ECONOMISCH BELEID IN DE GEMEENTE BEDUM
Afdeling VROM Ineke Zuidema November 2009
ECONOMISCH BELEID IN DE GEMEENTE BEDUM
Afdeling VROM Ineke Zuidema November 2009
INHOUDSOPGAVE
1.
ALGEMEEN
1
1.1. 1.2. 1.3.
Inleiding Huidig economisch beleid Betekenis economisch beleid voor het platteland
1 1 2
2.
RANDVOORWAARDEN
3
2.1. 2.2. 2.3.
Rijksbeleid Provinciaal beleid Bestuursprogramma gemeente Bedum 2006 – 2010
3 3 4
3.
ONTWIKKELINGEN IN REGELGEVING
5
3.1. 3.2. 3.3.
Project Administratieve Lastenverlichting Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Activiteitenbesluit
5 5 6
4.
KENGETALLEN
7
4.1. 4.2. 4.3. 4.4.
Werkgelegenheid Bedrijvigheid Werkloosheid Demografische ontwikkelingen
7 8 9 10
5.
GEBIEDEN VAN ECONOMISCH BELEID
11
5.1.
Regionale samenwerking 5.1.1. Regiovisie Groningen – Assen 5.1.2. Project “Ondernemer in beweging” 5.1.3. Stimuleringsproject MKB Noord Groningen Recreatie en toerisme Agrarische bedrijvigheid Detailhandel Centrumplan Markten
11 11 12 12 13 14 15 16 17
5.2. 5.3. 5.4. 5.5. 5.6.
5.7.
Bedrijventerreinen 5.7.1. Bedrijventerrein Industrieweg 5.7.2. Bedrijvenpark Boterdiep 5.7.3. Bedrijventerrein noordzijde Bedum 5.7.4. Overige bedrijventerreinen binnen de gemeente 5.8. Beroep / bedrijf aan huis 5.9. Woningbouw 5.10. Infrastructuur 5.10.1. Huidige situatie 5.10.2. Gewenste ontwikkelingen / knelpunten 5.11. Communicatie / promotie 5.11.1. Bedrijvenvereniging gemeente Bedum 5.11.2. Agrarisch overleg Ten Boer – Bedum 5.11.3. Promotie 5.12. Arbeidsmarktbeleid 5.12.1. Het uitstroomteam 5.12.2. Het vacatureservicepunt (VSP) 5.12.3. Loket leren / werken 5.12.4. Overzicht van de onderkant van de arbeidsmarkt 5.12.5. Gemeentelijke reïntegratie-activiteiten 5.12.6. Ondersteuning aan ondernemers
17 17 18 19 19 20 20 21 21 22 23 23 23 23 24 24 24 25 26 26 26
6.
DE TE VOLGEN KOERS
27
6.1. 6.2. 6.3. 6.4. 6.5. 6.6. 6.7. 6.8. 6.9.
Administratieve lastenverlichting Regionale samenwerking Detailhandel Markten Bedrijventerreinen Beroep / bedrijf aan huis Infrastructuur Communicatie / promotie Arbeidsmarktbeleid
27 27 27 28 28 28 28 29 29
1.
ALGEMEEN
1.1.
Inleiding
Voor u ligt de notitie “Economisch beleid in de gemeente Bedum”. Tot 1 september 2006 was het taakveld economische zaken binnen de gemeente Bedum niet specifiek benoemd en waren er geen uren gereserveerd voor de uitvoering. Echter, sinds 1 september 2006 heeft er een functie-uitbreiding op de afdeling VROM plaatsgevonden, waarbij 7,2 uur per week is vrijgemaakt voor het taakveld economische zaken. Mede naar aanleiding hiervan is aan de raad toegezegd dat er een notitie op het gebied van economische zaken zal worden opgesteld. Het doel van deze notitie is de huidige werkwijze, de uitgangspunten en de randvoorwaarden te benoemen en daarbij aan te geven wat – rekening houdend met deze diverse aspecten – het ambitieniveau voor de komende jaren zal zijn. De notitie behandelt het economisch beleid, de randvoorwaarden, van belang zijnde projecten en wetswijzigingen en een aantal aandachtsgebieden zoals de bedrijventerreinen en externe organisaties. 1.2.
Huidig economisch beleid
De verschillende onderdelen van economisch beleid vormen alle separate onderdelen van het gemeentelijk beleid, zodat een integraal overzicht nog niet bestaat. Maar wanneer alle ontwikkelingen en wensen worden gerubriceerd blijkt dat er in de gemeente vele zaken op economisch gebied spelen. Zo wordt het beleid met betrekking tot de agrarische sector vertaald in het nieuwe bestemmingsplan voor het buitengebied. De plannen voor het centrum van Bedum zijn volop in ontwikkeling en dit is van groot belang voor de gevestigde en nog te vestigen ondernemers. De nieuwe woonwijk Ter Laan 4 zal positieve gevolgen hebben voor de ondernemers binnen de gemeente Bedum. Maar ook de ontwikkeling van het terrein van de voormalige gasfabriek zal voor ondernemers merkbaar zijn en werkgelegenheid opleveren. Daarnaast is de infrastructuur binnen, maar ook buiten de gemeente van belang. Denk hierbij aan bijvoorbeeld de Oost-West verbinding. Ook dit is een beleidsonderdeel dat gevolgen heeft voor de economische ontwikkeling van onze gemeente. Maar ook het beleid met betrekking tot werkgelegenheid en andere sociale aspecten heeft uiteraard raakvlakken met het economisch beleid. Kortom, er spelen heel veel zaken die op de één of andere manier een raakvlak hebben met het economisch reilen en zeilen van de gemeente. Het gaat te ver om al deze aspecten, die reeds in andere (beleids-) notities zijn vastgelegd, in deze notitie te herhalen.
1
1.3.
Betekenis economisch beleid voor het platteland
Bewezen is, dat de aanwezigheid van werkgelegenheid een positieve invloed heeft op leefbaarheid in een dorp en in een gemeente. Banen trekken inwoners aan en inwoners (en dus ook de jeugd) trekken minder snel weg als er werkgelegenheid aanwezig is. Ondernemingen zorgen in de eerste plaats voor werkgelegenheid, bieden tal van mogelijkheden om tijd en geld buiten het werk te besteden en kunnen door innovaties de kwaliteit van het leven verbeteren. Was het tot voor kort zo, dat de regering (en ook de provincie Groningen) vooral gericht was op de verschillende vraagstukken van de grote(re) steden, nu krijgt het platteland gaandeweg een ander, sterker imago. Het blijkt dat er meer vitaliteit en zeker meer woonkwaliteit aanwezig is dan in menig grote stad. Het platteland, als achterland van de grote steden, beschikt over rust, ruimte en schone lucht. Met de presentatie van de (Rijks)nota “sterke steden en een vitaal platteland” blijkt bovendien dat stad en platteland niet zonder elkaar kunnen en dat er een samenhang moet gaan ontstaan waarin iedereen een eigen functie heeft. Het platteland moet daarbij de grote stad niet willen kopiëren, door bijvoorbeeld ook veel grote bedrijventerreinen te willen aanleggen. Beter is de sterke punten van de gemeente, zoals een prettig woonklimaat en een hoog voorzieningenniveau, verder te ontwikkelen.
2
2.
RANDVOORWAARDEN
Voor het voeren van een gemeentelijk economisch beleid dient een aantal randvoorwaarden in acht te worden genomen. De belangrijkste zijn het rijks- en provinciaal beleid en het gemeentelijk beleid, zoals vastgelegd in het “Bestuursprogramma gemeente Bedum 2006 – 2010. 2.1.
Rijksbeleid
In het kader van het economisch beleid is een aantal dossiers op rijksniveau van belang, te weten de Nota Ruimte en de Wet Investeringsbudget Landelijk Gebied. In de Nota Ruimte geeft het kabinet haar visie op de ruimtelijke ontwikkeling van en een bijdrage aan een sterke economie. Het kabinet schept ruimte voor ontwikkeling, uitgaande van het motto “decentraal wat kan, centraal wat moet” en verschuift het accent van het stellen van ruimtelijke beperkingen naar het stimuleren van gewenste ontwikkelingen. Ingezet wordt op versterking van de stedelijke netwerken, zoals de Regio Groningen-Assen. De Wet Investeringsbudget Landelijk Gebied vormt de basis voor de uitvoering van de “Agenda voor een vitaal platteland” en het “Meerjarenuitvoeringsprogramma Vitaal Platteland”. Deze door het kabinet geformuleerde rijksdoelen komen terug in het door de provincie vastgestelde “Programma Landelijk Gebied 2007-2013”. Te noemen zijn een vitale en duurzame agrarische sector, alsmede de sociaal-economische vitalisering van het platteland. 2.2.
Provinciaal beleid
Het provinciaal beleid is met name vertaald in het Provinciaal Omgevingsplan (POP). Hierin stelt de provincie dat men streeft naar het samengaan van economie en omgeving: een versterkte duurzame groei van economie en werkgelegenheid in combinatie met versterking van natuur, landschap en milieu. Voorwaarden hiervoor zijn een goed functionerende arbeidsmarkt en een optimaal vestigingsklimaat voor bedrijven met een voldoende en gedifferentieerd aanbod van bedrijventerreinen en kantoorlocaties die uitstekend bereikbaar zijn. Vanuit een zuinig en duurzaam ruimtegebruik wil de provincie de bestaande bedrijventerreinen optimaal benutten en zo nodig herstructureren voordat nieuwe terreinen worden ontwikkeld. Ook is de provincie van mening dat er buiten de kernzones een bundeling van bedrijvigheid bevorderd moet worden. Het overal laten ontstaan van kleine bedrijventerreinen is niet in het belang van het vestigingsklimaat en de kwaliteit van het landschap. Met name het laatste standpunt van de provincie betekent voor de gemeente Bedum wellicht dat een toekomstige uitbreiding van het bedrijventerrein Boterdiep (fase 3) niet tot de mogelijkheden behoort. In dit standpunt kunnen wij ons niet vinden. Onder het kopje “5.7.2. Bedrijvenpark Boterdiep” gaan wij nader in op dit standpunt van de provincie en onze reactie hieromtrent in het kader van POP-3. Ook het provinciaal beleid op andere terreinen die het economisch beleid raken is vertaald in het POP. Het inmiddels vastgestelde POP-3 levert eigenlijk geen ander beeld op.
