een sterretje een boompje een maantje Thema 8: remediëring bij toets taalbeschouwing Verkleinwoorden gebruiken, vormen en groeperen

accent

Thema 8: remediëring bij toets taalbeschouwing

Naam:

Verkleinwoorden gebruiken, vormen en groeperen 1

Schrijf het verkleinwoord. Maak daarna de tekening.

een ster

een boom

een maan

Tijd voor Taal accent - Taal Toetsen en remediëring 2

.

een sterretje

.

een boompje

.

een maantje

Thema 8 • remediëring taalbeschouwing

363

Naam:

2

.

een kast

bijvoorbeeld

Bedenk twee verkleinwoorden.

.

op -je op -pje

flesje

een kastje op -tje

op -etje

boompje . lepeltje . mannetje

.

. . appeltje . bolletje roosje bloempje . doosje .raampje . oventje . zonnetje .

364

Thema 8 • remediëring taalbeschouwing


accent

Thema 8: verrijking bij toets taalbeschouwing

Naam:

Verkleinwoorden gebruiken, vormen en groeperen 1

Herschrijf deze zin met verkleinwoorden. De vork en het mes van de kleuter werden door de kleuterjuf afgewassen.

Het vorkje en het mesje van het kleutertje . werden door het kleuterjufje afgewassen. .

2

Laat dit ongeval minder erg lijken door verkleinwoorden te gebruiken. Schrijf de tekst opnieuw. Vanmorgen is op het kruispunt van de Stationsstraat en de Drielindenstraat een ongeval gebeurd. De tractor van Marcel kwam van rechts en reed in volle vaart op de bus van Marie. De zieknwagen was snel ter plaatse en bracht Marcel en Marie naar het ziekenhuis. Daar kregen ze een spuit en moesten ze van de dokter nog twee weken in bed blijven liggen. Eind augustus zijn Marcel en Marie getrouwd in het stadhuis van Leuven.

Vanmorgen is op het kruispunt van de . Stationsstraat en de Drielindenstraat . een ongevalletje gebeurd. Het tractortje . van Marcel kwam van rechts en reed .


Thema 8 • verrijking taalbeschouwing

365

Naam:

in volle vaart op het busje van Marie. . De ziekenwagen was snel ter plaatse . en bracht Marcel en Marie naar het . ziekenhuis. . Daar kregen ze een spuitje en moesten . ze van de dokter nog twee weekjes in . bed blijven liggen. Eind augustus zijn . Marcel en Marie getrouwd in het . stadhuis van Leuven. .

. . . . . . . 366

Thema 8 • verrijking taalbeschouwing


accent

Thema 8: remediëring bij toets begrijpend lezen

Naam:

Gegevens aflezen van een uitnodiging (vraag 1) 1 Lees de zinnen en de vraagjes. Kleur het juiste bolletje.

Ik ben Janne. Ik heb vandaag een broertje gekregen. Werd er een jongen of een meisje geboren?

.

een jongen

Wanneer is het broertje geboren?  vandaag  gisteren

Mijn broertje heet Kobe. Als je hem wilt zien, moet je eens op bezoek komen. Hoe heet de broer van Janne? .

Kobe

Wat vraagt Janne aan jou?  Ze nodigt je uit om op bezoek te komen.  Ze vraagt of je de naam Kobe mooi vindt.


Thema 8 • remediëring begrijpend lezen

367

Naam: 2

Lees de tekst. Zet dan een kruisje in de juiste kolom. Ik heet Lander. Op 17 september is mijn zusje geboren. Ze is heel moe en heel lief. Haar naam is Sandra. Als je haar wilt zien, kun je bij ons thuis komen. Wij wonen in Ronse, in de Schapenstraat, nummer 25. ja

3

Weet je over wie het gaat?

X

Weet je wanneer het zusje geboren is?

X

Weet je waar je op bezoek moet gaan?

X

Vertelt Lander jou waarom hij de kaart schrijft?

X

neen

Lees de tekst opnieuw.

Sandra 17 september . in de Schapenstraat 25 in Ronse

Wie is er geboren? .

Wanneer werd ze geboren? Waar woont Lander?

Hoeveel kinderen hebben de mama en de papa van Lander? Kleur het juiste bolletje.  één kind  twee kinderen  drie kinderen Hoe heet de broer van Sandra?  Joren  Lander  Selim 368



Naam:

In een tekst de hoofdpersonen aangeven (vraag 2a) 4

Over wie gaat het? Schrijf op! Noor wilde doodgraag een hond. Dat was het liefste wat ze wilde hebben!

