Katholieke Hogeschool Mechelen Departement Handelswetenschappen & Bedrijfskunde
MEDIA EN ZWARTE AFRIKANEN Een onderzoek naar het mediagebruik van de Franstalige zwarte Afrikanen van Brussel en de situatie van “Afrikaanse media” in Brussel en in Antwerpen.
Promotoren: Extern: De heer Flip Voets Intern: Mevrouw Els Kint Academiejaar: 2004-2005
Eindwerk voorgedragen door Wilanga-Ebokwe Francis tot het behalen van het diploma van gegradueerde in Communicatiebeheer optie Public Relations
1
Voorwoord Welke media gebruiken om Afrikanen te bereiken? Naar welke radiozenders luisteren zwarte Afrikanen? Welke televisieprogramma’s bekijken Afrikaanse mannen en vrouwen? Lezen Belgische Afrikanen dezelfde kranten als Belgen? Wat is het meest gelezen tijdschrift of het hoogst gewaardeerde medium bij de zwarte Afrikaanse gemeenschap? Wat verwachten deze bevolkingsgroepen van media? Hoe is het met Afrikaanse radio of televisieprogramma’s? Is een onderzoek naar het mediagebruik van zwarte Afrikanen nuttig? Dit onderzoek beantwoordt deze en andere gelijksoortige vragen. De uiteindelijke bedoeling van deze studie is niet alleen persoonlijk d.w.z een diploma in communicatie te behalen, maar ook een werk ter beschikking te stellen dat alle “professionele” mensen (mediasector, politici, bedrijven, Afrikaanse ambassades,…) kunnen gebruiken om deze bevolking te bereiken of beter te kennen. Dit onderzoek zou nooit tot stand gekomen zijn zonder de medewerking en de hulp van vele personen. Ik denk eerst en vooral aan mijn familie die niet ophield me te steunen gedurende al deze studiejaren en in het bijzonder dit jaar, dat het moeilijkste was. Ik zou mijn twee promotoren willen bedanken. Enerzijds de heer Flip Voets (mijn externe promotor) voor zijn inzet teneinde deze studie te doen slagen. Anderzijds Mevrouw Els Kint (mijn interne promotor) voor haar begeleiding en haar geestdrift. Ik denk ook aan de beroepsmensen uit de mediawereld en eveneens aan de mensen uit het vereningsleven van de Afrikaanse gemeenschap in België die bereid waren een deel van hun tijd aan mij te besteden tijdens mijn onderzoeken. Mijn gedachten gaan ook uit naar mijn vrienden en kennissen in Brussel voor hun hulp bij de verspreiding van formulieren tijdens de enquête, naar Thierry Latere voor de verwezenlijking van de internetsite en naar Katleen De Ridder van TrefMedia voor haar aanwezigheid op de meest onverwachte ogenblikken. Tenslotte zou ik in het bijzonder mijn school willen bedanken, Katholieke Hogeschool Mechelen, voor de geest van openheid die directie en lerarenkorps steeds betoond hebben; en tevens Mariet Nouwen van de Studentenvoorzieningen voor haar luisterbereidheid en haar verstandige raadgevingen. Bedankt aan Johan, Sylvia en Catho. Ad majorem Dei gloriam! Wilanga-Ebokwe Francis
2
Inhoudstafel
Voorwoord……………………………………………………………………………………………………2 Inhoudstafel………………………………………………………………………………………………. ...3 1. Zwarte Afrikaanse migratie in België……………………………………………………………...5 1.1 Buitenlanders in België………………………………………………………………………………...5 1.2 Historisch overzicht van de zwarte migratie…………………………………………………………5 1.3 Specificiteiten van de Afrikaanse gemeenschap……………………………………………………6 2. Situatie van “Afrikaanse media” in België………………………………………………………..8 2.1 Methodologie……………………………………………………………………………………………8 2.2 “Afrikaanse media” in Brussel…………………………………………………………………………8 2.2.1 2.2.2 2.2.3
Zwarte Afrikaanse radioprogramma’s……………………………………………………………8 Zwarte Afrikaanse televisieprogramma’s………………………………………………………..9 Geschreven pers…………………………………………………………………………………10
2.3 “Afrikaanse media” in Antwerpen……………………………………………………………………10 2.3.1 2.3.2 2.3.3 2.3.4
Verhouding Afrikaanse gemeenschap- Antwerpse media…………………………………..10 Geschreven pers…………………………………………………………………………………11 Afrikaanse radioprogramma’s…………………………………………………………………..12 Afrikaanse televisieprogramma’s……………………………………………………………….12
2.4 Allochtonen en Vlaamse televisie…………………………………………………………………...12 3. Analyse van het kwantitatieve onderzoek………………………………………………………14 3.1 Methodologie…………………………………………………………………………………………..14 3.1.1 3.1.2 3.1.3
Probleemstelling………………………………………………………………………………….14 Beschrijving van het kwantitatieve onderzoek………………………………………………...14 Doelgroep en quota’s…….………………………………………………………………………15
3.2 Televisie………………………………………………………………………………………………..16 3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.2.4 3.2.5 3.2.6 3.2.7 3.2.8 3.2.9 3.2.10
Het televisiekijken: frequentie en moment……………………………………………………..16 Televisiekanalen………………………………………………………………………………….17 Overzicht van 4 beste televisiezenders………………………………………………………..18 Overzicht Télé Bruxelles…………………………………………………………………………20 Imago van zwarte Afrikanen op de Belgische televisie………………………………………21 Zichtbaarheid van zwarte Afrikanen op de Belgische televisie……………………………...22 Programma’s met een zwarte Afrikaanse presentator……………………………………….23 Kijkgedrag programmagenres…………………………………………………………………..24 Programma’s voor zwarte Afrikanen op televisie……………………………………………..31 Samenvatting televisie…………………………………………………………………………...34
3
3.3 Tijdschriften en weekbladen…………………………………………………………………………35 3.3.1 3.3.2 3.3.3 3.3.4 3.3.5
Leesfrequentie tijdschriften en weekbladen…………………………………………………...35 Zwarte Afrikanen en tijdschriften voor Afrikanen……………………………………………..35 Meest gelezen tijdschriften en weekbladen…………………………………………………...37 Overzicht Amina-Jeune l’Afrique l’Intelligent…………………………………………………..38 Samenvatting tijdschriften……………………………………………………………………….39
3.4 Kranten…………………………………………………………………………………………………40 3.4.1 3.4.2 3.4.3 3.4.4 3.4.5 3.4.6
Leesfrequentie kranten…………………………………………………………………………..40 Meest gelezen kranten…………………………………………………………………………..41 Overzicht top 5 kranten………………………………………………………………………….42 Online kranten…………………………………………………………………………………….44 Meest gelezen rubrieken………………………………………………………………………...44 Samenvatting kranten……………………………………………………………………………45
3.5 Radio……………………………………………………………………………………………………46 3.5.1 3.5.2 3.5.3 3.5.4 3.5.5 3.5.6 3.5.7 3.5.8
Radiogebruik……………………………………………………………………………………...46 Het belangrijkste luistermoment………………………………………………………………...46 Zendervoorkeur…………………………………………………………………………………..47 Overzicht meest beluisterde radiostations…………………………………………………….48 Overzicht radiostations met programma’s voor zwarte Afrikanen…………………………..49 Zwarte Afrikanen en radiogebruik op internet…………………………………………………51 Zwarte Afrikanen en radioprogrammagenres…………………………………………………51 Samenvatting radio………………………………………………………………………………54
3.6 Internet…………………………………………………………………………………………………55 3.6.1 3.6.2 3.6.3 3.6.4 3.6.5
Gebruik van internet……………………………………………………………………………..55 Plaats internetgebruik……………………………………………………………………………56 Frequentie internetgebruik………………………………………………………………………57 Internetactiviteiten………………………………………………………………………………..58 Samenvatting internet……………………………………………………………………………59
4. Conclusie en aanbevelingen………………………………………………………………………60 4.1 Een verantwoordelijke en voluntarisch integratiebeleid…………………………………………..60 4.2 Naar multiculturele Belgische media………………………………………………………………..61 4.3 Naar Afrikaanse media……………………………………………………………………………….62 4.4 Naar een multiculturele samenleving……………………………………………………………….64 5. Bibliografische referentie…………………………………………………………………………..65 6. Bijlage: Vragenlijst kwantitatieve onderzoek…………………………………………………….67
4
1. Zwarte Afrikaanse migratie in België 1.1 Buitenlanders in België
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
Land Italië Frankrijk Nederland Marokko Spanje Turkije Duitsland Portugal Groot-Brittannië Kongo- Kinshasa Griekenland Servië-Montenegro Rusland Polen Verenigde Staten
Aantal 180.944 117.915 105.272 81.845 43.664 43.456 36.800 27.572 26.737 20.593 16.251 16.814 13.944 13.597 12.190
Bron: Dienst Vreemdelingenzaken 3 november 2004
Op 3 november 2004 telde België 970.976 buitenlanders. Dat is ongeveer 9% van de hele bevolking. Maar deze cijfers omvatten niet de vreemdelingen die illegaal in België wonen en de Belgen van buitenlandse origine. In tegenstelling tot wat men kan denken, is de grote meerderheid van buitenlanders afkomstig uit de Europese Unie. Vreemdelingen uit Italië, Frankrijk en Nederland zijn in totaal met 404.131 personen. Verder zijn ook Spanje, Duitsland, Portugal, GrootBrittannië en Griekenland goed vertegenwoordigd. In totaal zijn 63% van de buitenlanders afkomstig uit Europese Unie landen. Marokko en Turkije hebben respectievelijk 81.845 en 43.456 onderdanen in België. Dankzij de snel-Belg-wet werden 110.935 Marokkanen en 69.763 Turken Belg tussen 1993 en 2001 In dezelfde termijn ruilden slechts 19.357 Italianen hun nationaliteit in voor de Belgische. Europese onderdanen hebben ook minder politiek, economisch en sociaal belang bij een nationaliteitswijziging1. Bij de zwarte Afrikanen komen mensen uit Kongo-Kinshasa op de eerste plaats met 20.593 personen. Ten slotte wonen 13.944 Russen en 12.190 Amerikanen in België. 1.2 Historisch overzicht van de zwarte Afrikaanse migratie De sociaal antropoloog Ken Ndiaye verklaart dat de marginalisatie van het publieke leven van zwarte Afrikanen verschillende redenen kan hebben o.a filosofische redenen. Een aantal koloniale ideologieën wilden een aftstand hebben tussen de inheemse bevolking en de metropool om de mythe van de blanke man en de beschikbaarheid van arbeidskrachten in kolonies te garanderen2. Het is o.a wegens deze redenen dat de Belgische regering Marokkanen naar België uitnodigde in plaats van Kongolezen, Rwandese of Burundese: mensen van haar voormalige kolonie.
1
Fransen, G. Italianen blijven numero uno, Marokkanen onderschatte vierde (5 november 2004), in De Standaard. 2
Ndiaye, K. Radioscopie de la diaspora subsaharienne installée en Belgique (2004), in Mungazi n° 10.
5
TRAVAILLEURS, soyez les bienvenus en Belgique Vous songez à venir travailler en Belgique? Vous avez peut-être déjà pris "la grande décision"? Nous, Belges sommes heureux que vous veniez apporter à notre pays le concours de vos forces et de votre intelligence. Pour y parvenir, voici ce que nous vous proposons: nous essayerons dans cette petite brochure de vous informer des conditions de vie et de travail qui vous attendent en Belgique. Emigrer dans un pays qui nécessairement est différent du vôtre, pose quelques problèmes d'adaptation. Ces difficultés initiales seront beaucoup plus facilement surmontées si vous menez une vie normale; c'est-à-dire une vie familiale. La Belgique est un pays où le travail est bien rémunéré, où le confort est élevé, surtout pour ceux qui vivent en famille. Vous trouverez dans notre pays un esprit international. Du reste 258 organisations ont leur siège principal en Belgique et beaucoup d'hommes politiques, de techniciens, d'hommes d'affaires et d'étudiants d'autres pays vivent sur notre sol. Il y a déjà des travailleurs de votre pays chez nous. Venez les rejoindre, si vous croyez que votre situation peut s'y améliorer. Mais pour le savoir, lisez attentivement les pages qui suivent. De toute façon, nous vous le répétons: les travailleurs méditerranéens sont les bienvenus parmi nous, en Belgique3.
België telde 172 zwarte Afrikanen in 1920, 1.732 in 1930, 1.848 na de 2de Wereld Oorlog en 3.242 in 1961. Voor 1960 stelde men een tijdelijke stijging vast van de Afrikaanse bevolking in België. Tijdens de wereldtentoonstellingen van Antwerpen (1885 en 1894) en Brussel (1897 en 1958) wilde men “zwarte Afrikanen te kijk zetten”. Eerst via de “ menselijke dierentuin” en daarna door het “village nègre” (tijdens de wereldtentoonstelling van Brussel) had de Belgische en de Europese bevolking de gelegenheid om uitheemse bevolking te observeren4. De zwarte Afrikaanse migratie in België neemt toe rond jaren 1990. België telde ongeveer 30.000 mensen van Afrikaanse origine in 1995. Het gaat vooral om studenten, diplomaten en internationale ambtenaren. Er was ook een niet te verwaarlozen aantal illegalen, maar deze categorie wordt nooit in cijfers vertaald. De eerste generatie van Afrikanen wou teruggaan naar het moederland waar ze snel werk zouden kunnen vinden dankzij hun diploma’s. Maar de onstabiele politieke, sociale en economische situatie van de meeste Afrikaanse landen veranderde dit tijdelijk verblijf in een permanent verblijf. 1.3 Specificiteiten van Afrikaanse gemeenschap De wet van 28 juni 1984, 13 juni 1991 en de snel-Belg-wet van maart 2000 veranderde de situatie van de meeste Afrikanen. Velen ruilden hun nationaliteiten tegen de Belgische nationaliteit. Ook de wet van 22 december 1999 over de regularisatie van het verblijf van buitenlanders had een invloed op de “staatsburger zichtbaarheid5” van zwarte Afrikanen. De meeste personen die vroeger niet bestonden in de statistieken, regulariseerden hun situatie dankzij deze wet. Het grootste gedeelte van de Afrikaanse gemeenschap woont in de stad Brussel. Andere Belgische steden als Luik en Antwerpen tellen ook veel inwoners van Afrikaanse origine. Wegens koloniale banden kwamen vooral Kongolezen als eerste uit zwart Afrika. Door politieke veranderingen zijn er ook momenteel andere nationaliteiten als Nigerianen, Ghanesen, Kameroenezen, enz. Personen van Afrikaanse afkomst zijn vooral van mannelijk geslacht. De meeste Belgische Afrikanen zijn jonger dan 40 jaar. Het is een zeer hoog geschoolde groep: de meeste mensen uit deze gemeenschap hebben hooggeschoolde of universitaire diploma’s. Tegelijkertijd is de werkloosheid zeer hoog. 3
Ministerie voor Tewerkstelling en arbeid. Vivre et travailler en Belgique. Brussel, 1963.p.3. Geciteerd op http://www.ecolesansracisme.be/Cours/immigration/bienvenus.htm
4
Kagne, B. (2001), L’immigration d’origine subsaharienne avant 1960 : la Belgique découvre « l’Africain », in L’immigration subsaharienne en Belgique- Courrier hebdomadaire du CRISP n° 1721.
5
Ndiaye, K. Radioscopie de la diaspora subsaharienne installée en Belgique (2004), in Mungazi n° 10.
6
Omdat Afrikanen niet tot de “Europese Unie” behoren, vinden ze moeilijk een baan. De situatie wordt momenteel nog moeilijker met de uitbreiding van de Europese Unie. Ten slotte werden problemen van de zwarte Afrikanen geaccentueerd door discriminatie zowel op de arbeidsmarkt als op het gebied van huisvesting6.
6
Manço. A. (2000), Quarante ans d’immigration en Wallonie 1960-2000. Op http://www.flwi.ugent.be/cie/IRFAM/amanco7.htm
7
2. Situatie van “Afrikaanse media” in België Eerst en vooral moet ik zeggen dat de term “Afrikaanse media” niet juist is want echte zwarte Afrikaanse media bestaan niet in België. Er zijn slechts Afrikaanse programma’s op enkele radiostations of televisiezenders. In de geschreven pers bestaan er al enkele pogingen van tijdschriften en kranten met Afrikanen als eerste doelgroep. In dit hoofdstuk schetsen we kort de situatie van “Afrikaanse media” in Brussel en in Vlaanderen (Antwerpen). 2.1 Methodologie Omwille van het geringe wetenschappelijke onderzoek en de moeilijkheid om informatie te vinden over het thema “Media en Afrikanen” heb ik besloten enkele ervaren mensen te interviewen. In totaal heb ik meer dan 20 mensen ontmoet. Mijn gesprekpartners7 hebben of hadden contact met de mediasector en/of werken bij één of andere Antwerpse of Brusselse Afrikaanse vereniging. Brussel en Antwerpen waren dus de twee plekken waar mijn interviews plaatsvonden. De onderzoeksperiode verliep van november 2004 tot en met maart 2005. De meeste interviews werden opgenomen. In totaal had ik meer dan 20 uur gesprekken. De vragenlijst van dit “kwalitatieve” onderzoek was identiek voor alle gesprekpartners maar werd aangepast op basis van de functie van de geïnterviewde persoon. Verder heb ik toch enkele interessante documenten gevonden tijdens mijn desk research (internet en bibliotheken vooral). Ten slotte bezorgden gesprekpartners me soms waardevolle schriftelijke bronnen (exemplaren van kranten, magazines, verslagen, studies, enz.). Dit punt over “Afrikaanse media in België” wordt dus gevormd door een synthese van desk research en individuele gesprekken. 2.2 “Afrikaanse media” in Brussel Brussel is de Belgische stad waar de meeste zwarte Afrikanen wonen. Die Afrikanen zijn vooral Franstalig en meer dan de helft is van Kongolese afkomst. Zoals we later zullen zien, gaan deze twee aspecten ( Franse taal en Kongolese origine) een belangrijke rol spelen voor de meeste zwarte Afrikaanse programma’s. 2.2.1
Zwarte Afrikaanse radioprogramma’s
Er bestaat geen Afrikaanse radio. Er zijn slechts programma’s op enkele onafhankelijke radiozenders. Radio Air Libre (87.7 MHz), Radio Campus (107.2 FM), Radio Panik (105.4 FM) en FM Brussel (98.8 FM) zijn de voornaamste radiozenders waarop zwarte Afrikanen dergelijke programma’s kunnen beluisteren. Bij Radio Campus zijn . “Africana” en “Sous l’arbre à palabres” de twee belangrijkste Afrikaanse programma’s. De meeste van deze zenders zijn onafhankelijke en dus geen commerciële radio’s. Afrikaanse programma’s moeten bijgevolg het bestek van onafhankelijke radio’s respecteren. De Afrikaanse radioprogramma’s zijn belangrijk om verschillende redenen. Behalve het luisteren naar Afrikaanse muziek, zijn dergelijke radioprogramma’s een gelegenheid voor de meeste Afrikanen om naar het nieuws over het zwarte werelddeel te luisteren. Men kan hier een ander standpunt- een Afrikaans standpunt - krijgen over de actualiteit. 7
Mijn gesprekpartners: Bababaswe Z., Dala N., Debruyne I., Delaleeuwe N., De Ridder K., Essoh M., Kagne B., Kalonji B., Kalonga A., Kamanayo G., Katungutere A., Kawuma H., Mabita J., Madinda H., Migisha P., Monkassa S., Ndiaye K., Ndudi P., Nkubito J-C., Nyindu E., Ololo J., Römer A., Romero M., Sidibe F., Tuyizere D. en Wetschi C.
