Een onderzoek onder reders en zeevarenden over de afdeling Zeevaart van Bibliotheek Rotterdam
Rapport
Bibliotheek voor de zeevaart
Een onderzoek onder reders en zeevarenden over de afdeling Zeevaart van Bibliotheek Rotterdam
September 2007 Drs. A.C.C. Hubens
}
Oude Engelenseweg 25 5222 AB Den Bosch
« ª ¤
073-6230120 06-17418733 www.ahadata.nl
INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1. INLEIDING............................................................................................................................. 1 1.1 1.2 1.3 1.4
ACHTERGROND ....................................................................................................................................... 1 DOELSTELLING ....................................................................................................................................... 1 OPZET EN UITVOERING............................................................................................................................ 2 INDELING VAN HET RAPPORT .................................................................................................................. 3
HOOFDSTUK 2. PROFIEL VAN DE ZEEVAART ......................................................................................... 5 2.1 2.2 2.3
DE REDERS.............................................................................................................................................. 5 DE SCHEPEN ............................................................................................................................................ 6 DE ZEEVARENDEN................................................................................................................................... 8
HOOFDSTUK 3. DE BOEKENKIST ............................................................................................................... 11 3.1 3.2 3.3
HET GEBRUIK ........................................................................................................................................ 11 HET RUILEN .......................................................................................................................................... 12 DE INHOUD ........................................................................................................................................... 15
HOOFDSTUK 4. DIENSTVERLENING ......................................................................................................... 19 4.1 4.2 4.3
BEKENDHEID MET EN BELANG VAN BIBLIOTHEEKVOORZIENINGEN ....................................................... 19 BEOORDELING ...................................................................................................................................... 21 INFORMATIESTROMEN .......................................................................................................................... 23
HOOFDSTUK 5. SAMENVATTING EN CONCLUSIES .............................................................................. 25 5.1 5.2
SAMENVATTING EN CONCLUSIES .......................................................................................................... 25 AANBEVELINGEN .................................................................................................................................. 27
i
Bibliotheek voor de zeevaart
Inhoudsopgave
ii
LIJST VAN TABELLEN Tabel 1. Tabel 2. Tabel 3. Tabel 4. Tabel 5. Tabel 6. Tabel 7. Tabel 8. Tabel 9. Tabel 10. Tabel 11. Tabel 12. Tabel 13. Tabel 14. Tabel 15.
Respons op de schriftelijke enquêtes. .......................................................................................... 2 Representativiteitscontrole van de schepen................................................................................. 3 Deelnemerspercentage van reders van afd. Zeevaart van Bibliotheek Rotterdam...................... 5 Deelnemerspercentage van de ingeschreven schepen................................................................. 7 Opleidingsniveau van de zeevarenden. ....................................................................................... 9 Aantal (feitelijk) geruilde kisten en scheepsbezoeken in Nederland.......................................... 12 Aantal (feitelijk) geruilde kisten en scheepsbezoeken in het buitenland.................................... 13 Havenplaatsen geschikt voor uitbreiding van de depots. .......................................................... 14 Persoonlijke waardering over de boekenkist............................................................................. 15 Type leesboeken naar lezers en te beperkt aanwezig zijn.......................................................... 17 Type informatieve boeken naar lezers en te beperkt aanwezig zijn........................................... 17 Algemene waardering over de boekenkist. ................................................................................ 20 Algemene beoordeling van zeevarenden, reders en bibliotheekbezoekers. ............................... 21 Waardering over het personeel. ................................................................................................ 22 Waardering over de website van Bibliotheek Rotterdam. ......................................................... 24
LIJST VAN FIGUREN Figuur 1. Figuur 2. Figuur 3. Figuur 4. Figuur 5. Figuur 6. Figuur 7. Figuur 8. Figuur 9. Figuur 10. Figuur 11. Figuur 12. Figuur 13.
Redenen die een rol spelen bij de reders voor lidmaatschap ...................................................... 6 Aandeel van schepen naar type rederij. ...................................................................................... 7 Aandeel van schepen naar scheepsgrootte.................................................................................. 8 Leeftijdsverdeling van zeevarenden............................................................................................. 9 Verdeling naar de functie van zeevarenden. ............................................................................... 9 Wensen van zeevarenden over aantal kisten en aantal keer ruilen. .......................................... 11 Waardering over de kwaliteit van de vier leenmaterialen behorende bij de boekenkist. .......... 16 Aandeel van zeevarenden en reders die vinden dat R’dam materialen moet leveren. .............. 18 Bekendheid onder niet-leden met de bibliotheekvoorzieningen ................................................ 19 Mate van belang van de verschillende leenvoorwaarden). ....................................................... 20 Aandeel van zeevarenden, reders en niet-leden die het eens zijn met vier stellingen. .............. 21 Tevredenheid over diverse aspecten van de service .................................................................. 22 Tevredenheid over diverse aspecten van de depots................................................................... 23
iii
Bibliotheek voor de zeevaart
Inhoudsopgave
iv
HOOFDSTUK 1. INLEIDING In de eerste paragraaf wordt informatie gegeven over de achtergrond van dit onderzoek. In de tweede en derde paragraaf komen de doelstelling, de opzet, de uitvoering en de representativiteit van het onderzoek aan bod. Tot slot wordt in de laatste paragraaf een indeling van het rapport gegeven.
1.1
ACHTERGROND
De Stichting Vrienden Bibliotheekwerk voor Varenden is door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aangewezen om de overheveling van de dienstverlening van de Bibliotheek voor Varenden te begeleiden. De Stichting wil weten of de dienstverlening binnen de nieuwe organisatievorm is gecontinueerd en herkenbaar is gebleven voor zeevarenden. De nieuwe organisatievorm is de afdeling Zeevaart behorende bij het team Mobiele Collecties van Bibliotheek Rotterdam. De afdeling Zeevaart van Bibliotheek Rotterdam leent boekenkisten uit aan schepen die onder Nederlands beheer varen. De uitleentermijn van de boekenkisten is onbeperkt en gedurende het jaar kan zo vaak geruild worden als gewenst is. In veel gevallen draagt de scheepsleverancier zorg voor het ruilen van de boekenkist. Er kan geruild worden bij afdeling Zeevaart van Bibliotheek Rotterdam en bij zeven Nederlandse depots en twaalf buitenlandse depots. Deze depots worden beheerd door zeemanshuizen of scheepsleveranciers die dit op vrijwillige basis doen. Ook is het mogelijk om een boekenkist onderling te ruilen met een ander schip. De boekenkist bevat in totaal 40 boeken, waarvan circa 30 romans of leesboeken en 10 informatieve boeken. Ook worden enkele tijdschriften en op aanvraag anderstalige boeken of taalcursussen bijgeleverd. De leden van afdeling Zeevaart van Bibliotheek Rotterdam bestaan enerzijds uit de scheepvaartkantoren of scheepseigenaren die de contributie per jaar per boekenkist betalen. Deze scheepvaartkantoren of scheepseigenaren worden in dit rapport de reders genoemd. Anderzijds de bemanningsleden van de schepen die daadwerkelijk gebruik maken van de boekenkist, deze worden hier de zeevarenden genoemd. Van de zeevarenden is echter niet bekend wie wel of niet gebruik maakt van de boekenkist omdat de zeevarenden niet onder hun eigen naam geregistreerd staan bij de bibliotheek. De scheepsnamen waarop zij werkzaam zijn, staan wel geregistreerd bij Bibliotheek Rotterdam en via deze indirecte wijze konden de zeevarenden benaderd worden. De Bibliotheek Rotterdam wil graag haar kwaliteit van de dienstverlening vergroten en deze afstemmen op de mogelijkheden, wensen en behoeften van de doelgroep. Hiervoor is meer inzicht nodig in hoeverre deze dienstverlening bekendheid geniet bij de doelgroep. Ook is inzicht nodig in hoeverre reders en zeevarenden tevreden zijn over de geboden dienstverlening en wat hun achterliggende behoeften en wensen zijn.
1.2
DOELSTELLING
Het doel van het onderzoek is om inzicht te krijgen in: a. hoeverre reders en zeevarenden tevreden zijn over de dienstverlening; b. de specifieke wensen en behoeften van reders en zeevarenden. Het onderzoek heeft mede tot doel om de (naams)bekendheid van de afdeling Zeevaart van Bibliotheek Rotterdam te vergroten.
Onderzoeksvragen 1. Hoe ziet de doelgroep Zeevaart (Nederlandse (sleepboot)rederijen/ scheepseigenaren, trawlvisserij, bergings-, bagger- en aannemingsbedrijven) eruit en hoe groot is het aandeel van reders en zeevarenden van de afdeling Zeevaart van Bibliotheek Rotterdam?
1
Bibliotheek voor de zeevaart
Inleiding
2. In hoeverre is de afdeling Zeevaart met haar specifieke uitleenvoorwaarden bekend bij de doelgroep (Nederlandse (sleepboot)rederijen/ scheepseigenaren, trawlvisserij, bergings-, bagger- en aannemingsbedrijven)? 3. Wat zijn de redenen van reders en zeevarenden om lid te worden/zijn of gebruik te maken van de bibliotheek en wat zijn de redenen van de andere reders (niet-leden) om geen lid te worden/zijn van de bibliotheek? 4. Zijn de reders en zeevarenden tevreden met de kwaliteit van de huidige dienstverlening? 5. Wat zou verbeterd kunnen worden aan de dienstverlening?
1.3
OPZET EN UITVOERING
Het onderzoek heeft plaats gevonden in de periode maart – september 2007. De methoden van onderzoek bestaan uit ten eerste een schriftelijke enquête verstuurd naar de leden (dit betreft zowel de reders als de zeevarenden). Ten tweede is er een korte schriftelijke enquête verstuurd naar de reders die niet staan ingeschreven, hier genoemd de niet-leden. In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de respons op de drie enquêtes van de leden (reders en zeevarenden) en de niet-leden. Tabel 1.
Respons op de schriftelijke enquêtes. Verstuurd aantal
Enquête onder reders (leden)
Correct
Onjuiste
Totale
ontvangen
adressen
respons
aantal 90
perc.
aantal
30
33%
18
aantal
perc.
48
53%
Enquête onder zeevarenden (leden) Per reder/scheepseigenaar Per schip Per verstuurde enquête Enquête onder niet-leden (reders)
90
33
37%
18
51
57%
420
142
34%
13
155
37%
1.694
335
20%
46
381
23%
129
25
19%
9
34
26%
Bij aanvang van het onderzoek was al bekend dat het een moeilijk te bereiken doelgroep zou zijn en dat dit de respons mogelijk negatief zou beïnvloeden. Voor wat betreft de zeevarenden, de daadwerkelijke gebruikers van de boekenkist is het aantal enquêtes groot genoeg en de respons voldoende. Echter voor wat betreft de reders (zowel de leden als de niet-leden) is de respons aan de lage kant, met name omdat het aantal ontvangen enquêtes te klein is. De respons op de schriftelijke enquête onder de reders was in eerste instantie te laag. Vandaar dat is overgegaan op een telefonische herinnering en bijbehorende e-mail met de digitale vragenlijst. Deze telefoongesprekken maakten ook duidelijk dat het afnemen van een telefonische enquête niet haalbaar is. Ten eerste omdat veel scheepvaartkantoren niet (meer) bereikbaar zijn omdat het telefoonnummer onjuist is, het kantoor is opgeheven of de schepen zijn verkocht. Ten tweede omdat er vaak niemand aanwezig is op het scheepvaartkantoor die enige kennis heeft van de boekenkist. En ten derde omdat men hier geen tijd voor heeft, overigens geeft men wel aan tevreden te zijn. De telefonische herinnering heeft de respons wel verhoogd tot 53% maar het streefcijfer (70%) wordt niet gehaald. Om de respons te verhogen onder zeevarenden zijn ten eerste persberichten geplaatst in de vakbladen. Ten tweede is de mogelijkheid aangeboden om rechtstreeks de vragenlijst in te vullen op internet. Ten derde is na twee maanden een e-mail ter herinnering verstuurd naar de schepen die nog niet gereageerd hadden en waarvan het e-mail adres bekend was. Het merendeel (94%) van de enquêtes is via de post binnengekomen en een klein deel digitaal (6%). De totale respons per schip is 37% en per verstuurde enquête 23%. De respons is zowel gemeten per reder, per schip als per verstuurde enquête. Het is het meest relevant om de respons per schip te meten omdat bij het uitzetten van de vragenlijst nog onbekend was hoeveel zeevarenden aan boord gebruik
2
maken van de boekenkist. Per schip zijn gemiddeld 2,4 enquêtes binnengekomen, van minimaal 1 tot maximaal 6 enquêtes per schip. Ook is het voorgekomen dat één enquête gezamenlijk is ingevuld door meerdere officieren tegelijkertijd. De respons op de schriftelijke enquête onder de niet-leden was erg laag. Er is een e-mail ter herinnering uitgegaan met digitale vragenlijst, deze leverde weinig extra respons op. Vervolgens is gestart met de telefonische enquête onder de niet-leden. Deze bleek niet haalbaar omdat hier dezelfde bezwaren gelden als bij de leden maar dan nog versterkt omdat men er weinig of geen belang bij heeft. Van de enquête onder de zeevarenden willen we graag weten of deze representatief is. Hiervoor zijn drie scheepskenmerken van de respons vergeleken met alle ingeschreven schepen. Deze kenmerken zijn op basis van de registratie in de uitgave van Scheepvaart 2007 van uitgeverij de Alk. In de volgende tabel wordt de representativiteitscontrole gegeven. Tabel 2.