.

Noor

Op een dag werd Fikkie de muis blij wakker. Ze had een leuke droom.

.

Fikkie

Bill is jarig. Hij wil dolgraag een taart met slagroom.

.

5

Bill

Lees de tekstjes. Over wie gaan ze? Je mag telkens maar één bolletje kleuren. Eef en Koen zijn bij hun oma blijven slapen. Koen wil koeken bakken. Eef bakt een ei. Het ei valt plots uit haar handen.  oma

 Eef en Koen

 Eef.

Ben staat te wachten voor de schoolpoort. Mama is laat. Ze had die dag nog gezegd dat ze hem kwam halen. Maar nu is de school gedaan en staat hij nog te wachten.  Ben


 mama

 de school Thema 8 • remediëring begrijpend lezen

369

Naam:

Morremuis is ziek. Zijn vriend Snorrekat geeft hem lekkere hapjes. De kat geeft stukjes kaas, maar de muis lust ze niet. “Moet je echt niets hebben?” vraagt Snorrekat. “Nee”, roept de muis boos. “Ga weg!”  Morremuis

6

 Snorrekat

 Morremuis en Snorrekat

Lees de tekstjes. Wie is er belangrijk in het verhaal? Kleur het bolletje. “Semra”, roept moeder. “Buurvrouw Anje is ziek. Wil je even op bezoek gaan?” Semra wil zeker gaan. Ze vindt Anje de liefste buurvrouw. Het meisje gaat meteen naar het huis van Anje. Langs de achterdeur kan ze makkelijk binnen. Buurvrouw Anje heeft een rood hoofd. Dat is van de koorts. “Hé, wat fijn dat je er bent!” zegt Anje blij.  moeder

 Semra

 Anje

(maar ook moeder en Anje)

Op een dag gebeurde er iets leuks. Anna heeft een zusje gekregen! Ze wou het iedereen vertellen. De buurman wist het al. Haar beste vriendje ook. Maar de andere kinderen van de klas en de juf wisten het nog niet. “Mag ik bellen naar de kindjes van mijn klas?” vraagt Anna. Dat vindt papa wat veel. Ze mag enkele kindjes bellen.    

370

papa Anna haar beste vriendin de klas



Naam:

In een tekst de belangrijkste gebeurtenissen aangeven (vraag 2b) 7

Lees deze zinnen. Waarover gaat het? Kleur het juiste bolletje. Wij zijn Lisa en Rosie. Wij willen je iets vertellen over ons broertje. Hij is ziek.  Lisa en Rosie zijn ziek.  Lisa en Rosie vertellen over hun broertje. Vorige week was het feest in de dierentuin. Er zijn twee kleine tijgers geboren. De tijgers worden nu goed verzorgd door hun moeder.  Het is feest.  Er zijn tijgers geboren. Heb je al eens naar je oren gekeken? Alle oren zijn anders. Olifanten hebben heel grote oren. De oren van een dolfijn zijn kleine spleetjes.  Oren zijn verschillend.  Kijk eens in je oren.



371

Naam: 8

Lees deze tekstjes. Welke zin vertelt het best waarover het gaat? Kleur het juiste bolletje. In Brussel werd een robot gemaakt die kan stappen. De robot heet Lucy. Robotten die al kunnen stappen, bestaan al langer. Bij Lucy gaat dat beter. Zij stapt bijna zo goed als een mens.

 Ze gaven een naam aan een robot.  Er werd een robot gemaakt die goed kan stappen.  In Brussel zijn er robotten. In een dierentuin in Spanje leefde een witte gorilla. Veel bezoekers kwamen naar de zoo om die witte gorilla te zien. Hij was veertig jaar toen hij ziek werd. Een paar jaar later stierf hij.  Er is een gorilla geboren.  Er is een witte gorilla geboren.  Er leefde een witte gorilla in een dierentuin in Spanje. Tanja heeft een fiets gekregen. Hij is roze en heeft een wit zadel. Aan de handvatten hangen slingers. Het is de mooiste fiets die ze ooit gezien heeft.  Tanja haar fiets is roze.  Tanja heeft een nieuwe fiets gekregen.  Er hangen slingers aan de fiets.

372



Naam: 9 Lees de tekst. Vertel kort waarover het verhaal gaat.

