POLEN IN ROTTERDAM Een verkennend onderzoek naar de leef- en werksituatie en de (toekomst)plannen van Polen in Rotterdam
Gemeente Rotterdam Bestuursdienst Directie veiligheid Kenniscentrum November 2008
Inhoud 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Opdracht en betrokkenen .................................................................................................... 3 Doelen van het onderzoek................................................................................................... 3 Conclusies en beleidsadviezen samengevat ....................................................................... 4 Onderzoekstype en onderzoeksmethode............................................................................. 5 Migratietraditie van Polen: Poolstalige bronnen gescand..................................................... 6 Resultaten enquête.............................................................................................................. 8 6.1. Enquêteperiode en –plaats, officiële cijfers en schattingen van aantal Polen ............... 8 6.2. Verminderende respons door “vrees voor moeilijkheden op de werkvloer/met het uitzendbureau” ............................. 8 6.3. Twee verschillende groepen Polen in twee wijken van Rotterdam ............................... 9 6.4. Komst naar Rotterdam: motief migratie en wijze migratie........................................... 12 6.5. Werken in Rotterdam ................................................................................................. 15 6.6. Wonen in Rotterdam .................................................................................................. 17 6.7. Dubieuze rol sommige uitzendbureaus bij woon- en werksituaties............................. 18 6.8. Toekomst van Polen in Nederland/Rotterdam?.......................................................... 18 7. Conclusies cijfers en beleidsadviezen................................................................................ 22
Een verkennend onderzoek onder Polen
2
1. OPDRACHT EN BETROKKENEN Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de gemeente Rotterdam onder toezicht en begeleiding van het Kenniscentrum van de Directie Veiligheid alsmede de stadsmariniers van de Tarwewijk en Delfshaven. Dit onderzoeksverslag met conclusies en aanbevelingen is geschreven door het Kenniscentrum van de Directie Veiligheid nadat de onderzoeksresultaten en aanbevelingen zijn besproken in een begeleidingsgroep onder leiding van de projectmanager MOE-landers. In de begeleidingsgroep zaten leden van de gemeentelijk werkgroep MOElanders, de stadsmarinier Delfshaven en de twee Poolse projectmedewerkers die het veldwerk voor het onderzoek hebben uitgevoerd.
2. DOELEN VAN HET ONDERZOEK Het onderzoek had twee doelen: 1. inzicht krijgen in de woon- en werksituatie van de Polen in Rotterdam; 2. een beeld krijgen van de toekomstplannen van de Polen in Rotterdam. Meer specifiek is met het onderzoek antwoord gezocht op de volgende vragen: 1. Wie zijn de Polen in Rotterdam: geslacht, leeftijd, herkomst,…? 2. Welke opleiding en kwalificaties hebben zij? Wat is hun talenkennis? 3. Op welke manier vinden de mensen werk: zelfstandig, via uitzendbureau…? 4. In welke branches werken de Polen en hoeveel verdienen ze? 5. Waar en onder welke omstandigheden wonen zij? 6. Welke (toekomst)plannen hebben ze? Hoe lang willen ze blijven in Rotterdam? Hoeveel Polen wil eventueel voor altijd blijven in Nederland?
Een verkennend onderzoek onder Polen
3
3. CONCLUSIES EN BELEIDSADVIEZEN SAMENGEVAT In Rotterdam blijken er grosso modo twee verschillende groepen Polen te wonen: - de wat oudere vaklieden, die al meer gesetteld waren in het thuisland; ze zijn vaker gehuwd en hebben vaker een gezin. Hierdoor zijn ze ook meer verbonden met het thuisland. - de wat jongere, minder gebonden Polen met vaak een wat hogere opleiding. De meesten zijn nog vrijgezel en voor velen lijkt de toekomst nog open. De eerste groep, de wat oudere, gebonden vaklieden werken vooral in de bouwsector. De tweede groep, de wat jongere, minder gebonden Polen, werken overal waar er werk te krijgen is: in de tuinbouw, food productiewerk, vleesverwerkingssector of bouw. Van de wat oudere vaklieden mag verwacht worden dat zij typische arbeidsmigranten zijn die heen en weer reizen tussen het thuisland en landen waar behoefte bestaat aan goedkope arbeid. Van de wat jongere Polen, die minder gebonden zijn, is minder duidelijk wat zij zullen gaan doen. Of deze mensen zullen blijven, zal vooral afhangen van de arbeidsvraag hier én van externe pull- en pushfactoren als de economische situatie in het eigen land en andere (potentiële) migratielanden als Engeland, Ierland en Duitsland. Deze factoren zullen gevolgd moeten worden, wil men een beeld kunnen krijgen van de toekomstige migratiestromen en verwachtingen ten aanzien van de verblijfsduur van Polen in Nederland. De verschillende wensen en verwachtingen ten aanzien van de verblijfsduur van Polen heeft ook gevolgen voor de verwachte nood aan huisvesting. Diegenen die langer willen blijven, hebben een ander soort huisvestingsbehoefte dan diegenen die hier maar tijdelijk willen verblijven. Aanbevolen wordt rekening te houden met de verschillende woonwensen van deze categorieën arbeidsmigranten. Tijdelijke woonruimte voor arbeidsmigranten die zeker zijn dat ze voor kortere tijd zullen werken en meer permanente woonruimte voor diegenen die verwachten hier langer te werken en wonen. De meeste Polen wonen nu niet zelfstandig en zo’n 5% geeft zelfs aan een kamer te delen met anderen. De rol van de uitzendbureaus in de huisvesting is cruciaal. Zo’n 15% van de geïnterviewden geeft aan dat de baas de huisvesting betaalt. In sommige gevallen betekent dit dat alles goed geregeld is: in het contract staat dat transport naar en huisvesting in Nederland door het uitzendbureau geregeld is. Dit zou geen effect mogen hebben op het arbeidsloon, maar dat is niet altijd het geval. De hoogte van het arbeidsloon wordt hierdoor ondoorzichtiger. Er zijn bovendien uit verschillende bronnen indicaties dat sommige uitzendbureaus hun Poolse werknemers verkeerd, niet voldoende of niet correct informeren over huisvesting en/of arbeidsrechten. Het verdient dan ook aanbeveling om de arbeidsmigranten los te weken van malafide uitzendbureaus. Polen zouden via de overheid en via vakbonden meer geïnformeerd kunnen worden over hun rechten en plichten in Nederland. Ook andere infokanalen als de informatieboekjes in het Pools die door de gemeente Rotterdam ontwikkeld zijn, blijken zeer handig. 30 tot 60% van de nu in Rotterdam verblijvende Polen geeft aan hier voor langere tijd of zelfs voor altijd te willen verblijven. Dit betekent dat er veel moet verbeteren aan hun kennis van het Nederlands. Slechts 11 tot 15% geeft zelf aan Nederlands te kunnen spreken. Kennis van de taal is een noodzakelijke voorwaarde om als volwaardig arbeidskracht of burger mee te tellen. Het animo om de taal te leren is overigens groot. Er zal ingezet moeten worden op integratie en inburgering. Aanbevolen wordt om inburgering en scholing in de Nederlandse taal te koppelen aan huisvesting en arbeid. Momenteel wordt gewerkt aan een convenant waarbij uitzendbureaus die arbeidsmigranten als medewerkers willen inzetten zich committeren aan goede huisvesting en Nederlandse lessen.