8
Via dergelijk programma’s kan men reageren. Sommige programma’s leggen het accent op de creativiteit van Afrikanen (kunst, cultuur, muziek, enz.), andere op de Afrikaanse intelligentsia (politici, sociologen, onderzoekers, enz.). Dankzij dergelijke programma’s kan de zwarte Afrikaanse gemeenschap gewoon bestaan. Kenmerken van Afrikaanse radioprogramma’s Deze programma’s worden gemaakt door vrijwilligers. De meeste “radiojournalisten” hebben een andere job die niets te maken heeft met radio. Ze zijn bezield door radio en zien hun werk als een taak voor hun gemeenschap. Afrikaanse radioprogramma’s zijn dus momenteel vooral vrijwilligerswerk. Werken met vrijwilligers heeft als nadeel het probleem van de opvolging of aflossing: veel radioprogramma’s verdwijnen omdat journalisten niet langer beschikbaar zijn. Het tweede kenmerk is het gebrek aan geld. Afrikaanse radioprogramma’s hebben geen of bijna geen budget. De “radiojournalisten” dragen bij in de kosten van hun programma’s. Dit gebrek aan geld heeft een belangrijke invloed op de kwaliteit. De radiojournalisten worden terecht aangeduid als “niet-professioneel”. Zolang Afrikaanse radiojournalisten alleen in hun vrije tijd zullen werken voor de radio, zullen Afrikaanse radioprogramma’s niet professioneel zijn. De kwaliteit van een radioprogramma hangt vooral af van de journalist zelf8. Bedreven radiojournalisten met enkele jaren ervaring presenteren beter dan hun niet-geoefende collega’s. Deze onafhankelijke radio’s organiseren geen “casting” op zoek naar de beste radiojournalisten met de beste stem. Ze werken vooral met vrijwilligers en de kwaliteit van sommige programma’s is minder goed. De meeste programma’s krijgen een zendtijd van 2 tot 4 uren per week. Veel radioprogramma’s worden uitgezonden in het weekend. Aangezien de meeste Brusselse zwarte Afrikanen Franssprekend zijn, worden veel radioprogramma’s uitgezonden in het Frans. Enkel het programma “Radio Pasop- Afrika” wordt in het Frans en Nederlands uitgezonden9. Sommige programma’s zijn Kongolees d.w.z. zeer gericht op Kongo - Kinshasa of op de Kongolese gemeenschap (muziek, politiek, enz.). Dit heeft te maken met het aantal Kongolezen in Brussel. De Kongolese gemeenschap is de grootste Belgische zwarte Afrikaanse gemeenschap in Brussel. 2.2.2
Zwarte Afrikaanse televisieprogramma’s
Ook hier kunnen we nog niet spreken van een Afrikaanse televisie maar wel van enkele televisieprogramma’s. Dankzij een samenwerking tussen de Brusselse Franstalige lokale televisie “Telé Bruxelles” (TLB) met Afrikanen, kan men momenteel twee verschillende Afrikaanse televisieprogramma’s bekijken. “M’putuville”, een programma dat de Brussels - Afrikaanse bezienswaardigheden toont, werd voor het eerst uitgezonden op 6 januari 2001. Dit televisieprogramma is geproduceerd door de Kongolese onafhankelijke journalist en producer Zacharie Bababaswe. Op 25 april 2004 was de première van “Télé Matonge”, een programma met nieuws, cultuur en entertainment van de Brusselse Afrikaanse gemeenschap. Dit programma is een ontwerp van Cyprien Wetschi en zijn vzw “Les Amis de Wetschi”. Zoals bij de radioprogramma’s werken Afrikaanse televisieprogramma’s met een beperkt budget. Hoewel de informatieverwerking10 professioneel kan zijn, zijn sommige uitzendingen oppervlakkig opgebouwd onder meer wegens geldgebrek. Na het bekijken van M’putuville en Télé Matonge is het verschil tussen die twee televisieprogramma’s niet altijd duidelijk. De tijdsduur varieert van 15 tot 30 minuten.
8
Interview met Moïse Essoh in Brussel (04 maart 2005).
9
Interview met Ndudi Phasi in Brussel (04 maart 2005).
10
Interview met Zacharie Bababaswe in Brussel (02 april 2005).
9
Afrikaanse televisiekijkers bekijken ook nog twee andere televisieprogramma’s: Reflets Sud en het Afrikaanse journaal van TV5. In tegenstelling tot de twee eerste Afrikaanse programma’s te zien op TLB, zijn Reflets Sud en het Afrikaanse journaal van TV5 niet geproduceerd in België. Reflets Sud van de Conseil International des Radios-Télévisions d’Expression Française (CIRTEF), toont het zuiden in verschillende producties van Afrikaanse televisiezenders. Het Afrikaanse journaal van TV5 is eigenlijk een productie van TV5 Afrique, de Afrikaanse versie van TV511 uitgezonden in Afrika. 2.2.3
Geschreven pers
Het is belangrijk hier een onderscheid te maken tussen media die geproduceerd zijn in België (Belgische Afrikaanse magazines) en niet-Belgische Afrikaanse magazines (Afrikaanse magazines die in het buitenland zijn geproduceerd). In Brussel verschijnen verschillende soorten Afrikaanse magazines. Sommige zijn gepubliceerd op papier van goede kwaliteit. Het grote probleem van Belgische Afrikaanse magazines is de levensduur. De periode varieert van 1 tot 3 jaren. Sommige magazines verdwijnen meteen na de eerste uitgave. Het percentage van Belgisch - Afrikaanse magazines die 3 jaar of meer op de markt blijven, is klein. De meeste van deze tijdschriften behandelen thema’s als mode, muziek, cultuur, politiek, ontwikkelingssamenwerking, enz. Sommige Afrikaanse vzw’s en verenigingen publiceren eigen magazines met een beperkte oplage12. Dergelijke magazines zijn niet te vinden in de gewone krantenwinkel. In 1999 verscheen “Mamboleo”, de eerste Belgisch_Afrikaanse krant. Mamboleo verscheen maandelijks in 10.000 exemplaren13 en was gedurende 3 jaar gratis. Wegens o.a financiële problemen moest de stichter en uitgever van Mamboleo, James Ololo, zijn poging stoppen. Bij de niet-Belgische Afrikaanse magazines is de situatie iets beter. Veel van deze magazines worden gepubliceerd in Frankrijk of in Afrika en zijn te vinden bij de meeste Brusselse kiosken. Sommige zijn echt gebonden aan een land, in het bijzonder bvb. de Kongolese magazines Awa en Grands Lacs. Niet-Belgische Afrikaanse magazines kunnen ook thematisch zijn. Miss Ebene heeft vooral jonge zwarte Afrikaanse meisjes als doelgroep. Het Afrikaanse vrouwenmagazine Amina14 behoort ook tot deze categorie. Dit tijdschrift verschijnt al 30 jaar op ongeveer 95.000 exemplaren. Amina heeft een Belgische rubriek van ongeveer 3 pagina’s. Ten slotte bestaan er ook pan-Afrikaanse magazine waarvan “Jeune Afrique l’Intelligent” het belangrijkste is. Jeune Afrique behandelt de politieke, economische en sociale actualiteit van het zwarte werelddeel. Dit tijdschrift werd opgericht op 17 oktober 1960 door Béchir Ben Yahmed. Het weekblad Jeune Afrique wordt gepubliceerd in Frankrijk (Parijs) op 100.000 exemplaren sinds de jaren ‘80. 2.3 “Afrikaanse media” in Antwerpen 2.3.1
Verhouding Afrikaanse gemeenschap – Antwerpse media
In vergelijking met Brussel is de situatie van “Afrikaanse media” in Antwerpen helemaal anders. De Antwerpse zwarte Afrikaanse bevolking heeft weinig radioprogramma’s en is nog minder aanwezig op de televisie. De meeste Afrikanen hebben het gevoel dat ze gewoon niet bestaan. 11
In België bekijkt men TV5 Europe, de Europese versie van TV5.
12
Interview met Hélène Madinda in Brussel (28 maart 2005).
13
Interview met James Ololo in Brussel (04 april 2005).
14
Interview met Fatoumata Sidibe in Brussel (08 december 2004).
10
De beeldvorming rond deze groep is bezoedeld door stereotype voorstellingen als overtreders, bedriegers, mensen die van de overheid profiteren, mensen die hun buren lastigvallen. Zwarte Afrikanen leven in de Antwerpse samenleving maar ze behoren nog niet tot de Antwerpse gemeenschap. Deze beeldvorming is weerspiegeld in de Antwerpse media. In de Antwerpse pers komt de Afrikaanse gemeenschap zeer weinig en vooral op negatieve manier aan bod, bvb. in een conflictsituatie. Afrikanen worden ook gezien als mensen die medelijden wekken. Antwerpse regionale pers is “echt” Antwerps d.w.z. een pers met als doelgroep de Belgische Antwerpenaren. Ze concentreert zich op deze doelgroep en doet dus niets voor de overige leden van de Antwerpse gemeenschap. Enkele studies bevestigen deze tendens15. Mogelijke reden van de slechte representativiteit van Afrikanen op de Antwerpse pers - Taalproblemen: Zowel Afrikaanse als Belgische mediaprofessionals erkennen dat taal de intrede van de Afrikanen in de media vertraagt. Nederlands behoort niet de meest populaire taal in de Afrikaanse gemeenschap met als rechtstreeks gevolg dat deze groep weinig in de media komt. De reden daarvoor heeft niet alleen te maken met de moeilijkheid van het Nederlands als taal maar ook met de motivatie van mensen zelf. De eerste Afrikaanse Antwerpenaars16 wonen slechts voor een korte tijd in deze stad, met de bedoeling om terug te gaan naar hun eigen land. De meeste sturen hun kinderen op school in Brussel of in Franstalige scholen. Ze beslissen daarna in Antwerpen (of in België) te blijven door de onstabiele politieke, sociale en economische situatie van de meeste Afrikaanse landen. - Onderschatting van de rol van de media17: Veel Afrikaanse verenigingen hebben gewoon de rol van de media ondergewaardeerd. Ze deden hun acties zonder rekening te houden met de media, wat hun intrede in de media heeft afgeremd. Weinig Afrikanen specialiseerden zich in de communicatiesector. - Belemmeringen vanuit het Antwerps bestuur: De overheid heeft weinig gedaan om een plaats te geven aan Afrikaanse verenigingen. Acties voor een reële integratie van deze groep komen traag op gang. Er zijn bvb. niet alleen weinig Belgen van Afrikaanse afkomst die in de Antwerpse publieke sector werken, maar ook weinig subsidies voor het oprichten van een multiculturele media. - Meer in het algemeen is het zo dat Vlaamse, met inbegrip van Antwerpse media weinig allochtonen kennen. Vlaamse media hebben bijna geen contact met mensen van andere origine. Journalisten spreken vooral met “specialisten” over allochtonen. Zij geven zelden het woord aan de mannen en vrouwen uit de gemeenschappen zelf. Ten slotte werken er weinig mensen van een andere afkomst in de Vlaamse media. Bijgevolg ontbreekt het jongeren aan een wervend rolmodel. Een job als journalist is over het algemeen niet hoog aangeschreven bij allochtone jongeren18. Jammer, want meer allochtone journalisten zouden kunnen zorgen voor een andere beeldvorming. 2.3.2
Geschreven pers
Net als in Brussel werden ook hier multiculturele magazines opgericht, maar zonder succes. Wegens financiële problemen duren dergelijke initiatieven niet lang. De Afrikaanse krant “Mamboleo19” was een van de meeste gelezen kranten bij de Antwerpse Afrikanen. 15
Ronsmans, S. (2003-2004). Licentiaatverhandeling. Allochtonen in de Antwerpse regionale pers. Vrije Universiteit Brussel. 16
Interview met Billy Kalonji in Antwerpen (08 maart 2005).
17
Interview met Daniel Tuyizere in Antwerpen (08 april 2005).
18
Interview met Katleen De Ridder in Brussel (25 februari 2005).
19
Zie punt 2.2.3 over geschreven pers in Brussel.
11
Er bestaan toch enkele drukken o.a het African Bulletin, Voice of Africa (gepubliceerd in Nederland maar ook verkocht in Antwerpen) en het nieuwsbericht van het Platform van de Afrikaanse gemeenschappen20. Dit nieuwsbericht bestond al 2 jaar met de bedoeling in 3 talen (Nederlands, Frans en Engels) te verschijnen21. Mensen van het “Platform” wilden door dit nieuwsbericht vooral activiteiten van het Platform zelf en in de ruimste zin activiteiten van andere Antwerpse Afrikaanse verenigingen aankondigen. Wegens een beperkt budget verschijnt het nieuwsbericht slechts 4 keer per jaar. Het wordt slechts verspreid onder de lidverenigingen van het Platform van de Afrikaanse gemeenschappen. Ten slotte is het misschien belangrijk iets te vermelden over “MO” – Mondiaal Magazine. Dit tijdschrift, dat al bestond sinds maart 2003 dankzij een samenwerking van Wereldmediahuis met 8 andere ngo’s22, schrijft soms artikelen over de Afrikaanse bevolking in het algemeen. 2.3.3
Afrikaanse radioprogramma’s
In vergelijking met Brussel zijn er weinig Afrikaanse radioprogramma’s. Een niet-commerciële Antwerpse radio, Radio Centraal 106.7 FM (Antwerpen), zendt een programma van de Antwerpse Ghanese gemeenschap uit. Dit programma23 wordt twee keer per week uitgezonden: maandag van 19u.00-20u.30 en zaterdag van 7u.00-9u.00. Het is vooral een moment waarop men Afrikaanse muziek kan beluisteren. Radio Multipop Antwerpen 100.2 FM is een multiculturele radio die het anti racisme als levenshouding in de regio Antwerpen tracht te bevorderen. Multipop werkt samen met het Platform van de Afrikaanse gemeenschappen, de Federatie van Marokkaanse Verenigingen en de Unie van Turkse Verenigingen. Resultaat is “Multipop Mundial”, een wereldprogramma, met het accent op muziek. Deze radio staat open voor de meeste Afrikaanse (en andere allochtone) verenigingen: ze kunnen activiteiten aankondigen op deze zender. 2.3.4
Afrikaanse televisieprogramma’s
ATV, de regionale televisiezender provincie Antwerpen, is zeer beperkt in zijn contact met de Antwerpse Afrikaanse gemeenschap. Deze televisie spreekt weinig over deze bevolkingsgroep behalve wanneer er een incident is of op een “exotische” manier (dans, muziek, enz.). In vergelijking met Brussel kijken de meeste (Antwerpse) Afrikanen weinig of niet naar “hun” lokale televisiezender. Bij het bekijken van ATV en andere Vlaamse televisiezenders krijgt men de indruk dat Vlaanderen bewoond wordt door een etnisch compleet homogene bevolkingsgroep24. 2.4 Allochtonen en Vlaamse televisie
In de jaren 1990 zond de VRT twee programma’s over de multiculturele samenleving uit: “Babel” en “Couleur Locale”. Babel had als belangrijke doelgroep: de Turkse en de Marokkaanse gemeenschap. Dit programma was uitgezonden in het Turks-Nederlands en/of Arabisch-Nederlands. Daarna werd “Babel” vervangd door “een andere multiculturele magazine gericht op een breed publiek: “Couleur Locale”.
20
Deze vzw vertegenwoordigt Afrikaanse associaties van Vlaanderen (vooral in Antwerpen, Brussel en Gent).
21
Interview met Billy Kalonji in Antwerpen (08 maart 2005).
22
Acht ngo’s die partner zijn van het project zijn: 11.11.11, Broederlijk Delen, Vredeseilanden, Trias, Wereldsolidariteit, Oxfam Wereldwinkels, Fos, Plan België. 23
Interview met Adrien Katungutere Chuma in Antwerpen (08 maart 2005).
24
Voets, F. (2002), Vlaanderen is dringend toe aan kleurentelevisie, De Morgen.
12
Na de afschaffing van Couleur Locale had de openbare omroep beloofd dat thema’s voor migranten gemeenschap nadrukkelijker in andere programma’s behandeld zouden worden25. Flip Voets was eindredacteur en producer van Couleur Locale (1992-1995). Na de Ontmoetingsdagen26 “Media & Allochtonen”, in Gent, Hasselt en Brussel onder meer georganiseerd door het Forum van Etnisch-culturele minderheden27 ,heeft de gedelegeerde bestuurder van de VRT Tony Mary, het Charter Diversiteit ondertekend. In dit charter verklaart de VRT dat hij een afspiegeling wil zijn van de diversiteit in de Vlaamse samenleving, zowel in zijn programma’s als in zijn personeelsbestand28. Dit charter werd ondertekend op 26 april 2003. Uit een onderzoek29 van de VUB blijkt dat van de 102 Vlaamse presentatoren (in Een, Canvas, Ketnet en VTM) er slechts 6 zijn van een etnische minderheid (5,9%). Ketnet heeft er twee en Canvas drie. Een heeft slechts een presentator en VTM geen. In samenwerking met haar Cel Diversiteit heeft de VRT in de loop van 2004 een studie, “Kleur bekennen”, uitgevoerd naar de zichtbaarheid van mensen van andere afkomst op de Vlaamse televisie. Uit dit onderzoek blijkt dat gekleurde mensen (zwart-Afrikaanse en Mediterrane afkomst) weinig aan bod komen op de Vlaamse televisie. De mening van allochtonen wordt niet gevraagd wanneer het gaat over “niet-allochtone” onderwerpen. Allochtonen zijn ondervertegenwoordigd in spelprogramma’s en in romantische of familiale settings. Ten slotte komen de meeste gekleurde mensen aan bod in series30. In april 2002 heeft de Vlaamse minister van gelijke kansen Mieke Vogels gepleit voor het oprichten van een aparte allochtonenzender. Deze zender zou bestaan net zoals andere doelgroepenzender (Kanaal Z, Vitaya,…). Dit idee was elegant weggekaatst door de Vlaamse regering. In plaats van aparte programma’s over de multiculturele samenleving koos VRT voor een inclusieve aanpak maar de openbare omroep vormt nog geen afspiegeling van de multiculturele maatschappij.
25
KifKif (2003). Interview met Flip Voets. http://www.kifkif.be/mediawatchsite/print.php?sid=18 (5 juni 2005).
26
Interview met Georges Kamanayo in Antwerepen (25 november 2004).
27
Het Minderhedenforum, een koepel van verenigingen voor allochtonen, vluchtelingen en woonwagenbewoners, is de gesprekpartner voor de overheid voor alle materies die etnisch-culturele minderheden aanbelangen. 28
VRT. Charter diversiteit. http://www.vrt.be/vrt_master/dena/beleidsverklaring/dena_beleidsverklaring/index.html (24 mei 2005).
29
De Clercq, F. Licentiaatverhandeling (2003-2004). Etnische minderheden als presentator in beeld. Vrije Universiteit Brussel. 30
VRT Studiedienst (2004). Kleur bekennen. VRT.