Representativiteitscontrole van de schepen. Ingeschreven schepen aantal
Respons
perc.
aantal
perc.
Vlag Nederlandse
373
92%
147
Buitenlandse
33
8%
6
4%
406
100%
153
100%
Totaal
96%
Scheepsgrootte 4
1%
3
2%
1.501 – 3.000 gt
< 1.500 gt
81
21%
28
19%
3.001 – 4.500 gt
61
16%
21
14%
4.501 – 6.000 gt
46
12%
16
11%
6.001 – 12.000 gt
119
30%
36
24%
12.001 – 18.000 gt
34
9%
17
12%
> 18.000 gt
47
12%
26
18%
392
100%
147
100%
Totaal Type rederij Vrachtrederijen
343
92%
139
95%
Bagger- en aannemingsbedrijven
18
5%
3
2%
Sleepboot- en bergingsbedrijven
12
3%
5
3%
373
100%
147
100%
Totaal
We zien dat de responspercentages grotendeels overeenkomen met alle ingeschreven schepen. Als er al verschillen zijn, dan is er in verhouding iets meer gereageerd door de bemanning van de grote Nederlandse vrachtschepen dan van de andere ingeschreven schepen. Dit zijn echter zeer kleine verschillen. Bovendien zijn van alle soorten schepen voldoende reacties binnengekomen. We zien dus dat de respons een getrouwe afspiegeling is van alle ingeschreven schepen en we kunnen dus aannemen dat de enquête ook representatief is voor de andere kenmerken en resultaten.
1.4
INDELING VAN HET RAPPORT
Het rapport bestaat uit vijf hoofdstukken. Hoofdstuk 1 is de inleiding. Hoofdstuk 2 geeft een profiel van de zeevaart. Hierin worden de belangrijkste kenmerken van de reders, de schepen en de zeevarenden gegeven. Ook worden de gebruikerspercentages van de boekenkist gegeven voor de reders, de schepen en de zeevarenden. Hoofdstuk 3 gaat in op de mate van gebruik van de boekenkist, het ruilen van de boekenkist en in hoeverre men tevreden is over de inhoud van de kist. Hoofdstuk 4 belicht de dienstverlening van afdeling Zeevaart van Bibliotheek Rotterdam. Aan bod komt of de doelgroep bekend is met en tevreden is over de uitleenvoorwaarden en de dienstverlening. Ten slotte wordt in hoofdstuk 5 de samenvatting gegeven met daarin de belangrijkste conclusies, gevolgd door de aanbevelingen.
3
Bibliotheek voor de zeevaart
Inleiding
4
HOOFDSTUK 2. PROFIEL VAN DE ZEEVAART De zeevaart kan ruwweg worden ingedeeld in drie groepen, namelijk reders, schepen en zeevarenden. Deze worden achtereenvolgens in de volgende drie paragrafen besproken. In iedere paragraaf wordt het deelnemers-/gebruikerspercentage gegeven van de betreffende groep en de belangrijkste kenmerken komen aan bod.
2.1
DE REDERS
De scheepseigenaren of rederijen betalen de contributie en zijn dus feitelijk lid ofschoon zij dus zelf geen gebruik maken van de diensten, dit doen de bemanningsleden op de schepen. Eerst kijken we hoe groot het geschatte deelnemerspercentage is van de Nederlandse reders en vervolgens naar de lengte en de redenen van het lidmaatschap. Het blijkt dat ongeveer 40% van de Nederlandse scheepseigenaren of reders staat ingeschreven bij de afdeling Zeevaart van Bibliotheek Rotterdam. We moeten deze cijfers wel met de nodige voorzichtigheid interpreteren aangezien de eigendomsstructuur van schepen ondoorzichtig en voortdurend aan wijzigingen onderhevig is. Bovendien kan zowel het scheepvaartkantoor of het management (beheer), als het charter- of cargadoorskantoor zich inschrijven, afhankelijk van wie dit soort bemanningszaken regelt en afhankelijk of het schip door één kantoor vertegenwoordigd wordt of dat meerdere kantoren de belangen van één schip vertegenwoordigen. Voor wat het waard is staat in onderstaande tabel een verdeling van de Nederlandse rederijen naar grootte op basis van het aantal schepen dat zij vertegenwoordigen. Tabel 3.
Deelnemerspercentage van reders van afd. Zeevaart van Bibliotheek Rotterdam. Alle reders
Aantal schepen
aantal
1
Aandeel afd. Zeevaart
kolom perc.
aantal
kolom perc.
rij perc.
1– 5 schepen
80
50%
17
26%
21%
6 – 10 schepen
36
22%
16
25%
44%
11 – 15 schepen
15
9%
7
11%
47%
meer dan 15 schepen
30
19%
25
38%
83%
161
100%
65
100%
40%
Totaal
1 Bron: Scheepvaart 2007, G.J. de Boer, Uitgeverij de Alk, 2007.
We zien dat het deelnemerspercentage onder de grotere rederijen (83%) vele malen hoger is dan onder de kleinere rederijen of kapitein-eigenaars (21%). Waarschijnlijk is dit aandeel nog lager dan de genoemde 21% omdat de kapitein-eigenaars meestal niet geregistreerd staan als reder. Aan de reders is ook gevraagd hoe lang zij lid zijn en waarom zij lid zijn. De meerderheid van de reders (68%) is al langer dan tien jaar lid, waarvan 43% zelfs langer dan 15 jaar. Voor de meerderheid (60%) speelt het mee dat zij al langer lid zijn, het is echter niet de hoofdrol voor de meeste reders. In onderstaande figuur staan afgebeeld welke redenen een rol spelen om zich in te schrijven bij afdeling Zeevaart van Bibliotheek Rotterdam.
5
Bibliotheek voor de zeevaart
Profiel van de zeevaart
Belangrijk voor ontspanning van bemanningsleden
53%
Belangrijk voor ontwikkeling van bemanningsleden
43%
Een goede zaak en ondersteunen dit graag
14%
62%
23%
Passend binnen personeelsbeleid en arbeidsvoorwaarden
3%
60%
17%
17%
55%
Op speciaal verzoek van bemanningsleden
28%
68%
0%
3%
43%
34%
Al heel lang lid
Figuur 1.
43%
25%
speelt hoofdrol speelt mee géén rol
32%
50%
75%
100%
Redenen die een rol spelen bij de reders voor lidmaatschap (n=30).
De belangrijkste reden voor lidmaatschap is dat reders het belangrijk vinden dat bemanningsleden zich aan boord kunnen ontspannen, dit speelt de hoofdrol voor de helft van de reders (53%). Ook vindt een groot deel het belangrijk dat bemanningsleden zich aan boord kunnen ontwikkelen. Voor de meeste reders speelt mee dat zij de afdeling Zeevaart van Bibliotheek Rotterdam een goede zaak vinden en dit graag willen ondersteunen. Ook speelt bij de meeste reders mee dat zij het passend binnen het personeelsbeleid en de arbeidsvoorwaarden vinden. Op verzoek van bemanningsleden speelt ook mee bij de meeste reders, maar speelt voor geen enkele reder de hoofdrol en voor een derde deel van de reders speelt het zelfs géén rol. De belangrijkste motivatie bij reders komt dus vooral voort uit het goed voorhebben met je personeel en niet zozeer als vast onderdeel van het personeelsbeleid of als er verzoek ligt van een bemanningslid. Deze uitkomst maakt het lastig nieuwe reders te werven en te behouden aangezien het dus niet als een recht gezien wordt van het personeel. Het contact houden met de reders en nieuwe leden werven is toch al lastig omdat het moeilijk is om de juiste persoon te vinden binnen het scheepvaartkantoor die zich geheel verantwoordelijk voelt voor de inschrijving bij de afdeling Zeevaart. Uit de enquête blijkt dan ook dat de functies zeer divers zijn van diegene die het formulier hebben ingevuld. De helft werkt bij het management of bij personeelzaken. De andere helft is werkzaam bij de administratie of bij de inkoopafdeling, de nautische dienst, de technische dienst of de logistieke dienst.
2.2
DE SCHEPEN
Eerst geven we het deelnemerspercentage van de schepen en vervolgens wordt kort beschreven hoe de ingeschreven schepen er uit zien voor wat betreft de kenmerken: de vaarvlag, het type bedrijf, de scheepsgrootte, het vaargebied en het scheepstype. Deze kenmerken worden voor zover mogelijk vergeleken met de gehele Nederlandse handelsvloot. In onderstaande tabel staat het deelnemerspercentage van de ingeschreven schepen vermeld, uitgesplitst naar vaarvlag, type rederij en scheepsgrootte.
6
Tabel 4.
Deelnemerspercentage van de ingeschreven schepen. Alle schepen
1
aantal
Aandeel afd. Zeevaart aantal
rij perc.
Vlag Nederlandse
1.128
373
Buitenlandse
993
33
3%
2.121
406
19%
646
343
53%
80
18
23%
402
12
3%
1.128
373
33%
Totaal
33%
Type rederij Vrachtrederijen Bagger- en aannemingsbedrijven Sleepboot- en bergingbedrijven Totaal Scheepsgrootte < 3000 gt
260
85
33%
3.001 – 6.000 gt
191
103
54%
> 18.000 gt
262
173
66%
Totaal (excl. sleepboten)
713
361
51%
1 Bron: Scheepvaart 2007, G.J. de Boer, Uitgeverij de Alk, 2007.
Anno 2007 bereikt Bibliotheek Rotterdam een derde deel (33%) van de schepen onder Nederlands beheer en onder Nederlandse vlag en hebben deze één of meer boekenkisten aan boord. Tweederde deel van de schepen wordt niet bereikt. Wel is het zo dat het deelnemerspercentage veel hoger is bij de vrachtrederijen en bij de grotere schepen, respectievelijk 53% en 66%. Dat er relatief meer grote schepen zijn ingeschreven hangt natuurlijk samen met het feit dat relatief meer grote rederijen lid zijn. De Nederlandse handelsvloot bestaat uit circa 2.120 zeeschepen (inclusief baggerschepen en sleepboten) waarvan de helft (53%) ook onder Nederlandse vlag vaart en de andere helft (47%) onder buitenlandse vlag. Van deze schepen zijn er circa 400 ingeschreven bij Bibliotheek Rotterdam. Zoals we mogen verwachten is het aandeel van ingeschreven schepen onder Nederlandse vlag veel hoger, namelijk 92% en slechts 8% van de ingeschreven schepen vaart onder buitenlandse vlag. Indien we onderscheid maken naar het type rederij die deze schepen beheren dan zien we het volgende beeld ontstaan. Let wel in deze figuur zijn alleen de schepen opgenomen die onder Nederlandse vlag varen.
