EDITORIAL
Geachte lezer, Hoogwaardige zorg. Verzorgd door de beste artsen binnen hun vakgebied. Dat is eigenlijk wat iedereen verlangt van een medisch centrum en dat is toch ook hetgeen elk medisch centrum zou moeten bieden. Nietwaar? Patiënten willen geen maanden wachten op een operatie, willen persoonlijk contact en korte lijnen met hun artsen. Andersom werkt dit voor behandelend artsen ook erg fijn. Zij weten wie ze opereren. Zij weten wat die patiënt wil en voelen en weten ook dat die patiënt behandeld wordt zoals zij zelf behandeld zouden willen worden. Snel, vriendschappelijk en uiterst professioneel. Medisch Centrum Jan van Goyen bewijst dat dit mogelijk is. Het dagbehandelcentrum beschikt over de meest geavanceerde apparatuur. Een setting waarin is gekozen voor het aanbieden van een aantal verschillende specialismen. Deze kernactiviteiten zijn pijnbestrijding, oogheelkunde, plastische chirurgie, flebologie en vaatchirurgie, orthopedie en
Uitzicht vanuit Medisch Centrum Jan van Goyen
HIV/AIDS-behandeling. Vakgebieden die de specialisten in het medisch centrum multidisciplinair aanpakken en tot in de puntjes beheersen. Hetgeen hen in staat stelt om snel, hoogwaardig en door de kleine setting boven alles op heel persoonlijk vlak met de patiënt een behandeling uit te voeren. Waardoor de hoogst denkbare vorm van zorg ontstaat. Zowel in de efficiënte infrastructuur als op medisch gebied. In dit magazine stellen we Medisch Centrum Jan van Goyen graag aan u voor, aan de hand van interviews met specialisten én met een beetje entertainment. Want dat is tenslotte waar het binnen Medisch Centrum Jan van Goyen om draait. We willen het nuttige en het aangename zo veel mogelijk met elkaar combineren. Loek Winter Directeur
JvG
3
Colofon COLOFON
JvG
Magazine
Is een uitgave van AA Medical Publishers Postbus 448, 1400 AK Bussum M: 06 - 54 39 25 36 T: 035 - 622 32 59
[email protected] www.aa-activities.nl Ontwerp, DTP en fotografie P3 / Jos Peters, Huizen REDACTIE EN INTERVIEWS Angel Eyes, Almere / Edgar Kruize, Esther Schulting Drukker Drukkerij Wilco, Amersfoort Copyright Op alle artikelen en fotografie in dit magazine rust auteursrecht. Gebruik of verspreiding zonder toestemming van de uitgever is verboden
Bezoekersinformatie Medisch Centrum Jan van Goyen Jan van Goyenkade 1 1075 HN Amsterdam T: 020 - 305 58 00 centrale balie F: 020 - 664 11 16 E:
[email protected] W: www.medischcentrumjanvangoyen.nl Esthetisch Centrum Amsterdam Jan van Goyenkade 1 1075 HN Amsterdam T: 020 - 664 32 23 T: 020 - 305 58 61 F: 020 - 664 11 16 E:
[email protected] W: www.esthetischcentrumamsterdam.nl Kliniek Emmastraat Emmastraat 44 1075 HW Amsterdam T: 020 - 644 94 23 F: 020 - 664 11 16 E:
[email protected] W: www.kliniekemmastraat.nl Praktijk voor Kaakchirurgie en Tandheelkunde Weteringschans 125 1017 SC Amsterdam T: 020 - 305 58 58 (Bij spoed: alleen voor huisartsen 020 - 305 58 60) F: 020 - 305 58 59 E:
[email protected] W: www.alstandenkondenkiezen.nl
34
JvG
INHOUD
JvG
M aga z ine Augustus 2009
LOEK WINTER
6
Directeur Medisch Centrum Jan van Goyen Ik wil aantonen dat zorg beter kan WILCO VAN GENDEREN
8
6
Pijnbestrijding Met alleen de pijn wegnemen, is de patiënt nog niet geholpen LIENEKE DIJKSTRA
10
Oogheelkunde Het oog is een wereld op zich FRANK DE
14
MEULEMEESTER Orthopedie Wij verlenen medische zorg aan
8
10
14
16
‘gezonde‘ mensen ARNE VAN EEDEN
16
Interne geneeskunde Hiv/Aids – behandeling draait boven alles om mensen
4
JvG
22 GIJS VAN SELMS Plastische chirurgie Ik krijg regelmatig oudere dames op het spreekuur die soms wel meer dan
22
30 jaar met oude protheses rond lopen
24
24 GILBERT NOLST TRENITÉ Plastisch-reconstructieve neuschirurgie Binnen dit vakgebied raak je nooit uitgeleerd
26 HAY WINTERS Plastische chirurgie In feite is er geen verschil tussen reconstructieve en esthetische
26
chirurgie
30
30 JAMES LAWSON Flebologie Persoonlijk contact tussen patiënt en de behandelend specialist is erg belangrijk
32 PATRICK WARREN en JAN WILLEM BAKKER Anesthesie De behandeling van een patiënt is
32
een persoonlijke ervaring
JvG
5
DIRECTIE
LOEK WINTER “Ik wil aantonen dat zorg beter kan” 6
JvG
Trots. Dat lees je aan Loek Winter af als hij over Medisch Centrum Jan van Goyen praat. Als directeur heeft de medisch ondernemer met het centrum bereikt wat hij al jaren propageert. Een flexibele instelling waar patiënten zonder wachtlijsten kwalitatief hoogwaardige zorg kunnen krijgen. “Het is een kwestie van goed plannen en werken met topartsen uit de diverse vakgebieden.” Het Medisch Centrum Jan van Goyen draait al lang mee. Reeds in 1942 werd in het kenmerkende pand aan de Amsterdamse Jan van Goyenkade een categorale KNO-kliniek opgericht, die tot 1989 stand hield. “In het kader van de door de overheid gewenste reductie van ziekenhuisbedden en concentratie in grote ziekenhuisinstellingen, werd in datzelfde jaar het Medisch Centrum Jan van Goyen opgericht als plastisch- en esthetischchirurgische privé-kliniek”, aldus Winter, die stelt dat de toenmalige wet- en regelgeving en de heersende politieke opvatting over privé gezondheidszorg de ontwikkeling van het centrum aanvankelijk behoorlijk geremd heeft. Het centrum ontwikkelde zich door zich steeds meer toe te leggen op zuiver medische zorg en kwam landelijk bekend te staan toen in 1996 prinses Juliana er aan staar werd geopereerd. Winter: “Door het veranderde politieke klimaat kon het Medisch Centrum uitgroeien tot wat het nu is. Een dagbehandelcentrum met verschillende specialismen.” Flexibel werken De kernactiviteiten liggen op de plastische chirurgie, flebologie en vaatchirurgie, orthopedie, oogheelkunde, pijnbestrijding, gynaecologie, urologie en HIV/AIDS-behandeling. “Waarvoor we over de modernste technieken beschikken in onze drie operatiekamers. De echte kracht zit ‘m echter in de flexibiliteit en de snelheid waarmee we hier kunnen werken. We concentreren ons op de dagbehandeling van veel voorkomende klachten, hebben daarvoor de top van de diverse vakgebieden in huis en zorgen dat de diverse ruimtes in het pand zo efficiënt mogelijk worden gebruikt.” Waarmee Winter aangeeft dat de diverse kantoorruimtes wisselend door allerlei artsen worden gebruikt. “Zo kan bijvoorbeeld ‘s morgens een oogarts aan het werk zijn en ‘s middags op diezelfde plek een fleboloog.” Op die manier wordt ook het operatieschema samengesteld. “De OK staat hier nooit leeg en het werk wordt dusdanig gepland dat patiënten die na afloop
snel naar huis kunnen vroeg in de dag op het programma staan en de iets complexere patiënten aan het eind. Zo maken op één dag soms drie mensen gebruik van hetzelfde bed op de verkoeverkamer. Zinvol ondernemen Tienduizenden patiënten vinden jaarlijks hun weg naar de kliniek, waar zeer verantwoorde zorg wordt verleend. Samenwerking met het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis en het Slotervaart Ziekenhuis waarborgt zowel de kwaliteit als de continuïteit van de aangeboden zorg. “Het is voor veel mensen nog steeds wel wennen. Zorg is de afgelopen honderd jaar toch behoorlijk anders geweest en je merkt dat men soms wat argwanend kijkt als de woorden ‘ondernemen’ en ‘zorg’ in dezelfde zin vallen. Maar andersom is de voor- en achterkant van de zorg altijd ondernemend geweest. Aan de ene kant
“De OK staat hier nooit leeg” is er de leverancier van medicijnen die een commerciële onderneming is; aan de andere kant zijn er dan ziekenhuizen die zichzelf ook draaiende moeten zien te houden. Zij het dat die laatste groep daar overheidssteun voor ontvangt omdat ‘zorg’ een plicht is. Als je het mij vraagt is juist dat een vrijbrief voor allerlei logge apparaten die massa’s collectief geld aan het verbranden zijn. Het medische aanbod zoals nu aanwezig is in Medisch Centrum Jan van Goyen is in de loop der jaren zo gegroeid en de groei zit nu in de kwaliteit van de zorg en het volume van de behandelingen. Winter is echter niet van plan er meer specialismen aan toe te voegen. “Door steeds verder uit te waaieren zouden we op een regulier ziekenhuis kunnen gaan lijken en zo zouden we ons eigen bestaansrecht ondergraven. Wij zijn sterk op een aantal vlakken en willen daarmee steeds beter worden. Volumetechnisch vangen we de patiëntengroei nu op door langere dagen te maken en in de avonduren ook te opereren. We zijn echter naarstig op zoek naar extra ruimte. Flexibele kantoorfuncties zijn al naar andere locaties overgebracht.
Medisch Centrum Jan van Goyen is hierdoor helemaal gericht op maximale utilisatie van de aanwezige ruimte.” Uitermate gespecialiseerd Winter komt zelf uit de hoek van de diagnostiek en heeft naam gemaakt met de oprichting van Diagnostisch Centrum Amsterdam en de diverse diagnostische centra in andere steden die volgden. Medisch Centrum Jan van Goyen is voor de ondernemer een leerschool. “Ik wou graag onderzoeken of mijn ideeën over hoe zorg zou moeten zijn ook binnen andere zorgtakken toepasbaar zouden zijn. Ik wil aantonen dat zorg beter kan met de oprichting van specialistische focuscentra met ervaren teams.” En dat is goed gelukt binnen Medisch Centrum Jan van Goyen. “Alles wat we hebben gedaan en gaan doen, heeft altijd als uitgangspunt gehad dat we een patiëntgerichte organisatie zijn én willen blijven. Enerzijds door vakinhoudelijk altijd scherp te blijven en op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen te zijn, anderzijds door er voor zorg te dragen dat er nooit wachtlijsten ontstaan. Om dat te bewerkstelligen, hebben we voor deze formule gekozen. Ziekenhuizen bieden een volledig aanbod. Wij een heel beperkt en uitermate gespecialiseerd pakket. Binnen de door ons aangeboden vakgebieden kunnen we doordat we beschikken over hoog aangeschreven teams, die bekend staan als de beste binnen hun diverse specialismen, zorg bieden zoals het volgens mij zou moeten zijn. Snel, effectief en kwalitatief hoogstaand.” Kort CV – Drs L.H.L. Winter Als geen ander heeft Loek Winter in Nederland de term ‘medisch ondernemer’ op de kaart gezet. Winter was werkzaam als radioloog en hoofd van de opleiding A-radiologie voor artsen in opleiding tot specialist in het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis in Amsterdam en heeft gewerkt in het Delftse Reinier de Graaf Gasthuis. Hij is betrokken bij de Nederlandse Vereniging Voor Radiologie, Radiological Society of North America en de Vereniging van Epidemiology en (mede) oprichter van diverse diagnostische centra. Loek Winter is directeur van de DC|Groep BV en directeur van Stichting Medisch Centrum Jan van Goyen.
