1.1 Axenroos – Wat? Een ax omvat het vermogen om zich op een bepaalde wijze relationeel te gedragen, bijv. leiding geven,ondergaan, aanvechten, ... De axenroos is a.h.w. een bril waarmee je naar gedragingen van mensen en hun interacties kan kijken. Ze wordt voorgesteld als een plattegrond waarop 10 relatiewijzen voorkomen. Voor kinderen worden de relatiewijzen voorgesteld d.m.v. tien totemdieren.
Fig 1 Bron: http://www.kuleuven.be/thomas/images/algemeen/actualiteit/lesimpulsen/bi jbel/jona/axenroos.gif
1,2 Waarom het gebruik van dieren? De dieren zijn makkelijker te interpreteren voor kinderen en zijn toegankelijker. Op deze manier hebben ze minder vrees om te praten over zichzelf. Er wordt immers niet meteen op zichzelf gedoeld maar wel op het overeenstemmende dier. Ze kunnen zo gemakkelijker over sociale gedragingen en interacties van gedachten wisselen. De axenroos is geen typologie om mensen in hokjes te plaatsen. Een mens kan alle axen flexibel innemen. Doorheen de opvoeding en verschillende ervaringen stellen we vast dat bepaalde axen ons beter liggen dan andere. Als leerkracht (bewegingsopvoeding) willen we onze leerlingen echter vaardig laten worden in het gedrag van alle axen. Er zijn ook geen goede of slechte axen. Elke ax kan op twee manieren gebruikt worden, namelijk op een constructieve en een destructieve manier. Welke waarde we toekennen aan de relatiewijzen heeft ook te maken met het mensbeeld dat men onderschrijft. Het mensbeeld dat F. Cuvelier en ook wij onderschrijven is gebaseerd op: - verbondenheid - relationele gelijkheid - respect voor eenieder
1,3 Axenroos – Tien relatiewijzen 1. Zich present stellen Een relatie kan pas ontstaan als er iemand is die contact zoekt met iemand anders. Dit zoeken naar contact gebeurt wanneer iemand naar een persoon stapt , zichzelf aanmeldt,zich present stelt. Dit “present stellen” is een belangrijke relatiewijze. 2. Waarderen Als er een interactie optreedt, zal de persoon die aangesproken wordt, moeten openstaan voor de contactpersoon. Dit gebeurt wanneer hij het goed vindt dat hij in het bijzijn van deze contactpersoon is. Dit “waarderen” van een ander is een tweede relatiewijze. Beide relatiewijzen vullen elkaar aan. Ze zijn complementair en vormen hierdoor een interactie. Het principe van geven & nemen wordt hierbij geaccentueerd. 3. Zorgen Het geven & nemen kunnen we zorgen noemen, waarbij een individu zorgt voor de ander. 4. Genieten Diegenen die de zorg in ontvangst nemen, genieten ervan. Men laat ook duidelijk merken dat men dit leuk vindt. Zorgen en genieten zijn dus 2 complementaire axen. Hoe meer je houdt van de zorg die iemand aan je geeft, hoe meer je ervan kan genieten. 5. Leiden Wie veel en nuttige informatie bezit, kan deze doorgeven aan zijn medemensen. Diegenen die weten hoe je iets moet aanpakken, kunnen richtlijnen geven aan anderen. We spreken van “leiden”. 6. Volgen Men kan slechts spreken van leiden als er mensen zijn die dat leidend gedrag aanvaarden en die willen luisteren naar de richtlijnen en deze “volgen”. Volgen en leiden zijn dus complementaire axen.