Bagger 5%
Sleepboot/ berging 36%
Sleepboot/ berging 3%
Vervoer 92%
Vervoer 57% Bagger 7%
Alle Ned. schepen (n=1.128) Figuur 2.
1
Ingeschreven schepen (n=373)
Aandeel van schepen naar type rederij.
1 Bron: Scheepvaart 2007, G.J. de Boer, Uitgeverij de Alk, 2007.
Opvallend is dat de ingeschreven schepen hoofdzakelijk bestaan uit het vervoer van lading, een klein deel (5%) is eigendom van bagger- en aannemingsbedrijven en slecht 3% is van sleepbootbedrijven terwijl dit toch een derde deel (36%) van de Nederlandse handelsvloot betreft. Kortom relatief zeer weinig sleepboten zijn lid van afdeling Zeevaart van Bibliotheek Rotterdam.
7
Bibliotheek voor de zeevaart
Profiel van de zeevaart
Kijken we vervolgens naar de scheepsgrootte van de schepen, waarbij sleepboten zijn uitgesloten omdat de scheepsgrootte van een sleepboot niet ter zake doet.
> 6.000 gt 37%
Alle Ned. schepen (n=713) Figuur 3.
< 3.000 gt 24%
< 3.000 gt 36%
> 6.000 gt 47%
3.001- 6.000 gt 29%
3.001 - 6.000 gt 27% 1
Ingeschreven schepen (n=361)
Aandeel van schepen naar scheepsgrootte.
1 Bron: Scheepvaart 2007, G.J. de Boer, Uitgeverij de Alk, 2007.
Ruim een derde deel van alle schepen (36%) is kleiner dan 3.000 gross ton terwijl dit geldt voor een kwart (24%) van de ingeschreven schepen. Een kwart van de schepen (27%) is tussen de 3.000 en 6.000 ton groot en ruim een derde deel (37%) van de Nederlandse vloot is groter dan 6.000 gross ton. Bij de ingeschreven schepen geldt dit voor bijna de helft (47%). Met andere woorden grotere schepen zijn relatief vaker ingeschreven bij Bibliotheek Rotterdam dan kleinere schepen. Aan de respondenten hebben we ook gevraagd waar het schip vaart. Precies de helft van de ingeschreven schepen (50%) vaart in Europa en de andere helft vaart over de hele wereld. Deze onderverdeling zien we ook terug in de scheepssector, 46% van de schepen is actief in de kustvaart en 45% in de grote vrachtvaart. De resterende 9% is actief in de offshore, waterbouw, baggerij, aannemerij, zware lading vervoer, cruise-, passagiersvaart of veerdiensten. Wat betreft de scheepstypen, alle scheepstypen komen voor bij de ingeschreven schepen waarvan een derde deel (35%) vrachtschepen en een kwart (24%) tank-, chemicaliën- of gasschepen. Vervolgens 13% containerschepen, 11% stukgoedschepen, 1% sleepboten en 16% diverse soorten schepen zoals roll on-roll off schepen, zware-ladingschepen, een hopperzuiger, een drijvende kraan, een booreiland, een multi purpose schip, een survey en een support schip.
2.3
DE ZEEVARENDEN
Volgens de Monitor Maritieme Arbeidsmarkt (Stichting Nederland Maritiem Land) zijn er in 2005: 6.140 Nederlandse zeevarenden en 14.350 buitenlandse zeevarenden werkzaam op alle schepen onder Nederlands eigendom of beheer. Op basis van de resultaten van de enquête kan een schatting worden gemaakt van het aantal zeevarenden dat gebruik maakt van de boekenkist, dit zijn ongeveer 1.750 Nederlanders en 650 buitenlanders (zie ook paragraaf 3.1). Dit betekent dat bijna een derde deel (29%) van alle Nederlandse zeevarenden en 5% van de buitenlandse zeevarenden gebruik maakt van de boekenkist. Ter vergelijking het landelijke gebruikerspercentage van de openbare bibliotheken in 2005 is 17% onder volwassen leden. Bijgevolg is het aandeel van Nederlandse zeevarenden dat bereikt worden behoorlijk hoog te noemen. Het aantal vrouwen dat op zee werkzaam is beperkt, nog geen 1% volgens de Monitor Maritieme arbeidsmarkt. Dit geldt natuurlijk eveneens voor de respondenten, namelijk 97% mannen en 3% vrouwen. Overigens komt het wel vaker voor dat de vrouw van de kapitein tijdelijk meevaart en dan ook dankbaar gebruik maakt van de boekenkist, aldus enkele ingevulde enquêteformulieren. In de volgende figuur staat de leeftijdsverdeling van de respondenten en alle zeevarenden (Nederlandse en buitenlandse) opgenomen.
8
< 25 jaar 6%
> 44 jaar 30%
< 25 jaar 11%
> 44 jaar 35%
25 tot 45 jaar 54%
25 tot 45 jaar 64%
Alle zeevarenden Figuur 4.
1
Respondenten (n=287)
Leeftijdsverdeling van zeevarenden.
1 Bron: Monitor Maritieme Arbeidsmarkt 2006, Stichting Nederland Maritiem Land, 2007.
We zien dat de leeftijdsverdeling ongeveer gelijk is en dus ook zeevarenden van alle leeftijden gebruik maken van de boekenkist. Vervolgens kijken we naar het opleidingsniveau van de zeevarenden, afgebeeld in de volgende tabel. Tabel 5.
Opleidingsniveau van de zeevarenden. Zeevarenden
Hoogst behaalde opleiding
Alle
1
Respondenten
basisschool
16%
0%
lbo, mavo of vmbo
20%
3%
mbo
32%
42%
havo, vwo
5%
3%
hbo of wo
27%
52%
100%
100%
Totaal
1 Bron: Monitor Maritieme Arbeidsmarkt 2006, Stichting Nederland Maritiem Land, 2007.
Opvallend is dat de helft (52%) van de respondenten een hogere beroepsopleiding heeft gevolgd terwijl dit slechts geldt voor een kwart van alle zeevarenden. Daarentegen komen lagere opleidingen bijna niet voor bij de respondenten. Dit hangt ten eerste samen met het gegeven dat de enquête is ingevuld door uitsluitend Nederlandse zeevarenden en het opleidingsniveau van alle zeevarenden zowel Nederlanders als buitenlanders betreft. Ten tweede is het opleidingsniveau van Nederlanders meestal hoger omdat zij vaker een hogere functie bekleden. In de volgende figuur wordt een verdeling naar functie gegeven van uitsluitend de Nederlandse zeevarenden en de respondenten.
gezellen 24%
overigen 3%
kapiteins 21%
gezellen 24%
officieren 52%
Nederlandse zeevarenden (n=4.554) Figuur 5.
overigen 5%
kapiteins 34%
officieren 37%
1
Respondenten (n=291)
Verdeling naar de functie van zeevarenden.
1 Bron: Monitor Maritieme Arbeidsmarkt 2006, Stichting Nederland Maritiem Land, 2007.
We zien dat kapiteins relatief vaker de enquête hebben ingevuld en waarschijnlijk ook relatief vaker gebruik maken van de boekenkist. Bij de gezellen dient opgemerkt te worden dat deze overwegend de functie van werktuigkundigen bekleden.
9
Bibliotheek voor de zeevaart
Profiel van de zeevaart
Aan de respondenten is ook gevraagd hoe lang zij varen en dan valt op dat de helft (49%) al langer dan vijftien jaar vaart en de andere helft vaart korter dan vijftien jaar, waarvan een kwart (23%) korter dan zes jaar en 28% tussen de zes en vijftien. Zoals we mogen verwachten bestaat er een significant verband tussen de leeftijd, de vaartijd, de functie en de gevolgde opleiding. Over het algemeen hoe ouder men is, des te langer vaart men, bekleedt men een hogere functie en heeft men een hogere opleiding gevolgd. De grootste groep respondenten (19%) bestaat dan ook uit kapiteins ouder dan 40 jaar met een lange vaartijd en een HBO-opleiding. Gevolgd door officieren jonger dan 40 jaar met korte vaartijd en een MBO-opleiding (14%) en officieren ook jonger dan 40 jaar met korte vaartijd en een HBO-opleiding (12%). Dit neemt niet weg dat de respondenten in alle leeftijdscategorieën, functies, vaartijdcategorieën en opleidingsniveaus (met uitzondering van lager opleidingsniveau dan MBO) voorkomen. Derhalve weten we ook dat alle mogelijke zeevarenden met een verschillende achtergrond gebruik maken van de boekenkist.
10
HOOFDSTUK 3. DE BOEKENKIST Dit hoofdstuk handelt over de boekenkist. In de eerste paragraaf komt aan bod hoeveel gebruik er wordt gemaakt van deze kist. In de tweede paragraaf kijken we hoe vaak geruild wordt bij de depots en in de derde paragraaf kijken we hoe de inhoud van de kist gewaardeerd wordt.
3.1
HET GEBRUIK
In deze paragraaf behandelen we eerst hoeveel boekenkisten zich aan boord bevinden en hoe vaak deze geruild worden. Vervolgens kijken we in hoeverre deze kisten gebruikt worden door de bemanningsleden. Aantal kisten De helft van de schepen (51%) heeft één boekenkist aan boord en 44% van de schepen heeft twee boekenkisten aan boord. Incidenteel komt het voor dat er geen boekenkist aan boord is of juist drie of vier boekenkisten zich aan boord bevinden. Ervan uitgaande dat het onderzoek representatief is dan betekent dit dat ten tijde van dit onderzoek zich circa 600 boekenkisten met een inhoud van 24.000 boeken op de Nederlandse zeevloot bevinden. Gemiddeld worden deze boekenkisten één keer per tien maanden geruild. Bij de meerderheid van de zeevarenden (61%) wordt de boekenkist één keer per negen maanden of minder geruild en bij de minderheid (39%) wordt de kist één keer per zes maanden of vaker geruild. Aan de zeevarenden is ook gevraagd hoeveel boekenkisten zij aan boord zouden wensen en hoe vaak zij de kisten zouden willen ruilen. Dit is afgezet tegen het aantal kisten dat zij nu aan boord hebben en hoe vaak zij nu ruilen. Dit staat afgebeeld in de volgende figuur.
meer 23%
minder 0%
minder 3%
hetzelfde 42%
meer 58%
hetzelfde 74%
Aantal kisten Figuur 6.
Aantal keer ruilen
Wensen van zeevarenden over aantal kisten en aantal keer ruilen (n=265).
Bijna een kwart (23%) zou liever meer boekenkisten aan boord willen hebben, meestal twee in plaats van nu één. Echter driekwart van de zeevarenden (74%) vindt dat het aantal boekenkisten aan boord voldoende groot is. Zelfs 3% vindt dat zij wel met minder boekenkisten toekunnen. Daarentegen wil de meerderheid (58%) de boekenkist vaker ruilen. Gemiddeld willen zij de boekenkist één keer per zes maanden ruilen. Slechts een minderheid (42%) is tevreden met het aantal keer dat nu geruild wordt en niemand wil de boekenkist minder vaak ruilen. Gebruik aan boord Allereerst wordt de vraag beantwoord hoeveel mensen aan boord van de boekenkist gebruik maken. Een kleine meerderheid van de zeevarenden (59%) en de reders (56%) is van mening dat iedereen aan boord wel iets uit de kist leest. Daarentegen vindt een vierde deel van de zeevarenden (41%) en de reders (44%) dat de kist slechts door een enkeling wordt gelezen. Aan de zeevarenden is gevraagd om een schatting te maken van het aantal bemanningsleden dat gebruik maakt van de boekenkist. Gemiddeld zijn er 5 Nederlandse en 8 buitenlandse bemannings-
11
Bibliotheek voor de zeevaart
De boekenkist
leden aan boord, waarvan gemiddeld 4 Nederlanders en 1,5 buitenlanders gebruik maken van de kist. Omgerekend naar het totale aantal van 600 boekenkisten aan boord van 400 schepen dan maken hiervan circa 2400 mensen gebruik, waarvan circa 1.750 Nederlanders en 650 buitenlanders. Dit betekent ook dat een vierde deel van de gehele bemanning gebruik maakt van de boekenkist en een zesde deel dus niet. Laten we dan nu eens kijken in welke mate deze bemanningsleden gebruik maken van de boekenkist. De meerderheid (68%) geeft aan bijna alles uit de kist te lezen en een derde deel (32%) leest nauwelijks iets uit de kist. Gemiddeld worden 11 van de 40 boeken uit de kist gelezen, dus iets meer dan een kwart van de inhoud valt in de smaak bij de zeevarenden. Waarbij er natuurlijk grote verschillen zijn tussen de lezers, een derde deel (30%) leest minder dan 6 boeken uit de kist. Bijna de helft (45%) leest tussen de 6 en 15 boeken uit de kist en een kwart (25%) leest meer dan 15 boeken uit de kist. We zien ook dat ouderen en kapiteins relatief het meeste uit de kist lezen, gemiddeld 14 boeken. Al met al mogen we concluderen dat van de boekenkist behoorlijk gebruik wordt gemaakt. Namelijk door een vierde deel van de bemanningsleden en deze lezen ongeveer een kwart van de boeken uit de kist, waarbij oudere kapiteins het meest gebruik maken van de kist.
