INTERVIEW MET EEN NIEUWE BESTUURDER: HERMAN HILLEN
GRIP: Herman, je bent al lang begaan met het thema handicap. Hoe is het begonnen ? Met mijn geboorte op 11 maart 1958 in Rijkevorsel waarvan ik me verder niets meer herinner. We zijn thuis met vier die dezelfde beperking hebben: mijn moeder, twee zussen en ik. De jongste woont in ZuidFrankrijk.Ze heeft altijd een boerderij gehad waar ze van die heerlijke geitenkaasjes maakte, typisch voor de Languedoc. Op het einde werd het vaak moeilijk en had ze hulp van stagairs of vrienden. Mijn andere zuster schildert in de Kempen. Ook zij ondervindt weinig hinder bij het uitoefenen van haar hobby. Ze is lang bestuurslid geweest van de CMT, de vereniging die CMT-ers samenbrengt en informeert. CMT is een neuromuscleaire aandoening. Ik stap moeilijk en daardoor gebruik ik nu een Benidorm Bastardscooter voor buiten en een rolstoel voor binnen én om te reizen. GRIP: En wat heeft het leven met een handicap je tot nu toe geleerd ? Dat ik ben als een ander, met goede en slechte dagen. Ook dat de maatschappij nog onvoldoende is aangepast aan personen met een beperking. Dat mensen schrik lijken te hebben van ons. Veel mensen weten niet hoe ze er mee moeten omgaan. GRIP: Wanneer werd je hiermee voor het eerst geconfronteerd ? We waren in 1976 op vakantie met Jong KVG Turnhout in Viversel (Zolder). We gingen naar een plaatselijke kermis. Eén van ons hoorde
iemand zeggen: "Wat komen die gehandicapten hier doen? Die kunnen toch nergens op?" Die uitspraak vond ik ontzettend onrechtvaardig. Ik denk dat daar de kiem is gepland om mij in te zetten voor een betere aangepaste wereld. GRIP: Hé, dat doet ons denken aan Plopsaland… Hoe ging het daarna verder, Herman ? Ik ben toegetreden tot de jongerenwerking van KVG en verkozen tot voorzitter van het gewest Hoogstraten. Daarna volgden de Nationale Raad en de redactie van het infoblad van Jong KVG. Ik was op mijn 17e gestopt met de middelbare school. Door mijn activiteiten bij KVG ben ik gaan studeren voor opvoeder in Geel. Daar kwam ik veel in contact mensen die studeerden voor maatschappelijk werker. Eén van hun uitspraken was: "Dat is niet ons probleem." Op een van de Nationale raden werd ooit eens gediscussieerd over "hoe we met een handicap het best konden leven in de maatschappij." Ik herinner me nog hoe we ons in bochten wrongen in de discussie. Ik heb toen die quote aangehaald: "Dat is niet ons probleem, maar die van de maatschappij. Zij moeten er voor zorgen dat wij een leven als een ander kunnen leiden." Vanaf toen is men begonnen over integratie, verdunning, gelijkheid, etc ... Ik weet niet of dit echt oorzaak en gevolg zijn, maar de timing klopt en het is een mooi verhaal. GRIP: Heb je ijkpunten in je leven ? Die uitspraak op de kermis was er in elk geval één. Mijn eerste vliegtuigreis naar Kreta was er ook één. Ik dacht dat vliegen niks voor mij was wegens te duur maar sindsdien heb ik al veel van de wereld gezien: Indonesië (1 jaar gereisd), Thailand, Maleisië, Singapore, Brazilië, Afrika. Mijn laatste reis was naar Nieuw-Zeeland in december 2011. Een aangenaam land om als persoon met een handicap te reizen. Net als Brazilië trouwens, dat heeft me verrast. Naar het schijnt is de USA ook aangenaam maar daar heb ik nog geen ervaring mee. Ik droom om Route 66 te nemen met een groep motorrijders, als volger in een cabrio. Met een motor kan ik niet rijden wegens te zwaar. Sindsdien ben ik op elke continent geweest, behalve Antarctica, te koud. Een ander ijkpunt was mijn kennismaking met Slagerij van Kampen (SVK). Ik heb, samen met mijn beperking, toch een kleine voetnoot in de Belgische muziekwereld geschreven. We gingen naar een concert in Eindhoven. Ik werd helemaal van mijn sokken geblazen door vier percussionisten die de zaal deden ontploffen met enkel drums.