JvG
7
PIJNBESTRIJDING
WILCO VAN GENDEREN “Met alleen de pijn wegnemen,is de patiënt nog niet geholpen” 8
JvG
Pijn is een signaal. Een waarschuwing. Als de oorzaak wordt weggenomen of geneest, zal de pijn ook verdwijnen. Maar wat als de pijn niet verdwijnt? Dan kunt u terecht bij anesthesioloog Wilco van Genderen in Medisch Centrum Jan van Goyen, expert op het gebied van pijnbestrijding. Van Genderen lacht als hij zegt dat hij ‘pijn wel leuk vindt’. “Het wegnemen van pijn door het blokkeren van een zenuw is gewoon erg intrigerend”, aldus Van Genderen. “Er komt namelijk zo veel meer bij kijken dan alleen een paar prikjes uitdelen.” Wilco van Genderen is in 2008 toegetreden tot de vakgroep Pijnbestrijding van het Medisch Centrum Jan van Goyen, waarbinnen hij samenwerkte met zijn leermeester Mickey Sanders, met als uitgangspunt op termijn - met het oog op de groei van de patiëntenstroom - vanuit Medisch Centrum Jan van Goyen een pijncentrum op te richten voor Groot Amsterdam, genaamd APC. “Het mocht echter niet zo zijn, want Mickey Sanders overleed eind verleden jaar plots”, zo vertelt Van Genderen. “Maar zijn werk wordt voortgezet. Sanders was, in navolging van zijn leermeester Menno Sluijter, een van de ‘founding fathers’ van de pijnbestrijding in Nederland. ‘Pijnbestrijding’ was qua behandelaars jarenlang ruwweg onder te verdelen in een groep ‘praters’, vaak neurologen en een groep ‘prikkers’, vaak anesthesiologen. Maar de laatste jaren heeft het vak een enorme evolutie doorgemaakt en is het een superspecialisme geworden dat alle voorgaande methoden samenvoegt. Ik durf te stellen dat binnen nu en enkele jaren de geregistreerde ‘pijnspecialist’ zal bestaan.” Primair prikkers Van Genderen stelt dat een groot deel van het vak bestaat uit praten. “Nu zijn we geen psychologen, maar je kan door goed door te vragen al snel tot de kern van de pijn van een patiënt komen. En hen helpen. Want er is vaak onbegrip en twijfel door allerlei mislukte behandelingen bij andere artsen en er is veel onwetendheid. Veel patiënten zijn – onterecht - bezorgd dat ze door een behandeling ook de signalen van het lichaam, de zogenaamde ‘goede pijn’ niet meer zullen voelen. We zijn in staat om met geavanceerde apparatuur de pijn dusdanig te blokkeren in een zenuw, dat het chronische pijngevoel geblokkeerd wordt. Maar de overige functies van de zenuw blijven intact. De patiënt merkt er dus in feite
niets van. Het vak is zich echter dusdanig aan het verbreden dat we niet alleen meer prikken, maar ook met medicatie werken, afhankelijk van het soort pijn. Al blijven we primair prikkers. Het voordeel daarvan is dat de pijn relatief snel te behandelen is en als we het over medicatie hebben, het niet een kuurtje van een paar weken is. Zoiets kan wel maanden of soms jaren duren. Nog los van het prijskaartje, zitten daar ook regelmatig vervelende bijwerkingen aan vast.” Teamsport Met alleen het wegnemen van de pijn, is het werk nog niet gedaan. De patiënt is daar in veel gevallen op de langere termijn zelfs niet eens bij gebaat, zo stelt Van Genderen. “ Met alleen de pijn wegnemen, is de patiënt nog niet geholpen. We hebben daarom intensief contact met revalidatieartsen, manueel fysiotherapeuten, neurochirurgen, neurologen,
“Er komt namelijk zo veel meer bij kijken dan alleen een paar prikjes uitdelen” orthopeden... Kortom, alle partijen die bij een pijnpatiënt komen kijken. Een patiënt die vier à vijf jaar met chronische pijn heeft rondgelopen, kan daar na een behandeling vanaf zijn of de pijn kan onderdrukt worden. Maar met zo’n patiënt is meer aan de hand. Die beweegt raar. Die beweegt pijnvermijdend. En belast zijn lichaam vervolgens op zo’n manier dat er weer pijn optreedt. Om te vermijden dat zo iemand enkele maanden later weer bij ons komt, moet je er voor zorgen dat het lichaam weer wordt vertrouwd. En dat is echt teamsport.” Behandelingen in kaart De grootste groep patiënten komt binnen met lage rugklachten, maar er is ook een grote groep met aangezichtspijn en hoofdpijn. Van Genderen ziet dat er in Nederland veel centra ontstaan die zich op die eerste
groep patiënten richten. “Terwijl het aan invasieve aangezichtspijn- of hoofdpijnklinieken ontbreekt. Met mijn collega Henk Koning heb ik juist voor die soorten pijn een bovenmatige interesse. Dat is dus iets wat we in de toekomst willen gaan uitbouwen. Daarnaast lijkt het ons nuttig dat we hier iets opzetten dat kan fungeren als ‘second opinion center’. Of 3rd opinion of zelfs verder... Wat je merkt is dat patiënten met chronische pijn notoire shoppers zijn die hun heil onder het motto ‘baat het niet, dan schaadt het niet’ op veel verschillende plekken zoeken. Waarbij ze regelmatig, omdat er geen goede rapportages worden gemaakt, dezelfde behandelingen meerdere malen ondergaan. Wij willen in kaart brengen wat het pijnbeeld is, wat de behandelingen zijn geweest die de patiënt heeft ondergaan en kijken wat er anno 2009 nog mogelijk is voor zo’n patiënt. Is zo iemand uitbehandeld? Of zijn er, al dan niet binnen onze pijnpoli, nog behandelingen mogelijk die het overwegen waard zijn. Een patiënt wil graag duidelijkheid en met zo’n rapportage kan je dat verschaffen. Zelfs al is iemand uitbehandeld, is die duidelijkheid iets waar een patiënt vaak heel dankbaar voor is.” Kort CV – Dr W. van Genderen Wilco van Genderen is anesthesioloog met als aandachtsgebied pijnbestrijding. Van Genderen studeerde geneeskunde aan de Universiteit van Amsterdam en specialiseerde zich in het AMC. Daarna was hij tien jaar lang werkzaam als anesthesioloog/pijnspecialist in het Medisch Centrum Alkmaar en zette hij met een vijftal maten Anesthesie Service Nederland op, een bedrijf dat veilige anesthesie levert op locatie. In 2008 trad hij toe tot de vakgroep Pijnbestrijding van het Medisch Centrum Jan van Goyen. Wilco van Genderen is lid van de Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie, de Nederlandse Vereniging ter Bestudering van Pijn, de International Association for the Study of Pain, de European Society of Anaesthesiologists en de European Society of Regional Anaesthesia & Pain Therapy. Binnen de Nederlandse beroepsvereniging is hij voorzitter van de Commissie Nascholing én lid van de Commissie Beroepsbelangen en Rechtspositie voor Anesthesiologen. Van Genderen is niet alleen anesthesioloog, maar ook professioneel acupuncturist. In die hoedanigheid is hij lid van de Nederlandse Artsen Acupuncturisten Vereniging.
JvG
9
OOGHEELKUNDE
LIENEKE DIJKSTRA “Het oog is een wereld op zich” 10
JvG
Als er één afdeling is van Medisch Centrum Jan van Goyen die landelijk vermaard is, dan is het de afdeling Oogheelkunde. Van heinde en verre komen jaarlijks honderden patiënten om hier een cataractoperatie te ondergaan. Drs. Lieneke Dijkstra heeft recent het team versterkt en houdt zich naast staaroperaties en medisch noodzakelijke ooglidcorrecties bezig met de aanpak van aandoeningen als maculadegeneratie en diabetische retinopathie. “Van oudsher hebben we hier een goede naam op het gebied van cataractoperaties. Maar we bieden in feite alle reguliere oogheelkundige zorg. Staar is een groot onderdeel binnen onze kliniek. Maar er zijn veranderingen. Zo zien we bijvoorbeeld een groei in de behandeling van maculadegeneratie, een ziekte die pas sinds enkele jaren beter te behandelen is en waar we ons binnen het Medisch Centrum Jan van Goyen steeds verder in specialiseren. We hebben het dan over de ‘natte’ vorm, waarbij er bij de patiënt vocht of bloed in het netvlies terecht is gekomen waardoor het gezichtsvermogen ernstig wordt aangetast. Momenteel is maculadegeneratie de belangrijkste oorzaak van een blijvende achteruitgang van het gezichtsvermogen bij mensen boven de 65 jaar. Het wordt ook wel ouderdomsblindheid genoemd. Ik moet wel zeggen dat het met de huidige techniek vaak slechts deels te verhelpen is, maar tot voor kort was er meestal helemaal niets aan te doen. De ontwikkeling gaat heel snel en we verwachten daar in de toekomst veel van.” Verfijnde techniek De veranderingen binnen het vakgebied gaan rap door. Dat is een van de zaken die voor Dijkstra zo aansprekend is voor de oogheelkunde. “Voor heel veel mensen is het oog een soort magisch ding. Het is in feite een camera die alles registreert. Omdat het uit heldere weefsels bestaat, kan je heel ver het oog in kijken. Dat zoiets te opereren is, blijft fascinerend. Oogheelkunde is een heel technisch vak met veel apparaten en getallen. Dat een kwaal als staar te verhelpen is, is een revolutie geweest. Door verdergaande verfijning van de technieken wordt de operatie steeds minder belastend voor het oog en de patiënt. Was men vroeger blij überhaupt weer iets te zien na een cataractoperatie, nu gaat de patiënt die hier binnenkomt er
vaak al vanuit dat hij na een operatie geen bril meer nodig heeft. We horen regelmatig dat men zelfs denkt dat de leesbril vervolgens ook verleden tijd is. Echter, zo ver is de techniek nog niet, maar er wordt hard aan gewerkt. Tien jaar geleden leek dat een onoplosbaar probleem, nu niet meer.” Realistisch beeld De cataractoperatie waar Dijkstra het over heeft heet phaco-emulsificatie. Hierbij wordt via een sneetje van slechts 2.5 millimeter in het hoornvlies de lens uit het oog verwijderd. De troebele lens wordt in het oog met ultrasone geluidsgolven vergruisd en door een subtiel spoel-zuigsysteem afgevoerd. Daarna wordt via hetzelfde kleine sneetje een opgevouwen kunstlens ingebracht. Dijkstra: “Voor de artsen hier geldt dat het oog veel meer is dan een bolletje in het hoofd. Het is een wereld op
“Je kan inschatten of ze daadwerkelijk begrijpen wat een operatie inhoudt” zich. Sommigen zijn gespecialiseerd in de voorkant, anderen in de achterkant. Er kan steeds meer, we worden steeds beter en daardoor zijn de verwachtingen van de patiënten soms torenhoog. Door goed te praten en de tijd te nemen voor onze patiënten geven we ze een realistisch beeld van wat voor hen haalbaar is.”