3.2
HET RUILEN
De boekenkist kan geruild worden bij 8 Nederlandse depots en bij 12 buitenlandse depots. In totaal zijn er in 2006: 872 boekenkisten geruild. De meeste boekenkisten zijn geruild bij Bibliotheek Rotterdam (61%) en een derde deel is geruild bij de andere Nederlandse depots (32%), waarvan de belangrijkste zijn Dordrecht, Breskens en Delfzijl. Daarnaast wordt een klein deel bij de buitenlandse depots (6%) geruild en wordt 1% onderling geruild. Aan de reders is gevraagd of hun schepen deze plaatsen bezoeken waar de depots gevestigd zijn en aan de zeevarenden is gevraagd of het schip een boekenkist heeft geruild in deze depots. In onderstaande tabel staat dit vermeld voor de Nederlandse havens, waarbij tevens het aantal feitelijk geruilde boekenkisten in 2006 is opgenomen. Tabel 6.
Aantal (feitelijk) geruilde kisten en scheepsbezoeken in Nederland.
Nederlandse havendepots
Geruilde kisten 2006
Boekenkist ruilen (n=234) geregeld
af en toe
totaal
Scheepsbezoeken (n=25) geregeld
af en toe
totaal
Rotterdam
533
29%
44%
73%
63%
30%
93%
Dordrecht
160
8%
8%
16%
20%
24%
44%
Breskens
72
0%
0%
0%
4%
12%
16%
Delfzijl
9%
11%
12%
32%
44%
29
2%
Harlingen
9
0%
4%
4%
4%
20%
24%
Terneuzen
4
6%
12%
18%
31%
27%
58%
Amsterdam
1
2%
27%
29%
8%
58%
66%
Vlissingen
0
0%
19%
19%
30%
44%
74%
Totaal
808
We zien dat Rotterdam de belangrijkste havenplaats is en door bijna alle schepen wordt bezocht en dat door driekwart van de schepen hier ook de meeste boekenkisten worden geruild. Volgens de respondenten worden de havenplaatsen Harlingen en Breskens slechts door een klein deel van de schepen bezocht en hier worden ook nauwelijks boekenkisten geruild. Kijken we naar het aantal feitelijk geruilde kisten dan wordt vooral weinig geruild in Vlissingen, Amsterdam, Harlingen en Terneuzen. Bij het invullen van de enquête is waarschijnlijk Terneuzen en Breskens met elkaar verwisseld, aangezien de scheepsleverancier ‘Terneuzen Bonded Stores’ uit Breskens ook levert in Terneuzen.
12
Aan de reders en zeevarenden is ook gevraagd of zij er behoefte aan hebben om in andere plaatsen in Nederland te ruilen. Bijna niemand (97%) heeft hier behoefte aan. Vervolgens kijken we naar de buitenlandse havendepots. Tabel 7.
Aantal (feitelijk) geruilde kisten en scheepsbezoeken in het buitenland.
Buitenlandse havendepots
Geruilde kisten 2006
Boekenkist ruilen (n=234) geregeld
af en toe
totaal
Scheepsbezoeken (n=25) geregeld
af en toe
totaal
Mantuluoto
13
2%
8%
10%
28%
12%
40%
Durban
13
0%
4%
4%
4%
15%
19%
Rauma
11
5%
14%
19%
32%
20%
52%
Singapore
6
4%
18%
22%
12%
24%
36%
Antwerpen
5
8%
31%
39%
69%
15%
84%
Hamburg
4
0%
7%
9%
38%
46%
84%
Hongkong
3
2%
7%
9%
4%
16%
20%
Hamina
0
1%
8%
7%
40%
16%
56%
Kotka
0
1%
14%
15%
40%
12%
52%
Fredericia
0
0%
2%
2%
13%
35%
48%
Aalborg
0
0%
2%
2%
17%
30%
47%
Willemstad
0
0%
6%
6%
0%
9%
9%
Totaal
55
We zien dat respondenten aangeven in Antwerpen het meeste te ruilen en dat deze plaats ook bezocht wordt door de schepen. Toch zien we dat er in Antwerpen feitelijk slechts weinig boekenkisten zijn geruild. Dit wordt waarschijnlijk veroorzaakt doordat het schip in Antwerpen is bevoorraad door een scheepsleverancier uit Dordrecht, Terneuzen of Breskens. Hamburg wordt ook door een groot deel van de schepen bezocht maar hier geeft maar een klein deel aan te ruilen. Vervolgens geven de meeste aan in Singapore te ruilen gevolgd door de Finse havenplaatsen: Rauma, Kotka en Mantaluoto. Kijken we naar het aantal feitelijke ruilingen dan valt op dat in alle buitenlandse havendepots slechts weinig geruild wordt. Het meest is geruild in de plaatsen Mantaluoto, Durban en Rauma. Aan de zeevarenden is gevraagd of zij problemen hebben ondervonden bij het ruilen van een boekenkist in een depot. Slechts 4% geeft aan een probleem te hebben gehad. Hierbij werd aangegeven dat het moeilijk is om een boekenkist in Willemstad te ruilen en ook dat de openingstijden in Rotterdam van 09:00 tot 17:00 een bezwaar zijn. Maar zoals gezegd ondervindt bijna niemand problemen, waarbij wel vermeld moet worden dat dit vaak wordt uitbesteed aan een scheepsleverancier. De helft van de reders (50%) en een kwart van de zeevarenden (24%) geeft aan dat zij ook in andere plaatsen in het buitenland boekenkisten zouden willen ruilen. In totaal hebben meer dan 100 respondenten verschillende havenplaatsen over de hele wereld genoemd. Het meeste worden plaatsen genoemd in Noord-Amerika, waarbij Houston het meest populair is. Ook wordt vaak gevraagd om depots in Australië, Spanje, Noorwegen, Engeland en Finland. De havenplaats Dubai in de Verenigde Arabische Emiraten wordt ook meerdere malen genoemd. In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de genoemde plaatsen gesorteerd naar land en in volgorde van aantal keer genoemd.
13
Bibliotheek voor de zeevaart
De boekenkist
Tabel 8.
Havenplaatsen geschikt voor uitbreiding van de depots.
Havenplaatsen
aantal keer
Havenplaatsen
aantal keer
Houston
11
Porvoo
3
Baltimore
6
Helsinki
1
New Orleans
4
Kaskinen
1
Westkust
1
Oulu
1
Oostkust
1
Totaal Finland
6
Newark
1
Dubai Arabische emiraten
5
Totaal Noord-Amerika
24
Bremerhaven
4
Melbourne
4
Kiel
1
Brisbane
3
Totaal Duitsland
5
Fremantle Asiaworld
3
Shanghai
3
Sydney Asia World
3
Tianjing/Peking
1
Australië
2
Totaal China
4
Newcastle Asiaworld
1
Kobe
2
Tokyo
1
Yokohama
1
Totaal Japan
4
Dublin Ierland
3
Gothenburg
2
Vasteras zeemanshuis
1
Totaal Zweden
3
Kalundborg Denemarken
2
Panama Kanaal
2
Totaal Australië
16
Algeciras
2
Barcelona Stella Maris
2
Bilbao zeemanshuis
1
Cueta
1
Gandia Agency
1
Las Palmas
1
Malaga
1
Totaal Spanje
9
Bergen
2
Noorwegen
2
Kaohsiung Taiwan
2
Porsgrunn
2
Rio de Janeiro Brazilië
1
Stavanger
2
Suez kanaal
1
Totaal Noorwegen
8
Dunkerque Frankrijk agency
1
Groot Brittanië
2
Tanjung Pelepas Indonesië
1
Milford Haven
2
Gioia Gauro Italië
1
Boston/Kingslynn
1
Maracaibo Venezuela
1
Fowey
1
Thull
1
Totaal Engeland
7
Opvallend beeld dat uit de tabel naar voren komt is dat over de hele wereld depots gewenst zouden zijn, maar dat er eigenlijk nergens een grote concentratie is van Nederlandse schepen. Kortom de behoefte is zeker aanwezig maar het is moeilijk de juiste keuze te maken omdat het veel verschillende locaties zijn verspreid over de gehele wereld. Bovendien weten we ook dat momenteel het aantal feitelijke ruilingen per jaar in de buitenlandse depots erg laag is. De hoogste concentraties, en dan praten we over vijf respondenten of meer die dit hebben aangegeven, zijn te vinden in Houston, Baltimore en Dubai.
14
3.3
DE INHOUD
De boekenkist bestaat uit 40 boeken, waarvan circa 30 romans en 10 informatieve boeken. Daarnaast gaan enkele tijdschriften in de boekenkist mee en kunnen taalcursussen aangevraagd worden. Het blijkt dat nagenoeg iedereen romans of leesboeken (97%) en informatieve boeken (95%) uit de boekenkist leest. Dit zijn dus zonder meer de belangrijkste bestanddelen van de boekenkist. De meerderheid van de reders is dan ook van mening dat romans (86%) en informatieve boeken (64%) zeker geleverd moeten blijven worden. Door de meerderheid (86-90%) van zeevarenden worden ook de tijdschriften gelezen. De helft van alle zeevarenden (54%) en een vierde deel van de reders (43%) vinden dat Bibliotheek Rotterdam zeker tijdschriften moet blijven leveren. Van de andere helft mogen de tijdschriften geleverd worden, maar hoeft het op zichzelf beschouwd niet. De taalcursussen zijn door ongeveer een vierde deel (35-43%) van de zeevarenden gevolgd. Echter slechts 4% van de zeevarenden en een derde deel van de reders (32%) vindt dat Bibliotheek Rotterdam taalcursussen moet blijven leveren. Van het andere deel mag het wel, maar hoeft het niet. Hierbij dient vermeld te worden dat velen er niet op de hoogte waren dat het mogelijk is om taalcursussen aan te vragen en te lenen. Dit heeft waarschijnlijk deze uitkomsten beïnvloed. Aan de zeevarenden zijn een aantal tegengestelde uitspraken over de (inhoud van de ) boekenkist voorgelegd waarbij men kon aangeven met welke uitspraak men het eens is. In onderstaande tabel staan de percentages weergegeven met welke uitspraken men het eens is. Tabel 9.
Persoonlijke waardering over de boekenkist (n=295).