Een verkennend onderzoek onder Polen
4
4. ONDERZOEKSTYPE EN ONDERZOEKSMETHODE Dit onderzoek is een kwalitatief, exploratief onderzoek. De volgende bronnen zijn gebruikt: 1. door Polen ingevulde vragenlijst (2 wijken); 2. gesprekken met (potentiële) respondenten (gevoerd door Poolstalige medewerkers, die vragenlijsten hebben uitgereikt); 3. (regionale) kennis van de Poolse medewerkers, aangevuld met een scan van Poolse bronnen inzake migratie van Polen en 4. gesprekken met begeleidingsgroep (de Poolse medewerkers, leden van de werkgroep MOE-landers, en de stadsmarinier Delfshaven). Door de antwoorden op de vragenlijsten te bespreken met de begeleidingsgroep, konden de leden van de begeleidingsgroep deze enquêtedata koppelen en interpreteren vanuit hun eigen kennis over Polen en de leefsituatie van Polen in Rotterdam. Dit is een kwalitatieve onderzoeksmethode die men ‘bricolage’ noemt: het bij elkaar voegen van kennis en informatie vanuit verschillende perspectieven (de zogenaamde ‘triangulatie van bronnen en van interpretaties’). Het onderzoek is dus ondanks dat gebruik gemaakt is van vragenlijsten géén kwantitatief onderzoek, het is een sfeertekening. Soms worden bestaande visies bevestigd, soms komen nieuwe aspecten aan het licht. De vragenlijsten zijn uitgezet in twee wijken: Oud Mathenesse, in West Rotterdam tegen de grens van Schiedam, en Tarwewijk op Rotterdam Zuid. De enquêtes zijn uitgedeeld op knooppunten waar Polen komen en via netwerken van de Poolse projectmedewerkers. Hierbij is ook gebruik gemaakt van de sneeuwbalmethode: geënquêteerden werd gevraagd of zij nog Polen in hun wijk kenden die de vragenlijst konden invullen. De analyse van de data uit de vragenlijst is gemaakt vanuit een vergelijking van groepen Polen in Oud Mathenesse en Tarwewijk. Om uitspraken te doen over Rotterdam zijn de data van beide wijken ook samengevoegd1. Dit onderzoek is niet 100% representatief voor alle Polen in Rotterdam, maar geeft door de gebruikte methode – triangulatie, bricolage en vergelijking van twee groepen Polen in twee wijken – wel een betrouwbaar beeld van de werk- en woonsituatie en de toekomstplannen van deze Polen. In hoofdstuk 6 zullen de onderzoeksresultaten beschreven worden. Eerst een korte schets van de migratietraditie van Polen. Een schets die vooral steunt op een scan van Poolse bronnen hierover.
1
De stadsmariniers van beide wijken waren de opdrachtsgevers van het onderzoek. Zij waren vooral geïnteresseerd in de situatie van de Polen in eigen wijk. Later zijn ook de andere gemeentelijke partners erbij betrokken vanuit de werkgroep MOE-landers. De werkgroep MOE-landers is natuurlijk ook geïnteresseerd in de verschillen tussen beide wijken, maar als gemeentelijke werkgroep ook in de situatie van Polen in Rotterdam.
Een verkennend onderzoek onder Polen
5
5. MIGRATIETRADITIE VAN POLEN: POOLSTALIGE BRONNEN GESCAND Polen kennen al langer een emmigratietraditie. Voorafgaand aan 1989 – de val van het communistisch regime- was er sprake van emigratie: tijdens de industriële hoogdagen vertrokken al veel Polen naar vooral Duitsland om te werken. Het motief voor migratie was toen economisch. Later voor, tijdens en soms zelfs na de sluiting van de grenzen in de communistische landen waren er ook Polen die hun land ontvluchten om politieke redenen. Eenmaal het land ontvlucht, konden deze migranten niet meer terug naar Polen zonder gevaar. De politieke migratie betekende dus vooral een blijvend vertrek vanuit Polen. Deze politieke migranten waren meestal hoger opgeleide stedelingen en zij gingen daar waar de grootste traditionele concentraties van Polen zich bevonden (vrij vertaald naar Jadźwińska/ Okólski, 2001, p. 13). Na de val van het communistisch regime in 1989 kregen de Polen vanuit het eigen land de vrijheid om te reizen. Hierdoor zijn steeds vaker de bewoners van de kleine steden en dorpen gaan migreren en niet zoals eerder alleen uit de grote steden. Dit waren tijdelijke vertrekken om geld te verdienen, voor een jaar of meer, maar zonder plannen om zich te vestigen. Ook hadden zij een seizoensgebonden karakter onder de schijn van toerisme, maar met een bedoeling voor een reguliere tewerkstelling. Ook het opleidingsniveau en de kwalificaties van de vertrekkende arbeidskrachten uit Polen zijn omlaag gegaan (vrij vertaald naar Jadźwińska, Okólski 2001 : 1617). Volgens Kaczmarczyk en Łukowski (2005, p.16) is deze seizoensmigratie een vast verschijnsel geworden: Polen gaan heen en weer naar die landen van de Europese Uie waar er tijdelijk werk is. Deze Polen zijn meestal arbeidskrachten met lage aspiraties, op zoek naar snelle verdienste tijdens een kort verblijf in het buitenland, aangetrokken door westeuropese werkgevers die tijdelijk goedkope arbeidskrachten zoeken. Op 1 mei 2004 werd Polen lid van de Europese unie. Het lidmaatschap geeft recht op vrij verkeer, verblijf en (middels overgangsregelingen) werken binnen de EU. Vanaf 1 mei 2004 mochten de Polen in de EU werken met tewerkstellingsvergunning. Deze tewerkstellingsvergunning moet gezien worden als een overgangsmaatregel om de werknemers uit het ontvangend land te beschermen. Sinds mei 2007 mogen Polen zonder tewerkstellingsvergunning werken in alle branches in Nederland. In Duitsland is er nog wel een tewerkstellingsvergunning nodig (zie ook paragraaf 6.8). Vooralsnog wordt ervan uitgegaan dat Polen pas in 2012 vrij- zónder tewerkstellingsvergunning- in Duitsland kunnen werken. Volgens het rapport in de ”Polityka” „verblijven 836 duizend Poolse burgers buiten de grenzen, en zijn in de periode 2005-2007 voor werk en studie 1,336 miljoen personen vertrokken” (Benedykt, 2007, p. 10). Andere onderzoeken hebben andere cijfers. Volgens de bronnen van ECAS, European Citizen Action Service, is de schatting als volgt:
Bron van schatting Personen X 1.000
Min. voor werk en polit.soc. (MPiPS)
Katholieke kerk
Media
Landelijke Experten
Rapport ECAS
660
1.000
2.0004.000
1.200
1.120
Tabel 1: gegevens van arbeidsmigratie van Polen naar de EU landen volgens ECAS
Een verkennend onderzoek onder Polen
6
Uit andere Poolse bronnen2 over de Poolse emigranten blijkt dat de vertrokken en nog steeds in het buitenland verblijvende Polen meestal chauffeurs, bouwvakkers en mensen werkend in de levensmiddelenbranche en in de handel zijn. Mensen die eenvoudige diensten verrichten, dus. Gebaseerd op het rapport in Polityka blijkt dat de bereidheid om naar het buitenland te gaan het grootst is bij: - bouwvakkers, bijna 15%, - chauffeurs – 11%, - horeca/ hotel medewerkers – 10,1%, - informatica deskundigen – 9,2% en - artsen 6%. Als emigratiebestemmingslanden worden meestal de landen van de EU genoemd (Groot Brittanie, Duitsland, Ierland); het mystieke USA heeft zijn betekenis verloren. Ook Italië en Nederland zijn vaak in trek, maar onder studenten is ook Spanje na Groot Brittanië en Duitsland populair.
