Paard & Spul - editie 6 - 2012
Een interview met Bent Branderup
"Ze zijn al begonnen met de eerste theorieles", staat Ylvie Fros me te woord wanneer ik, iets later dan de afgesproken tijd, aankom op het accommodatiecentrum Dop Heets Del te Kootwijkerbroek (Gld). Ylvie is organisatrice van de tweedaagse clinic van Bent Branderup in Nederland op 12 en, vandaag, 13 mei. "Gisteren stond vooral in het teken van de biomechanica van het paard, vandaag gaan we meer in op het leren van het paard", vervolgt ze wanneer we naar binnen lopen. Bent Branderup komt uit Denemarken en wordt vaak in een adem genoemd met de 'academische rijkunst'. Wanneer we de theoriezaal binnenlopen is de onverstoorbare concentratie van de toeschouwers het eerste wat opvalt. Met volle aandacht luisteren ze naar de man die niet alleen door zijn kennis maar ook door zijn uiterlijk de aandacht weet vast te houden. “You don’t squeeze a schoolhorse, because then it will jump in every direction", hoor ik Branderup zeggen. "Ik leer een paard nooit twee dingen tegelijk. Het draait allemaal om de basis. Bij het trainen van een paard is het pijn doen van de spieren je grootste vijand. Je moet dan ook zodanig trainen dat de spieren zich binnen 24 uur kunnen herstellen. Op deze manier kun je een paard dagelijks trainen. Als je het paard zwaarder traint, heeft het een langere herstelperiode nodig". De theorie vliegt me om de oren en voor ik het besef, ben ook ik geboeid aan het luisteren. "Ik wil dat paarden, paard kunnen zijn. Paarden hebben het recht om paard te zijn" en '"A lot of roads are dead ends", zijn slechts een paar van de vele uitspraken die voorbijkomen. "De enige oplossing is", gaat hij verder over de doodlopende wegen, "om helemaal terug te gaan naar het begin. Er zijn geen verkorte routes", wat erop neerkomt dat je altijd vanaf stap 1, of eigenlijk stap 0, moet beginnen, "eigenlijk -100", vult hij aan. "Ik heb verschillende paarden gecorrigeerd voor mijn werk en... ik heb vals gespeeld. Ik maakte tijdens het rijden van iemand anders zijn paard een mooi plaatje en gaf het paard vervolgens weer 'gecorrigeerd' terug aan de eigenaar. Maar wanneer 'the failure' weer op het paard ging zitten, kon ik het paard weer gaan corrigeren. Ik had dus een erg goed inkomen", zegt Branderup terwijl het vermaak van zijn gezicht af te lezen is. "Over het algemeen genomen is het zo dat als het slecht voelt, het ook slecht is. Dit betekent dat je niet voor het oog moet rijden. Het kan alleen goed voelen voor de ruiter, als het ook goed voelt voor het paard. Met het rijden hebben we maar een leerling, en 'dat is het paard". Voor ik het weet is de theorieles afgelopen en is het tijd voor de rijlessen. "Het rijden voor een publiek is voor veel studenten een verschrikking, 'it is a stage of terror'. Het is erg moeilijk om 'te zijn' met je paard, wanneer er mensen langs de rand van de rijbaan naar je staan te kijken. Het is daarom belangrijk te blijven nadenken over waarom je doet wat je doet", krijgen de lesklanten als tip mee. Er staan acht combinaties op het programma, welke allemaal een half uur les krijgen. Wat al snel opvalt is dat ze allemaal beginnen met oefeningen vanaf de grond. "Dat is het principe van de academische rijkunst", staat Ylvie mij te woord. "De oefeningen dienen eerst op de grond, zonder ruiter in het zadel, correct uitgevoerd te kunnen worden. Pas wanneer het paard een oefening vanaf de grond beheerst, kan de ruiter het ook onder het zadel vragen. Veel ruiters hier rijden, zoals je ziet, ook zonder zadel of met een pad. Op deze manier hebben ze meer contact met het paard. Maar je mag zelf weten met wat voor zadel je rijdt hoor, dat maakt voor Bent niet uit, als het maar werkt”. Na een kort gesprek over zadels stuiten we op de hoofdstellen van de paarden: kaptoom, hackamore, stangbit en bitloos komen allemaal voorbij. "Ook de optoming maakt niet uit. Bent geeft ook les aan
