Middelburg Een boeiende reis doorheen de tijd
Middelburg, een boeiende reis doorheen de tijd Welkom in het Bezoekerscentrum Middelburg! Sinds 2006 kan u bij ons terecht voor meer informatie over het rijke verleden van dit prachtige dorp. Aan de hand van opgegraven voorwerpen, illustraties, kaarten, tekst en beeld krijg je een mooi overzicht van hoe het er hier vroeger moet hebben aan toegegaan. Eens was Middelburg een stad. Gebouwd uit het niets. Op een door de rijke Brugse poorter en ambtenaar Pieter Bladelin zorgvuldig uitgekozen locatie langs een oud wegtracé dat Brugge met Aardenburg verbond. In het midden van de 15e eeuw had deze Pieter Bladelin in Brugge serieus carrière gemaakt als financieel expert en vertrouweling aan het hof van de Bourgondische hertog Filips De Goede. Om zijn macht tentoon te spreiden bouwde hij hier op gronden die zijn eigendom waren niet alleen een eigen kasteel, maar zelfs een heuse stad die hij de naam ‘Middelburg-in-Vlaanderen’ gaf. Voor zijn stad koos Pieter Bladelin een strak stratenschema naar Grieks-Romeins model. Zo straalt ze orde en regelmaat uit. Binnen de verschillende perceelsblokken werd zorgvuldig ruimte voorzien voor economie (markten), godsdienst (kerk), ziekenzorg (hospitaal) en wonen. Het huidige straten-patroon weerspiegelt nu nog quasi perfect hoe het in de middeleeuwen was.
kaart van Jacob Van Deventer, gemaakt ca. 1550 (Rijksarchief te Gent, Kaarten en Plans, nr. 2351)
luchtfoto uit 1994
Na de dood van Bladelin en diens opvolger Willem Hugonet werd Middelburg een speelbal in de turbulente storm van de geschiedenis. Zo werd het ondermeer een belangrijk militair steunpunt tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) en de Spaanse Successieoorlog (17021713). Graag nemen wij u aan de hand van dit boekje mee op tijdreis doorheen Middelburg. Wij houden halt bij diversie locaties en laten er de geschiedenis spreken. We verlaten het bezoekerscentrum en volgen de Groene Markt naar rechts. Aan de Tsplitsing kiezen we links de Middelburgse Kerkstraat. Even verderop stoppen we aan de prachtige kerk van Middelburg.
1
De kerk De parochiekerk van Middelburg werd opgetrokken tussen 1452 en 1458 en was gelegen naast het marktplein. Ondanks de verschillende vernielingen en herstellingen gedurende de loop der jaren heeft ze haar karakter goed behouden, aan het koor en de dwarsbeuk zijn zelfs nog originele delen in okergele baksteen zichtbaar. De toren van de kerk, die gewijd is aan de heiligen Petrus en Paulus, is sedert 1936 geklasseerd als monument. Binnenin bevindt zich links in het hoogkoor het praalgraf van Pieter Bladelin en zijn echtgenote, Margaretha van de Vagheviere. Het graf is versierd met zijn schild en aan weerszijden de initialen PB. Volgende tekst staat er afgebeeld (vertaald): Hier rust Messire Pieter Bladelin, Ridder, Heer van Middelburg, Raadsheer en Kamerheer van Mijn Heer de Hertog van Bourgondië, Brabant en het Graafschap Vlaanderen, schatbewaarder van de Orde van het Gulden Vlies, Stichter van deze stad en deze Kerk met de canoniale prebenden, die stierf in het jaar 1472, de 8e april na Pasen. Tevens is er een kopie te bezichtigen van de Bladelintriptiek. Het oorspronkelijke werk werd op bestelling gemaakt door de bekende Vlaamse schilder Rogier Van Der Weyden (Vlaamse primitieven) en vertoont Pieter Bladelin centraal afgebeeld bij de aanbidding van de pasgeboren Jezus.