3
2.3.
Bestuursprogramma gemeente Bedum 2006 - 2010
In het “Bestuursprogramma gemeente Bedum 2006 – 2010” is onder het kopje “Economie en Landbouw” het volgende opgenomen.
Economische aangelegenheden De gemeente voert een actief voorwaardenscheppend beleid ter versterking van de lokale economie. Met het bedrijfsleven vindt gestructureerd overleg plaats. De gemeente stimuleert de lokale werkgelegenheid en ontwikkelt daartoe de realisering van de tweede fase van het bedrijvenpark Boterdiep. Ter verbetering van het vestigingsklimaat is de gemeente alert op mogelijkheden om de ICTinfrastructuur te versterken. Verbetering winkelstructuur. Het Basisplan Detailhandel Bedum vormt het uitgangspunt voor verbetering van de winkelstructuur. De haalbaarheid is mede afhankelijk van de financiële positie van de gemeente. 24-uurs economie. Het restrictieve beleid ten aanzien van de openstelling van winkels op zondag blijft gehandhaafd. Landbouw. Met inachtneming van geldende milieuregels is agrarische activiteit in het buitengebied leidend. De gemeente stimuleert initiatieven vanuit de landbouw om te komen tot milieuvriendelijke productie. Voor wat betreft de gebruiksmogelijkheden van vrijkomende agrarische gebouwen die hun oorspronkelijke functie hebben verloren wordt verwezen naar de tekst bij punt 8.6.
N.B.: Punt 8.6 van het Bestuursprogramma luidt als volgt: 8.6. Buitengebied De gemeente Bedum heeft een landelijk karakter en dat moet zo blijven. Het kenmerkende open karakter van het landschap wordt beschermd. Het buitengebied heeft primair een agrarische functie. De gebruiksmogelijkheden van agrarische gebouwen die hun oorspronkelijke functie hebben verloren worden verruimd. Om het plattelandskarakter te bewaren geldt deze verruiming niet voor detailhandel. Het alternatieve gebruik mag de agrarische activiteiten in het buitengebied niet belemmeren.
4
3.
ONTWIKKELINGEN IN REGELGEVING
3.1.
Project Administratieve Lastenverlichting
Vermindering van administratieve lasten staat hoog op de politieke agenda. Het doel voor zowel de rijksoverheid als de decentrale overheid is om de omvang van de administratieve lasten voor ondernemers en burgers met 25% te verminderen. Bij administratieve lasten kan een onderscheid worden gemaakt in directe en indirecte lasten. De directe administratieve lasten zijn de kosten voor het Nederlandse bedrijfsleven en burgers om te voldoen aan de informatieverplichtingen die voortvloeien uit regelgeving van de overheid. Met indirecte administratieve lasten worden alle lasten bedoeld die niet direct voortvloeien uit een regeling en in tijd en geld zijn uit te drukken, maar die voor ondernemers en burgers wel meetellen als het gaat om het beoordelen van de administratieve lastendruk, zoals onduidelijkheden over de procedures of de afhandeling van een aanvraag. Binnen de gemeente Bedum is onderzoek verricht naar de mogelijkheden om de administratieve lasten voor de ondernemers en de burgers te verminderen. De uitkomsten van het onderzoek zijn positief. Voor de regelingen die zijn onderzocht is het mogelijk de administratieve lasten voor de ondernemers te verminderen met 52%, voor de burgers kunnen de lasten met 36% worden verminderd. Op basis van de uitkomsten van het onderzoek is een maatregelenplan opgesteld. De voorstellen in het plan zullen de komende jaren worden uitgevoerd, teneinde te komen tot de gewenste lastenverlichting. 3.2.
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
Zoals het nu lijkt zal de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (WABO) in de loop van het jaar 2010 in werking treden. Het doel van de Wet is vermindering van de administratieve lasten en vereenvoudiging van de procedures voor burgers en bedrijven. Er hoeft straks slechts één procedure gevolgd worden en één vergunning worden afgegeven voor een fysieke ingreep in de buitenruimte of aan een bouwwerk. Een groot aantal, vaak afzonderlijke stelsels van vergunningen wordt daarmee onder de procedurele werking van één regime gebracht. De wet verlangt als eindproduct een integrale en dus afgestemde en samenhangende vergunning, de zogenaamde omgevingsvergunning. De stappen die nu worden ondernomen zijn gericht op de inwerkingtreding van de wet per 1 januari 2010. Op die datum: - moet de gemeente beschikken over één loket, een complete aanvraag moet dan bij één contactpersoon gedaan kunnen worden; - moet een vergunningaanvraag geheel digitaal ingediend en ontvangen kunnen worden en: - moet de gemeente één vergunning kunnen afgeven voor alle geïntegreerde of aangehaakte beslissingen. De verwachting is dat de invoering van de WABO een lastenverlichting voor het bedrijfsleven tot gevolg zal hebben.
5
3.3.
Activiteitenbesluit
De ministeries VROM en Verkeer en Waterstaat breiden het aantal bedrijven uit dat onder de algemene milieuregels valt. Elf bestaande Algemene maatregelen van bestuur (AMvB) en het Besluit opslaan ondergrondse tanks maken plaats voor één nieuwe AMvB, het Activiteitenbesluit genaamd. Bij deze samenvoeging is ook regelgeving voor lozingen die vallen onder de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo) meegenomen. Dit betekent dat voor 37.000 bedrijven de milieuvergunning vervalt, voor 68.000 bedrijven de meldingsplicht vervalt en er 1300 minder Wvo-vergunningen nodig zijn. Het Activiteitenbesluit is op 1 januari 2008 in werking getreden. De systematiek van de wet ging er tot 1 januari 2008 vanuit dat de meeste bedrijven vergunningplichtig zijn. Met de nieuwe regels is deze systematiek omgedraaid. Uitgangspunt is dat bedrijven moeten voldoen aan de algemene regels. Bedrijven die niet onder de algemene regels vallen, houden een milieuvergunningplicht op basis van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (WABO). Invoering van het Activiteitenbesluit betekent voor het bedrijfsleven een administratieve lastenverlichting. Uit onderstaande tabel blijkt dat minder bedrijven vergunningplichtig zijn en dus kunnen volstaan met een melding.
Categorie
2004
2007
2009
2012
Aantal bedrijven Algemene regels Vergunningplicht Type A Type B Type C Agrarisch Type C IPPC
320 250 70 -
338 300 38 -
340 322 66 170 15 86 3
340 337 66 185 0 80 3
Toelichting: Type A: bedrijven waarvan de activiteiten weinig (negatieve) invloed hebben op het milieu. Deze bedrijven dienen te voldoen aan de regelgeving van het Activiteitenbesluit maar hoeven zich bij oprichting of wijziging van het bedrijf niet te melden. Type B: bedrijven waarvoor geen vergunningplicht (meer) geldt en die geheel onder de regels van het Activiteitenbesluit vallen. Voor deze bedrijven is het voldoende om bij oprichting of wijziging dit te melden bij de gemeente. Type C: bedrijven waarvoor de vergunningplicht nu blijft gelden. Vanaf 2012 vallen deze bedrijven onder algemene regels. Daarnaast zijn er nog bedrijven waarvoor andere regelgeving geldt zoals agrarische bedrijven. Deze vallen ook onder Type C maar zijn als aparte groep aangegeven (agrarisch Type C). IPPC: deze bedrijven blijven nu en in de toekomst vergunningplichtig. Het betreft o.a. grote intensieve veehouderijen en de zuivelindustrie.
6
4.
KENGETALLEN
4.1.
Werkgelegenheid
In onderstaande tabel is, uitgesplitst naar verschillende sectoren, de werkgelegenheid in de gemeente weergegeven (2008). Werkgelegenheid gemeente Bedum – 2008
Totaal werkgelegenheid Landbouw en visserij Industrie Bouwnijverheid Handel Horeca Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur Onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Milieudienstverlening, cultuur, recreatie en overige dienstverlening
vestigingen 589 100 35 51 124 21 21 13 114 2 19 33
mannen 1.741 357 246 223 368 48 49 30 197 52 41 100
vrouwen 2.342 90 49 16 255 68 13 26 91 27 101 1.515
werkzame personen 4.083 447 295 239 623 116 62 56 288 79 142 1.615
56
30
19
121
Opvallend is dat ruim 40% van de werkgelegenheid binnen onze gemeente is te vinden in de sector Gezondheids- en welzijnszorg. Dit valt te verklaren door de aanwezigheid van een aantal grote werkgevers binnen deze sector, zoals ’s Heeren Loo Opmaat, De Hoven en een aantal verzorgingstehuizen.
7
In onderstaande tabel is de ontwikkeling van de werkgelegenheid in de periode 2004 - 2007 opgenomen.
Totaal werkgelegenheid Landbouw en visserij Industrie Bouwnijverheid Handel Horeca Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur Onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Milieudienstverlening, cultuur, recreatie en overige. dienstverlening
2004 3.741 217 334 179 584 72 115 76 237 57 123 1.637
2005 3.831 220 302 199 580 80 105 70 252 82 120 1.714
2006 3.848 229 299 208 609 90 105 79 231 82 125 1.674
2007 3.796 228 295 206 638 102 62 69 285 77 123 1.597
110
107
117
114
Opvallend is dat de werkgelegenheid in 2008 is toegenomen met 287. Deze toename is vooral te zien in de sector Landbouw en visserij. Dit valt wellicht te verklaren door de (groeiende) vestiging van AB Groningen. Voorts valt in deze sector op dat de werkgelegenheid gedurende de afgelopen jaren nauwelijks is teruggelopen, dit ondanks de herstructurering in de landbouw. Verklaring hiervoor is wellicht dat bij de loonbedrijven de werkgelegenheid is toegenomen, en ook de vestiging van AB Groningen zal hier debet aan zijn. De sector Gezondheids- en welzijnszorg is de afgelopen jaren redelijk stabiel. De sectoren Bouwnijverheid en Horeca geven de laatste jaren een groei te zien. 4.2.
