenste deelnemers is een handige manier. Hierbij wordt er gekeken naar het belang van elke deelnemer in het proces. Uiteindelijk worden de talentwerkrelaties getekend en geëvalueerd. Hieronder ziet u een voorbeeld.
Figuur13: voorbeeld van talentwerkrelaties (Miedema, I et al. 2010) Stap 2: Maak afspraken over het onderhoud van het netwerk talentonwikkeling Met het onderhoud van een netwerk wordt bedoeld dat de mensen bijvoorbeeld op tijd geïnformeerd worden. Zo kan men bijvoorbeeld een coördinator aanduiden die zich ontfermt over de samenwerking en signaleert wanneer zaken anders lopen dan verwacht. Stap 3: Deel een visie op de talentonwikkeling Om misverstanden te voorkomen is het handig de visie op talentontwikkeling te expliciteren. Stap 4: Kies een basisstrategie Er zijn verschillende basisstrategieën waarvan er één als hoofdstrategie kan gekozen worden. Het doel van het netwerk talentontwikkeling is talent te ontwikkelen door: * basisstrategie A: zo goed mogelijk aan te sluiten bij de wensen, mogelijkheden en aanleg van ieder kind. Dit netwerk heeft voldoende en stevige deelnemers nodig. * basisstrategie B: op de eenvoudigste manier zo veel mogelijk aanbod bij zo veel mogelijk kinderen te brengen. Samenwerking is hierbij heel belangrijk.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 42
* basisstrategie C: spannend en vernieuwend zijn. Hierbij is het belangrijk nieuwe deelnemers aan te trekken voor nieuwe ideeën en nieuwe relaties te exploreren. Stap 5: Kies voor sturen op inhoud of op resultaten “De deelnemers aan een netwerk talentontwikkeling nemen dikwijls verschillende posities in ten opzichte van de betrokken kinderen.” bv. een gemeente heeft een jeugdbeleid, maar komt weinig of niet in contact met hen. Een muziekvereniging ziet zijn leden meermaals per week en weet zo effectief wanneer zij met hun muziektalent bezig zijn. Stap 6: Bespreek zo nodig het onderling vertrouwen Een netwerk werkt alleen als de leden open staan voor ideeën en betrokken willen zijn. 3. Analyse49 Om bewust te werken aan talentontwikkeling, moet men het aanbod analyseren. Als de cirkel eenmaal doorlopen is, begint het weer van voor af aan.
Figuur 14: aanbod analyseren (Miedema, I. et al 2010) Stap 1: gegevens verzamelen Het gaat hier over gegevens van vraag en aanbod. De vraag bestaat uit de behoeften aan activiteiten die worden gesignaleerd door de professionals en het aanbod is bijvoorbeeld het aantal activiteiten dat beschikbaar is. Stap 2: analyse Bij deze stap stellen we vast wie talent signaleert en wie bepaalt aan welke activiteit een kind deelneemt. Het is ook belangrijk te kijken met welk doel de activiteiten worden georganiseerd. Er wordt ook gekeken welke activiteiten passen bij een specifieke vorm van talentonwikkeling. bv. Vraag: veel meisjes willen zumba leren. Aanbod: de dansschool biedt alleen klassiek ballet aan. 49
Miedema, I. et al. 2010 Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 43
Stap 3: toetsen van doelen en gegevens In deze stap kijken we naar de doelstellingen op het gebied van talentontwikkeling, hoe deze gerealiseerd worden en binnen welke termijnen en met welke middelen dat zal gebeuren. Stap 4: keuzes maken en aan de slag In deze fase gaat het om het maken van een keuze. Soms worden er bepaalde zaken uit het aanbod geschrapt, doordat er geen vraag meer is. bv. Vraag: veel meisjes willen zumba leren. Aanbod: de dansschool biedt alleen klassiek ballet aan. Dit past bij doelstelling: bewegen. Mogelijke oplossing: een juf van het 4de leerjaar geeft aerobicsles. Zij wil deze taak op zich nemen. Belangrijk is ook de evaluatie. Wat is er nu goed gegaan en wat kan beter? 4. Toekomstig resultaat50 Bij deze stap in het proces gaat men terugkoppelen naar het oorspronkelijke doel waar het allemaal mee begon en zo controleren we of de opzet geslaagd is.
4.2 Van een deficitmodel naar een groeimodel51 Bij een deficitmodel controleert men wat kinderen op een bepaalde leeftijd moeten kunnen. Iets wat het kind niet kan, wordt gekenmerkt door een tekort. Vervolgens gaat er veel tijd en energie naar het uitwerken en uitvoeren van een individueel handelingsplan met als uiteindelijk doel het wegwerken van het tekort. Maar wat gebeurt er als dat niet goed lukt? Bij een groeimodel zoek men de groeikracht op in kinderen en geloof men dat die er is. Men luistert naar de kinderen en krijgt zo een zicht op wat hun noden zijn, hoe ze de omgeving en zichzelf zien, wat hun ambities en zorgen zijn, maar ook hun sterktes. Deze benadering wordt een ervaringsgerichte benadering genoemd. Het woord zegt het zelf, het richt zich op de ervaringsstroom in het kind zelf. In het verlengde van dit model ligt het talentenverhaal. Toch heeft dit nog een meerwaarde, want men zoekt hierbij naar wat eruit springt, naar wat elk kind uniek maakt.
4.3 Soorten talenten Een eerste kader voor het begrip talent is gebaseerd op Howard Gardner.52 Hij raakte vooral bekend om zijn visie op leren en intelligentie. Hij onderscheidde 8 verschillende vormen van intelligentie (ook nog kwaliteiten of competenties genoemd) waarvan sommige meer ontwikkeld zijn dan andere. De ene intelligentie wordt maatschappelijk meer gestimuleerd dan de andere en al naargelang de persoon hebben we de mogelijkheden sommige intelligenties meer te ontwikkelen dan andere. 50
Miedema, I. et al. 2010 Aerdren, I. 2010 52 http://www.socius.be/tiki-index.php?page=Howard+Gardner+-+meervoudige+intelligentie+en+educatie 51
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 44
Muzikale intelligentie: het kunnen zingen, bespelen van een muziekinstrument, het kunnen componeren, maar ook acteren. Lichamelijk-kinetische intelligentie: de bekwaamheid in het bewegen en het gebruik van het menselijk lichaam: naast veel sportbeoefenaars, ook beeldende kunstenaars, acteurs... Intrapersoonlijke intelligentie: de vaardigheid om te gaan met onszelf, onze gevoelens, angsten en motivaties: mensen die rond zelfkennis en eigen emoties werken. Interpersoonlijke intelligentie: de vaardigheid om intenties, motivaties en verlangens van andere mensen te herkennen en er mee om te gaan, communicatie- en sociale vaardigheid: gangmakers, bemiddelaars, docenten, politici... Taalkundige intelligentie: de vaardigheid, de kennis en het gevoel voor taal, woorden en betekenissen: dichters, schrijvers, taalkundigen... Logisch-wiskundige intelligentie: de vaardigheid om te rekenen en de nieuwsgierigheid en de kennis om problemen op te lossen: wetenschappers, ingenieurs, onderzoekers... Ruimtelijke intelligentie: de kennis en de vaardigheden om met ruimte te kunnen omgaan: tuinman, landmeters, architecten, stedenbouwkundigen,… Naturalistische intelligentie: de kennis van en interesse in de natuur die mensen in staat stelt om de dingen en wezens uit hun omgeving te herkennen en te catalogiseren: astronomen, biologen, vogelspotters, boeren, natuurliefhebbers... Een tweede kader is afgeleid van de negen ontwikkelingsdomeinen die in het Procesgericht Kindvolgsysteem zijn opgenomen. Deze negen ontwikkelingsdomeinen zijn: kleine motoriek, grote motoriek, taalvaardigheid, sociale competentie, begrijpen van de maatschappelijke wereld, begrijpen van de fysische wereld met inbegrip van technologie, muzische representatie, logisch-mathematisch denken, zelfsturing en ondernemingszin. Bij dit systeem wordt prestatie aan inzet gekoppeld. Men kijkt dus naar het kind in een context, men zoekt naar sporen van betrokkenheid en aanspreekbaarheid in plaats van zich te focussen op de tekorten. De recentste uitwerking voor leerkrachten van bovengenoemde 9 ontwikkelingsdomeinen vindt men in de talententoolbox ‘Inspiratiebubbels’.53 Dit instrument werkt met een ‘talentenarchipel’ (zie figuur 12). De talentenarchipel bevat 9 talenteneilanden, die hetzelfde zijn als de 9 ontwikkelingsdomeinen. Het doosje bevat 60 fiches waarmee de leerkracht aan de slag kan. Bovenaan elke fiche staat steeds vermeld aan welke van de 9 ontwikkelingsdomeinen gewerkt wordt en of het gaat om het ontdekken, verdiepen of tonen van talenten (zie figuur 13). Verder staat op de fiche ook de activiteit omschreven, het benodigde materiaal en mogelijke tips/alternatieven. In de bijlage (3) hebben we enkele fiches opgenomen die we persoonlijk heel toepasbaar vonden in de klas. Bij deze benadering gaat men een context scheppen waarin de leerling alles uit de kast moet halen om de opdracht tot een goed einde te brengen: kennis en inzicht, vaardigheid en intuïtie, attitude en emotie,… Het resultaat van zo’n proces is duurzaam.
53
Fontaine, M. 2010 Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 45
Figuur 15: De talentenarchipel (Fontaine, M. 2010)
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 46
Figuur 16: voorbeeld van een fiche uit de talententoolbox ‘inspiratiebubbels’. (Fontaine, M. 2010) Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 47
5) Het maken van een studiekeuze We maken eigenlijk voortdurend keuzes zonder er echt bij stil te staan. Eenmaal een kind dan in het zesde leerjaar komt, is het plots heel belangrijk daar goed over na te denken en op die manier de ‘goede keuze’ te maken. Voor sommigen is dit heel gemakkelijk omdat ze al weten wat ze later willen worden, anderen worstelen enorm met deze keuze. De leerkracht en ouders kunnen helpen, maar uiteindelijk is het toch het kind zelf dat moet kiezen. Heel belangrijk bij het maken van de juiste keuze is dat men vertrekt vanuit het kind zelf. Het kind zelf moet stilstaan bij vragen zoals ‘Wat kan ik goed? Wat doe ik graag? Heb ik de juiste studiehouding voor die studierichting?’54 Zoals hierboven al uitvoerig werd besproken, moet men dus uitgaan van de talenten van het kind. Belangrijk hierbij is dat deze talenten niet enkel in het zesde leerjaar in de kijker wordt gezet, maar reeds vanaf de kleuterklas.
5.1 Valkuilen Ouders en leerkrachten kunnen een grote hulp bieden bij het maken van een studiekeuze. Ze kunnen het kind motiveren verder te zoeken, stimuleren om iets anders te bekijken of inspireren om de eigen mogelijkheden onder te loep te nemen. Soms kunnen volwassenen ook een hindernis betekenen. Veel ouders willen het beste voor hun kind en sturen hun kind naar de ‘hoogste’ richting ongeacht of hun kind deze richting aankan. Een richting is in theorie helemaal niet ‘hoger’ dan om het even welke andere richting. Ouders en leerkrachten gaan hier soms ook voorbij aan het feit dat je gemotiveerder en gelukkiger bent als je iets doet wat je aankan.
5.2 Studiekeuzehulp Om kinderen te helpen bij het kiezen of om hun een beeld te geven van wat je allemaal kan studeren bestaan er heel wat initiatieven. Vaak komt er iemand van het CLB spreken of geeft de leerkracht uitleg. De kinderen krijgen zo wel een duidelijk overzicht, maar toch blijft dit allemaal nogal abstract. Met het hoekenwerk wilden we concreter te werk gaan door de kinderen vooral veel zelf laten doen en ervaren. Verder zijn er nog leuke initiatieven zoals een studiekeuzebeurs rond technische en beroepsrichtingen die jaarlijks in Brussel wordt georganiseerd. Daar krijgt men ook heel wat informatie aangereikt, maar kan men bovendien ook zelf ervaren, voelen en beleven wat die richtingen juist inhouden. Dit jaar loopt de beurs van 13 tot en met 16 november 2012 in het congrescentrum Square, aan de kunstberg in hartje Brussel.55 Men kan ook aan de slag met de studiekeuzekoffer Kies Raak! Uiteraard is ook een bezoekje aan het beroepenhuis te Gent zeker de moeite waard. In de bijlage (4) zijn er voor de leerkracht enkele interessante sites en een schema van de structuur van het secundair onderwijs opgenomen. Bij de site studiewijzer en de stapper is er ook een stappenplan voorzien.
54 55
http://leerkrachten.wordeenheld.be/node/97 http://www.onderwijsinbrussel.be/brusseldirect/2012-05.asp#b4 Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
II Praktijk
Inleiding In het volgende gedeelte vindt u de praktische uitwerking van het hoekenwerk. Er is steeds een fiche voorzien voor de leerkracht en een fiche voor de leerlingen met het bijhorende materiaal om af te drukken. Wij hebben het hoekenwerk op stage ook al eens getest op twee manieren, de elf hoeken ineens en gesplitst in vijf en zes hoeken over twee lesuren om een zicht te krijgen op de praktische uitvoering in de klas. Onze ervaringen kan u lezen bij de reflecties.
Beste leerkracht Deze koffer is er gekomen om kinderen te helpen bij het maken van een bewuste studiekeuze. In het hoekenwerk kunnen de kinderen eens ‘proeven’ van verschillende beroepen. Dit hoekenwerk is ontstaan in samenwerking met het beroepenhuis te Gent. De verschillende hoeken sluiten aan bij de sectoren die u in het beroepenhuis kunt terugvinden. Natuurlijk bent u vrij het bezoek aan het beroepenhuis al dan niet in de realiteit te brengen. Het is zeker niet nodig om alle hoeken in de praktijk te brengen. U kunt, indien u wenst, zelf een selectie maken uit de hoeken afhankelijk van de beschikbare tijd. In de koffer vindt u per sector een beroepenfiche. Op deze fiche zijn de taken terug te vinden en ook de talenten waarover men best beschikt bij het uitvoeren van de job. Per hoek is er ook extra materiaal voorzien voor de leerkracht en er is een document met het materiaal voor de leerlingen, dat afgedrukt dient te worden om aan de slag te kunnen gaan. Bovenaan wordt steeds door middel van een icoontje aangegeven voor wie het materiaal bestemd is. ‘Ik ben professional’ is de beroepenfiche, ‘ik ben leerkracht’ is het materiaal voor de leerkracht en ‘ik ben leerling’ is het materiaal dat bedoeld is voor de leerling. De bedoeling van dit hoekenwerk is de leerlingen een beeld te geven van hun eigen capaciteiten om op die manier een doordachte studiekeuze te maken. Dit bereiken we door te werken met allerlei proefjes. De leerlingen gaan zelf aan het werk en kunnen, indien er interesse is, verdere informatie verkrijgen. Bij aanvang van deze les kunt u vertellen dat de kinderen zelf gaan ontdekken waar ze al dan niet goed in zijn. Misschien liggen hun talenten binnen één van deze elf sectoren, maar evengoed kan hun interesse buiten deze sectoren vallen. Het is vooral belangrijk voor ogen te houden dat de sectoren heel ruim zijn, ze bestaan stuk voor stuk uit een hele waaier aan beroepen. We hebben per sector één beroep moeten kiezen, omdat het hoekenwerk anders veel te ruim zou worden. Als een proefje een leerling dus niet ligt, wil dit niet meteen zeggen dat de hele sector automatisch niets voor hem/haar is. Afhankelijk van uw klas kunt u vervolgens de hoeken bespreken en dan de kinderen de proefjes laten uitvoeren of gewoon de kinderen aan het werk laten. Toch zouden we in er in ieder geval voor opteren de afspraken duidelijk te verwoorden. In de voorbeeldles hebben we verschillende inleidingen opgenomen. U bent volkomen vrij te kiezen welke inleiding u het beste ligt. Natuurlijk komen er bij een hoekenwerk ook heel wat praktische zaken kijken, maar geen nood: daar hebben we ook voor gezorgd. Bij elke hoek staat duidelijk beschreven welk materiaal er nodig is om de proef tot een goed einde te brengen. In de bijlage (2) achterin vindt u ook een materiaallijst voor een volledig overzicht van al het benodigde materiaal. Het is bijna kosteloos en gemakkelijk te vinden. Omdat het natuurlijk belangrijk is dat alle leerlingen de verschillende sectoren doorlopen, werken we met een doorschuifsysteem. Op een fluitsignaal ruimen de leerlingen hun proef op en bij de muziek schuiven ze door naar de volgende post. Indien u beschikt over een smartboard, kunt u op bord ook een timer projecteren. Op het einde van deze les kunt u nog eens overlopen wat de leerlingen nu precies ontdekt hebben en of er eventueel interesse is voor een bepaalde sector. Hiervoor kunt u gebruik maken van de evaluatiefiche, maar dit is uiteraard ook vrijblijvend. Hier kunt u in een volgende les eventueel dieper op ingaan.
e
Klas: 3 graad
Aantal lln: +/-16
LESVOORBEREIDING Duur: 2 keer 50 minuten
Leergebied/Domein: W.O. / Techniek Onderwerp: hoekenwerk
Didactische Beginsituatie: - Na te gaan op stageschool. - Als lk. kunt u er ook voor kiezen om de les i.v.m. talenten in de bijlage (5) achterin, te geven als voorbereiding op het hoekenwerk Situering in de leerplannen: GO! 3.3.1.2 De leerlingen tonen een explorerende en experimentele aanpak om meer te weten te komen over techniek. 3.3.1.4 De leerlingen kunnen hygiënisch, veilig, zorgzaam en nauwkeurig werken. 3.3.2.9 De leerlingen kunnen van veel voorkomende en zelf vaak gebruikte technische systemen illustreren hoe ze onder meer gebaseerd zijn op kennis van een aantal gebruikte technische principes. (constructies) 3.3.3.17 De leerlingen kunnen een eenvoudige werktekening of handleiding stap voor stap uitvoeren. 3.3.4.5 De leerlingen kunnen correct gebruiken maken van een technisch systeem al dan niet a.d.h.v een stappenplan. OVSG WO-TEC-02.05 De leerlingen gebruiken technische realisaties in verschillende toepassingsgebieden van techniek. WO-TEC-02.24 De leerlingen voeren een eenvoudige werktekening of handleiding stap voor stap uit. WO-TEC-04.02 De leerlingen zijn bereid hygiënisch, veilig en zorgzaam te werken. WO-TEC-04.04 De leerlingen tonen een experimentele en explorerende aanpak om meer te weten te komen over techniek. Situering in de eindtermen: GO! Techniek als menselijke activiteit: 2.13 De leerlingen kunnen een eenvoudige werktekening of handleiding stap voor stap uitvoeren. 2.15 De leerlingen kunnen technische systemen in verschillende toepassingsgebieden van techniek gebruiken en/of realiseren. 2.16* De leerlingen kunnen hygiënisch, nauwkeurig, veilig en zorgzaam werken. OVSG Techniek als menselijke activiteit: ET WO 2.13 De leerlingen kunnen een eenvoudige werktekening of handleiding stap voor stap uitvoeren ET WO 2.15 De leerlingen kunnen technische systemen in verschillende toepassingsgebieden van techniek gebruiken en/of realiseren.
ET WO 2.16* De leerlingen kunnen hygiënisch, nauwkeurig, veilig en zorgzaam werken Lesdoelen: De leerlingen kunnen: - verwoorden wat hun talenten zijn. - een stappenplan volgen. - samenwerken. - zich inleven in een situatie. Bronnen: zie referentielijst Onderwijs- en leermiddelen: beroepenfiches hoek 1-5, leerlingenfiches hoek 1-5, veiligheidskledij, gebodsborden en foto’s, bibberspiraal, knijpkaarten, scheepsknopen en bijbehorende stappenplannen, citroensap, tandenstokers, papier, strijkijzer, beroepenfiches hoek 6-11, leerlingenfiches hoek 6-11, stiften, keukenpapier, plastic bak, verbanden, servetten, stappenplannen, satéprikkers, plasticine, foto stelling, schmink, crème, ontschminker, spiegel Bijlagen: 1) Fiches met foto’s beroep 2) Een oud verhaal over talenten (klasgesprek 2) 3) Ppt (klasgesprek 3) 4) Evaluatiefiche
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 53
Lesfase 1: Instap Voororganisatie: - Alle hoeken staan klaar met beroepenfiche, fiche voor de ll., fiche met foto’s (eventueel zie bijlage 1) en het benodigde materiaal. - De leerkracht heeft alle hoeken doorgenomen en aangepast aan zijn/haar klas. - De leerkracht heeft de hoeken die hij/zij wil opnemen in het hoekenwerk gespreid over 2 dagen (indien meer dan 6 hoeken opgenomen worden in het hoekenwerk). - Het is ook aan te raden al eens vooraf de manier van doorschuiven te oefenen, zodat de kinderen al enigszins vertrouwd zijn met het principe van hoekenwerk. (voor een klas die hier weinig ervaring mee heeft) - De leerkracht heeft al een indeling in groepen gemaakt (op bord geschreven/geprojecteerd op digitaal bord) Mogelijke instappen: Klasgesprek 1 (5 min.) - “Zoals jullie zien, gaan we vandaag eens proeven van verschillende beroepen. Deze beroepen horen natuurlijk thuis binnen een veel grotere sector bv. matroos behoort tot de sector scheepsvaart. Daarbinnen vind je dus ook kapiteins, dokwerkers,… Het is dus niet zo omdat misschien één beroep je niet ligt, heel de sector automatisch niets voor jou is.” - “Per beroep is er een beroepenfiche voorzien waarop staat wat de job allemaal inhoudt en welke talenten daarbij belangrijk zijn. Er is ook een opdrachtkaart met daarop de uitleg wat je in deze hoek moet doen. Lees dit altijd eerst eens goed door voor je aan de opdracht begint. Soms zal je merken dat een opdracht je goed ligt, misschien heb je dan wel talent hiervoor, maar dit wil zeker nog niet zeggen dat je de geschikte persoon bent voor dit beroep. De job zelf houdt natuurlijk heel wat meer in dan dit kleine experiment dat je nu uitprobeert. Maar als je misschien zegt van ‘hé daar ben ik precies wel goed in’ of ‘ik vind dit wel leuk om te doen’, kan je misschien eens nadenken over een eventuele technische opleiding. Maar genoeg gepraat nu, we gaan aan de slag. Op bord ga ik de namen projecteren zodat jullie weten wie in welke hoek start. Als ik fluit, ruimen we het materiaal in de hoek op. Zet alles terug zoals je het gevonden hebt, zodat de volgende groep meteen aan de slag kan. Als je de muziek hoort spelen, mag je doorschuiven naar de volgende hoek. (de lk. bespreekt samen met de lln. de doorschuifrichting). Klasgesprek 2 (13 min.) - “Ik ga een verhaal voorlezen (zie bijlage 2), luister goed, dan kan je me straks vertellen waarover het gaat.” De leerkracht leest het verhaal voor en vraagt vervolgens waarover het gaat. - “Waarover ging het verhaal?” - “Wat gebeurde er met de derde knecht?” Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 54
Na het verhaal wordt kort de uitleg hierboven gegeven. Klasgesprek 3 (13 min.) De lk. laat een aantal foto’s zien (zie bijlage 3) en stelt de volgende vragen: - “Wie zie je op de foto?” - “Wat is zijn/haar talent?” Als lk. kunt u rekening houden met de interesses binnen uw klas, als er bv. voetbalfans zijn kunnen foto’s uit de voetbalwereld opgenomen worden. Na het bespreken van de foto’s/talenten wordt kort de uitleg bij klasgesprek 1 gegeven. De leerkracht maakt samen met de leerlingen afspraken. - ‘”Waarop moeten we zeker letten tijdens hoekenwerk?” (samenwerken, op tijd doorschuiven, opruimen,…) Er worden duidelijke afspraken gemaakt: bij een fluitsignaal wordt er opgeruimd, zodat de volgende groep meteen aan de slag kan. Als we de muziek horen spelen, schuiven we door. De leerkracht overloopt samen met de leerlingen de hoeken waarbij hij/zij denkt dat er nog wat uitleg vereist is. (dit gebeurt heel kort aangezien er bij elke hoek ook een opdrachtenfiche ligt). lesfase 2: Kern (77 min.) Inhoud: beroepen Hier kan u kiezen welke hoeken u op welke dag legt, of u meer/minder hoeken opneemt. Bv. DAG 1 (30 min.) Hoek 1: De kinderen kleden zich aan met veiligheidsbril en dergelijke. Ze nemen de kaartjes en leggen het juiste gebodsbord bij de bijhorende situatie. Bij deze hoek hebben de kinderen de mogelijkheid om zichzelf te verbeteren. Hoek 2: De kinderen voeren hier het spelletje uit met de bibberspiraal. Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 55
Hoek 3: De kinderen werken hier met een knijpkaart. Ze bevestigen de rode wasknijper naast de stelling indien ze hier niet mee akkoord gaan. Indien ze wel akkoord gaan, bevestigen ze de groene wasknijper. Bij deze opdracht kunnen ze zichzelf verbeteren. Bij een volgend spelletje moeten ze bij verkeersborden (uiterlijk voor vrachtwagenchauffeurs) verbinden met de juiste uitleg. Hoek 4: In deze hoek is het de bedoeling dat de kinderen aan de slag gaan met scheepsknopen. Ze kiezen zelf een knoop en aan de hand van een stappenplan leggen ze een knoop. De moeilijkheid wordt aangegeven door middel van roeren. Hoe meer roeren op de kaart, hoe moeilijker. Hoek 5: In deze hoek schrijven de kinderen een geheim bericht met citroensap. DAG 2 (36 min.) Hoek 6: In deze hoek gaan de kinderen kleuren ontmengen. Ze gebruiken hiervoor koffiefilters en een grote plastic bak. Ze zetten met stift puntjes op de reepjes en houden dit in water. De kinderen verwoorden ook wat ze opmerken. Hoek 7: Bij deze hoek is het de bedoeling dat de leerlingen zoals een echte verpleegkundige verbanden leren aanleggen. Hiervoor doen ze beroep op enkele stappenplannen. Hoek 8: De kinderen proeven geblinddoekt enkele producten. Ze verwoorden ook wat ze proeven. Hoek 9: De kinderen leren met behulp van een stappenplan servetten vouwen op verschillende manieren.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 56
Hoek 10: De kinderen maken met behulp van satéprikkers en plasticine een echte stelling. Hoek 11: Bij deze hoek mogen de leerlingen kiezen uit twee opdrachten, nl. schminken of een massage geven. De massage-oefening wordt beschreven in de opdrachtenfiche en voor het schminken mogen de kinderen gebruik maken van een stappenplan. Lesfase 3: slot (10 min.) Afronding dag 1: (10 min.) Opruimen materiaal en terugplaatsen van de banken - “Jullie hebben alle proefjes gedaan, maar omdat het de bedoeling is dat we iets met onze ervaring doen, gaan we eens kort de opdrachten overlopen.” - “ Welke opdrachten vond je leuk om te doen?” - “ Wat lukte er bij jullie heel goed en wat ging er minder? Wie wil daar iets over vertellen?” - “ Morgen gaan we kennis maken met nog 6 andere beroepen. We gaan erop letten dat we morgen … (ev. moeilijkheden bespreken) Afronding dag 2: (9 min.) Opruimen materiaal en terugplaatsen van de banken - “Jullie hebben opnieuw alle proefjes gedaan, we gaan eerst nog eens kort de verschillende hoeken overlopen. - “ Welke opdrachten vond je leuk om te doen?” - “ Wat lukte er bij jullie heel goed en wat ging er minder? Wie wil daar iets over vertellen?” Na het volledige hoekenwerk kan u er ook voor kiezen een evaluatiefiche mee te geven (zie bijlage 4) om de kinderen en hun ouders in dialoog te laten gaan over een mogelijke studiekeuze naar volgend jaar toe. Het deeltje voor de kinderen kan in de klas besproken worden, als huiswerk vragen de kinderen ook eens aan hun ouders wat zij vinden van hun studiekeuze.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 57
Bijlage 1:
Hoofd veiligheid en gezondheid
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 58
Lasser
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 59
Vrachtwagenchauffeur
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 60
Matroos
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 61
Laborant
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 62
Drukwerkvoorbereider
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 63
Verpleegkundige
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 64
Voedingstechnoloog
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 65
Kelner
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 66
Stellingbouwer
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 67
Grimeur
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 68
Masseur
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 69
Bijlage 2:
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 70
Bijlage 3: Foto’s ppt:
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 71
Iedereen heeft talenten!
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 72
Bijlage 4:
Naam: ………………………………………………………….. Ik heb interesse voor het(/de) volgende beroep(en): …………………………………………………………..
Vraag Kwam het beroep voor in het hoekenwerk? Zo ja: heb je nu een duidelijker beeld van wat het beroep/de sector inhoudt? Wat moet je voor het beroep kunnen? Welke talenten heb je al? Aan welke talenten moet je nog werken om dit beroep te kunnen uitoefenen? Zou jij dit beroep kunnen uitoefenen? Waarom wel/niet? Waar merk je gelijkenissen en verschillende tussen jouw antwoorden en die van je ouders?
Wat denk ik zelf? En mijn ouders?
Gelijkenissen
Verschillen
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 73
Hoek 1 Sector: Metaal en technologie Bedienden
Hoofd veiligheid en gezondheid In deze hoek gaan de kinderen zich eerst veilig uitdossen. Om ervoor te zorgen dat ze de veiligheidskledij in de juiste volgorde aandoen is er een stappenplan voorzien. Vervolgens krijgen ze een aantal onveilige werksituaties voorgeschoteld. De kinderen denken na over wat er nodig is om de veiligheid te garanderen (veiligheidsbril, veiligheidsschoenen, veiligheidshelm,…) door het juiste pictogram naast de foto te leggen. In de bijlage (materiaal om af te drukken) vindt u deze pictogrammen en de foto’s terug, druk deze 2 maal af: 1 keer om te verknippen en 1 keer als oplossing voor de kinderen. Voor hergebruik is het raadzaam de pictogrammen en foto’s te lamineren. Hebben de kinderen toch nog tijd over, dan kan u ze altijd zelf eens laten nadenken over een onveilige situatie en een pictogram dat erbij zou kunnen horen. In deze hoek voorziet men: De leerlingenfiche (zie bijlage 1) De beroepenfiche van het hoofd veiligheid en gezondheid (zie bijlage 2) Stappenplan om zich veilig te kleden (zie bijlage 3) De verschillende pictogrammen en de foto’s van de onveilige werksituatie die u geknipt en eventueel gelamineerd heeft (zie bijlage 4) De oplossing (zie bijlage 4) Veiligheidsbril, veiligheidsschoenen,… Extra opdracht Doelstellingen: - De kinderen kunnen aangeven wat in een bepaalde onveilige situatie nodig is om veilig te kunnen werken. - De kinderen kunnen de gebodspictogrammen herkennen. Eindtermen/leerplannen Eindtermen: GO! 1.2 De leerlingen kunnen in omgang met anderen respect en waardering opbrengen. 1.6 De leerlingen kunnen kritisch zijn en een eigen mening formuleren. OVSG ET SV 3 De leerlingen kunnen samenwerken met anderen, zonder onderscheid van sociale Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 74
achtergrond, geslacht of etnische origine. ET SV 1.6 De leerlingen kunnen kritisch zijn en een eigen mening formuleren. Leerplannen: GO! 3.1.3.12 De leerlingen kunnen talenten opsommen van mensen die beroepen uitoefenen (in diverse beroepsgroepen). 3.5.9.3 De leerlingen kunnen de betekenis van de aanwijzingsborden verwoorden die voor hen van toepassing zijn. OVSG WO-MAA-SEV-5 De leerlingen weten dat er ook gevaarlijke en ongezonde beroepen bestaan. WO-MAA-SEV-11 De leerlingen tonen respect voor alle vormen van arbeid. Toepassingen: - In een fabriek komt men deze veiligheidspictogrammen frequent tegen. - In heel wat andere sectoren zoals bv. bouw wordt gebruik gemaakt van beschermingsmiddelen bv. veiligheidshelm.