© Bildarchiv Preußischer Kulturbesitz, Berlijn, 2006 Rijksmuseum Berlijn
Het originele schilderij is nu te bezichtigen in de Gemäldegalerie te Berlijn. In de kerk te Middelburg hangt een kopie van de Bladelintriptiek, gemaakt rond 1630 door Jan Ricx. De Middelburgse kerk is niet vrij toegankelijk. We vervolgen onze weg in de Middelburgse Kerkstraat richting Bladelinplein. Aan het einde van de straat houden we halt voor meer uitleg over het stadhuis dat zich hier vanaf ca. 1458 aan de linkerkant bevond.
Het Stadhuis Opgravingen in 2005 brachten restanten van het middeleeuwse stadhuis opnieuw aan het licht. Het gebouw bestond wellicht uit één voorkamer en vermoedelijk ook een achterkamer. De voorkamer was volledig met steen gebouwd, er was een bakstenen vloer en een open haard. De achterkamer was wellicht in hout opgetrokken (er is nl. geen bakstenen structuur van teruggevonden tijdens de opgravingen). In het oorlogsgeweld van de Tachtigjarige Opstand (in Middelburg het hevigst van 1580 tot 1604) werd het stadhuis verwoest, waarna er tot in de 20e eeuw een opeenvolging van verschillende structuren bovenop gebouwd werd. De opgravingen leverden restanten op van overlappende muren en waterputten uit de 17e eeuw en ook recentere beerputten. Interessant om weten is dat er hier ook sporen terug gevonden zijn van vóór de stichting van de stad: zo werd parallel met de baan een stuk van een gracht ontdekt die vermoedelijk terug gaat tot de Romeinse periode.
Luchtfoto gemaakt tijdens de opgravingen in 2005 © Wim De Clercq
Tevens werd tijdens de opgravingen een ploeglaag gevonden. Dat is een zwarte laag grond die zich vermoedelijk over gans Middelburg bevindt, want ze wordt bij elke opgraving teruggevonden (ook aan de kasteelsite en het klooster). Daarin werd aardewerk teruggevonden uit de 13e-14e eeuw, welke we kunnen linken aan het hof van Middelburg, een hoeve-uitbating afhangende van Middelburg in Zeeland. Van deze hoeve werd voor het eerst melding gemaakt in 1280. Ze zou verkocht geweest zijn aan een neef van Bladelin, waarna Bladelin de hoeve en de stukken grond erfde na diens overlijden. Hij koos daarna die gronden uit om zijn stad op te bouwen. Aan de overzijde van de straat is sinds 2006 het dorpsonthaalpunt (DOP) gelegen. Dit DOP is een plaatsje in openlucht, waar zowel toevallige passanten als doelbewuste bezoekers terecht kunnen voor basisinformatie over de geschiedenis van het dorp. Het DOP is tevens een rustpunt in het groen dat voorzien is van een fietsenrek en zitbankjes. Vlakbij ziet u de schandpaal van Middelburg.
Schandpaal Een schandpaal is een typisch middeleeuws fenomeen: een paal waaraan iemand die iets mispeuterd had ‘te schande’ (of: ‘aan de kaak’) werd gesteld. Elke middeleeuwse stad had een dergelijke schandpaal en ook één of meerdere galgen. Hoewel naar verluidt bepaalde stukken van deze schandpaal zouden terug- gaan tot de 15e eeuw, lijkt hij eerder te dateren in de 2e helft van de 19e eeuw. De paal is vervaardigd uit arduin en werd op een machinale manier bewerkt en gekapt. Zijn symboolwaarde blijft echter groot. De schandpaal herinnert immers aan zijn 15e eeuwse voorloper. Sinds 1464 had de schepenbank van Middelburg namelijk de hoogste rechtspraak toegekend gekregen van de hertog: Wij, Filips, Hertog van Bourgondië, laten iedereen weten dat het ons aangenaam is in te gaan op het verzoek van onze gewaardeerde medewerker, raadsman en generaal gouverneur van financiën Pieter Bladelin, bijgenaamd de Leestmakere, om zijn hof van Middelburg in de parochie van Heille en andere eigendommen daarrond verenigd, van ons in leen te mogen houden onder de naam van Middelburg. Arras, 23 augustus 1444 Vanaf toen kreeg de stad een eigen gevangenis en werden misdadigers er gevonnist, enkel de doodstraf mocht niet worden uitgesproken. In de stad werden tevens twee galgen en een schandpaal opgericht. We slaan aan de T-splitsing rechts de Kloosterstraat in, maar in plaats van deze mee te volgen in de bocht gaan we daar rechtdoor de Kasteelstraat in. Op naar de Kasteelsite.