Bedrijvigheid
In het handelsregister bij de Kamer van Koophandel stonden in 2008 in totaal 589 ondernemingen binnen onze gemeente ingeschreven. Veel categorieën van bedrijven komen slechts één keer voor binnen onze gemeente. Veel mensen beginnen te ondernemen en richten een ruimte in huis in als werkplek, dus een beroep aan huis. In onderstaande tabel is het aantal bedrijven per sector aangegeven. Sector: Landbouw en Visserij Industrie Bouwnijverheid Handel en reparatie Horeca Vervoer en communicatie Financiële instellingen Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur en overheid Onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Overige dienstverlening
Aantal bedrijven: 100 35 51 124 21 21 13 114 2 19 33 56
8
Het feit dat onze gemeente veel kleine bedrijven heeft wordt ook nog eens onderbouwd door onderstaand overzicht van het aantal bedrijven naar de omvang van het personeelsbestand. Bedrijfsgrootte: 0 – 9 werknemers 10 – 49 werknemers 50 – 99 werknemers 100 – 199 werknemers > 200 werknemers Onbekend
Aantal bedrijven: 446 49 6 2 1 85
De grootste bedrijven bevinden zich in de sectoren Landbouw en visserij en gezondheids- en welzijnszorg. De kolom “onbekend” bevindt zich binnen de sector Landbouw en Visserij. Een exacte verklaring hiervoor is niet te geven, maar logisch lijkt het dat dit de zelfstandige agrariërs betreft. Deze sector heeft namelijk maar 11 bedrijven in de categorie 0 – 9 werknemers, hetgeen te weinig lijkt. 4.3.
Werkloosheid
In onderstaande grafiek is weergegeven hoe de omvang van de werkloosheid zich heeft ontwikkeld in de gemeente Bedum en in de provincie gedurende de jaren 2003 – 2007.
Nww: niet werkende werkzoekenden
In juli 2009 telde de gemeente Bedum in totaal 200 niet werkende werkzoekenden, te weten 106 mannen en 94 vrouwen. Ter vergelijking: in maart 2007 waren er ruim 270 niet werkende werkzoekenden, er is dus sprake geweest van een daling van het aantal niet werkende werkzoekenden. In de provincie Groningen is 53% van de ingeschreven werkzoekenden man. In Bedum is dit percentage vergelijkbaar. Landelijk zijn echter relatief meer vrouwen werkzoekend. Van alle mannen in Bedum in de leeftijd van 15-65 jaar is ongeveer 4% werkzoekend, bij de vrouwen is dit ongeveer 3%.
9
In onderstaand overzicht is – ter vergelijking – vermeld de werkloosheidscijfers van de gemeenten in de provincie Groningen. Opvallend hierbij is dat de werkloosheid in de gemeente Bedum tussen juli 2008 en juli 2009 relatief sterk is gestegen. Dit zal wellicht een gevolg zijn van de recessie. Overigens heeft Bedum een zeer laag werkloosheidscijfer!
4.4.
Demografische ontwikkelingen
Op 1 januari 2009 telt de gemeente Bedum 10.462 inwoners. Het merendeel daarvan woont in het dorp Bedum. Ongeveer een tiende deel van de bevolking woont in Zuidwolde, Noordwolde en Onderdendam zijn met respectievelijk 290 en 644 inwoners de kleinste woonplaatsen qua aantal inwoners. Sinds 2003 is er sprake van een jaarlijks dalende trend met betrekking tot het aantal inwoners. In onderstaande tabel is een overzicht aangegeven van de loop der bevolking gedurende de afgelopen 5 jaar . Jaar:
aantal mannen:
aantal vrouwen:
totaal:
1 januari 2004 5.418 5.398 10.816 1 januari 2005 5.389 5.344 10.733 1 januari 2006 5.367 5.308 10.675 1 januari 2007 5.335 5.276 10.611 1 januari 2008 5.303 5.247 10.550 1 januari 2009 5.269 5.193 10.462 . De prognoses voor de komende jaren geven aan dat het inwonertal zal blijven dalen (krimp).
10
5.
GEBIEDEN VAN ECONOMISCH BELEID
5.1.
Regionale samenwerking
5.1.1. Regiovisie Groningen – Assen . In regiovisieverband werken de provincies Groningen en Drenthe en twaalf gemeenten, waaronder Bedum, samen aan een integrale visie op woningbouw, bereikbaarheid, bedrijvigheid, leefbaarheid, landbouw, natuur, water, recreatie en toerisme. Doel is om concurrentie tussen de betrokken gemeenten te voorkomen en zodoende elkaar aanvullende en versterkende mogelijkheden te creëren. De Regiovisie is door het Rijk aangewezen als stedelijk netwerk. De hoofdlijnen van de regiovisie betreffende: • wonen, werken en voorzieningen zijn geconcentreerd in de twee sterke steden (Groningen en Assen); • aanvullende ruimte voor wonen en werken is er in de zogenaamde schragende kernen (Roden, Leek en Hoogezand-Sappemeer); • de zogenaamde schakelkernen, Zuidhorn, Winsum, Bedum en Ten Boer, vormen een brug tussen de stad Groningen en het omringende platteland. Zij bieden voldoende voorzieningen voor de bevolking in het omliggende landelijke gebied; • overige gemeenten (als Tynaarlo, Haren en Slochteren) helpen de kwaliteit van het landelijk gebied te bewaken; • een groen netwerk vormt de natuur en belevingswaardevolle onderlegger van het stedelijk gebied; • een netwerk van openbaar vervoer zorgt voor een goede onderlinge bereikbaarheid; • goede verbindingen via weg, spoor, lucht en water zorgen voor een goede bereikbaarheid van de Randstad, Duitsland en andere belangrijke regio’s. In het jaar 2030 beschikken de schakelkernen Bedum, Zuidhorn, Winsum en Ten Boer over goede rechtstreekse verbindingen met de stad Groningen. Met landelijke woonmilieus, goede voorzieningenniveaus en gevarieerde recreatiemogelijkheden houden zij het omringende landelijk gebied leefbaar en vitaal. De woningbouw in de schakelkernen wordt afgestemd op de eigen behoefte en op de functie voor het omliggend gebied. In de regiovisie wordt aangegeven dat er naast een nieuwbouwopgaaf ook nadrukkelijk een opgaaf ligt in het kader van herstructurering van de bestaande (woning-)voorraad. Daarnaast wordt in de als zodanig aangewezen schakelkernen een verzorgingsstructuur ontwikkeld voor zowel de eigen bevolking als voor de bevolking van het omliggende landelijke gebied en wordt ruimte geboden voor de vestiging van kleinschalige en lokale bedrijvigheid. In 2003 is gestart met een evaluatie / actualisering van de regiovisie. Voor de schakelgemeenten, waaronder dus Bedum, geleden als uitgangspunten nog steeds: * de gemeenschappelijke rol in het landelijke gebied; * een woningbouwprogramma gericht op eigen behoefte en doorgroei; * een optimaal voorzieningenaanbod; * versterking van het voorzieningenniveau; * optimalisering van vervoersstromen waarbij nadrukkelijk wordt gekozen voor de inzet van nieuwe collectieve vervoersvoorzieningen; * voldoende bedrijventerreinen voor lokale en regionale werkgelegenheid; * het uitwerken van de relatie met de stad Groningen en de overgang van het landelijk gebied naar het stedelijke milieu (stadsrandzones).
11
5.1.2. Project “Ondernemer in beweging” De afgelopen jaren is in regionaal verband een aantal activiteiten uitgevoerd om de economie in Noord Groningen te stimuleren. Voorbeelden van die activiteiten zijn: • overleg tussen ondernemersverenigingen over versterking van de samenwerking tussen het bedrijfsleven en VVV • ontwikkeling Platform ’t Noorden • STIPO (investeringsprogramma, advisering en coach/aanjager) • Waddengoud • Keurmerk Streekproducten Groningen • Diverse projecten gericht op het MKB via LEADER+ Hoogeland en Lauwersland • Het project “Hoogeland op de kaart” Stuk voor stuk hebben deze initiatieven een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van de regio. Deels overlappen de initiatieven elkaar en deels vullen ze elkaar goed aan. In 2005 heeft MKB-Noord het project “Ondernemer in Beweging” in de regio uitgevoerd. Dit project was het resultaat van overleg met voorzitters van ondernemersverenigingen in de regio, vertegenwoordigers van de provincie en gemeenten in Noord Groningen (Stuurgroep Noord). Het doel van dit project was het actief opzoeken van ondernemers in Noord Groningen om hen in beweging te krijgen en daarnaast inzicht te krijgen in actuele wensen en behoeften en daarvan een vertaling te maken naar toekomstige regionaal – economisch beleid. Op basis van de bijeenkomsten en gesprekken heeft MKB-Noord een advies voor het vervolg uitgebracht. Deze aanbevelingen bestaan uit drie sporen die onderling nauw met elkaar verbonden zijn: • spoor 1: verbetering dienstverlening aan ondernemers; • spoor 2: ontwikkeling sterk netwerk van ondernemersverenigingen; • spoor 3: aanbieden van laagdrempelig advies aan mkb-ondernemers. Op de verschillende sporen is inmiddels een aantal zaken in uitvoering: - de ondernemersverenigingen in de regio hebben contacten met elkaar opgebouwd en: - in een aantal gemeenten begint het overleg met de gemeente meer structuur te krijgen. Verder blijkt dat ondernemersorganisaties een intensievere beleidsmatige en praktische ondersteuning op prijs stellen en dat er, op het individuele bedrijfsniveau, een behoefte is aan ondersteuning, gericht op bedrijfsverbetering. 5.1.3. Stimuleringsproject MKB Noord Groningen Als uitvloeisel van het project “Ondernemer in beweging” en om de economie in Noord Groningen een krachtige stimulans te geven hebben een aantal partijen het “Stimuleringsproject MKB Noord Groningen opgezet. Het betreft hier de volgende partijen: De Kamer van Koophandel Noord Nederland, MKB Noord, Samenwerkende Bedrijven Eemsdelta (SBE) Stichting DBF, Hanzeconnect, Rijks Universiteit Groningen, de provincie Groningen en de gemeenten Appingedam, De Marne, Winsum, Delfzijl, Eemsmond, Loppersum, Ten Boer en Bedum.