Andere mogelijkheden en interessante sites: Beroepenatelier metaal- en technologie: Op de site van het beroepenhuis is het beroepenatelier voor de sector metaal en technologie terug te vinden via http://www4.gent.be/Gsiw/GSIW/subsitedetails3.aspx?subsiteID=18&LID=4428&MID=1500 &tID=1. Op deze site is een lesvoorbereiding voor het basisonderwijs voorzien. Als inleiding wordt een kringgesprek over de verschillende technische beroepen en beroepskeuze voorzien. Ook de site hieronder komt aan bod. Als activiteiten wordt een figuur gesoldeerd (solderen is ook een lastechniek) en gaan de leerlingen meten met de schuifmaat. Tot slot volgt een evaluatie. Welk beroep past het best bij jou (binnen de sector metaal)? Dat kan je testen op http://www.metaal.mijnberoep.be/new/home.php door te klikken op de puzzelstukken die jou interesseren. Als je dat gedaan hebt, klik je op zoek en krijg je een lijstje met beroepen die bij jou passen. Teamleader spel: Via http://www.beroepenhuis.be/beroepenateliers.html kan je helemaal onderaan bij speel het spel ‘teamleader’ het spel downloaden. Je gaat er aan de slag als teamleader en moet ervoor zorgen dat de klanten tijdig hun bestellingen ontvangen. Dit doe je door 3 arbeiders aan een machine te plaatsen en 2 laders en lossers de goederen (cirkels, driehoeken en vierhoeken) bij de respectievelijke vrachtwagens van de bestellers te laten laden en lossen. In het begin zal het spel nogal moeilijk lijken, maar wie de help goed volgt, zal erin slagen een bestelling met succes af te ronden. Bij elke goede bestelling ontvang je een aantal letters van een woord, deze vormen op het einde het woord ‘teamplayer’.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 75
Hoek 1 Sector: Metaal en technologie Bedienden
Hoofd veiligheid en gezondheid De chef veiligheid en gezondheid zorgt ervoor dat de werkmensen veilig en in een hygiënische situatie kunnen werken in de fabriek.
Vooraleer je aan de opdracht begint, mag je je eerst veilig kleden. Neem nu de kaartjes en leg het juiste gebodsbord bij de onveilige situatie. Na het maken van de oefening, kan je de juiste oplossing aan de leerkracht vragen. Schud de kaartjes daarna door elkaar voor de volgende groep. Indien je nog tijd over hebt, neem je het werkblad en maak je de extra opdracht. Bij deze opdracht moet je zelf een onveilige situatie beschrijven en maak je zelf een symbool.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 76
Sector: Metaal en Technologie Bedienden
Hoofd veiligheid en gezondheid Je bent verantwoordelijk voor de veiligheid en de gezondheid in het metaalbedrijf voor werknemers en bezoekers. Je zorgt ervoor dat de wettelijke veiligheidsvoorschriften van de machines worden nageleefd.
leiding geven
campagnes op touw zetten
oplossingen bedenken
veilig werken
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 77
Stappenplan Hoe kleed ik me veilig aan?
2
Neem de veiligheidsbril (1), het mondmasker (2), de gehoorbescherming (3) en de veiligheidshelm (4) erbij.
4 1 3
1)
We beginnen met de veiligheidsbril op te zetten.
2)
Daarna het mondmasker.
3)
Vervolgens de gehoorbescherming.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
4)
p. 78
En tot slot de veiligheidshelm.
Ziezo, nu kan je veilig aan het werk!
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 79
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 80
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 81
Hoek 1 opdracht
1. Neem het werkblad en lees de opdracht. 2. Neem een blad papier en een potlood. 3. Teken onder je beschrijving een symbool dat past bij wat je net beschreven hebt.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 82
Hoek 1 1. Beschrijf een onveilige situatie in vijf zinnen. _____________________________________________ _____________________________________________ _____________________________________________ _____________________________________________ _____________________________________________ _____________________________________________ _____________________________________________ 2. Teken hieronder een symbool dat bij je beschrijving past.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 83
Hoek 2 Sector: Metaal en technologie Arbeiders
De lasser In deze hoek is het de bedoeling dat de kinderen werken met een bibberspiraal. Een bibberspiraal kan men eenvoudig zelf maken. In de bijlage in dit document vindt u een lesvoorbereiding waarmee u de kinderen in een voorafgaande les techniek elk een bibberspiraal kan laten maken. U vindt er ook een stappenplan waarmee u zelf aan de slag kan. Verklaring: De bibberspiraal is in feite een onderbroken stroomkring. Telkens je de ijzerdraad raakt is de stroomkring gesloten waardoor het lampje gaat branden. De lus is in feite een soort van schakelaar die de stroomkring sluit. In deze hoek voorziet men: De leerlingenfiche (zie document met materiaal om af te drukken) De beroepenfiche van de lasser (zie document met materiaal om af te drukken) De bibberspiraal Doelstellingen: - De kinderen kunnen met de lus het traject afleggen zonder de ijzerdraad te raken. - De kinderen ondervinden dat je een vaste hand nodig hebt om deze proef tot een goed einde te brengen. Eindtermen/leerplannen Eindtermen: GO! 1.26 De leerlingen kunnen klein motorische vaardigheden in verschillende situaties voldoende nauwkeurig gedoseerd en ontspannen uitvoeren. *2.10 De leerlingen tonen zich bereid om nauwkeurig en veilig te werken, geen materiaal te verkwisten en zorg te dragen voor het gereedschap. OVSG ET LO 1.26 De leerlingen kunnen klein motorische vaardigheden in verschillende situaties voldoende nauwkeurig gedoseerd en ontspannen uitvoeren. ET WO 2.16* De leerlingen kunnen hygiënisch, nauwkeurig, veilig en zorgzaam werken. Leerplannen: GO! 3.3.1.3 De leerlingen kunnen hygiënisch, veilig, zorgzaam en nauwkeurig werken. Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 84
4.1.4. De leerlingen kunnen klein motorische vaardigheden in gevarieerde situaties: diverse grepen functioneel toepassen bij het hanteren van voorwerpen en spelmaterieel. OVSG WO-MAA-SEV-11 De leerlingen tonen respect voor alle vormen van arbeid. Toepassingen: - Bij het lassen heeft men scherpe ogen en een vaste hand nodig. Als men bibbert, is men niet in staat 2 stukken zorgvuldig aan elkaar te lassen. - schakelaars en stroomkringen komen we in huis ook overal tegen. Bijlagen: 1) Lesvoorbereiding: maken van een bibberspiraal 2) Andere mogelijkheden en interessante sites
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 85
LESVOORBEREIDING e
Klas: 3 graad
Aantal lln: +/- 16
Duur: 50 à 60 minuten
Leergebied/Domein: W.O. / Techniek Onderwerp: een bibberspiraal maken
Didactische Beginsituatie: - De kinderen hebben al eerder met stappenplannen gewerkt. - De kinderen kunnen gericht luisteren naar een instructie. Situering in de leerplannen en eindtermen: Eindtermen GO: 2.2 De leerlingen kunnen van voorzieningen of voorwerpen uit hun omgeving aangeven welke de energiebron is die verantwoordelijk is voor de verlichting. 2.7 De leerlingen kunnen aan de hand van een al dan niet zelfgemaakte werktekening of handleiding het geschikte materiaal en gereedschap kiezen en daarmee de constructieactiviteit stap voor stap juist en veilig uitvoeren. *2.10 De leerlingen tonen zich bereid nauwkeurig en veilig te werken, geen materiaal te verkwisten en zorg te dragen voor het gereedschap. OVSG: ET WO 2.10 De leerlingen kunnen bepalen aan welke vereisten het technisch systeem dat ze willen gebruiken of realiseren, moet voldoen. ET WO 2.12 De leerlingen kunnen keuzen maken bij het gebruiken of realiseren van een technisch systeem, rekening houdend met de behoefte, met de vereisten en met de beschikbare hulpmiddelen. ET WO 2.13 De leerlingen kunnen een eenvoudige werktekening of handleiding stap voor stap uitvoeren. Leerplannen GO: 3.3.1.4 De leerlingen kunnen hygiënisch, veilig, zorgzaam en nauwkeurig werken. 3.3.3.17 De leerlingen kunnen een eenvoudige werktekening of handleiding stap voor stap uitvoeren.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 86
OVSG: WO-TEC-02.24 De leerlingen voeren een eenvoudige werktekening of handleiding stap voor stap uit. WO-TEC-04.03 De leerlingen zijn bereid nauwkeurig te werken. WO-TEC-02.26 De leerlingen controleren of een technische realisatie voldoet aan vooropgestelde behoeften en eisen. Lesdoelen: - De leerlingen kunnen aandachtig luisteren naar een instructie. - De leerlingen kunnen uitleggen hoe een stroomkring werkt. - De leerlingen kunnen een bibberspiraal maken aan de hand van een stappenplan. Bronnen: Kock, R. Poortenga, A. Zittema, R. Van den Engel, D. Werkboek Robotica (2e oplage, 1994) Schoonhoven: Academic Service De Moor, L. De Garagastenkrant: De elektrische kringloop (twintigste nummer, oktober 2006) Brussel: EDUCAM Lesmateriaal “ De stroomkring” Science center Nemo geraadpleegd via http://www.enemo.nl/?id=3&s=88&PHPSESSID=e...&extra=2&gebruik=3&p=1&PHPSESSID=e... op 1 februari 2012 Bijlagen: 1) Overzicht benodigd materiaal voor het maken van een bibberspiraal 2) Stappenplan voor de leerkracht 3) Stappenplan voor de leerling
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 87
1) Voororganisatie - De tafels zijn in eilandjes verspreid over de klas met het benodigde materiaal. De kinderen gaan bij het binnenkomen in de zithoek zitten er wordt duidelijk gezegd dat ze (voorlopig) nog niet aan het materiaal mogen komen. - In de zithoek ligt een snoer kerstverlichting 2) Inleiding klasgesprek in de zithoek (7 min.)
Ik heb hier een snoer kerstverlichting meegebracht, sommigen van jullie hebben dit vast wel al eens gebruikt tijdens de kerstdagen. - Wat gebeurt er eigenlijk als ik de stekker in het stopcontact steek? Er is stroom, waardoor de lichtjes gaan branden. - Krijgen alle lichtjes evenveel stroom denk je? Ja, want ze branden even fel. - Wat gebeurt er als er 1 lichtje kapot is? De stroomkring is onderbroken, de lichtjes na het kapotte lampje zullen niet langer branden. Elektriciteit is handig omdat je het makkelijk kan omzetten in andere energie, in licht en warmte, bijvoorbeeld. Elektriciteit is altijd in beweging, om elektriciteit/stroom te gebruiken hebben we een stroomkring nodig. Batterijen/stopcontacten zijn stroombronnen, als je de 2 aansluitpunten verbindt met een verbruiker (lampje, verwarming,…) dan kan je de stroom gebruiken. Natuurlijk lukt de verbinding alleen als we geleiders (materiaal dat stroom goed doorlaat) gebruiken bv. metaal. Ander materiaal zoals hout, plastic en glas laat stroom niet goed door, het zijn isolatoren. Daarom zit er rond het metaal van de kerstverlichting nog een laagje plastic. Een leuke manier is om dit ook eens uit te beelden: de lln. gaan in een kring staan/zitten en geven elkaar handen. 1 leerling is de batterij die stroom doorgeeft aan de andere kinderen (de geleiders) d.m.v. een kneepje in hun hand. Deze leerling heeft dit op zijn beurt door aan een andere enz. 1 leerling speelt de lamp. Zodra het kneepje is aangekomen bij de lamp roept die leerling “De lamp brandt.” - Met een stroomkring kan je ook een heel leuk spelletje spelen waarvoor je stalen zenuwen nodig hebt. Heeft er al iemand eens gespeeld met een bibberspiraal? Vandaag gaan we er zelf een bibberspiraal maken! Het benodigde materiaal en een stappenplan vind je op je plaats. Zorg ervoor dat je veilig werkt en zorgzaam omspringt met het materiaal. Lukt iets niet, vraag het dan eerst aan de kinderen aan jouw tafel en daarna aan de juf. 3) Kern individueel werk en groepswerk (33 min.)
De lln. gaan naar hun plaats en volgen het stappenplan, waar nodig vragen ze hulp aan de andere kinderen op het eilandje of aan de leerkracht. De leerkracht helpt waar nodig. De lln. mogen verschillende circuits maken en kunnen elkaars circuits daarna uittesten. De leerlingen testen wie het verste raakt zonder het lampje te laten branden/de zoemer te laten afgaan
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 88
4) Afronding gesprek (10 min.)
- Vonden jullie het moeilijk om een bibberspiraal te maken? Welke problemen heb je ondervonden? Bv. De stroomkring was niet gesloten, waardoor het lampje niet ging branden/de zoemer niet afging. - Wie heeft de meest vaste hand van de klas?
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 89
Overzicht benodigde materiaal:
2 1
6 3
4
9 8 7
5
1)
Houten plankje of MDF plaat van 200 x 100 x 16 mm (al dan niet geschilderd)
2)
Zoemer voor een bibberspiraal met geluid
3)
Constructiemateriaal: schroevendraaier, stanleymes en 4 houtschroeven
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 90
4)
Bovenaan gestripte draad in de vorm van een oogje geplooid.
5)
Elektrische kabel
6)
Blokbatterij van 9 volt en bijhorende batterijclip
7)
Klemijzer om de batterij op zijn plaats te houden
8)
3 kroonsteentjes
9)
Beveiligde koperdraad en gestripte koperdraad (met behulp van stanleymes/ striptang)
Extra/ander materiaal: Een striptang: de kinderen werken beter niet met een stanleymes, een striptang kan eveneens gebruikt worden om de beveiliging van de koperdraad te verwijderen.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 91
Kniptang: om de koperdraad en elektrische kabel te knippen. Schroevendraaier
9 volt lampje (voor een bibberspiraal met licht)
lampfitting (voor een bibberspiraal met licht) u kunt er ook voor kiezen te werken met paperclips/ijzeren duimspijkers om te geleiden
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 92
Stappenplan voor de leerkracht:
1)
Neem een houten plankje, u kunt ervoor kiezen het plankje te beschilderen.
2)
Neem de koperdraad en verwijder de beveiliging. Dit gaat het snelste met een Stanleymes, maar als deze opdracht met kinderen wordt uitgevoerd, is het aan te raden een striptang te gebruiken. Plooi de koperdraad in de gewenste vorm.
3)
Neem een ander stuk koperdraad en ontstrip slechts 1 gedeelte, plooi dit deel in de vorm van een oogje.
4)
5)
Bevestig 2 kroonsteentjes met 2 houtschroeven op het plankje.
Plaats de ontstripte, geplooide koperdraad tussen deze 2 kroonsteentjes.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 93
6)
Neem de elektrische kabel en bevestig deze aan het ene einde van de geplooide koperdraad. Bevestig achtereenvolgens het lampje, kroonsteentje, draadoogje en de batterijclip zoals op de foto.
7)
Monteer het klemijzer en de batterij zodat deze op zijn plaats blijft.
8)
Sluit de batterij aan op de batterijclip en test de bibberspiraal.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 94
Stappenplan Voor het maken van een bibberspiraal
1)
Neem de koperdraad en de striptang en verwijder de beveiliging. Bewaar ook nog wat koperdraad met beveiliging.
2)
Plooi de gestripte koperdraad in een vorm naar keuze voor je bibberspiraal. Maak het niet te makkelijk!
3)
Neem nu het andere stukje koperdraad en strip enkel de bovenkant van de beveiliging weg. Plooi dit deel in een oogje zoals op de foto.
4)
Neem je plankje erbij en bevestig 2 kroonsteentjes met de schroefjes en de schroevendraaier zoals op de foto.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
5)
6)
p. 95
Bevestig de geplooide vorm tussen de 2 kroonsteentjes.
Neem de elektrische kabel en bevestig deze aan het ene einde van de geplooide koperdraad. Bevestig achtereenvolgens het lampje, kroonsteentje, draadoogje en de batterijclip zoals op de foto.
7)
Monteer het klemijzer en de batterij zodat deze op zijn plaats blijft.
8)
Sluit de batterij aan op de batterijclip en test de bibberspiraal.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 96
Andere mogelijkheden en interessante sites: Beroepenatelier metaal- en technologie: Op de site van het beroepenhuis is het beroepenatelier voor de sector metaal en technologie terug te vinden via http://www4.gent.be/Gsiw/GSIW/subsitedetails3.aspx?subsiteID=18&LID=4428&MID=1500 &tID=1. Op deze site is een lesvoorbereiding voor het basisonderwijs voorzien. Als inleiding wordt een kringgesprek over de verschillende technische beroepen en beroepskeuze voorzien. Ook de site hieronder komt aan bod. Als activiteiten wordt een figuur gesoldeerd (solderen is ook een lastechniek) en gaan de leerlingen meten met de schuifmaat. Tot slot volgt een evaluatie. Welk beroep past het best bij jou (binnen de sector metaal)? Dat kan je testen op http://www.metaal.mijnberoep.be/new/home.php door te klikken op de puzzelstukken die jou interesseren. Als je dat gedaan hebt, klik je op zoek en krijg je een lijstje met beroepen die bij jou passen.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 97
Hoek 2 Sector: Metaal en technologie Arbeiders
De lasser
Net zoals de lasser een vaste hand nodig heeft, heb jij ook een vaste hand nodig om het lampje van de bibberspiraal niet te doen branden!
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 98
Sector: Metaal en Technologie Arbeiders
Lasser Je verbindt 2 stukken metaal door middel van hitte of druk. Je kent de verschillende lastechnieken en kan deze toepassen.
veilig werken
zelfstandig werken
vaste hand
nauwkeurig
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 99
Hoek 3 Sector: Transport en logistiek
De vrachtwagenchauffeur In deze hoek proberen we een aantal vooroordelen rond het beroep ‘vrachtwagenchauffeur’ uit de wereld te helpen. De kinderen vinden in deze hoek knijpkaart 1 met daarop een aantal uitspraken over het beroep vrachtwagenchauffeur. Is de stelling volgens hun fout, dan bevestigen ze een rode wasknijper naast de stelling. Is de stelling juist, dan bevestigen ze een groene wasknijper Wanneer de kinderen klaar zijn vragen ze de oplossing aan de leerkracht. Zo kunnen ze zichzelf verbeteren en krijgen ze ook extra uitleg. Verder is er ook knijpkaart 2 met daarop een aantal verkeersborden die specifiek gericht zijn aan een vrachtwagenbestuurder. Hier moeten ze de juiste uitleg met het bijpassende verkeersbord verbinden door dezelfde kleur wasknijper te gebruiken. Opnieuw kunnen ze de oplossing bij de leerkracht verkrijgen. U kunt ervoor kiezen de kinderen in groepjes van twee te laten werken aan een knijpkaart, waarbij ze discussiëren en na het oplossen kunnen wisselen met het andere groepje van twee. In de bijlage vindt u de knijpkaarten en de oplossingen, voor langdurig gebruik is het raadzaam deze te lamineren. Uit ervaring bleek dat deze opdracht met de knijpkaarten niet lang duurde, waardoor we nog een extra proefje hebben voorzien. Bij deze proef gaan de kinderen doen alsof ze in een vrachtwagencabine zitten. Ze leggen een voorwerp op de grond en verleggen dit tot ze het voorwerp effectief kunnen zien. Op deze manier ondervinden de leerlingen dat een vrachtwagenchauffeur in een rechte lijn kijkt, waardoor hij sommige zaken in het verkeer onmogelijk op tijd kan zien. In deze hoek voorziet men: De leerlingenfiche (zie document met materiaal om af te drukken) De beroepenfiche van de vrachtwagenchauffeur (zie document met materiaal om af te drukken) Knijpkaart 1 en oplossing (zie document met materiaal om af te drukken) Knijpkaart 2 en oplossing (zie document met materiaal om af te drukken) acht rode en acht groene wasknijpers (stellingen) Een blauwe, rode, gele, witte en lichtblauwe wasknijper (verkeersborden) Extra opdracht: “ Een vrachtwagencabine nabootsen”. Doelstellingen: - De kinderen kunnen een aantal verkeersborden die met vrachtwagens te maken hebben benoemen. - De kinderen kunnen eerlijk op een aantal stellingen antwoorden.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 100
Eindtermen/leerplannen Eindtermen: GO! 1.2 De leerlingen kunnen in omgang met anderen respect en waardering opbrengen. 1.6 De leerlingen kunnen kritisch zijn en een eigen mening formuleren. OVSG ET SV 3 De leerlingen kunnen samenwerken met anderen, zonder onderscheid van sociale achtergrond, geslacht of etnische origine. ET SV 1.6 De leerlingen kunnen kritisch zijn en een eigen mening formuleren. Leerplannen: GO! 3.5.9.3 De leerlingen kunnen de betekenis van de aanwijzingsborden verwoorden die voor hen van toepassing zijn. 3.1.3.12 De leerlingen kunnen talenten opsommen van mensen die beroepen uitoefenen (in diverse beroepsgroepen). OVSG WO-MAA-SEV-9 De leerlingen kunnen illustreren dat verschillende vormen van arbeid verschillend gewaardeerd worden. WO-MAA-SEV-11 De leerlingen tonen respect voor alle vormen van arbeid. Toepassingen: - In het verkeer komen we vaak deze verkeersborden tegen. - Er leven nog steeds een groot aantal vooroordelen rond het beroep van vrachtwagenchauffeur.
Andere mogelijkheden en interessante sites: Lespakket vrachtwagenvragen: Er is ook een volledig lespakket beschikbaar voor de derde graad om te werken rond het beroep vrachtwagenchauffeur. U kan hieronder de pdf downloaden: http://www4.gent.be/gsiw/gsiw/bestanden/subsites/Beroepenthuis%20in%20de%20klas/VR ACHTWAGENVRAGEN_LEERKRACHT.pdf Website bij het lespakket: Bij het lespakket hoort natuurlijk ook een website: www.startruck.be. Op deze site is een fotodagboek te vinden van zowel een mannelijke als een vrouwelijke vrachtwagenchauffer. Je kan een kijkje nemen in hun werkweek. Verder kan je er ook lezen welke opleiding je kan volgen om vrachtwagenchauffeur te worden. Truckxperience: Via www.startruck.be kan je ook truckxperience aanvragen. Dan kan je de Star Truck naar de school laten komen. De kinderen kruipen dan voor één dag in de huid van een vrachtwagenchauffeur. Een professional neemt de leerkracht en de kinderen mee op een verkenningstocht in een speciaal uitgebouwde vrachtwagen. Zelf heb ik dit ook eens getest op de doe-dag voor
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 101
wetenschap en techniek voor leerkrachten van het lager onderwijs in Technopolis. Persoonlijk vind ik het een heel leuk en leerrijk initiatief. De truckexperience is geschikt voor een groep van zestien kinderen. Deze worden verdeeld in twee groepen. Eerst mogen de kinderen zoeken naar de figuurtjes rondom de truck (deze figuren zijn dezelfde als de figuren die worden gebruikt in het lespakket). Daarna gaat één groep in de laadruimte van de truck aan de slag met het plannen van een route. Zo komen de kinderen erachter dat de kortste weg niet altijd de beste is voor een truck. Je kan te maken krijgen met file, barre weersomstandigheden,… Daarnaast leren ze ook hoe je het beste een vrachtwagen gaat laden, dit mogen ze ook zelf proberen door twee bidons aan elkaar te bevestigen. Het is niet zo simpel als het lijkt. Met gebruik van hulpstukken wordt van de bidons een compact pakket gemaakt zodat deze niet meer kunnen verschuiven eenmaal de vrachtwagen gaat rijden. De tweede groep mag in de cabine van de vrachtwagen plaatsnemen en eens achter het stuur van een vrachtwagen gaan zitten. Hier krijgt men uitleg over de boordapparatuur (gps, een soort van televisie om de zijkant van de truck te zien en zo de dode hoek wat te verkleinen, meter voor de tijd die je rijdt en moet rusten,…) . Daarna mag men zoeken hoeveel verschillende spiegels er aan een vrachtwagen zijn. Dat zijn er minstens zeven. Ook vraagt de begeleider aan de kinderen hoeveel van de figuurtjes ze buiten terugvinden in de spiegels. Hierdoor wordt duidelijk dat de vrachtwagen een enorme dode hoek heeft, ook de figuurtjes die vlak voor de vrachtwagen staan kan je gewoon niet zien. Vaak hebben de kinderen heel wat vragen over de boordapparatuur, maar als er toch nog tijd zou zijn is, geeft de begeleider ook nog wat uitleg over de verschillende verkeersborden voor vrachtwagens. Meestal zijn de kinderen zo in de wolken dat ze eens achter het stuur van een vrachtwagen mogen zitten dat er gewoon geen tijd meer over is. Goed gezien?: De fietsersbond heeft een vernieuwde campagne opgericht rond de ‘dode hoek’ omdat jaarlijks nog vijftien tot twintig onnodige slachtoffers van dergelijke ongevallen overlijden. Daarom heeft men een sensibilisering op touw gezet om vooral (jonge) fietsers aan te leren hoe ze moeten handelen in de buurt van vrachtwagens. Dit aanbod kan je ook bekijken op http://www.fietsersbond.be/educatie/educatiefaanbod/dodehoek. Het educatief aanbod bestaat uit: Een leskoffer rond de dode hoek: bestaande uit een grote oprolbare stratenplattegrond, speelgoedautootjes, speelgoedvrachtwagen, dode hoek op maat, speelgoedfietsjes en een set kleine verkeersborden om het probleem rond de dode hoek visueel voor te stellen. De prijs bedraagt 1250 euro als u deze koffer wil kopen. Men kan de leskoffer ook huren voor vijfentwintig euro per dag en mits een waarborg van honderd euro te betalen. Tip: Je kan de dodehoekkoffer ook gratis ontlenen voor een halve week naargelang de beschikbaarheid, woensdag en vrijdag zijn de gebruikelijke afhaal- en retourdagen bij de mobiliteitscel op het Woodrow Wilsonplein te Gent. (http://www.oostvlaanderen.be/public/wonen_milieu/mobiliteit/educatie_sensibilis atie/dodehoek/index.cfm) Lesproject rond de dode hoek voor scholen: de kinderen krijgen eerst een actieve theorieles rond de gevaren van de dode hoek bij vrachtwagens (met het materiaal van de leskoffer). Daarna volgt een praktijkles met een echte vrachtwagen, waarbij
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 102
elk kind eens plaats kan nemen achter het stuur en zelf het beperkte zicht van de vrachtwagenchauffeur ervaart. Daarna worden te voet en op de fiets oefeningen gedaan rond de vrachtwagen, de leerlingen leren oogcontact te maken met de vrachtwagenchauffeur en zorgen ervoor dat ze gezien worden. Deze les duurt van 9 tot 15 uur en bedraagt ongeveer 1500 euro afhankelijk van het aantal projectdagen en het aantal klassen. Een voorbeeld kan je zien op http://www.youtube.com/watch?v=sbtUblk4r5g. Nascholing dode hoek van vrachtwagens: in deze nascholing leer je zelf leerrijke dodehoeklessen maken. Het bestaande materiaal wordt getoond en men krijgt ook een voorbeeld van een dodehoekles. Verder krijgt men een voorbeeld van een mogelijke praktijkles. Maximaal wil men vijfentwintig deelnemers, men gaat gedurende 2,5 uur aan de slag. De prijs bedraagt ongeveer 1550 euro afhankelijk van het aantal nascholingen en deelnemers. Dit is nogal duur, dus is het misschien aan te raden het lespakket ‘Goed gezien?’ te bestellen (zie verder) en hier mee aan de slag te gaan. U kan er ook heel leuke verkeerslessen mee samenstellen en zo bespaart u ook heel wat geld. Houd wel de website in de gaten, want af en toe wordt er ook een gratis nascholing gegeven. Verhuur van een zeildoek van de dode hoek op ware grootte: het zeildoek toont aan waar de gevaarlijke zones rond de vrachtwagen liggen waar je als fietser/voetganger onzichtbaar bent voor de vrachtwagenchauffeur. Het zeildoek wordt verhuurd aan 25 euro per dag en men vraagt een waarborg van honderd euro. Je moet dan natuurlijk wel zelf een vrachtwagen naar de school laten komen. Lespakket ‘Goed gezien?’: het lespakket bestaat uit een handleiding voor de leerkracht die bestaat uit twee delen. In het eerste deel leert men hoe men een boeiende les rond de dode hoek kan maken en in het tweede deel krijgt men tips hoe men een praktijkles in en rond de vrachtwagen kan aanpakken. In elk lespakket zitten ook 25 werkboeken voor de kinderen met daarin heel wat leuke oefeningen. Bij elk lespakket krijgt men ook een affiche om op te hangen in de klas. De kostprijs voor een lespakket (handleiding, werkboek en affiche) bedraagt vijftien euro. Daarnaast kan men ook nog gratis vijftig exemplaren van de folder ‘goed gezien’ bestellen en vijftien gratis affiches. Gaat men boven dit aantal, dan wordt een kleine vergoeding gevraagd. Een website: http://www.dodehoek.be/
Aan de slag met de dode hoek: Op http://www.dodehoek.nl is heel wat informatie te vinden over de dode hoek bij een vrachtwagen. In concrete situaties (http://www.dodehoek.nl/tips), bijvoorbeeld aan een kruispunt, is te zien hoe je als fietser best reageert als je in de buurt van de vrachtwagen tot stilstand moet komen en waar je dan best stopt zodat de vrachtwagenchauffeur jou kan zien. Ook is er op de site een spel (http://www.dodehoek.nl/game#/home) waarin je dit kan oefenen. Heel leuk en leerrijk voor de leerlingen. Veilig op weg: Op http://www.veilig-op-weg.nl/Pages/1/Home.aspx is er eveneens heel wat goede, begrijpelijke informatie over de dode hoek terug te vinden. Bij ‘Downloads’ kan je ook een les rond veilig handelen in de buurt van een vrachtwagen downloaden met de bijbehorende
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 103
handleiding voor de leerkracht. Garagasten website: Op http://www.garagasten.be/ vind je heel wat informatie m.b.t. studies en jobs voor een toekomst op wielen. Ook kan je hier terecht voor nieuws, spelletjes, experimenten,… Je kan je inschrijven voor de garagastenkrant en garagastengids zodat je van alles wat met techniek op wielen heeft te maken op de hoogte blijft. De experimenten zijn zeker ook bruikbaar in de klas. The flow: Op http://www.theflow.be/ kom je meer te weten over de logistieke keten en welke plaats jij daar in inneemt. Ook is er een magazine beschikbaar waarop de logistieke keten op een mooie manier is weergegeven. Het magazine kan je downloaden via volgende link: http://www.theflow.be/images/stories/pdf-download/TheFlow.pdf Move your world: Een job in de logistiek? Klinkt logisch! In de brochure staan drie getuigenissen van mensen die een job in de logistiek uitoefenen. De brochure kan je downloaden via volgende link: http://www.pomov.be/images/stories/aangeleverde_teksten/logistiek/pom.pdf
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 104
Hoek 3 Sector: Transport en logistiek
De vrachtwagenchauffeur In deze hoek vind je twee knijpkaarten terug. Werk per twee aan een knijpkaart, daarna kan je omwisselen. Op knijpkaart 1 zijn een aantal uitspraken te vinden die te maken hebben met het beroep van vrachtwagenchauffeur. Is de uitspraak volgens jou fout/goed? Bevestig dan een rode/groene wasknijper naast de uitspraak. Op knijpkaart 2 vind je een aantal verkeersborden met daarnaast een kleur. Gebruik dezelfde kleur wasknijper om het verkeersbord met de juiste uitleg te verbinden. Ben je klaar? Vraag dan de controlekaart aan de leerkracht. Haal na het controleren van de oplossing de wasknijpers terug van de knijpkaart, zodat de volgende groep de oplossing nog niet ziet.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 105
Sector: Transport en logistiek
De vrachtwagenchauffeur Je vervoert goederen via de openbare weg. Je levert goederen veilig en op tijd. Je helpt soms bij het laden en lossen.
stressbestendig
flexibel zijn
zelfstandig
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 106
Hieronder vind je acht stellingen rond het beroep vrachtwagenchauffeur. Is de stelling volgens jou fout? Bevestig dan een rode wasknijper in het vakje naast de stelling. Vind je de stelling juist? Bevestig dan een groene wasknijper.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 107
Controleer hieronder of je juist was.