2
B. Kłos 2006, Migracja zarobkowa Polaków do krajów UE (Werk migratie van Polen naar de EU landen), Indos nr 2/2006, Biuro Analiz Sejmowych (Bureau voor Parlementaire Analyses), oktober 2006
Een verkennend onderzoek onder Polen
7
6. RESULTATEN ENQUÊTE
6.1. Enquêteperiode en –plaats, officiële cijfers en schattingen van aantal Polen In de periode van 19 mei tot 23 augustus zijn er enquêtes afgenomen in de Rotterdamse wijken Oud Mathenesse en Tarwewijk. Deze wijken zijn gekozen vanwege de concentratie van Polen in deze wijken. De stadsmariniers, die het inititiatief namen tot dit onderzoek, wilden meer te weten komen over de Polen in ‘hun’ wijk. Om deze redenen zijn de analyses wijkgericht. Om een beeld te krijgen van de Polen in Rotterdam, zijn deze gegevens samengevoegd. De enquête in Oud Mathenesse heeft betrekking op het gebied, tussen de straten: Schiedamseweg, Hogenbanweg, Buislaan en Tjalklaan. In de Tarwewijk is de enquête over de gehele wijk uitgevoerd. De geënquêteerden in de Tarwewijk zijn ook minder op straat aangesproken en vaker via netwerken van Polen benaderd. In de Tarwewijk verblijven ook al sinds langer meer Polen dan in Oud Mathenesse. Volgens de officiele gegevens (registratie GBA) wonen op het onderzochte terrein in Oud Mathenesse 66 personen met de Poolse nationaliteit. Maar een kort bezoek aan deze wijk laat zien hoe groot het verschil is tussen de officiele gegevens en de werkelijke situatie. Om meer concrete informatie te krijgen over het échte aantal inwoners van Poolse afkomst, heeft de enqueteur -de Poolse projectmedewerker- ‘verificatie’gesprekken gevoerd met de ’’vaste” bewoners in bars, levensmiddelenwinkels en het postkantoor, dus op die plaatsen waar specifiek ook veel Poolse bezoekers komen. Deze vaste bewoners schatten de grootte van de Poolse groep in op 300 tot 500 personen. Deze schatting wordt ook door de Polen in Oud Mathenesse bevestigd. Net als in Oud Mathenesse, wonen in de Tarwewijk veel inwoners met een Oost Europeese afkomst. De grootste groep vormen Polen, gevolgd door Bulgaren en Roemenen. Ook in de Tarwewijk is er een groot verschil tussen schattingen en het geregistreerd aantal Polen. Volgens het GBA zijn er officieel 155 personen met de Poolse nationaliteit. Volgens een schatting van de FNV zijn er bijna 1.300-1.500 Polen in deze wijk. Ook gesprekken met ”vaste” bewoners weerspreken de officiële cijfers uit het GBA. Zelfs de Polen in Tarwewijk, die gevraagd zijn om het aantal Polen te schatten, schatten in dat er tenminste 1.000 Polen in de Tarwewijk wonen.
6.2. Verminderende respons door “vrees voor moeilijkheden op de werkvloer/met het uitzendbureau” In de wijk Oud Mathenesse zijn er 169 enquêtes uitgedeeld, in Tarwewijk zijn 397 enquêtes uitgedeeld. Omdat er in de Tarwewijk meer Polen verblijven, zijn daar ook meer enquêtes uitgezet dan in Oud Mathenesse. Van de in totaal 566 uitgezette enquêtes bleven er 400 over die bruikbaar waren voor de onderzoeksanalyse. In Oud Mathenesse was er meer ‘verlies’ dan in Tarwewijk: respectievelijk 41% en 24% van de uitgezette enquêtes. Dit heeft natuurlijk ook met de benaderingswijze van de geënquêteerden te maken. Het aanspreken van onbekende Polen op knooppunten zal logischerwijs minder opleveren dan het verzoeken om mee te doen aan enquêtes door het aanboren van netwerken.
Een verkennend onderzoek onder Polen
8
In Oud Mathenesse hebben 69 personen de enquête niet (voldoende) ingevuld. Daar bleven dus 100 enquêtes over. Als verklaring voor het niet (verder) meewerken aan de enquête werden “tekort aan tijd” of ”vrees voor moeilijkheden op de werkvloer” genoemd. De weigerende personen waren hoofdzakelijk vrouwen. Dit is belangrijk, omdat mannen daardoor sterk oververtegenwoordigd zijn in de onderzoekspopulatie: 80% van de respondenten is man in de onderzoekspopulatie van Oud Mathenesse. In de aangesproken groep was dit ca. 60%. In de Tarwewijk zijn van de 397 uitgezette enquêtes uiteindelijk 300 bruikbare enquêtes teruggekomen. Sommigen gaven aan niet mee te willen werken omwille van een spoedige terugkeer naar Polen of een tekort aan vrije tijd. De meeste enquêtes die niet gebruikt werden waren ofwel niet serieus of grotendeels niet ingevuld. Ter vergelijking met Oud Mathenesse: in de Tarwewijk was 67% van de respondenten van de bruikbare vragenlijsten man. De genoemde ”vrees voor moeilijkheden op de werkvloer of met de uitzendbureaus” werd tijdens het afnemen van de enquetes meermaals gehoord of vermoed. Ook het wantrouwen ten aanzien van de gemeente speelde bij sommige Polen mee (de enquetes werden geïntroduceerd als een produkt van de gemeente) bij het weigeren van het invullen van de enquête. In een aantal gevallen komt dit doordat uitzendbureaus de arbeidsmigranten hiervoor waarschuwen. De Poolse projectmedewerkers geven aan dat er daarentegen ook Polen zijn die geleerd hebben dankbaar gebruik te maken van de toezichtacties op overbewoning van de gemeente Rotterdam om een eind te maken aan woonmistoestanden.
6.3. Twee verschillende groepen Polen in twee wijken van Rotterdam Polen in Tarwewijk: jonger, diverser en hoger opgeleid Polen in Oud Mathenesse: vak geleerd en ouder De onderzoeksresultaten wijzen erop dat er in de twee onderzochte wijken van Rotterdam twee verschillende groepen Polen verblijven. De geënquêteerde groep Polen in Tarwewijk is anders en vooral diverser dan die in Oud Mathenesse. In Tarwewijk zijn de Polen over het algemeen jonger (figuur 1: ca. 60% tov ca. 40%) en vaker vrijgezel (figuur 2: ca. 60% tov 45%) dan in Oud Mathenesse. Het opleidingsniveau is enerzijds hoger, maar ook diverser dan bij de Polen in Oud Mathenesse (zie figuur 3). Meer dan 50% van de geïnterviewde groep in Oud Mathenesse heeft een vakopleiding, 34% heeft een opleiding op of nabij het niveau van voortgezet onderwijs3. In Tarwewijk heeft bijna 50% van de geïnterviewden een opleiding van op of nabij het niveau van voortgezet onderwijs, maar er zijn ook meer mensen die maximaal de basisschool hebben afgemaakt én ook meer mensen met een HBO of universitair niveau (zie figuur 3). Polen in Oud Mathenesse in een verdere levensfase met meer banden met thuisland Uit het onderzoek blijkt verder ook dat de Poolse groep in de Tarwewijk minder vaste toekomstplannen heeft dan de groep in Oud Mathenesse. Bijna 50% van de geïnterviewden Polen in Tarwewijk weten nog niet of ze in Nederland willen blijven wonen tegen ca. 33% in Oud Mathenesse (zie ook paragraaf 6.8). Meer dan de helft van de groep in Oud Mathenesse weet al dat ze niét in Nederland wil blijven wonen. In Tarwewijk is dat een kwart van de ondervraagden. Ca. 70% van de geïnterviewden in Oud Mathenesse geeft aan dat ze hun gezin niét naar Nederland willen laten komen, in Tarwewijk is dat 44%. In Tarwewijk heeft ca. 20% ook geen gezin (in Polen), in Oud Mathenesse is dat maar 7%. 3
De meesten van deze mensen hebben een diploma, maar een groot deel ook niet. Een klein deel heeft na de opleiding ook een specialisatie-opleiding afgemaakt.