12
De doelstelling van het project is “het verbreden en versterken van het midden- en kleinbedrijf”. De samenwerking van deze verschillende partijen is de kracht van het project, mede omdat deze partijen zich gezamenlijk gaan richten op de kleinschalige bedrijvigheid in deze regio. Bovenop de mogelijkheid voor ondernemers om intensiever gebruik te maken van het bestaande aanbod zijn door alle partijen specifiek voor deze doelgroep in het landelijk gebied nieuwe en aanvullende diensten en projecten opgezet. In totaal gaat het in Noord Groningen om ruim 4850 bedrijfsvestigingen, Maar liefst 95 procent van deze vestigingen heeft minder dan tien werknemers. Niet in de eerste plaats door hun omvang, maar juist door hun aantal zijn de kleinschalige bedrijven belangrijk voor de economie van deze landelijke regio. Zij dragen bij aan de dynamiek van het dorp, aan het voorzieningenniveau in de dorpen en aan een stabiele werkgelegenheid. De versterking en verbreding houdt niet alleen in dat de bestaande bedrijven worden ondersteund, ook startende ondernemers zijn heel belangrijk voor de ontwikkeling van deze regionale plattelandseconomie. De participerende partijen willen de doelstelling behalen met de volgende activiteiten: • het stimuleren van individuele (startende) ondernemers; • het vergroten van het organiserend vermogen van het bedrijfsleven en: • de kenniscirculatie en -transfer tussen onderwijs en bedrijfsleven stimuleren en vergroten. Namens alle partijen zoeken zogenaamde “aanjagers” de ondernemers op, om zo de vragen, wensen, problemen en kansen van deze groep te achterhalen. Samen met de ondernemer gaat de aanjager aan de slag met het, specifiek voor de MKB-ers in Noord Groningen, ontwikkeld vraaggericht pakket aan extra diensten en projecten. Naast dit pakket kan er gebruik gemaakt worden van het reguliere aanbod van alle deelnemende partijen en de regelingen van andere organisaties en instellingen, zoals Syntens, NOM, TCNN e.d. Ideeën worden hierbij uitgewerkt tot resultaatgerichte projectvoorstellen. De gemeente neemt deel aan dit project en heeft hiervoor een bedrag van € 19.713,-beschikbaar gesteld voor een periode van drie jaar (€ 6.571,-- per jaar). Het project zal in het najaar van 2009 van start gaan. 5.2.
Recreatie en toerisme
De gemeente Bedum heeft een bescheiden recreatieve functie die zich vooral uit in extensieve vormen van recreatie, zoals wandelen, fietsen, vissen, toeren en varen. Specifieke voorzieningen voor deze vormen van recreatie zijn echter nauwelijks aanwezig. Het Boterdiep, het Winsumerdiep en de Warffumermaar zijn geschikt voor de recreatievaart en worden hiervoor op bescheiden schaal gebruikt. De laatste jaren is fors geïnvesteerd in het verbeteren van het netwerk van kanoroutes in Noord-Groningen en de aanleg van fiets- en wandelpaden. Onderdendam ligt als knooppunt in de drie doorgaande waterwegen en beschikt over een jachthaven en een camping. In het Beijumerbos bevindt zich het Recreatiecentrum Rietland. Als toeristische trekkers zijn verder te noemen de Walfriduskerk te Bedum, de in ere herstelde molen te Onderdendam en café Vaatstra te Zuidwolde.
13
Op het gebied van verblijfsrecreatie bevinden zich in de gemeente een aantal bed en breakfast-accommodaties en in het dorp Bedum is een hotel gevestigd met 17 kamers. Kansen op groei doen zich vooral voor in het verblijfs- en dagtoerisme en de vaarrecreatie. De provincie stimuleert kleinschalig toerisme. De professionaliteit van kleinschalige ondernemers gaat de provincie verbeteren door het aanbieden van cursussen, het stimuleren van onderlinge samenwerking, netwerkvorming en verbetering van de communicatie. 5.3.
Agrarische bedrijvigheid
De agrarische sector is van groot belang in de gemeente Bedum. De bedrijfsvoering van de productiebedrijven die voor hun inkomen (vrijwel) volledig afhankelijk zijn van de landbouwontwikkelingen op Europese en mondiale schaal, staat mede door recente veeziekten en verdergaande milieuvoorschriften, onder toenemende politieke druk. Dat is een punt van grote zorg. Los van de economische en sociale problematiek die dat met zich meebrengt, komt de landschapsinstandhouding voornamelijk op agrarische schouders terecht. De sector zal ruimte worden gegeven voor alternatieve bedrijfsvoeringen en teelten die de economische dynamiek en veerkracht van de sector in stand zullen houden. De plattelandseconomie zal door deze ontwikkelingen veranderen. De afgelopen jaren is al een trend zichtbaar van enerzijds wonen, anderzijds het ontstaan van allerlei kleinschalige soms hoogwaardige economische bedrijvigheid op het gebied van de agrarische dienstverlening en toerisme die de bestaande werkgelegenheid op het platteland wel doet veranderen van samenstelling, maar ook in stand houdt. Deze geleidelijke verandering is van groot belang om de plattelandseconomie vitaal te houden. De formulering van ruimtelijk beleid voor grondgebonden landbouw en van de bijbehorende regels voor het grondgebruik, is een verantwoordelijkheid van provincies en gemeenten. In het POP is aangegeven op welke wijze de provincie de ontwikkelingen in de landbouw op korte en middellange termijn wil ontwikkelen, toetsen, toelaten en stimuleren. Recent heeft de provincie Groningen in het POP-3 nieuw beleid uitgezet. Dit beleid wordt vertaald in het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente Bedum.
14
5.4.
Detailhandel
Detailhandel binnen de gemeente Bedum is vooral geconcentreerd in het dorp Bedum. Onderdendam en Noordwolde kennen nagenoeg geen detailhandel meer. In Zuidwolde is detailhandel beperkt aanwezig, maar ook hier is geen voorziening in de vorm van een supermarkt. Het winkelbestand in het dorp Bedum is verspreid over drie deelgebieden. In elk deelgebied zijn één of meerdere trekkers aanwezig, met name in het centrumgebied aangevuld met ondersteunende detailhandelsvestigingen, publieksvoorzieningen, dienstverlening en horeca. Het oude centrum kent een Plus-supermarkt, een Blokker en een Hema aan de Grotestraat / Kleinestraat met parkeervoorzieningen en een aantal kleinere winkels zoals de Bruna met daarin een postkantoor. Super de Boer, Zeeman en een aantal kleinere winkels functioneren op “Shoppyland” en “Beemshop” kent een Aldi, een Scapino-vestiging en ook een aantal kleinere winkels.
Hiermee worden de consumenten gespreid over een afstand van 350-450 meter binnen een langgerekte centrumstructuur en wordt te weinig geprofiteerd van elkaars aanwezigheid. Naast een versnipperd, deels verouderd en niet volledig aanbod commerciële voorzieningen is sprake (geweest) van leegstand en een achterblijvende inrichting van de openbare ruimte. Het oude centrum kent een onduidelijke ruimtelijke afbakening, met name naar De Vlijt (veel achterkanten), een matige tot slechte routing en tekorten aan parkeercapaciteit. Beemshop en Shoppyland kennen een matige uitstraling als winkelgebied, verouderde bebouwing en een problematische maatvoering van de winkelpanden zelf. In actuele onderzoeken Ruimtelijk Economische Ontwikkelingsvisie (REO-2000) en Basisplan Detailhandel (2002) is in hoofdlijnen – en in overleg met betrokken ondernemers – de gewenste detailhandelsstructuur voor Bedum aangegeven. Het in stand houden van een gevarieerd kwalitatief winkelaanbod wordt hierbij gezien als één van de meest cruciale aspecten voor het dorpsfunctioneren en voor de invulling van het begrip schakelfunctie tussen stad en platteland. Van belang daarbij is het primaire verzorgingsgebied. Dit wordt gevormd door circa 10.500 gemeentelijke inwoners, waarvan 8.600 in de kern Bedum. Toevloeiing van buiten de gemeente zal slechts beperkt zijn, gezien de ligging ten opzichte van de stad Groningen. Omliggende gemeenten Winsum en Ten Boer zijn eveneens aangewezen als schakelgemeente en werken concreet aan de versterking van de (winkel)voorzieningen in de eigen hoofdkern.
15
Ten aanzien van het kwantitatieve aanbod is het totale vloeroppervlak van 5.000 m² in Bedum iets lager dan in vergelijkbare kernen. Daarin is wel het aandeel food/voedings- en genotmiddelen relatief groot. Het economisch functioneren van de detailhandel is redelijk tot goed. 5.5.