Een werkdag ziet er altijd anders uit.
De baas stuurt sms’jes, maar zit niet letterlijk naast je.
De vrachtwagenchauffeur vermijdt files, helpt bij laden en lossen, helpt een collega met pech,…
De vrachtwagenchauffeur heeft via sms contact met de baas, tijdens de ritten met de douane, collega’s,…
Vaak ben je thuis voor het eten. Er wordt ook gecontroleerd of je genoeg slaapt en sport.
Je kunt vaak thuis eten en hebt tijd om met familie en vrienden op stap te gaan.
Zelfs in België is het al handig als je een mondje Frans kunt. Dus enige talenkennis is toch nodig.
Vaak moet je naar het buitenland. En zo zie je heel wat van de wereld.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 108
Hieronder vind je vijf verkeersborden en vijf keer een uitleg die bij één van de verkeersborden past. Verbind het juiste verkeersbord met de juiste uitleg door dezelfde kleur wasknijper te gebruiken.
Verboden toegang voor vrachtwagens waarvan de hoogte, lading inbegrepen groter is dan het aangeduide.
Verboden toegang voor vrachtwagens waarvan de breedte, lading inbegrepen groter is dan het aangeduide.
Verboden toegang voor vrachtwagens.
Het is verboden voor vrachtwagens motorvoertuigen in te halen.
Het is verboden de cruise control te gebruiken vanaf dit bord tot het eerstvolgende kruispunt.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 109
Controleer hieronder of je juist was.
De hoogte van de vrachtwagen mag niet hoger zijn dan 3,5 m.
De breedte van de vrachtwagen mag niet breder zijn dan 2,5 m.
Verboden toegang voor vrachtwagens.
Het is verboden voor vrachtwagens motorvoertuigen in te halen. Het is verboden de cruise control te gebruiken vanaf dit bord tot het eerstvolgende kruispunt. De cruise control is een functie die ervoor zorgt dat men de snelheid kan vastzetten. Zo moet men geen gas meer geven, maar rijdt men constant aan dezelfde snelheid, op snelwegen is dit heel handig.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 110
Vrachtwagenchauffeur 1. 2. 3. 4. 5.
Ga zitten aan de tafel. Dit is jouw cabine. Leg een voorwerp voor de grond, vlak voor de tafel. Kan de chauffeur het voorwerp zien? Verplaats het voorwerp nu een beetje verder van de tafel. Duurt het lang vooraleer je het voorwerp kan zien?
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 111
Een vrachtwagenchauffeur kan pas op vier meter de grond zien. Fietsers of voetgangers moeten dus meer dan vier meter voor de cabine staan, anders ziet de chauffeur hen niet volledig staan.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 112
Hoek 4 Sector: Haven en binnenvaart
De matroos In deze hoek is het de bedoeling dat de kinderen aan de slag gaan met scheepsknopen. De kinderen kunnen een knoop kiezen uit de onderstaande knopen: Galeiknoop of vogelknoop Leeuwerikknoop Achtknoop De ene knoop is al moeilijker te maken dan de andere, maar er zal er altijd wel eentje tussen zitten die de leerling kan maken. Bovenaan het stappenplan is door middel van roeren aangegeven hoe moeilijk de knoop is. Als de leerlingen geboeid zijn door de haven en binnenvaart kan u er ook voor kiezen een les techniek te wijden aan het maken van een morsetoestel. Hiervoor vindt u in bijlage een lesvoorbereiding terug met stappenplan. In deze hoek voorziet men: De leerlingenfiche (zie document met materiaal om af te drukken) De beroepenfiche van de matroos (zie document met materiaal om af te drukken) Stappenplannen van de 3 knopen (zie document met materiaal om af te drukken) Veter, dun touw (6 keer 60 cm) 3 gordijnringen Doelstellingen: - De kinderen kunnen scheepsknopen leggen. - De kinderen ondervinden dat voor sommige scheepsknopen toch enige handigheid nodig is. Eindtermen/leerplannen Eindtermen: GO! 1.2 De leerlingen kunnen in omgang met anderen respect en waardering opbrengen. 1.6 De leerlingen kunnen kritisch zijn en een eigen mening formuleren. OVSG ET LO 1.26 De leerlingen kunnen klein motorische vaardigheden in verschillende situaties voldoende nauwkeurig gedoseerd en ontspannen uitvoeren. ET WO 2.16* De leerlingen kunnen hygiënisch, nauwkeurig, veilig en zorgzaam te werken. Leerplannen: GO!
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 113
3.1.3.11 Met eigen woorden de relatie tussen eigen talenten en voorkeuren en latere beroepsbezigheden uitleggen. 3.3.1.3 De leerlingen kunnen hygiënisch, veilig, zorgzaam en nauwkeurig werken. 4.1.4. De leerlingen kunnen klein motorische vaardigheden in gevarieerde situaties: kunnen diverse grepen functioneel toepassen bij het hanteren van voorwerpen en spelmaterieel. OVSG WO-MAA-SEV-9 De leerlingen kunnen illustreren dat verschillende vormen van arbeid verschillend gewaardeerd worden. WO-MAA-SEV-11 De leerlingen tonen respect voor alle vormen van arbeid. Toepassingen: - Om een schip aan te meren, legt de matroos een scheepsknoop rond de aanmeerpaal. - Sommige kinderen leggen dagelijks ook knopen in de veters van hun schoenen. Bijlagen: 1) Lesvoorbereiding: maken van een morseapparaat 2) Andere mogelijkheden en interessante sites
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 114
LESVOORBEREIDING e
Klas: 3 graad
Aantal lln: 16
Duur: 50 à 60 minuten
Leergebied/Domein: W.O. / Techniek Onderwerp: een morseapparaat maken
Didactische Beginsituatie: - De kinderen hebben al eerder met stappenplannen gewerkt. - De kinderen kunnen gericht luisteren naar een instructie. - De kinderen zagen in een vorige les techniek reeds iets rond stroomkringen. Situering in de leerplannen en eindtermen: Eindtermen: GO 2.4 De leerlingen kunnen van een bestaande constructie en van een constructie die ze zelf willen maken, zeggen aan welke eisen ze moeten voldoen. 2.7 De leerlingen kunnen aan de hand van een al dan niet zelfgemaakte werktekening of handleiding het geschikte materiaal en gereedschap kiezen en daarmee de constructieactiviteit stap voor stap juist en veilig uitvoeren. *2.10 De leerlingen tonen zich bereid nauwkeurig en veilig te werken, geen materiaal te verkwisten en zorg te dragen voor het gereedschap. OVSG ET WO 2.10 De leerlingen kunnen bepalen aan welke vereisten het technisch systeem dat ze willen gebruiken of realiseren, moet voldoen. ET WO 2.12 De leerlingen kunnen keuzen maken bij het gebruiken of realiseren van een technisch systeem, rekening houdend met de behoefte, met de vereisten en met de beschikbare hulpmiddelen. ET WO 2.13 De leerlingen kunnen een eenvoudige werktekening of handleiding stap voor stap uitvoeren Leerplannen: GO 3.3.1.4 De leerlingen kunnen hygiënisch, veilig, zorgzaam en nauwkeurig werken. 3.3.3.17 De leerlingen kunnen een eenvoudige werktekening of handleiding stap voor stap uitvoeren.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 115
OVSG WO-TEC-02.24 De leerlingen voeren een eenvoudige werktekening of handleiding stap voor stap uit. WO-TEC-04.03 De leerlingen zijn bereid nauwkeurig te werken. WO-TEC-02.26 De leerlingen controleren of een technische realisatie voldoet aan vooropgestelde behoeften en eisen. Lesdoelen: - De leerlingen zien het nut van een morseapparaat in. - De leerlingen kunnen het communicatieproces schetsen. - De leerlingen kunnen een morseapparaat maken. Bronnen: Kock, R. Poortenga, A. Zittema, R. Van den Engel, D. Werkboek Robotica (2e oplage, 1994) Schoonhoven: Academic Service http://nl.wikipedia.org/wiki/Morse geraadpleegd op 31 januari 2012 http://www.geocaching.com/seek/cache_details.aspx?guid=ad469a42-35b8-4c78-8e36-218efce8fca9 geraadpleegd op 31 januari 2012 http://www.allposters.be/-sp/Samuel-Morse-Posters_i4043717_.htm geraadpleegd op 31 januari 2012 Leermiddelen: 16 houten plankjes van 10 bij 25 cm, 16 batterijen van 4,5 volt/9 volt, paperclips of krokodillenklemmen, stroomdraad, 16 lampjes met fitting, blik of koperen plaatjes, punaises, plakband, striptang, foto van Samuel Morse, 16 x het morsealfabet, 16 x stappenplan, foto van een telegraaf, communicatiemiddelen: telefoontoestel, gsm, radio
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 116
1) Voororganisatie - De tafels met het benodigde materiaal zijn in eilandjes verspreid over de klas. De kinderen gaan bij het binnenkomen in de zithoek Zitten. Er wordt duidelijk gezegd dat ze (voorlopig) nog niet aan het materiaal mogen komen. - In de zithoek liggen allerlei communicatiemiddelen: telefoon, gsm, radio,… 2) Inleiding klasgesprek in de zithoek (7 min.) Ik heb hier een aantal voorwerpen liggen, wie weet waarvoor we dit zoal gebruiken? Gesprek rond communicatie: - Welke communicatiemiddelen ken je nog? Welke gebruik je zelf zoal? - Communicatiemodel tekenen (zender – boodschap – ontvanger) - Welke problemen heb je al ondervonden tijdens het telefoneren bv. ruis op de telefoon, mailtje dat niet verstuurd werd,… Uiteindelijk komen tot: ‘Hoe was het vroeger, toen er nog geen telefoons, radio waren? Hoe kon men dan bv. van op zee een boodschap versturen naar het land?’ Morse (sommige kinderen kennen dit misschien van uit de jeugdbeweging, laat hen kort vertellen over hun ervaringen): Het Morsealfabet is een communicatiecode ontwikkeld door Samuel Morse (foto 2). D.m.v. de telegraaf (foto 1) kon men elkaar boodschappen sturen door de stroom te sluiten (signaal) /niet te sluiten (geen signaal) en de tijdsduur (kort-lang) te bepalen. Vandaag gaan we ons eigen morseapparaat maken en als dit lukt, kunnen wel elkaar boodschappen verzenden! Jullie vinden op de eilandjes al het benodigde materiaal en een stappenplan dat je nauwgezet moet volgen. Snap je een stap niet volledig, dan vraag je eerst hulp aan je buur en indien het dan nog niet lukt aan de leerkracht. Let goed op met de ijzeren plaatjes. Deze zijn erg scherp en je kan je er gemakkelijk aan snijden. Dit staat ook op het stappenplan maar ik wil zeker zijn dat niemand zich snijdt! 3) Kern individueel werk en groepswerk (33 min.) De lln. gaan naar hun plaats en volgen het stappenplan, waar nodig vragen ze hulp aan de andere kinderen op het eilandje of aan de leerkracht. De leerkracht helpt waar nodig. Eventueel kan men er ook voor kiezen de morseapparaten aan elkaar te bevestigen om elkaar boodschappen te versturen. Het nadeel hiervan is dat niet elk kind dan zijn morseapparaat mee naar huis kan nemen.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 117
Na het maken van het morseapparaat kunnen de kinderen elkaar boodschappen versturen. Je kan er zelfs een wedstrijd van maken in groepjes van 2: wie kan het best boodschappen zenden en ontcijferen? 4) Afronding gesprek (10 min.) - Vonden jullie het moeilijk het morseapparaat te maken? Welke problemen heb je ondervonden? Bv. Ging het lampje branden? Hoe kwam het dat het niet/wel brandde? - Is het gelukt elkaar(s) boodschappen te zenden/decoderen?
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 118
Overzicht benodigde materiaal: 9 volt lampje en lampfitting U kunt er ook voor kiezen om te werken met paperclips/ijzeren duimspijkers om te geleiden.
Blokbatterij van 9 volt en bijhorende batterijclip
Drukknop of 2 ijzeren plaatjes
Elektrische kabel (voor de kinderen maakt men best gebruik van2 kleuren)
Aluinium profiel (indien men gebruik maakt van een drukknop)
1 kroonsteentje, 6 houtschroeven, 2 rondellen
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 119
Tesa tape (bij gebruik van ijzeren plaatjes)
Klemijzer (in dit voorbeeld wordt een plastic variant gebruikt)
Extra/ander materiaal: Een striptang om de beveiliging van de koperdraad te verwijderen
Kniptang: om de koperdraad en elektrische kabel te knippen. Schroevendraaier
Isolatietape
2 viltjes en alleslijm om deze op de ijzeren plaatjes te bevestigen. Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 120
Stappenplan voor de leerkracht:
1)
Neem een houten plankje en leg hierop de batterij en batterijclip. Bevestig de lampfitting op het plankje met 2 houtschroeven.
2)
Bevestig nu op het houten plankje een kroonsteentje en bevestig de batterijclip met de ene kant aan de lampfitting en de andere kant in het kroonsteentje zoals op de foto.
3)
4)
5)
Maak de batterij vast met het klemplastic. Bevestig ook het aluminiumprofiel waarin de drukknop zal komen. Neem de elektrische draad en verbindt het kroonsteentje met de lampfitting.
Bevestig de elektrische draad aan de 2 uiteinden van de drukknop.
Steek de drukknop door het aluminiumprofiel.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 121
6)
Schuif het plaatje in het aluminiumprofiel en bevestig de 2 elektrische draden aan het kroonsteentje.
7)
Als u nu op de knop drukt, gaat het lampje branden. Zo kan men morse boodschappen versturen.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 122
Stappenplan Voor het maken van een seintoestel
1)
Neem een houten plankje, plak hierop de batterij vast met tesa tape en bevestig het lampje m.b.v. 2 duimspijkers.
2)
Bevestig op 1 van de ijzeren plaatjes 2 viltjes met lijm.
3)
Leg het andere plaatje bovenop de viltjes en maak de 2 plaatjes aan elkaar vast met tesa tape.
4)
Let erop dat er nog wat plaats is tussen de 2 plaatjes, hiermee ga je straks seinen.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
5)
p. 123
Strip 2 cm van de elektrische draad (zwart) en bevestig hem aan de ene kant van de druksensor met behulp van plakband.
6)
Strip 2 cm van een ander stuk elektrische draad (hier rood) en bevestig hem aan de andere kant van de druksensor.
7)
Bevestig de batterijclip met isolatietape aan het uiteinde van de rode draad.
8)
Bevestig de zwarte draad aan het lampje en de rode draad met de batterijclip aan de batterij. Verbind het uiteinde van de batterijclip ook met het lampje zodat de stroomkring gesloten is.
9)
Als je de 2 metalen plaatjes tegen elkaar drukt kan je boodschappen naar elkaar seinen.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 124
Voorbeeld van 2 verbonden morseapparaten (Kock, R., 1994) beide lampjes gaan branden als de stroomkring wordt gesloten
schema van de stroomkring indien beide morseapparaten worden verbonden (Kock, R., 1994)
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 125
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 126
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 127
Morse alfabet (Kock, R., 1994)
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 128
Andere mogelijkheden en interessante sites: Seinsleutel met morsecode: Laat de kinderen met een zaklamp twee woorden/zinnen naar elkaar seinen en ontcijferen. U kunt ook een morseapparaat maken of de kinderen dit zelf laten doen.
Lespakket Alle hens aan dek: Dit lespakket over binnenvaart kan je gratis aanvragen bij Promotie Binnenvaart Vlaanderen
[email protected] - Kitty Hermans - tel. 011 23 06 06 - www.binnenvaart.be Binnenin is er heel wat uitleg over de soorten schepen, de werking van een radar, bakboord en stuurboord, de werking van een sluis,… Er zijn ook kopieerbladen voorzien met verscheidene opdrachten. Havenspel Antwerpen: Dit spel is geschikt voor twee tot vier spelers vanaf acht jaar en ouder. De spelers komen in contact met alle elementen van de haven: schepen laden, schepen door waterwegen loodsen, goederen verladen en consumentenproducten zoals pralines, frietjes, bier,… voor de Europese markt produceren. Meer uitleg, een filmpje en de verkooppunten zijn te vinden op de volgende site: http://www.thegamemaster.nl/nl/spellen-antwerpen.htm Een stroom van beroepen: Op http://www.provant.be/binaries/Een%20stroom%20van%20beroepen_tcm7-36642.pdf is een overzicht te vinden van de verschillende beroepen die in de haven worden uitgeoefend. Het beroep wordt steeds omschreven met aanvullend de verschillende kerntaken. Daarnaast vind je er ook terug wat je als vooropleiding kan volgen, meer info en waar je aan de slag kan. Are you waterproof?: Geef je gegevens in op http://www.areyouwaterproof.be/contact.html en vink de vakjes onderaan zeker aan om de dvd’s en informatie te ontvangen. In de brochure van ‘Are you waterproof’ worden de verschillende beroepen aan boord van een schip (dek – machine) omschreven. Ook de scholen en werkgevers hebben een plaats in deze brochure. De dvd ‘een zee van mogelijkheden’ geeft een overzicht van hoe de banaan of kiwi vanuit Costa Rica tot op je bord belandt. Dag per dag kan je volgen in het logboek wat er gebeurt en wie er allemaal actief is aan boord van het schip. Je kan ook in het fotoboek de verschillende Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 129
schepen bekijken en meer te weten komen over de verschillende beroepen. De informatiefilm over maritieme opleidingen en beroepen geeft je een beeld van de opleiding en de verschillende beroepen waartoe ze leiden. Educatieve havenrondvaart: De haven van Antwerpen organiseert voor de derde graad basisonderwijs een educatieve havenrondvaart. Er bestaat ook een lespakket ter ondersteuning van de excursie. Het pakket bestaat uit een voorbereiding voor in de klas, werkbladen voor op het schip en een naverwerking. Via volgende link http://www.provant.be/binaries/Extract%20excursiebundel%20boot_tcm7-95354.pdf kan je een deeltje van dit pakket bekijken. Haven in zicht: Dit bordspel is geschikt voor de eerste graad secundair onderwijs, maar kan mits wat kleine aanpassingen ook gespeeld worden in het lager onderwijs. De kinderen komen er in contact met alle aspecten van de haven en leren er de verschillende landschappen in de havenregio uit te bouwen. Dit spel kan je gratis bestellen door een mailtje te sturen naar
[email protected]. Je betaalt echter wel 15 euro administratie- en verzendingskosten. Kom je het spel zelf afhalen dan betaal je slechts 5 euro. Bij dit pakket hoort ook een interessante website http://www.haveninzicht.eu/ waarop je de haven van Zeebrugge kan verkennen en er meer kan te weten komen over de verschillende beroepen in de haven aan de hand van filmpjes. De werking van een sluis: Leer de kinderen de werking van een sluis door middel van deze simulaties. http://www.pragmasoft.be/carnets/geo/ecluse/ecluse_simulation.html http://www.strolenberg.nl/Lib/downloads/ZojgiebGS.swf Meer uitleg over de werking van de haven van Antwerpen: http://www.provant.be/binaries/zonneland_tcm7-69916.pdf In deze zeven bladzijden vindt u een bondige beschrijving van de haven van Antwerpen, uitleg over de algemene werking van de haven en over de havenberoepen. Kom te weten hoe het komt dat een zwaar schip kan blijven drijven: http://www.provant.be/binaries/20091001_Lespakket_De%20ontdekkers_tcm7-94418.pdf De kinderen komen samen met de elfjarige Stef te weten hoe het komt dat een schip vol zware containers niet zinkt. Lespakket rond de haven voor de derde graad: Op http://www.gavehaven.nl/ kan je het lespakket downloaden. Het bestaat uit een maritiem ontdekboek en leskaarten voor de leerlingen en een docentenhandleiding en achtergrondinformatie voor de leerkracht. Samen met Chichi en Nemo gaan de leerlingen op onderzoek in de haven. Ze komen er heel wat te weten over de verschillende beroepen die in de haven uitgeoefend worden. Het is wel een Nederlands lespakket dus misschien zullen sommige termen anders zijn dan bij ons.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 130
Hoek 4 Sector: Haven en binnenvaart
De matroos Een matroos is heel vaardig in het leggen van scheepsknopen. Ben jij daar ook zo handig in? Kies een stappenplan en maak je eigen scheepsknoop. Bovenaan het stappenplan kan je zien hoe moeilijk de knoop is.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 131
Sector: Haven en binnenvaart
Matroos Je helpt bij het aanmeren: het schip vastmaken aan de kade. Je zorgt voor orde en netheid op het schip. Je doet kleine herstellingen aan boord.
handig zijn
technisch inzicht
zelfstandig
flexibel zijn
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 132
Stappenplan Voor het maken van een leeuwerikknoop
1 Voor deze knoop heb je een touw en een ring nodig.
2 Steek de lus door de ring.
3 Neem de 2 uiteindes vast. Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 133
4 Stop de 2 uiteindes door de lus.
5 Trek aan de uiteindes…
6 En je bekomt een leeuwerikknoop!
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 134
Stappenplan Voor het maken van een achtknoop
2 1
1 Maak een lus door uiteinde 2 onder uiteinde 1 te leggen.
1 2 2 Steek uiteinde 1 nu onder 2.
2
1
3 Steek uiteinde 1 nu door de lus die je gemaakt hebt. Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
2
p. 135
1
4 Trek aan beide uiteinden en je bekomt een achtknoop!
5
6
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 136
Stappenplan Voor het maken van een vogelknoop/galeiknoop
1 2
1 Maak een lusje in het touw, zorg ervoor dat uiteinde 1 boven uiteinde 2 ligt.
2
1
2 Steek nu uiteinde 1 onder uiteinde 2.
2 1 3 Neem nu uiteinde 2 vast. Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 137
2 1 4 Stop uiteinde 2 door het lusje zoals op de foto hierboven. Neem de knoop vast zoals op de foto.
5 Trek aan zoals op de foto…
6 En je bekomt een vogelknoop!
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 138
Hoek 5 Sector: Chemie
De laborant onderzoek en ontwikkeling In deze hoek schrijven de kinderen een geheim bericht met een zure (niet-schadelijke) stof, namelijk citroensap. We kunnen de geheime boodschap weer terugtoveren door een warmtebron (strijkijzer) boven het papier te houden. De warmte veroorzaakt een chemische verandering in het citroensap, waardoor het donkerder wordt en de boodschap opnieuw verschijnt. Indien u liever niet werkt met een strijkijzer, kan deze reactie ook veroorzaakt worden met isobetadine. In bijlage vindt u het stappenplan voor deze reactie. Als de leerlingen erg geboeid zijn door chemie kunt u ook een les techniek wijden aan dit onderwerp. Een voorbeeld van een les vindt u eveneens in de bijlage. Verklaring stappenplan strijkijzer: Het zuur in het citroensap breekt de cellulose(een belangrijk onderdeel van plantencellen en plantaardige vezels) van het papier af tot suikers. De warmte laat de suikers karamelliseren (suiker verhitten tot hij smelt en bruin wordt), waardoor de geheime boodschap zichtbaar wordt. Verklaring stappenplan isobetadine: Het citroensap is geel van kleur. Als het droogt, kan je de tekst bijna niet meer lezen. In citroensap zit er heel veel vitamine C. Als isobetadine en vitamine C elkaar aanraken, reageren ze met elkaar. De stof die ontstaat is kleurloos. Het papier wordt heel donker als je isobetadine over het papier smeert, maar niet daar waar citroensap op het papier zit. Daar blijft het blad licht van kleur zodat je de geheime boodschap kunt lezen. In deze hoek voorziet men: De leerlingenfiche (zie document met materiaal om af te drukken) De beroepenfiche van de laborant onderzoek en ontwikkeling (zie document met materiaal om af te drukken) Het stappenplan (zie document met materiaal om af te drukken) De oplossingsfiche (zie document met materiaal om af te drukken) Citroensap in een kommetje Papier Penselen, tandenstokers of wattenstaafjes om mee te schrijven op het papier Warmtebron bv. zaklamp of strijkijzer Mouwplankje of strijkplank Isobetadine Meerdere haardrogers
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 139
Doelstellingen: - De kinderen kunnen een eenvoudig experiment uitvoeren. - De kinderen kunnen overleggen met elkaar wat er zal gebeuren. Eindtermen/leerplannen Eindtermen: GO! 1.12 De leerlingen kunnen gericht waarnemen met al hun zintuigen en kunnen waarnemingen op een systematische wijze noteren OVSG ET WO 1.15 De leerlingen kunnen illustreren dat een stof van toestand kan veranderen. Leerplannen: GO! 3.2.6.22 De leerlingen kunnen enkele natuurlijke verschijnselen m.b.t. vloeistoffen beschrijven. OVSG WO-MAA-SEV-11 De leerlingen tonen respect voor alle vormen van arbeid. Toepassingen: - Zure en basische stoffen komen we in het dagelijkse leven ook vaak tegen: schoonmaakmiddelen, voeding,… Bijlagen: 1) Lesvoorbereiding: Wie heeft het gedaan (detectivespel rond het onderwerp chemie) 2) Andere mogelijkheden en interessante sites
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 140
LESVOORBEREIDING e
Klas: 3 graad
Aantal lln: 16
Duur: 50 minuten
Leergebied/Domein: W.O. / Techniek Onderwerp: detectivespel wie heeft het gedaan? 3 proefjes rond chemie + introductie in de chemie
Didactische Beginsituatie: - De lln. komen dagelijks in contact met chemie. Situering in de leerplannen en eindtermen: Eindtermen GO: 2.6 De leerlingen kunnen aan de hand van een al dan niet zelfgemaakte eenvoudige werktekening of handleiding het geschikte materiaal en gereedschap kiezen en daarmee de constructieactiviteit stap voor stap en veilig uitvoeren. 1.12 De leerlingen kunnen gericht waarnemen met al hun zintuigen en kunnen waarnemingen op een systematische wijze noteren. 1.13 De leerlingen kunnen minstens 1 natuurlijk verschijnsel dat ze waarnemen via een eenvoudig onderzoekje toetsen aan een hypothese. OVSG: ET WO 2.9 De leerlingen kunnen een probleem, ontstaan vanuit een behoefte, technisch oplossen door verschillende stappen van het technisch proces te doorlopen. ET WO 2.18 De leerlingen kunnen aan de hand van voorbeelden uit verschillende toepassingsgebieden van techniek illustreren dat technische systemen nuttig, gevaarlijk en/of schadelijk kunnen zijn voor henzelf, voor anderen of voor natuur en milieu. Leerplannen GO: 3.3.2.8 De leerlingen kunnen van veel voorkomende en zelf vaak gebruikte technische systemen illustreren hoe ze ondermeer gebaseerd zijn op kennis van eigenschappen van de gebruikte materialen. 3.3.1.4 De leerlingen kunnen hygiënisch, veilig, zorgzaam en nauwkeurig werken.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 141
OVSG: WO-TEC-01.06 De leerlingen ontdekken al explorerend en experimenterend op welke natuurkundige verschijnselen een technische realisatie gebaseerd is. WO-TEC-01.19 De leerlingen weten dat natuurkundige verschijnselen en eigenschappen van materialen de keuzes bij het ontwerpen van een technische realisatie mee bepalen. Lesdoelen: - De leerlingen kunnen de 3 verschillende domeinen van chemie kort toelichten. - De leerlingen kunnen via 3 eenvoudige proefjes de dader opsporen. Hierbij onderzoeken ze de eigenschappen van stoffen. Bronnen: Stichting C3 draaiboek en werkbladen “Wie heeft het gedaan?” Leerkrachtenbundel Mooi en cool met chemie De chemiebende http://www.webster-dictionary.org/definition/pipet geraadpleegd op 1 februari 2012 http://www.cchobby.nl/grappige-ogen-50-stuks.aspx geraadpleegd op 1 februari 2012 http://www.stichtinglios.nl/recepten.html geraadpleegd op 1 februari 2012 Leermiddelen: Boek Harry Potter en de steen der wijzen (p.163), een fles water, lampolie, schoonmaakazijn en spa rood (bruisend water), pak plastic bekertjes (50), custardpoeder (te vinden bij instant puddingen en bakartikelen), 3 theelepels, pipetten, rodekoolsap (niet te vroeg op voorhand maken), 16 werkbladen (3 x proefje + overzicht per tafel)
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 142
1) Voororganisatie - De tafels zijn in eilandjes verdeeld over de klas. Het benodigde materiaal voor de eerste proef ligt reeds klaar. (4 groepjes van 4 lln.) - De kinderen nemen plaats in de zithoek om naar het fragment te luisteren. Het is aangeraden witte lampolie te gebruiken, aangezien de kinderen deze vloeistof anders te vroeg gaan elimineren. Als vervangmiddel van custard kan er ook puddingpoeder worden gebruikt. 2) Inleiding klasgesprek (7 min.) - De lk. leest een stukje voor uit Harry Potter en de steen der Wijzen p. 163 aanleiding om de kinderen te vragen wat alchemie is en of het nu nog steeds bestaat. Wat is chemie? Waar kom je het zoal tegen? Antwoorden op 3 domeinen: (worden aan bord genoteerd) * een chemische stof of chemie in het dagelijkse leven (gevaarlijke producten, schoonmaakmiddelen) * chemie als wetenschap, schoolvak (een oudere broer/zus die het vak chemie op school heeft) * chemie in de chemische industrie (kinderen van wie de ouders in een chemisch bedrijf werken) kinderen hun ervaringen laten vertellen - Nu heb ik voor jullie nog een detectiveverhaal. Luister goed, want straks moeten jullie op zoek naar de dader. Verhaal: Iemand heeft een kleurloze vloeistof gemorst op de keukenvloer en de kinderen moeten onderzoeken wie het heeft gedaan. Er zijn vier mogelijke knoeipotten met vier verschillende vloeistoffen: 1. Moeder Yvonne met lampolie, 2. Vader Hans met schoonmaakazijn, 3. Snuffie de poes met water, 4. Of zus Pauline met Spa rood. Aan de hand van 3 chemische proefjes gaan jullie straks proberen achterhalen wie de dader was. 3) Kern groepswerk (38 min.) Voor de leerkracht: de gemorste vloeistof is schoonmaakazijn (papa is dus de dader). Schoonmaakazijn staat dus als voorbeeld van de gemorste stof op iedere tafel. Proef 1: bij deze proef gaan de kinderen aandachtig kijken. Ze merken dat de Spa rood bruist en schoonmaakazijn doet dit niet. Pauline heeft dus al niet gemorst. Schoonmaakazijn, lampolie en water blijven over Proef 2: bij deze stap voegen de kinderen custard bij de stoffen. Als er water in de vloeistof zit kleurt deze geel. Aangezien er in de lampolie geen water zit, kleurt deze niet. Mama heeft dus ook niet gemorst.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 143
Proef 3: nu voegen de kinderen m.b.v. een pipet een beetje rodekoolsap toe. Let op: hierbij mag je niet te snel alles eruit knijpen, maar moet je druppeltje voor druppeltje het rodekoolsap toevoegen. Rodekoolsap kleurt roze/rood in een zure stof. Het rodekoolsap blijft paars in het water, maar kleurt rood/roze in schoonmaakazijn. Papa was dus de dader… 4) Afronding gesprek (5 min.) - Wie is de dader? Hoe ben je dit te weten gekomen? Heb je moeilijkheden ondervonden? - Hoe vonden jullie dit om te doen? Kan je chemie nu beter omschrijven? Onderzoeken van de samenstelling/eigenschappen van stoffen, 2 stoffen met elkaar laten reageren
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 144
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 145
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 146
Opgelet met de pipet!