persoonlijk antwoord. In combinatie met de best mogelijke medische behandeling, is dat een reden dat men uit het hele land naar ons toe komt voor oogheelkundige zorg.” En voor Dijkstra een reden om graag in Medisch Centrum Jan van Goyen te werken. “Ik heb graag persoonlijk contact met mijn patiënten en de omgang hier is door de setting erg ‘relaxed’. Je kan de tijd nemen om écht met patiënten te praten, je kan inschatten of ze daadwerkelijk begrijpen wat een operatie inhoudt. Goed, al kost me dat een keer een lunchpauze, dan vind ik dat helemaal niet erg. Juist die interactie vind ik fijn.” Kort CV – Drs L. DijkstrA Voorafgaand aan haar opleiding tot oogarts was Lieneke Dijkstra werkzaam als artsassistent oogheelkunde op de afdeling spoedeisende hulp van het Leijenburg Ziekenhuis te Den Haag. In die periode deed Dijkstra vijf jaar lang basaal wetenschappelijk onderzoek naar glaucoom aan het toenmalige Interuniversitair Oogheelkundig Instituut, onderdeel van de Koninklijke Nederlandse Academie voor Wetenschappen. In 2001 rondde Dijkstra haar opleiding tot oogarts af in het Rotterdamse Erasmus Medisch Centrum, waarna ze zeven jaar verbonden was aan de afdeling Oogheelkunde van het St. Lucas Andreas Ziekenhuis in Amsterdam. In die periode oefende zij haar vak in de volle breedte uit en specialiseerde zij zich in staaroperaties en medisch noodzakelijke ooglidcorrecties. Begin 2008 trad Lieneke Dijkstra toe tot de vakgroep Oogheelkunde van het Medisch Centrum Jan van Goyen. Drs Lieneke Dijkstra is lid van het Nederlands Oogheelkundig Gezelschap, de Nederlandse Intra Oculaire Implant Club en de European Society for Cataract and Refractive Surgery.
Tijd nemen Met prima resultaat. Volgens een recent onderzoek haalt de afdeling oogheelkunde van Medisch Centrum Jan van Goyen een tevredenheidspercentage van 99 procent. Binnen de gezondheidszorg ongekend hoog. “De patiënt komt bij ons dan ook op de eerste plaats. Men is hier geen nummer en kan altijd bellen en we geven vaak
JvG
11
GADGETS
Superzoom
© Nikon
Wel de lusten, niet de lasten van een digitale spiegelreflexcamera? Dan is de Nikon Coolpix P90 die deze maand op de Nederlandse markt gelanceerd is een aanrader voor u. Deze compactcamera heeft een aantal opties van de grote broer de D90 overgenomen en deze in een eenvoudiger bedieningsjasje gegoten. De Coolpix P90 (12,1 megapixels) beschikt over een 26-624mm groothoeklens, waarmee u scherpe foto’s kan maken tot op 1cm afstand. Prijs € 469,-
Investeren in varkens Crisis? Daar heeft u geen last van als u regelmatig een spaarvarken vult. Maar ja, die lelijke roze beesten, is er niet wat stijlvollers? Jawel hoor, de Copilcus Piggybank uit de studio van Artemy Lebedev, die een positieve kijk op zaken geeft. Want waarom hebben traditionele spaarvarkens altijd een ‘min’ op de rug? Een ‘plus’ is toch veel positiever! Prijs € 18,30
© Nokia
Flitsend mobieltje De markt van mobiele telefoons lijkt zich steeds meer op te splitsen in mobieltjes die voor een bepaald doel zijn gemaakt. Voor hen die altijd een goede camera bij de hand willen hebben, komt komend kartaal de N86 van Nokia uit, een toestel dat is uitgerust met een 8 megapixel camera, een Carl Zeiss Tessar-lens en alle functies die je van een reguliere digitale kleinbeeldcamera verwacht. Tevens biedt het toestel de mogelijkheid om via een wifi- netwerk middels Skype te bellen. Prijs los toestel: ± € 375,-
12
JvG
Blazen op de iPhone Of op de iPod, het is maar net welke variant van de populaire Apple-gadget u in huis heeft. Deze zogenaamde iBreath is een multifunctioneel apparaatje. Enerzijds is het een FM-transmitter die uw MP3-bestanden van de iPod/iPhone richting uw autoradio zendt, zodat u onderweg kunt luisteren. Anderzijds zit er een blaastest-functie op, waarmee u checkt of u wellicht niet iets te veel op hebt om nog te kunnen rijden. Maar ja, waarom gaan blazen bij twijfel? Gewoon niet rijden. Kopje koffie pakken en een uurtje MP3’s luisteren doet ook wonderen! Prijs: ± € 60,-
Barbequestrijd Staat u zodra de zon schijnt ook bij de barbeque te dagdromen van een spannender leven? Weergaloze avonturen in uw hoofd terwijl u een grillworst omdraait? Dan is dit de perfecte accessoire voor u! Een 50 centimeter lange barbequevork vermomd als degen, zodat u héél even voor Zorro kunt spelen als vrouw en kinderen niet kijken. Niet verder vertellen hoor, maar bij deze vork zit ook een masker om de verkleedpartij compleet te maken. Uiterst functioneel, dat wel. Hij zorgt dat de rook uit uw ogen blijft... natúúrlijk! Prijs € 19,95 © DavidSteele.com
© Gadgetfabriek © ArtLebedev.com
Multimediakrachtpatser Wie nog steeds met een torenhoge stapel cd’s in de huiskamer zit, is ergens in de vorige eeuw vergeten met de tijd mee te gaan. Anno 2009 zitten muziekcollecties volledig digitaal in allerlei systemen opgeslagen, waarbij het neusje van de zalm het Sooloos systeem is. Via een touchscreen bladert u door de collectie heen, die volledig én zonder kwaliteitsverlies op een server (maximale capaciteit 3 terrabite – goed voor 7200 albums) is opgeslagen. Prijs vanaf € 12.900,-
© Sooloos.com
JvG
13
ORTHOPEDIE
FRANK DE MEULEMEESTER “Wij verlenen medische zorg aan gezonde patiënten” 14
JvG
De expertise van een ziekenhuis, gekoppeld aan de efficiëntie van een privékliniek. Zo zou de afdeling orthopedie van Medisch Centrum Jan van Goyen vanwege de nauwe banden met het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis het best kunnen worden omschreven. “Het is een symbiose die het werk erg plezierig maakt”, aldus orthopeed Frank de Meulemeester. De vakgroep orthopedie van het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis, die naast De Meulemeester onder meer ook bestaat uit Rudolf Poolman en Arthur Kleipool, houdt afwisselend van elkaar praktijk in het Medisch Centrum Jan van Goyen. De Meulemeester is elke maandag in het medisch centrum te vinden. “De ene week houd ik poli, de week er op doe ik operaties. Ik moet zeggen dat ik het een heerlijke start van de week vind.” De orthopedisch chirurgen richten zich binnen Medisch Centrum Jan van Goyen met name op patiënten die in dagbehandeling kunnen worden behandeld. “Over het algemeen is het grootste onderscheid tussen de patiënten die we in het OLVG behandelen en die in Medisch Centrum Jan van Goyen, het feit dat we in het OLVG de grotere orthopedische problematiek behandelen en in het medisch centrum zorg verlenen aan wat we ‘gezonde patiënten’ noemen.” Makkelijk in dagbehandeling Door de nauwe band met het OLVG, beschikt Medisch Centrum Jan van Goyen over de volledige expertise van het ziekenhuis, die kan worden ingezet voor ingrepen die in dagbehandeling gedaan kunnen worden. “Het is een wisselwerking”, aldus De Meulemeester. “Soms zien we patiënten in het OLVG, die we vanwege de aard van hun aandoening meenemen naar Medisch Centrum Jan van Goyen. Denk aan relatief veel voorkomende aandoeningen als een meniscuslaesie, in de volksmond het zogenaamde ‘voetbalknietje’, of een gescheurde kruisband van de knie. Het zijn veelal gezonde patiënten die makkelijk in dagbehandeling met een kort verblijf geholpen kunnen worden. Maar het gebeurt ook regelmatig andersom, dat we patiënten die we in Medisch Centrum Jan van Goyen zien, meenemen naar het OLVG. Vooral bij de wat oudere patiënten, is er lichamelijk soms toch nog iets meer aan de hand dan alleen een versleten of beschadigd gewricht. Dan is de zorg iets complexer.” Hoge efficiëntie en expertise De Meulemeester stelt dat op deze manier
de hoogst mogelijke vorm van zorg kan plaatsvinden binnen Medisch Centrum Jan van Goyen. “Door dezelfde soort operaties op grote schaal uit te voeren, wordt niet alleen de kwaliteit steeds hoger, maar ook de efficiëntie en de expertise. De meest voorkomende operatie die we uitvoeren is een kijkoperatie, arthroscopie, van de knie. Ongeveer negentig procent van de operaties behelst een arthroscopische ingreep, waarbij de knie veruit het meest behandeld wordt, gevolgd door respectievelijk het schoudergewricht, de enkel en de elleboog. Maar we voeren ook hand- en voetoperaties uit. Wat de voet betreft, praten we voornamelijk over operaties aan de tenen. Denk daarbij aan bijvoorbeeld de welbekende knokkel aan de grote teen.” Kruisbestuiving Naast de knie is De Meulemeester gespecialiseerd in de rug. Al worden daar betrekkelijk weinig operaties op uitgevoerd. “Van de
“De belasting voor de patiënt is minder, terwijl de operatie beter is” honderd patiënten die ik zie met rugklachten, is bij tachtig daarvan de oorzaak van de klachten niet te achterhalen. Om die reden vindt bij deze patiënten dan ook geen operatie plaats. De kleine groep mensen waarbij de oorzaak van de klacht wel duidelijk is, is een goed voorbeeld van patiënten die we vanuit Medisch Centrum Jan van Goyen meenemen naar het OLVG voor een operatie. De behandeling van de rugproblematiek is over het algemeen dus niet operatief. Denk eerder aan fysiotherapie, of aan medicatie. Voor deze groep van pijnklachten, werken we ook samen met de afdeling Pijnbestrijding binnen Medisch Centrum Jan van Goyen. Anderzijds verwijzen zij weer patiënten door die wellicht baat hebben bij een orthopedische behandeling. Er is dus zeker een kruisbestuiving over en weer. Het mooie is dat de patiënt vervolgens – omdat Medisch Centrum Jan van Goyen zo’n relatief klein ziekenhuis is waar de lijnen onderling kort zijn – heel makkelijk naar een andere afdeling door kan. Het is maar 15 meter lopen tussen Pijnbestrijding en Orthopedie.”