Een verkennend onderzoek onder Polen
9
Het lijkt er dus op dat de groep in Oud Mathenesse een groep is die over het algemeen in een verdere levensfase zit waardoor bepaalde toekomstplannen of –opties niet meer open liggen. Deze mensen zijn al meer gesetteld en gebonden vanuit Polen: ze hebben daar hun gezin, ze zijn vaker gehuwd in Polen. Ze komen vooral naar Nederland om te werken. Slechts ca. 13% wil wél in Nederland blijven wonen, maar de meesten zullen terug naar huis gaan naar hun gezin.
Tarwewijk: leeftijd
Oud Mathenesse: leeftijd
8%
14% 41%
32% 60% 45% onbekend
30+
30 of jonger
onbekend
30+
30 of jonger
Figuur 1: leeftijd geënquêteerde Polen
Oud Mathenesse: burg. staat 11%
Tarwewijk: burg. staat
0%
10%
1%
27% 44%
45%
62% onbekend
gehuwd
vrijgezel
gescheiden/weduwe(naar)
onbekend vrijgezel
gehuwd gescheiden/weduwe(naar)
Figuur 2: burgerlijke staat geënquêteerde Polen
Oud Mathenesse: opleidingsniveau 7%
1%
Tarwewijk opleidingsniveau
onbekend
4%
10%
2%
onbekend
8%
basisschool al dan niet afgemaakt
basisschool al dan niet afgemaakt
vakopleiding
vakopleiding
34%
54%
33%
voortgezet onderw ijs zonder/met diploma/+ specialisatie H.B.O./universiteit met/zonder diploma
47%
voortgezet onderw ijs zonder/met diploma/+ specialisatie H.B.O./universiteit met/zonder diploma
Figuur 3: opleidingsniveau geënquêteerde Polen
Een verkennend onderzoek onder Polen
10
Polen in Tarwewijk meer open naar toekomst toe In de Tarwewijk zijn de Polen over het algemeen minder gebonden, ze zijn jonger en hebben nog meer opties voor de toekomst. Ze hebben ook vaker een hogere opleiding. Hun toekomst ligt nog niet vast, ze kunnen nog meerdere kanten op en dat uit zich ook in meer onzekerheden over de toekomst. Deze Polen in de Tarwewijk staan over het algemeen ook positiever tegen het leren van Nederlands: ca. 60% staat er positief tegenover, slechts zo’n 20% negatief. In Oud Mathenesse staat ongeveer 45% positief tegenover het leren van Nederlands, 30% negatief. Tarwewijk: houding tov leren Nederlands
Oud Mathenesse: houding tov leren Nederlands
1%
1% 21%
31% 44% 20%
58%
24%
onbekend
positief
weet nog niet
negatief
onbekend
positief
weet nog niet
negatief
Figuur 4: houding t.o.v. leren Nederlands geënquêteerde Polen
In beiden wijken geldt trouwens dat slechts een heel klein aandeel van de geïnterviewde Polen aangeeft Nederlands te spreken4: 14% gemiddeld; van 11% in Oud Mathenesse tot 15% in Tarwewijk . Deze povere kennis van het Nederlands zou opgeschroefd moeten worden. Zeker als Polen hier voor langere tijd zouden willen werken en wonen. Meer over toekomstplannen van de Polen in Rotterdam meer in paragraaf 6.8. Eerst iets meer over het motief en de wijze van migratie.
Rotterdam: talenkennis 10%
11%
14%
45%
20%
onbekend
Engels
Nederlands
anders
Duits
Figuur 5: talenkennis van geënquêteerde Polen
4
De respondenten konden meerdere talen aankruisen. Er is voor gekozen om in de grafiek naast de kennis van het Nederlands ook de twee meest aangekruiste talen-Engels en Duits –te tonen. Als de respondenten Nederlands aankruisten én een andere taal, dan is dat gerekend tot Nederlands. Zo is bijvoorbeeld meerdere keren Engels én Nederlands of Duits én /Nederlands aangekruist. In dat geval kregen deze personen ‘Nederlands’ toegekend als
talenkennis, omdat voor dit onderzoek vooral de kennis van het Nederlands van belang is.
Een verkennend onderzoek onder Polen
11
6.4. Komst naar Rotterdam: motief migratie en wijze migratie 40% van de Polen uit 3 van de 16 regio’s en 65% uit 6 regio’s
Oud Mathenesse
Regio van herkomst
abs. aantal
Rotterdam
Tarwewijk abs. aantal
%
abs. aantal
%
%
Dolnosláskie
4
4%
39
13%
43
11%
Kujawsko-Pomorskie
5
5%
30
10%
35
9%
Lubelski
2
2%
13
4%
15
4%
Lubuski
10
10%
13
4%
23
6%
Lódzkie
5
5%
9
3%
14
4%
Malopolski
19
19%
16
5%
35
9%
Mazowieckie
5
5%
14
5%
19
5%
Opolski
20
20%
46
15%
66
17%
Podkarpackie
0
0%
11
4%
11
3%
Polaskie
0
0%
3
1%
3
1%
Pomorskie
1
1%
12
4%
13
3%
Sláskie
11
11%
38
13%
49
12%
Swiétokryskie
2
2%
3
1%
5
1%
Warminsko-mazurskie
4
4%
12
4%
16
4%
Wielkopolskie
6
6%
27
9%
33
8%
Zachodniopomorskie Total
6
6%
14
5%
20
5%
100
100,0%
100%
100,0%
100%
100,0%
Tabel 2: Regio van herkomst van geënquêteerde Polen
Uit de enquête blijkt dat zo’n 65% van de in Rotterdam verblijvende Polen uit 6 van de 16 regio’s in Polen komt (in volgorde van belang): - Opolski (ca. 17%) ; - Sláskie, Silezië in het Nederlands genoemd (ca. 12%); - Dolnosláskie (ca. 11%); - Kujawsko-Pomorskie (ca. 9%); - Malopolski (9%) en - Wielkopolskie (ca. 8%). Bijna 40% van de Rotterdamse Polen komt uit de eerste drie genoemde regio’s. Opolski en Silezië zijn het vaakst regio’s van herkomst van Polen die in Oud Mathenesse én Tarwewijk verblijven. Maar ook hier zien we weer verschillen tussen de Polen die in Oud Mathenesse én de Tarwewijk verblijven. Dit wordt beschreven hieronder, bij de korte beschrijving van de belangrijkste regio’s.