13
3. Analyse van het kwantitatief onderzoek 3.1 Methodologie 3.1.1
Probleemstelling
Tot nu toe is bijna geen onderzoek uitgevoerd naar het mediagebruik van de zwarte Afrikaanse gemeenschap van België. Wel werd het mediagebruik van de Turkse en de Marokkaanse gemeenschappen al eens onderzocht31. Verschillende redenen kunnen verklaren waarom er geen of weinig actueel onderzoek bestaat over de verhoudingen tussen de zwarte Belgisch - Afrikaanse gemeenschap en de media. België telt verschillende soorten vreemdelingen. Bij de niet-Europese vreemdelingen is de Turkse en de Marokkaanse bevolking de belangrijkste groep. Veel onderzoekers probeerden gewoon te focussen op de grootse niet-Europese allochtone bevolking d.w.z. de Turkse en de Marokkaanse Afrikaanse bevolking. De tweede reden kan te maken hebben met het tijdstip waarop de verschillende niet-Europese allochtone bevolkingsgroepen zich in België hebben gevestigd. De meeste zwarte Afrikanen kwamen later naar België dan de meeste Marokkanen. De Turkse en de Marokkaanse gemeenschappen wonen langer in België dan de zwarte Afrikaanse gemeenschap. Mogelijk bekeken onderzoekers vooral deze twee bevolkingsgroepen ten nadele van andere groepen. Een laatste reden heeft te maken met het nieuws. De Marokkaanse gemeenschap kwam veel meer in het nieuws dan de zwarte Afrikaanse gemeenschap. Een groep die veel in het nieuws verschijnt, wint aan maatschappelijk belang. Dat trekt de aandacht van onderzoekers . De zwarte Afrikaanse bevolkingsgroep is weinig in het nieuws en bijgevolg bestaat weinig onderzoek naar deze groep. Door de weinige studies en door het feit dat de zwarte Afrikaanse gemeenschap steeds groter en belangrijker wordt, dacht ik dat dit het goede moment was om er een onderzoek naar te doen. 3.1.2
Beschrijving van het kwantitatieve onderzoek
De bedoeling van dit (kwantitatieve) onderzoek is vooral een overzicht te krijgen van het mediagebruik van de zwarte Belgische Afrikanen. Aan de ene kant zou ik graag weten welke media deze bevolking gebruikt, en wat hun verhouding is ten opzichte van verschillende media of programma’s. Aan andere kant vond ik het belangrijk te weten welke thema’s deze groep belangrijk en interessant vindt. De uiteindelijke bedoeling van dit onderzoek is niet alleen persoonlijk, d.w.z. een diploma in communicatie te behalen, maar ook een werk ter beschikking te stellen dat alle “professionele” mensen (mediasector, politici, bedrijven,…) kunnen gebruiken om deze bevolking te bereiken. In dit onderzoek komen in totaal vijf thema’s aan bod. De thema’s zijn gerelateerd met de vijf belangrijkste soorten media: radio, televisie, krant, tijdschrift en internet. Er wordt telkens onderzoek gedaan naar deze vijf media. Er werd gewerkt met een gestructureerde vragenlijst waarin mogelijke respondenten hun mening konden geven. Respondenten konden op twee manieren aan dit onderzoek deelnemen: door middel van papier en via het internet.32. Het ‘papieren’ onderzoek is uitgevoerd op plaatsen waar we mogelijk respondenten konden treffen zoals. kerken, scholen, Afrikaanse vzw’s, verenigingen voor zwarte Afrikanen, enz. Dezelfde vragenlijst was ook beschikbaar op internet33. Hier konden mogelijke respondenten deelnemen door een online formulier in te vullen. De link naar de internet site was terug te vinden op enkele bijzondere sites bedoeld voor zwarte Afrikanen zoals www.grioo.com en www.africultures.com.
31
Shelfhout, E. Verstraeten, H. De rol van de media in de multiculturele samenleving. VUBPRESS, 1998.
32
Vragenlijst kwantitatieve onderzoek zie bijlage.
33
Adres van de internet site : www.dewinterus.netfirms.com
14
E-mails naar verschillende zwarte Afrikaanse forums op het internet vormden een andere manier om mensen te betrekken bij het onderzoek. Het resultaat daarvan is dat meer dan 150 mensen de internet site hebben bezocht in twee maanden tijd34. Om de verzamelde data voor te bereiden op de data-analyse, werd een inhoudsanalyse uitgevoerd met behulp van het computerprogramma Statistical Package for the Social Sciences (SPSS).
3.1.3
Doelgroep en quota’s
Het onderzoek betrof uitsluitend zwarte Franstalige Afrikanen van Brussel. Quota werden opgesteld op basis van bevolkingscijfers van het Nationaal Instituut voor de Statistiek. Die quota waren naar geslacht en leeftijd: 15-19 jaar 20-24 jaar 25-34 jaar 35-44 jaar 45-54 jaar 55+ers Het eerste idee was 300 mannen en vrouwen van Afrikaanse afkomst en woonachtig in Brussel te ondervragen. Dit om een representatief beeld te krijgen. Wegens de moeilijkheid om sommige quota te bereiken, moest ik het oorspronkelijke aantal terugbrengen tot 200 mensen. Door het moeilijke bereik van de categorie 55+ers beperk ik de analyse en de conclusies tot mensen tussen 15-54 jaar. Elementen (behalve geslacht en leeftijd) die behoren tot de socio - demografische variabelen zijn o.a.: aantal jaar woonachtig in België, aantal gezinsleden, hoogste diploma, burgerlijke staat, beroep, belangrijkste inkomensverschaffer.
34
Startdatum kwantitatieve onderzoek: 15/02/05 en einddatum: 15/04/05
15
3.2 Televisie 3.2.1
Het televisiekijken: frequentie en moment
Figuur 1: Frequentie kijkgedrag per geslacht 98,4%
99%
97,7%
100,0% 90,0% 80,0% 70,0% 60,0% 50,0%
Ja
40,0%
Nee
30,0% 20,0% 0,0%
1%
1,6%
10,0%
Totaal
Man
2,3% Vrouw
De percentages van het kijkgedrag zijn hier zeer hoog. 98,4% van de respondenten verklaart te kijken naar de televisie. Binnen alle leeftijdscategorie kijkt 97,7% van vrouwen en 99% van mannen televisie. Geen enkel ander medium heeft een dergelijk hoog percentage. Figuur 2: Het belangrijkste televisiemoment
Geen precies 23,4%
s morgens 1,1% overdag 7,1%
s morgens overdag s avonds Geen precies
s avonds 68,5%
In totaal kijkt 68,5% van respondenten vooral ’s avonds televisie. Slechts 1,1% van mensen kijkt ’s morgens naar televisie. 7,1% tijdens de dag en 23,4% van respondenten heeft geen precies moment om naar televisie te kijken.
16
Figuur 3: Het belangrijkste televisiemoment per geslacht 80,0% 66,7%
70,0% 60,0% 50,0%
71,4% 65,9% 53,5%
50% 50%
40,0%
46,5%
33,3%
Man
30,0%
Vrouw
20,0% 10,0% 0,0%
Ochtend
De dag
Avond
Geen antwoord
Wanneer we het moment van het televisiekijken kruisen met het geslacht zien we dat 66,7% van de vrouwen tijdens de dag televisie kijkt, tegenover 33,3% bij de mannen. De avond is het moment bij uitstek wanneer mensen uit deze bevolking naar televisie kijken: 71,4% van mannen tegen 65,9% van vrouwen. 3.2.2
Televisiekanalen
Figuur 4: Overzicht kijkgedrag Arte 9,8% Plug Tv 6,5% CNN 8,2% MCM 11,4% Euronews 32,1% TV5 44% La Deux 13,6% La Une 53,8% TF1 54,3% Club RTL 19,1% TLB 13,6% France 3 25,5% MTV 19% AB3 26,1%
RTL-TVI 74,5% France2 49,5%
17
Bij het vraag “wat zijn uw 5 meest bekeken televisiekanalen” hebben we als resultaat: 1. RTL-TVI: 74,5% 2. TF1: 54,3% 3. La Une (RTBF 1): 53,8% 4. France 2: 49,5% 5. TV5: 44% RTL- TVI is de meest bekeken televisiezender, opvallend is het verschil van 20,3% tussen haar 1ste plaats en de tweede plaats van TF1. In het algemeen is de televisiegroep RTL goed vertegenwoordigd (9e positie van Club RTL met 19,1% en 15e positie van Plug TV met 6,5%). De grote winnaars zijn natuurlijk de Franse televisiezenders. 5 Franse kanalen nemen de 10 eerste plaatsen in: TF1(54,3%), France 2 (49,5%), TV5 (44%), AB3 (26,1%) en France 3 (25,5%). De publieke televisie RTBF 1 (La Une) moet met een derde plaats genoegen nemen. “La Une” komt achter TF1 (0,5% verschil) maar voor France 2, de Franse publieke televisie (4,3% verschil). Ten slotte komt de Brusselse Franstalige lokale televisie, Télé Bruxelles, op de elfde plaats (samen met RTBF 2). TLB (met 13,6%) staat tussen twee muziekzenders: MTV en MCM. Bij de Vlaamse televisiezenders komt Tv Brussel op de eerste plaats met 4,4%, gevolgd door Een (TV1) met 3,3% en VT4 (2,7%). Slechts 1,1% van mensen kijkt naar VTM. 3.2.3
Overzicht van de 4 beste televisiezenders
Op dit punt gaan we eerst RTL-TVI en RTBF 1 (de twee belangrijkste Belgische televisiezenders bij onze doelgroep) analyseren binnen de profielvariabelen leeftijd, opleiding, beroep en gezin. Daarna bespreken we de situatie van twee Franse televisiekanalen, TF1 en France 2, op net dezelfde wijze. 3.2.3.1 RTL-TVI en RTBF 1 Figuur 5: RTL-TVI-RTBF 1 per leeftijd, opleiding, beroep en gezin Leeftijd RTL-TVi RTBF 1
15-19j 10,2% 4,1%
20-24j 13,9% 14,3%
25-34j 35% 38,8%
35-44j 30,7% 30,6%
45-54j 10,2% 12,2%
RTL TVI scoort goed bij mensen tussen 15-19 jaar en heeft 6,1% kijkers meer dan RTBF 1. Respondenten van de leeftijdscategorie 25-34 jaar zijn bij de 2 televisiezenders de grote kijkers. RTBF 1 heeft 3,8% meer respondenten in deze categorie dan RTL-TVI. Opleiding
Lager
Secund
Techn.
Hoog.
Univ+post
RTL-TVI RTBF 1
2,9% 1%
35,1% 28,6%
2,9% 6,1%
20,4% 23,5%
26,2% 29,6%
Geen antwoord 12,4% 11,2%
35,1% van RTL-TVI kijkers is man of vrouw met een diploma secundair onderwijs. RTBF 1 telt onder zijn kijkers Afrikanen met universitair en/of postuniversitair diploma (29,6% van de respondenten). Beroep
Zelfstandige
Bediende
Arbeider
Studenten
Geen
RTL-TVI RTBF 1
10,9% 9,2%
19% 23,5%
9,5% 9,2%
39,4% 38,8%
16,8% 16,3%
Geen antwoord 4,4% 3,1%
Het frequentiepercentage bij studenten is zowel bij RTL-TVi als bij RTBF 1 zeer goed met respectievelijk 39,4% en 38,8%. 23,5% van de RTBF1 kijkers is respondent met het beroep van bediende kijken tegenover 19% bij RTL-TVI. Gezin RTL-TVI RTBF 1
1 pers. 28,5% 28,6%
2 pers 14,6% 16,3%
3-5 pers. 43,1% 40,8%
+ 5 pers. 13,1% 14,3%
Gn antwoord 0,7% 0%
18
Hier ook scoren RTL-TVI en RTBF 1 in dezelfde categorie: gezin met 3 tot 5 personen. RTL-TVI heeft 2,3% meer kijkers dan RTBF 1. RTL-TVi wordt bekeken door 76,5% van de vrouwelijke respondenten en 73,5% van de mannelijke terwijl slechts 52% mannen en 55,3% vrouwen kijken naar RTBF 1. 3.2.3.2 TF1 en France 2 Figuur 6: TF1 –France 2 per leeftijd, opleiding, beroep en gezin Leeftijd TF1 France 2
15-19j 10% 10%
20-24j 9% 12,2%
25-34j 42% 37,8%
35-44 33% 34,4%
45-54j 6% 5,6%
10% van de kijkers van TF1 en France 2 is 15-19 jaar oud. Het gemiddelde van deze twee Franse televisiezenders is (in de categorie 15-19 jaar) beter dan dit van RTL-TVI en RTBF 1. Net als de twee Belgische televisies scoren TF1 en France 2 goed bij zwarte Afrikanen van 25-34 jaar. Het percentage van de Franse televisies ligt hoger dan dit van de Belgische zenders. Opleiding
Lager
Secund
Techn.
Hoog.
Univ+post
TF1 France 2
4% 2,2%
33% 26,7%
3% 5,5%
22% 20%
27% 31,1%
Gn antwoord 11% 14,4%
De privé-televisiezender TF1 scoort goed bij respondenten met een diploma uit secundair onderwijs, net als de Belgische privé-televisiezender RTL-TVI. De Franse publieke televisiezender volgt het voorbeeld van RTBF 1, de Franstalige publieke televisie, en scoort goed bij personen met universitair en/of postuniversitair diploma. Beroep
Zelfstandige
Bediende
Arbeider
Studenten
Geen
TF1 France 2
9% 14,4%
18% 23,3%
10% 8,9%
41% 38,9%
17% 11,1%
Gn antwoord 5% 3,3%
Ook hier zijn studenten de groep die vooral kijkt naar deze televisiezenders. 41% van TF1 kijkers is student tegenover 38,9% bij France 2. Gezin TF1 France 2
1 pers. 30% 28,9%
2 pers 17% 17,2%
3-5 pers. 37% 33,3%
+ 5 pers. 15% 18,9%
weigering 1% 1,1%
TF1 en France 2 scoren goed bij eenpersoonsgezinnen en bij gezinnen van 3 tot 5 personen. Hoewel deze twee televisiezenders bij dezelfde gezincategorie goed scoren, realiseren de Belgische televisiezenders toch een betere score dan hun Franse collega’s.
19
3.2.4
Overzicht Télé Bruxelles
Figuur 7: TLB per Brusselse gemeente
1210 B; 4% 1200 B; 8% 1190 B; 12% 1140 B; 4% 1120 B; 4% 1082 B; 4% 1080 B; 4% 1070 B; 4% 1060 B; 12% 1050 B; 8% 1040 B; 4% 1030 B; 12% 1000 B; 20% 0%
5%
10%
15%
20%
25%
1000 Brussel is de gemeente waar Télé Bruxelles, de Brusselse Franstalige lokale televisie, het meest bekeken wordt. Daarna volgen Vorst, Sint Gillis en Schaarbeek met 12%. 8% in 1050 Brussel (Elsene). Etterbeek, Anderlecht, Molenbeek, Sint-Agatha- Berchem, Neder-Over-Heembeek, Evere en Sint Joost-ten-Noode sluiten met 4%. Figuur 8: TLB per gezin, opleiding, leeftijd en beroep 1 pers. 36%
Gezin
2 pers 12%
3-5 pers 36%
Meer 5 pers. 12%
weigering 4%
36% van de TLB kijkers komt van een gezin met één of 3 tot 5 personen. Onderwijs
Lager Ond. 4%
Lag.sec. Ond. 8%
Hog.sec. Ond 28%
Techn. Ond. 4%
Hogesch.
Univ.
20%
16%
Post univ. 4%
weigering 16%
36% van de TLB kijkers heeft een diploma uit secundair onderwijs. Leeftijd
15-19 jaar 4%
20-24 jaar 12%
25-34 jaar 36%
35-44 jaar 36%
45-54 jaar 12%
Arbeider 12%
Student 28%
Geen 24%
36% van de TLB kijkers is tussen 25 en 44 jaar. Beroep
Zelfstandige 16%
Bediende 20%
28% van de TLB kijkers is student en 24% zit zonder beroep. 56% van mannen kijkt naar Télé Bruxelles tegenover 44% bij de vrouwen.
20
3.2.5
Imago van Zwarte Afrikanen op de Belgische televisie
Figuur 9: Imago van Afrikanen op televisie
Weigering 9,2%
Positief 14,1%
Neutraal 21,7%
Negatief 54,9%
Meer dan helft van de Afrikaanse bevolking vindt dat het imago van Afrikanen op de Belgische televisie negatief is. 21,7% is neutraal en slechts 14,1% is positief over het imago van deze bevolking op de Belgische televisie. Figuur 10: Invloed van lengte van verblijf in België op de perceptie Imago is negatief 35,0% 30,0%
3-5 jaar 27,7%
25,0%
5-10 jaar 28,7% Meer 10 jaar 19,8% Weigering 14,9%
20,0% 15,0% 10,0% 5,0% 0,0%
1 jaar 3,0%
1-2 jaar 5,9%
Wanneer we respondenten die het imago van Afrikanen negatief vinden op de Belgische televisie opsplitsen naar aantal jaren dat ze in België verblijven, zien we dat de negatieve perceptie toeneemt naarmate iemand langer in België verblijft. Er is een verschil van 2,9% tussen mensen die minder dan 1 jaar in België zijn en zij die al tussen 1-2 jaar in België wonen. We stellen een stijging vast van 5,9% naar 27,7% bij mensen die 3 tot 5 jaar in België verblijven. Dit percentage neemt toe met 1% bij mensen die tussen 5 en 10 jaar in België wonen. Daarna zien we een daling van 8,9% bij mensen die meer dan 10 jaar in België zijn. 14,9% van mensen die het imago van Afrikanen op de Belgische televisie negatief beschouwen, weigert te vermelden hoelang ze in België wonen.
21
3.2.6
Zichtbaarheid van Zwarte Afrikanen op de Belgische televisie
Figuur 11: Zichtbaarheid van Afrikanen op de televisie
9,2%
weet niet
87,0%
Slecht 2,7%
Goed
1,1%
Zeer goed 0,0%
20,0%
40,0%
60,0%
80,0%
100,0%
Een grote meerderheid van de respondenten vindt dat hun zichtbaarheid slecht is op de Belgische televisie. Slechts 3,8% van mensen is tevreden met de zichtbaarheid van deze bevolkingsgroep op televisie. Minder dan 10% heeft zich niet uitgesproken. Figuur 12: Zichtbaarheid van Afrikanen op de televisie per (niet-)kijkers van Télé Bruxelles 100,0%
nee: 88,7%
90,0% ja: 76%
80,0% 70,0% 60,0%
ja TLB
50,0%
nee TLB
40,0% 30,0% 20,0% 10,0% 0,0%
ja: 8% ja: 0%
nee: 1,3%
Zeer goed
ja: 16% nee: 8,2%
nee: 1,9%
Goed
Slecht
Weet niet
Momenteel is de Brusselse Franstalige lokale televisie Télé Bruxelles één van de enige Belgische zenders waarin zwarte Afrikanen meestal zichtbaar zijn. Het is dus interessant te zien hoe kijkers en niet-kijkers van deze lokale televisie reageren op de zichtbaarheid van deze groep in het algemeen. Bij de niet-kijkers van TLB is 1,3% van de mensen tevreden met de zichtbaarheid van de zwarte Afrikanen. Geen enkele TLB- kijkers vindt dat deze bevolking zeer goed zichtbaar is op de Belgische televisie hoewel ze soms zwarte Afrikanen zien op TLB. Wel is er een merkwaardig verschil tussen kijkers en niet-kijkers van TLB waar het betreft respondenten die het imago van de zwarte Afrikanen goed vinden. 8% van TLB kijkers reageert goed op de zichtbaarheid van deze gemeenschap tegenover 1,9% bij niet-TLB kijkers.
22
Ten slotte zien we dat niet TLB-kijkers met 88,7% niet tevreden zijn met de zichtbaarheid van Afrikanen op televisie. Er is een verschil van 12,7% met het antwoord van TLB-kijkers op dezelfde vraag. Kijkers van TLB, waar af en toe Afrikanen te zien zijn, zijn dus gemiddeld iets positiever. 3.2.7
Programma’s met een zwarte Afrikaanse presentator
Figuur 13: Reactie op een programma met een Afrikaanse presentator
Neutraal 22,8%
Weet niet 1,6%
Negatief 0,0%
Positief 75,5%
Op een programma met een zwarte Afrikaanse presentator reageren Afrikanen positief. 22,8% blijft neutraal bij dergelijke programma’s. Geen enkele respondent heeft een negatieve reactie op een programma gepresenteerd door een zwarte Afrikaanse journalist. Figuur 14: Tegenwoordige frequentie van programma’s met een Afrikaanse presentator
Geen 10,4%
Weet niet 13,1%
Genoeg 5,5%
Zeldzaam 71,0%
5,5% van de respondenten vindt dat er genoeg programma bestaat met een Afrikaanse presentator, 10,4% verklaart dat dergelijke programma niet bestaan en 71% vindt dat zulke programma’s zeldzaam zijn.