Na het optreden sprak ik hen aan en vroeg of ze al een manager hadden in België. Nee dus. De volgende dag belde ik naar Betty Mellaerts. Zij heeft
jarenlang het interviewprogramma ‘Het Vermoeden’ gepresenteerd op radio 1. Ik vroeg of ze interesse had in SVK. Toevallig stond SVK op haar verlanglijstje en enkele dagen later zaten de muzikanten in de radiostudio voor een interview en een ritmedemonstratie op de studiotafel. Ik ben vijf jaar manager geweest van de groep in België. Toen besloot ik om een jaar te reizen door Zuidoost-Azië met mijn toenmalige vriendin en stopte het managerswerk.
Nog een ijkpunt was theater De Stakkers. In een samenwerking tussen Kopspel, gekend van het toneelstuk "HOERA GEHANDICAPT", en KVG hebben we overal in Vlaanderen een toneelstuk gebracht over de woonproblematiek voor mensen met een handicap. We speelden gemiddeld twee keer per maand. Een aangename tijd. GRIP: Heb je hobbies die niets met handicap te maken hebben ? Ik kan uren aan de PC zitten schrijven of opzoekingen doen. Ik ga graag naar de cinema en elke zondagochtend spreek ik af met een vriend om ergens in de stad te gaan ontbijten. En reizen en muziek natuurlijk. Luieren ook. Ik kan heel goed luieren. Een stand-up comedy workshop wil ik nog graag doen. GRIP: Vertel eens Herman, waar geniet je het meest van ? Een ontspannende massage, een geslaagde protestactie die gecoverd wordt door de media, muziek en wanneer ik plezante reacties krijg op iets dat ik heb geschreven. GRIP: Schrijven ? 3 jaar heb ik de schrijversacademie gevolgd om meer finesse in mijn teksten te krijgen. Dat is gedeeltelijk gelukt en ik pluk er nog altijd de vruchten van. GRIP: En hoe was je bezig met muziek ? Muziek was al vlug mijn ding: muziekschool, DJ. In elke discotheek in Rijkevorsel heb ik gespeeld. Men kende mij als Herman Beton, gespecialiseerd in hard rock. Ik heb een 500 LP's, enkele 100den singles en veel CD's, ook mijn iPod staat vol.
Later in Geel werd ik Herman Vandersteeg op de lokale zender 2440. Ik wilde nog meer werken in Antwerpen maar dat is er nooit van gekomen. Op mijn twintigste werd ik, als een soort Ian Dury, zanger van de groep Enfant Terrible. We hebben verschillende optredens gedaan. Twee zal ik nooit vergeten: het voorprogramma van Toy in Geel en het voorprogramma van Rick Tubbax en de Taxi's in Mechelen. Dat waren toen twee bands die veel furore maakten in de Belgische popscene. Rick Tubbax werd daarna manager van oa Bart Peeters en andere BV's. Ik ga ook graag naar concerten, al is dat niet altijd even genietbaar door mijn gehoorprobleem: Stones (2 keer), Pink Floyd (2 keer), Joe Cocker (6 keer), Lou Reed, James Brown, Paul Mc Cartney (2 keer), Ringo Starr, Fleetwood Mac, Crosby Stills & Nash, Jethro Tull, Slade, Rubettes, Steve Miller band, Guido Belcanto, Deep Purple, De Kreuners, Golden Earring, … De lijst is eindeloos. Met al die activiteiten heb ik nooit enig nadeel ondervonden of bekeken de mensen me vreemd met mijn beperking. Integendeel, door het feit dat ik al die dingen deed was ik één van hen en werd ik gerespecteerd. Ik heb me ook nooit als "gehandicapte" gedragen. Alleen, nu met mijn scooter en mijn rolstoel, voel ik dat de mensen me soms negeren alsof ik een vuile ziekte heb. Dat is een absoluut onaangenaam gevoel. Er is nog veel mentaliteitsverandering nodig. GRIP: Je kan ook genieten van een geslaagde actie ? Wat bedoel je daarmee ? Ik vind dat als je iets wil veranderen, het rendement van je actie zo groot mogelijk moet zijn. Ik heb altijd grote groepen mensen willen bereiken. Met De Stakkers hebben we in heel Vlaanderen gespeeld voor volle zalen (en een keer voor 8 personen); met Enfant Terrible hebben we een keer voor 2000 man opgetreden. Ik heb ook "Hoera Gehandicapt" gezongen met Vuile Mong en zijn Vieze Gasten in de Magdalenazaal voor 1000 man na een straatprotestactie van KVG; als DJ op de radio bereik je een grote doelgroep; met Kopspel en De Stakkers zijn we op TV en de Radio geweest. De media heeft me altijd geboeid. Ook de boekskes. Humo, Pmagazine, het zijn twee tijdschriften die ik regelmatig een bijdrage lever met een lezersbrief. Meestal gaat het over het leven met een beperking of een ander geval van discriminatie waarover ik me ontzettend kan opwinden en dan kruip ik in mijn pen. Mijn laatste actie was een mail naar het ochtendprogramma van Jan Hautekiet… die prompt mijn mail voorlas op de radio. 