Kasteelsite We weten dat Pieter Bladelin bij de stichting van zijn stad deze onmiddellijk voorzag van een luxueus kasteel. Een kasteel dat in de eerste plaats vooral een statussymbool was, vol pracht en praal, met de bedoeling macht tentoon te spreiden. Er waren geen militaire functies voorzien. De bouw ervan werd gestart in 1448 en zou naar verluidt dertig jaar geduurd hebben. Net zoals de eerste kastelen uit de 10e-11e eeuw, bestaat ook het kasteel van Pieter Bladelin uit een tweeledige structuur, namelijk een voorhof en een opperhof. Het voorhof was in die beginjaren van de kasteelbouw gewoon een houten omheining, waarbinnen stallingen waren, logementen van de dienaars en keukens, gewoon utilitaire functies. In het opperhof (dat was meestal ook iets hoger gelegen vandaar ‘opper’) bevonden zich daarentegen de residentie, de kamers en de woonvertrekken van de kasteelheer en zijn dame. Naarmate we door de eeuwen schrijden, wordt het kasteel versteend en worden de bouwmaterialen steeds meer luxueus afgewerkt. Opgravingen in de periode 2002-2004 leerden ons dat het kasteel van Pieter Bladelin in Middelburg daarvan een schoolvoorbeeld was. Het was opgetrokken in eenvoudige baksteen maar bekleed met rijke coubertage kalksteen, witte kalksteen bedekt met leien e.d. Hier is het wel zo dat het voorhof (waarvan er in 2004 een stuk werd opgegraven) een ruimere rol vertolkte dan alleen maar de utilitaire functies. Ook in het voorhof speelden praal en status al een belangrijke rol. Vermoedelijk bevond zich op die plaats de ontvangstkamer van gasten. Dit mogen we besluiten uit de vondst van een reeks tegels (fragmenten althans) met initialen P B en ook de Bourgondische vuurslag (dus een onmiddellijke link met de Bourgondische adel, zijn leefwereld). Deze tegels werden rond 1450 speciaal op bestelling gemaakt in Valencia in Spanje. Dat is heel uniek in Vlaanderen, uniek in Europa zelfs. De ontvangstkamer beschikte in de hoek over een onafhankelijk vertrek waar zich een latrine bevond. Van het opperhof kon maar een gedeelte onderzocht worden, m.n. het zuid-oostelijk stuk. Daarbij werd één toren, een hoektoren (12,5m diameter, muurdikte 2,3m) en de fundamenten van een traptoren (om de hoger gelegen regionen van de toren te kunnen bereiken) gevonden. De eigenlijke residentie, woonkamer of troonplaats van Bladelin zit verscholen onder het huis dat grenst aan de kasteelsite.