Centrumplan
De plannen voor het centrum van Bedum zijn een uitvloeisel van het Basisplan Detailhandel (2002). De opgave betreft in hoofdlijnen het verhogen van de leefbaarheid in een zo compact mogelijk centrumgebied. Primair gaat het om de versterking van de (commerciële) verzorgingsfunctie binnen intensieve bebouwing met wonen daarboven. Dit zal op meerdere niveaus ingevuld worden waarbij met name ook de locatie “Shoppyland” is betrokken. Besloten is om centrumplannen uit te werken voor het oude centrum en voor de locatie “Shoppyland”. Van belang hierbij is, door een goede mix van functies en winkelaanbod, perspectief voor de ondernemers op langere termijn te bieden. Dit dient ondersteund te worden met goed flankerend beleid ten aanzien van (regionale) bereikbaarheid, parkeren, verplaatsing bedrijven en herinrichting van de totale openbare ruimte naar verblijfsgebied. Kwantitatief wordt ingezet op een mogelijke verplaatsing van een (discount)supermarkt vanuit de centrumperiferie naar het centrum. Dit wordt aangevuld door de verplaatsing van dagwinkels. Hierdoor kan ook het aanbod in de kledingsector en recreatieve sector (sport, speelgoed) toenemen. Bij de non-food hoeven niet alle winkels een vestiging in het concentratiegebied te hebben. Wel zullen bijvoorbeeld woninginrichting en bruin/witgoed de aantrekkelijkheid van een concentratie verhogen. Daarnaast is er ook ruimte te bieden voor dienstverlening en horeca. Bij herontwikkeling speelt de stedenbouwkundige opzet en de architectonische uitwerking een rol, naast het waarborgen van aanwezige kwaliteiten. Met name de historische kwaliteiten van het dorp zijn bepalend om te komen tot een centrum met een variatie aan gebruiksmogelijkheden dat onderscheidend is ten opzichte van andere (concurrerende) centra van vergelijkbare omvang. Besloten is om voor de locaties “oude centrum” en “Shoppyland” plannen uit te werken.
16
Voor de “Shoppyland”-locatie wordt geopteerd voor een herontwikkeling met een nieuw gebouw, met op de begane grond een supermarkt en appartementen op de verdieping, met parkeerplaatsen ten behoeve van de supermarkten nieuwe grondgebonden woningen. De verdere uitwerking van de locatie “Shoppyland” volgt na realisering van de plannen in het oude centrum. Voor de ontwikkeling van de plannen in het oude centrum speelt ook de nieuwbouw van het huidige “Bederawalda” op het aangrenzende perceel een rol. In stedenbouwkundige zin moeten deze twee ontwikkelingen op elkaar afgestemd worden. Hiervoor zijn ideeën ontwikkeld. In de periode 2009-2010 zullen deze plannen verder ontwikkeld worden. 5.6.
Markten
Het dorp Bedum kent een weekmarkt. Deze wordt gehouden op het Kerkplein, elke donderdagmiddag. In totaal heeft de markt 11 standplaatsen voor 11 verschillende branches. Slechts deze 11 branches zijn toegestaan. Een branche mag niet dubbel voorkomen. De beschikbare plaatsen zijn altijd bezet. Voor drie branches is er een wachtlijst, te weten voor: bloemen en planten, brood, banket en snoep en voor de branche textiel. Voor het innemen van een standplaats zijn de marktkooplui een vergoeding verschuldigd aan de gemeente. Tevens wordt er betaald voor het gebruik van de stroomvoorziening. Naast de weekmarkt kent de gemeente nog een aantal braderieën en andere kleinere markten. De belangrijkste zijn wel de jaarlijkse braderie in combinatie met de wielerronde in Bedum en de markt als onderdeel van “Scheepsjoagen” in Onderdendam. 5.7.
Bedrijventerreinen
5.7.1. Bedrijventerrein Industrieweg De uitgifte van het bestaande bedrijventerrein (Industrieweg) is gestart in de jaren zestig van de vorige eeuw. Het terrein beslaat 17 ha en is uitgegeven aan ongeveer 36 bedrijven. Dit zijn industriële- en productiebedrijven, (groot)handel en nijverheid, dienstverlening en opslagdoeleinden. Naast aannemings- en bouwbedrijven, waaronder een betonwarenfabriek, betreft dit auto(reparatie)bedrijven, carrosserie/trailerbouw, drukkerij, alsook de brandweer/gemeentewerf. Bij een aantal bedrijven is een bedrijfswoning aanwezig. Het aantal werkzame personen bedraagt ongeveer 500, wat resulteert in een hoge dichtheid van ruim 30 per ha (het gemiddelde op vergelijkbare terreinen in de provincie bedraagt 25). Mede als gevolg daarvan is sprake van intensief ruimtegebruik en oogt het terrein overvol. Om een verdergaande verrommeling te voorkomen is onderzoek gewenst of herstructurering of functiewijziging de meest gewenste ontwikkeling is. Wij beraden ons nog over de vraag of het terrein gerevitaliseerd moet worden of dat er een functieverandering moet plaatsvinden naar bijvoorbeeld woningbouw. Op rijks- en provinciaal niveau staat revitalisering van bestaande bedrijventerreinen hoog op de agenda, dit om leegstand en verloedering te voorkomen en het ruimtebeslag te beperken. De ontwikkeling van het huidige bedrijventerrein zal daarnaast ook sterk afhankelijk zijn van de plannen en de wensen van de bedrijven die hier nu gevestigd zijn. Overigens heeft de uitgifte van de kavels van fase 1 en 2 van het Bedrijvenpark Boterdiep tot op heden nog geen bedrijfsverplaatsingen tot gevolg gehad, maar wel “lucht” opgeleverd door een deel van het bedrijf te verplaatsen.
17
5.7.2. Bedrijvenpark Boterdiep In het “Bestuursprogramma gemeente Bedum 2006-2010” staat opgenomen dat de gemeente de lokale werkgelegenheid stimuleert en daartoe de realisering van de tweede fase van het bedrijvenpark Boterdiep ontwikkelt. Fase 1 van het Bedrijvenpark is nagenoeg uitgegeven. In de periode 2005 tot en met 2009 is 4 hectare grond uitgegeven, er is thans nog 1 kavel van circa 1800 m² beschikbaar. Op fase 1 hebben zich bedrijven gevestigd die elders ruimtegebrek hadden of die verplaatst zijn vanuit de woonbebouwing. Daarnaast is er sprake van vestiging van nieuwe bedrijven. Inmiddels is het bestemmingsplan “Bedrijvenpark Boterdiep fase 2” onherroepelijk en is het terrein bouwrijp.
Er was veel belangstelling voor een kavel op fase 2. Zoveel zelfs dat we een aantal ondernemers bij de eerste verkaveling hebben moeten teleurstellen. Daarbij moet worden vermeld dat de kavels bij voorkeur uitgegeven worden aan ondernemers, afkomstig uit de gemeente Bedum. Veelal is sprake van uitbreiding of verplaatsing van een bedrijf. Bedum richt zich naar de thans geldende maatstaven op behoud van de aanwezige werkgelegenheid en uitbreiding van bestaande ondernemingen. De verwachting was dat de uitgifte van fase 2 sneller zou gaan dan was geraamd. De huidige recessie heeft er toe geleid dat de feitelijke verkoop nagenoeg stil is komen te liggen. Onder verwijzing naar het provinciaal beleid op het gebied van bedrijventerreinen zal een eventuele aanleg van fase 3 de komende jaren moeilijk worden. Uitbreiding van het bedrijventerrein is nodig om plaatselijke bedrijven uitbreidingsmogelijkheden te geven en om bestaande bedrijven te kunnen verplaatsen bij bijvoorbeeld herstructurering of transformatie. Daarnaast moet er ruimte worden geboden aan van huis uit gestarte ondernemingen om door te groeien. Bedum heeft binnen de Regio Groningen-Assen de functie van schakelkern. Naast de taakstelling voor woningbouw en versterken van de voorzieningen hoort ook de mogelijkheid om lokale bedrijven in hun huisvesting te kunnen faciliteren aanwezig te zijn. In de regiovisie
18
staat omschreven dat schakelgemeenten “voldoende bedrijventerrein beschikbaar moeten hebben voor lokale en regionale werkgelegenheid”. Daarnaast moeten wij, als schakelgemeente, werkgelegenheid bieden voor de regio èn voor de plaatselijke bevolking, als aanvulling op de stuwende werkgelegenheid van de stad Groningen. Dit vraagt om voldoende bedrijventerreinen van een goede kwaliteit. Het in het POP-3 vermelde met betrekking tot dit onderwerp betekent dat de groei van de lokale economie beperkt wordt. Ondernemingen die binnen de gemeente geen groeimogelijkheden meer hebben zullen zich elders gaan vestigen. Dit gaat ten koste van de werkgelegenheid en daarmee ook ten koste van de leefbaarheid van het platteland. In onze reactie op het ontwerp POP-3 hebben wij bovenstaande aan de orde gesteld. Wij zullen er bij de provincie op blijven aandringen ons de mogelijkheid te geven om in de toekomst fase 3 van het Bedrijvenpark Boterdiep aan te kunnen leggen. 5.7.3. Bedrijventerrein noordzijde Bedum Aan de noordzijde van Bedum ligt een bedrijventerrein waarvan een belangrijk gedeelte wordt ingenomen door de oorspronkelijke zuivelfabriek, welke vanaf 1920 is uitgegroeid tot de huidige FrieslandCampina Domo-vestiging (met kaasdivisie). In de loop der tijd zijn bedrijfsgebouwen, pakhuizen, kaasmakerij, loodsen en silo’s ingepast en uitgebreid tot een clustering met forse bouwvolumes. Ook de komende jaren worden aanpassingen en uitbreidingen voorzien. De groei van Friesland Foods heeft tot gevolg dat het vrachtverkeer door Bedum is toegenomen, en dit is al jaren een knelpunt. Om de bestaande dorpsroutes te ontlasten en te zorgen voor een goede doorstroming bevat het nieuwe structuurplan 2006 een mogelijke verbinding in oost-west richting ten noorden van het spoor. Onder het kopje “Infrastructuur” wordt hier nader op ingegaan. Grenzend aan dit bedrijventerrein is een transportbedrijf gevestigd en er bevindt zich enige bedrijvigheid aan de Wroetende Mol. 5.7.4. Overige bedrijventerreinen binnen de gemeente In Onderdendam is een aantal bedrijven gevestigd, zoals bijvoorbeeld een dependance van het Waterschap Noorderzijlvest, een loonbedrijf en een agrarische groothandel en een landbouwmechanisatiebedrijf. In het voormalige waterschapshuis hebben zich weer bedrijven (kantoren) gevestigd. Voor het overige gaat het in Onderdendam veelal om kleine bedrijven. Detailhandel is nagenoeg niet meer aanwezig. In het dorp Zuidwolde is een aantal bedrijven gevestigd, waaronder een groot tuincentrum. Verder kent Zuidwolde onder andere twee garagebedrijven, een motoronderdelenhuis, een horecabedrijf, een winkel en een orgelmakerij. Op basis van de huidige tendensen is het nauwelijks te verwachten dat met name de detailhandel zich zodanig zal ontwikkelen dat de behoefte aan nieuwvestiging ontstaat. Het aanbod (en de concurrentie) in de koopcentra Bedum en Beijum is daarvoor te groot. Noordwolde is vooral georiënteerd op de voorzieningen en werkgelegenheid in de kernen Bedum en Zuidwolde, alsmede op de stad Groningen. De bestaansgrond voor het dorp is niet meer de agrarische werkgelegenheid maar wordt nu vooral gevormd door het sociaal/fysieke woonklimaat en de goede verbindingen met de nabij gelegen verzorgingscentra.