www.fijnerijkunst.nl
1
Paard & Spul - editie 6 - 2012
mensen die alleen met een halsring rijden. Het gaat erom dat het werkt", benadrukt Ylvie nog eens. "Kijk," wijst ze vervolgens naar een combinatie die met de teugels in een hand rijdt, "we gebruiken het bit niet om te sturen. Daar is het bit ook niet voor. De opleiding van het paard begint op de grond, met een kaptoom. Pas wanneer het paard redelijk afgericht is, dat betekent dat je hem met je zit kunt sturen, komt er een bit bij". "Maar waarom heeft iedereen hier, die een bit gebruikt, een stangbit met hefboomwerking?”, vraag ik. "Het is een stang omdat het niet de bedoeling is om met het bit te sturen. Wanneer je kunt sturen met je zit en meer in de verzameling werkt, komt er pas een stangbit bij of, voor bitloze ruiters, een hackamore. Het stangbit werkt hetzelfde in op beide kanten, vandaar dat ze met één hand kan sturen", legt Ylvie uit en ik vraag mij af waarom er gebruik gemaakt wordt van een hefboomwerking, een vraag die ik later tijdens het interview aan Bent zal voorleggen. "Vervolgens als je weer een stap verder bent in de africhting van het paard gaat de kaptoom eraf en rijd je alleen met het stangbit of de hackamore. Hoe hoger de africhting van het paard wordt, hoe meer hulpmiddelen kunnen worden weggelaten", aldus Ylvie. Voor ik het weet is de laatste deelnemer haar paard aan het uitstappen, tijd voor de lunch en de laatste theorieles van Bent!
Wanneer iedereen is uitgegeten begint Bent met zijn afsluitende verhaal. Ruim een half uur lang vertelt hij over de kunst van het paardrijden. "Je moet niet van een Haflinger verwachten dat hij net zo piaffeert als een Andalusiër, of van een Andalusiër verwachten dat hij net zo zal strekken als een Trakehner, of van een Trakehner verwachten dat hij zal tölten zoals een IJslander. 'A horse should be as beautiful, as that horse can be". Bent probeert de kunst, 'the art of riding', en het bereiken daarvan duidelijk te maken aan zijn studenten. "Je kunt een prachtige viool hebben, maar alleen een goede violist kan er kunst mee maken. Bij 'the art of riding', draait het eerst om de harmonie van het paard, dan de balans en dan pas de vorm. Het komt vaak voor dat ruiters de harmonie in hun paard niet meer zien. Ze zien bij hun paard niet het verschil tussen trots, angst, woede of onzekerheid. Dus...", vat Branderup samen, "when you consider that wrong is right, you can be the best in doing it wrong".
www.fijnerijkunst.nl
2
Paard & Spul - editie 6 - 2012
Diezelfde avond vliegt hij terug naar Denemarken, maar voordat hij naar Schiphol vertrekt heeft hij tijd gemaakt voor een interview met ons: "To spend time well", antwoordt Branderup nuchter op de vraag wat voor hem het doel van paardrijden is. "Er is geen doel voor het paardrijden meer. We kunnen de kunst en de traditie van het rijden gebruiken 'to get something into this game'. We hoeven niet in oorlogen te rijden of te paard de post rond te brengen, er is dus geen enkel doel meer voor het rijden op wat voor een manier dan ook. Het enige doel is 'to spend time well'. Daarmee is het paardrijden dus een spel geworden, en elk spel heeft regels. Je kunt het vergelijken met schaken. Hoe beter je begrijpt hoe je elk schaakstuk kunt verplaatsen en begrijpt hoe je ze het beste kunt verplaatsen, hoe leuker het wordt. De regels bij het spel van het paardrijden zijn de biomechanica en het mentale aspect van het paard. Het begrijpen van het paard als paard, fysiek en mentaal. Dát zijn de regels van het spel en hoe beter je de regels begrijpt, hoe leuker het spel wordt".