BOVENSTAANDE AXEN VORMEN EEN HARMONISCHE WISSELWERKING 7. Aanvechten Iemand “aanvechten” betekent dat je hem op proef stelt, aanvalt, kritiek geeft. Je probeert je eigen terrein te verruimen en overschrijdt daardoor de grenzen van anderen. 8. Weerstaan De andere probeert die aanval te “weerstaan”. Je probeert je te verdedigen. Het is soms belangrijk dat je verzet kunt tonen. Op die manier kan je jezelf verzetten tegen negatieve overmacht. BEIDE ZIJN AXEN VAN CONFLICT EN CONFRONTATIE De laatste 2 axen zijn axen waar men niet mét elkaar, maar naast elkaar leeft, geïsoleerd van zijn medemens. 9. Houden Men gaat zich afsluiten van de anderen,alles voor zich houden. 10.Lossen Wat aangeboden wordt, laat men tussen de vingers wegglijden. Men weet niet goed wat men er mee moet aanvangen en de persoon in kwestie trekt zich even terug om dit alles te overschouwen. DIT ZIJN AXEN ZONDER COMPLEMENTARITEIT
Fig 2 Bron: http://www.geocities.com/rusch_axenroos/axenroos_tienrelatiewijzen.html
1,4 Axenroos – Zes hoofdrelatiewijzen Mensen staan in relatie met elkaar. We ontdekken binnen de tien relatiewijzen, zes hoofdrelatiewijzen. De zes hoofrelatiewijzen :
Fig 3 Bron: www.veldschool.be Houden = houden, verbergen, voor zich houden, ... Lossen = lossen, ondergaan, aan ons voorbij laten gaan, ... = complementariteit in de zone van isolering = zone tussen harmonie & conflict Aanvechten = aanvechten, bekritiseren, verwijten, weggooien, ... Weerstaan = weerstaan, verdedigen, tegenhouden, ... = complementair - aanvechten tegenover weerstaan - weerstaan tegenover aanvechten = TEGEN elkaar in het verweer gaan Geven, aanbieden = zich present stellen, zorgen, leiden Aannemen, vragen = waarderen, genieten, volgen = complementair - aanbieden t.o.v. aannemen - vragen t.o.v. geven = SAMEN brengen van de mensen
Afbeelding : de axen en hun totemdieren
Fig 4 Dieren 1) Pauw: present stellen 2) Wasbeer: waardeert 3) Bever: zorgt 4) Poes: geniet 5) Leeuw: leidt
Dieren 6) Kameel: volgt 7) Havik: vecht aan 8) Steenbok: weerstaat 9) Uil: houdt 10) Schildpad: lost
Bron: http://www.geocities.com/rusch_axenroos/
1.5 Axenroos – Kernelementen De axenroos bestaat uit de combinatie van drie elementen : 1) Inzetten Er zijn zes inzetten die aanduiden wat er uitgewisseld wordt tussen mensen. Mensen wisselen informatie uit, richtlijnen, goederen, diensten maar ook hun bijzijn en persoon. a) Informatie: mondelinge & schriftelijke boodschappen, kennis, verhalen, nieuws, ... b) Richtlijnen: adviezen, raadgevingen, suggesties, regels, ... c) Goederen: materiële zaken d) Diensten : alle handelingen die men stelt ten bate van de andere e) Bijzijn : de fysieke nabijheid, de afstand tussen mij en de ander f) Persoon : wat men van zichzelf kan laten zien, persoonlijke eigenschappen 2) Relatiewijzen Er zijn zoals reeds eerder aangegeven zes hoofdrelatiewijzen die betrekking hebben op de manier waarop goederen/inzetten worden uitgewisseld. Deze relatiewijzen zijn complementair en komen in beide richtingen voor. Geven/ aanbieden Aanvechten Houden
vragen/ aannnemen = Harmoniezone weerstaan = Conflictzone lossen = Afzonderingszone
Fig 5 & 6 Bron: www.veldschool.be We kunnen ook een onderscheid maken tussen twee categorieën van deelnemers: * bezitters * niet-bezitters Bezitters * inzet geven / aanbieden * houden : zouden iets kunnen vertellen maar doen het niet * aanvechten : kritiek geven op info
Niet - bezitters * vragen / aannemen : ontvang of luister naar informatie * ondergaan / lossen : terugtrekken * weerstaan : protesteren
3) Communicatiekanalen Onder communicatiekanalen verstaan we de wegen waarlangs een ax tot uitdrukking wordt gebracht. - woorden, gebaren, lichaamstaal, intonatie, ... Hoe congruenter de gebruikte kanalen in dezelfde richting wijzen, hoe duidelijker de boodschap zal zijn. Bvb. : Geen afkeuring laten blijken met de glimlach op de mond. Bvb. : Als een kind aangeeft : “Ik heb het begrepen”, maar de stem klinkt aarzelend dan zullen we eerder afgaan op het non-verbale.