Technische ontwikkelingen De ontwikkelingen binnen het vakgebied orthopedie staan niet stil en het zijn ontwikkelingen die De Meulemeester enthousiast volgt. “Neem nu bijvoorbeeld aandoeningen van de schouder. In het verleden werd voor alle schouderoperaties gesneden in het lichaam. Tegenwoordig kan dat allemaal arthroscopisch, waardoor de patiënt in dagbehandeling geholpen kan worden. Met alle voordelen van dien. Die ontwikkelingen zie je ook snel gaan in de voetchirurgie en bij de behandeling van gescheurde kruisbanden. Vergelijk het met een auto van tien jaar geleden. Die ging ook van A naar B, maar anno 2009 ga je met nieuwe modellen sneller van A naar B, efficiënter én kwalitatief meer hoogstaand. Vertaald naar dit werk: de belasting voor de patiënt is minder, terwijl de operatie beter is. Als ik mag chargeren, vroeger nam je een patiënt op en die bleef veertien dagen in het ziekenhuis. Die zelfde patiënt kan nu in dagbehandeling worden geholpen. Door die technische ontwikkeling, zijn steeds meer operaties mogelijk binnen een kleine instelling als Medisch Centrum Jan van Goyen. Omdat het minder zorg vereist en omdat het heel mooi past binnen het pakket van zo’n medisch centrum.” kort CV – Drs F.R.A.J. De meulemeester Frank de Meulemeester rondde zijn studie geneeskunde af aan de Rijksuniversiteit Leiden en volgde een vooropleiding algemene chirurgie in het Diaconessen Ziekenhuis te Heemstede. In 1987 voltooide hij de specialisatie orthopedie en startte hij zijn loopbaan als orthopedisch chirurg in het Academisch Ziekenhuis te Leiden. De Meulemeester werkte vervolgens als chef de clinique in het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis te Amsterdam en als orthopedisch chirurg in Tergooiziekenhuizen (destijds Ziekenhuis Gooi Noord) te Blaricum. Sinds 2002 is De Meulemeester weer verbonden aan het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis. Rond diezelfde tijd trad hij tevens toe tot de vakgroep Orthopedie van het Medisch Centrum Jan van Goyen. Frank de Meulemeester houdt zich bezig met de algemene orthopedie, maar is daarnaast gespecialiseerd in de problematiek van de heup, knie en rug. Frank de Meulemeester is lid van de Wervelkolom Werkgroep, de Nederlandse Vereniging voor Orthopedische Traumatologie, de Nederlandse Vereniging voor Arthroscopie en, vanzelfsprekend, de Nederlandse Orthopaedische Vereniging.
JvG
15
INTERNE GENEESKUNDE
arne van eeden “Ik vind dat HIV/AIDS-behandeling boven alles om mensen draait” 16
JvG
Waar HIV en AIDS behandeling in ons land over het algemeen plaatsvindt in een groot ziekenhuis, biedt Medisch Centrum Jan van Goyen op kleinschalige manier hoogwaardige zorg aan op dat gebied. Dit onder bezielende leiding van Arne van Eeden en Dominique Verhagen, beiden als internist/ infectioloog en HIV/AIDS- behandelaar verbonden aan het medisch centrum. “Een sterk geïndividualiseerde benadering, aandacht en voldoende tijd nemen is van essentieel belang om bij deze aandoening goede resultaten te behalen “, zo stelt Van Eeden. Binnen Medisch Centrum Jan van Goyen valt het HIV en AIDS Behandel Centrum onder de interne geneeskunde. Dat laatste wordt in het centrum in haar volle omvang aangeboden. Hiervoor is een intensief samenwerkingsverband aangegaan met vele disciplines in het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis, andere omringende ziekenhuizen en een groot netwerk van andere hulpverleners. Op deze manier is de klinische opvang van patiënten die in het centrum onder behandeling zijn gegarandeerd. Van Eeden: “Met een groep van drie internisten behandelen we de gehele interne geneeskunde. Er zijn aparte spreekuren voor diabeteszorg, die worden geleid door Dominique Verhagen en Theo Erwteman en waar ik zelf ook aan meedoe, we hebben een hart- en vaatziekten poli en een algemene interne polikliniek.” Van Eeden merkt dat steeds meer huisartsen patiënten met onder meer hoge bloeddruk, suikerziekte, buikproblemen, longproblemen, nierproblemen, hepatitis B en C infecties, seksueel overdraagbare aandoeningen en onbegrepen ziektebeelden doorverwijzen. “Waarbij we horen dat ze merken dat wij snel en vooral vakkundig ons vak beoefenen. De patiënten hebben bijvoorbeeld altijd een vaste internist, wat de kwaliteit ten goede komt. Wij zouden op deze afdeling echter ons werk niet goed kunnen doen zonder een hard werkend team om ons heen, zoals ons secretariaat, de doktersassistente, de diabetesverpleegkundigen en natuurlijk de HIV verpleegkundig specialisten.” Mensenwerk Zorg voor patiënten met HIV, dan wel AIDS is een speerpunt van de activiteiten van de interne geneeskunde van Medisch Centrum Jan van Goyen. Van Eeden en Verhagen vormen samen met verpleeg-
kundig specialisten Margo Groot en Wilma Brokking het HIV-behandelteam. “Naast verwijzingen door huisartsen, GG&GD en andere HIV-behandelcentra, komen patiënten hier vaak op eigen gelegenheid naar toe. Wij hebben hier – net als veel academische ziekenhuizen – veel specifieke kennis in huis. Toen ik in de jaren negentig vanuit het AMC richting Medisch Centrum Jan van Goyen kwam, kwam die kennis ook hier binnen. Vakinhoudelijk zijn we net zo goed als andere centra, want alle vakbroeders wereldwijd kijken met elkaar mee. Maar de kleinschalige sfeer en de persoonlijke behandeling maken ons uniek. Het is daardoor veel persoonlijker voor de patiënt, die nooit te maken heeft met wisselende artsen. Men kan hier altijd binnen vijf dagen terecht en als men al
“Je moet continu bovenop de ontwikkelingen zitten” bekend is of als de huisarts dat graag wil, kan de patiënt dezelfde dag nog komen. Zo gaan wij hier om met patiënten die hier medische hulp zoeken. Veranderlijk vakgebied HIV is een vakgebied waarbij zeer veel kennis komt kijken, maar het is ook een vakgebied dat heel veranderlijk is. Dat maakt het werk voor Van Eeden boeiend. “Je moet als infectioloog continu bovenop de ontwikkelingen zitten. Als je die maar een jaartje niet meer zou volgen, ben je helemaal nergens meer. Wij nemen daarom ook zeer actief deel aan wetenschappelijk onderzoek, onder andere naar de behandeling en bijwerkingen van verschillende HIVtherapieën.” Wat het vak heeft veranderd is dat patiënten niet meer dood gaan aan HIV. Met dank aan de krachtige combinatietherapieën die beschikbaar zijn. Van Eeden: “Waardoor nu de nadruk van een behandeling ligt op het feit of de patiënt de medicatie wel verdraagt en er aandacht komt voor makkelijk vol te houden regimes waarbij men één keer per dag de medicijnen kan innemen.”
Motivatie en begeleiding Van Eeden stelt dat een HIV-infectie niet in alle gevallen door huisartsen herkend wordt. “De meeste mensen die HIV oplopen hebben weinig klachten en weten niet precies wanneer ze besmet zijn. Waar we naar toe willen is dat uiteindelijk met iedereen die met een klacht bij de huisarts komt, ook gesproken wordt over veilig vrijen en een HIV-test, net zoals er gesproken wordt over stoppen met roken en alcoholgebruik. Het blijft namelijk toch iets waar mensen zich voor schamen en moeilijk uit zichzelf mee komen. Je moet een helpende hand reiken. Pas als je weet wat er leeft, kan je mensen echt helpen en zie je dat men opgelucht is om over bepaalde onderwerpen zoals seks te praten. Hetgeen we de huisartsen mee willen geven, is ook precies hoe we mensen hier behandelen. Veel praten. De tijd nemen. In de HIV- zorg geldt dat als je goed luistert naar de patiënt je ze ook kan motiveren tot ander gedrag en zo tot nog betere resultaten komt voor hun eigen toekomst. Wij zijn hierin getraind. De medicatie is goed en wordt steeds beter. Maar er hoort begeleiding bij. Je moet tijd nemen voor de patiënt om het beste resultaat te bereiken. Daar ben ik heilig van overtuigd.” kort CV – Drs a. van Eeden Arne van Eeden studeerde geneeskunde aan de Universiteit van Amsterdam en deed vervolgens onderzoek aan de McMaster Universiteit van Hamilton (Canada) en het Academisch Centrum in Amsterdam. De opleidingen tot internist en infectioloog werden gevolgd in het Zeeweg Ziekenhuis te IJmuiden, het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis in Amsterdam en het Academisch Medisch Centrum (AMC) in Amsterdam. Sinds 1992 is Van Eeden actief betrokken bij de behandeling en begeleiding van HIVen AIDS-patiënten. In 1997 trad hij toe tot de maatschap interne geneeskunde van het Medisch Centrum Jan van Goyen. Arne van Eeden was tot 2008 Stafvoorzitter van het Medisch Centrum Jan van Goyen en is nu actief in de Medische Directie van Medisch Centrum Jan van Goyen en is voorzitter van de werkgroep Kwaliteit en Beleid. Hij is lid van de Nederlandse Internisten Vereniging en de Nederlandse Vereniging van Aids Behandelaren.
JvG
17
UIT IN NEDERLAND
Rotterdam stad met i n ternationale allu re
18
JvG
Wie aan Rotterdam denkt, denkt al gauw aan de grauwe luchten, de opslagterreinen, kranen, zeemeeuwen en industrie. Geen wonder. Dat zijn ook de beelden die de wereld over gaan als we het over Rotterdam hebben. De Rotterdamse haven is dan ook een van de grootste en belangrijkste havens ter de wereld. Binnen Europa is het in ieder geval de grootste, vandaar de naam ‘Port of Europe’. Rotterdam is daarom van enorm economisch belang voor Nederland. Maar in de Havenstad gebeurt meer dan het laden en lossen van containers. Het is een bruisende, moderne stad in opbouw die een heel uniek karakter heeft.
De Rotte krijgt een Dam Rotterdam ontleent haar naam aan het feit dat omstreeks 1260 in de rivier de Rotte een dam wordt gelegd op de plek waar deze zich kruist met wat nu de Hoogstraat is. Rond deze dam ontstaat een nederzetting, waar men leeft van visserij. Al snel wordt het ook een handelsplaats en dan ontstaan ook de eerste havens. Rond 1340 krijgt Rotterdam stadsrechten en rond 1360 wordt er een stadsmuur gebouwd. Na 1825 begeeft de stad zich ook buiten haar ‘wallen en singels’ om uit te breiden. Aan het einde van de 19e eeuw wordt begonnen met de aanleg van nieuw wijken als Crooswijk en Nieuwe Westen en uiteindelijk ook Spangen en OudMathenesse. Ook het centrum van de stad ontwikkelt zich steeds verder en wordt meer divers van opzet. De Tweede Wereldoorlog verandert echter alles. Het binnenvallende Duitsland kiest de stad uit als strategisch doel om Nederland in één klap te laten capituleren. Het bombardement op 14 mei 1940 duurt slechts een kwartier. Maar tijdens de hel die op Rotterdam neerdaalt worden 24.000 woningen verwoest. Meer dan 80.000 Rotterdammers zijn dakloos en het hart van de stad is na afloop nog slechts een smeulende puinhoop.
De wederopbouw begint in de jaren vijftig. Uit de as verrijst een moderne stad, die in de jaren negentig extra internationale allure krijgt door de bouw van strakke bruggen en voor Nederlandse begrippen enorme wolkenkrabbers. Het geeft de stad de mooiste skyline van het land en geeft internationale allure. Inmiddels behoort de stad met meer dan 580.000 inwoners tot een van de grootste steden van Nederland. In 1996 wordt de Erasmusbrug voltooid, een ontwerp van architect Ben van Berkel. ‘De Zwaan’, zoals deze in de volksmond heet, staat tegenwoordig symbool voor de stad.