Vloertegel met de initialen P B (ca. 1450). Zo gaf Pieter Bladelin zichzelf een plaats in het interieur van zijn kasteel. Hij liet deze tegels vervaardigen in Spanje (Manises, Valencia). De kleine blaadjes staan symbool voor zijn naam. ‘Blade-lin’ betekende letterlijk ‘klein blaadje’. (opgravingen kasteel Middelburg)
Zicht op de zuidelijke hoektoren tijdens de opgravingen(© Vakgroep Archeologie, Universiteit Gent, 2003)
Rondom was het kasteel omgeven door een 20m brede gracht met een diepte van 2,5m. Via stortkokers loosde men er allerlei huishoudelijk afval, aardewerk, botmateriaal, slachtafval en keukenafval in. De opgravingen leverden enkel restanten van bouwmateriaal op, zodanig dat we ervan mogen uitgaan dat de gracht op regelmatige tijdstippen gereinigd moet zijn geweest. Huishoudelijk gerei uit de periode van Bladelin werd niet teruggevonden. Toen het kasteel vervolgens een militair fort werd ten tijde van de Tachtigjarige Opstand krijgen we er in 1604 een bezetting van 3.000 militairen op het voorhof. En die hebben massaal afval nagelaten: aardewerk, botmateriaal, militaria waaronder kanonskogels, steen, gietijzer, musketkogels, maar ook fragmenten van wapens (o.a. een stuk van een musket). Het onderzoek heeft aangetoond dat men zelf niet kon kweken, maar gewoon nam, plukte en gebruikte wat men vond, zoals bv. jonge vogels, spreeuwen, jonge reigers, allerlei vruchten… Het aardewerk getuigt van een groot ensemble van kookpotten, pannen, papkommen, borden, kannen en kruiken. Veel van dit aardewerk is nu herleid tot scherven, maar er werden ook honderden halve potten terug gevonden en zelfs enkele tientallen volledig ongeschonden exemplaren!
Foto van een deel van het teruggevonden aardewerk, te bezichtigen in het Bezoekerscentrum Middelburg
Tiendpaal Een tiendpaal werd in middeleeuwse tijden gebruikt om aan te tonen tot welke abdij een bepaald gebied behoorde. Aan deze abdij was dat gebied dan ‘een tiende’ verschuldigd, een sociale belasting die moest dienen ter financiering van de armenzorg, het levensonderhoud van parochiepriesters en de instandhouding van kerkgebouwen. De regel was dat iedereen een tiende van zijn oogst afdroeg. De hedendaagse replica die vlakbij de kasteelsite geplaatst werd is een blijvende herinnering aan het ROMA-project (Romeinen en Middeleeuwers te Oudenburg, Aardenburg en Middelburg). Dankzij dit project konden er in Middelburg tussen 2002 en 2004 talrijke opgravingen doorgaan en werden ondermeer het bezoekerscentrum, dorpsonthaalpunt en de infoborden doorheen het dorp gerealiseerd. Daar waar onze collega’s uit Oudenburg en Aardenburg het ROMA-project eren met een Romeinse mijlpaal, werd in het middeleeuwse Middelburg gekozen voor de tiendpaal als basis. Bovenaan, waar normaal een verwijzing naar de abdij staat, is nu het prachtige schild van Middelburg zichtbaar. Op de paal zelf staan de afstanden naar onze collega-steden en ROMA vermeld (zowel in middeleeuwse roeden als in kilometer). Na ons bezoek aan de kasteelsite keren we even op onze stappen terug, richting Kloosterstraat. We volgen ditmaal wel de bocht en zien al gauw Convent Santa Clara liggen. Deze sneukelkroeg is sinds 2008 geopend en ligt op de locatie van het vroegere klooster. In de tuin werden resten terug gevonden van de oude stadsomwalling en van een kanaal.