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 147
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 148
Andere mogelijkheden en interessante sites: - Je kunt het proefje ook herhalen met melk of azijn en op die manier uitzoeken wat de beste onzichtbare inkt is. - Men kan er ook voor kiezen te werken met rodekoolsap: spuit na het schrijven van je geheime boodschap wat rodekoolsap op het papier. Rodekool is een indicator die ervoor zorgt dat onder invloed van het zure citroensap het papier rozerood kleurt.
Meer uitleg is te vinden op volgende site: http://www.expeditionchemistry.nl/30/geheimeboodschap/ - Men kan ook bakpoeder gebruiken, meer uitleg is te vinden op volgende site: http://www.expeditionchemistry.nl/wpcontent/uploads/2010/12/2010_Sanne_en_Chris_zijn_spionnen.pdf De chemiebende: mooi en cool met chemie: Dit lessenpakket laat de kinderen spelenderwijs kennis maken met de wereld van de chemie. Het voorwoord, de lerarenbundel, de leerlingenbundel en de receptenfiches zijn te downloaden van de volgende site http://www.essenscia.be/NL/Jongeren/Acties/Mooi-Coolmet-Chemie/page.aspx/1889. De leerlingen richten hun eigen chemische bedrijfje op in de klas. Ze kopen eerst de ingrediënten, maken daarmee allerlei chemische producten (haargel, badschuim,…) en verkopen dit op de eerstvolgende familiedag van de school. Bij het lessenpakket hoort ook een site http://www.dechemiebende.be/ met daarop het spel met de vier figuurtjes van de chemiebende (Kloortje, Sulfien, Kwikske en Nikko). Samen met hen ga je op ontdekkingstocht in de chemiestad. Je komt er alles te weten over veiligheid, milieu, verkeer, producten, de fabriek en het personeelsleven. Alles is kort en bondig
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 149
uitgelegd en voorzien van foto’s en er zijn ook heel wat spelletjes voorzien.
Rare jongens: Dit project is afgelopen maar bij ‘actie!’ Dat je kan terugvinden via de volgende link vind je nog een aantal spectaculaire proefjes, recepten en een handleiding met tips en tricks die aansluiten bij het lessenpakket ‘Mooi en cool met Chemie’: http://www.natuurenwetenschap.be/projecten/rarejongens/actie-!.html Bij het onderdeel chemie wordt op een begrijpelijke manier uitleg gegeven over de chemie van ons lichaam, wonen, transport, gezondheid, voeding-landbouw en de keuken als labo. Lesmateriaal rond chemie van stichting C3: Via http://www.c3.nl/projecten-en-materialen/bekijk-het-lesmateriaal/voor-hetbasisonderwijs kan men interessant materiaal downloaden om een les rond chemie samen te stellen voor in de klas. Verder kan je op deze site ook materiaal aanvraagen via volgende link http://www.c3.nl/projecten-en-materialen/vraag-materiaal-aan. Vooral de kinderlabsurvivalgids, chemiesurvivalgids en Bèta4U bundel zijn erg bruikbaar in het lager onderwijs. Ook de flyers (zie hieronder) kunnen besteld worden via deze link. Exact wat je zoekt (project Stichting C3) : Op deze website http://www.exactwatjezoekt.nl/ is heel wat informatie te vinden over opleidingen en beroepen binnen de sector chemie. Verder zijn er ook beroepeninterviews, arbeidsinfo en video’s te vinden. Je kan ook de zeven flyers bestellen/downloaden met daarin meer info over de vele beroeps- en toekomstmogelijkheden via http://www.exactwatjezoekt.nl/nieuws/flyers-%E2%80%98exact-wat-je-zoekt%E2%80%99. Chemie is overal: Via http://www.chemieisoveral.nl/imagotraject/toolkit/campagnemateriaal.html is heel wat materiaal te downloaden rond het thema chemie. Vooral de posters zijn echte eyecatchers. Op de site is ook de uitleg vinden die bij deze poster hoort.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 150
Periodiek systeem der elementen + toepassingen van chemische stoffen: Met dit periodiek systeem komen de kinderen te weten wat nu precies van een bepaalde stof wordt gemaakt. Men kan dit periodiek systeem downloaden via volgende link http://www.chemieisoveral.nl/media/vnci-periodieksysteem-2009.PDF of bestellen voor eigen gebruik via http://www.vnci.nl/werk/opleidingen/periodieksysteem.aspx voor €0,50 voor een leerlingenposter en €3,50 voor een docentenposter. Interessante proefjessites: http://www.proefjes.nl/trefwoord/chemische%20reactie: proefjes rond chemische reacties http://www.expeditionchemistry.nl/ http://www.ontdekplek.nl/ (vooral constructieproefjes) http://www.encyclopedoe.nl/index.php?onderwerp_id=558&alfabet_letter=K: een hele encyclopedie boordevol proefjes http://www.techwijs.nl/ http://www.technopolis.be/nl/index.php?n=4&e=47&s=354&PHPSESSID=eb672a7a0 61e3c38695efbf5f3793f41 http://www.thuisexperimenteren.nl/chemie.htm http://www.knutsellab.nl/: heel leuke site, maar enkel het proefje rond de vulkaanuitbarsting is passend binnen het thema chemie http://pbskids.org/zoom/activities/sci/ (Engelse site) http://scifun.chem.wisc.edu/ (Engelse site)
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 151
Hoek 5 Sector: Chemie
Laborant onderzoek en ontwikkeling Als laborant ben je op de hoogte van de eigenschappen van stoffen. Laten we ook even experimenteren met een zure stof. Kijk op het stappenplan hoe je te werk moet gaan. Vergeet ook zeker niet alles terug te plaatsen zoals je het gevonden hebt.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 152
Sector: Chemie
Laborant onderzoek en ontwikkeling Je voert tests uit. Je vergelijkt resultaten en schrijft deze op in een onderzoeksrapport. Je helpt mee bij het verbeteren van oude producten of het maken van nieuwe producten.
creatief
observeren
informatie ordenen
planmatig
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 153
Stappenplan Voor het maken van een geheime boodschap
1 Pers een beetje citroensap in het kommetje.
2 Dompel je tandenstoker, penseel of wattenstaafje in het sap.
3 Schrijf iets naar keuze op het papier (bv. je naam, schatkaart, liefdesbrief,…)
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 154
4 Laat het papier drogen tot je de boodschap/ tekening niet meer kan zien.
5 Ga nu bij de leerkracht om een reeds geschreven boodschap zichtbaar te maken door het te verwarmen met een strijkijzer. Als de onzichtbare inkt warm wordt, verschijnt de boodschap/ tekening!
6 Hoe zou dit komen? Overleg even met je groep. Vraag aan de juf het oplossingsblad en kijk na of jullie het juist hadden.
7
Zet het materiaal terug zoals je het gevonden hebt.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 155
Stappenplan Voor het maken van een geheime boodschap
1 Pers een beetje citroensap in het kommetje.
2 Dompel je tandenstoker, penseel of wattenstaafje in het sap.
3 Schrijf iets naar keuze op het papier (bv. je naam, schatkaart, liefdesbrief,…)
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 156
4 Laat het papier drogen tot je de boodschap/tekening niet meer kan zien.
5 Neem de isobetadine en een watje. Doe op het citroensap enkele isobetadinedruppels.
6 Kijk goed wat er gebeurt.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 157
6 Hoe zou dit komen? Overleg even met je groep. Vraag aan de juf het oplossingsblad en kijk na of jullie het juist hadden.
7
Zet het materiaal terug zoals je het gevonden hebt.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 158
Oplossing Sommige dingen kunnen branden. Door het vuur veranderen ze in as. Maar er is niet altijd een vlam nodig. Soms kan iets door een warmtebron verschroeien. Dan verandert het van kleur. Een verschroeid papier wordt zwart of bruin. Een stukje stof kan grijs of zwartbruin worden. In de keuken kun je ook pannenkoeken en vlees bruin bakken. Maar als ze te lang opstaan, worden ze zwart! Niet alles verschroeit of verbrandt. Vooral de dingen waarin koolstofverbindingen zitten verschroeien. In alle levensvormen op aarde zitten koolstofverbindingen. Voorbeelden van koolstofverbindingen zijn suikers, eiwitten, plastic, kunststoffen... Maar water is geen koolstofverbinding! Wordt koolstof verwarmd of verbrand? Dan geeft dit grijze, bruine of zwarte as. Dat gebeurt ook met je geheimschrift. In het sap van citroenen zitten koolstofverbindingen. In water hebben die koolstofverbindingen bijna geen kleur. Verwarm je het papier? Dan worden de letters van citroensap geschroeid. Zo krijg je grijze, bruine of zwarte as. En dat zie je. Wie je boodschap wil lezen, moet dit weten. Verklap dit geheim dus alleen aan je beste vrienden!
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 159
Oplossing Het citroensap is geel van kleur. Als het droogt, kan je de tekst bijna niet meer lezen. In citroensap zit er heel veel vitamine C. Als betadine en vitamine C elkaar aanraken, reageren ze met elkaar. De stof die ontstaat is kleurloos. Het papier wordt heel donker als je betadine over het papier smeert, maar niet daar waar citroensap op het papier zit. Daar blijft het blad licht van kleur, zodat je de geheime boodschap kunt lezen.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 160
Hoek 6 Sector: Grafische industrie
Drukwerkvoorbereider In deze hoek gaan de kinderen mengsels ontmengen. Door middel van deze proef kan je laten zien hoe je inkt kan scheiden. Wat heb je daarvoor nodig? Leerlingenfiche (zie document met materiaal om af te drukken) Beroepenfiche drukwerkvoorbereider (zie document met materiaal om af te drukken) Het stappenplan voor het ontdekken van de kleuren van een stift (zie document met materiaal om af te drukken) Een vol glas water Handdoek Doos (een lege roomijsdoos, een tupperwarepotje,…) Vloeipapier, koffiefilters of keukenpapier Stiften in een donkere kleur (Let op: geen watervaste stiften!) Schaar Touw Wasknijpers Tandenstokers 1. Knip de koffiefilter in reepjes die iets langer zijn dan de diepte van een grote plastic bak. 2. Neem nu de stiften erbij en zet op elk reepje op korte afstand van de onderkant een stip met een verschillende kleur. Schrijf vervolgens met potlood de kleur op het papier. 3. Schenk water in het doosje zodat de bodem bedekt is. Plak dan een stukje touw over de bovenkant van het bakje. 4. Vouw de reepjes over het touwtje, zodat de onderkant in het water hangt, maar de stip zelf niet. Het papier zal nu het water opnemen. Neem na tien minuten de reepjes papier uit het water. Wat is er met de stipjes gebeurd? Verklaring stiften: De inkt in de meeste viltstiften bevat mengsels van verschillende kleuren. Sommige van deze kleuren lossen gemakkelijk op in water door de chemicaliën die ze bevatten. Deze kleuren verspreiden zich snel over het papier. Andere kleuren bevatten chemicaliën die niet van water houden. Deze kleuren kleven aan het papier om het water te ontwijken. Ze verschuiven dus niet als het water zich over het papier verspreidt.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 161
Zo bestaat bruine inkt uit blauw, geel en roze. Deze kleuren ontmengen en worden zichtbaar als de inkt zich over het papier beweegt. Verklaring regenboogpapier: Voor het maken van regenboogpapier is er nagellak nodig. Deze vormt een dunne laag op het water. Als er licht schijnt op het papier, wordt het weerkaatst door de laagjes nagellak. Op deze manier ontstaan er regenboogpatronen.
Het licht wordt weerkaatst door de nagellak. Het licht valt op het voorwerp of de vloeistof en dit voorwerp neemt de lichtstralen gedeeltelijk op en weerkaatst de andere lichtstralen. Als licht op materie weerkaatst, kan er absorptie of verstrooiing optreden. Bij absorptie wordt de energie van de lichtstralen omgezet in warmte, dus het materiaal wordt warmer. De moleculen waaruit de materie is opgebouwd, gaan meer bewegen. Bij lichtverstrooiing absorbeert een atoom of molecuul een foton, maar zendt het dat onmiddellijk weer uit. De nieuwe richting van het foton (=lichtdeeltjes) is doorgaans anders dan de oorspronkelijke koers. Ook weerkaatsing is dus een vorm van verstrooiing. Doelstellingen: - De kinderen kunnen verwoorden dat een kleur uit verschillende componenten bestaat. - De kinderen kunnen verklaren wat er met de stipjes is gebeurd. - De kinderen kunnen de proef naar behoren uitvoeren. Eindtermen: GO! Levende en niet-leven natuur: 1.15 De leerlingen kunnen illustreren dat een stof van toestand kan veranderen. Techniek als menselijke activiteit: 2.13 De leerlingen kunnen een eenvoudige werktekening of handleiding stap voor stap uitvoeren. OVSG: ET WO 2.13 De leerlingen kunnen een eenvoudige werktekening of handleiding stap voor stap uitvoeren. ET WO 2.16* De leerlingen kunnen hygiënisch, nauwkeurig, veilig en zorgzaam werken. Leerplannen: GO! 3.3.1.2 OD 2.9 De leerlingen tonen een explorerende en experimentele aanpak om meer te weten te komen over techniek. 3.3.3.17 De leerlingen kunnen een eenvoudige werktekening of handleiding stap voor stap uitvoeren.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 162
OVSG WO-TEC-01.06 De leerlingen ontdekken al explorerend en experimenterend op welke natuurkundige verschijnselen een technische realisatie gebaseerd is. WO-TEC-04.04 De leerlingen tonen een experimentele en explorerende aanpak om meer te weten te komen over techniek. Toepassingen: - In de grafische sector kom je sowieso in contact met kleur. Dit kan bijvoorbeeld zijn bij het maken van een poster. Hierbij moet je niet alleen nadenken over de kleur, maar ook over de componenten van die kleur en wat je met bepaalde kleureffecten kunt doen. Bijlagen: 1) Lesvoorbereiding: druktechnieken 2) Alternatieven en interessante sites
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 163
LESVOORBEREIDING Klas: 3e graad
Aantal lln: 20
Duur: 100 minuten
Leergebied/Domein: W.O. / Techniek Onderwerp: Druktechnieken
Didactische Beginsituatie: De kinderen hebben reeds les gekregen over de drukpers in het kader van lessen communicatie. De kinderen zijn gewend opdrachten aan de hand van fiches te maken. De kinderen helpen elkaar vaak met beeldopdrachten. De tafels zijn herschikt en de prenten liggen reeds klaar. Situering in de leerplannen en eindtermen: Eindtermen GO: ET 2.16 De leerlingen kunnen hygiënisch, veilig, zorgzaam en nauwkeurig werken. 3.3.3.17 ET 2.13ET 7 De leerlingen kunnen een eenvoudige werktekening of handleiding stap voor stap uitvoeren. OVSG: ET WO 2.13 De leerlingen kunnen een eenvoudige werktekening of handleiding stap voor stap uitvoeren. ET WO 2.17 De leerlingen kunnen illustreren dat techniek en samenleving elkaar beïnvloeden. Leerplannen GO: 3.1.5.12 De leerlingen kunnen met voorbeelden het verschil tussen reclame en objectieve informatie uitleggen. 3.3.1.4 De leerlingen kunnen hygiënisch, veilig, zorgzaam en nauwkeurig werken. *1.4 De leerlingen kunnen plezier en voldoening vinden in het beeldend vormgeven en genieten van wat beeldend vormgeven is. 1.5 De leerlingen kunnen beeldende problemen oplossen, technieken toepassen en gereedschappen en materialen hanteren om beeldend vorm te geven op een manier die hen voldoet. OVSG: WO-TEC-01.17 De leerlingen begrijpen dat technische realisaties tegemoet komen aan menselijke behoeften.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 164
WO-TEC-04.02 De leerlingen zijn bereid hygiënisch, veilig en zorgzaam te werken. WO-TEC-04.03 De leerlingen zijn bereid nauwkeurig te werken. Lesdoelen: - De kinderen kunnen technieken op een juiste manier uitvoeren. - De kinderen kunnen hun ervaringen omtrent gemaakte technieken verwoorden. - De kinderen kunnen elkaar helpen om een opdracht correct uit te voeren. Bronnen: Pieriet, K. Van De Keere, K. De Decker, G. TNT (Talent en Techniek) zesde leerjaar Mechelen: Plantijn - Wat is (boek)drukkunst? - Welke druktechniek gebruik je? - Wat is meerkleurendruk? Leermiddelen: zelfhardende klei , spijkers, paperclips, plastic folie (om de klei op te leggen), houten blokjes of karton, zacht rubber, lijm, stempelkussen, inktroller, papier, scharen, plastic mapjes, penselen, sjabloondrukverf, bakjes (afhankelijk van het aantal lln),met water verdunde verf, satéprikkers en prenten.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 165
1) Voororganisatie Alle hoekjes staan reeds klaar. Alle prenten liggen op de tafels en alle kinderen krijgen een prent die overeenkomt met de prenten op de tafels. 2) Inleiding Klasgesprek (10 min.) De leerkracht brengt een stapel brieven, reclamefolders en boekjes mee naar de klas. De leerkracht zucht en zegt: “Amai, al dat drukwerk kwam gisteren in mijn brievenbus!”. “Wie van jullie krijgt thuis ook reclame?” Wat is het verschil tussen reclame en gewone informatie?”(geef eens een voorbeeld) “Wie krijg iedere dag een krant in de bus?” “ Ik vind het echt mooi hoe mensen zulke dingen op papier kunnen vastleggen. Hoe zouden ze dat doen?” “ Wie heeft de boekdrukkunst uitgevonden?“ De leerkracht toont een prent en zegt: “Dit is Johannes Gutenberg. Hij vond de drukkunst met losse letters uit. Dit gebeurde d.m.v. drukpersen. Daardoor werd de verspreiding van de drukkunst veel gemakkelijker en natuurlijk goedkoper. (foto’s laten zien) 3) Kern groepsverdeling + hoekenwerk (70 min.) Vandaag gaan we zelf eens zoals echte drukkers aan de slag! De leerkracht geeft de leerlingen een kaartje met daarop enkele voorbeelden in functie van het onderwerp: een drukpers, een krant, een typmachine, een kleitablet,… Deze voorbeelden komen ook terug op de tafels van de kinderen met het materiaal dat de kinderen nodig hebben. De leerlingen zoeken de juiste prent en stellen zich bij de overeenkomstige hoek. Hoek 1: kleitabletten De leerlingen maken hier een echte kleitablet! Enkel klei, spijkertjes, paperclips en verf heb je nodig. De kinderen beginnen met de klei plat te rollen, vervolgens duwen ze de spijkertjes in de klei (kan in de vorm van letters). Vervolgens duwen de kinderen een paperclip in de kleiwand om ze later te kunnen ophangen. Daarna leggen de kinderen de kleitablet op een plaats voorzien achterin de klas. Hier mag de kleitablet drogen om tijdens een volgende beeldles geschilderd te worden. In bijlage vindt u ook de beschrijving voor de lln.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 166
Hoek 2: Stempelen Hier maken de kinderen echte stempels. Voor deze hoek heb je houten blokjes of dik karton, zacht rubber, lijm, een stempelkussen, een inktroller en papier nodig. Eerst knippen de kinderen vormen uit zachte rubber in de vorm van letters, afbeeldingen,.. Ze kleven dan het rubber op hout of karton. Dan rollen ze inkt op het rubber met een inktroller of gebruiken ze een stempelkussen. Dan kunnen ze aan de slag met afdrukken op papier. Met verschillende kleuren wordt het een mooi kunstwerk!
Hoek 3: sjabloondruk De kinderen nemen een plastic mapje en maken hierop een tekening. Ze knippen de tekening uit en kleven het sjabloon op een blad. Ze tamponneren de uitgeknipte vormen. Als de verf droog is, verwijderen ze het sjabloon. Ze kunnen ook enkel de contouren van de uitgeknipte figuur gebruiken.
Hoek 4: vlakdruk: papier marmeren Bij deze hoek gaan de kinderen papier marmeren. Ze volgen hiervoor een stappenplan.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 167
4) Afsluiting: gesprek ( 20 min.) Wat vond je moeilijk? Wat vond je leuk? Wat vond je gemakkelijk? De resultaten worden bekeken en er wordt opgeruimd.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 168
Hoek 1: een kleitablet maken 1. Rol de klei plat. 2. Duw de spijkertjes in de klei (dit kan je doen in de vorm van letters) 3. Duw een paperclip in de kleiwand zodat je ze later nog kan ophangen. 4. Leg de kleitablet op een plaats achteraan in de klas. 5. Ruim nu het materiaal een beetje op zodat de andere leerlingen ook aan de slag kunnen.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 169
Hoek 2: stempelen 1. Knip vormen (letters, afbeeldingen,…) uit het rubber. 2. Kleef het rubber op hout of karton. 3. Duw het rubber op het stempelkussen en maak afdrukken op papier. 4. Gebruik zoveel mogelijk verschillende kleuren! 5. Leg de stempel en het papier dat je gemaakt hebt achteraan in de klas (op het krantenpapier). 6. Ruim nu het materiaal een beetje op zodat de andere leerlingen ook aan de slag kunnen.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 170
Hoek 3: een sjabloondruk maken 1. Neem een plastic mapje en teken hierop een tekening. 2. Knip de figuur uit en leg dit op een blad. 3. Gebruik het tamponneerborsteltje om rond de figuur heen te drukken. Je kan ook werken met het mapje in plaats van de figuur, dan ga je rond de randjes. 4. Haal voorzichtig het sjabloon weg. 5. Ruim nu het materiaal een beetje op zodat de andere leerlingen ook aan de slag kunnen.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 171
Hoek 4: vlakdruk 1. Neem het behangselmengsel en verdeel over de plastic bak. 2. Neem de vloeibare plakkaatverf. 3. Giet een kleur van de verdunde plakkaatverf over de behangsellijm, niet te veel en niet te weinig.
4. Trek met stokjes lijntjes in de verf. 5. Leg voorzichtig een blad papier op de laag lijm en haal dit traag en voorzichtig weg. 6. Spoel het blad af onder de kraan en laat het drogen. Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 172
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 173
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 174
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 175
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 176
Andere mogelijkheden en interessante sites: - Je kunt het keukenpapier vervangen door een koffiefilter of vloeipapier. - In plaats van de stukjes koffiefilter, vloeipapier of keukenpapier aan een touwtje te hangen, kan je een satéprikker door het papier heen steken en het papier hieraan vasthouden. - Je kan ook werken met M&M’s en alcohol om de verschillende kleuren te ontleden. Meer uitleg is te vinden op de volgende pagina of via http://www.expeditionchemistry.nl/247/snoepjeschromatografie/ en http://www.expeditionchemistry.nl/wpcontent/uploads/2010/12/2006_Sanne_en_de_toverstift.pdf
Het beroepenhuis: U kunt er ook voor kiezen een bezoek te brengen aan het beroepenatelier van de Grafische industrie. Dit atelier bestaat uit een korte inleiding met foto’s om de sector en de beroepen beter te leren kennen. Daarna wordt de klas verdeeld in vier groepjes. In een doorschuifsysteem voeren de leerlingen als drukkers vier verschillende druktechnieken uit: hoogdruk, doordruk, vlakdruk en diepdruk. Op de website staat ook een lesvoorbereiding en nuttige bijlagen, zoals een handleiding, een overzicht met de beroepen, een werkbundel voor de leerlingen, de benodigdheden en nog nuttige websites! http://www4.gent.be/Gsiw/GSIW/subsitedetails3.aspx?subsiteID=18&LID=3298&MID=1500
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 177
Kleuren mengen: De kinderen kunnen ook kleuren mengen door het water in een bakje voor ijs te doen. Vervolgens nemen ze (voedings)kleurstof en voegen met een pipet de kleurstoffen toe. Zo verkleurt het water en maken de kinderen allerlei mengsels.
Regenboogpapier: 1. Vul een schaal voor de helft met water. Doe een druppel doorzichtige nagellak op de bovenkant van het water. De druppel zal uitvloeien. 2. Doop een stukje zwart papier in het water en laat het drogen. Als je het papier op een neer beweegt, zie je regenbogen. Marmeren: Nodig: terpentine, verschillende kleuren olieverf, een teiltje water, satéstoker en tekenpapier Verdun de olieverf met behulp van terpentine (gebruik best reukloze terpentine). Je kan verschillende kleuren bewaren in kleine potjes. Laat de kinderen twee à drie kleuren kiezen en deze bij het water voegen. Een aantal drupjes is genoeg om een mooi effect te krijgen. Roer even met de satéstoker in het water tot je een mooi patroon hebt en leg dan heel voorzichtig op de bovenste waterlaag een vel papier( bv. een bladwijzer) en je krijgt een prachtig resultaat.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 178
Ontdek de drukwereld: In deze kleurige brochure maken de kinderen kennis met de drukwereld. Op heel wat vragen vinden ze hier een antwoord. En hoe komt dit leuke boekje tot bij ons? Dat wordt in makkelijke woorden uitgelegd. Je kan het boekje op deze site downloaden http://www.grafoc.be/filebox/GRAFOC%20%20Ontdek%20de%20drukwereld%202010%20LR.pdf of door een mailtje te sturen naar David Benoît kan je de boekjes ook bestellen
[email protected] Beroepenspel Om de beroepen uit deze sector in eenvoudige woorden uit te leggen bestaat er ook een beroepenspel. De kinderen kunnen er het twijfelaarspel of het geheugenspel mee spelen. Persoonlijk vinden we het spel al moeilijk genoeg en is het misschien beter om de kinderen de twee helften die bij elkaar horen te laten zoeken. Op de ene helft staat een persoon die het beroep uitoefent en wat dit juist inhoudt en op de andere helft staan de talenten. Het spel kan je eveneens via de site van grafoc verkrijgen.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 179
Hoek 6 Sector: Grafische industrie
Drukwerkvoorbereider Als je in de grafische sector werkt, kom je veel in contact met kleur. In dit proefje gaan we de verschillende kleuren van een stift onderzoeken. Gebruik hiervoor het stappenplan.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 180
Sector: Grafische industrie
drukwerkvoorbereider Je maakt het drukwerk klaar om gedrukt te worden met de computer. Je maakt proefdrukken en controleert de kleuren. Je verbetert foutjes. Je maakt drukvormen die naar de drukkerij gaan.
Creatief zijn
niet kleurenblind
computervaardig Oog voor kwaliteit
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 181
Stappenplan Voor het ontdekken van de kleuren van een stift
1 Knip een stukje van het keukenpapier.
2 Prik een satéprikker door de bovenkant van het stukje keukenpapier
3 Teken met een gekleurde stift een grote stip op de onderkant van het stukje keukenpapier.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 182
4 Vul het glas voor de helft met water.
5 Hang het strookje papier in het glas en wacht even….
6 En kom te weten uit welke kleuren de stift eigenlijk bestaat! 7 Hoe denk je dat dit komt? Overleg in je groepje. Vraag aan de juf het oplossingenblad en kijk na of jullie het juist hadden.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 183
Oplossing De donkere kleur van je stift bestaat uit verschillende kleurstoffen. Sommige van die kleurstoffen lossen beter op in water dan andere. De kleurstoffen die het beste oplossen in water verspreiden zich snel over het papier. Zo worden de kleurstoffen van elkaar gescheiden. In een groene stift bijvoorbeeld zitten gele en blauwe kleurstoffen. En in een paarse stift zitten blauwe en rode kleurstoffen. Met de drie kleuren rood, geel en blauw kun je alle kleuren van de regenboog maken. We noemen die kleuren de drie primaire kleuren.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 184
Regenboogpapier 1. Neem de schaal met water. Doe enkele druppels doorzichtige nagellak op de bovenkant van het water. De druppels zullen uitvloeien.
2. Doop een stukje zwart papier in het water en beweeg het op en neer om het te laten drogen. Als het papier droog is, zie je regenbogen. Hoe kan dat? Denk eens goed na en vraag vervolgens de oplossingsfiche aan de juf/meester.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 185
Oplossing Voor het maken van regenboogpapier is er nagellak nodig. Deze vormt een dunne laag op het water. Als er licht schijnt op het papier, wordt het weerkaatst door de laagjes nagellak. Op deze manier ontstaan er regenboogpatronen.