Op stap Wie de woorden ‘winkelen’ en ‘Rotterdam’ in dezelfde zin gebruikt zal heel snel de term ‘koopgoot’ er achteloos achteraan plakken. Niet doen. Die koopgoot is helemaal zo bijzonder niet. Een beetje vergelijkbaar met 200 meter van de Amsterdamse Kalver-
Het is er sfeervol met een snufje luxe straat, maar dan met nog minder allure. Wel de moeite waard is de Van Oldenbarneveltstraat. Deze sluit aan op de Lijnbaan en de Koopgoot en vormt het hart van het winkelgebied. De straat is dynamisch en biedt een keur aan interieurwinkels en modezaken. Het is er sfeervol met een snufje luxe. Brengt u bijvoorbeeld Bags & The City een bezoekje. Waarschijnlijk vernoemd naar de populaire serie Sex and the City met Sarah Jessica Parker in de hoofdrol, aangezien de
hoofdpersoon in deze serie dol is op schoenen en tassen! Zelf beschouwt deze winkel zich als de snoepwinkel voor vrouwen en wij snappen wel waarom. Tassen, schoenen, bijouterie en allerhande accessoires van merken als Diesel, Minority en Allessandro dell’ Acqua waar menig dame van zal gaan kwijlen. Bij Roush vindt u dameskleding van onder meer Scandinavische en Italiaanse makelij en Roush beschikt daarnaast over een groot jeansassortiment. Merken als Bruuns Bazaar en Drykorn worden afgewisseld met Designers Remix Collection en Stella McCartney. Franse buurwinkel Kookai is er verder voor de kleine modemaatjes. De Karel Doornmanstraat loopt van het Weena tot aan de Westblaak en ligt tevens op een steenworp afstand van het CS. De straat voert langs het Schouwburgplein. Daaraan liggen De Doelen, concertzaal waar vooral veel klassieke concerten gegeven worden, de Stadsschouwburg, voor een leuk theaterstuk, en een megabioscoop, die jaarlijks het kloppend hart van de internationale filmwereld vormt. De Karel Doornmanstraat zelf is een echte winkelstraat met veel mode, maar ook lifestyle en een aantal leuke eettentjes en voor veel Rotterdammers dé plek voor het lekkerste ijs: ijssalon Capri. U vind er de bekende exclusieve zaak Iittala met prachtig glaswerk en serviezen of Léon Mode dat al meer dan 50 jaar een begrip is in de stad. Daarnaast Escada en Strada Privata voor hét overhemd. De Witte de Withstraat staat vooral bekend om zijn vele restaurantjes, maar overgaand in de Schilderstraat vindt u Haring Design. Hier kunt u terecht voor mooie woonaccessoires, meubelen en allerhande gadgets voor uw woning.
JvG
19
RUBRIEK | auteur
20
SCHERP
Op de Kruiskade vindt u een flink aantal juweliers waaronder Salvatore Juweliers en Bonebakker en Zoon. Bent u op zoek naar mooie woondecoraties, een leuk cadeau voor vriend of vriendin dan bent u bij Manet aan het juiste adres. Gelegen aan de Voorhaven, biedt deze winkel een keur aan woonaccessoires met allure. Denkt u bijvoorbeeld aan kussens, verlichting en kaarsen. Daarnaast worden ook cadeaus voor mannen en vrouwen verkocht en ook kinderen worden niet vergeten. In het atelier organiseren ze bovendien creatieve workshops voor particulieren en bedrijven al dan niet vergezeld door een high tea. Uitgekeken, dan kunt u in deze zelfde straat genieten van een lunch of diner bij De Parel. Dit Libanese restaurant is onder meer gespecialiseerd in Libanese meze of tapas en diverse typisch Libanese gerechten zoals Parmakie (humus met gehakt en pijnboompitten). Ook allerhande vegetarische gerechten! Ook heerlijk eten is het bij Mooii, met een Nederlands-Franse keuken met een knipoog naar het Oosten en met tapa-invloeden. Je kunt er heerlijk buiten en binnen eten en borrelen. Bestelt u bijvoorbeeld eens de Lunch Vandaag, een verrassingsmenu van 2 gangen voor € 25,00. Wijnstraat 8-16. Of restaurant Huson waar u alleen kwalitatieve gerechten met seizoenproducten geserveerd krijgt. Scheepstimmermanslaan 14.
Wat betreft musea is een van de bekendste natuurlijk Museum Boijmans Van Beuningen, waar onder meer moderne collecties als oude meesters te vinden zijn. Museumpark 18-20 Als u daar dan toch bent loopt u achterlangs door het Museumpark richting de Kunsthal, eveneens een must-see, met vanaf 11 oktober de ‘Glorie van Rome’ expositie. Tevens gelegen aan het Museumpark (het heet natuurlijk niet voor niets zo) is het Nederlands Architectuurinstituut waar oktober in het teken staat van ‘Mijn stad, jouw stad‘ en kinderen hun eigen stad kunnen bouwen. Vanuit het Museumpark loopt u vervolgens over de Erasmusbrug richting de kop van Zuid, waar u op Wilhelminakade 332 het Nederlands Fotomuseum vindt. Erg de moeite waard.
Met de kippen op stok Ben u na een dagje moegestreden of wilt u er juist een weekendtrip van maken, dan bent u bij de volgende hotels aan het goede adres. Allereerst suitehotel Pincoffs, een luxe hotel gezeteld in een rijksmonument aan de Maas. In onze rubriek Uit in Stijl kunt u alles over deze bijzondere plek lezen. Maar er is meer. Zoals Hotel Bazar. Dit hotel in buitenlandse sferen bezit 27 kamers. Deze zijn ingericht in oosterse, Afrikaanse- en Zuid-Amerikaanse sfeer. Alle kamers zijn voorzien van alle gemakken en de kamers op de topverdieping beschikken over een ruim balkon dat uitzicht biedt op de stad. En han-
dig; u kunt heerlijk eten bij het wereldeethuis Bazar dat beneden is gelegen, hier wordt ook ontbeten. Witte de Withstraat 16. Of hotel Stroom, waar u niet om de badkamer heen kunt! Bij Stroom zijn ze ervan overtuigd dat men 70 procent van de tijd dat je niet slaapt doorbrengt in de badkamer. Daarom komt u in de meeste kamers binnen in de badkamer en in de vide studio’s komt u zelfs binnen op een badetage met groot bad én tweepersoons douche. Dat is nog eens relaxen na een dagje stappen in de stad! Stroom biedt ook arrangementen. Onze favoriet Green Energy waar ook een fiets onderdeel is van het arrangement, om Rotterdam vanaf de fiets te ontdekken. Lloydstraat 1. Wilt u het echte ‘havenstad’ gevoel van Rotterdam ontdekken, dan slaapt u natuurlijk op het Cruise Hotel. Dit is gesitueerd op een heus schip; de SS Rotterdam. Dit vlaggenschip heeft gevaren tussen de jaren 1959 en 2000 en heeft vele wereldreizen gemaakt. De hotelkamers zijn uitgevoerd in jaren 50-stijl en met hun 4 sterren comfort voorzien van alle gemakken. Naast slapen kunt u op het Cruise Hotel ook heerlijk eten, wat drinken en zelfs een bezoekje brengen aan het museum aan boord wat u een reis terug in de tijd van het schip laat zien, en waarbij u authentieke kunststukken kunt bekijken. Katendrechtse Hoofd.
JvG
21
PLASTISCHE CHIRURGIE
gijs van selms “Patiënten zeggen ‘dokter, ik wil geen borsten zoals Victoria Beckham’” 22
JvG
Het is een heet hangijzer. Want hoewel niemand zich meer schaamt voor plastische chirurgie en iedereen weet dat het gebeurt, wil niemand dat het ook zichtbaar is. Zeker borsten zijn een heikel punt voor veel patiënten van Medisch Centrum Jan van Goyen. “Vrouwen zijn er zeker van dat ze het willen, maar onzeker over het resultaat”, aldus Van Selms. “Wij zorgen dat ze zich ook op dat vlak zeker gaan voelen.” Van Selms maakt deel uit van het team van plastisch chirurgen binnen Medisch Centrum Jan van Goyen. Zijn expertise ligt op borstcorrecties. “Het werk hier is heel anders dan in het ziekenhuis waarin ik werkzaam ben. Hier voeren we de relatief eenvoudige borstvergrotingen en borstlifts uit. In het ziekenhuis meer risicovolle of complexe operaties, zoals borstverkleiningen of borstreconstructies.” Van Selms stelt dat borstvergrotingen om velerlei redenen kunnen plaatsvinden. “Veelal zijn het vrouwen die vinden dat ze een (te) kleine cupmaat hebben. Maar tegenwoordig krijgen we ook veel moeders die na een aantal kinderen een borstlift willen en wat we ook veel zien is dat vrouwen ongelijke borsten hebben en die gelijk willen laten maken. Nu heeft geen enkele vrouw symmetrische borsten, hetgeen ik ze ook altijd laat zien. Maar hier gaat het om vrouwen die bijvoorbeeld een A-cup linkerborst en een C-cup rechterborst hebben. Vaak vergoedt de ziektekostenverzekeraar de helft van de kosten van een normale borstvergroting in zo’n geval, maar wat men vergeet is dat voor zo’n operatie beide borsten onder handen genomen moeten worden.” Hardnekkige fabel Van Selms haalt een koffer met protheses te voorschijn en laat zien wat de mogelijkheden zijn. Waarbij ook oude protheses de revue passeren. “Ik krijg regelmatig oudere dames op het spreekuur die soms wel meer dan dertig jaar met oude protheses rondlopen. Die zijn dan helemaal ingekapseld en hard geworden. Regelmatig vraag ik mij af hoe dat soort mensen in hemelsnaam al die jaren rond hebben kunnen lopen. Ze zijn dan dolblij dat ze ondanks hun leeftijd alsnog mooie borsten kunnen krijgen. Het nieuwe materiaal is duurzamer en kapselt amper in. Waarbij ik in samenspraak met de patiënt kijk welk soort borst het beste zou passen. Bolvormig of druppelvormig. Voor of achter de borstspier. Vrouwen weten negen van de tien keer heel goed wat ze willen als ze hier
binnenkomen. Dan zeggen ze ‘dokter, ik wil geen borsten zoals Victoria Beckham’. Op verschillende internetfora, zoals borstenforum.nl, hebben ze vaak al jaren gekeken wat de mogelijkheden zijn voor ze daadwerkelijk de stap naar de kliniek maken. Het is dus een hardnekkig fabeltje dat vrouwen die een borstvergroting willen ondergaan dat impulsief doen. Dat maakt het voor mij als arts ook makkelijker, want je kan een op een praten met de patiënt die van de hoed en de rand weet.” Internet als raadgever Het internet heeft alles bespreekbaar gemaakt en is voor deze vorm van plastische chirurgie een uitkomst gebleken. “Tot halverwege de jaren negentig wist men wel dat borstvergrotingen mogelijk waren, maar waar je terecht kon en welke methodes er
“Het menselijk lichaam is niet van klei” zijn, dat was nog niet duidelijk. Waardoor ook veel kwakzalvers hun gang hebben kunnen gaan. Die rotzooi kunnen wij nog regelmatig opruimen. Dat geldt overigens ook voor mislukte operaties die in het buitenland hebben plaatsgevonden. Via de diverse internetfora worden dergelijke artsen genadeloos afgestraft. Maar wat mij bevreemdt is dat ze na een tijdje schijnbaar moeiteloos weer aan de slag kunnen en er gewoon weer patiënten op af komen.” Dat laatste bevreemdt Van Selms dan ook telkens weer. “Met dank aan de internetfora die ik al noemde, weten ze vaak heel goed waar ze moeten zijn om de beste resultaten te krijgen. Het heeft vaak te maken met artsen die een flitsende PR hebben of met prijsstunters in het buitenland.”