Klooster Middelburg had dus ook een eigen klooster, meer bepaald een Arme Klarenklooster. Het werd in 1515 gesticht door de zus van Willem Hugonet. Pas in 1520 werd het klooster bewoond door zuster Hugonet samen met nog 15 andere zusters. Zo is het één van de vroegste stichtingen van Arme Klarenkloosters in Vlaanderen maar ook één van de kortst durende. In de woelige periode van 1580 tot 1604 wordt het net als de rest van de stad ten gevolge van de Tachtigjarige Opstand platgebrand en geplunderd. De nog overblijvende gebouwen werden afgebroken en de stenen werden gebruikt om andere gebouwen te herstellen die tijdens het oorlogsgeweld beschadigd waren, zoals de parochiekerk in het centrum. Van het klooster werd er tijdens de opgravingen in 2006 dan ook weinig teruggevonden: enkel een rechthoekige vloer (breedte van 5m), die vermoedelijk het kelderniveau was van een gebouw dat behoorde tot het klooster, en een afvalput waarin zich aardewerk bevond dat duidelijk uit het midden van de 16e eeuw dateert. Gebruiksvoorwerpen van het klooster dus. Het gebouw dat er nu nog staat gaat terug tot de 17e eeuw. Onderzoek bracht er een aantal interessante elementen aan het licht, zoals een restant van een haardvloer en een bakstenen kelder met tongewelf. Misschien was dit het huis, waar de zusters de eerste vijf jaar na de stichting gewoond hebben, maar dit is niet bewezen…
Stuk vloer van een oost-westgeoriënteerde, vijf meter brede constructie. Enkel het centrale vloerdeel werd aangetroffen. De donkerbruine band rondom de structuur is de opgevulde uitbraaksleuf van de muur. Alleen rechtsonder is nog een stukje muur bewaard gebleven. Het betreft mogelijk een gedeelte van de voormalige kloosterkerk/kapel die zich op deze locatie bevond (© Pedro Pype, Maldegem)
Stadsomwalling Historische bronnen en archeologisch onderzoek wezen uit dat Middelburg vanaf zijn ontstaan rond 1450 volledig omgeven was door een 25m brede gracht. In 1464 bouwde men ook nog een bakstenen stadsmuur met halfronde torens en stadspoorten. In de tuin van Convent Santa Clara zijn er voor het eerst restanten aangetroffen van deze 15e eeuwse stadswallen van Middelburg, namelijk een halfronde toren, een 1m dikke schildmuur van de stadsmuur en de 25m brede stadsgracht met een diepte van een kleine 3m. Aangezien in 1488, tijdens de opstand van de Vlaamse steden tegen Maximiliaan van Oostenrijk, de stadmuren quasi volledig werden afgebroken, beschikken we nu alleen nog over de funderingen ervan. Deze funderingen werden gebouwd volgens de spaarboogtechniek, zodat er minder bakstenen gebruikt moesten worden en zitten rondom Middelburg wellicht nog gewoon onder de grond. Net als de stadsgracht die volledig werd gedempt. In de 17e en 18e eeuw werd Middelburg een belangrijk militair steunpunt. Daardoor werd het stadje regelmatig belegerd en ingenomen. Om hieraan weerstand te kunnen bieden, liet het Spaanse gezag in 1609 de stadsgracht aanpassen. Zo krijgen we een versterking gebaseerd op het zgn. “Italiaans stelsel” met typerende kleine puntvormige bastions, bedoeld om het vijandelijke geschut zo ver mogelijk van de stad af te houden. In 1702, onder de Franse bezetting, werd de stadsversterking nogmaals aangepast en krijgen we een echte vestingstad, een grensstad, met 4 grote bastions. Één van die bastions is nog zichtbaar richting Nederland, op het einde van de Dinantstraat/Meulekreek.
Op deze luchtfoto uit 1994 kan je dankzij de bomenrijen de randen van het bastion nog herkennen
Het Middelburgs vaardeken Een ander interessant item hier is het restant van een oud transportkanaal richting marktplein. Dit kanaal, het zgn. Middelburgs vaardeken, werd gegraven vanaf 1456 en sloot aan op de Lieve. Zo bracht het de stad rechtstreeks in verbinding met Brugge, Damme en het Zwin. In Middelburg konden toen platbodems langs het kloosterterrein doorvaren om goederen te lossen op marktplein. Dit zorgde voor een bloeiende handel en het inrichten van een jaarlijkse markt vanaf 1465. Het Middelburgs vaardeken is vandaag de dag nog zichtbaar als een 2m brede gracht. We volgen de Kloosterstraat opnieuw richting Pieter Bladelinplein. Aan de plek waar het oude stadhuis stond gaan we nu echter rechtdoor terwijl we aan de rechterkant kunnen genieten van een stukje hedendaagse kunst: een beeld van de Middelburgse kunstenaar Stef Orti. Nadat we de Middelburgse school en pastorie gepasseerd zijn bevinden we ons in de Dinantstraat.