Er bestaan doorzichtige voorwerpen niet-doorzichtige voorwerpen. Doorzichtige voorwerpen laten licht door, maar kunnen dat licht ook van richting laten veranderen. Het licht wordt dus gebroken. Deze kleuren worden een spectrum genoemd. Wit licht bestaat uit verschillende kleuren. Normaal gezien zie je dat niet, maar het is er wel. Als het licht in aanraking komt met water, wordt het gebroken. Alle kleuren worden op een andere manier gebroken, waardoor je deze allemaal apart kunt zien. De volgorde in een regenboog is dus ook altijd hetzelfde.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 186
Hoek 7 Sector: Social profit
Verpleegkundige Aangezien het omgaan met mensen het allerbelangrijkste is in de sector social profit leren de kinderen hier hoe je een verband op een correcte manier kunt aanbrengen bij een patiënt. De kinderen kunnen kiezen uit een kruisverband aanbrengen aan een hand of aan de onderarm. Zorg ervoor dat de kinderen de verbanden zeker oprollen na het aanleggen ervan, anders verliest de volgende groep heel wat tijd. Als u wenst EHBO te integreren in uw klaspraktijk, vindt u een voorbeeld van hoe dit eventueel kan aangepakt worden in de bijlage. In deze hoek voorziet men: Leerlingenfiche (zie document met materiaal om af te drukken) Beroepenfiche verpleegkundige (zie document met materiaal om af te drukken) Stappenplannen (zie document met materiaal om af te drukken) Enkele zwachtels ( 5 cm x 5 m of 7 cm x 5 m) Een driehoeksverband ( 90 cm x 90 cm x 127 cm ) ! Zorg ervoor dat de verbanden steriel zijn Alternatieven: - Driehoeksverbanden aanleggen aan de voet, knie of elleboog. - Scharnierverband aanbrengen aan de hiel of elleboog Doelstellingen: - De kinderen kunnen een verband aanbrengen op de juiste manier. - De kinderen kunnen het belang van een verband verwoorden. Eindtermen/Leerplannen: Eindtermen: GO! Techniek als menselijke activiteit: 2.13 De leerlingen kunnen een eenvoudige werktekening of handleiding stap voor stap uitvoeren. 2.16* De leerlingen kunnen hygiënisch, nauwkeurig, veilig en zorgzaam te werken. OVSG ET WO 2.13 De leerlingen kunnen een eenvoudige werktekening of handleiding stap voor stap uitvoeren. ET WO 2.16* De leerlingen kunnen hygiënisch, nauwkeurig, veilig en zorgzaam te werken.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 187
Leerplannen: GO! 4.3.5. De leerlingen kunnen samenwerken met alle leerlingen zonder onderscheid zijn bereid tot medewerking en samenwerking met alle leerlingen, zonder onderscheid van geslacht of etnische origine. OVSG WO-TEC-02.24 De leerlingen voeren een eenvoudige werktekening of handleiding stap voor stap uit. WO-TEC-02.28 De leerlingen reflecteren op hun werkwijze en sturen deze eventueel bij. WO-TEC-04.03 De leerlingen zijn bereid nauwkeurig te werken. Verklaring: 1. Een kruisverband wordt gebruikt aan de armen, benen, handen en voeten. De eerste beweging is een circulaire beweging zodat het verband niet meer verschuift. Nadien wordt de windel naar boven afgerold met een eerste halve circulaire beweging; dan terug naar beneden. Vervolgens zal de windel telkens een halve cirkel naar boven worden gerold en nadien terug naar beneden. Het uiteinde van de zwachtel zal weer met een veiligheidsspeld of met bijzondere klemhaakjes worden vastgemaakt. 2. Een scharnierverband is een bijzonder zwachtelverband, zo aangebracht dat het enige beweging toelaat (scharnier- of buigbeweging) van het gewricht dat het moet ondersteunen. Het is hierbij heel belangrijk dat bij de eerste beweging de windel stevig cirkelvormig gefixeerd wordt ter hoogte van de knie, dan zal de winding vanuit de kniekuil naar de romp worden omgeslagen en nadien een winding van de romp weg. Zo gaat dit verder tot de gehele windel is afgerold. 3. Een driehoeksverband aan de hand wordt aangebracht om deze voorlopig af te dekken. Toepassingen: Een verband kan dienen ter bescherming van wonden tegen ziektekiemen, koude, vuil, … Bij wonden waarbij er een intens bloedverlies is, heeft het verband ook een drukfunctie. Een andere nuttige functie is de immobilisatie van de beenderige elementen, het geval bij een breuk, ontwrichting of verstuiking. Bijlagen: 1) Lesvoorbereiding: EHBO verantwoordelijke 2) Andere mogelijkheden en interessante sites
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
de
Klas: 6 leerjaar
p. 188
LESVOORBEREIDING Tijdens de speeltijd
Leergebied/Domein: W.O. / Techniek Onderwerp: Gezondheid, welzijn en samenleving.
Didactische Beginsituatie: Deze les kadert in een lessenreeks rond beroepen. Dit is een lesfiche om toe te passen tijdens de speeltijd. Het is mogelijk om dit een heel schooljaar toe te passen. Situering in de eindtermen/ leerplannen: Eindtermen GO!: 1.20 De leerlingen kunnen de hulp inroepen van een volwassene in een noodsituatie. 1.21 De leerlingen kunnen passende elementaire hulp toedienen bij brandwonden. OVSG: ET WO 2.13 De leerlingen kunnen een eenvoudige werktekening of handleiding stap voor stap uitvoeren ET WO 2.16* De leerlingen kunnen hygiënisch, nauwkeurig, veilig en zorgzaam te werken Leerplannen GO!: 3.3.1.4 De leerlingen kunnen hygiënisch, veilig, zorgzaam en nauwkeurig werken. 3.2.7.13 De leerlingen kunnen in een noodsituatie adequaat reageren door hulp van volwassenen in te roepen. OVSG: WO-TEC-02.02 De leerlingen bepalen aan welke vereisten de technische realisatie, die ze willen gebruiken, moet voldoen. WO-TEC-02.24 De leerlingen voeren een eenvoudige werktekening of handleiding stap voor stap uit. WO-TEC-02.28 De leerlingen reflecteren op hun werkwijze en sturen deze eventueel bij. v WO-TEC-02.29 De leerlingen hernemen, indien nodig, één of meerdere stappen bij het doorlopen van het technisch proces. WO-TEC-04.03 De leerlingen zijn bereid nauwkeurig te werken.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 189
Lesdoelen/ talenten: De leerlingen kunnen: - samenwerken. - voor anderen zorgen. - verantwoordelijkheid opnemen. Bronnen: CLB & De Studiewijzer, Koffer kies raak!, stad Antwerpen. Onderwijs- en leermiddelen: EHBO- kit, afsprakennota, fluovestje en lijst met data en namen van leerling
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 190
Voororganisatie: - Afspraken maken en kopiëren voor iedere leerling - Fluovestje of ander idee uitwerken - een EHBO-kit voorzien (vooraf ook een les wijden aan het bespreken van de inhoud) - lijst met data en namen van leerlingen maken Klasgesprek: Elke week ga ik twee leerlingen van de klas aanduiden die verantwoordelijk zijn voor EHBO op de speelplaats. Wanneer één van de kinderen valt of zich pijn doet, is het hun taak om samen met dit kind en de leerkracht die toezicht heeft naar het EHBO-lokaal te gaan. Wat is jullie taak dan? Jullie zorgen ervoor dat die leerling zich goed voelt en als het gaat om kleine schaafwonden, mogen jullie die ook verzorgen. Hoe kunnen de kinderen jullie herkennen? (lln ideeën laten aanbrengen, alternatief = fluovestje).
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 191
Andere mogelijkheden en interessante sites: 1) Basis van elke winding
2) Een scharnierverband van de knie:
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 192
3) Een scharnierverband van de voet
4) Een scharnierverband aan de elleboog
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 193
5) Een spiraalverband aan een lidmaat
6) Een elleboog voorlopig afdekken
7) Een voet voorlopig afdekken
plooi de top over de voet
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 194
Kruis beide uiteinden over de voet. Draai de uiteinden één of meerdere malen rond het been.
Knoop de uiteinden aan elkaar vast. 8) Een driehoeksverband aanbrengen aan de hand. Leg hierbij het verband op een tafel.
Het beroepenhuis: http://www4.gent.be/Gsiw/GSIW/subsitedetails3.aspx?subsiteID=18&LID=2750&MID=1500 Het beroepenhuis heeft ook een beroepenatelier beschikbaar voor deze sector. De klas wordt dan opgedeeld in vier groepen. Er zijn vier opdrachten voorzien en door middel van Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 195
een doorschuifsysteem doorlopen de kinderen alle vier de activiteiten. Zo leer je hoe een begeleider in de kinderopvang de luier van een baby ververst. Je test hoe een opticien je ogen controleert. Je leest röntgenfoto’s en spalkt een been. Op de site staat ook een lesvoorbereiding met enkele bijlagen, zoals een overzicht van de beroepssectoren, nuttige websites, een werkbundel voor de leerlingen en een handleiding voor de leerkracht. Het Vlaamse Kruis: http://www.hetvlaamsekruis.be/ehbo_info/ Op deze site vindt u tal van informatie over EHBO, mogelijke opleidingen, hoe u contact kunt opnemen,… Het Rode Kruis: http://www.rodekruis.be/NL/Activiteiten/Opleidingen/Opleidingen.htm Op deze site staat een link voor leerkrachten. Zo kan men lessenpakketten downloaden en kan men als leerkracht ook kijken wat je moet doen om een opleiding te volgen tot EHBO- kenner.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 196
Hoek 7 De verpleegkundige Als een persoon gewond is, is het belangrijk dat je voor je patiënt kunt zorgen. Kan jij, net zoals een echte verpleegkundige, een verband aanleggen bij je vriend/vriendinnetje? Als je klaar bent, rol het verband dan op en leg het terug in het bakje. 1) Een kruisverband aan de hand
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 197
9) Een kruisverband aan de onderarm
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 198
Sector: Social profit
Verpleegkundige Je verzorgt zieken, bejaarden of personen met een beperking. Je verzorgt wonden, brengt verbanden aan, dient geneesmiddelen toe,…
stressbestendig
veilig werken
flexibel zijn
zorgen voor anderen
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 199
Hoek 8 Sector: Voedingsindustrie
De voedingstechnoloog Kennis van voedingswaren is een heel belangrijke eigenschap van een voedingstechnoloog. Bij deze proef wordt getest of de kinderen deze eigenschap bezitten. Je laat hen enkele voedingsmiddelen proeven/ruiken, maar dit gebeurt geblinddoekt. Vervolgens verwoorden de leerlingen wat ze proeven/ruiken en proberen ze het voedingsmiddel te benoemen. Als u merkt dat de lln. geboeid zijn geraakt door de voedingsindustrie, kan u er ook voor kiezen een les techniek te wijden aan voeding. Hiervoor vindt u een lesvoorbereiding in bijlage. Wat heb je hiervoor nodig? - Enkele potjes/bekertjes om de voedingsmiddelen in te doen - Voedingsmiddelen om te proeven (bv. ketchup, choco, bloem, gist en zout) - een kan met water en bekertjes (om tussen het proeven door de mond te spoelen om de smaken uit de mond te verwijderen) - Voedingsmiddelen om te ruiken (bv. vanillesuiker, azijn, koffiepoeder, peperbollen en ui) - Naargelang het gebruikte materiaal lepeltjes, messen of vorken - Blinddoeken (sjaals, zwarte haarbanden,…) Om de proef uitdagend genoeg te maken voor de kinderen, is het aangewezen gekende voedingsmiddelen te gebruiken. Varieer ook voldoende. Voorzie op de bekers met voedingsmiddelen om te proeven een mondje of een andere aanduiding zodat de kinderen weten welke voedingsmiddelen ze mogen proeven en aan welke voedingsmiddelen ze mogen ruiken. Tussen het proeven door kunnen ze de mond ook eens spoelen met een bekertje water. Onderaan op de bekers kan ook geschreven worden water in het potje zit, voor het geval dat de leerling die de geblinddoekte leerling het potje voorhoudt, niet zou weten wat erin zit. In deze hoek voorziet men: Leerlingenfiche (zie document met materiaal om af te drukken) Beroepenfiche voedingstechnoloog (zie document met materiaal om af te drukken) Bovenstaand materiaal Doelstellingen: - De kinderen kunnen geblinddoekt enkele waren herkennen. - De kinderen kunnen verwoorden wat ze proeven. Eindtermen/Leerplannen Eindtermen:
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 200
GO! Algemene vaardigheden: 1.1 De leerlingen kunnen gericht waarnemen met alle zintuigen en kunnen waarnemingen op een systematische wijze noteren. OVSG ET WO 2.14 De leerlingen kunnen werkwijzen en technische systemen vergelijken en over beide een oordeel formuleren aan de hand van criteria. ET SV 3 De leerlingen kunnen samenwerken met anderen, zonder onderscheid van sociale achtergrond, geslacht of etnische origine. Leerplannen: GO! 3.2.1.3 OD 1.0.1 De leerlingen kunnen de verschillen onderscheiden in geur, kleur, smaak, voelen en geluid. bij deze proef gaat het vnl. over de geur en smaak OVSG WO-TEC-01.07 De leerlingen illustreren hoe technische realisaties onder meer gebaseerd zijn op kennis over eigenschappen van materialen of op kennis over natuurkundige verschijnselen. s Bedoeling: De leerlingen proberen geblinddoekt de verschillende waren te herkennen. De bedoeling is dat de leerlingen eerst beschrijven wat ze proeven: zuur, zoet, sterke smaak, zwakke smaak,.. Nadien gaan ze verder met het benoemen. Welk voedingsmiddel heb ik net geproefd? Toepassingen: - Als voedingstechnoloog is het belangrijk dat men kennis heeft van de verschillende waren. - Bij het koken hebben we ook ingrediëntenkennis nodig. Bijlagen: 1) Lesvoorbereiding 2) Andere mogelijkheden en interessante sites
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 201
LESVOORBEREIDING Klas: 3e graad
Aantal lln: 12
Duur: 100 minuten
Leergebied/Domein: W.O. / Techniek Onderwerp: Voeding
Didactische Beginsituatie: De kinderen hebben reeds een aantal lessen over voeding gekregen. De kinderen kunnen zelfstandig een opdracht uitvoeren. De tafels met het nodige materiaal staan reeds klaar zodat de kinderen meteen aan het werk kunnen. Situering in de leerplannen en eindtermen: Eindtermen GO!: 1.1 De leerlingen kunnen gericht waarnemen met alle zintuigen en kunnen waarnemingen op een systematische wijze noteren. 2.16* De leerlingen zijn bereid hygiënisch, nauwkeurig, veilig en zorgzaam te werken. OVSG: ET WO 2.13 De leerlingen kunnen een eenvoudige werktekening of handleiding stap voor stap uitvoeren. ET WO 2.14 De leerlingen kunnen werkwijzen en technische systemen vergelijken en over beide een oordeel formuleren aan de hand van criteria. ET WO 2.16* De leerlingen zijn bereid hygiënisch, nauwkeurig, veilig en zorgzaam te werken. Leerplannen GO!: 2.13 De leerlingen kunnen een eenvoudige werktekening of handleiding stap voor stap uitvoeren. 3.7* De leerlingen hebben aandacht voor de onuitgesproken regels die de interacties binnen een groep typeren en zijn bereid er rekening mee te houden. 3.3.1.4 De leerlingen zijn bereid om hygiënisch, veilig, zorgzaam en nauwkeurig werken. OVSG: WO-TEC-01.17 De leerlingen begrijpen dat technische realisaties tegemoet komen aan menselijke behoeften.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 202
WO-TEC-02.24 De leerlingen voeren een eenvoudige werktekening of handleiding stap voor stap uit. Lesdoelen: - De leerlingen kunnen zelfstandig een opdracht uitvoeren. - De leerlingen kunnen elkaar helpen. - De leerlingen kunnen hun bevindingen noteren en verwoorden. Bronnen: Mestdagh, N. Tallir, I. TNT (Talent en Techniek) vijfde leerjaar, Mechelen: Plantijn nv. - Wat staat op het etiket van voedingsmiddelen? - Maken de E-nummers ons voedsel lekker? - Hoe bewaar ik voedsel? - Hoe zorg ik ervoor dat voedsel minder snel bederft? - Hoe houden we koele/warme dranken koel/warm? Leermiddelen: Smarties, water, potjes, werkbladen, vanillesuiker, vanillestokje, prijzen, thermosfles, warm water, gelatineblaadjes, kommetjes, olie, azijn, eigeel, E-nummers, voedingsmiddelen (conserven, gedroogde kruiden, oploskoffie, …), muziek Bijlagen: 1) Extra uitleg i.v.m. de verschillende bewaringstechnieken (voor de leerkracht) 2) Opdrachten voor in de hoeken te leggen + bijhorende werkbladen
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 203
1) Voororganisatie De hoeken met het nodige materiaal staan klaar. De werkbladen zijn gekopieerd om aan de kinderen uit te delen. 2) Inleiding onderwijsgesprek (10 min.) De leerkracht vertelt een verhaal. “ Ik ken twee kinderen, Tarik en Tina”. “ Zij gingen deze vakantie op reis en vlak voordat ze op reis vertrokken, stopte mama een puntzak snoepjes in hun rugzak.” Tarik plaagde zijn zus, zoals vele kindjes wel eens doen, en zei: ‘De snoepjes zijn allemaal voor mijn bekje, Tina. Jij bent allergisch voor kleurstoffen”. Beteuterd bekijkt Tina het etiket op de zak: al die nummers.. maar wat wil dat nu allemaal zeggen? “ Hebben jullie al eens gelet op alle lettertjes die op verpakkingen staan? De leerkracht laat enkele verpakkingen rondgaan. Wat staat daar zoal op? (E 322: soja, E450i, dinatriumdifosfaat,..) De leerkracht legt alle opdrachten uit en verdeelt de kinderen vervolgens over de 6 hoeken. 3) Kern hoekenwerk (70 min.) 10 min. per hoek + tijd om door te schuiven (dit gebeurt op muziek) De klas is verdeeld in 6 hoekjes. Elke hoek bevat een bepaalde opdracht. Bij hoek 1: kleurstoffen Voor deze hoek heb je Smarties en water nodig. De kinderen leggen de Smarties in het water en schrijven hun bevindingen op het werkblad. Vervolgens proeven ze de ongekleurde Smarties en schrijven opnieuw hun bevindingen op. Waarom zouden de Smarties gekleurd zijn? De kinderen schrijven hun mening op de lijn. Bij hoek 2: geurstoffen Voor deze hoek heb je vanillesuiker en een vanillestokje uit. De kinderen moeten aan allebei de producten ruiken en de geuren vergelijken. Vervolgens moeten ze de prijzen ook vergelijken. Waarom is er een verschil? Bij hoek 3: verdikkingsmiddelen Voor deze hoek heb je een thermosfles met warm water nodig. (We opteren hier voor een thermosfles, omdat er anders gevaar is dat de leerlingen zich verbranden aan de waterdamp of het vuur). Ook heb je hier 2 gelatineblaadjes nodig. De kinderen leggen de blaadjes in het water en noteren hun bevindingen.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 204
Bij hoek 4: Emulgatoren Voor deze hoek moet je een paar kommetjes voorzien. Meng 2 eetlepels olie met 2 eetlepels azijn. Meng vervolgens het gehele mengsel met eigeel. Wat is er gebeurd? Bij hoek 5: E-nummers Bij deze hoek liggen er een aantal etiketten van voedingsmiddelen. De kinderen noteren de E-nummers in de kolom, de voedingsmiddelen en de soort toevoeging. De kinderen zoeken de E-nummers op via internet. Bij hoek 6: Voedingsmiddelen bewaren. Er zijn verschillende bewaartechnieken voor voedingsmiddelen. Bij deze hoek gaan de kinderen zelf een indeling maken. (Voor extra uitleg: zie bijlage 1) Pekelen, wat is dat? (in zout leggen) Vriesdrogen? (water wordt uit het product gehaald door eerst te bevriezen en dan in zeer droge lucht de laten verdampen ) Konfijten? (in suiker leggen, bv. fruit) Steriliseren: (het warm maken, waardoor de bacteriën worden gedood.) Drogen: (water wordt verlaagd.) 4) Afronding gesprek + opruimen (20 min.) Alle opdrachten worden overlopen en de resultaten besproken. Er wordt ook opgeruimd.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 205
Extra uitleg: bewaringstechnieken Pekelen:56 Pekelen, ook wel zouten genoemd, is de techniek die toegepast wordt om voedsel te bewaren door het in te leggen in zout of pekel. Pekel is water dat bijna volledig is verzadigd met zout.57 Het pekelen van voedsel brengt een specifieke smaak met zich mee, wat door veel mensen wel gewaardeerd wordt. Hoewel er nu betere conserveringstechnieken zijn voor producten zoals zoute haring en ham, wordt het vanwege de smaak nog steeds toegepast. Wel worden ze minder lang gepekeld waardoor het voedsel minder schadelijke zouten bevat. Voorbeelden van gepekeld voedingswaren zijn: Zoute haring Spek Ham Kaas
Vriesdrogen:58 Bij deze techniek wordt eerst al het water uit een product verwijderd door het eerst te bevriezen en dan in zeer droge lucht of in vacuüm te laten verdampen. Micro-organismen krijgen geen kans om te overleven omdat de omgeving van een gevriesdroogd product veel te droog is. Door een product te vriesdrogen blijft de smaak behouden, neemt het gewicht en volume af en wordt de houdbaarheid langer. Nadelen van het vriesdrogen zijn dan weer dat het product verandert van structuur en het een relatief dure conserveringstechniek is. Voorbeelden van vriesdrogen zijn: Oploskoffie Soep Rijst Thee
Konfijten:59 Konfijten wordt voornamelijk gebruikt voor het bewaren van fruit door het in te leggen in suiker. Het product dat men wil conserveren wordt in een warme suikeroplossing gelegd. Suiker heeft net als zout een uitdrogend effect, waardoor micro-organismen opnieuw geen kans krijgen om te overleven. Suiker houdt niet enkel bederf tegen maar zorgt er ook voor dat mengsels stollen. Dit is het beste zichtbaar bij jams en marmelades.60 Andere voorbeelden van konfijten zijn: Turks fruit Gekonfijt fruit: bessen, aardbeien,…
56
http://nl.wikipedia.org/wiki/Pekelen http://nl.wikipedia.org/wiki/Pekel 58 http://nl.wikipedia.org/wiki/Vriesdrogen_(conservering) 59 http://nl.wikipedia.org/wiki/Konfijten 60 http://www.nieuwsblad.be/article/detail.aspx?articleid=GTO1G4OFA 57
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 206
Steriliseren:61 Steriliseren, ook wel inmaken genoemd, is het opzettelijk doden van de micro-organismen die voorkomen in allerhande producten. Steriliseren van voedsel gebeurt door het product te verhitten. Door daarna het product luchtdicht te verpakken (bv. een conservenblik) kunnen er ook geen nieuwe micro-organismen meer bij het voedsel. Steriliseren is een goede bewaarmethode, maar een nadeel is dat de voedingswaarde wordt aangetast. Zeker wanneer men bv. weckpotten (zie afbeelding) gebruikt om gesteriliseerde producten te bewaren kunnen licht- en warmtegevoelige vitaminen verder worden afgebroken. Daarom is het aangewezen de inmaakpot op een koele, donkere plaats te bewaren. Voorbeelden van steriliseren zijn: Conserven: witte bonen, schorseneren, ananas,… (conserveren) Weck- of inmaakpotten: jam, tomaten, …
Figuur: weckpotten zijn er te vinden in alle soorten en maten. Ze zijn uitermate geschikt om gesteriliseerd voedsel in te bewaren. (http://www.weckenonline.com/weckpotten-eninmaakglazen/beugelpotten/weck-ronde-bewaarpot-met-beugelsluiting-en-ring-1140ml.html )
Drogen:62 Voeding wordt gedroogd door het watergehalte in het product te verlagen. De bacteriegroei wordt belemmerd door de afwezigheid van water.63 Voorbeelden van drogen zijn: Rozijnen Tomaten Paddenstoelen Kruiden
61
http://eten-en-drinken.infonu.nl/diversen/8537-wat-is-steriliseren-van-voeding.html http://nl.wikipedia.org/wiki/Drogen 63 http://www.weckenonline.net/Uitleg_werkwijze/Drogen_van_voedsel/drogen_van_voedsel.html 62
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 207
In zuur leggen: Net als steriliseren wordt in zuur leggen meestal gecombineerd met conserveren. Het in zuur leggen is een goedkope en duurzame wijze om voedingsmiddelen te bewaren. Azijn wordt vaak gebruikt en vinden we tegenwoordig in alle geuren en kleuren terug. Enkele voorbeelden zijn appelazijn, balsamicoazijn, dragonazijn…64 Voorbeelden van in zuur leggen: Augurken Uitjes Haring Pickles Dit zijn slechts 6 voorbeelden van hoe men voedsel kan bewaren. Vaak worden ook verschillende technieken gecombineerd om het product nog langer te kunnen bewaren. Natuurlijk bestaan er nog vele technieken bv. pasteuriseren, doorstraling, roken,… Voor meer uitleg over het bewaren van voedsel verwijzen we u graag verder naar een van de volgende sites: http://www.vzwdorp.eu/index.php/voedsel/bewaring/ http://fysicaindekeuken.webs.com/conserveringstechnieken.htm Ook het volgende filmpje is zeker een aanrader om alles nog eens duidelijk te laten zien: http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20050725_medischetechnologie02
64
http://www.vzwdorp.eu/index.php/voedsel/bewaring/zuur/
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 208
Hoek 1: kleurstoffen Proef enkele Smarties. Leg enkele Smarties in een glas water. Wat zien jullie? __________________________________________________ __________________________________________________ Proef Smarties zonder kleurstof. Smaken ze nu anders? __________________________________________________ Waarom worden Smarties volgens jou gekleurd? __________________________________________________ De E-nummers 100 tot 180 zijn kleurstoffen. Ze worden gebruikt om een product kleur te geven of de bestaande kleur te versterken.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 209
Hoek 2: geurstoffen Vergelijk de geur van een vanillestokje met een zakje vanillesuiker. Wat stel je vast? __________________________________________________ Vergelijk de prijzen. Wat stel je vast? __________________________________________________ In feite is het zo dat als over smaak gesproken wordt, er ook verwezen wordt naar geurstoffen. De smaak wordt voor een belangrijk deel bepaald door de geur tijdens het eten.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 210
Hoek 3: Verdikkingsmiddelen Giet een beetje water in het potje. Leg een gelatineblaadje in het water. Wat gebeurt er? Waarvoor dient gelatine? __________________________________________________ Een verdikkingsmiddel is in de voedingsmiddelenindustrie een ingrediënt dat water kan binden en daarmee het eindproduct dikker maakt. (wordt gebruikt in sauzen, soepen, pudding en snoep) De nummers E400 tot E495 zijn geleermiddelen, emulgatoren, stabilisatoren en verdikkingsmiddelen.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 211
Hoek 4: emulgatoren Meng 2 lepels olie met 2 lepels azijn. Wat zie je? __________________________________________________ Voeg nu het eigeel toe. Roer eventjes. Wat gebeurt er? __________________________________________________ Een emulgator is een stof die helpt bij het mengen van twee stoffen die normaal gesproken niet of moeilijk mengbaar zijn.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 212
Hoek 5: E-nummers Kijk goed naar de producten/etiketten die op de tafel staan. Zoek op de producten de E-nummers. Kijk op Wikipedia wat de naam is van dit E-nummer en tot welke groep het behoort: E-nummers
Voedingsmiddel (naam)
Soort toevoeging bv. conserveermiddel, kleurstof,…
E-nummers zijn door de EU goedgekeurde hulpstoffen bv. zoetstoffen, kleurstoffen, smaakversterkers,…
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 213
Hoek 6: voeding bewaren Er zijn verschillende bewaartechnieken. Hieronder vind je een beetje uitleg. Probeer nu de voedingsmiddelen in te delen volgens de techniek die toegepast werd. Zouten/pekelen: zout wordt gebruikt als bewaarmiddel. Vóór de uitvinding van de koelkast werd vlees en vis bestrooid met zout en bewaard in 'zoutkisten'. Deze bewerking wordt "pekelen" genoemd. Op welke manier voedsel ook gerookt wordt, het wordt niks als je het niet eerst zout/pekelt. Tijdens het pekelen kun je ook kruiden en specerijen door het zout of de zoutoplossing mengen. Je kunt droog pekelen (zoutkorrels) nat pekelen (zout opgelost in water) zoet pekelen (zout opgelost in vloeistof met suiker of honing).
Konfijten is het conserveren van fruit door het in te leggen in suiker, bv. jam. Vriesdrogen: dit is een industriële methode die bijvoorbeeld wordt gebruikt bij het produceren van oploskoffie of soep. Vriesdrogen is een techniek waarbij water uit een product wordt verwijderd door het eerst te bevriezen en dan in zeer droge lucht of in vacuüm te laten verdampen bv. oploskoffie.
Steriliseren: het voedsel warm maken, waardoor de bacteriën worden gedood, bv. alle conserven.
Drogen: de hoeveelheid water wordt verlaagd. Bv. fruit: krenten zijn gedroogde, en dus verduurzaamde, druiven. Een bouillonblokje is gedroogde en in kubusvorm geperste geconcentreerde bouillon.
In zuur leggen: door toevoeging van azijn kan men ervoor zorgen dat bacteriën geen kans krijgen om het voedsel te bederven, bv. zure haring, augurken, ajuinen,…
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 214
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 215
Andere mogelijkheden en interessante sites: Het beroepenhuis: Het beroepenhuis beschikt over een atelier dat gespecialiseerd is in de voedingsindustrie. De klas wordt verdeeld in vier groepen. Via een doorschuifsysteem voert elke groep vier opdrachten uit. Tijdens dit atelier, leer je hygiënisch werken, maak je een eigen bereiding, repareer je als onderhoudstechnicus snel de machines en voer je een kwaliteitscontrole uit op de producten. Ook is er op de site een lesvoorbereiding beschikbaar en tal van bijlagen, zoals opdrachtfiches, een handleiding voor de leerkracht, hoe je een voeldoos maakt, … Alimento: http://www.alimento.be/nl/welkom/ Op deze site kan u een didactisch pakket downloaden voor meisjes en jongens van 11 tot 14 jaar over biochemische techniek en voedingstechnologie. Sommige delen zijn nog wat moeilijk voor het lager onderwijs, maar in deel 1 er is wel een interessant stuk over bewaringstechnieken doorheen de tijd. Proef: “Waarom smaakt er niets met een verkoudheid?” : Schenk vijf verschillende drankjes in vijf plastic bekertjes. Je zou bijvoorbeeld melk, water, twee soorten vruchtensap en limonade kunnen nemen. Vraag aan iemand om je telkens een bekertje met een vloeistof aan te geven. Neem uit elk bekertje een slokje. Kun je ontdekken wat het is? Meng de bekertjes weer door elkaar. Neem dan een slok terwijl je je neus dichthoudt. Gaat dit ook? Op deze manier ontdekken de lln. dat je neus veel gevoeliger is dan de tong. Zonder neus kan je moeilijk smaken onderscheiden. Smaakpapillen testen: Per twee ontdekken de kinderen waar de smaakpupillen zich op de tong bevinden. Hiervoor heb je pipetjes of wattenstaafjes nodig, honing (= zoet), citroensap (=zuur), tonic (= bitter) en zout (opgelost in water). Eén van beiden wordt geblinddoekt. Degene die geblinddoekt is, moet zijn tong uitsteken en de neus dichtknijpen. Met een pipet of wattenstaafje wordt het ingrediënt op de vier plaatsen op de tong (zoals in de tekening) gelegd. Daarna schrijf je op welke smaak het ingrediënt weergaf. 1 = zoet / zuur / bitter / zout 2 = zoet / zuur / bitter / zout 3 = zoet / zuur / bitter / zout 4 = zoet / zuur / bitter / zout (Tussendoor steeds met water de mond spoelen) De oplossing is hier steeds vetgedrukt, maar natuurlijk geef je de kinderen een niet ingevulde versie.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 216
Hoek 8 Sector: Voedingsindustrie
Voedingstechnoloog Een voedingstechnoloog is heel goed in het herkennen van voedingsmiddelen. Eén van jullie moet een blinddoek omdoen. Als dit gebeurd is, neemt de ander verschillende potjes uit doos A. Op sommige potjes staat een mondje, hiervan mag je een lepeltje proeven. Op potjes zonder icoontje laat je jouw vriend of vriendin ruiken aan de voedingsmiddelen. Kan hij/zij herkennen wat er in het potje zit aan de hand van de smaak of geur? Hierna draai je de rollen ook eens om! Degene die net heeft geproefd, doet nu de blinddoek om. Als dit gebeurd is, neemt de ander potjes uit doos B. Na deze proef, zet je de potjes terug op zijn plaats en leg je de blinddoek naast de doos.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 217
Sector: Voedingsindustrie
Voedingstechnoloog Je weet zowat alles over voeding Ontwerpen en verbeteren van voeding
Hygiënisch zijn
Nauwkeurigheid
Overzicht behouden
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 218
Hoek 9 Sector: Horeca
Kelner In deze hoek is het de bedoeling dat de kinderen servetten leren vouwen op verschillende manieren. De kinderen kunnen kiezen uit verschillende vormen, nl. : een waaier, een mijter, een lelie of een staande mijter. De stappenplannen zijn in de bijlage terug te vinden. U kunt er ook voor kiezen de kinderen zelf iets laten maken of hen het mooiste servet te laten vouwen. Wat heb je nodig? - Servetten in verschillende kleuren - Touw (kleine stukjes) - Aluminiumfolie - Stappenplan In deze hoek voorziet men: Bovenstaand materiaal Stappenplan servetten Beroepenfiche kelner Doelstellingen: - De kinderen kunnen aan de hand van een prent een servet omvormen tot een figuur. Eindtermen/Leerplannen Eindtermen GO! Techniek als menselijke activiteit: 2.13 De leerlingen kunnen een eenvoudige werktekening of handleiding stap voor stap uitvoeren. OVSG ET WO 2.13 De leerlingen kunnen een eenvoudige werktekening of handleiding stap voor stap uitvoeren. Leerplannen GO! 3.3.3.17 ET 2.13; 2.7 De leerlingen kunnen een eenvoudige werktekening of handleiding stap voor stap uitvoeren. *1.4 De leerlingen kunnen plezier en voldoening vinden in het beeldend vormgeven en genieten van wat beeldend vormgeven is.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 219
OVSG WO-TEC-02.03 De leerlingen maken keuzes bij het gebruiken van een technische realisatie, rekening houdend met de behoefte, vereisten en beschikbare materialen en hulpmiddelen. WO-TEC-02.24 De leerlingen voeren een eenvoudige werktekening of handleiding stap voor stap uit. WO-TEC-04.04 De leerlingen tonen een experimentele en explorerende aanpak om meer te weten te komen over techniek. Bedoeling: De bedoeling van deze proef is dat de kinderen een figuur kunnen maken met een servet. De kinderen hebben keuze uit 3 verschillende figuren. De keuze wordt gegeven, maar de leerlingen moeten zich hier niet aan houden. Als leerkracht kan je hen zelf iets laten maken of hen de mooiste laten maken. Toepassingen: - Voor de tafeletiquette is dit belangrijk.