Een verkennend onderzoek onder Polen
12
Zes belangrijkste herkomstregio’s en Lubuski Opolski, Silezië en Dolnosláskie liggen vlakbij elkaar. Deze regio’s behoorden vroeger samen tot Oud-Silezië. Het zijn die regio’s waar veel Duitse Polen verblijven. Deze Polen voelen zich Duits, maar worden vooralsnog gediscrimineerd in Duitsland. Polen uit deze streken zijn gewend te migreren voor werk. In Dolnosláskie zijn er ook veel Nederlandse grote investeerders en er zijn ook Nederlandse uitzendbureaus geregistreerd die daarvandaan werken voor de Nederlandse markt. Polen die uit Dolnosláskie (derde van top 3) komen, verblijven vooral in de Tarwewijk en bijna niet in Oud Mathenesse. Malopolski ligt in Krakrau, in de bergen, en wordt ‘klein Polen’ genoemd in Polen. Het is een arm gebied waar veel boeren en vaklieden wonen. 20% van Polen in Oud Mathenesse komt uit Malopolski, terwijl dat in de Tarwewijk slechts 5% is. Wielkopolskie is daarentegen een rijke regio. Men doet er zaken in internet, het bankwezen en transport. Kujawsko-Pomorskie wordt in Polen ‘klein Nederland’ genoemd. In deze regio zijn er Polen met Nederlandse roots sinds eeuwen (vlucht van protestanten voor de katholieke Spaanse overheersing in de 16e eeuw). Vandaag zijn er Nederlandse fabrieken en transportbedrijven. In de Tarwewijk zijn er relatief veel mensen uit Wielkopolskie en Kujawsko-Pomorskie. De mensen die uit die streek komen en naar het buitenland afreizen voor arbeidsmigratie zijn mensen die in hun eigen streek niet aan de bak komen. Het gaat om kleine zelfstandigen, klusjesmannen en mensen die alles aanpakken. In Oud Mathenesse zijn er ook relatief veel Polen (10% van de geïnterviewden) uit Lubuski. Lubuski is heel bosrijk en is een toeristische plek, maar er is vooral ook veel werkeloosheid. Slechts 9% uit grote stad, merendeel uit dorp of kleine stad De meeste Polen in Rotterdam komen uit een dorp of een kleine stad. Slechts 9% van de geïnterviewden komt uit een stad van 500.000 of meer inwoners.
Herkomst plaats in Polen
% Rotterdam
abs. Aantal %
stad > 500 000 inwoners
abs. Aantal
stad 100500 000 inwoners stad 50100 000 inwoners stad 2050 000 inwoners
Tarwewijk
%
stad tot 20 000 inwoners
abs. Aantal
dorp
onbekend
Oud Mathenesse
Total
0
41
21
11
10
8
9
100
0%
41%
21%
11%
10%
8%
9%
100%
1
94
56
48
40
35
26
300
0%
31%
19%
16%
13%
12%
9%
100%
1
135
77
59
50
43
35
400
0%
34%
19%
15%
13%
11%
9%
100%
Tabel 3: Plaats van herkomst van geënquêteerde Polen
Vooral de Polen die in Oud Mathenesse verblijven komen uit een dorp.
Een verkennend onderzoek onder Polen
13
Economisch motief migratie 60% van de Polen die geïnterviewd zijn, werkte op vaste basis in Polen: fulltime (bijna 50%), parttime (78%) of als zelfstandige (ca. 5%), 12% “af en toe”. Ook hier blijkt dat de Polen uit Oud Mathenesse vaker vast werkten dan die uit Tarwewijk: ca. 75% tegen ca. 55%(zie tabel 4). In de Tarwewijk zijn er ook meer Polen die vrijwillig zonder werk waren: het gaat dan om huisvrouwen en studenten.
Rotterdam: werk in Polen 2% 18%
8%
Zo’n drie kwart van de Polen geeft aan dat er wel werk is in Polen, maar meer dan 50% zegt dat dat slecht betaald is. Rotterdam: werkaanbod Polen 24%
18%
50%
onbekend
er is goed werk
slecht betaald werk
moeilijk/geen werk
moeilijk te zeggen
Figuur 7: werkaanbod in Polen volgens geënquêteerde Polen
% geënquêteerde Polen Oud Mathenesse Tarwewijk R'dam
onbekend
vast werk
werkloos
anders
af en toe
Figuur 6: werksituatie van geënquêteerde Polen in thuisland
1%
7%
60%
12%
De Polen uit de Tarwewijk geven minder vaak aan dat er “goed werk te vinden” is (ca. 20% tegen 33% in Oud Mathenesse) en geven vaker aan dat er “moeilijk of geen werk te vinden is” (ca. 20% tegen 8% in Oud Mathenesse!) (zie tabel 5). Al bij al voldoende aanwijzingen om te spreken over een duidelijk economisch motief voor de migratie, voor de Polen uit de Tarwewijk meer dan die uit Oud Mathenesse.
onbekend vast werk af en toe werkloos 3 74 8 5 2 56 14 8 2 61 12 8
anders totaal 10 100 20 100 18 100
Tabel 4: persoonlijke werksituatie in Polen van geënquêteerde Polen
% geënquêteerde Polen Oud Mathenesse Tarwewijk R'dam
onbekend 2 1 1
er is goed slecht betaald moeilijk/geen werk werk werk 33 52 8 21 51 21 24 51 18
moeilijk te zeggen 5 7 7
totaal 100 100 100
Tabel 5: werkaanbod in Polen van de in Rotterdam volgens geënquêteerde Polen
Een verkennend onderzoek onder Polen
14
Wijze migratie Aan de geïnterviewde Polen is ook gevraagd hoe zij in Nederland werk hebben gevonden. De meesten hebben hun werk via bemiddeling van familie gevonden. Soms betekende dat niet meer dan het doorspelen van telefoonnummers, maar het kan ook betekenen dat familieleden afzonderlijk op zoek zijn naar seizoensarbeid en elkaar meenemen om het werk te doen. Ongeveer 20% van de geïnterviewden kwam in Nederland terecht via uitzendbureaus. In Oud Mathenesse is bijna 70% hier terecht gekomen via familie en/of uitzendbureaus. In Tarwewijk is dat zo’n 50%(zie tabel 6). Slechts een heel klein aandeel Polen is via CWI naar Nederland gekomen (3%).
Hoe hebben Polen werk gevonden in Nederland?
Oud Mathenesse abs. aantal
abs. aantal
%
Rotterdam
Tarwewijk
abs. aantal
%
%
onbekend
0
0%
12
4%
12
3%
via bemiddeling familie
36
36%
88
29%
124
31%
via uitzendbureau
30
30%
58
19%
88
22%
11
11%
55
18%
66
17%
9
9%
47
16%
56
14%
anders
11
11%
30
10%
41
10%
via CWI
3
3%
10
3%
13
3%
100
100%
300
100%
400
100%
via contacten oude werk, collega’s, kenissen en vrienden zelf contact gezocht, advertentie krant, als zzp-er
Total
Tabel 6: Hoe hebben geënquêteerde Polen werk gevonden?