19
Noordwolde kent één groot bedrijf, te weten een fabriek van wegtransportmiddelen, gevestigd aan de Noordwolderweg. 5.8.
Beroep / bedrijf aan huis
Het gebeurt veelvuldig dat mensen, die een eigen bedrijf willen starten, hiermee beginnen als zijnde een beroep of bedrijf aan huis. Een gedeelte van de woning wordt dan ingericht voor het uitoefenen van een beroep of bedrijf. Wij willen hier aan meewerken door mogelijkheden hiervoor te bieden op grond van de bestemmingsplannen. In bijvoorbeeld het recentelijk goedgekeurde bestemmingsplan “Bedum Kern” zijn voorwaarden opgenomen met betrekking tot het toelaten (bij de woonfunctie) van een dienstverlenend aan huis verbonden beroep of bedrijf in een gedeelte van een woning. Ook de bestemmingsplannen voor de dorpen Zuidwolde en Noordwolde voorzien hierin. Zelfstandige detailhandel is hierbij niet toegestaan, wel die detailhandel welke onderdeel uitmaakt van de uitgeoefende beroeps- of bedrijfsactiviteit. De betreffende vloeroppervlakte is gesteld op 30 procent van de gezamenlijke vloeroppervlakte van het hoofdgebouw, met een maximum van 50 m². Parkeren dient op de betreffende kavel plaats te vinden. Dergelijke bestemmingsplanvoorschriften bieden mogelijkheden voor (startende) ondernemers zonder dat hiervoor lange procedures doorlopen moeten worden. Een andere vorm van een beroep aan huis wordt uitgeoefend door de kunstenaars. De gemeente Bedum kent een groot aantal kunstenaars in een grote verscheidenheid, verdeeld over alle dorpen. Sommige van de kunstenaars voorzien zelf in hun levensbehoefte door verkoop van de producten.
5.9.
Woningbouw
De nabijheid van de stad Groningen maakt Bedum een aantrekkelijk forensendorp voor met name gezinnen met opgroeiende kinderen. Ook voor ouderen uit het omliggende landelijke gebied is Bedum aantrekkelijk, vooral door het voorzieningniveau en de goede bereikbaarheid. In de regio Groningen-Assen zijn in 2004 bij de actualisatie van de Regiovisie afspraken gemaakt over aantallen te bouwen woningen per gemeente. Bij het proces om te komen tot een nieuwe Nota Bouwen en Wonen voor de provincie Groningen is in het najaar van 2007 gekeken naar de behoefte aan woningen in de regio Groningen-Assen. Gebleken is dat deze behoefte gemiddeld zo’n 25% lager ligt dan in 2004 is berekend. In opdracht van de stuurgroep regio Groningen-Assen hebben de provincies Drenthe en Groningen vervolgens geïnventariseerd wat de mogelijke gevolgen hiervan zijn voor de regionale woningbouwprogrammering, zoals die in 2004 is afgesproken. De stuurgroep heeft op basis hiervan nieuwe afspraken gemaakt voor de periode 2007-2019. Deze nieuwe afspraken betekenen voor de gemeente Bedum dat er in de periode 2007-2019 in totaal 780 woningen gebouwd kunnen worden (60 woningen per jaar). Binnen de gemeente Bedum lopen diverse projecten op het gebied van woningbouw. Het uitbreidingsplan Ter Laan 4 is onlangs van start gegaan.
20
Daarnaast is er een aantal herstructureringsprojecten (Almastraat, Professorenbuurt in Bedum) en zijn er voor een aantal locaties herontwikkelingsplannen (Vogelzanglocatie, Gasfabriek). Woningbouw heeft gevolgen voor de economische ontwikkelingen. Het levert werkgelegenheid op voor de plaatselijke bedrijven. Daarnaast heeft het gevolgen voor het voorzieningenniveau en de plaatselijke detailhandel. Andersom is het natuurlijk zo dat een goed voorzieningenniveau een impuls betekent voor de woningbouw. 5.10. Infrastructuur 5.10.1. Huidige situatie De gemeente Bedum is een grotendeels noord-zuid georiënteerde gemeente. De hoofdkern Bedum ligt op 10 kilometer afstand van de stad Groningen. In feite liggen alle dorpen van de gemeente aan dezelfde weg, namelijk de weg van Groningen naar Onderdendam. Noordwolde, Zuidwolde en Bedum liggen aan de provinciale weg N994 en Onderdendam aan de N995. In Onderdendam wordt deze weg gekruist door de oost-west gelegen provinciale weg N996 (Winsum – Garrelsweer). In de onmiddellijke nabijheid van het dorp Bedum ligt de N46 (Eemshavenweg). Het dorp Bedum heeft daarop een aansluiting (richting Eemshaven en richting Groningen) in het oosten via de provinciale weg N993 (St. Annerweg) en in het zuiden, nabij Zuidwolde, via de N994 (Groningerweg), alleen richting Groningen. Het dorp Bedum heeft aan de noordzijde een treinstation (lijn Groningen-Delfzijl), met een halfuurs treinverbinding tussen Groningen en Delfzijl. Daarnaast hebben alle dorpen in de gemeente Bedum (Noordwolde op enige afstand) een goede openbaar vervoersmogelijkheid via de bus (lijn 61 en lijn 161). Op doordeweekse dagen is sprake van een halfuursverbinding tussen Onderdendam – Groningen v.v.).
21
Bedum Zoals al eerder aangegeven loopt de N994 door het dorp Bedum. In het dorp is deze traverse (Boterdiep Oz, Stationsweg en Wilhelminalaan) een gemeentelijke weg. Bij de uitbreiding van het bedrijvenpark Boterdiep, omstreeks 2004, is er via een rotonde nabij de Waldadrift en een brug over het Boterdiep (de nYe Klap) een nieuwe toegangsroute gecreëerd naar het Bedrijvenpark Boterdiep. Verkeer, met name vrachtverkeer dat een bestemming heeft op het bedrijvenpark wordt daarmee gestimuleerd gebruik te maken van deze route in plaats van het verder noordelijk en in het centrum gelegen toegangsweg via de brug “De Gele Klap”. In 2008 is een begin gemaakt met de herinrichtingwerkzaamheden van de Stationsweg en de Wilhelminalaan. De werkzaamheden zijn in juli 2009 afgerond. Doel van de herinrichting is: de leef- en winkelomgeving te verbeteren door onder andere een rijbaanversmalling en het instellen van een maximumsnelheid van 30 km/uur. Met deze maatregelen is tevens getracht het (vracht-)verkeer dat geen bestemming heeft in de dorpen Bedum en Onderdendam een andere route te laten kiezen (bijvoorbeeld de N46) naar en van het noorden. Onderdendam Onderdendam is een dorp met een historische kern. Wel lopen er twee provinciale wegen (N996) en (N995) door het dorp die elkaar in het dorp kruisen. Met name het aantal en de grootte van de vrachtauto’s zorgt hier voor problemen. In Onderdendam wordt getracht middels een grootschalige herinrichting van met name de provinciale wegen de leefbaarheid te verbeteren en het “onnodige” vrachtverkeer in het dorp te weren. De start van de uitvoering van dit plan staat gepland voor 2010. 5.10.2. Gewenste Ontwikkelingen / knelpunten In het dorp Bedum is het zuivelbedrijf FrieslandCampina Domo gevestigd. Het bedrijf breidt haar activiteiten uit en zal op termijn een van de grootste kaasfabrieken in West-Europa worden. De aanvoer van melk uit een groot deel van Noord-Nederland en de afvoer van producten (kaas, wei en melkpoeder) zorgen voor veel verkeersbewegingen van vrachtverkeer in Bedum en in mindere mate in Onderdendam. In het “Structuurplan gemeente Bedum” van 2006 is daarom een nieuwe oost-westverbinding opgenomen dat onder andere voorziet in een goede ontsluiting van het zuivelbedrijf FrieslandCampina Domo. In het westen zou dit tracé ter hoogte van Sauwerd moeten aansluiten op de nieuwe N361 (Groningen-Mensingeweer) en ten oosten op de N46/N360 (Groningen-Delfzijl). Deze verbinding zou in zowel Bedum als in Onderdendam zorgen voor minder (vracht-)verkeer. De gemeente heeft tot nu verschillende malen pogingen richting de provincie Groningen ondernomen om deze oost-westverbinding opgenomen te krijgen in het Provinciaal Omgevingsplan 2009-2013. Dit omdat wij van mening zijn dat deze verbinding ook op provinciaal niveau een belangrijke schakel kan vormen in een goede verkeersafwikkeling (oost-west) in de regio Noord-Groningen. Tot nu toe is de provincie Groningen nog niet overtuigd van de noodzaak van deze oostwestverbinding. Zij is van mening dat de verkeersstromen in oost-westelijke richting verhoudingsgewijs zeer gering zijn, terwijl het wel aanwezige oost-westverkeer vooral verkeer is tussen de dorpen onderling.