De kist staat op een centrale plaats
96%
4%
De kist staat in een stoffig hoekje
Boekenkist is heel belangrijk voor mij
84%
16%
Boekenkist is voor mij niet nodig
De inhoud van de kist is goed
76%
24%
De inhoud van de kist is mager
De inhoud van de kist is actueel
72%
28%
De inhoud van de kist is verouderd
Ik lees bijna alles uit de kist
68%
32%
Ik lees nauwelijks iets uit de kist
Informatieve boeken sluiten goed aan
67%
33%
Informatieve boeken sluiten slecht aan
Tijdschriften zijn bruikbaar en leuk
62%
38%
Tijdschriften vind ik onbelangrijk
Veel romans spreken mij aan
50%
50%
Weinig romans spreken mij aan
Het is duidelijk dat de kist een centrale plaats (96%) heeft op het schip en de boekenkist wel degelijk belangrijk is voor de grote meerderheid van de zeevarenden (84%). Tussen de leeftijd en het belangrijk vinden van de boekenkist is een significant verband, namelijk bijna een kwart van de jongeren (23%) vindt de boekenkist niet nodig terwijl dit slechts geldt voor 8% van de ouderen. Dit neemt niet weg dat driekwart van de jongeren (77%) de boekenkist wel belangrijk vindt. Daarnaast vindt driekwart van de zeevarenden de inhoud van de kist goed (76%) en actueel (72%). Echter een kwart vindt de inhoud van de kist aan de magere kant (24%) en het materiaal verouderd (28%). Ook hierbij zien we dat het aandeel van jongeren relatief hoger is dat het aanbod aan de magere kant (31%) en de inhoud van de kist verouderd (34%) vindt. Zoals eerder vermeld in paragraaf 3.1 leest tweederde deel (68%) veel uit de kist en een derde deel (32%) nauwelijks iets. Hierbij zien we een licht verband met de leeftijd, maar vooral ook met de vaartijd. Van de zeevarenden met een lange vaartijd leest slechts een kwart (25%) nauwelijks iets uit de kist, terwijl dit geldt voor 41% van de varenden met een korte vaartijd. Kortom de nieuwe lichting varenden maakt minder gebruik van de boekenkist dan de oude garde. De meerderheid vindt dat de informatieve boeken goed aansluiten (67%) en dat de tijdschriften bruikbaar en leuk zijn (62%), terwijl dit voor een derde deel (33-38%) niet geldt. Bij de helft van de zeevarenden (50%) spreken veel romans uit de boekenkist aan. Daarentegen vindt de andere helft (50%) dat slechts weinig romans aanspreken. Ook dit zien we relatief meer bij jongeren (59%) dan bij ouderen
15
Bibliotheek voor de zeevaart
Boekenkist
(41%). Er is geen verband tussen de leeftijd en het aansluiten van de informatieve boeken en het bruikbaar en leuk zijn van de tijdschriften. In de volgende figuur staat afgebeeld hoe men de kwaliteit van het leenmateriaal waardeert. Hierin zijn alleen die zeevarenden meegenomen die ook daadwerkelijk gebruik maken van deze materialen. Romans of leesboeken (n=292)
79%
60%
Tijdschriften (n=268)
Informatieve boeken (n=289)
33%
50%
35%
Taalcursussen (n=102)
0%
Figuur 7.
16%
34%
7%
16%
26%
25%
4%
(zeer) hoog matig (zeer) laag
38%
50%
75%
100%
Waardering over de kwaliteit van de vier leenmaterialen behorende bij de boekenkist.
We zien dat de meerderheid (79%) de romans of leesboeken hoog tot zeer hoog waardeert. Dit verrast aangezien we hier boven zagen dat de helft van mening is dat weinig romans aanspreken. Blijkbaar is de kwaliteit goed maar spreekt het onderwerp van de roman de zeevarende niet echt aan. Een meerderheid (60%) spreekt zich ook positief uit over de tijdschriften en een derde deel (33%) vindt deze matig. De helft (50%) waardeert de informatieve boeken hoog, een derde deel matig en 16% waardeert deze laag. Opvallend is dat de grootste groep (38%) de taalcursussen laag waardeert. Slechts een derde deel (35%) waardeert de cursussen hoog. De kwaliteit van de taalcursussen valt de zeevarenden dus tegen. Laten we nu eens kijken welke type romans of leesboeken door zeevarenden worden gelezen en of men het aanbod hiervan in de boekenkist te beperkt vindt. Dit staat opgenomen in onderstaande tabel, ter vergelijking is ook het aandeel van lezers van alle bibliotheekbezoekers opgenomen. De beoordeling van het aanbod in de boekenkist is alleen gedaan door de lezers van die boeken.
16
Tabel 10.
Type leesboeken naar lezers en te beperkt aanwezig zijn. Lezers
Aanbod van romans/leesboeken
alle
Te beperkt aanwezig
alle bibliotheek-
zeevarenden
bezoekers R'dam
1
totaal
% van alle zeevarenden
Thrillers
91%
69%
19%
17%
Oorlogs- en verzetsboeken
82%
35%
23%
19%
Zeevaartromans
81%
n.o.
24%
19%
Literatuur
75%
56%
26%
20%
Historische romans
75%
n.o.
22%
17%
Strips
73%
23%
30%
22%
Erotische romans
61%
n.o.
25%
15%
Engelstalige romans
59%
28%
27%
16%
Science fiction en fantasy
53%
28%
22%
12%
Griezel- en horrorboeken
48%
31%
12%
6%
Dichtbundels en poëzie
27%
24%
5%
1%
Spaanse/Portugese romans
12%
n.o.
6%
1%
1 Bron: Klanttevredenheidsonderzoek Bibliotheken in de G4-steden, WBK Marktonderzoek, 2004.
Thrillers, oorlogs- en verzetsboeken, zeevaartromans, historische romans en literatuur zijn het meest favoriet onder zeevarenden. Met name strips en literatuur zouden meer gewenst zijn in de boekenkist. Uit de opmerkingen blijkt dat men graag meer recente Nederlandse literatuur zou willen lezen en meer anderstalige romans zou willen lezen. Genoemd worden de talen: Engels, Russisch, Pools, Philipijns en Indonesisch. Deze genoemde talen zijn natuurlijk afhankelijk van de samenstelling van de bemanning. Uit de opmerkingen komt wel duidelijk naar voren dat men géén behoefte heeft aan Friestalige romans en dat Engelstalige romans het meest geschikt zijn omdat vrijwel iedereen deze kan lezen. Ook leest men liever het origineel in de Engelse taal dan de Nederlandse vertaling. We kunnen dus concluderen dat het huidige aanbod van romans en leesboeken, met uitzondering van de Friese romans, voldoet. Verbetering zit er vooral in door meer (recente) Nederlandse, Engelse en Amerikaanse literatuur en strips (complete series) toe te voegen. In de volgende tabel wordt ingegaan op het aanbod van informatieve boeken. Tabel 11.
Type informatieve boeken naar lezers en te beperkt aanwezig zijn. Lezers
Aanbod van informatieve boeken
alle
Te beperkt aanwezig
alle bibliotheek-
zeevarenden
bezoekers R'dam
1
totaal
% van alle zeevarenden
Scheepvaart
87%
n.o.
34%
30%
Geschiedenis
77%
35%
32%
25%
Techniek
74%
n.o.
40%
30%
Landen en volkeren
67%
45%
28%
19%
Natuur en dieren
54%
22%
25%
14%
Sport
50%
19%
25%
13%
Kunst en cultuur
45%
36%
14%
6%
Gezondheid
37%
43%
17%
6%
Psychologie
29%
28%
16%
5%
Koken
23%
30%
9%
2%
Godsdienst
23%
21%
7%
2%
Opvoeding en onderwijs
19%
27%
7%
1%
1 Bron: Klanttevredenheidsonderzoek Bibliotheken in de G4-steden, WBK Marktonderzoek, 2004.
17
Bibliotheek voor de zeevaart
Boekenkist
Informatieve boeken over scheepvaart, geschiedenis, techniek, landen en volkeren zijn het meest populair onder zeevarenden. Opvallend is dat een derde deel van alle zeevarenden (30%) vindt dat er onvoldoende boeken over techniek en scheepvaart te vinden zijn in de boekenkist. Ook zou men graag meer geschiedenis-, reis- en landenboeken willen zien in de boekenkist. Uit de opmerkingen blijkt ook dat men graag meer recente informatieve boeken zou willen zien en dat dit best ten koste mag gaan van romans. Dit sluit aan bij de uitkomst van het onderzoek dat de helft van de zeevarenden de romans niet aansprekend vindt. Het aanbod van informatieve boeken zou dus verbeterd kunnen worden door meer recente (semi-)wetenschappelijke boeken over technische, geschiedkundige, scheepvaart gerelateerde of volkenkundige onderwerpen toe te voegen. Aan de zeevarenden is ook gevraagd hoeveel boeken zij lezen, hoeveel cd’s zij beluisteren en hoeveel films zij bekijken, ongeacht waar deze geleend of gekocht zijn. Het blijkt dat het aandeel van zeevarenden dat geen boeken leest, muziek beluistert of films kijkt is erg klein (2-5%). Gemiddeld beluisteren zij 48 muziekcd’s en bekijken zij ook een zelfde aantal films per jaar en lezen zij gemiddeld 25 boeken per jaar. Dit betekent dat dus meer gebruik gemaakt van de modernere media dan van het geschreven woord in een boek. Ook blijkt dat zeevarenden ouder dan 40 jaar (ouderen) in verhouding meer boeken lezen dan jongeren (jonger dan 40 jaar). Omgekeerd luisteren en kijken jongeren meer naar muziekcd’s en films dan ouderen. Tot slot van deze paragraaf beantwoorden we de vraag of er ook behoefte bestaat aan ander soort leenmaterialen, zoals daar zijn: luisterboeken, muziekcd’s, cd-roms, bladmuziek, dvd’s en grote letterboeken. In de volgende figuur staat het aandeel afgebeeld van zeevarenden en reders die zeker willen dat Bibliotheek Rotterdam deze materialen gaat leveren in de boekenkist. 70%
zeevarenden (n=285) 60%
64%
reders (n=28)
50% 44%
40%
42%
30% 25%
20%
10%
11%
11%
11% 4%
5%
0%
3%
0%
0% Dvd's
Figuur 8.
Cd-roms
Muziekcd's
Luisterboeken
Bladmuziek
Grote letterboeken
Aandeel van zeevarenden en reders die vinden dat Bibliotheek Rotterdam materialen moet gaan leveren.
De meerderheid van de zeevarenden (64%) wil in de toekomst graag dvd’s in de boekenkist hebben en een vierde deel (42-44%) zou ook graag cd-rom’s en muziekcd’s in de boekenkist willen. Van de reders vindt slechts een kleine minderheid (11-25%) dit wenselijk. Waarschijnlijk denken reders dat deze materialen snel beschadigd raken. Dit blijkt ook uit een aantal opmerkingen van de zeevarenden. Ook wordt opgemerkt dat er vaak al veel van deze materialen aan boord zijn . Echter voor een deel van de zeevarenden zouden dvd’s, cd-roms en muziekcd’s een welkome aanvulling zijn in de boekenkist. Aan luisterboeken, bladmuziek en grote letterboeken is nauwelijks behoefte.
18
HOOFDSTUK 4. DIENSTVERLENING In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de huidige dienstverlening van de afdeling Zeevaart Bibliotheek Rotterdam. In de eerste paragraaf wordt bekeken in hoeverre deze dienstverlening met haar specifieke voorwaarden bekend en van belang is. De vraag wordt beantwoord of de boekenkist in de huidige tijd nog bestaansrecht heeft. In de tweede paragraaf wordt een algemene beoordeling gegeven en worden de verschillende kenmerken van de boekenkist en de organisatie beoordeeld. In de derde paragraaf wordt specifiek ingegaan op de informatiestromen, dit betreft zowel de in- als uitgaande stroom.
4.1
BEKENDHEID MET EN BELANG VAN BIBLIOTHEEKVOORZIENINGEN
Opvallend is dat bijna alle reders (96%) en de grote meerderheid van de zeevarenden (86%) van mening is dat de afdeling Zeevaart van Bibliotheek Rotterdam goed bekend is. Interessanter is het om deze vraag voor te leggen aan de niet-leden. Gevraagd is in hoeverre zij bekend zijn met de boekenkist, de afdeling Zeevaart en de voormalige Bibliotheek voor Varenden. Ook is gevraagd naar de bekendheid met de uitleenvoorwaarden, zoals de onbeperkte uitleentermijn, het onderling kunnen ruilen en het ruilen in de depots. Dit alles staat afgebeeld in de volgende figuur.