23
Figuur 15: Zwarte Afrikanen versus programma met een zwarte Afrikaanse presentator 70,0% 60,9% 60,0% 50,0% 40,0% 30,0%
23,4%
20,0%
12,0%
10,0%
3,8%
0,0% ja
nee
neutraal
weet niet
Afrikanen zijn veeleisende televisiekijkers. Bij de vraag: “Zult u naar een willekeurig programma kijken slechts omdat dit door een zwarte Afrikaanse journalist wordt gepresenteerd?” heeft 23,4% van de respondenten positief geantwoord. 60,9% van Afrikanen wil niet naar een televisieprogramma kijken omdat dit door een journalist van hun gemeenschap wordt gepresenteerd. 12% van de mensen blijft neutraal. 3.2.8
Kijkgedrag programmagenres
Figuur 16: Overzicht kijkcijfers per programmagenres
Nieuws Films Tv-series Sport Spelletjes Muziek Reportages Auto’s Dieren Gezondheid Milieu Kookprogr. Cultuur, art Politiek Reality TV Jeugd
Nooit 0,5% 2,2% 10,3% 9,2% 13,7% 7,6% 4,9% 39,7% 26,6% 5,5% 14,2% 31,0% 8,2% 6,5% 24,5% 25,5%
Zelden 3,3% 13,6% 25,0% 21,2% 36,3% 23,9% 14,7% 27,7% 34,8% 26,2% 37,2% 28,3% 29,9% 13,0% 31,0% 23,9%
Soms 12,0% 35,3% 23,9% 28,8% 24,7% 30,4% 35,3% 8,7% 21,2% 36,6% 26,8% 20,1% 28,3% 31,0% 20,7% 24,5%
Meestal 76,1% 38,0% 26,1% 26,6% 11,0% 23,4% 31,0% 4,9% 4,3% 17,5% 3,3% 4,3% 8,7% 38,6% 10,9% 14,1%
Weet niet 8,2% 10,0% 14,7% 14,1% 14,3% 14,7% 14,1% 19,0% 13,0% 14,2% 18,6% 16,3% 25,0% 10,9% 13,0% 12,0%
Best bekeken programmagenres zijn programma’s met een hoog percentage in de categorie “meestal”. De 5 best bekeken programmagenres zijn dus: 1. Nieuwsuitzendingen (76,1%) 2. Politieke programma’s (38,6%) 3. Speelfilms (38%) 4. Reportages (31%) en 5. Sport (26,6%).
24
Minder goed bekeken programmagenres zijn programma’s met een hoog percentage in de categorie “nooit”. De 5 minder goed bekeken programmagenres: 1. Programma’s over auto’s (39,7%) 2. Kookprogramma’s (31%) 3. Dierenprogramma’s (26,6%) 4. Jeugdprogramma’s (25,5%) en 5. Reality TV programma’s (24,5%). 3.2.8.1 Nieuwsuitzendingen Figuur 17: Kijkcijfers nieuwsuitzendingen
Nooit 0,5%
Weet niet 8,2%
Zelden 3,3%
Soms 12,0%
Nooit Zelden Soms Meestal Weet niet
76,1%
76,1% van de respondenten kijkt naar nieuwsuitzendingen. Geen ander programma heeft een zo hoog percentage kijkers dan het nieuws. Slechts 12% van de respondenten kijkt soms naar dit programma en 3,3% kijkt zelden. Opvallend is dat er 0,5% mensen zijn die verklaren nooit naar nieuwsuitzendingen te kijken. 3.2.8.2 Speelfilms Figuur 18: Kijkcijfers speelfilms 40,0% Soms
35,0%
Meestal
30,0% 25,0% 20,0% Zelden
15,0%
Weet niet
10,0% 5,0%
Nooit
0,0%
Films
Nooit
Zelden
Soms
2,2%
13,6%
35,3%
Meestal Weet niet 38,0%
10,0%
38% van de personen kijkt meestal naar films en 35,3% soms. Verder zien we ook dat 13,6% van de respondenten zelden naar films kijkt en 2,2% nooit.
25
3.2.8.3 TV – series Figuur 19: Kijkcijfers Tv- series: overzicht en per geslacht 78,3%
57,9%
66,7%
66%
61,4%
Tv-Series 42,1%
Man
38,6% 33,3%
34% 25%
26,1%
21,7%
14,7%
23,9%
10,3%
Nooit
Zelden
Vrouw
Soms
Meestal
Weet niet
26,1% van de respondenten verklaart meestal te kijken naar Tv-series, en 23,9% soms. 25% kijkt zelden. Ten slotte zien we dat 10,3% van de mensen nooit naar series kijkt. Het is vooral het geval bij mannen: slechts 38,6% van de respondenten die soms kijken naar Tv- series is van het mannelijke geslacht tegen 61,4% van het vrouwelijk. 57,9% van de mannen bekijkt Tv- series tegenover 42,1% bij de vrouwen. 21,7% van de respondenten die verklaren zelden naar Tv- series te kijken is vrouw, terwijl de rest (78,3%) man is. Tv- series zijn dus een ‘vrouwelijk’ programma. 3.2.8.4 Sport Figuur 20: Kijkcijfers sportprogramma’s: overzicht en per geslacht Weet niet
Meestal
Sport 14,1%
Vrouw 18,4%
Nooit 0,0%
Man 81,6%
Sport 26,6%
Vrouw
Vrouw 40,4% Man 59,6% Sport 28,8%
Soms
Zelden
Vrouw 42,4% Man 57,7%
Vrouw 88,2%
Man 11,8% Sport 9,2% 40,0%
Sport
Vrouw 74,4%
Man 25,6% Sport 21,2%
20,0%
Man
60,0%
80,0%
100,0%
26,6% van de Afrikanen verklaart meestal naar sportprogramma’s te kijken. 81,6% van deze bevolkingsgroep is man; de rest (18,4%) is vrouw. Van de 28,8% van de mensen die soms sport volgen, is er 59,6% man. De sportkijkers zijn vooral van het mannelijke geslacht. 88,2% van respondenten die nooit kijken naar sportprogramma’s, is vrouw. Ten slotte: 74,4% van de personen die zelden naar sportprogramma’s kijken is vrouwen tegenover 25,6% bij de mannen.
26
3.2.8.5 Spelletjes en quizprogramma’s Figuur 21: Kijkcijfers spelletjes: overzicht en per geslacht 70,0% 60,0%
60%
60%
50,0%
55,6% 44,4% 40%
40%
40,0%
20,0%
40%
38,5%
Spelletjes Man
36,3%
30,0%
61,5%
60%
24,7%
Vrouw
13,7%
14,3%
11%
10,0% 0,0%
Nooit
Zelden
Soms
Meestal
Weet niet
36,3% van de respondenten kijkt zelden naar spelletjes en quizprogramma’s. Het is het opvallendste cijfer in dit overzicht. Verder zien we ook dat 24,7% van de zwarte Afrikanen soms naar dergelijke programma’s kijkt en 11% meestal. 13,7% van de respondenten kijkt nooit naar quizprogramma’s. Het zijn vooral mannen (60%) die nooit zulk televisieprogramma bekijken. 60% van de personen die zelden naar spelletjes kijken, is man terwijl de rest van het vrouwelijke geslacht is. Vrouwelijke respondenten kijken meer naar quizprogramma’s dan hun mannelijke collega’s: 60% kijkt meestal, tegenover 40% bij de mannen. Meer dan 55% van de Afrikanen die spelletjes bekijken is vrouw. De rest van respondenten (44,4%) zijn mannen. 3.2.8.6 Programma’s over muziek en cultuur Figuur 22: Kijkcijfer programma’s over muziek en cultuur 70,0% 60,0% 50,0%
28,3%
40,0%
Cultuur
29,9%
30,0%
Musiek
8,7%
25%
30,4%
23,4%
20,0% 10,0%
23,9%
8,2%
14,7%
7,6%
0,0% Nooit
Zelden
Soms
Meestal
Weet niet
7,6% van de ondervraagden kijkt nooit naar muziekprogramma’s en 8,2% nooit naar programma’s over cultuur. 23,9% van de mensen volgt zelden muziek op televisie en 23,4% meestal. Bijna 30% van de respondenten kijkt zelden naar culturele programma’s en 28,3% soms. Opvallend is het verschil bij mensen die meestal naar programma’s over cultuur of muziek kijken. Slechts 8,7% van Afrikanen kijkt meestal naar culturele programma’s terwijl 23,4% hetzelfde doen voor muziekprogramma’s. Een verschil van 14,7% dus.
27
3.2.8.7 Reportageprogramma’s Nooit Reportages 4,9%
Zelden 14,7%
Soms 35,3%
Meestal 31,0%
Weet niet 14,1%
Figuur 23: Kijk reportageprogramma’s (soms en meestal) per leeftijd 50,0%
46,2% 42,1%
45,0% 40,0% 35,0%
31,6%
30,0%
26,2%
Soms
25,0%
Meestal
20,0% 15,0%
12,3% 7,7% 8,8%
10,0%
10,5% 7,7%
7%
5,0% 0,0% 15-19 jaar 20-24 jaar 25-34 jaar 35-44 jaar 45-55 jaar
Slechts 4,9% van de respondenten verklaart nooit te kijken naar reportageprogramma’s en 14,7% zelden. Terwijl 35,3% van de mensen soms reportages op televisie volgt, zien we dat dit kijkgedrag afhankelijk is van de leeftijd. Zwarte Afrikanen die soms naar reportageprogramma’s kijken komen vooral uit de leeftijdscategorie 25-34 jaar oud (46,2%). Zij die meestal dergelijke programma’s volgen (31% van de personen) zijn te vinden in de leeftijdscategorie 35-44 jaar. Mensen tussen 35-44 kijken ook graag naar reportageprogramma’s. 3.2.8.8 Programma’s over dieren, gezondheid en milieu Figuur 24: Kijkcijfers programma’s over dieren, gezondheid en milieu
Weet niet 3,3% Meestal
4,3%
18,6% 14,2% 13% 17,5% 26,8% 36,6%
Soms
21,2% 26,2%
Zelden
0,0%
5,5% 10,0%
Gezondheid Dieren
34,8%
14,2% Nooit
37,2%
Milieu
26,6% 20,0%
30,0%
40,0%
Slechts 5,5% van de personen kijkt nooit naar programma’s over gezondheid terwijl 14,2% niets wil weten van programma’s over het milieu en 26,6% van dierenprogramma’s. 37,2% van de mensen verklaart zelden programma’s over het milieu te volgen; 26,2% over gezondheid en 34,8% over dieren. 36,6% van de Afrikanen die interesse hebben voor gezondheidprogramma’s, volgt soms
28
dergelijke programma’s. 26,8% bekijkt soms programma’s over het milieu en 21,2% dierenprogramma’s. Ten slotte kijkt slechts 3,3% van de respondenten meestal naar programma’s over het milieu, terwijl 4,3% van de mensen meestal programma’s over dieren volgt, en er 17,5% meestal naar gezondheidsprogramma’s kijkt. 3.2.8.9 Programma’s over auto’s Figuur 25: Kijkcijfers programma’s over auto’s
Weet niet 19,0% Nooit
Nooit 39,7%
Meestal 4,9%
Zelden Soms
Soms 8,7%
Meestal Weet niet
Zelden 27,7%
39,7% is het cijfer dat meteen opvalt wanneer we kijkcijfers van dit programma bekijken. Bijna 40% van de respondenten verklaart nooit te kijken naar programma’s over auto’s. Geen enkele programma heeft een zo hoog cijfer bij de categorie “nooit”. Daarna merken we ook dat slechts 4,9% van de respondenten meestal kijkt naar een dergelijk programma. Terwijl slechts 8,7% van de mensen soms een programma over auto’s bekijkt, volgt 27,7% van de respondenten zelden zo’n programma. 3.2.8.10 Kookprogramma’s Figuur 26: Kijkcijfers kookprogramma’s
Weet niet 16,3% Meestal 4,3%
Nooit 31,0%
Nooit Zelden Soms Meestal
Soms 20,1%
Weet niet Zelden 28,3%
Ook hier is het percentage hoog bij de categorie “nooit”: 31% van de personen kijkt nooit naar kookprogramma’s en 28,3% zelden. 20,1% van de mensen verklaart kookprogramma’s soms te volgen op hun televisie en slechts 4,3% bekijkt meestal een dergelijk programma.
29
3.2.8.11 Programma’s over politiek Figuur 27: Kijkcijfers programma’s over politiek: overzicht en per geslacht 80,0%
75%
60,0%
56,1%
50,0%
38,6% 30,4%
31%
Man 31%
30%
Vrouw
25%
20,0% 10,0%
Politiek
43,9%
40,0% 30,0%
70%
69%
69,6%
70,0%
13%
10,9%
6,5%
0,0% Nooit
Zelden
Soms
Meestal
Weet niet
Programma’s over politiek zijn na nieuwsuitzendingen de best bekeken programma’s bij de zwarte Afrikanen. 38,6% van de respondenten kijkt meestal naar dergelijk programma. Binnen de categorie “meestal” tonen mannen veel meer belangstelling dan vrouwen: 69% van de respondenten die meestal naar politiek programma kijken, is van het mannelijke geslacht tegen 31% vrouwen. In de categorie “soms” is het omgekeerd: 56,1% van mensen die soms politiek programma’s volgen is vrouw en 43,9% man. In het algemeen bekijkt 31% van respondenten soms dergelijke programma’s. Ten slotte merken we ook dat 75% van de mensen die nooit naar politieke programma’s kijken vrouw is. 69,6% van de respondenten die zelden programma’s over politiek volgen, is vrouw. 3.2.8.12 Reality Tv programma’s Figuur 28: Kijkcijfers Reality Tv programma’s
Weet niet 13% Meestal 10,9% Soms 20,7%
Nooit 24,5%
Nooit Zelden Soms Meestal
Zelden 31%
Weet niet
Reality TV heeft niet veel succes bij zwarte Afrikanen. Slechts 10,9% van respondenten verklaart meestal naar dergelijke programma’s te kijken en 20,7% soms. Terwijl bijna 1/4 van mensen nooit Reality Tv programma’s volgt, bekijkt 31% zelden zulke programma’s.
30
3.2.8.13 Jeugdprogramma’s Nooit 25,5%
Jeugd
Zelden 23,9%
Soms 24,5%
Meestal 14,1%
Weet niet 12,0%
Figuur 29: Kijk jeugdprogramma’s per gezin 60,0% 51,1%
50,0%
40%
40,0%
Soms Meestal
30,0% 22,2%
24% 20%
20,0%
16%
17,8%
8,9%
10,0% 0,0% 1 pers.
2 pers.
3 - 5 pers.
Meer 5 pers
Jeugdprogramma’s worden door slechts 14,1% van de respondenten meestal bekeken. 24,5% van de mensen verklaart soms naar jeugdprogramma’s te kijken. Mensen die soms dergelijke programma’s volgen, maken deel uit van een gezin met 3 tot 5 personen (51,1%). Afrikanen die meestal naar jeugdprogramma’s kijken, komen ook vooral van een gezin met 3 tot 5 personen (40%). Ten slotte zien we ook dat meer dan 1/4 van de personen nooit naar jeugdprogramma’s kijkt en 23,9% zelden. 3.2.9
Programma’s voor zwarte Afrikanen op televisie
Figuur 30: Kijkgedrag bij een groot aanbod van programma’s voor Afrikanen 50,0%
47%
45,0%
36,6%
40,0% 35,0% 30,0% 25,0% 20,0%
11,5%
15,0%
4,9%
10,0% 5,0% 0,0%
Ja
Nee
Neutraal
Weet niet
Als het aanbod van programma’s voor Afrikanen toeneemt op conventionele Belgische televisiezenders gaat 47% van de respondenten meer televisie kijken. 36,6% van de mensen blijft neutraal bij de vraag en 11,5% zal het kijkgedrag niet veranderen.
31
Figuur 31: Zwarte Afrikanen en programma’s voor Afrikanen 61,2%
70,0% 60,0% 50,0% 40,0% 23,5%
30,0% 9,8%
20,0%
5,5%
10,0% 0,0%
Nee
Neutraal
Ja
Weigering
60% van respondenten is geïnteresseerd in programma’s voor Afrikanen Slechts 9,8% van de ondervraagden wil niets weten van dergelijke programma’s en 23,5% weet nog niet hoe ze zullen reageren. Figuur 32: Een TV voor Afrikaanse programma’s
Geen anwtoord 25,1% TVzenders vd privé sector 5,5%
Eigen Afrikaanse TV 23%
Eigen Afrikaanse TV Openbare TVzenders TVzenders vd privé sector Geen anwtoord
Openbare TVzenders 46,4%
Op de vraag: “Op welke televisiezender zou u naar Afrikaanse programma’s willen kijken” heeft 46,4% openbare televisiezenders gekozen. 23% wil dergelijke programma’s op een eigen Afrikaanse televisie en 5,5% op televisiezenders van de privé-sector. 25,1% van de respondenten heeft geen mening.
32
Figuur 33: Afrikanen en televisie: het belangrijkst punt Geen antwoord 9%
Oprichting v.e Afrik. TVzender 44%
Meer progr. vr Afrikanen op Belg. TV's 23%
Meer Afrik journalisten op belg. TV's 24%
Wat is het belangrijkst, volgens u? - Meer programma’s voor zwarte Afrikanen op de conventionele Belgische Tvzenders - Meer zwarte Afrikanen op de conventionele Belgische televisiezenders - De oprichting van een zwarte Afrikaanse Tv-zender in het Belgische medialandschap 44% gaat akkoord met het derde voorstel (oprichting van een Afrikaanse televisiezender). Opinies zijn min of meer gelijk voor de twee eerste voorstellen. 9% van de respondenten wil niet zich uitspreken.
33
3.2.10 Samenvatting televisie
In vergelijking met andere media heeft televisie de grootste belangstelling: 98% van de zwarte Afrikanen verklaart televisie te kijken. Afrikanen kijken vooral ’s avonds televisie. De 5 meeste bekeken televisiezenders zijn: RTL-TVI, TF1, La Une (RTBF 1), France 2 en TV5. TLB, de Brusselse Franstalige lokale televisie, komt op de 11de plaats. 55% van de respondenten vindt dat het imago van Afrikanen op de Belgische televisie negatief is. Deze bevinding neemt toe naarmate een Afrikaan langer in België blijft. 87% vindt de zichtbaarheid van zwarte Afrikanen op de Belgische televisie slecht. 76% reageert positief op een programma met een Afrikaanse presentator. 61% van de personen wil niet naar een willekeurig programma kijken omdat dit door een zwarte Afrikaanse journalist wordt gepresenteerd. De 5 meest bekeken programmagenres zijn: nieuwsuitzendingen, politieke programma’s, speelfilms, reportages en sport. De 5 minder bekeken programmagenres zijn: programma’s over auto’s, kookprogramma’s, dierenprogramma’s, jeugdprogramma’s en reality TV programma’s. Als het aanbod van programma’s voor Afrikanen toeneemt op de conventionele Belgische televisiezenders, gaat 47% van de zwarte Afrikanen meer televisie kijken. 46% van de respondenten zou naar Afrikaanse programma’s willen kijken op een openbare televisiezender. 44% van de mensen steunt het idee van de oprichting van een Afrikaanse televisiezender.
34
3.3 Tijdschriften en weekbladen 3.3.1
Leesfrequentie tijdschriften en weekbladen
Figuur 34: Leesfrequentie tijdschriften en weekbladen per geslacht
Nee 43,9%
Man
Ja 56,1%
Nee 24,4%
Vrouw
Ja 75,6% Nee Ja
Nee 34,8%
Totaal
Ja 65,2%
0,0%
20,0%
40,0%
60,0%
80,0%
65,2% van de mensen leest tijdschriften en 34,8% niet. Opgesplitst volgens “geslacht” merken we dat 75,6% van vrouwen magazines leest terwijl slechts 56,1% van de mannen. Het percentage dat geen magazines leest, is lager bij vrouwelijke respondenten dan bij hun mannelijke collega’s. 24,4% bij vrouwen tegen 43,9% bij mannen: 19,5% verschil. 3.3.2
Zwarte Afrikanen en tijdschriften voor Afrikanen
Figuur 35: Leesfrequentie “Afrikaanse” tijdschriften per leeftijd 45,0%
40,4%
40,0% 35,0% 28,3%
30,0% 25,0% 20,0%
15,2%
15,0% 10,0%
10,1% 6,1%
5,0% 0,0% 15-19j
20-24j
25-34j
35-44j
45-54j
81,8% van respondenten die tijdschriften lezen, is ook lezer van “Afrikaanse” magazines. Slechts 18,2% leest geen “tijdschriften voor zwarte Afrikanen”. Het zijn vooral mensen van 25-34 jaar die magazines lezen. 40,4% van de lezers van “Afrikaanse” magazines komt uit deze leeftijdscategorie.