6.5. Werken in Rotterdam Branches waarin Polen werkzaam zijn Ook uit de antwoorden op de vragen over werk blijkt dat de branches waarin de Polen werken anders is voor de Polen in Oud Mathenesse en in Tarwewijk. In Oud Mathenesse werken relatief meer Polen in de bouwsector: 39% tov 17% in Tarwewijk (zie figuur 8). In de Tarwewijk daarentegen werkt de helft van de geënquêteerden in de tuinbouw, food productiewerk of vleesverwerkingssector. Meer dan 80% van de Polen uit Oud Mathenesse werkt in één van de genoemde sectoren. In de Tarwewijk is dat maar 67%. Meer dan een kwart van de geïnterviewden werkt in andere sectoren. Het gaat dan vooral om werk in sectoren als transport, non-foodproductiewerk en werk in de dienstverlening en administratie. Deze laatste twee sectoren hangen samen met het hogere opleidingsvermogen van deze groep. Net zoals het grote aandeel van de Polen in Oud Mathenesse in de bouwsector gerelateerd is aan hun vakopleiding.
Een verkennend onderzoek onder Polen
15
Oud Mathenesse: branche werk
Tarwewijk: branche werk
2%
7%
15% 26%
44% 50%
39%
17% onbekend tuinbouw/food productiewerk/vleesverwerking bouwsector overig
onbekend tuinbouw/food productiewerk/vleesverwerking bouwsector overig
Figuur 8: branches waarin geënquêteerde Polen werken in Rotterdam en regio
Opmerkelijk is dat in beide wijken zo’n 6% van de respondenten andere branches aangeeft die wijzen op semi-illegaal werk (zie figuur 9): het gaat dan om werk in de autohandel tot werk in nog vagere branches. Uit de reacties van de geïnterviewden vermoeden de enquêteurs dat een aantal van deze mensen zich bezig houdt met illegale praktijken. Het zou dan gaan om koppelbaaspraktijken of smokkelen van goederen en drugs. De leden van het groepje dat de analyse heeft gevalideerd, zien in hun eigen werk en uit andere bronnen ook dit soort vermoedens naar voren komen. Branche werk: % overig 10 8 6 4 2 0
transport/nonfoodproduktiewerk
dienstverlening administratie
andere sectoren
anders
Oud Mathenesse (15%)
4
0
3
8
Tarwewijk (26%)
8
6
7
5
Rotterdam (23%)
7
4
6
6
Figuur 9: branche werk “overig”
Een verkennend onderzoek onder Polen
16
Gemiddelde nettoloon Het gemiddelde nettoloon is zo’n 8, - euro. Zo’n 40% van de geïnterviewden geeft aan minder dan 7, - euro te verdienen; een andere 40% verdient van 7, - tot en met 8, - euro. Volgens Sociale Zaken en Werkgelegenheid is per 1 juli 2008 het bruto minimumloon in Nederland als volgt 5: Leeftijd 23 jaar of ouder
werkweek: 36 uur werkweek: 38 uur werkweek: 40 uur minimumloon per uur: minimumloon per uur: minimumloon per uur: 8,70 8,24 7,83
Tabel 7: Bruto minimumloon in Nederland
Ander werk en arbeidstevredenheid Zo’n 36% geeft aan ander werk te willen, waarvan de helft zo snel mogelijk. Zo’n 36% wil geen ander werk of “denkt niet” ander werk te willen. De rest weet het (nog) niet. Niet vergeten mag worden dat veel Polen slechts voor korte tijd op dezelfde plaats of in dezelfde branche werken. Er is veel wisseling in werk en de Polen worden zo effectief mogelijk ingezet op verschillende werkplekken en in verschillende branches. Ondanks dat 36% aangeeft andere werk te willen, is slechts ca. 5% “zeker niet tevreden met het werk”. Ca. 22% is zelfs “zeker wel tevreden met het werk” en zo’n 40% “denkt het wel”. Slechts 22% staat er onverschillig tegenover. Uit al deze gegevens kunnen we opmaken dat de meeste geïnterviewden tevreden zijn met het werk (meer dan 60%), maar dat veel van de geïnterviewden steeds op zoek zijn naar ander, beter werk. De betaling lijkt een belangrijke factor te zijn voor de arbeidstevredenheid. Het gaat dan niet alleen om de hoogte van het loon, maar ook het op tijd betaald krijgen speelt een rol. Uit andere werkzaamheden van de Poolse enquêteur voor de vakbond FNV blijkt dat sommige Polen soms langer op hun geld wachten. Loonhoogte en uitbetaling zijn dus niet altijd ideaal. Omdat de meeste werkzaamheden van kortere duur zijn, lijken andere arbeidsomstandigheden als houding van de baas vaak van ondergeschikt belang.
6.6. Wonen in Rotterdam Wooncondities Meer dan 60% van de geïnterviewden geeft aan een kamer te huren. Slechts 25% geeft aan een woning te huren, zo’n 8% geeft aan in een pension of hotel gehuisvest te zijn en 5% geeft aan een kamer te delen. Zo’n 55% van de respondenten deelt een woning met anderen, niet bekenden. Zo’n 35% deelt die met familie en slechts 8% zegt alleen te wonen. Wooncondities waarbij je een woning met niet-bekenden deelt of zelfs een kamer deelt, zijn dus niet al te best. Woonlasten Meer dan 40% van de respondenten betaalt wekelijks. Ongeveer evenveel maandelijks. Zo’n 15% van de geïnterviewden geeft aan dat de baas de huisvesting betaalt. In sommige gevallen betekent dit dat alles goed geregeld is: in het contract staat dat transport naar en huisvesting in Nederland door het uitzendbureau geregeld is. Dit zou geen effect mogen hebben op het
5
(geraadpleegd 13-10-2008) http://home.szw.nl/index.cfm?menu_item_id=13737&hoofdmenu_item_id=13825&rubriek_item=391911&rubriek_id=3 91817&set_id=77&doctype_id=6&link_id=145280
Een verkennend onderzoek onder Polen
17
arbeidsloon, maar dat is niet altijd het geval. Soms worden de woonkosten met het arbeidsloon verrekend. De hoogte van het arbeidsloon wordt hierdoor ondoorzichtiger. Van diegenen die wel betalen voor een verblijfplaats, betaalt een persoon gemiddeld tussen de 190 tot 510 euro (zie tabel 8). Woonvorm Persoon verblijft in pension/hotel Persoon deelt kamer Persoon huurt eigen kamer Persoon huurt woning
Woonlasten per maand 190-260 euro per maand per persoon 230-260 euro per maand per persoon 260-280 euro per maand per persoon 260-510 euro per maand per persoon
Tabel 8: woonvorm en woonlasten van de geënquêteerden
Voor een verblijfplaats in een pension/hotel wordt blijkbaar het minst betaalt: gemiddeld van 190-260 euro per maand. Voor een gedeelde kamer blijken sommigen 230-260 euro per maand te betalen! Terwijl anderen aangeven ongeveer hetzelfde te betalen voor een eigen kamer. De gemiddelde ondergrens voor de woonlasten van de huur van een woning is ook 260 euro. Uit deze cijfers blijkt dat niet helemaal duidelijk is of de geënquêteerden deze vraag correct hebben ingevuld of allemaal op dezelfde manier hebben geïnterpreteerd, dus deze gegeven moeten met de nodige voorzichtigheid geïnterpreteerd worden. n ieder geval roepen de cijfers over de woonlasten van een gedeelde kamer vragen op. Als deze personen echt zo veel moeten betalen voor een gedeelde kamer, dan zijn dit wel zeer hoge woonlasten. Dat is zeker het geval als dit prijzen per bed zijn.