Boekenkist
29%
Bibliotheek voor Varenden
29%
Onbeperkte uitleentermijn
59%
53%
35%
Onderling ruilen
12%
18%
35%
12%
29%
53%
35%
53%
35%
goed bekend Afd. Zeevaart Bieb R'dam
12%
vaag bekend Ruilen in depots
12%
0%
Figuur 9.
24%
25%
65%
50%
niet bekend 75%
100%
Bekendheid onder niet-leden met de bibliotheekvoorzieningen (n=17).
De boekenkist en de voormalige Bibliotheek voor Varenden genieten een grote bekendheid onder zeevarenden. Ook de onbeperkte uitleentermijn, de mogelijkheid tot onderling ruilen van de boekenkist met een ander schip en de afdeling Zeevaart van Bibliotheek Rotterdam is bij de meerderheid van de zeevarenden bekend. Opvallend is dat de ruilmogelijkheden in 7 Nederlandse plaatsen en 12 buitenlandse plaatsen (de depots) bij de meerderheid (65%) onbekend is. De grote meerderheid van de niet-leden (81%) geeft aan dat zij bekend zijn met de afdeling Zeevaart Bibliotheek Rotterdam en dat dit dus geen reden is waarom zij niet zijn ingeschreven. Ook de kosten van het leengeld is voor de grote meerderheid (86%) geen reden. De belangrijkste reden waarom reders geen lid zijn, is omdat zij nauwelijks Nederlandse bemanningsleden in dienst hebben (60%) en ook omdat bemanningsleden geen behoefte hebben aan het lezen van boeken (53%), aldus de nietleden. Ook wordt door de niet-leden opgemerkt dat de bemanningsleden zelf maar moeten zorgen voor boeken omdat dit geen taak (meer) is voor de werkgever. Laten we nu eens kijken in hoeverre belang wordt gehecht aan de uitleenvoorwaarden door de leden (dit zijn zowel de reders als de zeevarenden). In de volgende figuur staat dit afgebeeld.
19
Bibliotheek voor de zeevaart
Dienstverlening
Onbeperkte uitleentermijn
81%
16%
Mogelijkheid tot onderling ruilen met ander schip
77%
17%
Ruilmogelijkheid in 12 buitenlandse plaatsen
74%
22%
Ruilmogelijkheid in 7 Nederlandse plaatsen
62%
Mogelijkheid tot aanvragen van leenmateriaal
29%
48%
46%
0%
25%
50%
3%
6%
4%
9%
6%
75%
(zeer) belangrijk neutraal (zeer) onbelangrijk
100%
Figuur 10. Mate van belang van de verschillende leenvoorwaarden (n=322).
Uit de figuur blijkt duidelijk dat de grote meerderheid (74-81%) de onbeperkte uitleentermijn, de mogelijkheid tot onderling ruilen en de buitenlandse depots (zeer) belangrijk vindt. De binnenlandse depots worden door een kleine meerderheid (62%) belangrijk gevonden. Gezien het belang dat reders hechten aan de depots is het des te opvallender dat deze zo onbekend zijn bij de niet-leden. De mogelijkheid tot het aanvragen van leenmateriaal wordt slecht door een minderheid (46%) belangrijk gevonden en de helft (48%) staat er neutraal tegenover. Aan de zeevarenden, reders en niet-leden is een viertal algemene tegengestelde omschrijvingen over de boekenkist voorgelegd. In de volgende tabel staan de percentages vermeld in hoeverre men het met deze uitspraken eens is. Tabel 12.
Algemene waardering over de boekenkist (n=340).
Waardevolle toevoeging aan boord
92%
8% Overbodig, er is al zoveel aan boord
Er wordt zorgvuldig mee omgegaan
92%
8% Er wordt slordig mee omgegaan
Blijft belangrijk in het informatietijdperk
87%
13% Onbelangrijk in de moderne tijd
Iedereen aan boord leest er iets uit
57%
43% Wordt slechts door enkeling gelezen
Uit de tabel kan worden afgelezen dat bijna iedereen (92%) van mening is dat de boekenkist een waardevolle toevoeging is aan boord en dat hier zorgvuldig mee wordt omgegaan. Ook blijft men het belangrijk vinden in het informatietijdperk (87%). Over de laatste stelling is men verdeeld, de helft (57%) is van mening dat iedereen er aan boord iets uit leest en de andere helft (43%) dat het slechts door een enkeling wordt gelezen. We dienen ons hierbij te realiseren dat dit hoofdzakelijk de mening is van reders en van zeevarenden. De niet-leden hebben veelal een andere mening zoals uit onderstaande figuur kan worden afgeleid.
20
100% 93%
96%
zeevarenden (n=298) reders (n=27) niet-leden (n=15)
96% 92%
89%
80% 77% 67%
60% 59%
57% 53%
56%
40%
20%
23%
0% Waardevolle toevoeging
Zorgvuldig mee omgegaan
Belangrijk in informatietijdperk
Iedereen leest er iets uit
Figuur 11. Aandeel van zeevarenden, reders en niet-leden die het eens zijn met vier stellingen.
De helft van de niet-leden vindt dat de boekenkist een waardevolle toevoeging is en ook belangrijk blijft in het informatietijdperk. Echter de andere helft van de niet-leden vindt de boekenkist overbodig, er is al zoveel aan boord en men vindt ook dat de boekenkist overbodig is geworden in de moderne tijd. Kortom de mening van de niet-leden wijkt duidelijk af van de leden. Voor de leden heeft de boekenkist nog wel degelijk bestaansrecht in deze tijd waarbij wel de kanttekening wordt gemaakt dat lang niet iedereen aan boord iets leest uit de boekenkist.
4.2
BEOORDELING
Allereerst wordt de dienstverlening in het algemeen beoordeeld. Aan de leden is gevraagd de afdeling Zeevaart van Bibliotheek Rotterdam te waarderen met een rapportcijfer. Ter vergelijking nemen we ook het gemiddelde rapportcijfer van alle bibliotheekbezoekers aan Bibliotheek Rotterdam op. Tabel 13.
Algemene beoordeling van zeevarenden, reders en bibliotheekbezoekers.
Rapportcijfer
Zeevarenden
Reders
(n=204)
(n=26)
Bibliotheekbezoekers 1
gemiddeld cijfer
7,6
7,7
8,1
cijfer 5 of lager
0%
0%
0%
cijfer 6
7%
0%
2%
cijfer 7
38%
46%
23%
cijfer 8
43%
38%
48%
cijfer 9
10%
15%
19%
2%
0%
8%
100%
100%
cijfer 10 Totaal
100%
1 Bron: Klanttevredenheidsonderzoek Bibliotheken in de G4-steden, WBK Marktonderzoek, 2006.
De zeevarenden en reders geven de Bibliotheek Rotterdam gemiddeld een zeven en een half. Dit is iets lager dan de bibliotheekbezoekers deze geven gemiddeld een acht. Dit komt omdat minder zeevarenden en reders een negen of een tien geven. Overigens geven zij ook geen onvoldoendes, bijna alle zeevarenden en reders geven een zeven of een acht. Tussen de reders en zeevarenden is geen onderscheid en zij zijn dus dezelfde mening toegedaan, de dienstverlening van de afdeling Zeevaart scoort ruim voldoende tot goed, niet uitmuntend maar zeker ook niet onvoldoende.
21
Bibliotheek voor de zeevaart
Dienstverlening
Laten we nu eens kijken hoe men het personeel beoordeeld. Aan de respondenten is gevraagd of zij het personeel klantvriendelijk, deskundig vinden en of zij snel geholpen worden. Echter een derde deel van de respondenten (33%) kon deze vragen niet beantwoorden omdat zij nooit contact hebben (gehad) met het personeel van de afdeling Zeevaart. In onderstaande tabel staan de percentages weergegeven voor de respondenten die dit wel ingevuld hebben. Tabel 14.
Waardering over het personeel (n=221).
Personeel is klantvriendelijk
97%
3%
Personeel is klantonvriendelijk
Personeel is deskundig
95%
5%
Personeel is ondeskundig
Klachtenafhandeling is zorgvuldig
95%
5%
Klachtenafhandeling is onzorgvuldig
Ik krijg snel antwoord via de e-mail
92%
8%
Ik moet lang wachten op de e-mail
Ik word snel telefonisch geholpen
90%
10%
Ik moet vaak lang telefonisch wachten
Bijna iedereen is van mening dat het personeel klantvriendelijk en deskundig is. Ook over de zorgvuldigheid van klachtenafhandeling en de antwoorden via de e-mail of de telefoon is de overgrote meerderheid tevreden. Wat betreft de snelheid van de beantwoording via de e-mail of de telefoon zijn de reders (35%) relatief iets meer érg tevreden dan de zeevarenden (12%). Wat niet wegneemt dat de grote meerderheid van de zeevarenden (77%) tevreden is over de telefoon- of e-mail afhandeling. Aan de leden is ook gevraagd of zij tevreden zijn over de openingstijden, de levering van de boekenkist door de scheepsleverancier of de Bibliotheek Rotterdam en over de regels bij onderling ruilen of vermissingen. Dit staat afgebeeld in de volgende figuur. Levering boekenkisten door scheepsleverancier
65%
Regels bij onderling ruilen
58%
Levering boekenkisten door Bibliotheek R'dam
55%
Regels bij vermissing van materialen
27%
40%
42%
41%
Openingstijden afd. zeevaart van Bibliotheek R'dam
57%
0%
25%
50%
3%
3%
2%
80%
19%
8%
1%
75%
tevreden neutraal ontevreden
100%
Figuur 12. Tevredenheid over diverse aspecten van de service (n=244).
Opvallend in de figuur is het hoge aandeel respondenten die neutraal invullen. Dit komt omdat men deze punten niet kan beoordelen. In veel gevallen wordt het geregeld door de scheepsleverancier en heeft zowel de kapitein als de reder er zelf geen omkijken naar. Ook zeevarenden met een andere functie dan kapitein regelen dit soort zaken meestal niet. De meerderheid (65%) is tevreden over de leveringen van boekenkisten door de scheepsleverancier en de helft (55%) is tevreden over de levering van boekenkisten door Bibliotheek Rotterdam en de andere helft heeft hier geen mening over. Ook over de regels bij onderling ruilen en bij vermissing van materialen heeft een groot deel geen mening. En over de openingstijden van afdeling Zeevaart van Bibliotheek Rotterdam heeft zelfs de grote meerderheid (80%) geen mening. Kortom reders en zeevarenden kunnen hier moeilijk een oordeel over geven omdat zij er zelf niets mee te maken hebben. Er zijn echter geen signalen dat men over één van deze aspecten ontevreden is. Daardoor kan
22
geconcludeerd worden dat zowel de scheepsleveranciers als Bibliotheek Rotterdam goed zorg dragen voor het ruilen en leveren van de boekenkisten en dat men niet ontevreden is over de regels bij onderling ruilen en vermissingen en over de openingstijden van Bibliotheek Rotterdam. Tevens is gevraagd of zij tevreden zijn over de openingstijden, de locaties en de service van de depots, hetgeen in de volgende figuur staat.
Service
34%
De locaties
64%
31%
Openingstijden
64%
5%
70%
27%
0%
1%
25%
2%
50%
75%
tevreden neutraal ontevreden
100%
Figuur 13. Tevredenheid over diverse aspecten van de depots (n=244).
Ook hier zien we weer dat de meeste respondenten (64-70%) hierover geen over oordeel hebben. We kunnen dus aannemen dat men in ieder geval niet erg ontevreden is over de depots. Wel worden er een aantal opmerkingen gemaakt dat er te weinig depots zijn in het buitenland, hetgeen ook al in paragraaf 3.2 naar voren kwam. Ook wordt opgemerkt dat de boekenkisten soms erg lang bij de depots staan en de boeken verouderd zijn. Tot slot van deze paragraaf behandelen we de tevredenheid over de contributie (het leengeld per jaar per kist) en de facturering en administratieve afhandelingen hierover. Dit is uitsluitend aan de reders gevraagd. De meerderheid van de reders (62%) is hierover tevreden, een derde deel (35%) heeft geen mening en slechts 3% is ontevreden.