1.6 Axenroos – Constructief & destructief Een ax kan opbouwend, constructief zijn. De axen worden soepel, helder en met respect voor de ander tot uitdrukking gebracht. We spreken dan van een goedgemutste leeuw, pauw, ... Een ax kan ook een afbrekende of destructieve uitwerking hebben. De ax is dan krampachtig, overmatig herhaald, dwingend. Ze bemoeilijkt de interactie, blokkeert. We spreken dan van een slechtgezinde leeuw Een voorbeeld i.v.m. de pauw: Een contructieve pauw toont zich authentiek, komt naderbij, neemt contact op, ... De destructieve pauw dringt zich op, vertoont clownesk gedrag, maar kan ook erg schuchter zijn, mensenschuw, ... De afbeelding geeft de destructieve vormen van de axen weer.
Fig 7 Bron: http://www.geocities.com/rusch_axenroos/axenroos_tienrelatiewijzen.html
1.7 Axenroos – De verschillende dieren 1. De Leeuw: leiden De leeuw is de koning van de dieren. Hij weet altijd raad en wijst de weg. Hij neemt stevig de leiding in handen. 1. Constructief (gezond) leeuwengedrag 1.1. Geven van informatie: -Deelt informatie mee, brengt objectief verslag uit, vertelt terwijl hij iedereen in het oog houdt.. -Geeft inlichtingen en verschaft uitleg. -Brengt nieuws over, geeft tips, geeft duidelijke instructies, verwoordt zijn mening… 1.2. Geven van richtlijnen: -Geeft opdrachten -Beveelt, dicteert de wet -Brengt advies uit. -Formuleert regels en normen. -Neemt de leiding met kundigheid en gezag, doet voorstellen -Bepaalt grenzen; houdt toezicht Een bekwaam leider kan ook goed luisteren naar wat er leeft bij de anderen. Zijn leiderschap berust op gelijkwaardigheid. Ieder heeft het recht om leiding te nemen. Het is niet het voorrecht van de sterkste of de slimste. 2. Destructief (problematisch) leeuwengedrag 2.1. Teveel leeuw 2.2. Te weinig leeuw -Teveel info geven: -Te weinig info geven: Betweterig optreden Iemand onwetend laten Doordrammen met verhalen Geheimdoenerij Onbegrensd babbelen Onduidelijk informeren Leugens vertellen Verkeerdelijk informeren Roddelen Liegen -Teveel richtlijnen geven: -Te weinig richtlijnen geven: Bazig doen Té non-directief zijn Autoritair, dictatoriaal optreden Onduidelijk voorschrijven Dwingend praten Niet durven bevelen, gezag missen Richtingloos sturen
2. De bever: zorgen Bevers leven jarenlang in een hecht familieverband. Het zijn bovendien noeste werkers. Als dammenbouwers zorgen zij voor een aangepaste biotoop voor heel wat andere dieren. 1.Constructief (gezond) bevergedrag Lena helpt haar broertje bij het aandoen van zijn jasje. Peter leent spontaan zijn cursusnota’s uit aan Meryam die ziek was. De verkeersbrigadier zorgt ervoor dat de kinderen veilig het zebrapad oversteken. 1.1.Geven van goederen -Iets schenken -Iets uitlenen -Materiële dingen geven, bijv. cadeautjes -Ter beschikking stellen van gemeenschappelijk goed: ruimtes, materialen -Iets aanbieden 1.2. Geven van diensten -Zorg geven, verzorgen, in de bres springen -Nuttige diensten verlenen, bijv. spontaan het bord afvegen, het lokaal opruimen,… -Hulp bieden, bijv. bij opdrachten, huishoudelijke taken, hulpbehoevenden,… -Koesteren, knuffelen (een innige knuffel kan deugd doen) Sommigen hebben de dienstvaardigheid en de behulpzaamheid verleerd omdat hun omgeving er te weinig beroep op doet. Wie niet geappelleerd wordt op dienstbaarheid, zal zich ook minder dienstbaar tonen. Bij het aanbieden van een goed of een dienst zegt men vaak “alsjeblieft”. Deze beleefdheidsformule schept bij het geven een zekere vrijheid voor de ontvanger. Deze kan het gebodene aannemen, hij kan het ook afwijzen. Bied van harte je diensten aan maar verplicht de ander niet om ze aan te nemen. 2. Destructief (problematisch) gedrag Teveel geven -Overbeschermen -Verwennen -Betuttelen -Overladen met geschenken -Diensten opdringen