22
In Bedum zelf is de bereikbaarheid van de winkelvoorzieningen in het centrum (Grotestraat en De Vlijt) een knelpunt. De winkels zijn gelegen in een gebied met ook functies voor onderwijs en kantoren. Met name waar het gaat om de routing van het verkeer doen zich problemen voor. Ook is er op bepaalde tijden (bijvoorbeeld tijdens de weekmarkt) een tekort aan parkeergelegenheid. Oplossing van deze problemen zal onderdeel uitmaken van het uit te werken “centrumplan”. 5.11. Communicatie / promotie 5.11.1. Bedrijvenvereniging gemeente Bedum De Bedrijvenvereniging gemeente Bedum (BvgB) telt ongeveer 150 leden en is daarbij één van de grootste ondernemersorganisaties in de provincie. De BvgB behartigt de ondernemersbelangen binnen de gemeente Bedum. Daarnaast biedt de BvgB een aantal activiteiten voor de leden en organiseert men bijeenkomsten waarin vraagstukken aan de orde komen waarmee ondernemers te maken krijgen. De gemeente voert structureel overleg met de BvgB over zaken die de ondernemers aangaan. Dit kan zijn het bedrijventerrein, infrastructurele voorzieningen en werken, maar ook zaken zoals bewegwijzering, de promotiedagen voor het bedrijfsleven en het project Administratieve Lastenverlichting. Het overleg vindt vier à vijf keer per jaar plaats. Daarnaast organiseert de Bedrijvenvereniging zelf netwerkbijeenkomsten waarvoor de gemeente (als lid van de BvgB) wordt uitgenodigd en waaraan soms ook een inhoudelijke bijdrage wordt geleverd. In samenspraak met de BvgB worden er bedrijfsbezoeken georganiseerd, waarbij zowel het college als ook – een delegatie van - het bestuur van de BvgB vertegenwoordigd is. Sinds 2007 zijn er bezoeken gebracht aan een vijftal bedrijven. Tijdens deze bedrijfsbezoeken vindt er een rondleiding plaats en wordt er met de ondernemers van gedachten gewisseld over diverse zaken waarmee men te maken heeft en waarbij de gemeente wellicht een rol kan spelen. De BvgB is een aanspreekpunt voor de gemeente daar waar het gaat om zaken die de ondernemers raken. 5.11.2. Agrarisch overleg Ten Boer – Bedum Twee keer per jaar vindt er het agrarisch overleg Ten Boer – Bedum plaats. In dit overleg zijn – naast de gemeenten Ten Boer en Bedum – de LTO Noord, de LTO Bedum – Ten Boer en de GMV-agrariërs vertegenwoordigd. In dit overleg worden de ontwikkelingen besproken die gevolgen (kunnen) hebben voor het buitengebied en de agrariërs. Denk hierbij aan nieuw beleid (POP, bestemmingsplan Buitengebied), nieuwe wetgeving op het gebied van milieu, infrastructuur en dergelijke. 5.11.3. Promotie De gemeente is reeds jaren vertegenwoordigd op de Promotiedagen voor het bedrijfsleven, welke jaarlijks in de maand november in Martiniplaza te Groningen worden gehouden. Samen met een aantal ondernemers wordt hier het zogenaamde “Plein Bedum” gevormd. Naast het promoten van onze gemeente worden ook de kavels op het bedrijventerrein onder de aandacht gebracht en verstrekken we informatie over andere plannen en ontwikkelingen in de gemeente.
23
Het netwerken met zowel ondernemers uit de gemeente als ook daarbuiten speelt een belangrijke rol tijdens deze bedrijvencontactdagen. De gemeente levert een financiële bijdrage, zodat het voor de plaatselijke ondernemers aantrekkelijk wordt een stand te huren en onderdeel uit te maken van het “Plein Bedum”. De belangstelling van de ondernemers is dusdanig dat het plein ieder jaar weer volledig bezet is. Op de website van de gemeente wordt informatie verstrekt over het Bedrijvenpark Boterdiep. Daarnaast vermeldt de website nuttige informatie voor ondernemers en is er een link naar de website van de Bedrijvenvereniging gemeente Bedum en de website van “Antwoord voor bedrijven”. 5.12. Arbeidsmarktbeleid Met de invoering van de Wet werk en bijstand (WWB) hebben de gemeenten meer vrijheid en verantwoordelijkheid gekregen voor het vorm en inhoud geven van het gemeentelijk arbeidsmarktbeleid. Maar de gemeentelijke arbeidsmarkt houdt niet op bij de gemeentegrens. Immers, inwoners pendelen van hun woonplaats naar hun werklocatie elders en er worden banen binnen de gemeentegrenzen bezet door forensen van buiten de gemeente. Om die reden werkt onze gemeente ook nauw samen met de gemeenten De Marne, Eemsmond en Winsum en het UWV Werkbedrijf (voorheen CWI en UWV) om het regionaal arbeidsmarktbeleid gezamenlijk vorm en inhoud te geven. Het doel van deze samenwerking is om gezamenlijk een geïntegreerd pakket van dienstverlening aan te bieden, zowel voor werkzoekenden en werkgevers. Deze vorm van dienstverlening vindt plaats op het Werkplein Winsum binnen het bedrijfsverzamelgebouw “De Beurs” en heeft voornamelijk betrekking op mensen met een relatief korte afstand tot de arbeidsmarkt. Deze integrale dienstverlening wordt uitgevoerd door twee teams, één voor werkzoekenden (het zgn. uitstroomteam) en één voor werkgevers (het vacatureservicepunt). 5.12.1. Het uitstroomteam In het uitstroomteam wordt integrale dienstverlening geboden aan alle personen die zich inschrijven als werkzoekende. De dienstverlening is gericht op het zo snel mogelijk verkrijgen van regulier werk. De dienstverlening bestaat uit het bieden van intensieve begeleiding en ondersteuning waar dat nodig is en het inzetten van de voorzieningen die noodzakelijk zijn (sollicitatietrainingen, werkbezoeken, stages, workshops, work first). Het uitstroomteam onderhoudt nauwe contacten met het Vacatureservicepunt (VSP) en uitzendbureaus in de regio. De klant heeft gedurende de periode dat hij door het uitstroomteam wordt begeleid één vaste contactpersoon. De bemensing wordt gevormd door medewerkers van de deelnemende gemeenten en het UWV. Onze gemeente neemt hierin deel voor een halve fte. Voor de directe aansturing van het team is tijdelijk een externe medewerker aangetrokken. 5.12.2. Het vacatureservicepunt (VSP) In het VSP wordt integrale dienstverlening geboden aan werkgevers. Het VSP zorgt voor het verkrijgen van vacatures, maar vooral voor matches met werkzoekenden en jobhunting voor klanten met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt. De primaire doelstelling van het VSP is om klanten met een uitkering zoveel mogelijk te laten uitstromen naar regulier werk.
24
Daarnaast heeft het VSP ook een preventieve doelstelling, dat wil zeggen instroom in de WW en in de WWB zoveel mogelijk te voorkomen door mensen voortijdig te begeleiden naar (ander) werk. Momenteel wordt ook intensief samengewerkt met het VSP van het Werkplein Delfzijl om ook contacten te kunnen onderhouden met de (grotere) bedrijven in het Eemsdeltagebied. Hierin wordt ook actief meegewerkt aan het Seaport Experience Center, waarin potentiële werknemers enthousiast worden gemaakt voor het werken in de Eemsdelta. Het VSP wil een rol spelen bij het oplossen van toekomstige problemen die werkgevers krijgen bij het vinden van goed opgeleid personeel. Het VSP heeft als netwerk contacten met werkgevers, met uitzendbureaus, met ondernemersverenigingen in de gemeenten, met onderwijsinstellingen, met de werkgeverskring Noord Groningen, met de Hattrick’s Club FC Groningen, met het toeristisch Platform De Marne en presenteert zich ook op de promotiedagen Noord Nederland. Het VSP Winsum bestaat uit 4 adviseurs. Dit zijn twee adviseurs van het UWV Werkbedrijf en twee, die door de vier gemeenten als externe adviseurs zijn aangetrokken. Deze samenwerking binnen het VSP was vooreerst afgesproken voor de periode 1 juli 2007 tot 1 juli 2009. Wij hebben onlangs besloten onze deelname als gemeente te verlengen tot 1 januari 2011. Realisatie 2008 Uit de jaarrapportage van het VSP blijkt dat er in het jaar 2008 totaal 263 plaatsingen door bemiddeling van het VSP zijn gerealiseerd, waarvan 109 uit het WWB-bestand van de vier gemeenten (zie onderstaande tabel).
Gemeente Bedum Eemsmond De Marne Winsum
Wajong Wao 1 1
Elders Totale uitstroom Afkortingen: Wajong WW WWB Nugger Vak.werk L.kst.sub,
2
WW
WWB
Nugger Preventief vak.werk Totaal L.kst.sub.
8 13 15 15
10 38 26 27
1 4 5 8
4 11 8 10
23
8
1
23
74
109
19
56
1 2
3
23 67 56 62
3 12 8 2
55
1
263
26
Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten. Werkloosheidswet. Wet werk en bijstand. Niet-uitkeringsgerechtigde. Vakantiewerk. Loonkostensubsidie.
