Een praktijkvoorbeeld: Rookstopbegeleiding in U.P.C. Sint-Kamillus Bierbeek
Hilde Christiaens Psychologe, tabacologe
• Korte kennismaking: Wie leeft er in Sint Kamillus? En wie rookt er?
• Wat hebben we gedaan in 2009? • Conclusie? • Wat zijn onze toekomstplannen?
Wie leeft er? Psychiatrisch Ziekenhuis 335 patiënten
Psychiatrisch Verzorgingstehuis 140 patiënten
Polikliniek (ambulante werking)
Langdurige opname opname, behandeling en ontslag
Wie leeft er? Psychiatrisch Ziekenhuis 335 patiënten
Psychiatrisch Verzorgingstehuis 140 patiënten
Polikliniek (ambulante werking)
Langdurige opname opname, behandeling en ontslag
Wie leeft er? • Psychiatrisch ziekenhuis: Doelgroep Algemene Psychiatrie (opname, behandeling en resocialisatie-eenheden) Personen met een niet-aangeboren hersenletsel oa syndroom van Korsakov of de ziekte van Huntington. Personen met een verstandelijke handicap en een psychiatrische problematiek. Ouderen met cognitieve-, gedrags en -persoonlijkheidsstoornissen Forensische psychiatrie waar personen verblijven die tevens aan een psychotische of persoonlijkheidsstoornis lijden.
1e onderzoek - 2006
Wie rookt er?
• Psychiatrisch ziekenhuis:
Eerste onderzoek in 2006
Op de afdelingen werd gevraagd te Doelgroep Algemene Psychiatrie noteren welke patiënten rookten. (opname, behandeling en resocialisatie-eenheden) 79% rokers (=106 van de 134 patiënten) Personen met een niet-aangeboren hersenletsel (Schetz. R. Bierbeek, 2006) oa syndroom van Korsakov of de ziekte van Huntington. Personen met een verstandelijke handicap en een psychiatrische problematiek. Ouderen met cognitieve-, gedrags en -persoonlijkheidsstoornissen Forensische psychiatrie waar personen verblijven die tevens aan een psychotische of persoonlijkheidsstoornis lijden.
1e onderzoek - 2006
Deze 106 rokers kregen een vragenlijst aangeboden
Doelgroep Algemene Psychiatrie 52% hiervan beantwoordde vragenlijst (opname, behandeling en resocialisatie-eenheden) (Schetz R., Bierbeek, 2006) Van deze groep wenst….. …64% het roken te verminden …36% het roken te stoppen De nicotineafhankelijkheid is… …bij 38% van hen sterk …bij 9% van hen zeer sterk (gemeten volgens de Fagerstromtest)
Dus? Er zijn meer rokers en deze rokers zijn vaker sterk verslaafd dan “de gemiddelde mens”. Ondanks alle drempels, moeilijkheden,… wil er 36 % stoppen met roken.
Conclusie: Tijd voor een project ! Start in 2009, dankzij de steun van het Fonds ter bestrijding van de verslavingen
Project: “Ontwikkeling van een methodiek voor het voorkomen en terugdringen van tabaksgebruik bij psychiatrische patiënten”
Doel: • Rookstopmethodiek uitwerken • en testen • en ervoor zorgen dat ze „geadopteerd wordt‟ in het behandelplan
Project: “Ontwikkeling van een methodiek voor het voorkomen en terugdringen van tabaksgebruik bij psychiatrische patiënten”
• 1e werkjaar: aandacht voor 3 niveau‟s Beleidsniveau: leidinggevenden warm maken Personeelsleden warm maken en opleiden tot referentiepersonen Patiënten stimuleren om te stoppen en ondersteunen zodra ze willen stoppen, door middel van een individueel aanpasbaar zorgtraject. + Alle drie de groepen hun mening werd bevraagd
1. beleidsniveau
Beleidsniveau directie, artsen, afdelingshoofden, therapeutisch coördinatoren, doelgroepcoördinatoren, staf
• Project in 2009 – Vragenlijstonderzoek – Directieraad
• Beleidsplan 2010 • Nieuw project in 2011
Beleidsniveau Vragenlijst • Ter info… Roken de leidinggevenden zelf? – 21% rookt – 41% is gestopt – 6% wil stoppen – 32% heeft nooit gerookt
Beleidsniveau Vragenlijst (2) “Tabaksgebruik heeft geen nadelige gevolgen voor de behandeling van de patiënt” (74% niet akkoord). “Ik vind dat we elke cliënt actief moeten stimuleren om niet te roken” (85 %) “Ik vind dat we elke cliënt zeer actief moeten ondersteunen indien hij/zij beslist om niet meer te roken.” (85%) “Ik vind het zinvol dat verpleegkundigen (72%) en psychiaters (82%) het rookgedrag betrekken in hun behandeling”.