worden steeds verfijnder en wat mij de meeste voldoening geeft is als mensen het verschil niet meer kunnen zien tussen echte en geopereerde borsten.” De plastisch chirurg grinnikt. “Ja, ik zelf kan het meestal wel zien. Maar dat is beroepsdeformatie.” Van Selms stelt dat niet alles mogelijk is, ook al zouden de patiënten dat graag willen. “De mogelijkheden en onmogelijkheden leg ik ook altijd goed uit aan mijn patiënten. Het menselijk lichaam is niet van klei en dus niet naar believen te boetseren. De mogelijkheden hangen van zo veel factoren af. De bouw van de patiënt, eventuele eerdere operaties, de leeftijd et cetera.” Als nieuwste trend op het gebied van borstvergroting noemt de arts lipofilling. “Dat is een relatief kleine borstvergroting, veelal een half tot een klein cupje, met eigen vetweefsel dat we dan meestal uit de billen of heupen weghalen. Daarbij vooropgesteld dat een patiënt daar wel voldoende vet heeft en dat is vaak niet zo. Toch wordt dat de trend de komende jaren en ook hier gaan we daar zeker mee beginnen.” Kort CV – Drs W. G. van Selms Gijs van Selms is plastisch chirurg in de breedste zin van het woord, met als aandachtsgebieden met name alle aspecten van de borstchirurgie (borstvergroting,borstlift, borstverkleining, borstreconstructie, symmetriecorrectie), liposuctie onder locale verdoving (tumescente liposculptuur), buikwandcorrectie, bovenarm- en been correctie, handchirurgie, ooglidcorrectie, flapoorcorrectie. Hij studeerde geneeskunde aan de Universiteit van Antwerpen en aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam, alwaar hij in 1982 afstudeerde. Na zijn militaire dienst startte hij de in 1989 afgeronde opleiding chirurgie in het Rotterdamse Clara Ziekenhuis te Rotterdam, waarna hij overstapte naar het Dijkzigt Ziekenhuis te Rotterdam. Hier werkte hij onder supervisie van Prof. Dr J. van der Meulen. Sinds 1993 werkt Van Selms in het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis in Amsterdam en in Medisch Centrum Jan van Goyen. Gijs van Selms is lid van de Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie, de Nederlandse Vereniging voor Esthetische Plastische Chirurgie, en de Nederlandse Vereniging van Handchirurgie.
Lipofilling De kwaliteit staat bij Medisch Centrum Jan van Goyen altijd voorop en door alle ontwikkelingen op dit vakgebied is de toekomst volgens Van Selms kleurrijk. “De technieken
JvG
23
PLASTISCH-RECONSTRUCTIEVE NEUSCHIRURGIE
Gilbert Nolst Trenité “Binnen dit vakgebied raak je nooit uitgeleerd” 24
JvG
Binnen de plastische chirurgie is een aparte plek weggelegd voor de chirurgie aan de neus. Binnen Medisch Centrum Jan van Goyen is Prof. Dr. Gilbert Nolst Trenité degene die als dé expert op dit vakgebied te boek staat. En niet alleen binnen dit medisch centrum. Wereldwijd wordt Nolst Trenité geroemd om zijn werkzaamheden. Zowel op functioneelreconstructief vlak, als op esthetisch gebied. Nolst Trenité is het overgrote deel van zijn tijd werkzaam in het Academisch Medisch Centrum (AMC) in Amsterdam. Daar voert hij vooral functioneel-reconstructieve operaties uit. “Ik heb daar bewust gekozen voor een dienstverband van 80 procent, zodat ik naast de reconstructieve operaties ook esthetische operaties uit kan voeren. Ik vind namelijk niet dat die binnen een academische setting passen. Niet in het minst omdat het de wachtlijsten vervuilt. Overigens werk ik – mede vanwege mijn leeftijd – op dit moment nog maar 50 procent academisch. Ik kende Medisch Centrum Jan van Goyen nog uit de tijd dat het een KNO-kliniek was. Het is een fijn medisch centrum om in te werken met uitstekend personeel en uitstekende faciliteiten.” Werktechnisch verandert er voor Nolst Trenité niet heel veel. “In het AMC werk ik met assistenten in opleiding en buitenlandse fellows, en die komen ook hier naartoe. Waar ik wel verschil in zie is de benadering van de patiënt. Die staat hier in Medisch Centrum Jan van Goyen meer centraal. De lijnen zijn korter dan in zo’n groot log apparaat dat het ziekenhuis is. En dat voelt de patiënt.” Ondergeschikt belang Het gezegde ‘wie zijn neus schendt, schendt zijn aangezicht’ is er eentje die volgens Nolst Trenité maar beperkt opgaat. “Het is een contradictie. De neus zou geen bepalende factor moeten zijn voor het gezicht. Zodra de neus echter opvallend is door een rare vorm, scheefstand of andere vormen van asymmetrie, verschuift de aandacht die mensen normaal gesproken naar de ogen leidt naar de neus. Die neus zou dus van ondergeschikt belang moeten zijn voor het gezicht, maar kan tegelijkertijd ook bijdragen aan schoonheid. Heeft iemand mooie ogen en een mooie mond, maar zit er een lelijke neus tussen, vallen die ogen en mond niet op. Wordt de neus aangepast, dan wordt zo iemand ineens knap. Waarbij de meeste mensen niet direct zien wat er nu aan die persoon veranderd is. Patiënten vertellen me
regelmatig dat mensen hen vragen of ze een andere bril hebben of ander haar. Ze zien dat er ‘iets’ anders is, maar wát kunnen ze moeilijk de vinger op leggen.” En dat is dan ook exact hetgeen Nolst Trenité voor ogen staat als hij een patiënt opereert. “Neuschirurgie is van alle aangezichtschirurgie de meest moeilijke. Ik doe dan ook veel heroperaties bij mensen die teleurgesteld zijn in een operatie die ze elders hebben ondergaan. Niet alleen uit heel Nederland, maar ook vanuit het buitenland weet men hiervoor Medisch Centrum Jan van Goyen goed te vinden.” Hoge kwaliteit De professor stelt dat het bij die heroperaties in de lichte gevallen gaat om mensen waarbij het evenwicht in het gelaat na een operatie zoek is. “Maar in de zware gevallen hebben de patiënten een echt lelijke neus gekregen. Een verdraaide neuspunt, moeite
“De neus zou van ondergeschikt belang moeten zijn voor het gezicht” met ademhaling omdat de boel van binnen dicht zit. Die komen dan bij mij omdat ik om mijn specialisme bekend sta. Het aantal recidieven is binnen de neuschirurgie traditioneel hoger dan bij andere vormen van chirurgie, door de complexe anatomie van de neus en de moeilijke genezing ervan.” Daarom zijn de operaties die in Medisch Centrum Jan van Goyen worden uitgevoerd ook niet altijd helemaal esthetisch. “Soms zijn het ook functioneel esthetische operaties die we hier uitvoeren. Waarbij we snel en efficiënt kunnen werken omdat we hier vast personeel hebben dat precies weet wat ze moeten doen. Je bent een echt team, ook in combinatie met de anesthesisten. Dat komt de kwaliteit van de resultaten absoluut ten goede.”
Blijven leren Ook al is hij al vele jaren bezig en geldt hij als expert op zijn vakgebied, Nolst Trenité houdt nooit op met leren. Naar eigen zeggen is dat het allerleukste aan zijn vakgebied. “De dynamiek houdt het zo boeiend, de ontwikkelingen binnen dit vakgebied houden nooit op. Mijn leermeester Tardy in Amerika zei het al: ‘In rhinoplastic surgery you’ll never stop learning’. Iedere neus is anders en iedere keer weer is het werk een uitdaging. Vooral het behalen van resultaat op de lange termijn is iedere keer weer moeilijk. Daardoor verveelt het nooit en is dit ook een vakgebied waarbij de ervaring echt met de jaren komt. De jonge garde staat niet te trappelen om het ‘even snel’ van je over te nemen omdat ze de ervaring missen. Ik zie collega’s tot hun tachtigste of negentigste door opereren en ook zij leren nog steeds. Dat is voor mij erg inspirerend.” Kort CV – Prof. Dr G.J. Nolst Trenité Gilbert Nolst Trenité is wereldberoemd door zijn werk op het gebied van plastisch-reconstructieve neuschirurgie. Die interesse komt voort uit zijn KNO-opleiding, waarin hij zich onder meer bezig hield met experimenten op het gebied van implantaten in een groeiend neusseptum. Veelvuldige bezoeken aan buitenlandse experts op het gebied van de rhinoplastie hebben zijn kennis enorm vergroot en anno 2008 geldt hij zelf als expert. Nolst Trenité is verbonden aan het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam en gastprofessor aan de universiteitsklinieken van Gent (België) en Pécs (Hongarije). Tevens is Nolst Trenité lid van de Nederlandse Vereniging voor Keel-, Neus- en Oorheelkunde en de Heelkunde van het Hoofd-/Halsgebied, alsmede President of The European Academy of Facial Plastic Surgery.