Dinantstraat De Dinantstraat is een rechtstreekse verwijzing naar de stichting van Middelburg. De nieuwe stad had immers zowel inwoners als een economische bestaansreden nodig. Om beide noodzaken te combineren koos Pieter Bladelin bij de uitbouw van zijn stad voor speciale ambachten. Zo werden vanaf 1466 de door hertog Maximiliaan van Oostenrijk verdreven koperslagers uit Dinant naar Middelburg gehaald. Bladelin nam hen onder zijn hoede en gaf hen een vestingplaats in Middelburg. Vanaf toen kenden we in Middelburg een goede eeuw lang florerende koperslagerijactiviteiten. Het stadje werd een bloeiende nederzetting: er kwam een opslagplaats voor wol uit het Engelse Newcastle en er werden ververijen voor wol, lakens en breigoederen opgericht. De productie van koperen voorwerpen was zelfs zo belangrijk dat Edward IV, koning van Engeland (1461-1483), de koperhandelaars zekere voorrechten van vrijhandel verleende voor de verkoop van hun koper in zijn land. Ook de talrijke koperen ketels, kommen, pannen, schuimspanen, vuurkandelaars en ingeklopt koper die bij de opgravingen werden teruggevonden wijzen op het belang van de ‘dinanderie’ in Middelburg Aan onze linkerzijde zien we in één van de achtertuinen een molen verschijnen. Deze molen verdient een woordje uitleg:
De molen Oorspronkelijk stond er in Middelburg een molen aan de Meulekreek (vandaar haar naam). Toen daar in de 17e eeuw het bastion werd aangelegd, brak men deze molen af om hem na de werken bovenop het bastion opnieuw op te bouwen. Tijdens de militaire periode aan het begin van de 18e eeuw werd de molen opnieuw verplaatst. Deze keer kreeg hij een plekje aan de binnenkant van het bastion maar ook dit bleef niet duren. Omdat de molen het zicht teveel ‘stoorde’ werd hij namelijk verplaatst naar de Dinantstraat. Daar brandde de oorspronkelijk houten molen af in 1846 en het jaar erop, in 1847, bouwde men op dezelfde plek een stenen molen: de zogenaamde poedermolen waarvan de huidige romp nog steeds zichtbaar is. Aan het einde van de Dinantstraat komen we tot slot uit op de Meulekreek. Via het wandelpad kan u een stukje verder genieten van de prachtige natuur. In de tuin die hier vlak naast gelegen is, werd een hoek van de 18e eeuwse bastionnering gevisualiseerd. Verderop vind je de vogelwand van waarachter je de verschillende fauna kan aanschouwen.
De Meulekreek De Meulekreek kwam tot stand als gevolg van de militaire periode tijdens de Tachtigjarige Opstand. De Staatsen, de Hollanders, doorbraken de middeleeuwse dijken in een poging de Spanjaarden tegen te houden rond Sluis. Deze doorbraken zorgden immers voor een overstroming, die de Spanjaarden richting Oostende terugdrong. Maar met die doorbraak van de dijken werd ook een heel systeem in gang gezet, waarbij zeewater landinwaarts kwam dat heel geleidelijk land innam tot langs Middelburg. Pas in 1638 ontstaat zo de Meulekreek. Wij hopen dat u genoten heeft van de ontdekkingsreis doorheen Middelburg en verwelkomen u graag opnieuw in het Bezoekerscentrum Middelburg!