's Avonds was ik op het Journaal. Zo heb ik het graag. GRIP: Je reist ook veel. Heb je speciale herinneringen ? Elke reis heeft wel iets speciaals. Met betrekking tot aanpassingen voor personen met een beperking heeft Brazilië me het meest verrast. Ik dacht dat Brazilië een ontwikkelingsland was maar dat is absoluut niet waar. Alle openbare gebouwen zijn voorzien van liften voor rolstoelen, met een personeelslid erbij zodat je niet staat te sukkelen. De stadsbussen zijn
gratis voor rolstoelgebruikers en voorzien van een lift die wordt bediend door de ontvanger in de bus. Maar het meest frappante: personen met een beperking hebben overal voorrang: in supermarkten, op bussen, in openbare gebouwen. En de Brazilianen respecteren het ook. Als je in een supermarkt staat aan te schuiven aan de speciale kassa voor personen met een handicap, die ook door anderen mag gebruikt worden, gaat iedereen opzij, zoals de dode zee met de doortocht van Mozes en zijn gevolg. De persoon die al producten op de transportband heeft staan, neemt die eraf en jij moet voor, niets aan te doen. Ik vraag me af waarom want ik zit in een rolstoel en dat is geen moeite. Bij overtredingen worden fikse boetes uitgedeeld. GRIP: Herman, wat zou je gedaan hebben als je geen handicap had ? Waar droomde je van ? Ik zou geen kantoorbaan hebben, eerder iets lichamelijk actief: metser, schrijnwerker of misschien wel sportman of danser. Ik kon vroeger goed jiven en ik danste, met mijn handicap, veel mensen naar huis. Ik heb ook verschillende presentaties gedaan. Zag ik een podium, dan klom ik erop en wilde er iets doen.
GRIP: Heb je een job, Herman ? Ik ben bezig aan mijn 29e jaar bij het Antwerpse OCMW. Ik ben begonnen als animator (een soort bezigheidstherapeut in rusthuizen). Door mijn handicap werd dat te zwaar en ben ik in de DOKA gaan werken:foto's ontwikkelen voor artsen. Daarna even centrumleider van een Dienstencentrum, later audio- en videotechnicus in de technische cabine
van een auditorium waar congressen plaatsvonden. Alweer omdat mijn handicap evolueert kon ik dat fysiek niet mee aan, maar ook omdat mijn gehoor erop achteruitging ben ik daarmee moeten stoppen. Het is niet handig om geluidstechnicus te zijn als je niet goed hoort. Nu doe ik al verscheidene jaren de collectieregistratie van alle kunstwerken van het OCMW in Antwerpen. Ik controleer de registratie van de uren van mijn collega's en controleer vocht- en temperatuurwaarden van het Maagdenhuismuseum en het congrescentrum Elzenveld. Ik ben dus geëvolueerd van een behoorlijk actieve baan met veel variatie tot een kantoorbaan. Het is een gevolg van mijn beperking. Ik had het liever anders gehad, maar het is wat het is. Ik kan er mee leven en heb andere zaken waarbij ik me kan uitleven. GRIP is er eentje van. GRIP: Heb je een basisfilosofie in het leven ? Dat je voor je eigen leven moet gaan of je een beperking hebt of niet. Dat het toegelaten is om fouten te maken. Het tweede komt voort uit het eerste. Uit fouten kan je leren en bijsturen. En iedereen maakt fouten, zo word je een persoon met je eigen-aardigheden. GRIP: En hoe heb je GRIP leren kennen ? In 2001, veertien dagen voor de aanslagen van 9/11, heb ik Carolien Callens leren kennen en zij sprak veel over GRIP. Dat is altijd blijven hangen waardoor ik een paar jaar geleden contact met jullie heb opgenomen. Sindsdien ga ik geregeld naar GRIP bijeenkomsten waarvan ik denk dat ze me iets kunnen bijbrengen. Onlangs ben ik aanvaard in de Algemene Vergadering en de Raad van Bestuur. GRIP: Bij GRIP hebben we het vaak over kwaliteit van bestaan. Wat is dat voor jou Herman ? Kwaliteit in het leven is voor mij: mijn zin kunnen doen zonder al te veel compromissen te moeten sluiten. Je loopt dan wel eens met je kop tegen de muur en moet een stapje terug doen. Maar ook dat kan kwaliteitsvol zijn.