Alternatieven en interessante sites: Het beroepenhuis: In het horeca-atelier leer je een heerlijke alcoholvrije cocktail samenstellen, The Coconut Kiss. Natuurlijk mag je die ook achteraf opdrinken. Daarnaast kan je testen hoe behendig je bent met een dienblad. Hoe snel doe je het parcours zonder morsen? Ook vind je op de website een lesvoorbereiding en in de bijlagen vind je onder meer het kelnerparcours, nuttige websites, de benodigdheden en dergelijke meer. Sites met allerlei vouwtechnieken: http://www.sandstormskookboek.nl/Recepten/Wetenswaardigheden/servetten%20vouwen/Servetten%20vouwen.h tml Serveren: 1. De leerlingen stappen een bepaalde afstand met een dienblad met enkele bekertjes. 2. De leerlingen proberen zoveel mogelijk borden naar de overkant te brengen. Ze doen dit door meerdere borden op de armen te plaatsen. Gesprekken voeren: De leerlingen leren hoe je een etentje reserveert of hoe je omgaat met moeilijke klanten. Bordspel horecavorming: Bij deze sector is ook een bordspel te verkrijgen. Het is misschien meer geschikt voor de 1e graad secundair. Maar er zitten ook een aantal kaartjes bij die gaan over de omgang met gasten. Deze kunnen eventueel aangewend worden in bovenstaande situaties. U kunt het bestellen via onderstaande site: http://www.horecanet.be/horecavorming/default2.asp?w=contact.asp CD Tot uw dienst / à votre service plus Deze cd zorgt ervoor dat het taalniveau dat je reeds bezit wat opgekrikt wordt, omdat je in
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 220
de horeca vaak in contact komt met mensen die een andere taal spreken. Om leerlingen ten volle te kunnen helpen, zijn deze concrete situaties, dialogen en opdrachten zeer nuttig.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 221
Hoek 9 Sector: Horeca
Kelner Kelner zijn is meer dan alleen drinken en eten opdienen. Je moet je ervoor zorgen dat de mensen jou verstaan en dat jij hen verstaat. Je zorgt er ook voor dat de tafels mooi gedekt worden zodat de mensen graag bij jou komen eten en drinken. Kan jij ook een waaier, een enveloppe voor bestek of een zwaan maken? Of kies je liever zelf iets? Gebruik je fantasie en maak het mooiste servet, zodat de mensen zeker bij jou willen langskomen! Ben je klaar? Zet je kunstwerk opzij, zodat de andere leerlingen ook de kans krijgen om dit te proberen!
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 222
Sector: Horeca
Kelner Je ordent en dekt tafels. Je ontvangt klanten en stelt gerechten voor. Je dient de gerechten op. Je brengt de rekening.
Geduldig zijn
handig zijn
Klantvriendelijk zijn
organiseren
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 223
Stappenplan 1 Voor het maken van een servet: een waaier
1)
2)
3)
Leg het servet open met de niet bedrukte kant naar boven.
Vouw het servet naar boven dubbel.
Vouw het servet nog een keer in de lengte dubbel en draai het dan negentig graden.
4)
Vouw de smalle kant met kleine plooien tot een “trekharmonica”.
5)
Druk het geplooide servet stevig samen.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
1
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
6)
p. 224
Plak de onderkant van het servet vast en trek de bovenkant uit elkaar.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
1
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 225
Stappenplan 2 Voor het maken van een servet: een mijter
1)
Leg het servet met de niet bedrukte kant naar boven.
2)
Vouw het servet naar boven dubbel.
3)
Vouw nu de linkerbovenhoek naar midden onder.
4)
Vouw nu de rechteronderhoek naar midden boven zodat er een ruit ontstaat.
5)
Keer het servet om, zodat de driehoeken op tafel liggen.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
2
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
6)
7)
p. 226
Vouw de ruit naar boven dubbel en let erop dat de punten van de driehoeken naar beneden uitsteken. Draai het servet om en steek de uiteinden in elkaar.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
2
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 227
Stappenplan 3 Voor het maken van een servet: een lelie
1)
Leg het servet met de niet bedrukte kant naar boven en een punt naar je toe.
2)
Sla de bovenste punt naar beneden.
3)
Vouw dan de twee zijpunten naar beneden.
4)
en terug naar boven.
5)
Vouw de punt van het onderste vel naar het midden, en sla het deel nog een keer om.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
3
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
6)
7)
8)
p. 228
Trek dit gevouwen onderste deel tot het midden omhoog.
Pak het servet op en steek de buitenste hoek aan de achterkant in elkaar.
Vouw de punten links en rechts aan de voorkant om en steek ze achter de randen.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
3
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 229
Stappenplan 4
Voor het maken van een servet: een staande waaier
1)
Leg het servet met de verkeerde kant naar boven.
2)
Vouw het servet naar boven dubbel.
3)
Keer het servet en plooi de smalle kant tot een “trekharmonica”. Een derde van het servet wordt niet gevouwen.
4)
Keer het servet om, zodat het gladde deel rechts voor je ligt.
5)
Vouw nu het geplooide deel naar boven dubbel.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
4
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 230
6)
en vouw het gladde deel diagonaal naar beneden.
7)
Sla het uitstekende deel naar binnen om; het gladde gedeelte dient als standaard.
8)
Als je de waaier neerzet, gaat hij vanzelf open.
4 Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 231
Hoek 10 Sector: Bouw
Stellingbouwer Brede bruggen, hoge gebouwen, stellingen,.. allemaal hebben ze meer nodig dan enkel sterke materialen. Ze moeten op de juiste manier gebouwd worden! Laat de kinderen aan de hand van een foto van een stelling zelf een constructie maken! Ze zullen algauw ontdekken dat kubussen en piramides veel steviger zijn dan andere constructies. Dit komt doordat deze versterkte diagonalen hebben. Een piramide is een goede instructie omdat deze uit driehoeken bestaat. Als u merkt dat de kinderen geboeid zijn geraakt door de sector bouw kan u ook een les techniek aan dit onderwerp wijden, een mogelijke les vindt u in de bijlage. In deze hoek voorziet men: Leerlingenfiche (zie document met materiaal om af te drukken) Foto stelling (zie document met materiaal om af te drukken) Beroepenfiche stellingbouwer (zie document met materiaal om af te drukken) Satéprikkers Plasticine Doelstellingen: - De kinderen kunnen aan de hand van een voorbeeld een stelling bouwen. - De kinderen kunnen inzichtelijk de materialen plaatsen. Eindtermen/Leerplannen Eindtermen: GO! Kerncomponenten van techniek: 2.2 De leerlingen kunnen specifieke functies van onderdelen bij eenvoudige technische systemen onderzoeken door middel van hanteren, monteren of demonteren. Techniek als menselijke activiteit: 2.11 De leerlingen kunnen ideeën genereren voor een ontwerp van een technisch systeem. Leerplannen: GO! 3.3.5 ET 2.10 De leerlingen kunnen voor een technisch systeem dat ze willen ontwerpen rekening houden met aangereikte criteria: grootte, dikte, gewicht, beschikbare ruimte, hoogte, sterkte, waterdichtheid, duurzaamheid, eetbaarheid, veiligheid, prijs, hoeveelheid vereiste mankracht, transporteerbaarheid, bedienbaarheid of uitvoerbaarheid … 3.3.12 OD 2.5 ET 2.12 De leerlingen kunnen uit verschillende ontwerpen kiezen en deze keuze realiseren door rekening te houden met: beschikbare materialen en beschikbare tijd. Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 232
OVSG WO-TEC-01.07 De leerlingen illustreren hoe technische realisaties onder meer gebaseerd zijn op kennis over eigenschappen van materialen of op kennis over natuurkundige verschijnselen. s WO-TEC-01.10 De leerlingen onderzoeken specifieke functies van onderdelen bij eenvoudige technische realisaties door middel van hanteren, monteren of demonteren. WO-TEC-01.14 De leerlingen onderzoeken hoe het komt dat een door hen gebruikte technische realisatie niet of slecht functioneert. WO-TEC-01.19 De leerlingen weten dat natuurkundige verschijnselen en eigenschappen van materialen de keuzes bij het ontwerpen van een technische realisatie mee bepalen. WO-TEC-02.24 De leerlingen voeren een eenvoudige werktekening of handleiding stap voor stap uit. s WO-TEC-02.28 De leerlingen reflecteren op hun werkwijze en sturen deze eventueel bij. Verklaring: Bij deze proef gaan de kinderen een stelling bouwen aan de hand van satéprikkers en plasticine. De kinderen gebruiken hiervoor een prent. De bedoeling is dat zij de satéprikkers en plasticine zodanig plaatsen dat de stelling blijft staan. Toepassingen: - Bij het bouwen van een stelling moeten de materialen goed geplaatst zijn zodat de stelling stevig staat. Bijlagen: 1) Lesvoorbereiding: vakwerkbrug maken 2) Andere mogelijkheden en interessante sites
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 233
LESVOORBEREIDING Klas: 3e graad
Aantal lln: 16
Duur: 50 minuten
Leergebied/Domein: W.O. / Techniek Onderwerp: Vakwerkbrug maken.
Didactische Beginsituatie: - De kinderen hebben al enkele lessen techniek gekregen. - De kinderen kunnen gericht luisteren naar een instructie. Situering in de leerplannen en eindtermen: Eindtermen GO: 2.14 De leerlingen kunnen werkwijzen en technische systemen vergelijken en over beide een oordeel formuleren aan de hand van criteria grootte, dikte, gewicht, sterkte, duurzaamheid, veiligheid, …. OVSG: ET WO 2.1 De leerlingen kunnen van technische systemen uit hun omgeving zeggen uit welke materialen of grondstoffen ze gemaakt zijn ET WO 2.10 De leerlingen kunnen bepalen aan welke vereisten het technisch systeem dat ze willen gebruiken of realiseren, moet voldoen. Leerplannen GO: 3.3.2.5 OD 2.1 De leerlingen kunnen van veel voorkomende en zelf vaak gebruikte technische systemen of van hun onderdelen aangeven of ze gemaakt zijn uit metaal, steen, hout, glas, papier, textiel of kunststof. 3.3.2.8 ET 2.6. ET 7 De leerlingen kunnen van veel voorkomende en zelf vaak gebruikte technische systemen illustreren hoe ze ondermeer gebaseerd zijn op kennis van eigenschappen van de gebruikte materialen. OVSG: WO-TEC-01.04 De leerlingen zeggen van technische realisaties uit hun omgeving uit welke materialen of grondstoffen ze gemaakt zijn. WO-TEC-01.17 De leerlingen begrijpen dat technische realisaties tegemoet komen aan menselijke behoeften.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 234
Lesdoelen: - De kinderen kunnen een constructie maken met behulp van driehoeken. - De kinderen kunnen elkaar helpen indien nodig. - De kinderen kunnen zorg dragen voor materiaal. - De kinderen kunnen verwoorden waarom driehoeken betere constructies zijn. Bronnen: science center Nemo, schooltv. Leermiddelen: paperclips, rietjes, splitpennen, een perforator, satéprikkers, een speelgoedauto en karton nodig. 1) Voororganisatie Al het materiaal ligt klaar. De kinderen zitten op hun stoel en zijn klaar voor de les. De banken zijn herschikt zodat alle bruggen kunnen staan en deze niet te dicht bij elkaar staan. 2) Inleiding klasgesprek (7 min.) In elke stad, gemeente, dorp vind je wel een brug. Waarom zouden die gebouwd worden? (vb. om naar de andere kant van de rivier te komen). Waar staat er in onze gemeente/stad een brug? Van welk materiaal worden bruggen gemaakt? Waarom? Een brug moet wel sterk genoeg zijn om veel mensen en auto’s te dragen. Om te voorkomen dat een brug doorzakt, kies je voor sterk materiaal zoals ijzer, staal of beton. Maar ook van minder sterke materialen zoals hout, ijzer of staal kan je bruggen maken. Als je maar de juiste vorm geeft aan het materiaal. Sommige vormen zijn steviger dan andere. Welke vormen zouden er het stevigst zijn: driehoeken of vierkanten? Laten we het eens testen! 3) Kern individueel werk of partnerwerk (33 min.) Per kind worden er 14 paperclips en 7 rietjes gebruikt. De leerkracht geeft de instructie aan de kinderen. Eerst nemen de kinderen 8 paperclips en haken ze deze twee aan twee in elkaar. Vervolgens moeten ze de paperclips in de uiteinden van 4 rietjes duwen en maken ze een vierkant. Hierna maken ze een driehoek van 3 rietjes en 6 paperclips. Vervolgens zetten de leerlingen de driehoek en het vierkant op tafel en duwen ze op een hoek.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 235
Welke vorm is steviger, de driehoek of het vierkant? Deze instructie kunnen de kinderen ook per twee uitvoeren. Wat is er nu het stevigst? (driehoeken) Hoe zou dat komen? (Een driehoek is vormvast, de krachten worden verdeeld over de gehele figuur) We gaan nu een brug maken met behulp van driehoeken. Hiervoor heb je splitpennen, een perforator, satéprikkers, een speelgoedauto en karton nodig. De kinderen gaan een vakwerkbrug maken en deze ook uittesten.
Voor deze brug te bouwen, gebruiken de kinderen een sjabloon:
Stap 1: Knip 22 stroken uit het karton. Gebruik het sjabloon voor de juiste maat. Stap 2: Maak aan de uiteinden van elke strook een gaatje met de perforator. Stap 3: Bouw van 3 stukken karton en 3 splitpennen een driehoek. Stap 4: Maak 3 driehoeken aan elkaar. Stap 5: Gebruik 2 kartonnen stroken om de 3 punten met elkaar te verbinden. Eén kant van je brug is nu af! Stap 6: Doe hetzelfde aan de andere kant en maak ze met satéprikkers aan elkaar. Je brug is af!
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 236
Test je brug ook eens met een speelgoedauto. Is de brug stevig genoeg of kan je het nog steviger maken? (Laat de kinderen nog verwoorden hoe ze de brug nog steviger kunnen maken, door bv. dwarsverbindingen, ander materiaal,.. 4) Afronding gesprek (10 min.) De resultaten worden besproken en bekeken. Alles wordt opnieuw opgeruimd.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 237
Stappenplan:
1)
Teken met behulp van de maatstrook 18 stroken.
2)
Knip de stroken uit en leg deze in een driehoek.
3)
Doe de stroken aan elkaar met splitpennen. Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 238
4) Hang op deze manier drie driehoeken aan elkaar.
Knip twee grote stroken uit en duidt aan waar de splitpennen komen.
5)
6)
Maak een gaatje op deze plaats. Doe ook hier splitpennen in.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
7)
8)
p. 239
Doe ook hier splitpennen in.
Leg het gemaakte stuk bij het karton en duidt aan waar de splitpennen komen.
9)
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
10)
p. 240
Maak ook hier gaatjes in en hang beide kanten van de brug vast met de splitpennen.
11)
Hang beide kanten aan de onderkant.
12)
Steek satéprikkers in de brug en plak deze goed stevig vast. De brug is klaar! Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 241
Andere mogelijkheden en interessante sites: Dit proefje kan je ook uitvoeren met plasticine/klei en tandenstokers.
Het beroepenhuis: Voor dit atelier wordt de klas opgedeeld in vier groepen. Via een doorschuifsysteem voert elke groep de vier opdrachten uit. Zo leer je hoe je een tegel waterpas kan leggen, je werkt met een slangwaterpas en met een schietlood én je leert berekenen hoeveel verf je nodig hebt om het klaslokaal in een nieuw kleurtje te stoppen. Elke opdracht duurt tien minuten. Heb je tijd over, dan werk je aan het kruiswoordraadsel. Op het einde van de les dien je per groep het kruiswoordraadsel in. Op de website vind je een volledige lesvoorbereiding, een leerlingenbundel, het kruiswoordraadsel, een bundel voor de leerkracht,… Lespakket bouw voor het lager onderwijs: Op deze site vind je een beschrijving van alle beroepen met foto binnen de bouwsector. Ook kunnen de kinderen hun handvaardigheid testen door zelf een maquette te maken, oefeningen op aanzichten (vooraanzicht, achteraanzicht,…) te maken, de verschillende woningen in de wereld bekijken,… zeker een kijkje waard! http://www.constructiv.be/~/media/Files/Shared/FVB/Andere%20fvb-publicaties/LespakketLO.ashx Verboden de werf te betreden! Cd-rom Met deze cd-rom kom je op een interactieve manier in contact met de verschillende beroepen in de bouw. Bij elk beroep krijg je meer uitleg van de vakman, leer je hun gereedschap en materiaal kennen en kan je een spel spelen. De volgende twaalf bouwberoepen komen aan bod: Metselaar Ijzervlechter Bekister Stellingbouwen Schrijnwerker-timmerman Dakbedekker Sanitair installateur Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 242
Installateur centrale verwarming Stukadoor Dekvloerlegger Tegelzetter Schilder-decorateur
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 243
Hoek 10 Sector: Bouw
Stellingbouwer Een stellingbouwer moet ervoor zorgen dat een stelling, podium,… heel erg stevig is. Kijk goed naar de foto van de stelling en bouw zelf een stevige constructie van minimum vier verdiepingen met behulp van plasticine en satéprikkers. Zet daarna je constructie aan de kant zodat de andere kinderen ook plaats genoeg hebben. Veel succes!
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 244
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 245
Sector: Bouw
Stellingbouwer Zorgen voor het veilige opbouwen en afbreken van een stelling, podium, tribune,… Het is een gevarieerde job, je zorgt voor stellingen in de bouw, maar ook op festivals, concerten,…
Geen hoogtevrees
oog voor veiligheid
ordelijk zijn
handig zijn
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 246
hoek 11 Sector: Kapper en schoonheidsspecialist
Schoonheidsspecialist Bij deze proef kan u kiezen uit 2 mogelijkheden. Enerzijds kunnen de kinderen bij elkaar een tekening aanbrengen, anderzijds kunnen zij elkaar een handmassage geven. U kunt beslissen wat het beste aansluit bij uw klasgroep. Misschien zijn er sommige kinderen die wel eens naar de welness gaan, of waarvan de ouders naar de welness gaan. Voor de leerlingen die interesse tonen is er in de bijlage een lesvoorbereiding opgenomen die kan gegeven worden naar aanleiding van een evenement op school, bijvoorbeeld een zomerfeest, een verwendag voor mama of papa,… Wat heb je nodig? - Voorbeelden van grimetekeningen - Kinderschmink - Water of ontschminker - Massageoefeningen - Verzorgingsmiddel (massageolie, bodycrème,…) Voorbeelden van massageoefeningen zijn: Neem wat handcrème en wrijf je eigen handen daarmee in. Neem nu de handen van je vriend/vriendin en masseer de handpalmen van binnen naar buiten en alle vingers. Daarna is de bovenkant van de handen aan de beurt. Hier wrijf je de crème zachtjes in. Neem de knokkels van de hand tussen duim en wijsvinger en kneed ze zachtjes. Pak nu de pols stevig vast en glijd met je hand van de pols naar de vingers. Herhaal deze massage nu bij de andere hand. In deze hoek voorziet men: Leerlingenfiche Beroepenfiche schoonheidsspecialist(e) Bovenstaand materiaal Doelstellingen: - De kinderen kunnen een tekening namaken op het lichaam. - De kinderen kunnen een massage correct en met plezier uitvoeren. Eindtermen/Leerplannen Eindtermen: GO! Relatiewijzen: 1.2 De leerlingen kunnen in omgang met anderen respect en waardering opbrengen. Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
1.3
p. 247
De leerlingen kunnen zorg opbrengen voor iets of iemand anders.
OVSG ET WO 2.13 De leerlingen kunnen een eenvoudige werktekening of handleiding stap voor stap uitvoeren. ET WO 2.16* De leerlingen kunnen hygiënisch, nauwkeurig, veilig en zorgzaam werken. ET SV 3 De leerlingen kunnen samenwerken met anderen, zonder onderscheid van sociale achtergrond, geslacht of etnische origine. Leerplannen: GO! *1.4 De leerlingen kunnen plezier en voldoening vinden in het beeldend vormgeven en genieten van wat beeldend vormgeven is. 4.1.2.3 Rustervaringen: de leerlingen kunnen een sfeer van rust creëren en bewaren. OVSG WO-TEC-02.04 De leerlingen gaan vaardig en correct om met materialen en gereedschappen die aan hun leeftijd aangepast zijn. WO-TEC-02.24 De leerlingen voeren een eenvoudige werktekening of handleiding stap voor stap uit. WO-TEC-02.28 De leerlingen reflecteren op hun werkwijze en sturen deze eventueel bij. Bedoeling: Bij deze proef hebben de leerlingen opnieuw een keuze. Ofwel kiezen de kinderen voor het aanbrengen van een tattoo bij een vriend/vriendin met een kohlpotlood ofwel kiezen ze voor een handmassage. We laten hier de keuze omdat het aanraken in sommige klassen moeilijk kan verlopen. Toepassingen: - Een schoonheidsspecialiste heeft als taak een persoon te verwennen, mooi te maken. Dit is nu net wat de kinderen met elkaar gaan doen. Enerzijds laten we hen verwennen met een massage of mooi maken door middel van een tattoo.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
de
Klas: 6 leerjaar
p. 248
LESVOORBEREIDING Tijdens een les W.O.
Leergebied/Domein: W.O. / Techniek Onderwerp: Natuur, techniek en wetenschappen
Didactische Beginsituatie: Deze les kadert in een lessenreeks rond beroepen. Deze les kan gegeven worden naar aanleiding van een evenement op school, bijvoorbeeld een zomerfeest, een verwendag voor mama of papa,… Situering in de eindtermen/ leerplannen: Eindtermen GO!: 1.2 De leerlingen kunnen in omgang met anderen respect en waardering opbrengen. 1.3 De leerlingen kunnen zorg opbrengen voor iets of iemand anders. 1 De leerlingen hebben een positieve houding tegenover ICT en zijn bereid ICT te gebruiken om hen te ondersteunen bij het leren. 2 De leerlingen gebruiken ICT op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier. 5 De leerlingen kunnen ICT gebruiken om eigen ideeën creatief vorm te geven. OVSG: ET ICT 1 De leerlingen hebben een positieve houding tegenover ict en zijn bereid ict te gebruiken om hen te ondersteunen bij het leren. ET ICT 2 De leerlingen gebruiken ict op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier. ET ICT 5 De leerlingen kunnen ICT gebruiken om eigen ideeën creatief vorm te geven. Leerplannen GO!: 4.1.2.3 De leerlingen kunnen een sfeer van rust creëren en bewaren. 1.1.1 De leerlingen kunnen zich oriënteren op het spreken door de communicatieve situatie te analyseren. 1.1.2 De leerlingen kunnen ideeën genereren en informatie verzamelen. OVSG: WO-TEC-04.02 De leerlingen zijn bereid hygiënisch, veilig en zorgzaam te werken. WO-TEC-04.03 De leerlingen zijn bereid nauwkeurig te werken.
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 249
Lesdoelen/ talenten: De leerlingen kunnen: - nauwkeurig werken. - voorzichtig zijn. - mensen geruststellen. - handig zijn. Bronnen: CLB & De Studiewijzer, Koffer kies raak!, stad Antwerpen. Onderwijs- en leermiddelen: crème, gel, parfum, maskertjes, scrub voor de verschillende standjes
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
Lesfase 1: instap (10 min.) Voororganisatie: materiaal verzamelen voor de standjes. tips: je kan de ouders van de leerlingen uitnodigen, de leerlingen kunnen een welnesscentrum op het schoolfeest organiseren of je kan als voorbereiding met de kinderen een welnesscentrum gaan bezoeken. Deze les wordt gekoppeld aan een ICT-les, zodat de leerlingen zelf de nodige informatie over een welnesscentrum kunnen opzoeken. Dit is natuurlijk vrijblijvend. Klasgesprek: De leerkracht geeft de leerlingen een puzzel van letters. Als ze de letters op de correcte manier leggen, bekomen zij het woord welness. Wat is welness volgens jullie? Ben je er ooit al naartoe geweest? Vandaag gaan we informatie opzoeken over welness om daarna een brochure te kunnen maken. Volgende week gaan we deze brochure voorstellen. Je gaat niet enkel de technieken bespreken, maar dit toepassen. Het is dus belangrijk dat je ze goed kent. Lesfase 2: kern (30 min.) De leerkracht verdeelt de leerlingen in kleine groepen. Per groep is er een computer voorzien. De leerlingen zoeken informatie op en bereiden zo hun presentatie voor. Lesfase 3: slot (10 min.) Welk deel van welness spreekt jou het meest aan? Waarom/ niet? Welke technieken vond je moeilijk? Leuk?
p. 250
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
Webquest 1. Inleiding Ben je wel al eens in een welnesscentrum geweest? Misschien wel in een sauna? Er zijn heel veel welnesscentra, maar hoe weet je nu naar welk je wilt gaan? 2. Opdracht Inderdaad! Je kijkt in de informatiebrochure. Nu is het aan jullie om informatie te verzamelen, zodat we een brochure kunnen maken om onze klasgenoten te overtuigen om naar jullie lievelingscentrum te komen! Deze informatie kan je opzoeken op het internet. De bedoeling is dat jullie tijdens de volgende les kunnen vertellen over welness aan de klas, maar dit ook kunnen uitvoeren! 3. Aanpak - Je werkt in groepjes van vier - Verdeel eerst de groep in twee kleine groepjes. - De ene groep zoekt informatie op internet en de andere groep zorgt al voor de brochure. Zoek volgende vragen op: Noem drie voorbeelden van welness die jullie leuk vinden. Zoek daar een foto van. Wat vind je zo daar zo leuk aan? Zoek de openingsuren van twee bestaande welnesscentra(vb. Spa resort) op. Zouden jullie deze openingsuren anders willen? Zoek ook de entreeprijzen. Is dat een goede prijs? Zoek een ander welnesscentrum op. Kan je hier ook iets eten of drinken?
p. 251
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
Kijk ook eens naar de buitenactiviteiten. Wat kan je daar allemaal doen? Welke activiteiten heb je nog allemaal in een welnesscentrum? Kies één domein. 4. Bronnen: waar vind je informatie? http://wellness.startpagina.be/ http://www.hetvijfdeseizoen.be/ http://www.molenhoeve.com/ http://www.lagoa-wellness.be/sitepages/# http://www.thermedespa.com/ http://www.badhuismozaiek.be/ 5. Beoordeling en evaluatie Jullie zullen kort moeten kunnen vertellen aan de klas over welness. Wat is er te doen zo’n centrum? Heb je bepaalde technieken nodig? Hoe word je zelf graag verwend? Kan je dit ook eens voortonen? Gebruik ook een prent of een gedicht in jullie voorstelling. 6. Conclusie Als je alles hebt opgezocht, ben je heel wat te weten gekomen over welness. Jullie hebben ook enkele ideeën opgezocht. - Welk centrum zou je nu ook eens graag bezoeken? - Wat weet je nu over welness dat je hiervoor nog niet wist? - Denken jullie dat het moeilijk is om de technieken van bv. massage onder de knie te krijgen?
p. 252
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
Hoek 11 Sector: Kapper en schoonheidsspecialist
Schoonheidsspecialist Heb je altijd al eens iemand willen schminken, maar mocht dat toen niet? Dan is dit je kans! Probeer zoals een echte kunstenaar een mooie tekening te maken op het gezicht van een vriend of vriendinnetje!
p. 253
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
Hoek 11 Sector: Kapper en schoonheidsspecialist
Schoonheidsspecialist Geef je graag, zoals een echte masseur, een massage? Lees dan hoe het moet en probeer maar! Als je klaar bent, leg dan al het materiaal terug op zijn plaats.
Massage oefening: Neem wat handcrème en wrijf je eigen handen daarmee in. Neem nu de handen van je vriend/vriendin en masseer de handpalmen van binnen naar buiten en alle vingers. Daarna is de bovenkant van de handen aan de beurt. Hier wrijf je de crème zachtjes in. Neem de knokkels van de hand tussen duim en wijsvinger en kneed ze zachtjes. Pak nu de pols stevig vast en glijd met je hand van de pols naar de vingers. Herhaal deze massage nu bij de andere hand.
p. 254
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 255
Sector: kapper en schoonheidsspecialist
Schoonheidsspecialist Je biedt schoonheidsverzorging aan: make-up, massage, manicure,… Je verkoopt schoonheidsproducten en geeft raad over het gebruik ervan.
klantgericht
Advies geven
oog voor kwaliteit
luisteren
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
Stappenplan 1 Om te maquilleren: een kat
1)
2)
3)
4)
Om de neus en lippen te maken teken je twee driehoeken boven elkaar, waarvan de punten elkaar onder de neus ontmoeten.
Kleur de lippen zwart.
Teken zwarte stippen boven de lippen.
Teken met een make-uppotlood of penseel snorharen door op elke wang drie korte lijntjes te trekken.
p. 256
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
5)
6)
Teken met zwart een lijn om elk oog en laat de lijnen uitlopen naar de rand van het gezicht.