6.7. Dubieuze rol sommige uitzendbureaus bij woon- en werksituaties Uit de interviewvragen die –indien mogelijk- bij de uitdeling van de enquête zijn gevraagd, blijkt dat veel Polen door de uitzendbureaus verkeerd worden ingelicht over verblijfmogelijkheden in Rotterdam. Hierdoor komen sommige Polen in slechte woon- of werkomstandigheden terecht. Sommige uitzendbureaus wekken bij de Polen ook wantrouwen ten aanzien instanties van de gemeente op. Hierdoor bleken een heleboel Polen bevreesd om deel te nemen aan de enquête (zie 6.2). Door de mensen afhankelijk te maken van de uitzendbureaus en erop aan te sturen contact te vermijden met de gemeente, krijgen deze uitzendbureaus machtsposities van waaruit uitbuiting makkelijk kan plaatsvinden.
6.8. Toekomst van Polen in Nederland/Rotterdam? Rotterdam: thuisgevoel rotterdam 2%
25%
45%
25%
3%
onbekend
ja zeker
ik denk het wel
moeilijk te zeggen
waarschijnlijk/zeker niet
Figuur 10: thuisgevoel van geënquêteerde Polen Een verkennend onderzoek onder Polen
Thuisgevoel in Rotterdam Aan de geënquêteerden is ook de vraag gesteld of zij zich thuis voelen in Rotterdam. Zo’n 45% van de geënquêteerden voelt zich zeker thuis in Rotterdam en 3% denkt het wel. Dit positieve beeld is terug te vinden in beide wijken: Oud Mathenesse en Tarwewijk (zie tabel 9). In de Tarwewijk geeft meer dan een kwart aan zich “zeker” of “waarschijnlijk” niet thuis te voelen in Rotterdam. In Oud Mathenesse is dat minder dan 20%. In Oud Mathenesse weten meer Polen nog niet of ze zich thuis voelen in Rotterdam. In de Tarwewijk wonen al meer Polen al langere tijd. Zij 18
hebben zich dus al een beeld kunnen vormen van Rotterdam en hun gevoel daarbij. In Oud Mathenesse is de migrantengroep recenter gevormd en ook minder stabiel. Wellicht hadden een heleboel respondenten zich nog geen beeld gevormd van Rotterdam en hun gevoel daarbij. % geënquêteerde Polen Oud Mathenesse Tarwewijk R'dam
onbekend 0 3 2
ja zeker 44 45 45
ik denk het wel 2 4 3
moeilijk waarschijnlijk/ te zeggen zeker niet 36 18 21 28 25 25
totaal 100 100 100
Tabel 9: thuisgevoel in Rotterdam van geënquêteerde Polen
Hier willen blijven werken? Of iemand in Nederland of Rotterdam verblijft, Rotterdam: hangt natuurlijk af van een aantal factoren. De Hoe lang zou je hier willen werken? mogelijkheid en wens om hier te werken is een 3% belangrijke factor. Aan de geënquêteerden is 29% gevraagd hoe lang zij hier willen werken. Bijna 40% 38% heeft aangegeven hier maar kort te willen werken: van 1 maand tot maximaal 2 jaar. Zo’n 30% wil hier 5 jaar of langer blijven werken (en wonen). Dit laatste geldt voor de Polen in allebei de wijken. 30% Ongeveer 30% in Rotterdam “weet het (nog) niet”. onbekend kort lang weet (nog) niet In Oud Mathenesse weet 20% “het (nog) niet” en geeft bijna 50% aan hier “kort” te willen verblijven. Figuur 11: arbeidswensduur van geënquêteerde Polen De Polen in de Tarwewijk hebben meer onzekerheden over de toekomst: meer dan 30% “weet het (nog) niet”. Iets meer (35%) wil kort verblijven. In Tarwewijk bestaat de kans dat een grotere groep hier misschien wel langer zal blijven: zo’n 60%, de helft wil wel en de andere helft weet het nog niet . In Oud Mathenesse is deze groep iets kleiner, maar toch nog bijna 50%: 29% “lang” en 20% “weet het (nog) niet” (zie tabel 10). % geënquêteerde Polen Oud Mathenesse Tarwewijk R’dam
onbekend 2 3 3
kort 49 35 38
lang 29 31 30
weet (nog) niet 20 31 29
totaal 100 100 100
Tabel 10: antwoord van geënquêteerde Polen op de vraag ‘Hoe lang zou je hier willen werken?’
Blijven wonen in Rotterdam? Als ca. 30% van de Polen aangeeft hier 5 jaar of langer te willen werken en eenzelfde deel of iets kleiner deel nog niet zeker is, dan bestaat de kans dat 50 tot 60% van de Polen in Rotterdam hier zou willen blijven voor een langere termijn. Aan de respondenten is gevraagd of zij ook in Rotterdam willen blijven wonen. Slechts 22% heeft aangegeven dit ook te willen doen. De meesten (43%) weten het nog niet. Een derde (33%) denkt het niet of wil zeker niet in Rotterdam blijven. Ook
Een verkennend onderzoek onder Polen
Rotterdam: Wil je blijven wonen in R'dam? 2%
22% 33%
43% onbekend
(waarschijnlijk) blijven
weet het nog niet
denkt het niet/zeker niet
Figuur 12: verblijfwens van geënquêteerde Polen 19
hier is er weer veel onzekerheid, nog meer dan bij de vraag over de gewenste werkduur. Niettemin bestaat ook hier weer een kans dat 60% van de geïnterviewden zal blijven wonen in Rotterdam. Of deze groep respondenten representatief is voor alle Polen is niet zeker. Van de groep Polen uit Oud Mathenesse geeft meer dan 50% aan hier niét te willen blijven wonen, in de Tarwewijk is dat ongeveer een kwart (zie tabel 11). Het aandeel dat het nog niet weet is weer groter bij de Polen uit de Tarwewijk: bijna 50% “weet het nog niet” tegen 33% van de Polen uit Oud Mathenesse die het nog niet weet. % geënquêteerde Polen Oud Mathenesse Tarwewijk R'dam
onbekend 2 2 2
(waarschijnlijk) wel 13 25 22
weet nog denkt het niet/ niet zeker niet 33 52 47 26 44 33
totaal 100 100 100
Tabel 11: Antwoord van geënquêteerde Polen op vraag: ‘Wil je blijven wonen in R’dam?’
Toekomstplannen afhankelijk van “type Pool” Of de Polen dus zullen blijven, blijkt dus ook afhankelijk van het “type” Pool, want zoals bleek (paragraaf 6.3 ) wonen in de twee wijken verschillende typen Polen. Er is meer kans dat meer Polen uit Oud Mathenesse niét zullen blijven en er is meer kans dat Polen uit Tarwewijk wél zullen blijven. In Oud Mathenesse geeft meer dan 50% aan wellicht niet te blijven (de helft wil zeker niet blijven, de andere helft denkt het niet). Al eerder bleek dat ca. 70% het gezin niet naar Nederland wil laten komen (zie p. 7 en ook tabel 12). % geënquêteerde Polen Oud Mathenesse Tarwewijk R'dam
onbekend 1 4 3
ja 11 14 13
nee 69 44 51
weet het nog niet 12 19 17
heeft geen gezin 7 20 17
totaal 100 100 100
Tabel 12: Antwoord van geënquêteerde Polen op vraag: ‘Ben je van plan gezin te laten komen naar Nederland?’