35
28,3% van lezers van zulke tijdschriften is tussen 35-44 jaar. Het is 12,1% minder dan de eerste genoemde leeftijdscategorie. Personen van 20-24 jaar en 45-54 jaar komen respectievelijk op de derde en de vierde plaats. Figuur 36: Bezitfrequentie van “Afrikaanse” tijdschriften
Andere 16,2% Bibliotheek 2%
Aankoop Aankoop 39,4%
Bij gelegenheid Bibliotheek Andere
Bij gelegenheid 42,4%
42,4% van de lezers van “Afrikaanse” tijdschriften komt in contact met dergelijke magazines bij gelegenheid ( bv. vrienden, kapsalon, enz.). 39,4% van mensen koopt zelf een tijdschrift. Slechts 2,2% leest een tijdschrift in een bibliotheek. Ten slotte is er 16,2% dat “magazines voor zwarte Afrikanen” leest via een andere wijze. Internet kan een van deze wijzen zijn. Figuur 37: Aankoop “Afrikaanse” tijdschriften per beroep
Weigering
2,6% 7,7%
Geen
51,3%
Student Arbeider
0% 25,6%
Bediende Zelfstandige 0,0%
12,8% 10,0% 20,0% 30,0% 40,0% 50,0% 60,0%
Het zijn vooral studenten die “Afrikaanse” tijdschriften kopen (51,3%). Daarna zijn bedienden de tweede kopersgroep van dergelijke magazines met 25,6% (verschil van 25,7% met studenten). Zelfstandigen komen op de derde plaats en mensen zonder werk staan op de vierde plaats met 7,7%.
36
3.3.3
Meest gelezen tijdschriften en weekbladen
Figuur 38: Overzicht meest gelezen tijdschriften en weekbladen Télé Pocket
7,5%
Fig Mag
7,5%
Trends Tend
8,3%
Pt de vue
8,3%
Gds Lacs Télé Star Foot Mag Femmes Mag Vif l'Expres
11,7% 12,5% 15,0% 15% 21,7% 33,3%
Top Santé
37,5%
Ciné TL rev.
35,1%
Vlan
48,3%
J.A Intell.
59,2%
Amina 0,0%
10,0% 20,0%
30,0%
40,0%
50,0% 60,0%
70,0%
De top 10 van de meest gelezen tijdschriften en weekbladen is dus: 1. Amina: 59,2% 2. Jeune Afrique L’intelligent: 48,3% 3. Ciné Télé revue: 37,5% 4. Vlan35: 35,1% 5. Top Santé: 33,3% 6. Le Vif/ l’Express: 21,7% 7. Femmes Magazine: 15,8% 8. Foot Magazine: 15 9. Télé Star: 12,5% 10. Grands lacs: 11,7% Het verschil tussen het meest gelezen tijdschrift Amina en Jeune Afrique l’Intelligent bedraagt 10,9%. Amina en Jeune Afrique L’intelligent zijn ook de meest gelezen “Afrikaanse” tijdschriften aangezien ze in de eerste plaats Afrikanen als doelgroep hebben. Ciné Télé revue komt op de derde plaats met 37,5%. Dit magazine is het meest gelezen Belgische blad bij de zwarte Afrikaanse bevolking. Top Santé met 33,3% en Le Vif/ l’Express met 21,7% komen respectievelijk op tweede en derde plaats bij de categorie “niet-Afrikaanse” tijdschriften. Opvallend is ook het percentageverschil tussen die twee genoemde revues: 11,6% verschil. Bijzondere tijdschriften als “Femmes Magazine” (een tijdschrift voor vrouwen) en “Foot Magazine” (tijdschrift voor voetbal) scoren ook goed in de ranglijst van het meest gelezen tijdschriften. Grands Lacs (11,7%), een ander blad voor zwarte Afrikanen met een sterke Kongolese gevoeligheid, komt op derde plaats van het meest Afrikaanse tijdschriften. Point de vue en Trends/ Tendances sluiten de ranglijst ex-aequo met 8,3%. Het weekblad Vlan neemt de vierde plaats in de ranglijst van de meest gelezen tijdschriften en weekbladen. Misschien wegens taalproblemen zijn er geen Vlaamse magazines in de top 20 van de meest gelezen tijdschriften. Ondanks alles werd Humo toch gelezen door 0,8% van respondenten. 35
Vlan is geen tijdschrift maar een weekblad. 37
3.3.4
Overzicht Amina- Jeune Afrique l’Intelligent
Figuur 39: Amina-J.A l’Intelligent: geslacht, leeftijd, opleiding, beroep en bezit Magazines / Geslacht Amina Jeune Afrique l’Intelligent
Vrouw 71,8% 34,5%
Man 28,2% 65,5%
Lezers van Amina zijn voor 71,8% vrouwen terwijl Jeune Afrique l’Intelligent vooral door mannen wordt gelezen. Het percentageverschil bij het lezen van die twee revues (binnen de geslachtcategorie) is hoog bij Amina-lezers: 43,6% tegen 31%. Magazines/Leeftijd Amina Jeune Afrique l’Int.
15-19j. 8,5% 1,7%
20-24j. 16,9% 13,8%
25-34j. 38% 37,9%
35-44j. 29,6% 34,5%
45-54j. 7% 12,1%
Amina en JA l’Intelligent worden vooral gelezen door mensen van 25-34 jaar en 35-44 jaar. In vergelijking met Amina heeft JA l’Intelligent meer lezers van 35-44 jaar dan Amina: 34,5% tegen 29,6%. Mag./Opleid Amina J.A l’Intell.
Lag.ond. 1,4% 0%
Sec.ond. 29,5% 25,8%
Techn.ond. 2,8% 3,4%
Hogesch. 23,9% 24,1%
Univ.+post. 21,1% 25,8%
Weigering 21,1% 20,7%
Mensen uit het secundair onderwijs (29,5%) en die uit het hoger onderwijs (23,9%) lezen vooral Amina. JA l’Intelligent wordt niet alleen gelezen door mensen uit het secundair onderwijs (25,8%) maar ook door die met een universitair (en postuniversitair) diploma. Mag./Beroep Amina J.A l’Intell.
Zelfstandige 8,5% 13,8%
Bediende 26,8% 24,1%
Arbeider 5,6% 10,3%
Student 38% 29,3%
Geen 15,5% 17,2%
Weigering 5,6% 5,2%
De twee Afrikaanse magazines worden vooral gelezen door twee zelfde beroepscategorieën namelijk studenten en bedienden. Amina doet het iets beter dan JA l’Intelligent. 38% van de Amina-lezers is student tegen 29,3% bij JA l’Intelligent. Meer bedienden lezen ook Amina (26,8%) dan JA l’Intelligent (24,1%). Mag./ Bezit Amina J.A l’Intelligent
Aankop 40% 37,7%
Bij gelegenheid 42,9% 37,7%
Bibliotheek 0% 3,8%
Andere 17,1% 20,8%
42,9% van de Amina-lezers komt bij gelegenheid in contact met het tijdschrift en 40% van de lezers koopt effectief het blad. 37,7% van mensen die Jeune Afrique l’Intelligent lezen, koopt en/of leest bij gelegenheid het tijdschrift.
38
3.3.5
Samenvatting tijdschriften en weekbladen
Vrouwen lezen meer tijdschriften dan mannen (75% van vrouwen tegen 56% voor mannen). Tijdschriften voor zwarte Afrikanen: -
meer dan 80% van de mensen verklaart dergelijke tijdschriften te lezen.
-
het zijn vooral mensen van 25-34 jaar die “Afrikaanse” revues lezen.
-
lezers van tijdschriften voor Afrikanen komen vooral bij gelegenheid (vrienden, kapsalon, enz) in contact met zulke tijdschriften.
-
meer dan 50% van de kopers van “Afrikaanse” tijdschriften is student.
De top 6 van het meest gelezen tijdschriften en weekbladen: Amina (59,2%), Jeune Afrique l’Intelligent (48,3%), Ciné Télé revue (37,5%), Vlan (35,1%) Top Santé (33,3%) en Le Vif/ l’Express (21,7%).
39
3.4 Kranten 3.4.1
Leesfrequentie kranten
Figuur 40: Leesfrequentie kranten per geslacht
33,7%
Vrouw
66,3%
72,7%
Ja
30,3%
Totaal
0,0%
Nee
27,3%
Man
69,7% 20,0%
40,0%
60,0%
80,0%
Mannen lezen meer kranten dan vrouwen. 72,7% van de mannen verklaart kranten te lezen tegen 66,3% bij de vrouwen. Het percentageverschil is slechts 6,4%. 69,7% van de respondenten leest kranten en 30,3% niet. Figuur 41: Leesfrequentie kranten
Bij gelegenheid 26%
Geen antwoord 5,3%
Elke dag 32,1%
Elke dag 1à 2 per week Bij gelegenheid Geen antwoord
1à 2 per week 36,6%
36,6% van de respondenten leest zelden kranten (1 tot 2 keer per week) en 26% bij gelegenheid. 1/3 van de mensen leest elke dag kranten.
40
3.4.2
Meest gelezen kranten
Figuur 42: Overzicht meest gelezen kranten La Nvlle Gazet Le Figaro L'Echo
3,8% 6,9% 4,6% 29,0%
La DHeure
32,1%
La libre Bel. La Capitale
3,8% 58,0%
Le Soir
78,6%
Metro The Wall Str. Le Monde 0,0%
4,6% 21,4% 20,0%
40,0%
60,0%
80,0%
100,0%
De top 5 van de meest gelezen kranten: 1. Metro: 78,6% 2. Le Soir: 58% 3. La libre Belgique: 32,1% 4. La Dernière Heure: 29% 5. Le Monde: 21,4% 78,6% verklaart Metro te lezen. Le Soir (58%) komt op de tweede plaats met een percentageverschil van 20,6%. Het percentageverschil tussen le Soir en La libre Belgique (3de plaats op de ranglijst) is nog groter: 25,9%. Metro en le Soir zijn dus de belangrijke kranten bij de zwarte Afrikanen. La Libre Belgique, la Dernière Heure en le Monde vormen de middengroep. Het percentage varieert hier tussen 32% en 21%. La Dernière Heure met 29% komt voor de Franse krant « Le Monde » (de 5de positie met 21,4%). De resterende titels hebben minder dan 10% en vormen de laatste groep. Le Figaro, l’Echo, The Wall Street Journal, en nog andere titels behoren tot deze groep. De 3 meest gelezen Vlaamse kranten zijn De Morgen met 3,1%; Het Nieuwsblad (2,3%) en De Standaard (1,3%).
41
3.4.3
Overzicht Top 5 kranten
Figuur 43: Top 5 kranten per geslacht 42,9%
La Libre Bel.
39,3%
Le Monde
38,2%
Le Soir
57,1% 60,7% Vrouw 61,8%
Man
49,5% 50,5%
Metro 31,6%
La Dheure 0,0%
20,0%
40,0%
68,4% 60,0%
80,0%
Opmerkelijk zijn hier de cijfers van Metro. Deze krant wordt ongeveer door evenveel mannen als vrouwen gelezen: 49,5% en 50,5%. La Dernière Heure, le Soir, le Monde en La Libre Belgique worden vooral gelezen door mannen. Figuur 44 : Top 5 kranten per opleiding Krant/ Opleiding. La Dheure Metro Le Soir Le Monde La LibrBel.
Lag.ond.
Sec.ond.
Techn.ond. Hogesch.
Univ.+post. Weigering
0,0% 1,9% 0,0% 0,0% 0,0%
29,0% 35,9% 23,6% 27,9% 23,8%
2,6% 1,0% 1,3% 0,0% 2,4%
36,9% 28,1% 35,5% 35,7% 35,7%
18,4% 18,4% 23,7% 14,3% 19,0%
13,1% 14,6% 15,8% 21,4% 19,1%
Afrikanen met een universitair en/of postuniversitair diploma lezen 4 van de 5 kranten (la Dernière Heure, la Libre Belgique, le Monde en le Soir). Metro is de enige krant gelezen door mensen met alle soorten diploma’s (van lager onderwijs tot en met postuniversitair diploma). Mensen met een diploma uit technisch en lager onderwijs zijn geen grote krantenlezers. Figuur 45: Top 5 kranten per beroep Krant/ beroep La Dheure Metro Le Soir Le Monde La LibrBel.
Zelfstandige
Bediende
Arbeider
Student
Geen
weigering
18,4% 8,7% 10,5% 3,6% 16,7%
26,3% 24,3% 35,5% 25% 33,3%
7,9% 5,8% 3,9% 7,1% 4,8%
34,2% 37,9% 27,6% 53,6% 28,6%
10,5% 17,5% 17,1% 7,1% 7,1%
2,6% 5,8% 5,3% 3,6% 9,5%
Studenten kiezen vooral kranten zoals le Monde, la Dernière Heure en Metro. Le Monde is de meest gelezen krant in deze groep. De meest gelezen kranten bij bedienden zijn le Soir en la Libre Belgique. La Dernière Heure is de meeste gelezen krant bij zelfstandigen.
42
Figuur 46: Top 5 kranten aantal per jaar in België Krant/ Jaar in BEL. Le Monde La DHeure La Libr.Bel Le Soir Metro
-1 jaar
1-2 jaar
3-5 jaar
5-10 jaar
+10 jaar
Weigering
10,7% 0% 2,4% 5,3% 4,9%
7,1% 5,3% 2,4% 5,3% 6,8%
28,6% 18,4% 11,9% 14,5% 22,3%
21,4% 26,3% 26,2% 27,6% 24,3%
14,3% 36,8% 38,1% 31,6% 25,2%
17,9% 13,2% 19% 15,8% 16,5%
Hoe meer jaren men in België blijft, hoe meer kranten men leest. Zwarte Afrikanen die meer dan 10 jaar in België wonen, lezen 4 van deze 5 kranten. Het gemiddelde in deze groep (top 5) is rond 30,2%. Slechts Le Monde wordt meer gelezen door respondenten die tussen 3 tot 5 jaar in België wonen. De Franse krant wordt ook veel gelezen door mensen die minder dan 1 jaar in België blijven. Bij de categorie “1-2 jaar” is Metro de meest gelezen krant. Mensen uit de groep “5-10 jaar” lezen ook veel kranten en le Soir is de meest gelezen krant in deze groep. Figuur 47: Top 5 kranten per leeftijd
45-54j.
3,6%
14,3% 10,5% 10,7% 18,4% 25,0%
35-44j.
38,1%
38,2% 33,0% 44,7% 35,7%
25-34j. 21,1%
39,5% 35,0%
La Libre Bel.
50,0%
15-19j.
0,0%
Le Soir Metro
7,1%
20-24j.
Le Monde
La Dheure
14,3% 6,6% 10,7% 10,5% 4,8% 7,1% 5,3% 10,7% 5,3%
20,0%
40,0%
60,0%
Metro, met een frequentie van 10,7%, is de meest gelezen krant bij de 15-19 jaar. Mensen tussen 2024 jaar kiezen vooral voor de krant le Monde. De groepen “25-34 jaar” en “35-44 jaar” zijn de grote lezers van kranten. Binnen de eerste leeftijdscategorie is Le Monde (met 50%) de meeste gelezen krant.
43
3.4.4
Online kranten
Figuur 48: Frequentie online kranten
Ja 36,3% Ja Nee
Nee 63,4%
Slechts 36,3% van de respondenten leest kranten op internet. In verband met online kranten, gaat men twee verschillende soorten sites bezoeken: sites van Belgische kranten en sites van niet-Belgische kranten. De meest geciteerde sites bij de categorie “Belgische kranten” zijn: www.lesoir.be en www.lalibre.be Bij de niet-Belgische sites is er vooral sprake van buitenlandse sites: www.lemonde.fr en www.digitalcongo.net 3.4.5
Meest gelezen rubrieken
Figuur 49: Frequentie meest gelezen rubrieken
Andere
6,4% 23,7%
Economie
34,4%
Sport
31,3%
Job Media
18,3% 27,5%
Cultuur
45,8%
België
77,1%
Buitenland 0,0%
20,0%
40,0%
60,0%
80,0%
Wanneer zwarte Afrikanen kranten lezen kijken ze vooral naar nieuws over het buitenland. Artikelen over België (binnenlands nieuws) komen op de 2de plaats. Sportnieuws neemt de 3de plaats in. Jobadvertenties interesseren ook veel mensen. Bij cultuur is vooral sprake van muziek, concert, kunst, bioscoop, enz. Met de rubriek media bedoelt men nieuws over televisie bv. tvprogramma’s. Nieuws over “people” of nog gemengd nieuws behoort tot de categorie “andere”. 44
3.4.6
Samenvatting Kranten
Bijna 70% van de respondenten verklaart kranten te lezen. Zwarte Afrikanen lezen 1 tot 2 keer per week een krant. Top 5 van het meest gelezen krant: 1. Metro 2. le Soir 3. La libre Belgique 4. La Dernière Heure 5. Le Monde Slechts 36,3% gaat op Internet om krant te lezen. Top 5 van de meest gelezen rubrieken: 1. Buitenland 2. België (Binnenland) 3. Sport 4. Job 5. Cultuur
45
3.5 Radio 3.5.1
Radiogebruik
Figuur 50: Frequentie radiogebruik per geslacht 80,0%
71,1%
70,0%
62,3%
59,4%
60,0% 50,0%
40,6%
37,7%
40,0% 28,9%
30,0%
Totaal Vrouw Man
20,0% 10,0% 0,0% Ja
Nee
71,1% van de Afrikanen verklaart naar de radio te luisteren. Binnen deze groep is 59,4% man en 40,6% vrouw. Mannen luisteren dus meer naar radio dan vrouwen (met een percentageverschil van 18,8%). 62,3% van de vrouwelijke respondenten luistert niet naar radio terwijl het percentage bij mannen rond 37,7% ligt. Slechts 28,9% van de personen van de twee geslachten luistert niet naar radio. 3.5.2
Het belangrijkste luistermoment
Figuur 51: Frequentie luistermoment
weet niet 30,1%
s morgens 39,8%
s morgens overdag s avonds weet niet
s avonds 18% overdag 12%
39,8% van de mensen luistert ’s morgens naar de radio. Personen die geen precies moment hebben om naar radio te luisteren, behoren tot de categorie “weet niet”. Dit is het geval voor 30,1% van de respondenten. Er is slechts 6% verschil tussen het luisteren naar radio overdag en ’s avonds.