The game "De kunst van het rijden is dat twee zielen willen doen, wat twee lichamen kunnen. En...", pauzeert Bent even, "we moeten hiervoor niet alleen de ziel van het paard begrijpen, maar ook het lichaam van het paard. Maar een groter probleem is hoe we ons eigen lichaam moeten gebruiken als communicatie-instrument. Het doel van het lesgeven, voor mij, is doorgaans de ontwikkeling van de ruiter". De nadruk van de lessen ligt dus bij de ruiter, vat ik samen. "Nee, de nadruk ligt op alle vier de elementen", antwoordt hij. "De vier elementen zijn de ruiter en zijn ziel en lichaam, en het paard en zijn ziel en lichaam. Maar als de ruiter de ziel van het paard niet begrijpt, en zelf ook niets tussen de oren heeft, 'then it will be very difficult'", vertelt Bent met een lichte ondertoon van vermaak in zijn stem. "Ruiters zijn vaak de mensen die niet weten wat ze willen. Maar ze willen het wel nu. Die instelling werkt niet. Als ruiter móet je weten wat je wilt. Vervolgens móet je weten hoe je dat uitlegt aan een paard”. Maar volgens Branderup weten ruiters niet wat ze willen. "Het resultaat is, dat we veel geld uitgeven aan iets wat we eigenlijk helemaal niet leuk vinden. Mensen hebben nu vaak meer stress met paarden, dan dat ze hadden zonder de paarden. 'So the game is lost. The fun is lost", concludeert Bent. Maar waarom houden we dan paarden? "Ik denk dat veel mensen paarden blijven houden, omdat ze een droom hadden, maar ze zijn onderweg gestopt met het geloven in de droom. En dat is zonde. Want dromen vullen een leven. De meest ongelukkige mensen in deze wereld zijn degenen die geen dromen en wensen hebben. Daarom denk ik dat het belangrijk is dat we teruggaan naar de situatie waarin we paarden hebben omdat we paarden leuk vinden. Wanneer je nu mensen met hun paarden ziet werken, ziet het er vaak uit alsof ze hun paarden niet leuk vinden. Dus als het niet wenselijk is dat mensen paarden hebben, stop dan met het hebben van paarden", benadrukt Branderup. "Want wat is het doel? Je hebt geen paarden omdat je ze niet leuk vindt. Je hebt paarden ómdat je ze leuk vindt".
Academische rijkunst Bent Branderup wordt vaak in één adem genoemd met de academische rijkunst. Maar wat is academische rijkunst en waarin verschilt het met het 'normale rijden'? "Heb je een maand of twee de tijd?", antwoordt hij lachend, het is een onderwerp waar hij uren over kan doorpraten. "Met de academische rijkunst willen we het Europese culturele erfgoed behouden. Daarom kijken we naar de oude meesters, vooral naar De La Guérinière, 'and try to get the art as close to his words as possible", maar niet alles wordt overgenomen van de oude meesters. "Er zijn dingen die de oude meesters deden die we vandaag de dag niet meer kunnen accepteren. Zo schrijft één van de oude meesters bijvoorbeeld dat wanneer je een spoor gebruikt totdat het paard bloedt, dit niet erg is, omdat het paard dan nog gevoeliger zou worden voor de hulp. Dit is uiteraard niet acceptabel in onze tijd. Maar er is
www.fijnerijkunst.nl
3
Paard & Spul - editie 6 - 2012
ook veel kennis van de oude meesters verloren gegaan, die wel heel waardevol is. Deze kennis willen we herstellen". Het uitgangspunt van de academische rijkunst is dus het herstellen van de verloren, bruikbare kennis, met als informatie- en inspiratiebron de oude meesters, en dan met name De La Guérinière. "In totaal zijn er eigenlijk vijf grote meesters die het belangrijkst zijn. Dat is Xenophon in de vierde eeuw voor Chr., Pluvinel in de Renaissance, Newcastle ook in de Renaissance, De La Guérinière in de periode van het Barok en Steinbrecht in het Classicisme. Deze meesters gebruiken we het meeste als informatiebron voor de academische rijkunst". Maar waarom De La Guérinière het meest? "Hij is de hoogste in 'the art of riding', omdat hij niet meer de oorlog als doel van het rijden had. In plaats van een oorlogshandeling had hij de vrijheid om van het rijden een kunst te maken. Xenophon, Pluvinel en Newcastle gebruikten de paarden voor de oorlogsvoering. Na de kunst van De La Guérinière kwam Steinbrecht, maar in die periode kwam het gebruik van paarden in de oorlog weer terug". En is er dan ook een duidelijk zichtbaar verschil tussen het rijden van een paard voor de oorlog en het rijden als kunst? "Ja, want we hebben niet de verfijning van de kunst nodig voor de oorlog. Bij een oorlog is het belangrijk dat het paard reageert in het moment. Denk bijvoorbeeld aan een stierengevecht. Je kunt niet een travers in perfectie rijden wanneer een gehoornde stier op je afrent. In zo'n situatie moet je je NU verplaatsen, waardoor het paard de verfijning van de hulp zal verliezen. 'In art you can say it is not about moving now, it is about moving how".