Teken boven de wenkbrauwen zwarte lijntjes die in de richting van de slapen lopen.
p. 257
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
Stappenplan 2 Om te maquilleren: een leeuw
1)
Teken lichtbruine, eivormige vlekken langs de rand van het gezicht. Teken aan elk eitje een steeltje.
2)
Teken een zwarte neus en lippen met een verbindend driehoekje ertussen.
3)
4)
Teken met het make-uppotlood zwarte stippen boven de mond.
Voeg snorharen toe door aan de rand van de stippen zwarte lijntjes te trekken.
p. 258
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
5)
6)
p. 259
Teken borstelige, donkerbruine wenkbrauwen.
Trek een zwarte streep onder elk oog en naast elke wenkbrauw.
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
Stappenplan 3 Om te maquilleren: een vlinder
1)
Teken met het make-uppotlood vleugels op beide wangen en om beide ogen, die bij de neus bij elkaar komen.
2)
Trek een dubbele, zwarte lijn over het midden van de neus, tussen de vleugels. Voeg voelsprieten toe met aan de uiteinden een stip.
3)
Vul de dubbele lijn op met geel.
4)
Kies voor elke vleugelhelft een andere kleur en kleur ze in. Laat de schmink eventjes drogen.
p. 260
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
5)
Trek dunne, gele strepen vanaf de rand van beide vleugels tot ongeveer halverwege het midden.
p. 261
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
Stappenplan 4 Om te maquilleren: een ruimtewezen
1)
Doe een beetje schmink op het gezicht. Teken dan een grote, gele bliksemflits van de rechterbovenhoek van het gezicht naar de linkerbenedenhoek.
2)
Teken een tweede bliksemflits naast de eerste.
3)
Teken met zwart make-uppotlood streepjes van de bliksemflitsen naar de rand van het gezicht.
4)
Maak de lippen rood.
p. 262
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 263
Stappenplan 5 Om te maquilleren: een skelet
1)
Teken een zwarte lijn langs de rand van het gezicht, over de jukbeenderen en langs de kin. Kleur het gezicht buiten de lijn met zwart in.
2)
Teken een zwarte cirkel om beide ogen.
3)
Teken zwarte tanden over de lippen.
4)
Maak de hele neus zwart.
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
Stappenplan 6 Om te maquilleren: een piraat
1)
Teken met het zwarte make-uppotlood of met schmink een borstelige snor en één borstelige wenkbrauw.
2)
Maak een ooglapje door om één oog een zwarte cirkel te tekenen, met aan beide kanten een streep die naar het haar loopt.
3)
Maak een baard door wat zwarte schmink over de wangen en kin te vegen.
4)
Teken een litteken op één wang.
p. 264
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
Ander lesmateriaal en interessante sites: Materiaal rond elektriciteit: Elektrokick: Dit heel interessante en handige elektrodoeboekje kan je eenmalig bestellen via http://elektroclub.stroomopwaarts.be/. De kinderen kunnen er één voor zichzelf bestellen en voor in de klasbieb kan je maximaal 3 exemplaren verkrijgen. Samen met Maxim, Arthur en Lisa gaan de kinderen op onderzoek in de wondere wereld van de elektriciteit. Er staan heel wat leuke weetjes en proefjes in. De kinderen kunnen ook lid worden van de elektroclub en zo heel wat te weten komen over elektriciteit en waar ze deze richting kunnen studeren. Verder zijn er ook heel wat wedstrijden waarmee ze mooie prijzen kunnen winnen. Op de site vinden ze vooral uitleg over het beroep ‘elektricien’, wat toch wel uitgebreid is aangezien er maar liefst zo’n 26 verschillende soorten elektriciens zijn. In de gereedschapskist kunnen ze kijken naar het materiaal waarmee de elektricien werkt. Ze vinden er ook een antwoord op vele vragen zoals: - Kan ik op school het vak elektriciteit studeren? - Kunnen meisjes ook elektricien worden? Er is ook een spel voorzien waarbij ze in de stad Urbopolis de stroom terug op gang moeten brengen. Educatief pakket: Elektro Green box voor derde graad lager onderwijs/1e graad secundair In dit pakket leren de kinderen wat groene stroom nu juist is, hoe lampen werken, hoe je zuinig omgaat met elektriciteit in huis en nog veel meer. Bij het hoofdstuk rond zuinig energiegebruik in huis hoort ook een kaartspel dat je in de klas kan spelen. Verder zijn er ook heel wat opdrachten voorzien zodat het pakket op een leuke manier kan gebruikt worden. Dit pakket kan je downloaden of bestellen via volgende site: http://www.stroomopwaarts.be/scholen/basisonderwijs/1061-DSY.html Hier brandt de lamp: In dit lespakket maken de kinderen kennis met elektrische begrippen en toepassingen. Het bestaat uit 3 delen: In het eerste deel komen ze tot de conclusie dat elektriciteit niet meer uit ons leven is weg te denken In het tweede deel worden ze elektrisch inspecteur en krijgen ze 4 pakketjes met opdrachten. Als ze een opdracht tot een goed einde brengen, krijgen ze een plusje op hun scoreblad. Als ze voor voldoende opdrachten een + halen, krijgen ze het diploma van ‘elektrisch inspecteur’. In het laatste deel nemen de kinderen hun favoriete toestel onder de loep. Dit lespakket kan je downloaden en bestellen via volgende site: http://www.stroomopwaarts.be/scholen/basisonderwijs/hier_brandt_de_lamp.html E-nieuwsbrief Stroomstoot: Als leerkracht kan u zich ook abonneren op deze nieuwsbrief. Er staan heel wat tips in over hoe je elektriciteit op een leuke en speelse manier kan aanbrengen in de klas. Als u het aanmeldingsformulier op volgende site invult, krijgt u Stroomstoot driemaandelijks in uw postvak: http://www.stroomopwaarts.be/scholen/basisonderwijs/stroomstoot.html
p. 265
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
Lespakket Helden van elke dag: Leerlingen gaan spelenderwijs op onderzoek uit in de beroepenwereld en komen te weten over welke talenten ze beschikken. Op deze manier wil men ervoor zorgen dat de kinderen een goede studiekeuze maken. Het pakket bestaat uit een talentenzoektocht, een toekomstspel, leerlingenwerkbladen, beroepenspellen,… Op onderstaande site is meer uitleg te vinden en kan men het volledige pakket downloaden. http://www4.gent.be/gsiw/gsiw/Subsites.aspx?SubsiteID=17 Beroepenfilms: Via http://vdab.be/beroepen/default.shtml zijn heel wat beroepenfilms terug te vinden. Eveneens is er meer uitleg te vinden over het specifieke beroep, de beroepenfiche en meer uitleg over de opleidingsmogelijkheden. Studiekeuze: Stapper helpt kinderen en hun ouders op weg bij de overstap van het lager naar het secundair onderwijs. Op deze site kan men alle richtingen bekijken die men kan uitgaan en is specifieke informatie te vinden over wat deze richting juist inhoudt: korte beschrijving, foto’s, toelatingsvoorwaarden en nog veel meer zijn hier terug te vinden. Heel handig is dat men alfabetisch kan zoeken op studierichting of op basis van belangstelling. http://www.destapgent.be/stapper.php
p. 266
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
Reflecties Het hoekenwerk werd tijdens onze stages al eens voor u getest. Joyce koos ervoor de 11 hoeken ineens te geven. Céline heeft ze opgesplitst over 2 dagen. Hierna volgt een bespreking van onze bevindingen. Céline: 6e leerjaar, 23 leerlingen, een klas die geen hoekenwerk gewend is Dinsdag 24 april 2012 en woensdag 25 april 2012 gaf ik het hoekenwerk rond de verschillende sectoren. Ik koos ervoor ze op te splitsen in respectievelijk 5 hoeken en 6 hoeken, enerzijds omdat ik een grote groep kinderen had en anderzijds omdat de klas te klein was om 11 hoeken te creëren. Dinsdag 24 april startte ik met een woordje uitleg over de bedoeling van het hoekenwerk en gaf ik een aantal richtlijnen bij bepaalde hoeken, aangezien ik in een bepaalde hoek de opdracht nog enigszins had aangepast. Ik zal hierna kort de verschillende hoeken overlopen. Hoek 1 – hoofd veiligheid en gezondheid De pictogrammen verbinden met de juiste foto lukte heel vlot, waardoor deze opdracht iets te snel gedaan was in vergelijking met andere hoeken. De kinderen vonden het heel leuk zich eens ‘veilig’ te kleden, maar deden dit niet altijd in de juiste volgorde. Zo wisten ze niet hoe het mondmasker aan moest of wat er eerst moest, het mondmasker of de helm. Enige uitleg van de leerkracht is hierbij dus wel vereist. Hoek 2 – Lasser Het werken met de bibberspiralen lukte heel goed. Al was het in deze klas nodig om sommige kinderen te wijzen op respect voor het materiaal. Hoek 3 – Vrachtwagenchauffeur Deze hoek kent dezelfde problematiek als hoek 1, misschien is de opdracht toch iets te kort in vergelijking met andere hoeken. Voor hoek 1 en 3 zullen we dus nog iets extra moeten voorzien. Hoek 4 – Matroos In deze hoek waren er geen problemen. De kinderen volgden de stappenplannen bij het maken van de knopen. Sommige waren hier heel vaardig in aangezien bij de scouts, chiro,… men ook leert om bepaalde knopen te leggen. Hoek 5 – Laborant onderzoek en ontwikkeling Ik paste de chemiehoek nog aan aangezien de boodschap verwarmen met een lamp te lang duurde. Ik koos er daarom voor een strijkijzer te gebruiken. Dit werkt snel en effectief. Het citroensap doet er wel eventjes over om te drogen, dus schreef ik de avond voordien de kinderen hun namen in citroensap. Op het moment zelf konden ze dan een naam van een klasgenoot of van zichzelf (als ze geluk hadden) tevoorschijn strijken. Verder konden ze ook een aantal boodschappen schrijven die dan te drogen werden gelegd. Het nadeel van het strijkijzer is wel dat ik omwille van de veiligheid bij deze hoek moest blijven. Daardoor kon ik de andere hoeken minder begeleiden. Eventueel kunnen ze het strijkijzer wel alleen doen en om hulp vragen als ze het niet zien zitten, maar aangezien ik de kinderen niet zo goed kende als mijn mentor, verkoos ik toch erbij te blijven. Organisatie: Op het smartboard projecteerde ik een timer zodat de kinderen goed konden zien hoeveel tijd ze nog hadden. Vooraleer de 6 minuten verstreken waren floot ik als teken dat er moest
p. 267
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
worden opgeruimd. Na het opruimen werd muziek gespeeld als teken dat er mocht worden doorgeschoven. Ik oefende de week voordien al eens met een ander hoekenwerk, zodat de kinderen het principe al wat onder de knie hadden. De kinderen deden ook niet vaak hoekenwerk, waardoor het doorschuiven en opruimen in het begin niet zo vlot verliep. Deze keer ging dit wel vrij vlot, al hadden veel kinderen de neiging nogal snel op te ruimen en al naar de volgende hoek te lopen vooraleer ze de muziek horen. Het is belangrijk hun daarop te wijzen. Na het hoekenwerk liet ik de kinderen vertellen over hen ervaringen en ging ik eens na of er eventueel een beroep bijzat dat hen wel aansprak. Zo was er bv. veel belangstelling voor de sector chemie en stonden veel leerlingen versteld over hun vooroordelen over het beroep ‘vrachtwagenchauffeur’. Woensdag 25 april kwamen de overige 6 hoeken aan bod. De organisatie was opnieuw dezelfde. Kort inleiden en daarna direct aan de slag, want deze keer moesten er 6 hoeken gedaan worden. Hierna volgt opnieuw een kort overzicht per hoek. Hoek 6 – drukwerkvoorbereider Dit proefje verliep wel vlot, al werkt deze proef niet bij alle stiften. Zo zijn het vooral de kleuren zwart, oranje en bruin waarin je andere kleuren kan herkennen. Ook is er best een emmer en een kan water voorzien om het water te verversen. Ook een vuilnisbakje waarin de uitgeteste kleuren kunnen worden geworpen is in deze hoek zeker nodig. Hoek 7 – verpleegkundige Dit vonden de kinderen wel leuk om te doen en het verliep ook wel vlot. Ik lette er wel op dat ze geen andere lichaamsdelen zoals het hoofd en dergelijke begonnen in te pakken. Hoek 8 – voedingstechnoloog Deze hoek vonden de kinderen heel leuk. Ze werkten meestal in tweetallen omdat er ook 2 doosjes waren met daarin potjes om te ruiken/smaken. Eén van hen kreeg een blinddoek (zwarte haarband) om en de andere hield ofwel het potje onder zijn/haar neus of gaf hem/haar een klein beetje om te proeven op een koffielepeltje. Voor deze proef gebruikte ik plastic bekers waarop ik onderaan schreef wat erin zat. Bij deze plastic bekers was ook een ondoorzichtig dekseltje voorzien zodat de kinderen nog niet konden zien wat erin zat. Op de bekers bracht ik ook een sticker aan met een mondje als het was om te proeven. Ik gebruikte de volgende producten: Om te proeven ketchup, choco, gistpoeder, zout en bloem Om te ruiken vanillesuiker, azijn, koffiepoeder, peperbollen en ui Ik gebruikte niet te veel lekkere dingen omdat een groepje bij het hoekenwerk rond voeding, dat ik de vrijdag voordien had gegeven, alle Smarties had opgegeten zodat het laatste groepje nog maar één Smartie had om de proef uit te voeren. Hoek 9 – kelner Dit vonden de kinderen nogal moeilijk. Het viel me op dat we de stappenplannen moeten voorzien van tekens zodat duidelijk is welke bij elkaar horen, want dit raakte nogal door elkaar, waardoor de stappenplannen niet goed meer te volgen waren. De mijter lukte goed om te maken, de lelie daarentegen lukte bij vele kinderen niet. Hoek 10 – stellingbouwer In zes minuten een hoge stelling bouwen lukte bij de meeste groepjes niet. De kinderen probeerden de stelling na te bouwen. Ze waren in deze hoek wel erg zorgvuldig met het materiaal en ruimden hun bouwwerk zelfs volledig op, ook al mochten ze het opzij zetten. Hoek 11 – schoonheidsspecialist
p. 268
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
Beide opdrachten, zowel grimeren als handmassage, werden hier uitgevoerd. Voor het grimeren raad ik wel aan een spiegel erbij te hebben. Dit miste ik en aangezien de kinderen graag het resultaat wilden zien was het wel jammer dat er in de klas geen spiegel aanwezig was. Ook voorzag ik tijd om het weer af te wassen, want vele kinderen wilden de tekening niet op hun gezicht om naar huis te gaan. Woensdag heb ik ook een aantal hoeken moeten inkorten omdat het doorschuiven te lang duurde, dit lag aan de rumoerigheid van de kinderen. Opnieuw voorzag ik even tijd om te reflecteren op de opdrachten die ze uitgevoerd hadden. Vooral de sectoren voeding en drukwerk konden op veel bijval rekenen. Enkele sfeerfoto’s:
p. 269
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
Joyce: 6e leerjaar, 19 leerlingen, een klas die elke week hoekenwerk doet. Vrijdag 4 mei 2012 gaf ik het hoekenwerk rond de verschillende sectoren. Samen met de promotor werd er beslist dat ik het eindwerk in één keer ging doen. Op die manier konden we direct het advies meegeven hoe het hoekenwerk het best tot zijn recht komt. Bij de voorbereiding van de les kwam ik tot de conclusie dat de inleiding die we oorspronkelijk gingen gebruiken, te lang zou duren en daarom maakte ik een andere inleiding. Deze werd gemaakt naar de interesses van de kinderen en kan dus aangepast worden aan elke klas. In deze inleiding werd er gebruikt gemaakt van enkele foto’s van bekende personen, waarbij de kinderen moesten vertellen wie ze op de foto zagen en wat zijn/haar talent is. Hierdoor kwamen ze tot de conclusie dat iedereen talenten heeft. Ik ging verder dat ook ieder van hen een talent had en dat we met behulp van het hoekenwerk enkele talenten zouden gaan testen. Voorheen had ik de kinderen al verteld over het hoekenwerk en waarom we dat juist met
p. 270
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
hen zouden gaan testen. Hoek 1 – Hoofd veiligheid en gezondheid De leerlingen begonnen met zich veilig te kleden. De kinderen probeerden wat uit, maar bij nader inzien moet er hier een stappenplan bij liggen, zodat de kinderen dit op een correcte manier doen. De prenten correct leggen was geen probleem. Omdat ik gehoord had van Céline dat deze hoek te kort was, had ik hier een extra opdracht voorzien. De kinderen moesten zelf een onveilige situatie beschrijven en hierbij een symbool bedenken. Dit lukte ook goed. Hoek 2 – Lasser Het werken met de bibberspiralen lukte heel goed. De kinderen vonden dit heel leuk, maar toch zou ik de volgende keer eerst eens vermelden dat voorzichtigheid hierbij wel noodzakelijk is. Sommige bibberspiralen waren immers defect na het hoekenwerk. Omdat deze hoek in de gang plaatsvond, had ik dit niet meteen gezien. Hoek 3 – Vrachtwagenchauffeur Deze hoek vonden de kinderen over het algemeen minder leuk. Ik denk dat dit vooral kwam, omdat het minder actief was en het snel gedaan was. Deze hoek dient dus nog verder uitgebreid te worden. Hoek 4 – Matroos De knopen leggen verliep heel goed. Spontaan toonden de leerlingen wat ze gemaakt hadden. Hoek 5 – Laborant onderzoek en ontwikkeling Deze hoek heb ik aangepast, omdat Céline had gezegd dat het verwarmen met een lamp te lang duurde. Ook probeerde ik haar techniek, met een strijkijzer, toe te passen, maar dit werkte niet bij mij. Ik besloot dus om op internet verder te zoeken naar een andere manier. Hierbij kwam ik tot de reactie van isobetadine en citroensap. Het drogen van het citroensap deed ik met haardrogers. Ik vind deze techniek efficiënter als men toch zou verkiezen alle hoeken in één keer te doen. Een haardroger is nog steeds minder gevaarlijk dan een strijkijzer. Bij deze hoek zou ik wel meerdere haardrogers voorzien, aangezien ik er maar één had die na verloop van tijd niet meer werkte door oververhitting. Hoek 6 – drukwerkvoorbereider Dit proefje ging vlot. De kinderen begrepen de opdracht. Er werden op voorhand negentien bekertjes met water voorzien, zodat de kinderen direct aan de slag konden. Na het uitvoeren van de proef, deden ze het vuile water in een emmer. Ook was er een bakje voorzien voor de reeds uitgeteste kleuren. Hoek 7 – verpleegkundige Deze hoek verliep ook wel vlot. Hier controleerde ik wel of de kinderen de juiste techniek hadden gebruikt. Hoek 8 – voedingstechnoloog Deze hoek vonden de kinderen heel leuk. Eén van de leerlingen van het groepje kreeg een
p. 271
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
blinddoek om en de andere hield ofwel het potje onder zijn/haar neus of gaf hem/haar een klein beetje om te proeven op een koffielepeltje. Bij de plastic bekers, die ik heb gebruikt, was een ondoorzichtig dekseltje voorzien zodat de kinderen nog niet konden zien wat erin zat. Bij de bekers lag een blad met daarop proeven of ruiken. Ik gebruikte de volgende producten: Om te proeven cola, zout water, citroensap en rodekoolsap. Om te ruiken vanillesuiker, azijn, koffiepoeder en potpourri. Na het uitvoeren van de proef zou ik geen cola meer gebruiken, omdat de kinderen hier extra veel van dronken, waardoor de laatste leerlingen bijna geen vloeistof meer hadden. Hoek 9 – kelner Sommige kinderen hebben dit echt goed uitgevoerd. Soms was er enige onduidelijkheid: moet de servet nu volledig open liggen of maar een stukje? Dit moet nog duidelijk bij het stappenplan worden geschreven. Hoek 10 – stellingbouwer Bij deze hoek zou ik nog eens duidelijk maken dat het echt de bedoeling is een stelling te bouwen, sommige kinderen bouwden een ster of dergelijke. Dit was dus niet de bedoeling. Als leerkracht zou ik dit dus zeker opnemen bij de afspraken in het begin van de les. Hoek 11 – schoonheidsspecialist Alle kinderen kozen voor grimeren. Voor het grimeren raad ik eveneens aan een spiegel erbij te hebben. Sommige kinderen wilden het resultaat zien, maar omdat ik geen spiegel had kon dit dus niet. Ik had ook tijd voorzien om hun gezicht af te wassen, maar deze klas wou dit niet. Achteraf gezien zou ik er dus voor opteren het hoekenwerk op te splitsen in twee lesuren, dit omdat de reflectie veel uitgebreider kan verlopen na het hoekenwerk en de kinderen ook meer uitleg kunnen krijgen over de verschillende beroepen. Ook kan de inleiding dan nog uitgebreider en kunnen de kinderen meer stilstaan bij de talenten en dergelijke. Ook vond ik het hoekenwerk op deze manier vrij druk, qua organisatie en qua materiaal meebrengen en klaarzetten. Door de omvang van de hoeken kon ik ook nooit overal begeleiden, waardoor er weinig controle was.
p. 272
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
Enkele sfeerfoto’s:
p. 273
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 274
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
Besluit Wat je in het middelbaar wilt gaan volgen, wat je later wilt worden,... het zijn keuzes die iedereen moet maken. Toch vinden wij dat hier extra begeleiding bij moet zijn. Kinderen krijgen wel advies, maar meestal wordt dit gegeven op basis van hun cijfers, op basis van het cognitieve, maar is een kind niet meer dan enkel het cognitieve? Door deze aanpak ontwikkelt men vaak het probleem dat kinderen starten in Latijn of Moderne, maar dat men gaandeweg ontdekt dat een Technische of Beroepsrichting toch meer geschikt is. “Geen probleem, dan daal je toch gewoon en doe je een andere richting?”, zeggen veel mensen, maar wat gebeurt er dan met het zelfvertrouwen van het kind? Altijd maar opnieuw aanpassen, opnieuw falen,.. het kan niet goed zijn! Om dit watervaleffect tegen te gaan, hebben we getracht enkele technische beroepen uit de elf sectoren in de kijker te zetten. Deze sectoren zijn uiteraard veel ruimer dan het ene beroep waarbij we een opdracht voorzien hebben. Omdat het vaak als leerkracht niet evident is voldoende tijd en organisatievermogen op te brengen is dit pakket gebruiksklaar en heeft u op deze manier de kans kinderen te stimuleren om ook de technische beroepen te ontdekken, waardoor zij een beter beeld krijgen van hun keuze en op die manier ook bewust kunnen kiezen voor een richting. Kortom, met dit hoekenwerk willen we leerkrachten stimuleren om technische beroepen te introduceren in hun klas. Voor diegene die interesse hebben, is het hoekenwerk ook online beschikbaar op de website van het beroepenhuis. Wij hebben alvast heel wat bijgeleerd en kijken er naar uit deze kennis met andere leerkrachten te delen…
p. 275
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
Referentielijst Boeken, brochures en artikels: Aerdren, I. 2010. Talenten ontwikkelen in de basisschool, Leuven: Cego publishers NV Andrews, G. Knighton, K. 100 experimenten om zelf te doen, Standaard Uitgeverij Belmans, M. Mertens, G. Mertens, S. Taveirne, L. Wijnen, G. 2010. Techniek! Technieklessen bij wereldoriëntatie 6 Handleiding, Wommelgem: Van In, p. 128-129 De Jongh, H. Van Brussel, F. Groenendaal, W. De Koning, B. Van de Linde, J. 2009. Natuur en techniek geven (Praktische vakdidactiek voor het basisonderwijs), Van Gorcum, p. 162-165 De Moor, L. De garagastenkrant, vijftiende nummer juni 2005, EDUCAM Een kader voor technische geletterdheid 2006. In Techniek op school voor de eenentwintigste eeuw (TOS21). Geraadpleegd op 11 oktober 2011 via http://ond.vvksoict.com/vvksomain/verslag/M-VVKSO-2006-113-B02-v01.pdf Fontaine, M. 2010. Inspiratiebubbels, Leuven: Cego publishers NV Goeminne, S. en Verbauwhede, I. 2008. Cryptodinges geheime geschriften en raadsels ontcijferd, Tielt: Lannoo, p.8-11 Miedema, I. Van Es, W. Studulski, F. 2010. Alles is talent deel 1 en 2, Utrecht: Sardes geraadpleegd op 19 mei 2012 via http://www.leraar24.nl/dossier/2723 Notenkrakersplatform, Integratie van talentontwikkeling binnen het basisonderwijs, Rotterdam geraadpleegd op 19 mei 2012 via www.notenkrakerplatform.nl/info.doc TOFAM Oost-Vlaanderen, Metaal & Technologie jouw toekomst beroepengids. *brochure+ Valcke, M. 2007. Onderwijskunde als ontwerpwetenschap. Een inleiding voor ontwikkelaars van instructie en voor toekomstige leerkrachten. Gent: Academia Press, p. 187 Van De Keere, K. Mestdagh, N. Dejonckheere, P. Lecluyse, T. juni 2009, aflevering 90. Wetenschapsonderwijs in de basisschool. (Een didactisch model), Mechelen: Plantyn Van de Keere, K. Tallir, I. Dejonckheere, P. Mestdagh, M. 2010. Proeven van wetenschap Deel1: planten, water, duurzame energie, lucht en het menselijk lichaam. Averbode, p.2-5 Wat is techniek? 2005. In Techniek Plus. Geraadpleegd op 11 oktober 2011 via http://mediatheek.thinkquest.nl/~kle0006/overig/wat_is_techniek.html Studiekeuzekoffer: CLB & De Studiewijzer, Kies raak!, stad Antwerpen Fietsersbond vzw en transport en logistiek vlaanderen, V.U Treunen, J. 2011. Goed gezien, handleiding veilig fietsen in de buurt van vrachtwagens, Berchem Internetbronnen: http://www.durvers.be/start.html geraadpleegd op 8 oktober 2011 http://cobra.vdab.be/cobra/Cobra?event=algemeneFiche&clusterBeroep=121 geraadpleegd op 8 oktober 2011 http://cobra.vdab.be/cobra/Cobra?event=algemeneFiche&clusterBeroep=354 geraadpleegd op 8 oktober 2011 http://jobschemie.be/home.html?profielen.html geraadpleegd op 9 oktober 2011 http://cenflumarin.be/site/ geraadpleegd op 30 oktober 2011 http://www.destapgent.be/stapper.php?id=485 geraadpleegd op 30 oktober 2011 http://www.destapgent.be/stapper.php?id=551 geraadpleegd op 30 oktober 2011 http://www.agrimatch.be/vacatures/vacature-kwaliteitsverantwoordelijke-345700-12.html http://www.metaal.mijnberoep.be/new/overzicht.php geraadpleegd op 30 oktober 2011 http://www.durvers.be/informatie/source/transport/folder_vrachtwagenchauffeur_bso.pdf
p. 276
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
geraadpleegd op 30 oktober 2011 http://www.technopolis.be/nl/index.php?n=4&e=47&s=288&exp=50 geraadpleegd op 10 december 2011 http://www.schooltv.nl/plein/informatie_detail/item/2976721/ontdek-de-kleuren-van-eenstift/ geraadpleegd op 12 december 2011 http://nl.wikipedia.org/wiki/Onzichtbare_inkt geraadpleegd op 26 maart 2012 http://www.nl.bradyeurope.com/bradyeurope/scv/200136/200136/Veiligheidssignalisatie/V eiligheidspictogrammen.html geraadpleegd op 26 maart 2012 http://www.werk.belgie.be/detailA_Z.aspx?id=1322 geraadpleegd op 26 maart 2012 http://nl.wikipedia.org/wiki/Achtknoop geraadpleegd op 26 maart 2012 http://www.realknots.com/knopen/noose.htm geraadpleegd op 26 maart 2012 http://nl.wikipedia.org/wiki/Emulgator geraadpleegd op 19 april 2012 http://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_E-nummers geraadpleegd op 19 april 2012 http://nl.wikipedia.org/wiki/Pekelen geraadpleegd op 19 april 2012 http://nl.wikipedia.org/wiki/Konfijten geraadpleegd op 19 april 2012 http://nl.wikipedia.org/wiki/Vriesdrogen_(conservering) geraadpleegd op 19 april 2012 http://nl.wikipedia.org/wiki/Steriliseren_(micro-organismen) geraadpleegd op 19 april 2012 http://nl.wikipedia.org/wiki/Drogen geraadpleegd op 19 april 2012 http://www.globetrotter.nl/lucht_methodes.html geraadpleegd op 19 april 2012 http://www.socius.be/tiki-index.php?page=Howard+Gardner++meervoudige+intelligentie+en+educatie geraadpleegd op 21 mei 2012 http://nl.wikipedia.org/wiki/Pekel geraadpleegd op 23 mei 2012 http://www.nieuwsblad.be/article/detail.aspx?articleid=GTO1G4OFA geraadpleegd op 23 mei 2012 http://eten-en-drinken.infonu.nl/diversen/8537-wat-is-steriliseren-van-voeding.html geraadpleegd op 23 mei 2012 http://www.weckenonline.net/Uitleg_werkwijze/Drogen_van_voedsel/drogen_van_voedsel. html geraadpleegd op 23 mei 2012 http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20050725_medischetechnologie02 geraadpleegd op 23 mei 2012 http://www.vzwdorp.eu/index.php/voedsel/bewaring/ geraadpleegd op 23 mei 2012 http://www.proefjes.nl/antwoordblad/047 geraadpleegd op 25 mei 2012 http://www.esero.be/downloads/reis80/bronnenboek_les49-52.pdf geraadpleegd op 25 mei 2012 http://www.techna.nl/Licht/licht/licht.htm geraadpleegd op 25 mei 2012 http://www.gezondheid.be/tv/index.cfm?fuseaction=main&tv=9&vid_id=7 geraadpleegd op 25 mei 2012 http://www.skillslab.ugent.be/PDF/Wond&Verband.pdf geraadpleegd op 25 mei 2012 http://www.festarent.be/festarent%20TV/festamovies/servet-historiek.html geraadpleegd op 25 mei 2012 http://www.massagevormen.nl/pages/achtergronden/geschiedenis-van-de-massage.php geraadpleegd op 25 mei 2012 http://nl.wikibooks.org/wiki/Wikijunior:Natuurkunde/Licht#Doorzichtig.3F geraadpleegd op 27 mei 2012 http://leerkrachten.wordeenheld.be/node/97 geraadpleegd op 28 mei 2012 http://www.onderwijsinbrussel.be/brusseldirect/2012-05.asp#b4 geraadpleegd op 28 mei 2012
p. 277
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