4.3
INFORMATIESTROMEN
In deze paragraaf gaan we eerst in op de ingaande informatiestroom, dat wil zeggen het aanvragen van boeken of een taalcursus. Het blijkt dat slechts weinig gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid om iets aan te vragen. Slechts 14% van de reders en 11% van de zeevarenden vraagt af en toe een boek aan. Een taalcursus wordt wel eens door 7% van de reders en 4% van de zeevarenden aangevraagd. Uit de opmerkingen blijkt dat veel zeevarenden niet op de hoogte waren van de mogelijkheid om boeken of een taalcursus aan te vragen. Van diegene die boeken of taalcursussen hebben aangevraagd vindt de meerderheid (66%) dat de levering voldoende is afgehandeld. Daarnaast vond 17% dat aflevering van boeken goed was en ook 17% dat het beter had gekund. Bij de aflevering van de taalcursus vond 15% dit goed en 13% dat het beter had gekund en 6% vond het zelfs slecht. Dus ook hier zien we het beeld terug dat de taalcursussen minder worden gewaardeerd dan de boeken. Kijken we vervolgens naar de uitgaande stroom, de website van Bibliotheek Rotterdam. De helft van de zeevarenden (51%) heeft geen internetverbinding om deze website te kunnen bezoeken en nog een derde deel (33%) heeft geen interesse om deze site te bezoeken. Slechts 17% wil de site bezoeken, waarvan 6% de site al kende. Van de reders is een vierde deel (25%) geïnteresseerd om de website te bezoeken.
23
Bibliotheek voor de zeevaart
Dienstverlening
Aan de bezoekers van de website zijn vier uitspraken voorgelegd over deze website. De percentages hiervan worden in onderstaande tabel gegeven. Hierbij moet vermeld worden dat dit slechts door een vijfde deel van de leden is ingevuld waardoor de resultaten hun betekenis deels verliezen. Tabel 15.
Waardering over de website van Bibliotheek Rotterdam (n=59).
Voldoende allerhande informatie
74%
26%
Onvoldoende allerhande informatie
Goede website/ internetpagina’s
66%
34%
Slechte website/ internetpagina’s
Info over zeevaart gemakkelijk te vinden
63%
37%
Info over zeevaart slecht te vinden
Aan boord goed te bezoeken
10%
90%
Aan boord slecht te bezoeken
De meerderheid van de bezoekers vindt dat de website voldoende allerhande informatie bevat met goede internetpagina’s. Zij vinden informatie over de zeevaart ook gemakkelijk te vinden, alhoewel ruim een derde deel (37%) deze informatie slecht kan vinden. Opvallend is dat 90% aangeeft deze website aan boord slecht te kunnen bezoeken. Met andere woorden de communicatie via de website met zeevarenden is op dit moment nog nauwelijks mogelijk. Aan de zeevarenden is gevraagd of zij gebruik maken van de mogelijkheden van de website zoals het opzoeken van leenmateriaal in de catalogus en het doorgeven van het doorgeven van aanschafsuggesties. Hiervan maakt slechts 3% van de zeevarenden af en toe gebruik, hetgeen natuurlijk samenhangt met het feit dat de website aan boord nauwelijks of niet te bezoeken is. De volgende vraag of men in de toekomst materiaal wil kunnen reserveren via de website wordt dan ook slechts door een minderheid (42%) bevestigd beantwoord, van de andere helft hoeft of kan dit niet. Zoals gezegd de meeste schepen zijn op dit moment niet uitgerust met open internet verbinding, beperkt e-mail verkeer is meestal wel mogelijk. Aan de leden is ook gevraagd of zij een nieuwsbrief van Bibliotheek Rotterdam willen ontvangen, digitaal of via de post. Op dit moment worden de leden niet regelmatig geïnformeerd via een nieuwsbrief. Het blijkt dat slechts een kwart van de zeevarenden (28%) graag een nieuwsbrief zou willen ontvangen, de helft (51%) staat er neutraal tegenover en 21% wil (liever) géén nieuwsbrief ontvangen. Deze percentages gelden ook voor de reders wat betreft de papieren nieuwsbrief. Daarentegen geeft de helft van de reders (51%) aan graag een digitale nieuwsbrief te willen ontvangen, 30% staat hier neutraal tegenover en 17% wil dit (liever) niet. Het meest geschikt om de leden op de hoogte te houden is dus een digitale nieuwsbrief naar de reders en deze hebben dan altijd de mogelijkheid om de nieuwsbrief door te sturen naar hun eigen schepen zodat zeevarenden er ook kennis van kunnen nemen. Van belang is het dan wel dat de digitale nieuwsbrief een kleine bestandsgrootte heeft. Mogelijke onderwerpen voor de nieuwsbrief zijn de actuele informatie van de ruilpunten, nieuwe aanwinsten en boekentips. Het is vooral van belang om in de nieuwsbrief bekendheid te geven aan de mogelijkheden om leenmateriaal aan te vragen. Aangezien uit dit onderzoek is gebleken dat veel leden hiervan niet op de hoogte waren.
24
HOOFDSTUK 5. SAMENVATTING EN CONCLUSIES In dit hoofdstuk worden in de eerste paragraaf de belangrijkste resultaten uit het onderzoek herhaald en conclusies getrokken. De tweede paragraaf geeft aanbevelingen hoe afdeling Zeevaart van Bibliotheek Rotterdam haar dienstverlening nog beter kan afstemmen op haar leden.
5.1
SAMENVATTING EN CONCLUSIES
In de inleiding worden kort het doel en onderwerp van dit rapport gegeven. Vervolgens gaat het over het gebruik, het ruilen en de inhoud van de boekenkist. Tot slot wordt ingegaan op de bekendheid met en het belang van bibliotheekvoorzieningen, de beoordeling van de dienstverlening en de informatiestromen. Inleiding Dit onderzoek is verricht in opdracht van de Stichting Vrienden Bibliotheekwerk voor Varenden. Het doel van het onderzoek is om de wensen en behoeften van reders en zeevarenden over de huidige dienstverlening van de afdeling Zeevaart van Bibliotheek Rotterdam zichtbaar te maken. Hiervoor dienen we eerst te weten in hoeverre reders en zeevarenden nu tevreden zijn over de geboden service en de boekenkist. Ook is het onderzoek zijdelings ingezet om de (naams)bekendheid van afdeling Zeevaart bij de doelgroep te vergroten. De onderzoeksmethode bestaat grotendeels uit een uitgebreide schriftelijke enquête gehouden onder de ingeschreven reders en de zeevarenden op de schepen die gebruik maken van de boekenkist. De respons hierop was voldoende groot, respectievelijk 53% reders en 37% van de schepen. Gemeten naar vaarvlag, scheepsgrootte en type rederij is de respons van de schepen representatief voor alle ingeschreven leden. Ten tweede is ook een korte schriftelijke enquête gehouden onder de niet-leden. De respons onder de niet-leden was laag, slechts een aantal van 34 reacties. De doelgroep van de afdeling Zeevaart van Bibliotheek Rotterdam zijn alle Nederlandse reders en de zeevarenden aan boord van schepen onder Nederlandse vlag. Ongeveer 40% van alle Nederlandse reders is ingeschreven bij de afdeling Zeevaart, waarbij in verhouding relatief meer grotere rederijen zijn aangesloten dan kleine scheepseigenaren (5 of minder schepen). Het deelnemerspercentage van de schepen onder Nederlands beheer en onder Nederlandse vlag is 33%. Relatief zijn meer grotere schepen en vrachtschepen ingeschreven en nauwelijks zeewaardige sleepboten en bergingsschepen. Het gebruikerspercentage onder de Nederlandse zeevarenden wordt geschat op 29% en onder buitenlandse zeevarenden 5%. Het landelijke gebruikerspercentage van alle openbare bibliotheken onder volwassen leden is 17%. Kortom het aandeel van zeevarenden dat gebruik maakt van de boekenkist is behoorlijk hoog te noemen. De Nederlandse zeevarenden die gebruik maken van de boekenkist bekleden de functie van kapitein, officier of werktuigkundige. De helft heeft een hogere beroepsopleiding gevolgd en ook de helft vaart al langer dan 15 jaar. Zeevarenden kijken meer films en luisteren meer muziekcd’s dan dat ze boeken lezen. Ouderen (> 40 jaar) lezen meer boeken dan jongeren en omgekeerd kijken jongeren meer films en luisteren muziekcd’s dan ouderen. Gebruik van boekenkist De helft van de schepen heeft één boekenkist aan boord en de andere helft twee. Op dit moment zijn er circa 600 kisten met 24.000 boeken aan boord van de Nederlandse zeevloot. De boekenkisten worden gemiddeld één keer per tien maanden geruild. De meerderheid van de zeevarenden zou de kisten vaker willen ruilen, gemiddeld één keer per zes maanden. Ongeveer een vierde deel van de bemanning maakt gebruik van de boekenkist en deze bemanningsleden lezen gemiddeld een kwart van de boeken uit de kist. Oudere bemanningsleden lezen relatief de meeste boeken uit de kist.
25
Bibliotheek voor de zeevaart
Samenvatting en conclusies
Ruilen van boekenkist De meerderheid van de boekenkisten worden bij de Bibliotheek Rotterdam geruild, een derde deel bij de zeven Nederlandse depots, waarbij de meerderheid door de scheepsleveranciers uit Dordrecht, Breskens en Delfzijl. Een klein deel van de boekenkisten wordt geruild bij de twaalf buitenlandse depots en 1% wordt onderling tussen de schepen geruild. De meeste vraag is er naar uitbreiding van de buitenlandse depots waarbij dit ver uit elkaar gelegen plaatsen over de hele wereld zijn. Relatief het meest genoemd zijn de plaatsen Houston aan de Golf van Mexico en Baltimore aan de Oostkust in Amerika en Dubai in de Arabische Emiraten. Inhoud van de boekenkist Reders en zeevarenden vinden dat de inhoud van de boekenkist moet blijven bestaan uit romans, informatieve boeken en tijdschriften. Een groot deel van de zeevarenden zou willen dat ook dvd’s, cd-roms en muziekcd’s geleverd worden in de boekenkist. Voor de reders hoeft dit niet zo nodig. Zowel reders als zeevarenden vinden het minder belangrijk dat taalcursussen geleverd worden en aan luisterboeken, bladmuziek of grote letterboeken heeft men ook weinig behoefte. Het blijkt dat de boekenkist voor de grotere meerderheid van de zeevarenden wel degelijk belangrijk is, alhoewel dit meer geldt voor de oudere dan voor de jongere zeevarende. De meeste vinden dat de inhoud van de kist goed en actueel is, ook dit geldt meer voor de oudere zeevarende. De informatieve boeken sluiten goed aan op de interesse van de meeste zeevarenden. Daarentegen vindt slechts de helft dat veel romans aanspreken, en voor jongeren is dit zelfs nog minder. De kwaliteit van de romans of leesboeken wordt wel hoger gewaardeerd dan die van de informatieve boeken. De meerderheid vindt de tijdschriften bruikbaar en leuk en waardeert deze ook hoog. De taalcursussen worden het laagste gewaardeerd en deze worden dan ook minder belangrijk gevonden. Van de leesboeken zijn thrillers, oorlogs- en verzetsboeken, zeevaartromans, historische romans en literatuur het meest favoriet onder zeevarenden. Het aanbod van Nederlandstalige en Engelstalige literatuur en complete series van strips vind men te beperkt. Van de informatieve boeken vindt men het aanbod van recente (semi-)wetenschappelijke boeken over scheepvaart, geschiedenis, techniek, landen en volkeren te beperkt. Men wil graag meer informatieve boeken zien dan nu het geval is dit en mag best ten koste gaan van de leesromans. Derhalve zouden informatieve dvd’s en cd-roms een goede aanvulling zijn voor de boekenkist. Bekendheid en belang De boekenkist en de geboden service door de afdeling Zeevaart zijn goed bekend bij alle zeevarenden, zowel de leden als de niet-leden. Alleen de binnenlandse en buitenlandse depots zijn erg onbekend bij de niet-leden. Terwijl dit door de leden wel als een belangrijke uitleenvoorwaarde wordt gezien. De belangrijkste reden waarom reders geen gebruik maken van de dienstverlening is dat zij voornamelijk buitenlandse bemanningsleden in dienst hebben. Ook zijn deze reders (niet-leden) van mening dat bemanningsleden dit zelf moeten regelen en dat dit niet (meer) de taak is van de reder. Bijna de helft van de niet-leden vindt dan ook dat de boekenkist overbodig is aan boord, er is immers al zoveel aan boord. Ook vindt de helft van de niet-leden de boekenkist onbelangrijk in de moderne tijd. Daarentegen vinden bijna alle leden dat de boekenkist een waardevolle toevoeging is aan boord en belangrijk blijft in het moderne informatietijdperk. Voor de leden heeft de boekenkist dus zeker bestaansrecht, alhoewel zij wel erkennen dat lang niet iedereen aan boord gebruik maakt van de kist. Beoordeling De dienstverlening van de afdeling Zeevaart scoort gemiddeld een ruime voldoende (7,5) bij de reders en zeevarenden. Ook is de meerderheid van mening dat het personeel klantvriendelijk en deskundig is, zorgvuldig met klachten omgaat en dat vragen via telefoon en e-mail goed worden afgehandeld. Veel zeevarenden hebben nauwelijks contact met het personeel van de bibliotheek omdat alles wordt afgehandeld via de scheepsleverancier of iemand anders aan boord. Hierdoor geven velen geen oordeel
26
over de geboden service. Desalniettemin geeft de meerderheid aan tevreden te zijn over het ruilen en het afleveren van de boekenkist door Bibliotheek Rotterdam en de scheepsleveranciers. Informatiestromen Van de mogelijkheid om leenmateriaal aan te vragen of te reserveren wordt zeer weinig gebruik gemaakt. Waarschijnlijk ook omdat velen niet op de hoogte waren dat men persoonlijk materiaal kan reserveren. De website van Bibliotheek Rotterdam kan door velen niet bezocht worden op zee omdat men aan boord veelal geen open internetverbinding heeft, beperkt e-mail verkeer is meestal wel mogelijk. Voor het aanvragen van leenmateriaal via de website bestaat dan ook maar beperkt interesse. Aan een nieuwsbrief onder zeevarenden bestaat weinig behoefte. De helft van de reders zouden wel graag een digitale nieuwsbrief ontvangen. Mogelijke onderwerpen voor de nieuwsbrief zijn de actuele informatie van de ruilpunten, nieuwe aanwinsten, boekentips en welke service men biedt. De reders kunnen dan (mits een kleine bestandsgrootte) deze e-mail doorsturen naar de zeevarenden.