JvG
25
PLASTISCHE CHIRURGIE
hay winters “In feite is er geen verschil tussen reconstructieve en esthetische chirurgie” 26
JvG
Voor veel mensen is het ogenschijnlijk een wereld van verschil: Complexe reconstructieve chirurgie van het gelaat na een ongeluk of de verwijdering van een tumor enerzijds en anderzijds een ‘ordinaire’ facelift. Hay Winters stelt dat de overeenkomsten groter zijn dan men op het eerste gezicht zou denken. “Beide patiënten willen een uiterlijk waarmee ze comfortabel door het leven kunnen gaan.” En dus beoefent Winters ook beide takken binnen de plastische chirurgie. “In het VU Amsterdam is mijn interessegebied reconstructieve chirurgie en dat zijn echt complexe ingrepen die wel zes tot zesentwintig uur kunnen duren. Dat gaat niet alleen om operaties aan het gelaat en de borsten, maar ook aan de romp, armen of benen. In Medisch Centrum Jan van Goyen voer ik meer algemene plastisch chirurgie uit, met als specifiek interessegebied de esthetische chirurgie. Toch hebben die beide zaken wel veel met elkaar te maken. Als ik in het VU een reconstructieve operatie uitvoer waarbij een patiënt een nieuwe mondbodem of onderkaak moet hebben, dan wel een nieuwe bovenkaak of neus, dan is dat natuurlijk een ingreep waarbij de functionaliteit voorop staat. Maar die patiënten willen er na afloop óók weer normaal uitzien. In feite is dat exact wat een patiënt verlangt van een puur esthetische operatie. Het esthetische resultaat van een tumorreconstructie, is dus van ontzettend groot belang. De technieken die je gebruikt bij met name de secundaire correcties bij een tumorreconstructie, zijn dan ook voor een groot deel gelijk aan de technieken uit de esthetische chirurgie. De anatomie van het gelaat is nu eenmaal zoals deze is. Dat geldt ook voor de anatomie van de borst. Technisch en anatomisch liggen beide soorten operaties heel dicht bij elkaar.” Geen appartementenverkoper Elke nieuwe patiënt krijgt als hij of zij esthetische chirurgie wil ondergaan in Medisch Centrum Jan van Goyen een gesprek van 20 minuten, zo vertelt Winters. “In een regulier ziekenhuis kreeg je vroeger twee minuten. Vijf als je een nieuwe patiënt was. Ik neem dus de tijd. In die 20 minuten bepaal ik niet alleen wat de patiënt wil en of dat mogelijk is, maar ik schat ook in of de patiënt voldoende is voorgelicht, of het beslismoment er wel of niet is en ik bied altijd aan dat ze voor een tweede gesprek langs kunnen komen als ze meer informatie nodig hebben of nog
vragen hebben. Voor veel mensen is een gesprek echter genoeg. Ze hebben er van te voren al goed over nagedacht en zich vaak al geïnformeerd. Na het gesprek met mij gaan ze naar de consulente die nogmaals alles doorneemt en een offerte maakt. Vervolgens wordt de patiënt gezien voor een pre-operatieve screening. Meestal is dat met een anesthesiemedewerker. Daar wordt de algehele gezondheid van de patiënt getest en als we ook maar enigszins twijfelen of die wel in orde is, sturen we zo iemand naar bijvoorbeeld een internist of cardioloog. Mocht dan uiteindelijk blijken dat we te maken hebben met een patiënt met verhoogd gezondheidsrisico, zullen we opnieuw met zo iemand gaan praten over hoe verder te gaan. Maar ik moet zeggen dat het vaak niet zo ver komt. Reeds tijdens het eerste gesprek komen dat soort dingen vaak al boven tafel.” Winters
“En dan moet je als behandelend arts dus ook tegen een patiënt durven zeggen dat hij of zij maar moet leren leven met bepaalde dingen” stelt dat hij er alles aan doet om de patiënt de tijd te gunnen over de ingreep na te denken. Zo gaat er ook weer een aantal dagen overheen als de patiënt de offerte ontvangt en die getekend terug moet sturen. “Anders voel ik me net zo’n Spaanse appartementenverkoper die iets doordrukt waar de cliënt helemaal niet aan toe is. Ik wil op alle vlakken tevreden patiënten en het voortraject is daar van groot belang bij.”
omdat de patiënt er om vraagt, of nog erger; omdat je er geld aan kunt verdienen – maar een twijfelachtige operatie uit gaan voeren, want uiteindelijk zal zo’n patiënt niet het resultaat krijgen waar op wordt gehoopt. Voorlichting is binnen dit vak essentieel. Je kan opereren en zeggen ‘jammer, het is niets geworden’. Dan stel je iemand teleur. Je kan ook uitleggen waarom er niets aan te doen is en dán help je zo’n patiënt wel. Want die lopen al jaren rond met het idee ‘wellicht kan ik er iets aan laten doen’ en die jarenlange frustratie ontneem je ze dan. Ik merk dat men ook daarop altijd uiterst dankbaar reageert.” Kort CV – Dr H.A.H. Winters In 2005 trad Hay Winters, in datzelfde jaar verkozen tot ‘ beste reconstructief chirurg van Nederland’, toe tot de vakgroep plastische chirurgie van het Esthetisch Centrum Amsterdam, onderdeel van Medisch Centrum Jan van Goyen. Winters bekwaamde zich na het afronden van zijn studie geneeskunde aan de universiteiten van Gent en Nijmegen aanvankelijk in de algemene chirurgie. In die hoedanigheid werkte hij in het Diaconessen Ziekenhuis te Eindhoven en het Sint Lucas Ziekenhuis in Amsterdam. Vervolgens besloot hij zich te specialiseren in de plastische chirurgie en na zijn registratie in 1994 in het Amsterdamse VU Medisch Centrum – waar hij nog steeds werkzaam is – legde Hay Winters zich verder toe op complexe reconstructieve ingrepen. Vanuit zijn passie voor de reconstructieve chirurgie ontstond een interesse voor esthetische chirurgie. In 2007 promoveerde hij op de transplantatie van gevasculariseerd bot uit het bekken en been bij de reconstructie van ernstige botdefecten (onder- en bovenkaak, wervelkolom, armen en benen). Hay Winters is lid van de Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie, de Nederlandse Vereniging voor Esthetische Plastische Chirurgie, de Nederlandse Vereniging voor Handchirurgie en de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde, de Nederlandse Werkgroep Hoofd- en Halstumoren en de European Plastic Surgery Workshop.
Dankbaar werk Eerlijkheid is ook van groot belang, zo vindt Winters. Want hoe ver de medische wetenschap ook is gevorderd, niet alles is mogelijk. “En dan moet je als behandelend arts dus ook tegen een patiënt durven zeggen dat hij of zij maar moet leren leven met bepaalde dingen, zoals bijvoorbeeld een litteken en niet -
JvG
27
UIT ETEN
MARIO UVA Italiaans restaurant en kookstudio
In maart van dit jaar hebben Mario Uva, oprichter van Ristorante Mario Uva, en zijn zoon Raffaele een kookstudio geopend, Cuccina Uva. Zoals zij zelf zeggen is de Italiaanse keuken een mengeling van regionale, provinciale en familiegerechten. En dat verschillend per seizoen en van kok tot kok. Zij zien het als een ongeordende collectie met schatten aan recepten die van generatie op generatie zijn doorgegeven. Natuurlijk altijd aangepast aan de beschikbare producten en verbeterd door kundige handen. In hun kookstudio dragen zij hun kennis en kunde en liefde voor het Italiaanse eten over. Mario behoort tot de top van de Italiaanse restaurants in Nederland. Op de menukaart zijn alle Italiaanse streken vertegenwoordigd. De traditionele Italiaanse gerechten, vol met de rijke en verfijnde invloeden van deze keuken, zijn hier in een hedendaags jasje gestoken. In de keuken van eigenaar Alessandro Uva worden de meeste belangrijke 28
JvG
ingrediënten direct uit Italië geïmporteerd. Het garandeert een authentieke smaakervaring. Alessandro is er ook trots op een uitstekende band te hebben opgebouwd met locale leveranciers die kwalitatief hoogwaardige producten als vlees en vis leveren. Ook Italiaanse wijnen zijn een grote passie van hem. Hij importeert alle wijnen zelf. In de grote wijnkelder worden regelmatig proeverijen gehouden. Ristorante Mario en Cuccina Uva zijn ondergebracht in meerdere aan elkaar geschakelde dijkhuisjes in het landelijk gelegen Noord Hollandse Neck. Niet alleen het eten bij Mario is goed ook de inrichting is zeer smaakvol, het is modern, met een vleugje chique. En wie na afloop van een avondje koken of dineren de auto niet meer wil instappen kan overnachten in een van de vier gastenkamers. Mario Uva is lid van Quality Lodgings (QL). Deze hotels kenmerken zich door hun unieke ligging en hoogwaardige accommodaties.
Quality lodgings – charming by nature Mario Uva is lid van Quality Lodgings (QL). Quality Lodgings is een verzameling van ruim 60 kleinschalige en onafhankelijke kwaliteitshotels in Nederland en België en de Antillen. Deze hotels kenmerken zich door hun unieke ligging en hoogwaardige accommodaties. Ze liggen in of vlakbij de natuur: bossen, heide, water, strand, duinen of weilanden. Ook bevindt zich een aantal bijzondere hotels (QL city) midden in een grote stad, zoals bijvoorbeeld in Amsterdam, Maastricht, Antwerpen en Brugge. QL richt zich niet op louter logeren, het gaat om de combinatie van eten, drinken en slapen. Culinair genieten is dus een belangrijke factor. De som der delen is immers groter dan elk element afzonderlijk. www.qlhotels.nl Bent u geïnteresseerd in het restaurant, het hotel of de kookstudio van Mario Uva, bezoek dan de website www.mariouva.nl
JvG
29
FLEBOLOGIE
james lawson “Persoonlijk contact tussen patiënt en de behandelend specialist is erg belangrijk” 30
JvG
James Lawson, sinds 1983 chirurg met als aandachtsgebied arteriële en veneuze vaatchirurgie, is sinds 2006 aan Medisch Centrum Jan van Goyen verbonden als specialist op het gebied van de endovasculaire behandeling van varices. Een veel voorkomende aandoening, waarvoor in het verleden veelal eerst de huisarts werd bezocht. Maar het patiëntenaanbod in het medisch centrum is zeer divers, komt uit heel Nederland en is een stuk mondiger geworden dan een aantal jaren geleden. Men weet wat er te halen valt en wil de beste zorg. Lawson beaamt dit. “In principe moet eerst de huisarts worden bezocht. We merken echter dat dit steeds minder gebeurt. Mensen zoeken op internet, zien advertenties of televisieprogramma’s en laten zich door vrienden verwijzen. Vervolgens stelt de patiënt zelf de diagnose en is daar soms zelfs beter in dan de huisarts. Er wordt gekeken naar de mogelijkheden en als de keus is gemaakt, wordt daar doelbewust op af gegaan. Steeds meer klinieken worden commerciëler om deze vraag aan te kunnen. De huisartsen zijn wat betreft de behandeling van varices vaak wat afhoudend. Terecht, want dat is hun taak ook. Maar bij veel patiënten lukt dat niet meer.” Zelfdiagnoses Als vaatchirurg komt Lawson veel van dergelijke patiënten tegen. “Ze hebben zelf op internet gezocht en komen hier binnen met de mededeling dat ze ‘die en die techniek’ willen. Nu hebben we in Medisch Centrum Jan van Goyen de meest geavanceerde materialen tot onze beschikking en kunnen we het breedst mogelijke aanbod leveren. Velen van hen willen om cosmetische redenen iets laten doen en het gaat in zulke gevallen ook om hele kleine reticulaire of bezemrijsvarices die gescleroseerd kunnen worden of met een cosmetische laser kunnen worden gecoaguleerd. Toch hebben we een standaard procedure voor mensen die met varices binnen komen. In principe gaat iedere patiënt eerst naar de fleboloog of dermatoloog. Daar wordt men onderzocht en wordt tijdens hetzelfde bezoek via een duplexonderzoek gekeken of het oppervlakkige varices zijn, of dat er meer aan de hand is. Als uit de echo blijkt dat er veneuze reflux is in de stamvarices, dan gaan ze door naar een van de drie vaatchirurgen.
Magnetron Doordat de kliniek het complete scala aan technieken wil bieden, zijn de mogelijkheden uitgebreid. Lawson werkt zelf heel graag met de ClosureFast- procedure. “Het is een wat meer geavanceerde methode dan de endoveneuze laser die ook wordt gebruikt om insufficiëntie in de stamvarices te behandelen”, zo stelt Lawson. “De behandelkatheter wordt onder plaatselijke verdoving in de ader gebracht. Een laser werkt met een gecoate laserfiber die aan het uiteinde een kaal puntje heeft. De laserenergie wordt heel focaal in het vat toegediend. De temperatuur kan hoog oplopen, omdat er geen controlemechanisme is. De Closureprocedure werkt niet met laserlicht, maar met hoogfrequente elektromagnetische golven die het uiteinde van 7 centimeter van de katheter gelijktijdig verhit, waardoor het collageen in de vaatwand krimpt en de ader sluit. Vergelijk het met een magnetron.
