Een bende beesten Hetty Runia Met illustraties van Elke Runia
Uitgever
Okje Oktopus Het is zo’n lieverd, onze Okje, een knapperd is het ook.
En zitten ze nooit in de knoop. Want acht is wel een hele hoop.
Zo week, zo glibberig en glad. Maar vraag je aan hem wat
Hoe doe je dat als je gaat vrijen? Dan heb je zestien met z’n beien.
wat moet je toch met al die armen? Is ’t om dat koude lijf te warmen?
Wat doe je toch met al die dingen? Ik denk, ik denk, je hangt
Of zijn ze enkel om te grijpen en om je prooien dood te knijpen.
ze vol met inktvisringen.
5
Beren en bijen Bruin is de bruine beer. Die beer kan dansen, springen; is dol op zoete dingen. Zijn kop zwaait op en neer. Hij wil graag als beloning een klontje honing. ‘Ben jij dan blij’, vraagt de bij ‘Ik wil meer’, zegt bruine beer. Wit is de witte beer. Die houdt van ijs en sneeuwen en kan hartgrondig geeuwen. Loopt altijd heen en weer. Is hij de winterkoning? En lust ook hij graag honing? ‘Ben jij een zij’, vraagt de bij ‘Ik ben een heer’, zegt ijsbergbeer. 8
Zwart is de zwarte beer. Gitzwart met witte vlekken; kan gekke bekken trekken. Je noemt hem pandabeer. Een hoge boom als woning. En lust ook hij graag honing? ‘Ben jij een hij’, vraagt de bij ‘Een deftig heer’, zegt zwarte beer. Blauw is de blauwe beer. Hij heeft een heel zacht vachtje. Slaapt lekker ieder nachtje. Slaapt warmpjes in een kinderbed. Bij Ed, of Fred of AnneJet. En lust ook hij graag honing? ‘Hou je van mij’, vraagt de bij ‘Ik ben jouw knuffelbeer’, zegt blauwe beer
De boekenwurm In ‘t pandje van Van Ooi tot Atteturmen zit ’n kinderboekenantiquariaat. En zo het vaak bij oude boeken gaat: het wemelt er van dikke boekenwurmen. Eén van die wurmen is een reed’lijk ouwe. Hij woont al jaren in een woordenboek en doet aan wetenschap’lijk onderzoek. Zijn naam is Willem-Hendrik van Nassaue. Die Willem-Hendrik is een allesvreter. Tenminste, lang geleden was ie dat. ‘t Kon hem niet schelen wat voor boek ie had, hij at de pagina’s per kilometer. Een Wanders, Lindgren, Tolkien of Paul Biegel, ze smaakten enkel naar bedrukt papier. ‘t Zat hem al weken, maanden lang tot hier, het smerigste was wel Tijl Uilenspiegel.
10
Wat deed Wim-Hendrik? Hij ging hongerstaken. Ging languit liggen op een boekenplank, hij dacht aan perkament en minnedrank en hoe een stripverhaal hem wel zou smaken. Het ging van Ooi tot Attaturm vervelen. ‘Wat wil je dán, Wim-Hendrik en van wie?’ ‘Ik wil zo graag, zó graag een encyclopedie, een Winkler Prins in vier en twintig delen.’ En toen, toen kon je alles aan Wim-Hendrik vragen. Zó erg geleerd, zó knap, zó top, had alle kennis in z’n boekenwurmenkop. Van Ooi tot Attaturm? Die was totaal verslagen.