GRIP: Heeft je beperking je verhindert dingen te doen je graag had willen doen ? Vroeger, bij mijn eerste job als opvoeder/vormingswerker in Schoten, hielden we met vrijwilligers spreekbeurten voor schoolgroepen. Hetzelfde wat GRIP nu doet. In die tijd was één van mijn collega's mijn liefje. Het maakte me sterk dat mijn handicap me niet beïnvloedde in mijn keuzes en dat vertelde ik ook. Tja, ik was nog jong. Uiteraard was dit flauwe kul. Natuurlijk hindert het je in je keuzes, van beginsel al. Motorrijden, wielrennen, voetballen, hardlopen, dansen, optreden, lichamelijk labeur ... het gaat niet meer, hoe graag ik het ook zou willen. GRIP: We weten dat je warm loopt om acties te voeren… Ben je altijd al actievoerder geweest ? Ik denk het wel: voor integratie, anti-rakettenbetogingen in Leopoldsburg en Brussel, vormingstheater, vrijwilligerswerk voor het goede doel, de Fietsersbond ... ik heb veel acties meegedaan, vaak op de eerste rij, op de barricades of als acteur. GRIP: Wat boeit je in GRIP ? De mogelijkheid om dingen te doen voor personen met een handicap die een grote impact hebben. Zoals we nu bezig zijn met Plopasland. Of nog slimmer te worden door de infodagen die GRIP organiseert. GRIP kan het verschil maken voor een grote groep mensen door het niveau waarop het werkt. Dat vind ik interessant en daar wil ik aan mee doen. - Wat zou je graag verwezenlijken met GRIP ? Een mentaliteitsverandering, personen met een beperking zijn mensen als u en ik. Ik merk dat meer en meer mensen GRIP kennen, dus dat moet lukken. Is het niet vandaag, dan misschien morgen. Met GRIP kunnen we door de manier van werken een verschil maken voor de groep personen met een handicap. Het moet er eindelijk eens van komen. Ideaal zou zijn dat GRIP overbodig was, maar dat is utopie, we kunnen er wel naar streven.
GRIP: Je was ook nog op andere vlakken actief. Waar zo allemaal ? Ik was voorzitter van de Antwerpse Fietsersbond ten tijde van de oprichting. Jong-KVG heb ik lang gedaan, maar ik ben niet jong meer. Ik heb teksten geschreven voor allerlei actiekrantjes Nu doe ik alleen nog GRIP. Puur uit idealisme want ik verdien er niets mee. GRIP: Soms verschijn je met een Zuiderse dame aan je zijde … mogen wij daar meer over weten? Die zuiderse dame was mijn Braziliaanse vriendin: Nora Lucia Juliana Carolina de Morais. Een nakomelinge van Prudente de Morais, derde
president van Brazilië en familie van Vinicius de Moraes, schrijver van het Wereldberoemde "Girl from Ipanema". Ik ben 5 keer naar Brazilië geweest en zij is 6 keer naar hier gekomen. Samen hebben we ook Nieuw-Zeeland verkend. Maar dat is afgelopen, zoals veel koppels overkomt. GRIP: Herman… laatste vraag: Heb je nog een boodschap ? Als je onrechtvaardigheid ervaart, of je denkt dat er iets niet klopt rond rechten die geschonden worden door je beperking, bel of schrijf ons effe. Dan kunnen we er samen iets aan doen. Goed zo ?