Beleidsniveau Vragenlijst (3) • Meningen ongeveer 50-50 verdeeld:
“Ik vind dat zorgverleners het goede voorbeeld moeten geven en niet meer mogen roken tijdens de werkuren.” “Ik vind dat het UPC Sint Kamillus (een belangrijk deel van) de kostprijs van de nicotinesubstitutie moet dragen.“
• 67 % is (enigszins) tegen “een uitbreiding van het rookverbod op het domein van het UPC SintKamillus (verwijderen van rokersafdakjes, geen tabaksverkoop in de kantine).”
Beleidsniveau Conclusie Het merendeel van de leidinggevenden steunt het ontwikkelen van een genuanceerd rookstopbeleid, waarin de artsen en verpleegkundigen een belangrijke rol spelen. Aandacht voor tabaksverslaving maakt deel uit van de omkadering en therapie die we patienten bieden.
• Beleidsplan 2010: “Er wordt nagegaan hoe het verbeterproject met betrekking tot de ondersteuning van patiënten/bewoners die wensen te stoppen met roken, kan gecontinueerd worden.” • Projectaanvraag voor werkjaar 2011 bij het Fonds Ter Bestrijding van de Verslavingen.
2. Personeelsleden
Personeelsleden • Psychiaters • Huisartsen • Therapeutisch coördinatoren en afdelingshoofden • Verpleegkundigen • Bewegingstherapeuten • Ergotherapeuten • Diëtisten
Personeelsleden Verpleegkundigen • Alle teams-> 1 verpleegkundige: referentiepersoon Doel: motiveren van patiënten en kennis en knowhow verspreiden in teams, vooroordelen bevechten ~ andere projecten: constipatie, agressiepreventie
• 4 uur opleiding inzake tabaksverslaving, rookstopmethoden, interacties met psychiatrische problemen, interacties met medicatie • 8 uur opleiding motivationele gespreksvoering • Nadien: feedbackmomenten -> tijdinvestering niet vanzelfsprekend
Personeelsleden Vragenlijst Verpleegkundigen Voor de opleiding
• De helft vindt (eerder) dat de overgrote meerderheid van de patiënten niet wil stoppen. Ongeveer de helft denkt ook (eerder) dat zij niet kunnen stoppen. • Toch vindt de grote meerderheid (87%) het hun taak om aandacht te hebben voor het tabaksgebruik. 60% vindt het zinvol dat ook de psychiater hier aandacht aan besteed. • 79% geeft aan dat het ziekenhuis middelen moet voorzien om de patiënten te begeleiden in het stoppen met roken.
Personeelsleden Vragenlijst Verpleegkundigen Gepercipieerde barrières
• 20% rookt zelf • 20% heeft geen tijd om zich met rookstop bezig te houden • 47% vindt dat patiënten dringender problemen hebben dan tabaksverslaving • 40% gunt hen het plezier dat de sigaret hen brengt • 47% vindt dat ze te weinig kennis hebben om hun patiënten hiermee te helpen • Niemand geeft aan te twijfelen aan de efficiëntie van de rookstopmethoden (en dit als barrière te ervaren) • 60% vindt dat patiënten weinig motivatie tonen om te stoppen met roken • 13% vindt dat patiënten meestal hervallen.