Gebruikte prenten: Icoontje Ik ben leerkracht, leerling, professional Gebaseerd op http://www.ond.vlaanderen.be/zeghethemzelf/trailers/default.asp Alternatieve inleiding hoekenwerk http://www.zita.be/entertainment/nieuws/1136472_tom-waes-verkozen-tot-man-van-hetjaar.html geraadpleegd op 3 mei 2012 http://en.wikipedia.org/wiki/Lionel_Messi geraadpleegd op 3 mei 2012 http://harrypotter.wikia.com/wiki/Alastor_Moody geraadpleegd op 3 mei 2012 Hoek 1: Hoofd veiligheid en gezondheid http://www.detuindokter.be/index.php/tag/feedback/ geraadpleegd op 6 november 2011 http://www.cheap-website.nl/netten-metaalrecycling2/index.php/veiligheid geraadpleegd op 6 november 2011 http://www.androidworld.nl/51647/android-market-downloadproblemen-opgelost/ geraadpleegd op 6 november 2011 Office collectie Microsoft Word http://www.safestart.be/nl/prevention_policy/front-page geraadpleegd op 6 november 2011 http://www.allebedrijvenonline.nl/ir/productsearch/veiligheidshelm/i/1/orderDir/desc/orde rField/relevance/index.htm geraadpleegd op 19 mei 2012 http://www.optiekvanavondt.be/veiligheidsbrillen.html geraadpleegd op 19 mei 2012 http://www.eco-responsibility.be/nl/artikelen/veiligheid-en-gezondheid-prioritair geraadpleegd op 28 mei 2012 http://ec.europa.eu/health-eu/newsletter/69/newsletter_nl.htm geraadpleegd op 28 mei 2012 Hoek 2: Lasser Office collectie Microsoft Word http://www.metaalbouwdevoldere.be/voorstelling.php?id=4 geraadpleegd op 6 november 2011 http://ingaverhaert.wordpress.com/2010/02/15/pts-boom-nodigt-bedrijfsleiders-uit/ geraadpleegd op 19 mei 2012 http://www.imibvba.be/overimi.php geraadpleegd op 19 mei 2012 http://www.stanleyworks.nl/product_detail/Dynagrip+Striptang/SkuDetail.ctlg?ObjectID=84075 geraadpleegd op 20 mei 2012 http://batterijenland.nl/fietslampje-schroef-fitting/art!!!!3847!NL geraadpleegd op 20 mei 2012 http://www.technowinkel.nl/webshop/Verlichting/Toebehorenoverige/Lampfitting/461/Kaiser-Martin/16-6706840/Lampfitting-Kaiser-Martin-wit-461-461WS-.html geraadpleegd op 20 mei 2012 Hoek 3: Vrachtwagenchauffeur Office collectie Microsoft Word http://www.atlas-reintegratie.nl/chauffeur.html geraadpleegd op 6 november 2011 http://www.girlscene.nl/lifestyle/werkengeld/2010/januari/bijzonder_baantje_vrachtwagen chauffeur geraadpleegd op 6 november 2011 http://www.printingsystems.nl/Diensten/milieubewust/milieubewust.html geraadpleegd op
p. 278
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
6 november 2011 http://www.gratistheorie.nl/verkeersborden/theorie/geslverklaring/c7.html geraadpleegd op 6 november 2011 http://www.dechauffeursacademie.nl/opleiding/Vakbekwaamheid%20vrachtwagenchauffeu r/150/2 geraadpleegd op 19 mei 2012 http://www.vrachtwagenchauffeur-gids.nl/ geraadpleegd op 19 mei 2012 http://www.2dehands.be/jobsdiensten/diensten/chauffeursdiensten/vrachtwagenchauffeur-starters-man-of-vrouw-per119034716.html geraadpleegd op 21 mei 2012 http://www.dechauffeursacademie.nl/opleiding/Vakbekwaamheid%20vrachtwagenchauffeu r/150/2 geraadpleegd op 28 mei 2012 http://www.chauffeursforum.nl/transportnieuws/26971-chauffeurstekort-bijna-50-000-tot2015-a.html geraadpleegd op 28 mei 2012 http://www.jobat.be/nl/artikels/vrachtwagenchauffeurs-zijn-gelukkig/ geraadpleegd op 28 mei 2012 Hoek 4: Matroos Office collectie Microsoft Word http://nl.opitec.com/opitec-web/articleNumber/840022 geraadpleegd op 15 oktober 2011 http://home.hccnet.nl/m.geelen/parel3.html geraadpleegd op 15 oktober 2011 http://www.webquests.nl/matrix/wq068/04bro.htm geraadpleegd op 15 oktober 2011 http://www.marineschepen.nl/uniformen.html geraadpleegd op 19 mei 2012 http://matroos.seebyseeing.net/ geraadpleegd op 19 mei 2012 Hoek 5: Laborant onderzoek en ontwikkeling Office collectie Microsoft Word http://www.brenntagla.com/en/pages/Products/index.html geraadpleegd op 15 oktober 2011 http://www.onderdelenwebshop.be/mouw-plankje-origineel-laurastar.html geraadpleegd op 22 april 2012 http://forum.viva.nl/forum/list_message/8911502 geraadpleegd op 22 april 2012 http://www.messergroup.com/cs/Primene/Specijalni_gasovi_i_sme_e/index.html geraadpleegd op 19 mei 2012 http://www.phmetropol.dk/Uddannelser/Laborant/cases/Karina+Juul+Kristensen geraadpleegd op 19 mei 2012 http://medischcontrolecentrum.nl/nl/1 geraadpleegd op 28 mei 2012 Hoek 6: Drukwerkvoorbereider Office collectie Microsoft Word http://home.versatel.nl/nouk10/Kinderen/Ninos3.htm geraadpleegd op 17 december 2011 http://www.androidworld.nl/51647/android-market-downloadproblemen-opgelost/ geraadpleegd op 17 december 2011 http://www.beeldwerk.be/ geraadpleegd op 17 december 2011 http://www.beeldwerk.be/ geraadpleegd op 19 december 2011 http://www.allbanners.be/detail/41420-ABGD01-Grafisch-design geraadpleegd op 23 februari 2012 http://www.mad-fac.be/content/grafisch-ontwerp geraadpleegd op 23 februari 2012
p. 279
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
http://alfa7.be/category/grafisch/ geraadpleegd op 19 mei 2012 http://www.mad-fac.be/content/grafisch-ontwerp geraadpleegd op 19 mei 2012 http://www.vacature.com/blog/grafisch-ontwerper-0 geraadpleegd op 28 mei 2012 Hoek 7: Verpleegkundige Office collectie Microsoft Word http://www.detuindokter.be/index.php/tag/feedback/ geraadpleegd op 6 november 2011 http://marleenvandeneynde.skynetblogs.be/archive/2009/10/15/ehbo-onderricht-in-hetonderwijs.html geraadpleegd op 16 december 2011 Afbeeldingen gebruikt uit cursus EHBO – Barbele Kindt, geraadpleegd op 18 november 2011 http://www.pivh.be/modulair.html geraadpleegd op 19 mei 2012 http://www.kahosl.be/site/index.php?p=/nl/page/535/verpleegkunde-aalst/ geraadpleegd op 19 mei 2012 http://nl.dreamstime.com/royalty-vrije-stock-afbeeldingen-verpleger-image1987429 geraadpleegd op 19 mei 2012 Hoek 8: Voedingstechnoloog Office collectie Microsoft Word http://www.hetoudehuys.eu/index.php?name=maison geraadpleegd op 6 november 2011 http://www.mccain.be/its_all_good/voedselveiligheid/index_dut.html geraadpleegd op 6 november 2011 http://www.fitvoorbeginners.nl/tag/voeding/ geraadpleegd op 18 november 2011 www.proefjes.nl geraadpleegd op 18 november 2011 http://www.gva.be/antwerpen/lier/leerlingen-testen-smaakpapillen-2.aspx geraadpleegd op 18 november 2011 http://dieet.blog.nl/allergie/2009/05/16/kleurstoffen-hoe-herken-je-ze geraadpleegd op 19 april 2012 http://www.culinette.nl/author/culinette/page/92/ geraadpleegd op 19 april 2012 http://yummyinmytummy.nl/dessert/trifle-met-rabarber/ geraadpleegd op 19 april 2012 http://commons.wikimedia.org/wiki/File:Emulsions.svg geraadpleegd op 19 april 2012 http://commons.wikimedia.org/wiki/File:Dried_mushrooms.jpg geraadpleegd op 19 april 2012 http://www.busch.nl/producten/toepassingen/voedingstechnologie/ geraadpleegd op 19 mei 2012 http://gezondheid-voeding.todio.nl/algemeen/de-huid-beschermen-tegen-de-zon-4512.html geraadpleegd op 19 mei 2012 http://www.campusdebrug.be/verzorging3.html geraadpleegd op 19 mei 2012 Hoek 9: Kelner Office collectie Microsoft Word http://www.hetheden.nl/nieuwspagina.php geraadpleegd op 19 november 2011 http://www.sandstormskookboek.nl/Recepten/Wetenswaardigheden/servetten%20vouwen/Servetten%20vouwen.h tml geraadpleegd op 19 november 2011 http://nl.123rf.com/photo_8885919_een-vriendelijke-gastvrijheid-glimlach-als-een-ober-ofdienst-knecht-giet-wijn.html geraadpleegd op 19 mei 2012 http://www.de-liefde.nl/nl/zeilcruise-weekend-arrangement.htm geraadpleegd op 19 mei
p. 280
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
2012 http://www.breugelhof.be/breugelhof.htm geraadpleegd op 19 mei 2012 Hoek 10: Stellingbouwer Office collectie Microsoft Word http://www.detuindokter.be/index.php/tag/feedback/ geraadpleegd op 6 november 2011 http://dongenl.home.xs4all.nl/dwg-stelling/stelling.htm geraadpleegd op 6 november 2011 http://www.motor-forum.nl/forum/list_messages/199719/59/Centraal-MFer-gespot-Deel24-60.html geraadpleegd op 6 november 2011 http://www.wvs-sws.be/index.php?option=com_content&view=article&id=2607:alles-overbouw-en-renovatiepremies-&catid=44:sociale-wetgeving&Itemid=88 geraadpleegd op 16 december 2011 http://pmg.pmgroup.be/enews/ebp/seizoen07-08/ebp0129.html geraadpleegd op 19 mei 2012 http://www.altradballiauw.com/nl/stellingbouw-1/ geraadpleegd op 19 mei 2012 http://clwgent.blogspot.com/2009/12/bouwweek-1-tot-7-oktober-2009.html geraadpleegd op 19 mei 2012 Hoek 11: Schoonheidsspecialist Office collectie Microsoft Word http://kindergrime.florence-grimeur.nl/ geraadpleegd op 16 december 2011 http://www.e-creaties.blogspot.com/ geraadpleegd op 16 december 2011 http://www.treesonline.be/grime.html geraadpleegd op 16 december 2011 http://toneelkappers.blogspot.com/2010_08_01_archive.html geraadpleegd op 16 december 2011 http://www.hba.nl/pages/53/Toneelkappergrimeur.html geraadpleegd op 19 mei 2012 http://www.starmagic.nl/starmagic-content/154/prinses-schminken geraadpleegd op 19 mei 2012 http://www.leukecursus.nl/cursussen/6833-Grimeren+voor+beginners geraadpleegd op 19 mei 2012 http://www.innersense-massage.nl/ontspanningsmassage-foto09.html geraadpleegd op 19 mei 2012 http://cutcaster.com/photo/100699136-Masseuse/ geraadpleegd op 19 mei 2012 http://www.dengok.com/featured/how-to-become-a-massage-therapist-at-masseuseschool/ geraadpleegd op 19 mei 2012 http://blog.seniorennet.be/articosa/archief.php?ID=989594 geraadpleegd op 28 mei 2012
p. 281
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 282
Bijlagen
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 283
Bijlage 1: 2 voorbeelden van de wetenschappelijke denkcirkel in handleidingen techniek
Figuur 17: De wetenschappelijke denkcirkel uit de handleiding Proeven van wetenschap (Van de Keere, K. et al., 2010)
Figuur 18: De wetenschappelijke denkcirkel uit de handleiding Techniek! 6 (Belmans, M. et al. 2010) Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 284
Bijlage 2:
Materiaallijst
De leerlingenfiches (bij hoek 1, 3, 4, 5, 6, 8, 10, 11) De beroepenfiches (bij alle hoeken) De stappenplannen ( bij hoek 1, 4, 5, 6, 7, 9) De oplossingsfiches (bij hoek 1,3 en 5)
Hoek 1 Veiligheidsbril Veiligheidshelm Gehoorbescherming Mondmaskers Gebodspictogrammen Foto’s onveilige werksituaties Werkblad Hoek 2 2 à 3 bibberspiralen Hoek 3 Een knijpkaart Wasknijpers in verschillende kleuren (13) Bank en voorwerp Hoek 4 Veter of dun touw (6 keer 60 cm) Gordijnringen (3) Hoek 5
Citroensap Kommetje Papier Penselen, tandenstokers of wattenstaafjes Warmtebron (strijkijzer) Strijkplankje Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 285
Voorgeschreven boodschappen in citroensap Isobetadine Plastic folie (bescherming banken) Meerdere haardrogers Hoek 6
Glas water Handdoek Doos (tupperware, ijs) Vloeipapier, koffiefilters of keukenpapier Stiften Touw Wasknijpers (5) Zwart papier Nagellak Tupperware pot met water Hoek 7
Zwachtels Hoek 8 Potjes/ bekertjes Voedingsmiddelen om te ruiken (bv. azijn, koffiepoeder, vanillesuiker, peperbollen en ui) Voedingsmiddelen om te proeven (bv. ketchup, gistpoeder, zout, choco en bloem) Lepeltjes Blinddoeken (eventueel zwarte haarbanden, sjaals,…) Hoek 9 Servetten Hoek 10 Satéprikkers Plasticine Foto stelling Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 286
Hoek 11
Kinderschmink Ontschminker of water Spiegel Verzorgingsmiddel (bodycrème)
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 287
Bijlage 3:
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 288
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 289
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 290
Bijlage 4:
Figuur 19: overzicht structuur secundair onderwijs (studiekeuzekoffer, Kies Raak!) Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 291
Figuur 20: het verschil tussen het eerste leerjaar A en het eerste leerjaar B (studiekeuzekoffer, Kies Raak!)
HANDIGE WEBSITES ALGEMEEN De Schoolbrug www.deschoolbrug.be De Schoolbrug is de organisatie voor het onderwijsopbouwwerk in Antwerpen en tevens de uitgever van een koffer. Onderwijs Vlaanderen www.ond.vlaanderen.be Onderwijs Vlaanderen is een portaalsite die je op de hoogte houdt van de actualiteit in het onderwijslandschap en praktische informatie geeft. Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 292
Jongeren informatie www.jongereninformatie.be Een wegwijzer vol weetjes, informatie op maat, adressen, tips, enz. voor leerlingen en studenten. STUDIEKEUZE Studiekiezer www.studiekiezer.be Je moet een richting kiezen. Een richting die bij je past en die je toekomst geeft. Om dat zoeken een beetje te vergemakkelijken helpt studiekiezer je op weg. Word een held www.wordeenheld.be Sta je op het punt om een studierichting te kiezen? Dan ben je op deze site aan het juiste adres. Hier kun je ontdekken wat voor held je bent, welk beroep daarmee overeenkomt en welke richting je best inslaat. Op de site is ook een handleiding voor de leerkracht en een boekje voor de leerling te downloaden waarmee je leert kiezen. De Stapper www.destapgent.be/stapper Op Stapper vind je alle inhoudelijke informatie over de studierichtingen van het secundair onderwijs. Een korte beschrijving van de inhoud, foto’s die de richtingen illustreren, lessenroosters, toelatingsvoorwaarden, mogelijke overgangen, ... vind je terug op de website. De site geeft je een goed beeld van de studiemogelijkheden in het secundair onderwijs. Verruim je horizon www.verruimjehorizon.be Via deze site kan je op zoek naar een geschikte studierichting. Deze kan je op drie verschillende manieren zoeken: via belangstelling, niveau of schoolvakken. Mijn competenties www.mijncompetenties.be Op deze website kan je een zoektocht naar je eigen competenties ondernemen via een test. Als je zelf weet wat je allemaal in je mars hebt, is het gemakkelijker om anderen daarvan te overtuigen. En als jezelf weet wat je uitdagingen zijn, is het gemakkelijker om ze aan te pakken. Uitleg bij De Studiewijzer Scherm 1 Via de site van de Studiewijzer Antwerpen kan je op trefwoord of op studiegebied zoeken naar een richting. Als je op de studierichting kijkt, krijg je een overzicht van de scholen die deze richting aanbieden. Ga naar volgende site: http://studiewijzer.antwerpen.be Kijk nu op gewoon secundair onderwijs om te zoeken in het aanbod van het secundair onderwijs. Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 293
Je kan op 2 verschillende manieren zoeken naar een geschikte studierichting: volgens belangstelling en op trefwoord.
Scherm 2 Zoek eerst volgens belangstelling. OPDRACHT: A. Welke studierichtingen in de 2de graad vallen er onder het belangstellingsdomein chemie’ (techniek —wetenschappen) B. Onder welk belangstellingsdomein valt de studierichting ‘verzorging—voeding’? (Personenzorg) C. Wat zijn de belangrijkste vakken in de richting hout’ (2de graad BS0)? (algemene vakken, technologie, technisch tekenen en praktijk) D. In welke scholen kan je de studierichting ‘diamantbewerking’ volgen? (Stedelijk Instituut voor Handel en Ambachten). E. Bestaat er een richting sport in ASO, TSO en BSO? (ja, ASO: sport. sportwetenschappen en wetenschappen — topsport, TSO: Lichamelijke opvoeding en sport, topsport, BSO: topsport - sportinitiatie)
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 294
Scherm 3 uitleg na de opdracht: A. We klikken op het belangstellingsdomein chemie’, techniek — wetenschappen’ is een studierichting in de 2de graad die valt onder het belangstellingsdomein ‘chemie!
B. De studierichting verzorging — voeding valt onder het belangstellingsdomein ‘ personenzorg’. C. Ga terug naar het overzicht met belangstellingsdomeinen en klik op ‘hout’. Klik daarna op de studierichting ‘hout’. Op deze fiche wordt de vraag gesteld of dit iets voorjou is, wordt een korte inhoud beschreven, wat de logische vooropleiding is, de belangrijkste vakken, wat je erna kan verder studeren en de scholen waar je deze richting kan volgen. De belangrijkste vakken in de studierichting hout zijn: de algemene vakken, technologie, technisch tekenen en de praktijklessen.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 295
D. Ga terug naar de overzichtspagina en klik er op ‘juwelen’. ‘Diamantbewerking’ is een studierichting in de 2de en 3de graad BSO. We klikken op de link diamantbewerking. Helemaal onderaan de fiche staan de scholen waar je deze richting kan volgen: Stedelijk Instituut voor Handel en Ambachten. E . Ga terug naar de beginpagina en kies nu voor het belangstellingsdomein ‘sport’. Daar zien we de verschillende sportrichtingen die er bestaan. Scherm 4 De tweede manier om te zoeken is volgens trefwoord. Je kan zo te werk gaan als je de naam van de studierichting kent. Je krijgt dan een lijst met alle verwante studierichtingen. OPDRACHT: A. Zoek de studierichting moderne wetenschappen. Wat is de website van het Koninklijk Lyceum Antwerpen? (http://www.kla.be) Bezoek deze website. B. Zoek de studierichting restaurant en keuken’, Welke bus of tram kan je best nemen naar het Leonardo Lyceum/ Sito 7? Je kan dit vinden op de site van De Studie wijzer, dus geen gebruik maken van de site van De Lijn. (Tram 2, 7, 8, 15 en bus 17, 32, 295 en 297)
Scherm 5 Uitleg na de opdracht: A. Rechtsboven van de startpagina vind je het zoekvakje. Daar typ je ‘moderne wetenschappen in’. Er verschijnt een lijst van alle studierichtingen die hiermee verwant zijn. Vervolgens klikje op de link ‘moderne weten schappen’. Daar verschijnt een overzicht van alle scholen waar ze deze studierichting aanbieden. De website van het Koninklijk Lyceum Antwerpen is www.kla.be.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 296
B. Typ nu de richting ‘restaurant en keuken’ in. Onderaan vinden we een overzicht van alle scholen. Klik op de link van het Leonardo Lyceum. Er verschijnt een korte omschrijving waar de school voor staat, de adresgegevens, de bereikbaarheid, extra informatie, alle vestigingen en het CLB. De school is bereikbaar met tram 2,7, 8 en is en met bus 17, 32, 295 en 297.
Scherm 6: OPDRACHT: Ga nu verder op zoek naar een geschikte studierichting. Informeer je zo goed mogelijk.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 297
Uitleg bij De Stapper http://www.destapgent.be/stapper/ Scherm 1 Op deze site vind je alle inhoudelijke informatie over studierichtingen in het secundair Onderwijs: een korte beschrijving van de inhoud, foto’s, graadovergangen, en lessenroosters. Typ in je adresbalk bovenaan: www.destapgent.be/stapper/ Je kan op 3 verschillende manieren zoeken naar een geschikte studierichting: 1. alfabetisch 2. volgens belangstelling 3. via onderwijsstructuur
Scherm 2 Eerst zoeken we alfabetisch. Je kan dit alleen doen als je al weet wat je wilt studeren en de benaming van de studierichting kent.
Scherm 3 OPDRACHT: Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 298
Laat de leerlingen op zoek gaan naar de studierichting handel — talen laat ze een antwoord zoeken opvolgende vragen: A. Hoeveel uren wiskunde heeft deze richting? (3 uur) B. Wat zijnde belangrijkste vakken? (bedrijfshuishoudkunde, bedrijfseconomie, informatica en taalvakken) C. Welke studierichting kan je voor handel — talen best vol gen? (moderne wetenschappen of handel) Uitleg na de opdracht: Je klikt op de studierichting ‘handel - talen’. Dan verschijnt er volgend scherm. Er staan een aantal vragen om te zien of je interesse in deze richting hebt. Daaronder wordt de inhoud van de studierichting beschreven. Als je op onderstaande linken klikt, krijg je daarover meer uitleg. a. Voorbeeld van een lessenrooster: hier vind je het antwoord terug op de eerste vraag. Je krijgt 3 uur wiskunde als je de richting ‘handel—talen volgt. b. Onder de lessenroosters staan de belangrijkste vakken beschreven. Deze zijn bedrijfshuishoudkunde, bedrijfseconomie, informatica en de taalvakken. We gaan terug naar de vorige pagina.
• Attesten; daaronder staan de verschillende mogelijkheden die je hebt als je een A-, B- of Cattest krijgt. • Wat is de logische studierichting die je voor ‘handel — talen’ hebt gevolgd? Het antwoord op de laatste vraag is moderne wetenschappen of handel. • 2de leerjaar: dit is een link naar de opties die je in het 2de jaar kan volgen. • Toelatingsvoorwaarden: Wanneer word je toegelaten in de richting handel — talen’? Onder scholen vind je een link naar een andere website waar je kan nagaan welke scholen de studierichting handel — talen aanbieden: de website van het departement Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap. Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 299
Klik op Verder studeren’. Wat zijn de mogelijkheden na het beëindigen van de richting ‘handel — talen’? Er wordt een onderscheid gemaakt tussen wat ermee verwant is en wat er aansluitend is. Bijvoorbeeld: de richting ‘secretariaat—talen’ (3de graad TS0) sluit aan bij de richting ‘handel — talen’. De richting toerisme (3de graad TSO) is verwant met de richting ‘handel — talen’ Den gaan we nu terug naar de beginpagina om via belangstelling te zoeken. Deze knop staat naast de knop ‘alfabetisch’. Scherm 4 Dit is een manier van zoeken voor wie onvoldoende zicht heeft op de studierichtingen, maar wel weet waarin hij geïnteresseerd is. Op dit scherm staat een overzicht van belangstellingsdomeinen en een foto.
OPDRACHT: A. Welke richtingen heb je in de 2de graad TSO die sterk verband houden met het belangstellingsdomein ‘elektriciteit’? (elektriciteit — elektronica, elektromechanica, elektrotechnieken en maritieme technieken motoren)
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 300
B. Welke studierichtingen uit de 2de graad BSO houden verband met de belangstelling ‘elektriciteit’? (maritieme vorming en rijn — en binnenvaart) Uitleg na de opdracht; A. Als we nu bijvoorbeeld op het belangstellingsdomein ‘elektriciteit’ klikken, verschijnt er als eerste een overzicht van de richtingen die sterk aansluiten bij dit domein en als tweede de studierichtingen die verband houden met het domein ‘elektriciteit’. De studierichtingen die sterk aansluiten hij ‘elektriciteit’ in de 2de graad TSO zijn ‘elektriciteit — elektronica’, ‘elektromechanica’, ‘elektrotechnieken’ en ‘maritieme technieken motoren’. B. De richtingen ‘maritieme vorming’ en ‘rijn — en binnenvaart’ in de 2de graad BSO houden verband met het belangstellingsdomein ‘elektriciteit’. Scherm 5 As je klikt op onderwijsstructuur (naast belangstelling) krijg je het schema van het secundair onderwijs. Per graad verschijnen er een aantal doorklikmogelijkheden naar elke onderwijsvorm. OPDRACHT: A. Wat houdt BVL in? (Beroepsvoorbereidend leerjaar: hier wordt verder gewerkt aan eventuele leerachterstanden uit de basisschool. Je maakt er kennis met één of meer beroepssectoren.) B. Wat is HBO? (Hoger Beroeps Onderwijs) Wat is KSO (Kunst Secundair Onderwijs) Welke studiegebieden vallen er onder het KSO? (ballet, beeldende kunsten en podiumkunsten)
Scherm 6 A. Je klikt op het kadertje BVL en er verschijnt een omschrijving van wat BVL inhoudt, waar je interesses liggen, wat je best hebt gestudeerd en een link naar de scholen die deze studierichting aanbieden. BVL Is de afkorting van Beroeps voorbereidend leerjaar. Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 301
B. HBO staat voor het Hoger Beroeps Onderwijs. C. KSO is voluit Kunst Secundair Onderwijs. D. De studiegebieden die onder KSO vallen zijn: ballet, beeldende kunsten en podiumkunsten.
Scherm 7 Ga nu op zoek naar de scholen die een bepaalde studierichting aanbieden. Kijk bovenaan de pagina op ‘belangstelling’ en kies bijvoorbeeld voor het belangstellingsdomein ‘kleding en de studierichting ‘creatie en mode’.
OPDRACHT: A. Ga nu op zoek naar de scholen die de studierichting ‘creatie en mode’ aanbieden in Antwerpen. B. Ga op zoek naar alle secundaire scholen in je eigen gemeente of stad. Wat zijn de namen van deze secundaire scholen? Uitleg na de opdracht: Om de scholen te zoeken die deze studierichting aanbieden, klikken we op: de website van het departement Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap. http://www.ond.vlaanderen.be/onderwijsaanbod/
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 302
Scherm 8 We zijn nu op de site van het ‘onderwijs in Vlaanderen’. Klik op voltijds gewoon secundair onderwijs.
Er zijn 2 manieren om te zoeken: Je kan een school kiezen volgens studierichting. Je kan een lijst krijgen van alle scholen.
A. Eerst kiezen we volgens studierichting. Als we scholen zoeken met de richting’creatie en mode’, klikken we op de C. Vervolgens zoeken we in de lijst naar ‘creatie en mode’ en klikken we door. Er verschijnt een lijst van de scholen waar deze richtingen worden aangeboden. In Antwerpen is er één school waar ze deze richting aanbieden: Leonardo Lyceum/ SITO
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 303
B. Vervolgens zoeken we in de lijst waar alle gemeenten en steden te vinden zijn. Bij de zoekkolom ‘alle fusiegemeenten’ scrollen we naar beneden. Klik op de naam van je eigen gemeente of stad en zo hebben we een lijst van alle plaatselijke secundaire scholen.
OPDRACHT: Ga nu op zoek naar een gepaste studierichting en school.
Joyce Van Brussel en Speeckaert Céline
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 304
Bijlage 5: de
Klas: 6 leerjaar
LESVOORBEREIDING Duur: 1 lesuur
Leergebied/Domein: W.O. / Techniek Onderwerp: Gezondheid, welzijn en samenleving
Didactische Beginsituatie: Deze les kadert in een lessenreeks rond beroepen. Situering in de eindtermen/ leerplannen: Eindtermen GO!: 2.1 De leerlingen kunnen het gepaste taalregister hanteren als ze aan leeftijdsgenoten informatie over zichzelf verschaffen. 2.9 De leerlingen kunnen het gepaste taalregister hanteren als ze op basis van vergelijking hetzij met hun eigen mening, hetzij met andere bronnen in een gesprek kritisch reageren op de vragen en opmerkingen van bekende volwassenen. 3.3 De leerlingen tonen in concrete situaties voldoende zelfvertrouwen, gebaseerd op kennis van het eigen kunnen. 1.1 De leerlingen kunnen zich op een assertieve wijze voorstellen. 1.2 De leerlingen kunnen in omgang met anderen respect en waardering opbrengen. OVSG: ET SV 1.1 De leerlingen kunnen zich op een assertieve wijze voorstellen. ET SV 1.2 De leerlingen kunnen in omgang met anderen respect en waardering opbrengen. ET NL 2.1 De leerlingen kunnen (verwerkingsniveau = beschrijven) het gepaste taalregister hanteren als ze aan leeftijdgenoten over zichzelf informatie verschaffen. Leerplannen GO!: 1.2.1 De leerlingen kunnen taalstructurele vaardigheden toepassen. 2.1.9 De leerlingen kunnen een mening formuleren. 2.2 De leerlingen kunnen vragen beantwoorden.
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 305
OVSG: NL-SPR-GENL-SPR-TV-02-07 De leerlingen kunnen in gesprekken van gevarieerde aard gespreksconventies respecteren. NL-SPR-GENL-SPR-TV-02-09 De leerlingen kunnen in gesprekken van gevarieerde aard hun inbreng consequent houden met het karakter van het gesprek. Lesdoelen/ talenten: De leerlingen kunnen: - van zichzelf zeggen waar ze goed en minder goed in zijn. - van iemand anders zeggen waar hij goed of minder goed in is. Bronnen: CLB & De Studiewijzer, Koffer kies raak!, stad Antwerpen. Onderwijs- en leermiddelen: talentpapieren (zelfgemaakt of van de VDAB) en plakband
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 306
Lesfase 1: instap (15 min.) Voororganisatie: - A4-papieren met talenten maken (evt. lamineren) bij de VDAB kan men ook leuke A4 talentpapieren verkrijgen met daarop een cartoon en het talent, enkele voorbeelden zijn te vinden in de bijlage - kies 10 à 15 talenten uit die voorkomen in de verschillende talentenactiviteiten. - talentenpapieren ophangen, gespreid over de hele klas. Tips: Het is leuk om dit een paar keer te herhalen, laat de leerlingen eerst aan elkaar feedback geven en geef daarna pas je mening als leerkracht. Deze les kan gebruikt worden als voorbereiding op het hoekenwerk. Klasgesprek: Als inleiding kan hier een alternatief gebruikt worden van het hoekenwerk zelf. Bijvoorbeeld het verhaal. Lesfase 2: kern (30 min.) De leerkracht overloopt samen met de leerlingen alle talenten. Bij elk talent wordt er een voorbeeld gegeven, zodat deze duidelijk zijn voor de leerlingen. Ik ga enkele vragen stellen, het is de bedoeling dat jullie bij het juiste talent gaan staan. Wat is een talent van jou? Wat is nog geen talent van jou? Zou je eraan willen werken? Ga per twee staan. Welk talent heeft je vriend/ vriendin volgens jou? Ga bij het talent staan dat jouw vriend/ vriendin heeft. Als een leerling bij een talent staat, is het de bedoeling dat je de gehele klas betrekt. Vindt iedereen dat ll x op de juiste plaats staat? Waarom wel/niet? Lesfase 3: slot (5 min.) Welke talenten heb je al? Aan welke talenten zou je nog willen werken? Waarvoor heb je die nodig?
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 307
Een technische tocht doorheen verschillende sectoren
p. 308