“Wij kunnen snel inspringen op nieuwe veelbelovende ontwikkelingen” De katheter heeft een temperatuursensor waardoor de energie zeer gedoseerd wordt toegediend. Een groot voordeel van het werken met deze procedure is dat de methode snel is. Als vaatchirurg is het nu mogelijk in een paar stappen van 20 seconden een heel vat dicht te maken. Daarnaast - en dat is ook erg belangrijk - is het prettig voor de patiënt. De behandeling geeft minder reactie van het bloedvat en perforeert de ader niet. Men heeft er na afloop dus minder last van.” Een ander voordeel zit in het relatieve gemak waarmee de operatie uitgevoerd kan worden, zo stelt Lawson. “Er komt wat meer rompslomp kijken bij een laserbehandeling. De deuren moeten op slot, iedereen in de operatiekamer moet een veiligheidsbril op. De ClosureFast-katheter kan relatief eenvoudig worden ingebracht zonder dat daar al die veiligheidsvoorschriften voor nodig zijn. Daarnaast is het voor operatieverpleegkundigen ook fijn werken. Het is een soepel systeem.”
nieuwe lasers Daarnaast is er een sterke ontwikkeling in de techniek van de endoveneuze laserbehandeling. Ons centrum heeft sinds kort de beschikking over de ‘EIVeS Painless ® radiale laser” die het laserlicht 360 graden rondom de tip direct op de vaatwand richt, zodat minder energie noodzakelijk is. Het gevolg is minder pijn en blauwe plekken na de ingreep. Bovendien maken we ook gebruik van de NeverTouch ® laserfiber die een lasertip heeft, die met een gouden hulsje wordt beschermd, waardoor geen perforaties kunnen optreden. Persoonlijk contact Het complete aanbod is volgens Lawson erg belangrijk. Soms is een laserbehandeling handiger bijvoorbeeld bij het occluderen van restvarices na een eerdere stripoperatie. De keuzemogelijkheid is een onderscheidende factor die Medisch Centrum Jan van Goyen een meerwaarde geeft. “Zo kan de sclerotherapie of cosmetische laser door onze fleboloog of dermatoloog worden gedaan, terwijl de vaatchirurgen de meer invasieve ingrepen voor hun rekening nemen. Wij kunnen snel inspringen op nieuwe veelbelovende ontwikkelingen, omdat door de efficiënte bedrijfsvoering meer geld beschikbaar is voor investeringen in nieuwe medische apparatuur. Wij kijken eerst wat het beste is voor de patiënt voordat we een behandeling starten. Dat persoonlijke contact tussen patiënt en de behandelend specialist is erg belangrijk. Er zijn mensen die het liefst in het grootst mogelijke ziekenhuis worden behandeld. Liefst academisch. Maar er is een steeds groter wordend aantal dat juist de kleinschalige professionele zorg erg waardeert. Die weten de weg naar Medisch Centrum Jan van Goyen steeds beter te vinden.” Kort CV – Dr J.A. Lawson Studeerde medicijnen in Utrecht en Amsterdam, opgeleid tot algemeen chirurg in het Zuiderziekenhuis en het Academisch ziekenhuis te Rotterdam. Specialiseerde zich in de vaatchirurgie in het Antoniusziekenhuis te Nieuwegein en promoveerde in 1985 in Amsterdam. Van 1987 tot 1993 werkzaam als vaatchirurg in het Slotervaartziekenhuis te Amsterdam, waarna hij overstapte naar ziekenhuis Amstelland te Amstelveen. Sinds 2006 tevens werkzaam als vaatchirurg met speciale aandacht voor veneuze vaatziekten in Medisch Centrum Jan van Goyen.
JvG
31
ANESTHESIE
jan willem bakker en Patrick Warren
“De behandeling van een patiënt is een persoonlijke ervaring” 32
JvG
Met een groot aantal snijdend specialisten onder een dak is Medisch Centrum Jan van Goyen multifunctioneel te noemen. Al die snijdend specialisten hebben ondersteuning nodig van een betrokken groep anesthesisten. Wij spreken met anesthesist Patrick Warren en Jan Willem Bakker, werkzaam als kliniekmanager van Medisch Centrum Jan van Goyen. Medisch Centrum Jan van Goyen kenmerkt zich door een aantal specialismen in huis te hebben die op hoog niveau functioneren. Op alle gebied. Van ontvangst van de patiënt tot de medische ingreep en het vervolgtraject toe. “Die hoge kwaliteit is een speerpunt van de organisatie. Om die kwaliteit te waarborgen is het zaak dat er veel behandelingen plaatsvinden. Hoge productie betekent een hoge efficiëntie en een steeds groter wordende kennis en ervaring”, aldus Jan Willem Bakker. “Dat betekent dus dat we de deuren wijd open zetten en scherp blijven op de patiëntenstroom. Dreigt er een wachtlijst te ontstaan binnen een bepaald specialisme, dan zullen we nieuwe specialisten aan het betreffende team toevoegen.” Patrick Warren stelt dat er derhalve patiëntenstromen ontstaan die niet meer – zoals in reguliere ziekenhuizen wel het geval is – tussen 08.00 uur en 16.00 uur worden geopereerd, maar ook op latere tijdstippen. “De medewerkers van Medisch Centrum Jan van Goyen willen graag werken. Men vindt het leuk om de handen uit de mouwen te steken. Dat is een enorm cultuurverschil met een regulier ziekenhuis. Bij ons komt het voor dat een team de eerste acht uur van een dag opereert, waarna een ander team het tot 20.00 uur ‘s avonds overneemt. Een toename van 50 procent effectieve operatietijd.” Enorme cultuurverandering Om de patiëntenstroom binnen de relatief kleine setting van Medisch Centrum Jan van Goyen te kunnen verwerken, wordt uiterst efficiënt met de beschikbare OK–ruimte omgegaan. In reguliere zorginstellingen kunnen geplande patiënten door bijvoorbeeld spoedoperaties soms niet meer aan bod komen op een afgesproken operatiedag. “Bij ons valt niemand af”, zo stelt Bakker. Warren: “Waarbij natuurlijk wel de kanttekening gemaakt moet worden dat de patiëntenpopulatie van een regulier ziekenhuis anders is. De patiënten die in Medisch Centrum Jan van Goyen binnen komen, zijn niet in acuut levensgevaar of heel ernstig ziek. Dat maakt de zorg die we hier aanbieden een stuk beter planbaar.” Bakker: “Die planning maakt dat iedere patiënt
op de dag van afspraak wordt behandeld. Ook al betekent dit in uitzonderlijke gevallen dat er langer doorgewerkt moet worden. Dat is echt een enorme cultuurverandering. Tevens ongekend is de beheersing van de patiëntenstroom. Met slechts negen recovery bedden beschikt Medisch Centrum Jan van Goyen over een beperkte postoperatieve capaciteit. Bakker: “Desalniettemin kunnen we tot wel twintig operaties op een dag plannen, zonder dat er ook maar één patiënt uit bed gejaagd hoeft te worden. Daarvoor is een vlekkeloze samenwerking tussen recoverymedewerkers en anesthesisten onontbeerlijk.” Persoonlijke benadering In totaal zijn vijf anesthesisten werkzaam op de operatiekamers van Medisch Centrum Jan van Goyen. Patrick Warren stelt dat een gemiddelde patiënt – uitgezonderd de meer intensieve ingrepen binnen de orthopedische of cosmetisch chirurgische – zo’n vier uur na
“Die persoonlijke benadering is voor dit medisch centrum dan ook zeer belangrijk” een operatie weer buiten staat. Het is echter nooit lopendebandwerk. “De relatie anesthesist / patiënt is juist een zeer persoonlijke, omdat geen patiënt hetzelfde is. Logischerwijs heeft een patiënt die aan de voetzool geopereerd wordt een andere verdoving nodig dan iemand die een nieuwe knie krijgt, maar ook binnen die diverse disciplines verschilt het werk van patiënt tot patiënt. Er moet worden ingeschat hoe de persoon leeft, hoe zijn algemene konditie is, of hij of zij veel medicijnen gebruikt, veel alcohol drinkt of drugs gebruikt. Is hij of zij (over)gevoelig voor bepaalde stoffen, et cetera. Op basis daarvan bepaal je hoe te werk te gaat.” Bakker: “Die persoonlijke benadering is voor dit medisch centrum dan ook zeer belangrijk, bij alle medewerkers. De patiënt voelt het al bij binnenkomst en het gebeurt niet zelden dat men enthousiast de deur weer uit gaat. Terwijl men hier toch in het algemeen niet voor de lol naartoe komt.” Volgens Bakker is het goede gevoel dat het overgrote deel van de patiënten na afloop
van een operatie in Medisch Centrum Jan van Goyen heeft voor een groot deel te danken is aan de beleving van het feit dat de operatie is meegevallen. “En daarbij is een goede pijnstilling van cruciaal belang”. Warren beaamt dat. “Wij stellen onszelf ten doel om iedere patiënt weer pijnvrij bij te laten komen in de verkoeverkamer. Natuurlijk is dat niet in alle gevallen mogelijk, maar het is een uitgangspunt waar we altijd naar toe werken. Daarna is het zorg dat de pijn ook in de volgende dagen minimaal is.” Daarvoor worden diverse methodes gehanteerd. Van plaatselijke verdoving, opgevolgd met pijnstillers tot meer complexere oplossingen. “Wat er ook nodig is”, zo stelt Warren, die aangeeft dat het juist vanwege de korte lijnen binnen Medisch Centrum Jan van Goyen mogelijk is om snel de nieuwste technieken te kunnen implementeren en institutionaliseren. “Wij volgen de ontwikkelingen op de voet en als er iets is waarmee we denken de kwaliteit van werken te kunnen verbeteren, kunnen we heel snel schakelen met alle betrokkenen en kan een beslissing om al dan niet een bepaalde techniek toe te gaan passen in zeer korte tijd genomen worden. Hierdoor lopen we in de voorhoede mee met de ontwikkelingen, waarbij reguliere ziekenhuizen vanwege trage besluitvormingsprocessen regelmatig achter blijven.” Bakker: “Dat betekent natuurlijk niet dat je alle nieuwe ontwikkelingen maar blind moet volgen. Maar wel dat je de beste methodes er uitpikt en om die inschatting goed te kunnen maken moet je zorgen dat je de juiste mensen op de juiste plek hebt zitten. Ik kan stellen dat we die hier in Medisch Centrum Jan van Goyen zeker hebben.” Kort CV – J.W. Bakker Opgeleid tot verpleegkundige met een aantal specialisaties, waaronder anesthesie, is Bakker zich een aantal jaren geleden gaan toeleggen op de managementkant van de gezondheidszorg. Na jarenlange ervaring in grote ziekenhuizen, koos hij voor een kleinschalige setting waar de patiënt centraal staat, Medisch Centrum Jan van Goyen. Sinds 2004 is Jan Willem Bakker de kliniekmanager van de Stichting Medisch Centrum Jan van Goyen. Kort CV – drs P. Warren Opleiding anesthesioloog WG/AMC Amsterdam 1982-2000: Ziekenhuis Hilversum 2000-2006: Freelance anesthesioloog 2006-heden: BovenIJ Ziekenhuis Amsterdam 2006-heden: Medisch Centrum Jan van Goyen
JvG
33