Te weinig of geen geven -Geen hulp bieden -Geen zorg dragen voor -Slordig zijn met andermans goed -Totaal niet vrijgevig zijn -Op geen enkele hulpvraag ingaan
3. De pauw: zich tonen, zich present stellen De pauw laat zijn mooiste veren zien. Hij durft ook de minder fraaie achterkant van zijn veren laten zien. 1. Constructief pauwengedrag 1.1.Geven van persoon: -Komt te voorschijn, laat zich zien zoals hij is (kwaliteiten én gebreken), durft zijn plek innemen/verwerven. -Zich te kennen geven, zich uiten, opkomen voor zichzelf, zijn gelaat laten zien, over zichzelf vertellen… -Op het podium gaan staan -Aandacht trekken, wil door anderen gezien worden -Aantrekkelijk voorkomen, uitstraling 1.2. Geven van bijzijn: -Zich toewenden naar, naderbij komen -Contact opnemen, aanraken, nabij blijven -Op bezoek gaan naar, gaan wonen bij… Iemand die zich op een open, spontane wijze weet present te stellen geeft ons een kostbaar geschenk: zijn fysieke bijzijn en zijn persoonlijke uitstraling. De overdreven manier om zich te doen opmerken kan gebaseerd zijn op een gemis aan een voldoende positief zelfbeeld. Sommigen durven zichzelf niet laten zien en kruipen weg in een hoekje (destructief).
2. Destructief (problematisch) pauwengedrag Te veel -Zich altijd vooraan willen plaatsen -Zich opdringen -Willen opvallen -Snoeven met kledij of bezit -Aandacht zuigen -Narcisme -Exhibitionisme -Clowngedrag
Te weinig -De groep niet durven vervoegen -Mensenschuw -Bedeesd -Schuchter -Niet opkomen voor eigen mening -Niets van zichzelf prijsgeven -Zich niet durven laten zien -Moeilijk een compliment aannemen
4. De wasbeer: waarderen Een wasbeer heeft zwartomrande oogjes, waardoor het ijkt alsof hij een brilletje draagt om beter te kunnen zien. Hij kruipt het liefst wat hogerop zodat hij alles nog beter kan overschouwen. 1.Constructief (gezond) wasbeergedrag 1.1.Aannemen en vragen van bijzijn: -Uitnodigen, verwelkomen -In de armen nemen, op schoot nemen -Wenken -Laten meespelen -Voorrang geven -Zich openstellen voor de ander, een gedachtegoed. De ander de ruimte gunnen om zijn pauwenveren te laten zien. -In huis ontvangen, gastvrijheid verlenen 1.2.Aannemen en vragen van persoon: -Opkijken naar, aandacht geven aan -Waarderen (met als gevolg een groter zelfvertrouwen bij de ander) -Feliciteren, applaudisseren -Respecteren van eigenheid, levensstijl, gevoelens, meningen, materialen… -Appreciëren, pluimpjes geven -Bewonderen van andermans kwaliteiten -Toejuichen, aanmoedigen Anderen hebben je veel te bieden. Als jij beseft hoeveel jij aan andermans aanwezigheid en uitstraling te danken hebt, dan ben je heel dankbaar dat zij er zijn of dat zij er geweest zijn. De hedendaagse massamedia creëren sterren, helden, zangvedetten, machomannen en sensuele vrouwen waardoor de kijkcijfers verhogen en men kan gaan dwepen met idolen (destructief). 2.Destructief (problematisch) wasbeergedrag Teveel Te weinig -Dwepen met -Respectloos optreden -Overdreven fan zijn van -Geen contact toestaan -Ophemelen -Onbeleefd zijn -Vleien -Niet appreciëren -Naïefweg prijzen -De ander niet zien staan -De ander oppeppen -De ander geen plaats gunnen