De Polen in Oud Mathenesse bleken de wat oudere vakmannen, vaker gehuwd en daardoor wellicht gesetteld in Polen. Zij zien het werk als tijdelijk werk en de meesten zullen terug gaan naar hun gezin in Polen. Slechts 11% gaf aan hun gezin naar Nederland te willen laten komen. Iets meer “weet het nog niet”. Dat zou kunnen betekenen dat 10% tot een kwart van deze groep misschien wel blijven. De groep Polen in Tarwewijk is jonger, minder gebonden (> 60% vrijgezel) en gemiddeld beter opgeleid. Voor deze groep lijkt er in de toekomst nog veel meer open te liggen. Zij kunnen nog meerdere kanten op, waardoor zij ook minder zeker zijn van wat zij in de toekomst willen doen. De helft weet niet of zij willen blijven. Ongeveer een kwart wil wel blijven en een ander kwart wil niét blijven. Ongeveer een derde wil 5 jaar of langer werken hier. Voor ongeveer kwart tot een derde is er dus veel kans dat ze langer zullen blijven. Maar er bestaat dus ook kans dat zo’n 60% van deze groep blijft, is eerder beargumenteerd. Welke andere factoren zullen hiervoor zorgen? De toekomstplannen van de Polen in Rotterdam zijn ook afhankelijk van externe factoren.
Een verkennend onderzoek onder Polen
20
Externe factoren die toekomst van Polen beïnvloeden In de sessie met de begeleidingsgroep van dit onderzoek werden nog de volgende, externe factoren genoemd die van invloed zijn op de toekomstplannen van de Poolse arbeidsmigrant: - de openstelling van de Duitse grenzen voor arbeidsmigranten, verwacht in 2012; - de situatie in Ierland en Engeland; - de situatie in het thuisland zelf en natuurlijk - de arbeidsvraag hier in Nederland. Zo wordt de situatie in het thuisland steeds beter: de lonen stijgen. Bovendien moet er ter voorbereiding van de Europa Cup voetbal die in 2012 georganiseerd zal worden door Oekraïne en Polen nog een nieuw voetbalstadium gebouwd worden in Polen. Polen heeft dus zijn arbeidsmigranten de volgende jaren hard nodig. Naar verwachting zal dit de lonen in Polen zelf omhoogschroeven. Met de openstelling van de grenzen in Duitsland in 2012 wordt verwacht dat veel van de arbeidsmigranten uit Nederland en andere landen verder weg dan Duitsland eerder Duitsland zullen kiezen. Niet vergeten mag worden dat een deel van Polen vroeger een deel van Duitsland was. Veel Poolse arbeidsmigranten hebben Duitse roots. Maar de migratiesituatie kan ondertussen ook afhangen van wat er verder in Ierland en Engeland gebeurt. Als de munt daar in waarde verminderd, zullen Polen andere landen kiezen om te werken. Veel Polen hebben al langer een migratiecultuur, die geen permanent karakter heeft, maar eerder een migratie is van landhoppen met tussenstops in het eigen thuisland. Dit maakt Polen als arbeidsmigranten een stuk mobieler dan arbeidsmigranten die een andere migratiecultuur hebben: die één land kiezen en dan daar blijven.
Een verkennend onderzoek onder Polen
21
7. CONCLUSIES CIJFERS EN BELEIDSADVIEZEN Uit het verkennend onderzoek onder de Polen in Rotterdam, blijkt dat het economisch motief de belangrijkste verklaring voor de komst van de Polen naar Rotterdam. Zo’n 30% van de geïnterviewde Polen wil wel voor langere tijd of altijd hier werken. Iets minder (22%) geeft aan in Rotterdam te willen blijven wonen. Zo’n 30% weet nog niet of ze hier willen blijven werken en meer dan 40% weet nog niet of ze hier in Rotterdam wil blijven wonen. We kunnen wellicht verwachten dat zo’n 30% wel voor langere tijd zal blijven, maar dit zou ook kunnen oplopen tot zo’n 60%. Zo’n 30% van de geïnterviewden wil maar voor korte duur –van 1 maand tot maximaal 2 jaar blijven. De Polen die hier niet willen blijven, blijken de wat oudere vakmensen te zijn. Deze Polen hebben vaak al een gezin in Polen en hebben geen plannen om hier langer te blijven. Veel van deze Polen verbleven ten tijde van de enquête in Oud Mathenesse. De wat jongere Polen, die meer in de Tarwewijk te vinden zijn, hebben minder bindingen met het thuisland. Ze zijn over het algemeen ook wat hoger opgeleid. Hun toekomst ligt nog meer open en of zij hier al dan niet langer zullen verblijven, zal vooral afhangen van externe pull- en pushfactoren als de economische situatie in het eigen land en andere potentiële migratielanden als Engeland, Ierland en Duitsland. Deze factoren zullen gevolgd moeten worden, wil men een beeld kunnen krijgen van de toekomstige migratiestromen en verwachtingen ten aanzien van de verblijfsduur van Polen in Nederland. De verschillende wensen en verwachtingen ten aanzien van de verblijfsduur van Polen heeft ook gevolgen voor de verwachte nood aan huisvesting. Voor diegenen die langer willen blijven, zal er voor een ander soort huisvesting gezorgd moeten worden dan voor diegenen die hier maar tijdelijk willen verblijven. Aanbevolen wordt rekening te houden met de verschillende woonwensen van de arbeidsmigranten. Tijdelijke woonruimte voor arbeidsmigranten die zeker zijn dat ze voor kortere tijd zullen werken en meer permanente woonruimte voor diegenen die verwachten hier langer te werken en wonen. De meeste Polen wonen nu niet zelfstandig: 60% huurt een kamer en 55% deelt een woning met niet-bekenden. Zo’n 5% geeft zelf aan een kamer te delen met anderen. De rol van de uitzendbureaus in de huisvesting is cruciaal. Zo’n 15% van de geïnterviewden geeft aan dat de baas de huisvesting betaalt! Op die manier wordt een zware afhankelijkheidspositie van de Poolse werknemers gecreëerd. Door deze constructie wordt ook de hoogte van het arbeidsloon ondoorzichtiger. Er zijn bovendien uit verschillende bronnen meerdere indicaties dat sommige uitzendbureaus hun Poolse werknemers verkeerd of niet voldoende of niet correct informeren over huisvesting en/of arbeidsrechten. Het verdient dan ook aanbeveling om de arbeidsmigranten los te weken van de uitzendbureaus. Polen zouden via de overheid en via vakbonden meer geïnformeerd kunnen worden over hun rechten en plichten in Nederland. Ook andere infokanalen als de boekjes met informatie in het Pools die door de werkgroep MOE-landers ontwikkeld zijn, blijken zeer handig. Als zo’n 30 tot 60% van de in Rotterdam verblijvende Polen hier voor langere tijd of zelfs voor altijd in Nederland of Rotterdam wil verblijven, dan zal er ook zeker veel moeten verbeteren aan hun kennis van het Nederlands. Slechts 11 tot 15% geeft zelf aan Nederlands te kunnen. Kennis van de taal is een noodzakelijke voorwaarde om als volwaardig arbeidskracht of burger mee te tellen. Er zal ingezet moeten worden op integratie en inburgering. Aanbevolen wordt om scholing in de Nederlandse taal te koppelen aan huisvesting en arbeid. Momenteel wordt gewerkt aan een convenant waarbij uitzendbureaus die arbeidsmigranten als medewerkers willen inzetten zich committeren aan goede huisvesting en Nederlandse lessen.
Een verkennend onderzoek onder Polen
22