Art can happen in a walk "Wanneer twee zielen willen doen wat twee lichamen kunnen", vertelde Bent eerder al over de kunst van het rijden. Maar wanneer wordt rijden kunst? "Kunst kan gebeuren wanneer je over een hek springt in het bos. Plotseling willen jij en je paard dezelfde richting op, en jij en het paard 'melt together' tijdens de sprong. De kunst van het rijden is om met opzet in deze mentale en fysieke situatie te komen. Het probleem is echter dat wanneer we te technisch worden, we vergeten te voelen. Daarom is het vaak dat de ruiter die in het bos rijdt eerder het plezier van de kunst beleeft, dan de ruiter die gericht dressuur rijdt en zichzelf alleen maar meer in disharmonie rijdt". Kunst staat dus niet gelijk aan het kunnen uitvoeren van hogeschool oefeningen. "Nee. Het gaat niet om het rijden van een piaffe. De kunst is het moment waarop je plotseling 'het gevoel' krijgt, dat je samensmelt met het paard. Dus het kan ook voorkomen in een basisgang zoals de stap. Uiteindelijk willen we het natuurlijk ook op een hoger niveau bereiken, bijvoorbeeld tijdens de overgangen tussen de piaffe pirouette en galop pirouette. Maar het rijden van hogeschooloefeningen staat niet gelijk aan het maken van kunst".
www.fijnerijkunst.nl
4
Paard & Spul - editie 6 - 2012
It does not matter Wat tijdens de lessen opviel waren de verschillende optomingen, "it doesn't matter", antwoordt Bent nog voordat ik de verschillende optomingen heb opgesomd die ik langs heb zien komen, zoals het stangbit, "dat hoeft niet", reageert hij weer net zo snel. "Wanneer je voorwaarts-neerwaarts rijdt kun je ook alleen met een kaptoom rijden of met een trensbit. Maar wanneer de achterhand van het paard meer ondertreedt, zal de borst van het paard stijgen, waardoor het paard ook automatisch zijn nek opheft. Wanneer de nek van het paard hoger komt, zal de onderkaak van het paard richting de nek gaan. Daarom heb je hulp nodig om de nek lang te houden", en deze hulp biedt de hackamore of het stangbit met hefboomwerking, door de druk die deze uitoefenen op de kin. "Maar ik heb ook leerlingen die zonder hoofdstel rijden. Het maakt me niet uit met welk hulpmiddel je kunst maakt. Zelf rijd ik graag met een kaptoom en stangbit met hefboom en ik heb een favoriet zadel. Maar dat zadel moet niet voor iedereen. Je kunt met een ander soort zadel rijden of zonder zadel. Het is dus niet 'je moet mijn zadel kopen want anders kan je niet...", zegt hij op een 'belerende toon', doelend op zijn academische rijzadels. "Nee", benadrukt hij nogmaals, "het hulpmiddel kan niet het werk doen".
Artificial art will ruin the horse "Ga eerst kijken", adviseert Bent ruiters die in een rijstijl geïnteresseerd zijn. "Veel ruiters maken de fout dat ze gelijk met een paard naar mij toe komen. Je kunt beter eerst alleen komen kijken om te zien of het iets voor je is. Er zijn heel veel interessante dingen die je kunt doen met paarden, maar je kunt ze niet allemaal met jouw paard doen. Je moet erachter komen wat jij wilt doen met je paard. Door rond te kijken bij verschillende ruiters en trainers kun je geïnspireerd raken. Er zijn altijd goede en slechte ruiters en het is natuurlijk interessanter om naar de goede ruiters te kijken, maar soms zijn mensen bekend zonder dat ze goed zijn. En er zijn ook mensen magnifiek zonder dat ze bekend zijn. Dus het maken van naamsbekendheid is niet hetzelfde als het hebben van kwaliteit. Kunst welke kunstmatig is, ruïneert het paard. Kunst welke natuurlijk is, 'will build up any horse". "Ik zou graag willen dat mensen zich weer herinneren waarom ze paarden hebben", antwoordt Branderup vervolgens op de vraag wat hij tegen 'de paardenwereld' wil zeggen. "We hebben paarden omdat we paarden leuk vinden en onze tijd goed willen besteden met het paard. Mensen vergeten dit punt. Ze vergeten dat we ons, in onze cultuur, paarden kunnen veroorloven. Het is nog nooit voorgekomen, nog nooit in de hele geschiedenis, dat mensen zoals jij en ik ons paarden kunnen veroorloven. Gewoon voor het plezier. Dat is mijn boodschap aan de paardenwereld: geniet van dit fantastische dier. Je hoeft niet aan academische rijkunst te doen, je moet je alleen bewust zijn van het feit dat je bevoorrecht bent om eigenaar van een paard te zijn. Vergeet niet om er plezier mee te hebben..."
www.fijnerijkunst.nl
5