Personeelsleden Vragenlijst Verpleegkundigen Na de opleiding…
• Na de opleiding vinden meer verpleegkundigen dat zij aandacht moeten hebben voor tabaksgebruik en dat zij patiënten kunnen begeleiden bij een rookstopwens. • Toch is de opleiding nog te beperkt en is een grondigere scholing met meer praktijkoefening wenselijk. • Het aantal interventies rond rookstop nam toe na de opleiding (meer mensen deden dit „een paar keer per maand‟) maar echt intensief werd de aandacht voor tabaksgebruik niet.
Personeelsleden Conclusies • • • •
Referentiepersoon is zinvol Intensieve training Herhaling, intervisie en steun Team en context verdienen meer aandacht
3. patiënten
2e onderzoek - 2009
Patiënten 2e Vragenlijst
• Doelgroep: Hele ziekenhuis • Responspercentage: 47%
Patiënten 2e Vragenlijst
2e onderzoek - 2009
Rookstatus in UPC Sint Kamillus 17,50% 3,60% 7,30%
Roker > 6 m aanden gestopt < 6 m aanden gestopt 71,50%
Nooit gerookt
Dus, 71% van de patiênten zegt dat hij/zij rookt. (opmerking: mogelijke onderschatting van alle cijfers? Zijn de zware rokers wel voldoende vertegenwoordigd?
Patiënten 2e Vragenlijst Aantal sigaretten per dag 10 of minder
11 tot en met 20 (een pakje of minder) 21 tot en met 30 31 of meer
% respondenten 11 28 42
18
60% van de rokers rookt meer dan 20 sigaretten per dag
Patiënten 2e Vragenlijst
2e onderzoek - 2009
NiveauvanNicotineafhankelijkheid 50%
50,00% 40,00%
33%34%
30,00% 20,00%
15,50%
17,50%
10,00%
W einigafhankelijk
30%
Matigafhankelijk 15%
Sterkafhankelijk 5%
ZeersterkAfhankelijk
0,00% SintKamillus
Algemenepopulatie
Meer dan 50% van de rokers is sterk tot zeer sterk afhankelijk (in vergelijking met 20% van de gewone populatie)
2e onderzoek - 2009
Patiënten 2e Vragenlijst
Willen ze hun tabaksgebruik veranderen?
17% wil minderen. 11% wenst onmiddellijk te stoppen, 7 % wil stoppen in de volgende 4 weken 7 % wil stoppen binnen de volgende 6 maanden 3 % wil later stoppen (na 6 maanden) 33% wil niets veranderen aan zijn tabaksconsumptie 22% wist het nog niet op het moment van de bevraging
Patiënten 2e Vragenlijst • 38% wil geen hulp bij het stoppen (wat hun kansen verkleind…) • Ongeveer 50% vindt dat ze onvoldoende steun krijgen tijdens de opname bij het stoppen en bij het niet-hervallen na een stoppoging
Patiënten Traject (Infobrochure Stichting tegen kanker) Motivatie door verpleegkundigen Rookstopwens „dubbelcheck‟ bij psychiater+ 1e gesprek tabacoloog
Rookstopbegeleiding (ind keuze uit aanbod) Opvolging nadien
Patiënten Rookstopaanbod • • • •
Rookstopcursus (ind/kleine groepen) Nicotinesubstitutie Eventueel diëtiste indien nodig Bestaande aanbod eveneens belangrijk: ergotherapie, bewegingstherapie, ...
Patiënten rookstopbegeleiding Theorie: eenvoudig, korte stukjes. Ook sessies zelf: beter frequenter en korter. ! Sociale steun en motivatie. Voorbereiden: • Plannen en concretiseren • Afbouwen en experimenteren met rookgewoontes • Sigaret uitstellen èn nieuwe activiteit vinden • Nieuwe rode draad doorheen de dag zoeken. • Craving leren verdragen (exposure) • De „positieve ervaringen‟ van roken trachten te „vervangen‟. En aanvaarden dat dit niet altijd kan.