5. De Poes: genieten,vragen Een poes vraagt om geaaid te worden. Ze begint te spinnen en te ronken als je haar vertroetelt. 1.Constructief poezengedrag 1.1.Vragen en aannemen van goederen: -Geschenken en goederen aannemen/aanvaarden -Vragen om te krijgen en zo de potentiële gever erkennen als iemand die het begeerde wél bezit. -Danken om het gekregene -Genieten van een goed -Ruilen of kopen 1.2.Vragen en aannemen van diensten: -Zich laten helpen -Om hulp vragen -Zich laten verzorgen -Bedanken voor hulp, ongeveinsd en eerlijk -Zeggen dat je iets graag hebt, -Graag eens verwend worden, genieten van vertroeteling, eens zalig nietsdoen Beroep doen op anderen is steeds geoorloofd als men de ander de ruimte geeft om op de vraag in te gaan en het gevraagde te geven, én om het gevraagde voor zich te houden en het dus niet te geven. Gaat men voorbij aan deze ethiek, dan wordt het vragen tot een opeisen, een opvorderen, een drammerig zeuren (destructief) 2.Destructief (problematisch) poezengedrag Overdreven vragen/aannemen van zorg -Profiteren van anderen -Zich alsmaar laten verwennen -Overal eigen genot zoeken -Alsmaar eigen voordeel zoeken -Steeds egoïstisch optreden -Anderen uitbuiten -Stelen of aftroggelen
Niet of te weinig vragen/aannemen van zorg -Moeilijk iets vragen -Moeite hebben met krijgen -Zich snel betutteld voelen -Zich niet kunnen laten verwennen -Niet kunnen genieten -In de kou blijven staan -Geen hulp durven inroepen
6. De kameel: volgen De kameel is een volgzaam woestijndier, hij loopt mee in de karavaan. Hij gehoorzaamt en draagt alle lasten zonder zeuren. 1.Constructief (gezond) kamelengedrag 1.1.Informatie aannemen/vragen: -Beluisteren en proberen te verstaan wat meegedeeld wordt (leergierigheid) -Om informatie vragen, zich laten inlichten, om uitleg vragen (bijv. als patiënt) -Onderzoeken: is de gegeven info zinnig, relevant, gefundeerd, betrouwbaar…? -Belangstelling tonen -Instemmen -Vragen om nieuws 1.2.Richtlijnen aannemen/vragen: -Volgzaam zijn, zich schikken naar andermans leiding. -Gehoorzamen, een bevel uitvoeren -Zich aan de regels houden -Om raad vragen -Zich schikken naar -Involgen, een advies opvolgen De anderen zien de kameel graag. Hij werkt goed mee aan groepstaken maar laat zich niet om de tuin leiden. De kameel kan te slaafs worden en geen eigen kompas meer hebben. Hij kan ook moeite hebben met volgen en zijn kop in het zand steken. Hij wordt eigenzinnig (destructief). 2. Destructief (problematisch) kamelengedra Teveel info/richtlijnen Te weinig of geen info/richtlijnen aannemen/vragen aannemen/vragen -Klakkeloos geloven -Geen uitleg durven vragen -Vragen om te vragen -Geen interesse hebben -Onkritisch aannemen -Nergens geloof aan hechten -Alles overnemen -Zonder aandacht luisteren -Gedwee en slaafs volgen -Niet gehoorzamen -Te onderdanig zijn -Geen opdrachten aannemen -Altijd toestemming vragen -De wet overtreden -Te afhankelijk zijn -De afspraak negeren