46
Figuur 52: Luistermoment (’s morgens en weet niet) per leeftijd 2,5% 0%
55j+ 45-54j
17,5%
3,8%
20%
35-44j
37,7%
niet weet s morgens
45% 39,6%
25-34j 10% 9,4%
20-24j 5%
15-19j 0,0%
9,4%
10,0% 20,0% 30,0% 40,0% 50,0%
De leeftijdscategorieën 25-34 jaar en 35-44 jaar luisteren meer naar radio dan anderen. Er is slechts een percentageverschil van 5,4% tussen respondenten van 25-34 jaar die ’s morgens naar radio luisteren en diegenen (van dezelfde leeftijdscategorie) die niet precies hun luistermoment kennen. 37,7% van de zwarte Afrikanen tussen 35-44 jaar luistert ’s morgens naar de radio. 3.5.3
Zendervoorkeur
Figuur 53: Overzicht zendervoorkeur
Panik
15%
BFM
16,5%
Vivacité RTL RFI Air Libre
16,5% 17,3% 18,0% 20,3% 24,1% 28,6%
Nostalgie Nrj
34,6%
La 1ère
39,8%
Bel RTL
41,1%
Fun Rad
51,1%
Rad.Contact
0,0%
10,0% 20,0%
30,0% 40,0%
50,0% 60,0%
De 5 meest beluisterde radiostations zijn: 1. Radio Contact: 51,1% 2. Fun Radio: 41,4% 3. Bel Rtl: 39,8% 4. La Première: 34,6% 5. NRJ: 28,6
47
Radio Contact komt als eerste op de ranglijst van de meest beluisterde radiostations bij alle respondenten. Er is bijna 10% verschil tussen deze radiozender en Fun Radio (2de plaats met 41,4%). Bel RTL en La Première zijn ook goed gepositioneerd met respectievelijk 39,8% en 34,6%. Bij radio’s die programma’s voor zwarte Afrikanen uitzenden is Radio Air Libre (met 20,3%) de grote winnaar. Radio Panik komt op de tweede plaats met 15% vervolgens Radio Campus (6,8%) en FM Brussel (6%). Het percentageverschil tussen Radio Contact en Radio Air Libre (7de op de ranglijst) is van 30,8%. Ten slotte is FM Brussel (dankzij het programma “Radio Pas Op”) de meest beluisterde radiozender bij de categorie “Vlaamse radio’s”. Radio Donna met 3,8% komt op de tweede plaats. Radio 2 heeft 2,3%, Vier FM 1,5% en Radio 1 sluit af met 1%. 3.5.4
Overzicht meest beluisterde radiostations
Figuur 54: Meest beluisterde radiostations per leeftijd 15-19j 20-24j 25-34j Radio’s/ Leeftijd 11,3% 5,7% Bel RTL 41,5% 6,5% 2,2% 32,6% La 1ère 10,3% 14,7% Contact 41,2% 12,7% 25,2% Fun Rad. 40% 15,8% 21,1% NRJ 47,4%
35-44j
45-54j
30,2% 41,3% 26,5% 18,2% 13,2%
11,3% 17,4% 7,4% 3,6% 2,6%
Wanneer we de luisterfrequentie van deze 5 radio’s kruisen met de leeftijd van respondenten, merken we een heel andere situatie. In vergelijking met deze 5 radiozenders heeft NRJ hoge percentages bij mensen tussen 15 en 34 jaar (respectievelijk 15,8%; 21,1% en 47,4%). La Première wordt echter vooral beluisterd door de groep van 35-54 jaar. Figuur 55: Meest beluisterde radiostations per geslacht 44,7% 55,3%
Nrj
52,7% 47,3%
Fun Radio
42,6%
Contact
39,1%
La 1ère
20,0%
40,0%
Man
60,9%
32,1%
Bel RtTL 0,0%
Vrouw 57,4%
67,9% 60,0%
80,0%
Ook hier luisteren meer mannen naar de radio dan vrouwen. 57,8% is het gemiddelde van de mannen. 67,9% van de mannelijke respondenten luistert naar Bel RTL, vervolgens komt La Première met 60,9%. Bij de luistercijfers van Fun Radio merken we toch een uitzondering. Hier is 52,7% van de luisteraars vrouw tegenover 47,3% bij de mannen. Dit radiostation wordt dus beluisterd door bijna evenveel vrouwen en mannen (het percentageverschil is hier niet hoog).
48
Figuur 56: Meest beluisterde radiostations per beroep Radio’s/ Zelfstandige Bediende Arbeider Student Beroep 15,1% 18,9% 3,8% Bel RTL 45,3% 19,6% 2,2% 26,1% La 1ère 34,8% 11,8% 14,7% 5,9% Contact 50% 9,1% 18,2% 9,1% Fun Rad. 50,9% 5,3% 18,4% 7,9% NRJ 52,6%
Zond.ber.
Weigering
13,2% 10,9% 14,7% 10,9% 10,5%
3,8% 6,5% 2,9% 1,8% 5,3%
Opvallend zijn de hoge percentages bij studenten. We zien dat studenten de grote luisteraars zijn van deze 5 radiostations. 52,6% van de mensen die naar NRJ luisteren, is student, 50,9% bij Fun Radio en de helft bij Radio Contact. Alleen la Première onderscheidt zich van de andere radiostations. Bedienden en zelfstandigen luisteren vooral naar deze publieke radio. We merken ook dat arbeiders geen grote luisteraars van deze 5 radio’s zijn. Het gemiddelde is hier slechts van 5,8% tegen een gemiddelde van 45% bij studenten. 3.5.5
Overzicht radiostations met programma’s voor zwarte Afrikanen
Figuur 57: Radiostations met Afrikaanse programma’s per geslacht 70,0%
62,5%
60,0%
65%
55,6%
50,0% 40,0%
59,3% 44,4%
37,5%
40,7% 35%
Man Vrouw
30,0% 20,0% 10,0% 0,0% FM. Brussel
Rad. Campus
Rad. Air Libre
Radio Panik
De luisterfrequentie van deze radiostations per geslacht leidt tot een bevestiging van de algemene tendens: mannen luisteren veel meer naar radio dan vrouwen. Het gemiddelde van mannelijke respondenten is hier 60,6%. Van de 4 radiozenders merken we ook dat 65% van mannen luistert naar Radio Panik en 44,4% van de vrouwen naar Radio Campus. Figuur 58: Radiostations met Afrikaanse programma’s per beroep Radio’s/ Zelfstandige Bediende Arbeider Student Beroep 12,5% --37,5% FM. Bruss. 25% --22,2% 11,1% Campus 55,6% 7,4% 22,2% 7,4% Air Libre 40,7% 10% 20% 10% Rad. Panik 50%
Zond.ber.
Weigering
25% 11,1% 18,5% 10%
----3,7% ---
Ook hier luisteren studenten meer naar deze radiostations dan de anderen. 55,6% van studenten, verklaart naar Radio Campus te luisteren. 25% van de bedienden en/of de mensen zonder beroep zijn, luistert naar FM Brussel. We merken ook hier dat arbeiders weinig naar deze radiostations luisteren. Het gemiddelde van 7,1% is toch beter dan het gemiddelde van 5 meest beluisterde radiostations (5,8%).
49
Figuur 59: Radiostations met Afrikaanse programma’s per leeftijd Radio’s/ 15-19j 20-24j 25-34j 35-44j Leeftijd 12,5% 12,5% --FM Brussel 50% 11,1% 11,1% Rad. Campus 33,3% 33,3% 3,7% 7,4% 37% Rad. Air Libre 44,4% 5% 20% 10% Radio Panik 50%
45-54j 25% 11,1% 7,4% 15%
Net zoals bij de 5 meest beluisterde radiostations merken we ook dat vooral mensen tussen 25-34 jaar grote luisteraars zijn van deze radiozenders met Afrikaanse programma’s. De helft van de respondenten die verklaart naar FM Brussel en Radio Panik te luisteren, is tussen 25-34 jaar oud. Radiostations met programma’s voor zwarte Afrikanen worden weinig beluisterd door de groep 15-19 jarigen. In vergelijking met andere leeftijdsgroepen is het gemiddelde in deze categorie slechts van 8%. Figuur 60: Radio’s met Afrikaanse programma’s per gemeente B-1210 B-1200 B-1190 B-1180 B-1150 B-1140 B-1120
12,5% 3,7% 7,4% 11,1% 5% 3,7% 5% 12,5% 10% 7,4% 5%
5%
B-1080
B-1060
B-1030 B-1000 0,0%
Rad. Air Libre Rad. Campus
14,8% 11,1%
FM Brussel
5% 7,4% 5%
B-1050 B-1040
Radio Panik
12,5% 10%
B-1083
B-1070
22,2%
5% 3,7%
37,5%
11,1% 12,5% 15% 14,8% 11,1% 12,5% 15% 14,8% 11,1% 15% 11,1%
10,0%
20,0%
33,3%
30,0%
40,0%
33% van de respondenten die in 1000 Brussel wonen verklaart naar Radio Campus te luisteren en 37,5% van die in Anderlecht wonen, luistert naar FM Brussel. Elsene is de enige Brusselse gemeente waar de vier radio’s worden beluisterd. In 1000 Brussel, Schaarbeek, Sint Gillis, Anderlecht, Ukkel en Sint Pieters Woluwe worden 3 op 4 van deze radiozenders beluisterd. Radio Panik en Radio Air Libre zijn de twee radio’s die in veel gemeenten worden beluisterd. 80% van de Brusselse gemeenten luistert naar Radio Panik en 73% naar Radio Air Libre. FM Brussel en Radio Campus worden beluisterd door 40% van de Brusselse gemeenten.
50
3.5.6
Zwarte Afrikanen en radiogebruik op Internet
Figuur 61: Frequentie radiogebruik op Internet 120,0% 100,0% 80,0% 59,5%
67,7%
60,0%
79,6%
Nee Ja
40,0% 20,0%
40,5%
32,3%
20,4%
0,0% Totaal
Vrouw
Man
Slechts 32,3% van de respondenten luistert naar radio op Internet. 40,5% van de mannen luistert naar online radiostations en tegenover 20,4% bij de vrouwen. Het is ook bij de vrouwelijke respondenten dat we een hoog percentage merken van niet- luisteren online radiostations. Volgorde van de meest beluisterde radio’s op Internet: 1. Radio France Internationale (www.rfi.fr) 2. Fun Radio (www.funradio.be) 3. BBC (www.bbc.co.uk) 4. Skyrock (www.skyrock.com) 5. Radio Okapi (www.radiookapi.net) 6. Radio Contact (www.radiocontact.be) 7. Europe 1 (www.europe1.fr) 8. NRJ (www.nrj.be) 3.5.7
Zwarte Afrikanen en radioprogrammagenres
Figuur 62: Frequentie radioprogrammagenres
Geen
9,1% 23,3%
Sport
46,6%
Debat 24,8%
Cultuur Spelletjes
9,8% 57,1%
Muziek
82%
Nieuws 0%
20%
40%
60%
80%
100%
Zwarte Afrikanen luisteren vooral naar nieuwsprogramma’s op de radio. Muziek (met een frequentie van 57,1%) komt op de tweede plaats. Opvallend is hier het percentageverschil tussen de twee soorten radioprogramma’s: 24,9% verschil. Debatprogramma’s interesseren ook veel mensen. Cultuur (24,8%) en sport (23,3%) komen respectievelijk op de vierde en vijfde plaats. Ten slotte is er 9,1% van de mensen die geen lievelingsprogramma hebben.
51
Figuur 63: Radioprogrammagenres per “belangrijke” radiozenders Radio’s/ Nieuws Muziek Spelletjes Cultuur Debat Progr.genres 84,9% 45,3% 13,5% 24,5% 45,3% Bel RTL 77,9% 69,1% 9% 26,5% 36,3% Contact 62,5% 50% --37,5% Fm.Bruss. 37,5% 77,8% 77,8% 11,1% 22,2% Campus 66,7% 74,5% 70,9% 10,9% 18,2% 36,4% Fun Rad. 51,9% 33,3% Air Libre 88,9% 22,2% 66,7% 68,4% 7,9% 15,8% 26,3% NRJ 78,9% 80% 55% 5% 30% 60% Panik 87% 32,6% 15,6% 30,4% 56,5% La 1ère
Sport
Geen
28,3% 23,5% 12,5% 22,2% 23,6% 22,2% 21,1% 30% 28,3%
13,5% 10,4% 25% 11,1% 9,1% 3,8% 13,2% 10% 13%
Nieuws: 88,9% van de personen die naar Radio Air Libre luisteren, volgt nieuwsprogramma’s. Bel RTL (84,9%) en la Première (87%) scoren ook goed voor “nieuws”. Muziek: 78,9% die naar NRJ luistert, volgt vooral muziek op deze radiozender. Radio Campus (77,8%) en Fun Radio (70,9%) komen respectievelijk op de tweede en derde plaats in deze categorie. Spelletjes: Radio Air Libre (22,2%) komt op de eerste plaats bij het programmagenre “spelletjes”. La Première (15,6%) en Bel RTL (13,5%) zijn hier ook goed geplaatst. Cultuur: 37,5% van de zwarte Afrikanen die naar FM Brussel luisteren, volgt culturele programma’s. Dit soort programma wordt ook gevolgd door 33,3% luisteraars van Radio Air Libre en 30,4% van la Première. Debat: Dit soort programma is blijkbaar het genre bij uitstek voor radio’s met “Afrikaanse” programma’s. Radio Campus en Radio Air Libre zijn de eerste met 66,7%; gevolgd door Radio Panik (60%). Slechts la Première met 56,5% komt in de buurt van deze radiostations. Sport: Dit programmagenre is blijkbaar de specialiteit van Radio Panik (30%), Bel RTL en la Première (28,3%). Figuur 64: Radiostations met “Afrikaanse” programma’s en behoeften van zwarte Afrikanen
Geen reden 18%
Afrikanen in België 40,6%
Afrikaanse muziek 31,1%
Situatie van Afrika 65,40%
Wanneer zwarte Afrikanen naar radio’s met “Afrikaanse” programma’s luisteren, zoekt 65,4%van de mensen informatie over de situatie van Afrikaanse landen. 40,6% van de respondenten wil zich informeren over het (dagelijks) gebeuren van de Belgische Afrikaanse gemeenschap (nieuws, culturele evenementen, enz). 31,1% van de respondenten wil Afrikaanse muziek horen. 18% van de respondenten geeft geen precieze reden op waarom ze naar zulke radio’s luisteren.
52
Figuur 65: Luistergedrag bij groot aanbod van programma’s voor Afrikanen
Nee 2,3%
Neutraal 39,8%
Ja Ja 57,9%
Neutraal Nee
Als er een groot aanbod is van programma’s voor Afrikanen zal 57,9% van de mensen nog meer naar de radio luisteren. 39,8% van de respondenten weet nog niet hoe ze zullen reageren en slechts 2,3% zal het radiogebruik niet veranderen. Figuur 66: Een radiostation voor Afrikaanse programma’s
Geen antwoord 23,3%
Eigen Afrikaanse radio 25,6%
Eigen Afrikaanse radio Publieke radio's
Commerciële radio's 7,5%
Commerciële radio's
Publieke radio's 43,6%
Geen antwoord
Op de vraag: “Op welke radiozender zou u naar Afrikaanse programma’s willen luisteren?” wil 43,6% van de mensen dergelijke programma’s volgen op de publieke radio’s. 25,6% van de personen wil dergelijke programma’s beluisteren op een eigen Afrikaanse radio en 7,5% op commerciële radiostations. Binnen de groep van 23,3% die als “geen antwoord” is genoteerd, behoort 2 categorieën. Respondenten die niet weten de/ hun gepaste zender te kiezen en alle respondenten die tijdens het onderzoek meer dan twee antwoorden hebben gegeven.
53
3.5.8
Samenvatting radio
71,1% van de respondenten verklaart radio te beluisteren en mannen luisteren meer naar radio dan vrouwen. Voor 40% van de Afrikanen is ’s morgens het beste moment om naar radio te luisteren. Mensen uit leeftijdscategorie 25-44 jaar luisteren meer naar radio dan anderen. De 5 meest beluisterde radiostations zijn: 1. Radio Contact 2. Fun Radio 3. Bel RTL 4. La Première 5. NRJ Bij radiozenders die programma’s voor Afrikanen uitzenden is Radio Air Libre de meest beluisterde, vervolgens komen Radio Panik, Radio Campus en FM Brussel. Studenten luisteren niet alleen naar de 5 meest beluisterde radiostations maar ook naar de 4 radiozenders met “Afrikaanse” programma’s. Mensen tussen 15-19 jaar luisteren weinig naar radiostations met “Afrikaanse” programma’s. Zwarte Afrikanen luisteren weinig naar radioprogramma’s op Internet (slechts 32%). De 3 meest beluisterde radiostations op Internet zijn: Radio France Internationale, Fun Radio en BBC. De top 5 van beste programmagenres bij deze bevolkingsgroep is: 1. Nieuws 2. Muziek 3. Debat 4. Cultuur 5. Sport Zwarte Afrikanen luisteren naar radio’s met Afrikaanse programma’s vooral om zich te informeren over de situatie van Afrikaanse landen en het (dagelijks) gebeuren in de Belgische Afrikaanse gemeenschap. Bij een groot aanbod van radioprogramma’s voor Afrikanen zal 58% meer luisteren naar de radio. 44% van de Afrikanen zou programma’s voor Afrikanen willen volgen op publieke radiostations. Slechts 26% wil dergelijke programma’s op een eigen Afrikaanse radiozender.
54
3.6 Internet
3.6.1
Gebruik van Internet
Figuur 67: Gebruik van Internet per geslacht 120,0% 100,0% 23,1%
21,2%
23,1%
80,0% Nee
60,0% 40,0%
Ja 76,9%
78,8%
76,9%
Totaal
Man
Vrouw
20,0% 0,0%
Het gebruik van internet is blijkbaar populair: 76,9% van respondenten verklaart internet te gebruiken. Mannen gebruiken internet iets meer (1,9% verschil) dan vrouwen. Figuur 68: Gebruik van Internet per leeftijd 100% 90%
7,7% 25%
16,7% 30,8%
80%
38,9%
70% 60% 50% 40%
92,3% 75%
Nee 83,3%
69,2%
30%
Ja 61,1%
20% 10% 0%
15-19j
20-24j
25-34j
35-44j
45-54j
Het zijn vooral mensen tussen 20-34 jaar die grote gebruikers van internet zijn. 92,3% van de groep 20-24 jaar en 83,3% van de groep 25-34 jaar surft op het net. Bij het gebruik van internet komen mensen van 45-54 jaar op de laatste plaats.
55
Figuur 69: Gebruik van Internet per aantal jaren in België 41,5%
meer 10 jaar
58,5%
18,4%
5-10 jaar
81,6% Nee
18,7%
3-5 jaar
30,8%
1-2 jaar
81,3% 69,2%
12,5%
min 1 jaar 0,0%
Ja
87,5%
20,0% 40,0% 60,0% 80,0% 100,0 %
Slechts 12,5% van de personen die minder dan 1 jaar wonen in België, gebruikt internet niet, tegen 41,5% van de mensen “meer dan 10 jaar in België”. Het gebruik van internet daalt bij “1-2 jaar in België” en neemt daarna weer toe bij de respondenten die tussen 3 en 10 jaar in België zijn. Het gebruik van internet blijft stabiel bij mensen uit deze categorie met een gemiddeld van 81,4%. 3.6.2
Plaats internetgebruik
Figuur 70: Plaats internetgebruik
weet niet 16,1% Thuis 41,3% Cybercafé 25,2%
Thuis School/werk Cybercafé weet niet
School/werk 17,5%
41,3% van de respondenten gebruikt Internet thuis. 25,2% gaat naar een cybercafé om te surfen. 17,5% gebruikt internet op het werk of op school en 16,1% weet niet precies waar ze surfen.