Wanneer je een arm breekt, moet je naar het ziekenhuis. Daar doet de dokter er een gips omheen. Het gips wordt hard. Je kunt je dan niet meer bewegen. Het bot groeit dan goed aan elkaar.

.

Het gaat over wat er gebeurt wanneer je een arm breekt.

Alle grote mensen vinden zondagochtend fijn. Ik niet, want dan moet ik lang rustig en stil zijn. Meestal ga ik toch uit bed en kijk ik door het raam.

.

Het gaat over zondagochtenden.

.

Rania staat voor het raam. “Ik weet niet wat doen”, zegt ze. “Neem een boek of ga lekker buiten spelen”, antwoordt mama. “Ik heb niemand om mee te spelen. Iedereen is weg!” roept Rania boos.

Het gaat over Rania die niet weet wat te . doen. .



373

Naam:

Figuren herkennen op basis van kenmerken (vraag 2c) 10 Lees deze zinnen. Teken een passend gezicht.

Ik vind mijn verkleedkleren niet!

eigen invulling

O neen, nu is mijn broek vuil!

Joepie! Het is weer lente.

374



Naam: 11 Lees de tekstjes. Kleur het gezichtje dat het best bij de tekst past.

Nonkel Jef rijdt met de kinderen naar zee. De kinderen maken ruzie. Nonkel Jef rijdt naar de kant van de weg. Hij stopt. “Nu moeten jullie eens goed luisteren. Als jullie niet stilzitten, rijd ik terug naar huis.” Nonkel Jef voelt zich:

Toen Mona en Leon terug binnen gingen, kwam vader juist aan. “Heb je de tent gezien?” vroeg Mona. “Waar dan?” vroeg papa. “In de tuin. We hebben hem zelf recht gezet!” riepen ze opgewonden. Mona en Leon voelen zich:

Bas is zijn beertje kwijt. Ella heeft al overal gezocht. Ze heeft de beer niet gevonden. Plots ziet Ella dat de hond het vuilnis uit de bak heeft gehaald. Het is één grote rommel. Ella is boos en begint heel snel op te ruimen. Plots ziet ze onder een vuilniszak de beer van Bas. Ze is blij. Maar dan ziet ze plots dat de beer heel vuil is. Wat jammer!



375

Naam:

Hoe voelt Ella zich als ze ziet dat de beer vuil is.

Het was zondagochtend. Dokter Daan was naar het asiel gegaan om de dieren te verzorgen. Gijs en Klaartje kwamen aan en zeiden: “We komen onze hond halen.” “Mag het van je mama? Zul je goed voor hem zorgen?” vroeg dokter Daan. Gijs en Klaartje voelen zich:

Buiten klonk een opgewonden gekrijs. Mama en papa renden naar buiten. Eef lag boven op Jeroen. Ze timmerde met haar vuisten op zijn hoofd. Hij trok aan Eefs haar. Eef en Jeroen voelen zich:

376



accent

Thema 8: verrijking bij toets begrijpend lezen

Naam:

Gegevens aflezen van een uitnodiging (vraag 1) 1

Lees deze teksten. Tekst 1

Tekst 2

Hallo, ik vier zaterdag 29 januari mijn verjaardag. We gaan lekkere taart eten en veel spelen. Als je zin hebt om te komen spelen, bel dan naar 02 210 45 44. Mijn adres is Kolderlaan 15, Zele. Tot dan! Aaron Tekst 3

Jens en Jarne hebben groot nieuws. Op 17 november is hun zus geboren. Ze heet LOTTE.

Wil je ons bezoeken? Geef dan eerst een seintje. Wij wonen nog steeds op de Berenbaan 12 in Westerlo.

Tekst 4

ZORAH EN JARNE gaan trouwen op zaterdag 25 maart om 11 uur in het gemeentehuis van Zulte. Wij nodigen jullie uit om mee te vieren.


Met grote droefnis melden we u het overlijden van de heer LARS VANDOOR. Echtgenoot van Jossie Verdikt. Vader van Jelle Vandoor. Op 6 juli om 10 uur nemen we afscheid van hem in Wemmel. Uitvaartverzorging: Kalle, Steenstraat 2, Wemmel.

Thema 8 • verrijking begrijpend lezen

377

Naam:

a Schrijf op wat ze jou willen vertellen.

Kom naar mijn verjaardagsfeestje. . Lotte is geboren. Zohra en Jarne gaan trouwen. . Lars Vandoor is gestorven.

Tekst 1: . Tekst 2: Tekst 3: Tekst 4:

b Wat is Aaron vergeten te vertellen in zijn uitnodiging?