7. De havik: aanvechten Met zijn scherpe blik spiedt de havik van hoog in de lucht de omgeving af, speurend naar wat lelijk, vals of slecht is. Als hij iets opmerkt, duikt hij naar beneden en grijpt met zijn krachtige klauwen en scherpe snavel naar zijn prooi. 1.Constructief (gezond) havikgedrag 1.1.Aanvechten van bijzijn en persoon: -Wegduwen, omver duwen (om bijv. een persoon in nood te beschermen, om zich een doorgang te banen), terrein inpalmen, zich ergens binnenwringen -Tegenaan lopen, andermans plaats innemen -Terechtwijzen, beschuldigen, klacht neerleggen tegen (bijv. grensconflicten) -Kritisch beoordelen om de betrouwbaarheid vast te stellen, om erger te voorkomen, om eruit te leren (niet om iemand door het slijk te halen) -Confronteren met zwakke plekken (bijv. milieuorganisaties zoals Greenpeace, de pers) 1.2. Aanvechten van goederen en diensten: -Goederen breken, scheuren, vernietigen (bijv. illegaal ingevoerde goederen) -Gebreken opzoeken om alert te blijven en verbetering door te voeren 1.3. Aanvechten van info en richtlijnen: -In twijfel trekken om de kwaliteit te toetsen -Onwaarheid blootleggen, onjuistheden bewijzen -Opdrachten (beleefd) aanvechten -Zinloosheid van regels aantonen Aanval, kritiek, confrontatie en al wat zich afspeelt in de zone van conflict wordt vaak als destructief bekeken. Dit zou wel eens kunnen zijn omdat wij veel te weinig de opbouwende kritiek en het uittesten van het twijfelachtige hebben ingestudeerd. Kritiek richt zich niet op de persoon maar op het als negatief ervaren gedrag. Kritiek wordt zo geuit dat de ander recht op antwoorden heeft. 2. Destructief (problematisch) havikgedrag Teveel aanvechten Te weinig of geen aanvechten -Uitstoten, vernederen, pijnigen, -Alles slikken, geen kritiek uiten, niets sarcastisch praten, bruut optreden, aanmerken, vergoelijken, goedpraten, gezag ondermijnen, vernietigen, alles zomaar vergeven, voor het kwaad kleineren, kwetsen, geweld plegen, de ogen sluiten, subassertief zijn provoceren, verkrachten, cynisch zijn
8. De steenbok: weerstaan Een steenbok zet zich schrap op zijn rots; hij laat er niemand anders toe. Wie te dichtbij komt, riskeert een stevige kopstoot. 1.Constructief (gezond) steenbokgedrag 1.1.Weerstaan aan bijzijn en persoon: -Zijn terrein afbakenen (‘verboden toegang’), de deur sluiten, afgrenzen, niet binnen laten -Zich verdedigen, op afstand houden -Geen aandacht geven, niet tot zich nemen, niet tot zich laten doordringen (bijv. roddels). -Op zijn hoede zijn, bijv. voor onderdrukkers, afpersers, pesters -Afwijzen, negeren 1.2. Weerstaan aan goederen en diensten: -Afwijzen, niet willen aannemen, neen zeggen tegen aanbod, geen geschenk willen -Iets terugsturen -Zich niet laten helpen, zorg afwijzen, zich niet laten betuttelen -Laten verstaan dat men het zelf wel kan, gerust gelaten willen worden. 1.3. Weerstaan aan informatie en richtlijnen: -Het nieuws niet willen horen -Iemand doen zwijgen, iemand de mond snoeren -Geen uitleg behoeven, zijn oren stoppen, tegenspreken (“neen, ik kan dat zelf”) -Protesteren (‘neen, het is mijn beurt niet’), zich niet akkoord verklaren, zich niet conformeren -Zich verzetten tegen regels, niet willen gehoorzamen -Defensief optreden, contesteren. Iemand die voldoende weerstand heeft kunnen oefenen, zal dit als een vorm van zelfrespect in zich dragen. Ons zelfrespect noopt ons om halt toe te roepen aan al wie ons emotioneel en fysiek overmant. 2. Destructief (problematisch) steenbokgedrag Te sterk weerstandsgedrag -Ziekelijk wantrouwig -Opstandigheid, algemeen verzet -Koppigheid, elke hulp afwijzen -Iedereen op afstand houden
Geen of te weinig weerstandsgedrag -Zich niet kunnen verdedigen -Niets kunnen afwijzen -Geen neen kunnen zeggen, weerloosheid -Over zijn grenzen laten komen