56
3.6.3
Frequentie internetgebruik
Figuur 71: Frequentie internetgebruik
Geen antwoord
1keer/maand
2,1%
6,3%
1-3 dag/week
43,4%
Elke dag
0,0%
48,3%
10,0%
20,0%
30,0%
40,0%
50,0%
60,0%
48,3% van de Afrikanen verklaart internet elke dag te gebruiken en 43,4% 1 tot 3 dagen per week. Slechts 6,3% van mensen surft 1 keer per maand. Figuur 72: Internetgebruikers elke dag per beroep
Weigering 2,9% Geen 8,7%
Zelfstandige 8,7%
Zelfstandige Bediende
Bediende 31,9% Student 39,1%
Arbeider Student Geen Weigering
Arbeider 8,7%
Studenten zijn grote gebruikers van internet: 39,1% van de studenten gebruikt elke dag internet. Bedienden komen op de tweede plaats met 31,9%. Slecht 8,7% van de zelfstandigen en/of arbeiders gebruikt elke dag internet. De 3 veel bezochte sites zijn: yahoo.fr, hotmail.com en google.be
57
3.6.4
Internetactiviteiten
Figuur 73: Overzicht internetactiviteiten Activiteiten/ frequentie Belgische Afrikanen
Altijd
Soms
Nooit
Weet niet
9,8%
44,1%
25,9%
20,3%
Zoek naar baan
23,1%
37,1%
18,2%
21,7%
Afrikaanse en/of Internat. Radio’s Belgische radio’s
14,7%
23,8%
42%
19,6%
5,6%
13,4%
54,2%
26,8%
Afrikaanse en/of Internat. pers Belgische pers
31,5%
33,6%
25,2%
9,8%
6,3%
23,1%
36,4%
34,3%
E-mail
66,4%
16,1%
2,8%
14,7%
Online aankoop
4,9%
14,7%
52,4%
28%
Download
21%
39,9%
18,9%
20,3%
Zoektocht (weer, trein, weg,…)
21%
49,7%
12,6%
16,8%
Belgische Afrikanen: slechts 9,8% van personen gebruikt altijd internet om informatie te zoeken over zwarte Afrikanen van België. 44% doet het soms. Zoeken naar baan: 37,1% van de respondenten zoekt soms een job via internet en 23,1% gebruikt altijd internet om werk te vinden. Afrikaanse en/of internationale radiozenders: 42% van de respondenten gebruikt nooit internet om naar Afrikaanse en/of internationale radiozenders te luisteren. Slechts 14,7% doet dit altijd. Belgische radiostations: slechts 5,6% van de Afrikanen luistert altijd naar Belgische radiostations en 54,2% doet het nooit. Afrikaanse en/of internationale pers: 31,5% van de personen leest altijd Afrikaanse en/of internationale kranten op internet. 33,6% van mensen leest soms dergelijke kranten op internet. Belgische pers: onze respondenten lezen weinig Belgische kranten op internet. 36,4% doet het nooit en slechts 23,1% leest soms zulke kranten. E-mail: Dit is de internetactiviteit bij uitstek. 66,4% van zwarte Afrikanen gebruikt het internet om e-mails te sturen en 2,8% doet dit nooit (het kleinste percentage). Het is niet per toeval dat de sites “yahoo en hotmail” de meest bezochte internet sites zijn bij onze respondenten36. Online aankoop: 52,4% van de mensen vertrouwt het internet niet om hun boodschappen te doen. Slechts 4,9% van respondenten doet het altijd. Download: Bijna 40% van respondenten gebruikt het internet om een file te downloaden. 21% van respondenten downloadt altijd files op internet. Zoektocht: 49,7% van respondenten gebruikt soms internet om verschillende zoektochten te doen. Bv. voor een routebeschrijving, het weer, de dienstregeling bij de spoorwegen, enz. 21% van respondenten doet het altijd. 36
Zie punt 3.6.3 Figuur 72
58
3.6.5
Samenvatting internet
Het internetgebruik is verspreid zowel bij vrouwen als bij mannen. 76% van de respondenten verklaart Internet te gebruiken. Mensen tussen 20-34 jaar zijn de grote gebruikers van internet. Meer dan 40% verklaart internet thuis te gebruiken. 48% van personen uit een gezin met 3 tot 5 leden gebruikt het internet thuis. 48% van de respondenten gebruikt internet elke dag en 43% ongeveer 1 tot 3 dagen per week. Het zijn vooral studenten en arbeiders die elke dag internet gebruiken. Yahoo.fr, hotmail.com en google.be zijn de 3 meest bezochte sites. De 3 belangrijkste internetactiviteiten zijn: - het sturen van mails - het lezen van niet-Belgische pers - de zoektocht van informatie als routebeschrijving, het weer, enz. Weinig zwarte Afrikanen vertrouwen internet om iets te kopen. Het luisteren naar radio via internet is de minst populaire internetactiviteit bij de Belgische Afrikaanse bevolking.
59
4. Conclusie en aanbevelingen Mijn conclusies kunnen samengevat worden in vier voorstelen: -
meer Afrikaanse en multiculturele (radio en televisie) programma’s in het Belgische medialandschap. meer journalisten van Afrikaanse en andere origine in de Belgische media (vooral binnen de geschreven pers, radio en televisie). betere zichtbaarheid van zwarte Afrikanen en mensen van andere afkomst als gewone personen op het Belgische medialandschap. De oprichting van een Belgische radio met Afrikaanse gevoeligheid in het Belgische medialandschap.
Volgende punten zijn aanbevelingen om deze conclusies te realiseren. Sommige ideeën komen van mensen die ik heb gezien tijdens mijn onderzoeksperiode37. 4.1 Een verantwoordelijk en voluntaristisch integratiebeleid In vergelijking met Groot-Brittannië en Nederland staat België ver achter in de representativiteit van etnische minderheden in de media . De openbare omroepen van die twee landen hebben een beleid gevoerd waarin mensen van andere origine een plaats kregen in de media. “Niet-blanke” presentatoren en multiculturele programma’s zijn te zien op de Nederlandse en Engelse openbare omroepen. Een Europees vergelijkend onderzoek38 van de VUB over “Etnische minderheden als presentator in beeld” laat dit duidelijk zien. De overheid moet een verantwoordelijk en voluntaristisch beleid voeren om niet alleen zwarte Afrikanen maar ook andere allochtonen in de media te integreren. Die integratie is nodig om de huidige frustratie bij deze bevolkingsgroepen te bestrijden. 55% van de mensen vindt dat het imago van Afrikanen op de Belgische televisie negatief is. 87% verklaart dat de zichtbaarheid van deze groep slecht is op de televisie. Etnische minderheden missen erkenning en voelen zich compleet genegeerd. Dit leidt momenteel tot een algemeen gevoel van onbehagen bij alle etnische bevolkingsgroepen van het land. Rellen in de Antwerpse wijk Borgerhout waren een uidrukking van deze frustratie. Het zal spijtig zijn als België nog dergelijke spanningen ook kent bij de zwarte Afrikaanse gemeenschap of bij andere gemeenschapen. Met een duidelijk integratiebeleid door de media bedoel ik vooral het voeren van een “positieve actie”. Ik beschrijf deze term als “een kans geven aan etnische minderheden om aan bod te komen op de media”. Ik heb tijdens dit onderzoek mensen ontmoet met talent en passie voor de media. Journalisten van andere origine vinden geen plaats omdat ze geen kans krijgen om hun geschiktheid te bewijzen. In een land waar vooroordelen bestaan, kan “positieve actie” een goede, tijdelijke oplossing zijn. De bedoeling is hier te leiden naar mentaliteitsveranderingen. Het is ook evident dat dit beleid tijdelijk moet blijven. We mogen niet “positieve actie” en een beleid van quota met elkaar verwarren. Quota zijn geen oplossing want een dergelijke strategie heeft vooral negatieve en perverse gevolgen. Journalisten voortgekomen uit een quota zullen bvb. buiten beschouwing blijven of nog nooit gerespecteerd worden door hun Belgische collega’s. Bovendien, na een quota voor etnische minderheden zullen ook andere gediscrimineerde groepen hun ledenquota vragen bv. homo’s, mensen met handicap, vrouwen, senioren, enz.
37
Namen van alle gesprekpartners zie voetnoot 7 bladzijde 8.
38
De Clercq, F. Licentiaatverhandeling (2003-2004). Etnische minderheden als presentator in beeld. Vrije Universiteit Brussel
60
Kwaliteit van de mensen39 moet doorslaggevend zijn. Maar omdat niet iedereen momenteel dezelfde kans krijgt, kan een tijdelijke “positieve actie” de oplossing zijn naar de gewenste mentaliteitsveranderingen. Door “positieve actie” bedoel ik kans geven. Een kans geven voor een stage, een bijscholing of mediatraining in enkele Belgische media; een kans om contact te leggen tussen journalisten van etnische origine en hun Belgische collega’s zijn enkele vormen van dergelijk beleid. De overheid moet een kans geven aan allochtone jongeren om geschikte informatie te krijgen in verband met studie rond communicatie en media. Ten slotte behoort de financiering van multiculturele audiovisuele projecten door de overheid ook tot het verantwoordelijke en voluntaristisch integratiebeleid inzake media. Werken voor de zichtbaarheid van alle bevolkingsgroepen van het land zal het opkomen van het extreem-rechts en vooroordelen tussen verschillende gemeenschapen verminderen. Het is hypocriet om de huidige Afrikaanse radio en televisieprogramma’s als “beginnerwerk” of dilettantisch te karakteriseren wanneer de journalisten alleen zendtijd krijgen maar geen financiering. 4.2 Naar multiculturele Belgische media Een grote meerderheid van de zwarte Afrikanen (87%) vindt dat hun zichtbaarheid slecht is op de Belgische televisie. Net als andere allochtonen komen mensen uit Afrikaanse gemeenschap meer aan bod op een negatieve manier. Verschillende studies en artikels hebben al jaren dezelfde conclusies: meer zichtbaarheid van allochtonen op de Belgische media. Dit stuk is een deel uit een artikel van Flip Voets in De Morgen (Vlaanderen is dringend toe aan kleurentelevisie, 26/04/2002). Wat programmering betreft, zijn diverse veranderingen nodig. Om te beginnen kan ervoor worden gezorgd dat allochtonen gewoon meer aanwezig zijn op het scherm. Niet enkel als presentator, maar ook gewoon in het publiek en als deelnemer aan praat- en spelprogramma's bijvoorbeeld, of als acteur en figurant in fictieseries. In de informatieprogramma's zou bovendien het multiculturele thema veel meer aan bod moeten komen dan nu het geval is. Het vraagstuk van migratie, integratie en multiculturaliteit is immers het thema van deze en de komende jaren, het is alleen spijtig dat er zo weinig mee gebeurt. Ten slotte zijn ook diverse programmaformules denkbaar waarin specifiek op dat thema wordt ingegaan. Denk aan een serie over de diverse levensovertuigingen en godsdiensten die er tegenwoordig zijn in Vlaanderen. Zou zoiets trouwens niet door veel kijkers worden gewaardeerd? De publieke omroep moet in dit thema een bijzondere rol spelen. Op de vraag: “Op welke televisie of radio zender zou u Afrikaanse programma’s willen bekijken of beluisteren” heeft 46,4% van respondenten openbare televisiezenders gekozen en 43,6% een publieke radio. Het is evident dat de rol van openbare media helemaal anders moet zijn dan die van de privésector. Publieke televisie en radiozenders moeten een afspiegeling zijn van de diversiteit. Op een andere vraag wil 44% van bevraagde Afrikanen een oprichting van een Afrikaanse televisie. Ik zie hier geen tegenstelling in de opinie van deze bevolkingsgroep. Het is gewoon het resultaat van de frustratie van allochtonen omdat ze te weinig aan bod komen op de openbare omroep. De huidige publieke radio en televisie vertegenwoordigen een monoculturele bevolkingsgroep. De oprichting van een “Cel Afrika40” in de openbare omroep is ook aan te raden. Dit is een specifieke cel binnen de Belgische radio en televisie voor het zwarte werelddeel (Afrika). Het is vreemd dat geen Belgische publieke televisie of radio een permanente correspondent heeft bv. in Kongo, een oude Belgische kolonie. 76,1% van Afrikanen bekijkt vooral nieuwsprogramma’s op televisie en 65,4% zoekt informatie over de situatie in Afrika bij het luisteren naar Afrikaanse radioprogramma’s. Afrikanen zijn nieuwsgierig naar alle soorten nieuws over hun werelddeel. Een Afrikaanse cel op de openbare omroep behoort ook tot een van de bijzondere taken van de publieke sector.
39
Interview met Cyprien Wetschi in Brussel (07 april 2005).
40
Interview met Jean-Claude Nkubito in Brussel (07 april 2005).
61
Ten slotte vind ik ook dat de ondertekening van het Charter Diversiteit en de oprichting van de cel diversiteit door de VRT (en verder de studie over de zichtbaarheid van allochtonen), bemoedigende initiatieven zijn. Tegelijkertijd moeten de VRT niet alleen over het thema “diversiteit” spreken, onderzoeken of nog documenten ondertekenen, maar moet er ook effectief op het scherm en in het personeelsbestand iets veranderen. Een goede trouw zonder acties is niets. Tips voor de berichtgeving over etnisch-culturele minderheden: De Algemene Vereniging van Belgische Beroepsjournalisten (AVBB) heeft (in 1994) met het Centrum voor Gelijke Kansen en Racismebestrijding enkele aanbevelingen gemaakt rond de berichtgeving over migranten. Deze richtlijnen zijn ook te vinden op de site van TrefMedia41, het Trefpunt voor Media in Diversiteit. Hieronder vindt u slechts een samenvatting van de aanbevelingen, men kan het volledige document downloaden op de site www.trefmedia.be. 1. Vermeld nationaliteit, geboorteland, etnische afkomst, huidskleur, religie of cultuur alleen als deze informatie relevant is voor het bericht. 2. Vermijd onverantwoorde veralgemeningen en polarizeringen 3. Vermijd nodeloos problematiseren en dramatiseren 4. Zorgvuldigheid, wederwoord en rechtzettingen 5. Extreem-rechts en racisme kritisch inkaderen 6. Een bericht is niet af als het geschreven is 7. Laat etnisch-culturele minderheden zelf aan het woord 4.3 Naar Afrikaanse media Afrikaanse media zijn mogelijk, vooral in de radiosector want radio vraagt minder geld in vergelijking met TV. Op het televisievlak ga ik vooral akkoord met het voorstel van meer journalisten van Afrikaanse origine, meer programma’s over de zwarte Afrikanen en Afrika (liefst met de actieve samenwerking van Afrikaanse journalisten) en een betere zichtbaarheid van mensen van andere origine in de Belgische media. Waarom kan een Afrikaanse radio nuttig zijn? Zwarte Afrikanen willen zich herkennen via dergelijke media. 87% van de mensen is niet tevreden met het beeld van Afrikanen in de Belgische media. Dergelijke radio toont de creativiteit van Afrikanen. Bovendien zullen de meeste Afrikanen een radio hebben waar ze niet alleen nieuws over Afrika en de Afrikaanse gemeenschap maar ook Afrikaanse muziek beluisteren. Een Afrikaanse radio in het Belgische medialandschap kan nooit een gevaar voor België zijn. Het zal eerder een verrijking voor het land zijn omdat deze radio eerst en vooral een Belgische radio met Afrikaanse gevoeligheid zal zijn. Belgische politici kunnen ook deze radio gebruiken om hun mogelijke kiezers te bereiken. Programma’s over het ingewikkelde Belgische politieke leven zullen op deze radio hun plaats vinden, maar de radio moet vrij en niet afhankelijk van de overheid blijven. 40% van de financiering van deze radio kan bv. komen van de staat en de rest vanuit de privé (Afrikanen zelf, bedrijven of een mediagroep,…). Ten slotte kan een dergelijke radio ook een positieve invloed hebben voor de Belgische Afrikaanse jongeren. De meeste onder hen weten niets over hun vaderland. Sommige hebben bovendien geen rolmodellen in hun onmiddellijke omgeving en worden bijgevolg gemakkelijk aangetrokken tot criminaliteit of bendes. Enkele cijfers beweren dat Afrikanen het idee van Afrikaanse media steunen. Bijna 60% van de mensen zal nog meer naar radio luisteren als er een groot aanbod is van programma’s voor Afrikanen. Meer dan 80% van respondenten verklaart tijdschriften voor zwarte Afrikanen te lezen en 44% steunt het idee van de oprichting van een Afrikaanse televisiezender.
41
TrefMedia, Aanbevelingen voor de berichtgeving over etnisch-culturele minderheden, http://www.trefmedia.be/aanbevelingenmedia.htm (24 mei 2005).
62
Tips voor toekomstige Afrikaanse media De structuur: Zwarte Afrikanen moeten samenwerken in plaats van individuele acties te ondernemen. Deze tendens is te merken aan het hoge aantal Afrikaanse vzw’s die soms dezelfde doelstellingen hebben. Een bundeling van ideeën, mensen, energie, krachten, middelen heeft de vorming van éénheid als voordeel. “Afrikaanse media” zijn momenteel een zaak van individuen42. Bv. Télé Matonge van Wetschi, Mamboleo van James Ololo, enz. Een eventueel Afrikaans mediabedrijf moet de zaak van een groep worden en niet meer van individuen. Met de term “groep” bedoel ik hier niet alleen een groep mensen maar ook een financiële groep. Hier kan men het voorbeeld van “Radio Judaïka” volgen waar een kleine groep mensen een radiofrequentie vraagt. Een betere organisatie door zwarte Afrikanen kan leiden naar de opkomst van een Afrikaanse mediagroep. Eendracht maakt macht, zegt men. Het lobbyen: Afrikanen zijn grote gebruikers van radio en televisie. Ongeveer 90% van Afrikanen verklaren radio of televisie te volgen. Het is belangrijk dat men zich bewust is van de rol en kracht van de media in de emancipatie van mensen. Daarom is het belangrijk dat Afrikaanse media net als andere mediagroep het lobbyen gebruiken43. Het lobbyen bij de overheid bvb. zal nooit waardeloos zijn en moet een manier van werken worden bij de Afrikanen. Sterk en omvattend concept: Men mag niet vertrekken van een concept dat zich beperkt tot Kongolezen of enkele Afrikanen. Het moet een concept44 zijn dat zowel Afrikanen als ook Belgen en mensen van andere gemeenschapen zal interesseren. Deze toekomstige radio moet beluisterd worden door iedereen en niet alleen voor mensen die interesse hebben voor Afrikanen of de “Afrikaanse” cultuur. Het concept van (Afrikaanse) muziek programma’s de ganse dag is ook te gemakkelijk. Strategie op lange termijn: Verder moet er ook een strategie op lange termijn uitgedokterd worden. Bv het denken over het aflossen, werken met jongeren, het leren van andere talen (Nederlands, Engels, Spaans, enz.). Men moet ook contact behouden met andere journalisten (uitwisselen van informatie, ervaringen). Het leren van nieuwe technieken in verband met communicatie, nieuwe technologie en de voortdurende bijscholing. Oprichting van een Afrikaanse televisiezender: Een Afrikaans televisiestation in het Belgische medialandschap zou ideaal zijn, maar is niet realiseerbaar, denk ik. Ten eerste is de doelgroep (Belgische Afrikanen) zeer klein. Ten tweede zal dergelijk project veel kosten. De volgende vraag is dan onvermijdelijk: wie zou voor de kosten opdraaien. Ik zie meer een Afrikaanse televisie op Europees niveau. Een televisie die kan vergeleken worden met de Europese televisiezender “Euronews”. En die bijvoorbeeld in twee talen (Frans en Engels) zou uitzenden. Dergelijke televisiezender kan een Afrikaanse gevoeligheid hebben maar werken met vakbekwaamheden van alle origines (niet alleen Afrikanen maar ook Europeanen). Op het Franstalig niveau kan zulk televisiestation45 een samenwerking zijn van Afrikanen uit België, Frankrijk en Zwitserland (en verder van Franstalige Afrikaanse landen).
42
Intervieuw met Nathalie Delaleeuwe in Brussel (25 maart 2005).
43
Intervieuw met Suzanne Monkassa in Brussel (04 april 2005).
44
Interview met José Mabita in Brussel (27 maart 2005).
45
Interview met Erik Nyindu in Brussel (13 maart 2005).
63
4.4 Naar een multiculturele samenleving De onderzoeker Bonaventure Kagne46 verklaart dat stereotypes voortgekomen uit het koloniale verleden, tot nu toe het statuut en het imago van zwarte Afrikanen beïnvloeden. Meer dan 40 jaar na de onafhankelijkheid van Kongo en van de meeste Afrikaanse landen, is het beeld van de Afrikaan als een primitief naar een gewoon mens weliswaar veranderd, maar de bodem van vooroordelen blijft. In Belgisch Kongo was een stad als Leopoldstad (Kinshasa) verdeeld in twee: een Europese kant en een kant voor de inheemse bevolking. Kongolezen mochten een doorgangsbewijs vragen om door hun eigen land te reizen. Zwarten werden toen beschouwd als minderwaardig, niet-beschaafd, kannibalistisch of als grote kinderen die steeds hun “nonkels” nodig hebben. Dit beeld van de “langdurige bijstand” wordt ook nu nog aangehouden door de media. In de pers is “good news not news”. Met als gevolg dat berichten over Afrika draaien rond hongersnood, staatsgrepen, oorlog, ziekte als Aids, enz. Wanneer het gaat over de zwarte Afrikaanse (en de allochtone in een ruime zin) gemeenschap, is er vooral sprake van criminaliteit, rellen of misdadigheid van de jeugd in “Matonge”, asielzoekers, enz. Deze evenementen zijn een realiteit van Afrikaanse landen of van de Afrikaanse gemeenschap maar ze zijn niet de enige realiteit. Dit verkeerde beeld blijft hangen in het hoofd van de meeste Belgen en beïnvloedt de manier waarop ze reageren, spreken en denken t.o.v. een Afrikaan. De perceptie van het Afrikaanse werelddeel heeft invloed op de perceptie van Belgische Afrikanen. Wanneer deze perceptie niet negatief is, is de volksverbeelding van de meeste reducerend. We stellen vast dat het reële Afrikaanse vermogen onderschat wordt of verkleind word tot een zuiver exotische gegeven: muziek, dans, vrolijkheid,…ten koste van bv. het intellectuele vermogen. Nu is het moment aangebroken om zich te bevrijden van deze clichés. Net als blanken, hebben zwarten ook vooroordelen tegen blanken. Autochtonen versus allochtonen en vice versa. Ik geloof dat we universele waarden hebben en dat elke gemeenschap iets kan leren van andere gemeenschappen. Gemeenschappen leven samen, maar ze gaan niet om met elkaar. Alhoewel ik enkele reserves heb, vind ik dat het experiment van multiculturele televisieprogramma’s op Télé Bruxelles een bemoedigend initiatief is. Misschien waren Belgen niet klaar voor een presentator van andere origine maar deze Franstalige Brusselse lokale televisiezender toonde dat we tegen heilige huisjes moeten schoppen. Goede media zijn media die anticiperen. Multiculturele programma’s en kansen geven aan journalisten van andere afkomst, zullen België niet in gevaar brengen maar verrijken. Ze zullen ook een meerwaarde zijn voor de redacties. Nu is het moment aangebroken om “onzichtbare” etnische minderheden een gezicht te geven. Zodat haar leden niet alleen bij crisisberichtgeving voorkomen maar ook naar aanleiding van ‘neutrale’ gebeurtenissen of bij alledaagse onderwerpen aan bod komen. Allochtonen een aanwezigheid toekennen is gewoon een rechtvaardige ommekeer van het lot. Ze zijn al zichtbaar op straten, steden, winkels en andere openbare plaatsen. Nu is het moment aangebroken van multiculturele media die de “multiculturaliteit” van België eindelijk kunnen weerspiegelen. Nu is het moment…
46
Kagne, B. (2001), L’immigration d’origine subsaharienne avant 1960 : la Belgique découvre « l’Africain », in L’immigration subsaharienne en Belgique- Courrier hebdomadaire du CRISP n° 1721.