.

wanneer het feestje begint en eindigt

c Wat zou jij in tekst 2 ook nog vertellen?

.

378

een telefoonnummer



Naam:

In een tekst de hoofdpersonen aanduiden (vraag 2a) 2

Over wie gaat het verhaal? Kleur het juiste bolletje. Drie rijke dames hadden zin in pannenkoeken. Ze maakten deeg. Van dat deeg maakten ze één grote pannenkoek. De pannenkoek huppelde uit de pan en rolde de weg op. Er sprong een haas naar de pannenkoek. Hij wilde hem opeten. De pannenkoek zei: “Ik ben weggerold van de dames, zou ik dat dan ook niet kunnen van jou?” En hij rolde het bos in. Daar zag hij een wolf. De wolf riep: “Ik wil je opeten, pannenkoek.” De pannenkoek antwoordde: “Ik ben weggerold van de dames en de haas. Zou ik dat ook kunnen van jou?” En hij huppelde een berg op. Daar kwam hij bij drie kinderen aan tafel. Zij hadden niets te eten. Hij legde zich op het bord en liet zich opeten.     

de drie dames de haas de wolf de drie kinderen de pannenkoek



379

Naam:

In een tekst de belangrijkste gegevens aanduiden (vraag 2b) 3

Lees de tekst. Daan heeft zin in een reep. Mama zegt: “Wil je dan eerst iets doen voor mij?” Daan moet eerst een boek naar oma brengen. Hij gaat snel naar oma. Daar krijgt hij een reep. Oma vraagt of hij een tang naar nonkel Stefan wil brengen. Dat wil hij wel doen. Daan loopt snel naar nonkel Stefan. Bij nonkel Stefan krijgt hij ook een reep. Nonkel Stefan vraagt: “Wil je deze brief nog naar tante Jo brengen?” Even later komt Daan met de brief bij tante Jo aan. “Wat fijn, Daan. Hier, je krijgt een reep van mij. Wil je nog één ding doen? Mijn brood is op. Wil je bij de bakker een brood voor mij gaan kopen?” Daan gaat naar de bakker. Van de bakker krijgt hij een reep. Hij loopt snel naar tante Jo om het brood te brengen. Dan gaat hij naar huis. Onderweg eet Daan de reep op. Hij voelt zich niet zo goed. Hij ziet bleek. Als Daan thuiskomt, zegt mama: “Wat ben je lang weggeweest! Heb je het boek gebracht? Wat fijn! Dan krijg jij de reep die ik je beloofde. “Bah!” roept Daan.

380



Naam:

a Vertel in je eigen woorden waarover het verhaal gaat.

Daan doet klusjes voor mama, oma, . nonkel Stefan en tante Jo. Telkens . krijgt hij een reep als beloning. . Na een tijdje is Daan de repen beu.

.

. . b Waarom roept Daan op het einde van het verhaal “Bah!”?

.

omdat hij te veel repen gegeten heeft

.



381

Naam:

Figuren herkennen op basis van kenmerken (vraag 2c) 4

Welke tekst past bij welk gezicht? Verbind elke tekst met het passende gezicht. Dokter Daan stond in zijn wachtkamer. Normaal zou het vol zitten met mensen met katten en honden. Maar nu stonden er enkel opgewonden kinderen. Ze brachten geld. “Verdorie”, dacht Daan. Kan er nu niemand mij eens komen bezoeken?

Dokter Daan ging op een kist zitten. “Het is hopeloos”, zei hij. “Mensen geven alleen geld aan domme dingen. De dieren laten ze stikken. Straks is het vakantie en laten ze de dieren in de steek. Ze zetten ze buiten of uit de auto.

Jeroen was nieuw in het dorp. Hij had het meeste geld gegeven om de tent te kunnen kopen. Hij vond dat de tent van hem was en dus ook in zijn tuin mocht staan. Maar jullie hebben toch geen tuin! Jullie wonen in een flat!” riep Robbe. Jeroen balde zijn vuisten.

382



accent

Thema 8: remediëring bij toets schrijven

Naam:

Zinnen ordenen en het logische of chronologische verloop opvolgen (vraag 1a) 1

Plaats de zinnen in de juiste volgorde. Kruipen

1 4 2 3

Een worm heeft geen pootjes. Zo kronkelt hij vooruit. Hij loopt met zijn lijf. Zijn voorlijf strekt hij uit en dan trekt hij zijn achterlijf bij.