25
5.12.3. Loket leren / werken De eeuwige student en de baan voor het leven zijn niet meer van deze tijd. Het werkend leren en het lerend werken hebben de toekomst. Op school is het belangrijk zoveel mogelijk praktijkervaring op te doen, bijvoorbeeld door stage te lopen. En eenmaal aan het werk is scholing noodzakelijk om bij te blijven. Zo groeien leren en werken steeds dichter naar elkaar. Het leren vindt niet meer alleen plaats in de schoolbanken, maar ook op de werkplek. Aan de andere kant werken beroepsopleidingen aan een betere aansluiting op de praktijk. Het gaat uit van de kennis en vaardigheden die je nodig hebt om bepaalde beroepstaken te kunnen uitvoeren. Om hierin mensen te helpen en te adviseren bij de te maken keuzes is in augustus 2008 een loket Leren & Werken geopend binnen het Werkplein Winsum. Werkzoekenden en werkgevers kunnen bij dit loket terecht voor informatie omtrent opleidingen, cursussen, leerwerkplekken, maar ook voor het verkrijgen van zgn. ervaringscertificaten. Het VSP kan behulpzaam zijn bij het vinden van de leerwerkplekken en stageplekken. Kortom, met de dienstverlening binnen het loket Leren & Werken worden de kansen van werkzoekenden op de arbeidsmarkt vergroot. 5.12.4. Overzicht van de onderkant van de arbeidsmarkt De samenstelling van de onderkant van de arbeidsmarkt bestaat uit de mensen met een uitkering op grond van één van de volgende wetten: WWB (incl Ioaw en Ioaz), Wajong, WAO, Waz en WW, maar excl. de nuggers (niet uitkeringsgerechtigden, personen die geen uitkering ontvangen en dus niet bekend zijn bij de gemeente). Daarnaast zijn er ook de mensen die werkzaam zijn binnen de Sociale werkvoorziening. In overzicht voor Bedum (situatie eind 2008):
Bedum
WWB 85
Wajong 270
WAO 310
WAZ 20
Wsw 50
Afkortingen: WWB Wet werk en bijstand Wajong Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jongegehandicaptem WAO Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering WAZ Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen Wsw Wet sociale werkvoorziening
5.12.5. Gemeentelijke reïntegratie-activiteiten Voor mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt heeft onze gemeente ook een eigen dienstverlening door begeleiding van de klantmanagers. Deze dienstverlening kan onder meer bestaan uit: intensieve begeleiding, sollicitatietraining, inzet scholing, jobhunting, jobcoach, begeleiding op de werkplek, activeringstrajecten, loonkostensubsidies, werken met behoud van uitkering (participatieplaatsen), verstrekken van stimuleringspremies. Zo nodig worden hiervoor ook diensten van een reïntegratiebedrijf ingekocht. Al deze voorzieningen worden ingezet om mensen zo veel als mogelijk is te begeleiden naar (een vorm van) regulier werk. Voor mensen voor wie dit niet haalbaar is wordt een zorgtraject ingezet.
26
5.12.6. Ondersteuning aan ondernemers Naast de hiervoor genoemde dienstverlening kan de gemeente aan ondernemers ook financiële ondersteuning bieden. Dit gebeurt voornamelijk met de mogelijkheden op grond van het ‘Besluit bijstandverlening zelfstandigen’. Het kan daarbij onder meer gaan om een rentedragende lening of om borgstelling, om een beperkte eenmalige kapitaalinjectie of om een aanvulling op het inkomen tot aan bijstandsniveau. Er zijn mogelijkheden voor startende -, gevestigde -, oudere - en beëindigende ondernemers. Ook behoort het verkrijgen van professionele begeleiding en advies tot de mogelijkheden.
27
6.
DE TE VOLGEN KOERS
Voor het taakveld economische zaken c.q. de bedrijvencontactfunctionaris is 0,25 fte beschikbaar. Dit is 7,2 uur per week. Ten aanzien van het voorwaardenscheppend beleid zijn organisatiebreed meerdere fte’s beschikbaar. Dit beperkte aantal uren houdt in dat er keuzes moeten worden gemaakt met betrekking tot de gebieden waarop wij ons als gemeente gaan inzetten en dat de ambities daarmee in overeenstemming zijn. Een bedrijvencontactfunctionaris is het centrale aanspreekpunt voor bedrijven, zowel intern als extern. De bedrijvencontactfunctionaris fungeert als relatiebeheerder en onderhoudt contacten met bedrijven door onder andere het afleggen van bedrijfsbezoeken en de verkoop van kavels en het overleg hierover met ondernemers. De indruk is dat het bij ondernemers steeds meer bekend wordt dat onze gemeente een bedrijvencontactfunctionaris heeft. Dit is echter ook een proces van “groeien”. Met inachtneming van het bovenstaande willen wij ons de komende jaren (blijven) inzetten op de volgende zaken. 6.1.
Administratieve lastenverlichting
De uitkomsten van het onderzoek met betrekking tot het verminderen van de administratieve lasten zullen zoveel mogelijk worden doorgevoerd in de organisatie. Daartoe zullen de voorstellen, zoals genoemd in het maatregelenplan, de komende jaren worden uitgevoerd. Daarnaast wordt – naar alle waarschijnlijkheid – in de loop van het jaar 2010 de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (WABO) van kracht, hetgeen voor het bedrijfsleven tevens een lastenverlichting tot gevolg zal hebben. 6.2.
Regionale samenwerking
Samenwerking in de regio blijft van belang. Samenwerking vindt plaats met zowel andere gemeenten, provincies, maar ook met andere partijen, zoals het MKB en de Kamer van Koophandel. De gemeente zal zich actief opstellen ten opzichte van uitvoering van projecten die vanuit deze samenwerkingsverbanden worden opgezet en hiervoor de financiële middelen beschikbaar stellen. Wel blijven we kritisch op de inhoud van de projecten en de meerwaarde voor onze gemeente en ondernemers. 6.3.
Detailhandel
De plannen voor het centrum van Bedum en de Shoppyland-locatie worden in de komende jaren verder ontwikkeld. Er wordt ingezet op een versterking van de winkelvoorzieningen door – daar waar mogelijk – te faciliteren en ruimte te bieden aan de (startende) ondernemers. Voor het dorp Bedum wordt ingezet op een concentratie van de winkels in het centrum en het in stand houden van een gevarieerd winkelaanbod.
28
6.4.
Markten
Uitgangspunt is het instandhouden van de weekmarkt en deze eventueel verder te ontwikkelen. Bij de realisatie van het Centrumplan zal er wellicht een andere locatie voor de weekmarkt worden gezocht. Deze locatiekeuze zal moeten gebeuren in goed overleg met de marktkooplui. Voor de overige markten en braderieën zal de gemeente een faciliterende rol blijven vervullen. 6.5.
Bedrijventerreinen
De komende jaren zullen wij ons beraden over de vraag of het bestaande bedrijventerrein “Industrieweg” gerevitaliseerd moet worden of dat er een functieverandering moet plaatsvinden naar bijvoorbeeld woningbouw. Eén en ander is sterk afhankelijk van de plannen en de wensen van de gevestigde bedrijven. Zoals eerder gemeld was er veel belangstelling voor een kavel op het Bedrijvenpark Boterdiep (fase 2). Door veel ondernemers is er een kavel gereserveerd of is er een optie genomen. De daadwerkelijke verkoop van de kavels stagneert op dit moment echter, dit als gevolg van de recessie. Ondanks dit blijven wij er bij de provincie op aandringen ons de mogelijkheid te geven om in de toekomst fase 3 van het Bedrijvenpark Boterdiep aan te kunnen leggen, zodat wij ook in de toekomst mogelijkheden kunnen bieden aan de (plaatselijke) ondernemers. 6.6.
Beroep / bedrijf aan huis
Voor zover mogelijk en wenselijk wordt medewerking verleend aan ondernemers die een beroep of een bedrijf aan huis willen. Deze medewerking kan worden verleend door het opnemen van mogelijkheden hiertoe in de bestemmingsplannen. Voor zover een bestemmingsplan nog niet in deze mogelijkheid voorziet is de inzet met andere planologische maatregelen één en ander mogelijk te maken. 6.7.
Infrastructuur
Wij zullen bij de provincie blijven aandringen de oost-west verbinding op te nemen in het Provinciaal Omgevingsplan. Deze verbinding is van groot belang voor de dorpen Bedum en Onderdendam, maar is ook een belangrijke schakel op provinciaal niveau. Een oplossing voor het probleem van de bereikbaarheid van de winkelvoorzieningen en de parkeervoorzieningen in het oude centrum van Bedum zal deel uit gaan maken van het Centrumplan. Bij de voorbereiding van plannen voor herinrichting van wegen binnen de gemeente zal het bedrijfsleven zoveel mogelijk, en in een vroeg stadium, worden betrokken.
29
6.8.
Communicatie / promotie
Wij willen de relatie tussen de gemeente en het bedrijfsleven versterken door middel van structureel overleg met de Bedrijvenvereniging van de gemeente Bedum en de agrarische sector. In overleg met het bestuur van de BvgB wordt getracht het structureel overleg met de middenstand (detailhandel) een nieuw leven in te blazen. Wellicht dat er een vertegenwoordiger van deze groep plaats zal nemen in het bestuur van de BvgB. Daarnaast worden de bedrijfsbezoeken voortgezet, zowel op bestuurlijk als ook op ambtelijk niveau. De komende jaren zullen wij tijdens de Promotiedagen voor het Bedrijfsleven het “Plein Bedum” blijven versterken. De informatie voor ondernemers op onze website zullen wij blijven onderhouden en zonodig verbeteren. 6.9.
Arbeidsmarktbeleid
Ons uitgangspunt is het aantal personen met een uitkering op grond van de Wet Werk en Bijstand zo laag mogelijk te houden. Daarbij zullen wij ons zoveel mogelijk richten op de jongeren met een uitkering. Inzet is om deze groep zo snel mogelijk aan het werk te krijgen. Om het regionaal arbeidsmarktbeleid vorm en inhoud te geven wordt samengewerkt met de gemeenten De Marne, Eemsmond en Winsum en het UWV Werkbedrijf (Werkplein Winsum). Wij willen de werkgelegenheid handhaven en zo mogelijk uitbreiden door middel van het creëren van een goed klimaat voor ondernemers.
30