Van een goudvis die een torenhaan werd Een goudvis vond dat dit geen leven was, de hele dag maar zwemmen achter glas, hetzelfde rondje, plichtsgetrouw en altijd was het water lauw. Tot op een dag, het was in maart, als altijd happend naar de vinnen van z’n staart, een zilveren manestraal viel in z’n kom. Hij greep z’n kans en zwom en zwom, klom glibberend omhoog tot boven bij de maan, die zei: ‘Kijk hier, daar komt zowaar een goudvis aan. Wees maar niet bang, vis, zeg me wat je wil je doet een wens, ‘k vervul hem in april;
word maar een mens, een man, een vrouw.’ ‘O nee’, riep vis, ‘dat is niet wat ik wou, ik word het liefst een gouden haan, dan ga ik bovenop een toren staan. Ik draai met alle winden mee heel soms kijk ik dan naar benee, dan kraai ik luid van kukel, kukelom. Want leeg staat daar mijn natte, kale vissenkom.’ Zo schitterend, zo hoog en vrij pronkt nu die goudvishaan, roept luid joeghei, joeghei, joeghei, Vooral, vooral, bij volle maan.
11
Krisje Kruisspin In de Korenmolenstraat in Drachten zit spin Krisje stil te wachten tot zij, ijverig, na achten aan het werk gaat, efficiënt.
Mugjes die zijn doodgebleven, aan het web zijn blijven kleven, zijn in Krisjes spinnenleven hapjes die zij heel goed kent.
Kris begint haar spinnendaden elke dag heel vastberaden, speurt langs zelfgewebde draden zoekt naar enig mankement.
Heeft Kris Kruisspin nog geen maatje? Hangt die, waar dan, aan een draadje? Krisje wil een kameraadje voor een heerlijk happy end.
Hier en daar wat repareren construeren, modelleren, nieuw patroon introduceren. Krisje heeft natuurtalent. 30
Ik weet van niks Zeg haas, heb jij een hazewind gelaten? Ik heb het heus wel in de gaten. Je stinkt een uur wel in de wind. Je weet dat ik dat in ’t geheel niet lekker vind.
Zeg haas, je bent weer voor je werkjes weggelopen, weer in je hazeleger weggekropen. Wat is dat voor angsthazerig gedoe. Je vang als haas nu eenmaal nooit een koe.
Maar nee, mijn baas, mijn naam is haas, ik weet van niks, Maar nee, mijn baas, mijn naam is haas, ’t ruikt volgens mij wat meer naar pindakaas. ik weet van niks. Ik weet van niks Dat hoort bij mij, angsthazerij. Ik weet van niks Zeg haas, heb jij al weer het hazepad gekozen? Zeg haas, zou jij niet eens gaan hazenslapen; Dat pad, dat weet je, gaat nooit over rozen. je loopt maar steeds te ginnegapen. Jouw hazenhart was zeker weer benauwd. Je weet van niks, je doet ook niks, Je mag daar niet, dan ben je vrees’lijk Niet goedschiks, kwaadschiks, alles niks. stout. Ja baas, mijn naam blijft altijd haas, Maar nee, mijn baas, mijn naam is haas, ik weet en wist van niks. ik weet van niks. Geen vechtersbaas, een houten klaas. Dat pad, dat ging per ongeluk, helaas. Ik weet nog altijd niks. Ik weet van niks
47
Een bende beesten telt veertig kleurig en uitbundig geïllustreerde gedichten met dieren in de hoofdrol. Van de Ballade van de langpootmug tot het krekeltjesorkest en van Het schoothondje tot De heremietkreeft. Ze hebben allemaal hun rol in deze versjes van oma Hetty Runia met illustraties van kleindochter Elke en mede ingekleurd door achterkleinzoon Lucas Recter. Tachtig of acht of hoe oud je ook wezen mag. Versjes van vissen, okapi, een kip of een kreeft. Hele stoet beesten met allermerkwaardigste fratsen en grappen: het lijkt dus warempel op alles wat leeft. De gedichten en versjes zijn heerlijk om samen te lezen, over te verwonderen, om te lachen en vooral veel plezier te hebben. Auteur: Hetty Runia Illustraties: Elke Runia 48 pagina’s, hardcover Levendig Uitgever, 2015 ISBN 978 94 91740 32 9 NUR 290 Prijs € 12,95
Verkrijgbaar in de (online) boekhandel en via de Levendige Boekwinkel!