Dieren van handen

1 4 2 3 2

Doe de gordijnen dicht. Maak figuren op de muur. Schijn met een lamp naar de muur. Houd je handen in het licht van de lamp.

Lees de stukken tekst. Nummer ze tot ze in de juiste volgorde staan. Nummer In je lichaam zitten veel onzichtbare dingen. Sommige kun je voelen. Je voelt het tikken als je je hand op je borst houdt of een vinger op je pols. Je hart bijvoorbeeld. Ook je botten kun je voelen. Als je je pols tussen duim en wijsvinger pakt, voel je allemaal botjes naast elkaar. Ook in iedere vinger voel je drie botjes. Probeer bij een vriendje of vriendinnetje de 24 ribben te voelen in zijn of haar rug. Tijd voor Taal accent - Taal Toetsen en remediëring 2

1

3 2 4 5 6

Thema 8 • remediëring schrijven

383

Naam:

Nummer

1 2 3 6 5 7 4

Vul een glazen potje met lagen grond en zand. Zorg dat het een beetje vochtig is. Leg bovenop wat blaadjes. Draai het deksel erop. Zorg ervoor dat er gaatjes in het deksel zitten. Zet het potje op een donkere plek. Doe een worm in het potje.

3

Zet de prenten van deze strip in de juiste volgorde. Nummer ze.

2

3

1

4

384


5 Tijd voor Taal accent - Taal Toetsen en remediëring 2

Naam:

Informatie aflezen van een afbeelding of foto en er een passende zin bij schrijven (vraag 3) 4

5

Schrijf bij elk pictogram een WOORD dat erbij past.

.

kaas

.

dieren

.

fiets

Verbind elk pictogram met de zin die erbij past. Ik blijf binnen want het gaat regenen.

In deze speeltuin is een glijbaan.


Joepie, we gaan knutselen!


385

Naam: 6

Bekijk de foto’s. Vul de zinnen aan. Mijn zus en ik .

lezen een boek.

. . De aap .

slaapt.

. . 7

386

Schrijf een zin die past bij de prent.

.

Ik lees een boek.

.

Ik zit in bad.



accent

Thema 8: verrijking bij toets schrijven

Naam:

Bij het ordenen van zinnen het logische of chronologische verloop opvolgen (vraag 1a) 1

Kun jij het verhaal in de juiste volgorde zetten? Nummer de stukjes tekst. “Wat doe je, beer?” vraagt Vos. Beer zegt: “Ik kook pudding.” “Lekker pudding”, denkt Vos. “Je hebt geluk, Beer”, roept Vos. “Ik weet hoe pudding proeft.” “Echt waar?” lacht Beer. “Zou je me willen helpen, Vos?” Vos doet alsof hij diep nadenkt. Als de kaneel in de pudding zit, proeft Vos nog een keer. Als de pudding stijf wordt, nog eens. Elke keer een flinke schep. Dan is de pudding op. “Bravo, Beer!” roept Vos. Je bent de beste kok die ik ken. De pudding is goed gelukt en hij smaakt heerlijk. Ik zal het tegen alle dieren zeggen.” Beer strooit wat suiker in de pan. Dan doet hij de pudding in een schaal. Vos schept flink wat pudding uit de schaal. “Mmm”, zegt hij “Een snuifje kaneel, dat zou er nog in moeten.” “Je bent echt een meesterproever”, zegt Beer. “Wat ben ik blij met jouw hulp, Vos.” “Vooruit dan maar”, zegt hij. Voor een vriend doe ik alles. Vos schept wat pudding uit de pan. “Niet gek”, bromt hij. “Maar er moet iets meer suiker in.” Beer ruimt de rommel op. Hij heeft een diepe rimpel in zijn voorhoofd. “Ik moet blij zijn”, denkt Beer. “De pudding is goed gelukt. Toch klopt er iets niet … maar wat?”


1

4

3 2 5

Thema 8 • verrijking schrijven

387

Naam:

Informatie aflezen van een afbeelding of foto en er een passende zin bij schrijven (vraag 3) 2

Schrijf bij elk pictogram een ZIN die erbij past.

.

Je mag hier niet roken.

.

.

Je mag hier niet paardrijden.

.

.

Hier kun je zeilen.

.

388

Thema 8 • verrijking schrijven


een sterretje een boompje een maantje Thema 8: remediëring bij toets taalbeschouwing Verkleinwoorden gebruiken, vormen en groeperen

Recommend Documents