9. De schildpad: lossen, ondergaan Wanneer ze bang is, verdrietig of moe, trekt de schildpad zich kwetsbaar terug in haar schild. Ze zegt niet ja of niet neen als je haar benadert. Kiezen valt haar moeilijk. 1.Constructief (gezond) schildpadgedrag 1.1.Lossen van bijzijn en persoon: -Contact ontwijken, zich onttrekken -Weifelend tolereren van nabijheid -Moe zijn, schuilen, wegkruipen -Ambivalent zijn, niet weten wat denken van de ander -Zich laten overdonderen, overspoeld worden -Verdriet hebben om iemand, bang zijn van iemand 1.2. Loslaten van goederen, diensten: -Een geschenk niet kunnen weigeren of ambivalent aannemen -Door de vingers laten glippen, niet weten wat er mee aan te vangen -Links laten liggen, op het aanbod noch ja noch neen kunnen zeggen -Blijven klungelen; zich onkundig terugtrekken -Maar laten begaan, passief ondergaan 1.3.Lossen/ondergaan van info en richtlijnen: -Met een half oor luisteren, onaandachtig omgaan met -Twijfelen, onzekerheid uitdrukken -Geen vat hebben op, te goedgelovig zijn, controle over de situatie verliezen, -Schuldgevoel hebben, kracht missen -Onkundig zijn, omgemotiveerd uitvoeren Het is weldadig om het hoofd eens te laten hangen. Onze samenleving kijkt echter neer op onmacht en zwakheid. Vandaar dat velen zich inkapselen en hun verdriet verbijten, zich hullen in stilzwijgen, zich afsluiten van hun eigen gevoel. 2. Destructief (problematisch) schildpadgedrag Teveel lossen Te weinig lossen -Neerslachtig zijn, depressief zijn, aan -Altijd de beste, sterkste, slimste willen de grond zitten, zwaarmoedig zijn zijn -Ziekelijk schuldgevoel, -Overdreven zelfzeker zelfvertwijfeling, krachteloos -Niet kunnen rusten, dwangmatig -Masochistisch piekeren -Wanhoop, zonder ruggengraat -Hoogmoed -Vermoeidheid ontkennen
10. De uil: houden Vanonder zijn halfgesloten oogleden ziet de uil wel wat er onder hem gebeurt, maar hij laat het gebeuren. Hij houdt zijn snavel toe; zijn geheim blijft bewaard. 1. Constructief (gezond) uilengedrag 1.1. Houden van bijzijn en persoon: -Zich afzijdig houden;gedachten en gevoelens voor zich houden. Gesteld zijn op privacy. Graag alleen zijn. -Niet ingaan op een uitnodiging, een vraag, … -Zich op zijn kamer of elders terugtrekken. Behoefte aan een eigen plek. -Zich niet laten kennen, gereserveerd zwijgen, gesloten zijn 1.2. Houden van goederen en diensten: -Goederen opsparen, oppotten -Zaken verbergen, wegstoppen -Verzamelen, bij zich houden -Geen hulp of bijstand verlenen. -Geen zorg of diensten geven. 1.3. Houden van informatie en richtlijnen: -Informatie geheim houden (briefgeheim, beroepsgeheim, vertrouwelijke info…);. -Weinig zeggen; zwijgrecht gebruiken; zich onpartijdig opstellen; niet roddelen. -Informatie achterhouden, niet onmiddellijk prijsgeven. -Geen regels stellen; niet met gezag optreden Men heeft het recht om te zwijgen, om dingen voor zichzelf te houden. Een zekere reserve aan de dag leggen is vaak beter dan achterklap of geroddel. 2. Destructief (problematisch) uilengedrag 2.1. Teveel houden; overdreven houden 2.2. Te weinig of geen houden -verantwoordelijkheid niet opnemen -nooit alleen kunnen zijn -zich hautain afsluiten -zichzelf niet ernstig nemen -geheimdoenerij -geen privacy hebben -zich isoleren -geen geheim kunnen bewaren -te introvert zijn -te loslippig zijn -niet helpen in nood -te makkelijk verklikken -niet ingaan op vragen -niet kunnen zwijgen -nooit leiding nemen -tekort aan gereserveerdheid BRON : Sociaal vaardig? Lieve deugd. Een gids voor de basisschool