Patiënten rookstopbegeleiding Stoppen: • Extra hulpmiddelen aanbevelen • Succesmomenten bejubelen • Moeilijke momenten voorbereiden en nadien evaluëren
Patiënten rookstopbegeleiding Conclusies na 4 maanden aanbod: • 207 rookvrije dagen • 42 aanmeldingen, waarvan 26 in het eerste gesprek gemotiveerd waren, maar niet tot actieve deelname kwamen. 8 onderbroken hun deelname middels een directe verwijzing naar hun problematiek. • Weinigen blijven gestopt na 1e keer: meerdere pogingen nodig…
Patiënten rookstopbegeleiding Gepercipieerde barrières
• Omringt door rokers, veel verleiding. • Minder sociale steun (familie, vrienden, medepatiënten) • Wegblijven door schaamte na herval (locatie) Overlap met therapieprogramma en problematiek: • Omgaan met stress en onaagename emoties • Invullen van vrije tijd
Patiënten rookstopbegeleiding “Ik ben gestopt met alcohol, met cannabis, met cocaïne. Die sigaretten, dat moèt me ook lukken. Maar het is lastig: ze verkopen het overal en iedereen rond je zit hier te roken...”
Conclusie?
• 1e project was boeiende aanzet, waarbij er veel in gang werd gezet.
• Patiënten onthaalden dit enthousiaster dan verwacht. • Personeel reageerde gevarieerd: van „eindelijk!‟ tot „geen preoriteit‟.
(Onze) patiënten… • Verschillen van andere rokers Roken meer sigaretten. Zijn meer verslaafd Maar: ook rookstopwens
En ook rookstopkansen! Hebben vaak minder vaardigheden…Maar tegelijkertijd soms ook meer ervaring met „stoppen met middelenmisbruik‟
• Personeel: veel barrières • Mentaliteitsverandering is een stapsgewijs proces. Blijven investeren in opleiding (en discussie)
~Vergelijkbaar met drempel van rookvrije gebouwen?
Research en klinische agenda
Bij opname: • Implementatie basisscreening: ook tabaksgebruik bevragen • In afdelingsbrochure: vernoemd bij aanbod • Bij intakeverslag van psychiater, huisarts, verpleegkundige: bevragen en registeren
Tijdens behandeling: • Deel van therapeutisch aanbod (Met beschikbaarheid tabacologe) • Therapiedoelstelling die wordt opgevolgd (in plaats van „extra‟tje‟). • Behandeltraject uitbreiden met monitoring van klachten zoals depressie? • Uitgebreidere samenwerking met ergotherapeuten en sporttherapeuten
• Eventueel aparte module “motivatie en rookstop voor acute medische problemen” (rookvrij operatie ondergaan, COPD,…)? • Na korte psycho-ecudatie rond tabak aan middelenmisbruikende patiënt: advies om te stoppen met „alle middelen‟? bv interactie met alcohol • „Exposure aan craving‟ opnemen als voorbereiding op rookstop
Personeel verder sensibiliseren.
• Referentiepersonen • Met het hele team in discussie? • Opleiding deel van jaarlijks opleidingsaanbod middelenmisbruik?
Bedenking… Basishouding hulpverlener= regelmatig: „neem ze dat sigaretje toch niet af‟. Maar: afbouwen tot 10 à 12 sigaretten lukt de meesten erg vlot. Nu vormt het roken vaak de rode draad doorheen de dag. Basishouding veranderen naar: „Stoppen kan.‟ „Minderen kan zeker!‟ … zou goede voorbereiding zijn op stoppen…
Communicatie vergemakkelijken via Electronisch Patiënten Dossier • Verloop begeleiding op afdeling en in sessies • Interactie van rookstop met werkzaamheid van medicatie • Interactie psychiatrische problematiek en rookstop • Continue dataverzameling implementeren
Electronisch Patiënten Dossier Tabak krijgt een plaats naast andere middelen…
Oproep: ervaring met stoppen met roken en mentaal gehandicapten met psychiatrische problemen?
… bedankt voor de aandacht!
[email protected]