5.2
AANBEVELINGEN
1. Vergroot het persoonlijk contact door digitale communicatie met de leden. Bibliotheek Rotterdam heeft weinig contact met de meeste leden (zowel reders als zeevarenden) omdat bijna alles verloopt door tussenkomst van de scheepsleverancier. Terwijl leden vaak al lang lid zijn en al lang op zee varen en dus trouwe leden zijn, is er toch nauwelijks persoonlijk contact. E-mail verkeer kan hiervoor een oplossing bieden om meer persoonlijk contact te verkrijgen. Hiervoor is het noodzakelijk dat zoveel mogelijk e-mailadressen van reders en zeevarenden accuraat worden geregistreerd (zoals dit op dit moment al meer en meer gebeurt). Naar de reders kan dan een digitale nieuwsbrief verstuurd worden. Hiermee worden ze dan op de hoogte gehouden van actuele informatie over de ruilpunten, de mogelijkheden en uitleenvoorwaarden. Deze digitale nieuwsbrief moet klein van omvang zijn, zodat de reder dit ook kan doorsturen naar de zeevarenden. In dat geval zouden in de nieuwsbrief ook boekbesprekingen en boekentips kunnen worden opgenomen en bijvoorbeeld ook een column van een lezende zeevarende. 2. Beloon de inzet van scheepsleveranciers en onderhoud een goede relatie met hen. Scheepsleveranciers vervullen een cruciale rol bij de goede afhandeling van het ruilen van een boekenkist. Zonder de vrijwillige bijdrage van de scheepsleveranciers zou afdeling Zeevaart van Bibliotheek Rotterdam deze service namelijk onvoldoende kunnen bieden. Uit dit onderzoek komt naar voren dat zowel de reders en zeevarenden hier tevreden over zijn en dit betekent dat de scheepsleveranciers hun taak serieus opvatten en uitvoeren. Het is dan ook van belang dat Bibliotheek Rotterdam hierover haar waardering blijft uitspreken en dit in een of andere vorm jaarlijks beloont. Er kan hierbij worden gedacht aan het toepassen van dezelfde regels voor alle scheepsleveranciers als voor de depothouders (zeemanshuizen en een deel van de scheepsleveranciers). Het goede nieuws dat reders en zeevarenden tevreden zijn over de geboden service moet zeker ook overgebracht worden aan de betrokken scheepsleveranciers. 3. De inhoud van de boekenkist aanpassen aan de belangrijkste wensen van zeevarenden. De belangrijkste wensen van de zeevarenden zijn meer (actuele) Nederlandse en Engelstalige literatuur en complete series. Ook zou men graag meer actuele (semi-)wetenschappelijke boeken willen aantreffen over scheepvaart, geschiedenis, techniek, landen en volkeren. Daarbij mogen naar verhouding meer informatieve boeken (bijvoorbeeld 20) worden bijgevoegd dan leesboeken. Ook is het van groot belang de inhoud van de boekenkist af te stemmen op de smaak van jonge zeevarenden. Uit het onderzoek kwam naar voren dat een deel van de jongere de boekenkist onbelangrijk vindt, het aanbod mager en verouderd en dat zij weinig romans aansprekend vinden. Het leveren van actuele en recente boeken is dus een absolute voorwaarde om jongere te interesseren voor de boeken-
27
Bibliotheek voor de zeevaart
Samenvatting en conclusies
kist. Ook zou het bijsluiten van dvd’s, cd-roms en muziekcd’s in de boekenkist een welkome aanvulling zijn voor met name jongere. Informatieve dvd’s en cd-roms zullen het meeste aanspreken omdat meestal al veel speelfilm dvd’s en muziekcd’s aan boord zijn. 4. Streef er naar om de boekenkist één keer in het half jaar te ruilen. Zeevarenden willen graag hun boekenkist vaker ruilen maar in de praktijk lukt dit vaak niet. Bibliotheek Rotterdam zou hierop kunnen inspelen door een zodanig registratiesysteem in te richten dat er een melding komt wanneer een boekenkist vijf maanden aan boord staat. Vervolgens wordt de reder en/of de kapitein rechtstreeks via de e-mail aangeven dat de boekenkist bijna een half jaar aan boord staat. Daarbij meldt Bibliotheek Rotterdam dat zij graag wil meedenken over welke wijze de boekenkist het snelste geruild kan worden. Een andere mogelijkheid is om de betreffende scheepsleverancier van dit schip op de hoogte te stellen, zodat deze mogelijk actie kan ondernemen om tot spoedige ruiling van de kist te komen. 5. Onderzoek de mogelijkheden om meer buitenlandse depots op te richten. Ofschoon er op dit moment weinig geruild wordt in de buitenlandse depots geeft de helft van de reders en een kwart van de zeevarenden aan dat zij ook in andere plaatsen in het buitenland zouden willen kunnen ruilen. Om aan deze wens tegemoet te komen en ook om het streefaantal van één keer in het half jaar te ruilen te kunnen halen zouden meer depots in het buitenland opgericht moeten worden. De plaatsen waar de voorkeur naar uitgaat zijn Houston, Baltimore en Dubai. Andere geschikte havenplaatsen staan vermeld in tabel 8. We dienen ons hierbij wel te realiseren dat het daadwerkelijk aantal ruilingen in deze depots laag zal zijn. 6. Bied een eenvoudig aanvraagformulier aan waardoor het mogelijk is om een persoonlijke boekenkist samen te stellen. Omdat er steeds meer sprake is van een één of enkele Nederlandse bemanningsleden aan boord sluit een algemeen samengestelde boekenkist, voor ieder wat wils, slecht aan bij de persoonlijke interesses van de enige Nederlander of de enkele Nederlanders aan boord. Om hierop in te spelen lijkt het raadzaam dat dergelijke leden hun boekenkist op eenvoudige wijze zelf kunnen samenstellen. Momenteel is het ook al mogelijk om leenmateriaal aan te vragen maar hier wordt nog weinig gebruik van gemaakt. Dit werd ten eerste veroorzaakt doordat het aanvragen van leenmateriaal onvoldoende bekend is. Ten tweede is het aan boord vaak niet mogelijk om de catalogus via internet te raadplegen, hetgeen het ook moeilijker maakt om te reserveren. Een oplossing zou kunnen zijn om een eenvoudig formulier via e-mail aan te bieden waarop kan worden aangegeven welke materialen over welke onderwerpen men zou willen aantreffen in de boekenkist. Hierbij is er natuurlijk ook de mogelijkheid om boeken op titel of schrijver aan te vragen maar voor wie dit niet weet moet op simpele wijze gereserveerd kunnen worden. 7. Bied de mogelijkheid aan om als zeevarende persoonlijk lid te worden. In het verlengde van bovenstaande service van het samenstellen van een persoonlijke boekenkist is het logisch om ook deze mogelijkheid aan zeevarenden te bieden. Zeker voor zeevarenden waarvan de reders het niet passend vinden binnen het personeelsbeleid en arbeidsvoorwaarden. Ook sluit het veel beter aan bij kapiteineigenaars, deze zijn zowel reder als zeevarende. De zeevarenden kan men het beste bereiken door veelvuldig te adverteren en/of artikelen te plaatsen in de diverse vakbladen (zie aanbeveling 8). 8. Tracht nieuwe leden te werven onder kleine scheepseigenaren of kapitein-eigenaars. Wat betreft de grotere rederijen is het deelnemerspercentage behoorlijk hoog en is het plafond waarschijnlijk bereikt. Daarentegen is het deelnemerspercentage onder kleine scheepseigenaren (5 of minder schepen) of kapitein-eigenaars laag en ligt hier waarschijnlijk nog een behoorlijk potentieel aan leden. Deze groep vraagt in het bijzonder om een andere service omdat het gaat om kleine bemanningen, waarvan meestal maar één of hooguit twee Nederlanders. Het hierboven geschetste eenvoudige aanvraagformulier om een persoonlijke boekenkist samen te stellen en persoonlijk lidmaatschap is dus vooral voor deze groep interessant. Deze doelgroep is echter moeilijk telefonisch of schriftelijk te bereiken en dus is een directe mailing of een telefonische aanbieding nauwelijks effectief. Men kan de doelgroep het beste bereiken door
28
artikelen te plaatsen en/of te adverteren over de nieuwe mogelijkheden van persoonlijk lidmaatschap en het samenstellen van een persoonlijke boekenkist in de diverse vakbladen. De vakbladen zijn Wacht te Kooi (Weekblad Schuttevaer), NRC De Week (NRC Handelsblad), Schip Werf & de Zee (Koninklijke Vereniging van Technici in de Scheepvaart), Notices to Master Marines (Nederlandse Vereniging van Kapiteins ter Koopvaardij), KVNR Nieuwsbrief (Koninklijke Nederlandse Vereniging van Reders), Nautilus Maritiem Magazine (Vakbond voor maritieme werknemers), Scheepvaartjaarboeken (Uitgeverij de Alk), Tijdschrift Diepgang (Nederlandse Zeemanscentrale), Spuigat (Vereniging Maritiem Gezinscontact). De eerste twee weekbladen worden gratis verspreid onder alle zeevarenden. Over het algemeen worden de vakbladen goed gelezen en hiermee kan men dus de doelgroep bereiken. 9. Uit dit onderzoek komt naar voren dat reders en zeevarenden over het algemeen erg tevreden zijn over de boekenkist en de dienstverlening. De boekenkist is een waardevolle toevoeging aan boord en blijft belangrijk in het informatietijdperk. Daarom willen we dit rapport afsluiten met misschien wel de belangrijkste aanbeveling: Ga zo door!
29
Bibliotheek voor de zeevaart
Samenvatting en conclusies
30