64
5. Bibliografische referentie Africultures, Etude “les Africains et les médias en Belgique”. http://www.africultures.com/index.asp?menu=affiche_murmure&no_murmure=2152&murm=1 (1 juni 2005). Baardwijk, C. Dragt, E. Peeters, A. Vierkant, P. Mediagebruik etnische publieksgroepen 2002. http://www.minocw.nl/brief2k/2004/doc/34012a.pdf (01 juni 2005). De Beukelaer, D. Multipop FM 100.2 Antwerpen. De Clercq, F. Licentiaatverhandeling (2003-2004). Etnische minderheden als presentator in beeld. Vrije Universiteit Brussel. D’haenens, L. Saeys, F. Media & multiculturalisme in Vlaanderen. Gent, Academia Press, 1996. Fransen, G. Italianen blijven numero uno, Marokkanen onderschatte vierde (5 november 2004), in De Standaard. Gérard, A. (2004), Télé-Matonge est née. in Le Soir. Grioo.com. Présentation. http://www.grioo.com/qui_sommes_nous.php (1 juni 2005). Kagne, B. (2001), L’immigration d’origine subsaharienne avant 1960 : la Belgique découvre « l’Africain », in L’immigration subsaharienne en Belgique- Courrier hebdomadaire du CRISP n° 1721. KifKif (2003). Interview met Flip Voets. http://www.kifkif.be/mediawatchsite/print.php?sid=18 (5 juni 2005). Manço. A. (2000), Quarante ans d’immigration http://www.flwi.ugent.be/cie/IRFAM/amanco7.htm
en
Wallonie
1960-2000.
Op
Ministerie voor Tewerkstelling en arbeid. Vivre et travailler en Belgique. Brussel, 1963.p.3. Geciteerd op http://www.ecolesansracisme.be/Cours/immigration/bienvenus.htm (24 mei 2005). Mo Mondiaal Magazine. Samenwerking met http://www.mo.be/content.aspx?ref=AM&lang=NL (01 juni 2005).
andere
NGO’s.
More Colour in the Media. Europees http://www.multicultural.net/manifesto/manifesto_nl.pdf (1 juni 2005).
manifest.
Nationaal Instituut voor de Statistiek. Cijfers Afrikanen in Brussel. Ndiaye, K. Radioscopie de la diaspora subsaharienne installée en Belgique (2004), in Mungazi n° 10. Radio Air Libre. Une voix différente http://www.radioairlibre.be/radio.html (1 juni 2005).
dans
la
Radio Campus Bruxelles. (2004). Liberté, création, http://radiocampus.ulb.ac.be/about/index.html ( 1 juni 2005).
jungle audace,
des
ondes.
formation…
Radio Panik. 20 ans de radio libre. http://www.radiopanik.org/ (1 juni 2005). Ronsmans, S. (2003-2004). Licentiaatverhandeling. Allochtonen in de Antwerpse regionale pers. Vrije Universiteit Brussel. Shelfhout, E. Verstraeten, H. De rol van de media in de multiculturele samenleving. VUBPRESS, 1998.
65
Tam-Tam Eurafricain (2003). La radio en communauté eurafricaine, in Tam-Tam Eurafricain. Teugels, M. (2003). Allochtonen zijn lucht voor de pers, in Nieuwsbrief Fonds Pascal Decroos. TrefMedia, Aanbevelingen voor de berichtgeving over etnisch-culturele http://www.trefmedia.be/aanbevelingenmedia.htm (24 mei 2005).
minderheden,
Tv5. Tv5 monde présentation. http://www.tv5.org/TV5Site/tv5monde/presentation.php 2005).
(01 juni
Voets, F. (2002), Vlaanderen is dringend toe aan kleurentelevisie, De Morgen. VRT. Charter diversiteit. http://www.vrt.be/vrt_master/dena/beleidsverklaring/dena_beleidsverklaring/index.html (24 mei 2005). VRT Studiedienst (2004). Kleur bekennen. VRT.
66
6. BIJLAGE: Vragenlijst kwantitatieve onderzoek Bonjour madame/ monsieur Je m’appelle Francis Wilanga ; je suis étudiant en dernière année de communication- option Relations Publiques au Katholieke Hoogeschol Mechelen. Je mène actuellement, dans le cadre de mon travail de fin d’études, une enquête sur « la communauté africaine de Bruxelles et les médias». C’est dans ce cadre, que je souhaiterais connaître votre avis en vous remerciant déjà d’avance de m’y aider en m’accordant un peu de votre temps. A. RADIO : Les prochaines questions concernent l’écoute de la radio.
1. Ecoutez-vous la radio ? 1. Oui 2. Non Ö (passez au block B) 2. Vous écoutez plus la radio : 1. le matin 2. la journée 3. la soirée 4. nsp (ne sait pas) 3. Parmi les radios suivantes, pouvez-vous citer 5 radios que vous écoutez les plus ? 1. Bel-Rtll 21. Radio Air Libre 2. Classic 21 22. Bfm 3. France culture 23. Nrj 4. France Musique 24. Radio Antipode 5. Klara 25. Nostalgie 6. La Première 26. Ciel Fm 7. Nederland radio 1 27. Radio Panik 8. Nederland radio 2 28. Radio Alma 9. Pure FM 29. Radio Al Manar 10. Radio Donna 30. RCF 11. Radio 1 31. RFI 12. Radio 2 32. Radio Quartz 13. Rtl 33. Musiq 3 14. Radio contact 34. Contact 2 15. Studio Brussel 35. Europe 1 16. 4 Fm 36. Autres à préciser 17. Vivacité 18. World Radio Network 19. Radio Campus 20. Fun Radio 4. a. Vous arrive-t-il d’écouter la radio sur Internet ? 1. oui 2. non Ö (passez à la question 5) b. Pouvez-vous citer vos 3 radios les plus écoutez sur le net ?........ 5. Quels genres de programmes suivez-vous à la radio (plusieures réponses possibles dans la liste suivante) : 1. informations, actualités 2. musique
67
3. 4. 5. 6. 7. 8.
jeux émissions culturelles débat sports emission particulière : laquelle ?…. (réponse ouverte) Aucun programme.
6. a. En Belgique, sur quelles stations de radios pouvez-vous suivre des programmes typiquemment africains (réponse ouverte)……. b. Quels genres de programmes peut-on y écouter ? 7. Que recherchez-vous lorsque vous écoutez les radios ou programmes destinés aux africains ? (laissez répondre) 1. informations sur la communauté africaine de Belgique (actualités, culture…) 2. se renseigner sur la situation en Afrique 3. écouter la musique africaine 4. autres (à préciser) 5. nsp 8. Ecouteriez-vous plus la radio si les radios conventionnelles belges diffusaient des programmes typiquement africains ou destinés à la population africaine ? 1. oui 2. neutre (peut-être) 3. non 9. Sur quelles genres de radios aimériez-vous suivre les émissions visant un public africain? 1. radios (typiquement) africaines 2. radios publiques (belges) 3. radios commerciales (belges)
B. TELEVISION : Les prochaines questions concernent la télévision 1. Regardez-vous la télévision ? 1. oui 2. non Ö (passez au block C) 2. Vous regardez plus la télé : 1. le matin 2. la journée 3. la soirée 4. nsp (ne sait pas) 3. Parmi les télévisions suivantes, pouvez-vous cocher vos 5 chaînes les plus regardées ? 1. Ned 1, 2& 3 21. Tv5 2. France 2 22. Tve int. 3. Rtl-Tvi 23. Tv Brussel 4. AB 3 24. Ned 2 5. Cnn 25. Tcm & Cartoon 6. Mtv 26. Cnbc 7. France 3 27. Euronews 8. Kanaal 2 28. Rtpi 9. Télé Bruxelles 29. Zdf 10. Club Rtl 30. Ert Sat 11. AB 4 31. Mcm 12. Jim Tv 32. Rtm 13. Tv1 (Vrt) 33. Plug Tv 68
14. Tf1 15. La une (Rtbf) 16. Ard 17. Vtm 18. Vt4 19. Bbc 1&2 20. la Deux (Rtbf)
34. Arte 35. Ra i Uno 36. Canal Z 37. Liberty Tv 38. Canal + (Be Tv) 39. autres à préciser
4. Généralement trouvez-vous que l’image des personnes d’origines africaines à la télévision belge est : 1. positive 2. négative 3. neutre 4. nsp/pas d’avis 5. Concernant la représentativité de personnes d’origines africaines à la télévision belge, trouvez-vous que cette couche de la population est : 1. très bien représentée 2. bien représentée 3. très peu représentée 4. nsp/pas d’avis 6. a. Comment réagissez-vous devant un programme présenté par un journaliste d’origine africaine ? 1. positivement 2. neutre 3. negativement b. Sur quelle chaine de télé peut-on suivre de tels programmes ? De quel programme s’agit-il ? (Question ouverte)….. c. Toujours en rapport avec ce type de programmes pensez-vous qu’il y en a : 1. suffisament assez 2. rare 3. inexistant 4. nsp 7. Regarderiez-vous spécialement une émission de télé quelconque parce que celle-ci est juste présentée par un journaliste d’origine africaine ? 1. oui 2. non 3. neutre 8. Parmi ces programmes télé, pouvez-vous me dire celles que vous ne suivez jamais, rarement, quelques fois, très souvent ? Programmes Actualités, infos Films Series Sports Jeux Musique Magazines de reportage Emissions sur automobile Emissions sur les animaux ««» la santé ««« l’environnement « « « de cuisine « « « culturelle (art)
Jamais
Rarement
Quelques fois
Très souvent
69
« « « politque « « « télé realité Dessins animés 9. a. Sur quelles chaines de télé pouvez-vous suivre des programmes typiquemment africains (question spontanée) ……. b. Quels genres de programmes ou d’émissions peut-on y suivre ? ……. 10. Regarderiez-vous plus la télé si les chaines conventionnelles diffusaient plus des programmes destinés au public africain? 1. oui 2. neutre (peut-être) 3. non 11. a. Sériez-vous intéressé à suivre des programmes typiquement africains ou destinés aux africains ? 1. Non 2. neutre 3. Oui b. Sur quelles chaînes de télé aimeriez-vous suivre ces émissions ? 1. une télé africaine 2. chaines publiques 3. chaines privées 12. Qu’est-ce qui est le plus important pour vous (seulement une réponse possible) : 1. plus de programmes destinés à un public africain dans les chaînes conventionnelles 2. plus de journalistes d’origine africaine dans les chaînes conventionnelles 3. la création d’une chaîne africaine dans le paysage audiovisuel belge C. Journaux/ hebdomadaires 1. Vous arrive-t-il de lire un ou plusieurs journaux en particulier ? 1. oui 2. non Ö(passez au block D) 2. A quelle fréquence lisez-vous un journal ou un hebdomadaire d’informations ? 1. tous les jours 2. rarement (1à 2 fois semaine) 3. occasionnellement (chez des amis, coiffeur, médecin, etc) 4. nsp 3. Parmi les journaux suivants pouvez-vous ceux que vous lisez? (5 au maximum). 1. L’avenir du 21. la Capitale Luxembourg 2. La Capitale 22. Le Monde 3. Le Courrier 23. Libération 4. Le courrier de 24. L’Humanité l’Escaut 5. La Dernière Heure 25. Les Echos 6. L’Echo 26. Het belang van Limburg 7. La libre Belgique 27. Het Volk 8. La Meuse 28. De Standaard 9. La Nouvelle Gazette 29. De Fin Econ Tijd 10. La Province 30. Het Nieuwsblad 11. Le Soir 31. De Morgen
70
12. Vers l’Avenir 13. Metro 14. Gazet Antwerpen 15. La lanterne 16. Le Figaro 17. Le Parisien 18. L’Express 19. L’Equipe 20. La Croix
van
32. Le monde diplomatique 33. Les Echos 34. The Wall Street Journal 35. Le Canard enchaîné 36. Vlan 37. autres à préciser
4.
a)Vous arrive-t-il de lire des journaux sur Internet ? 1. Oui, lesquels ? 2. Non b) Lesquels ? 5. Lorsque vous êtes en train de parcourir un journal, quelles rubriques vous intéressent le plus parmi celles-ci? (cochez en 3) 1. International 2. Belgique 3. culture (musique, art, cinéma) 4. Médias (programmes télé) 5. Job 6. sport 7. economie 8. autre : laquelle ?.... 6. a. Vous arrive-t-il de lire des journaux destinés à un public africain ? 1. oui 2. non Ö(passez au block D) b. lesquels ? (question ouverte) ……. c. comment entrez-vous en possession d’un tel journal ? 1. achat 2. abonnement 3. lecture occasionnelle (salon de coiffure, amis, etc) 4. bibliothèque 5. autre, à préciser
D. Revues et magazines 1. Vous arrive-t-il de lire l’une ou l’autre revue en particulier? 1. oui 2. non Ö(passez au block E) 2. a. Vous arrive-t-il de lire des magazines destinés à un public africain ? 1. oui 2. non Ö(passez à la question 4) b. lesquels ? (Réponse ouverte)…. c. comment entrez-vous en possession d’une telle revue ? 1. achat 2. abonnement 3. lecture occasionnelle (salon de coiffure, amis, etc) 4. bibliothèque 5. autre, à préciser 3. Parmi les magazines suivants, pouvez-vous cocher ceux que vous lisez toujours? (prière de citer 5 au maximum).
71
1. Knack 2. Foot Magazine 3. Ciné Télé Revue 4. Flair l’hebdo 5. Amina 6. télé Star 7. Trends/Tendances 8. femmes Magazines 9. Top santé 10. Figaro Magazine 11. Point de vue 12. Weekend – L’Express 13. Télépro 14. Libre Match 15. Elle 16. Bruxelles Plus 17. Humo 18. Ché magazine 19. Marie Claire 20. télé moustique
21. Courrier International 22. Le Nouvel Observateur 23. Le Point 24. Le Vif/l’Express 25. Time 26. Le Point 27. Jeune Afrique l’Intelligent 28. Gaël 29. Libelle 30. Spirou 31. Télé pocket 32. Feeling 33. Reader’s Digest 34. Paris Turf 35. Miss Ebène 36. Grands Lacs 37. Journal de l’Afrique expansion 38. Awa 39. le soir illustré 40. autres à préciser
en
E. Internet 1. Faites-vous usage d’Internet ? 1. oui 2. non Ö(passez au block F) 2. Dans quel endroit vous arrive –t-il le plus de surfer sur Internet? 1. à la maison 2. au travail/ école 3. cybercafé 4. nsp 3. A quelle fréquence faîtes-vous usage d’internet : 1. tous les jours 2. Entre 1 et 3 fois par semaine 3. une fois par mois 4. nsp 4. Pouvez-vous me citer 3 sites Internet qu’ils vous arrivent toujours de visiter ? ……. 5. Utilisez-vous internet pour : Toujours Chercher des infos sur la communauté africaine en Belgque Recherche d’un travail Ecouter les radios africaines ou internationales Ecouter les radios belges Lire les journaux et revues africains ou
Parfois
jamais
72
internationaux Lire les journaux et revues belges Chat, e-mail, etc Acheter ou commander un produit Télécharger des fichiers (musique, document, cours, etc) Recherche d’infos comme itinéraires, météo, horaires de train, etc. Autres. Lesquels ? 5. Quels thèmes aimeriez-vous voir être le plus traité (réponse ouverte) 1. par les médias belges ? ……. 2. par les journalistes africains en Belgique ? …….
F. Statistiques : Enfin, j’ai quelques questions un peu personnel, vos réponses seront traités de manière tout à fait anonyme. 1. Sexe : 1. homme 2. femme 2. Votre âge ? 1. 15-19 ans 2. 20-24 ans 3. 25-34 ans 4. 35-44 ans 5. 45-54 ans 6. 55 ans et + 7. nsp 3. De quelle origine êtes-vous 1. Angola 2. Burundi 3. Cameroun 4. Côte d’Ivoire 5. Sénégal 6. Rwanda 7. RDC 8. Autres : (à préciser)…… 4. Depuis combien de temps êtes-vous en Belgique ? 1. Moins d’un an 2. Entre 1 et 2 ans 3. Entre 3 et 5 ans 4. Entre 5 et 10 ans 5. Plus de 10 ans 6. nsp 5. De combien de personnes se compose votre ménage ?
73
1. 2. 3. 4.
Une personne je suis seul(e) deux personnes entre 3 et 5 personnes + de 5 personnes
6. Etês-vous chef de ménage ? 1. oui 2. non 7. Quelle est votre activité professionnelle ? 1. indépendant 2. employé/fonctionnaire 3. Ouvrier 4. étudiant 5. pensionné 6. sans emploi/ménagère 7. nsp/refus
8. votre état-civil ? 1. marié/ cohabitant 2. divorcé 3. célibataire 4. veuf 5. nsp/refus 9. Votre diplôme le plus élévé ? 1. primaire 2. secondaire inférieur 3. secondaire supérieur 4. technique inférieure 5. technique supérieure 6. supériur non universitaire 7. supérieur universitaire 8. post-universitaitre 9. nsp/refus 10. Quel est le code postal de votre commune: 1. 1000 Bruxelles 2. 1020 Laeken 3. 1030 Schaerbeek 4. 1040 Etterbeek 5. 1050 Ixelles 6. 1060 Saint-Gilles 7. 1070 Anderlecht 8. 1080 Molenbeek Saint Jean 9. 1081 Koekelberg 10. 1082 Berchem-Sainte-Agathe 11. 1083 Ganshoren 12. 1090 Jette 13. 1120 Neder-Over-Heembeek 14. 1130 Haren 15. 1140 Evere 16. 1150 Woluwe Saint-Pierre 17. 1160 Auderghem 18. 1170 Watermael-Boitsfort 19. 1180 Uccle 20. 1190 Forest 21. 1200 Woluwé-saint-lambert
74
22. 1210 Saint-Josse-ten-Noode 23. autres (à préciser)….
Je vous remercie de votre patience et pour votre collaboration. Si vous désirez qu’une de vos connaissances participe à cette étude, vous pouvez me contacter via : -
e-mail :
[email protected] gsm : 0475/ 477 173 ou enfin leur communiquer cette adresse http://dewinterus.netfirms.com/enquete/formulaire.htm
e-mail:
Avez-vous des remarques ou suggestions ? N’hésitez pas à l’écrire ici : …
75