Verantwoordingsdocument Netwerkschoolproject Summa Engineering TU/e Campus Eindhoven
Tekstuele aanpassing nav sg vergadering 08-12-2015
Pagina 1
Verantwoordingsdocument Netwerkschoolproject Summa Engineering TU/e Campus Eindhoven
Inhoud Hoofdstuk 1................................................................................................................................................ 3 Vraag: Hoe is de instelling omgegaan met de besteding van de toegekende middelen? Geef hierbij per kostencategorie aan welk deel van de subsidie naar bijvoorbeeld ICT is gegaan, welk deel naar de bekostiging van de projectleiding, welk gedeelte naar het inrichten van de elektronische leeromgeving en zo voort en zo verder. ................................................................................................ 3 Hoofdstuk 2................................................................................................................................................ 4 Vraag: Wat is het antwoord van de instelling op het thema ‘productieve onderwijstijd’? Zijn de uitgangspunten van Netwerkschool 2.0, namelijk het aanbieden van een werkweek voor leerlingen van 36 uur gevuld met een attractief, degelijk en eigentijds programma, gerealiseerd?..................... 4 Hoofdstuk 3................................................................................................................................................ 5 Vraag: Welke antwoorden heeft de instelling gevonden op de inzet van ICT om leerprocessen te versnellen, te verbeteren en/of attractiever te maken? ....................................................................... 5 Hoofdstuk 4................................................................................................................................................ 6 Vraag: Is de onderwijsinstelling erin geslaagd om leerlingen nadrukkelijk te focussen op het ondernemerschap? Met andere woorden: is de school erin geslaagd om studentenondernemingen te integreren in het opleidingsaanbod en wat is dan het gekozen model? .......................................... 6 Hoofdstuk 5................................................................................................................................................ 8 Vraag: Welke stappen zijn er gezet om de betrokkenheid van leerlingen en ouders te vergroten en wat zijn hiervan de resultaten? ............................................................................................................. 8 Hoofdstuk 6.............................................................................................................................................. 10 Vraag: Hoe is de betrokkenheid van bedrijven in de regio met het Netwerkschoolproject geweest? Waaruit blijkt dit en wat zijn hiervan de opbrengsten? ...................................................................... 10 Hoofdstuk 7.............................................................................................................................................. 12 Vraag: Wat zijn de opbrengsten op het thema van de professionalisering van de medewerkers? ... 12 Hoofdstuk 8.............................................................................................................................................. 15 Vraag: Zijn de scholen erin geslaagd om de openingstijden op te rekken door een openstelling van 24/7 te realiseren? En zo niet: wat zijn de argumenten dan om niet het jaar rond open te zijn?...... 15 Hoofdstuk 9.............................................................................................................................................. 16 Vraag: Is de doelstelling van de Netwerkschool 2.0 gerealiseerd om beter onderwijs tegen dezelfde kosten aan te bieden?.......................................................................................................................... 16 Hoofdstuk 10............................................................................................................................................ 17 Vraag: Hoe is de positie van de Netwerkschool-leerlingen op de arbeidsmarkt? .............................. 17 Kwantitatieve gegevens ........................................................................................................................... 18 Verklarende lijst afkortingen ................................................................................................................... 19
2
Verantwoordingsdocument Netwerkschoolproject Summa Engineering TU/e Campus Eindhoven
Hoofdstuk 1 Vraag: Hoe is de instelling omgegaan met de besteding van de toegekende middelen? Geef hierbij per kostencategorie aan welk deel van de subsidie naar bijvoorbeeld ICT is gegaan, welk deel naar de bekostiging van de projectleiding, welk gedeelte naar het inrichten van de elektronische leeromgeving en zo voort en zo verder.
De Netwerkschool Personele kosten
2010
2011
2012
2013
2014
Totale kosten
€ 70.881
€ 106.060
€ 82.934
€ 154.842
€ 293.201
€ 707.918
Onderwijzend personeel
€ 2.373
€ 98.981
€ 74.929
€ 83.357
€ 137.804
€ 397.444
Ondersteunendpersoneel
€ 16.397
€ 51.069
€ 19.601
€ 58.892
€ 50.349
€ 196.309
€ 3.236
€ 108.460
€ 46.669
€ 95.959
€ 254.323
€ 89.651
€ 259.346
€ 285.924
€ 343.761
€ 577.313
€ 1.555.994
€ 64
€ 62.505
€ 109.926
€ 246.752
€ 137.658
€ 419.247
Projectleiding
Overige personele kosten Totaal personeel Facturen UITGAVEN TOTAAL
€ 89.715
€ 321.851
€ 395.850
€ 590.513
€ 714.972
€ 2.112.900
Benodigde inkomsten uit FES-gelden 80%
€ 71.772
€ 257.480
€ 316.680
€ 472.410
€ 571.977
€ 1.690.320
Co-financiering van school (=20 procent FES)
€ 17.943
€ 64.370
€ 79.170
€ 118.103
€ 142.994
€ 422.580
€ 89.715
€ 321.851
€ 395.850
€ 590.513
€ 714.972
€ 2.112.900
FINANCIERING
Totaal
3
Verantwoordingsdocument Netwerkschoolproject Summa Engineering TU/e Campus Eindhoven
Hoofdstuk 2 Vraag: Wat is het antwoord van de instelling op het thema ‘productieve onderwijstijd’? Zijn de uitgangspunten van Netwerkschool 2.0, namelijk het aanbieden van een werkweek voor leerlingen van 36 uur gevuld met een attractief, degelijk en eigentijds programma, gerealiseerd? Gedurende de looptijd van het experiment is gewerkt aan modernisering en actualisering van het curriculum. De concentrische leerstof-opbouw blijft om onderwijskundige redenen in een aantal gevallen bestaan, met name in de basisleerlijn. Daarnaast is in alle fasen van de opleiding gekozen om studenten in groepen aan projecten te laten werken. Deze projecten zijn maatschappelijk relevant, gerelateerd aan de kerntaken en werkprocessen en de realisatie is in samenwerking met de bedrijven uit Brainport Regio Eindhoven. De grote variatie in deze projecten geeft een impuls aan de flexibiliteit van het onderwijs. De grote verscheidenheid in inhoud en op te leveren producten van de verschillende projecten stimuleren specifieke kennis- en competentieontwikkeling. Studenten die excelleren in specialistische onderdelen, krijgen de ruimte zich daarin verder te ontwikkelen dan in de basis strikt nodig is. Deze ontwikkeling tot excellence op bepaalde vlakken mogen zij op andere punten compenseren, met name in de niet-vaste programmaonderdelen. Voor de toekomst gaat onderzocht worden of werken met studiepunten verdere mogelijkheden tot flexibilisering biedt. De onderwijstijd is door de curriculumherziening licht gestegen. Daarnaast is de deels begeleide onderwijstijd, ingevuld door het projectmatig werken, fors toegenomen. Een deel van de studenten heeft deze projecten aangegrepen om deel te nemen aan nationale en internationale vakbekwaamheidswedstrijden waaronder Vakkanjers, FTC en FRC (zie verklarende lijst afkortingen op pagina 17). De stimulans en ondersteuning die vanuit de NWS Summa Engineering gegeven worden aan dergelijke initiatieven, leidt in voorkomende gevallen vaak tot “dubbele” werkweken. Studenten blijken zo gemotiveerd door deze uitdagingen, dat hun tijdsinvestering in deze leerervaringen het reguliere programma ver overstijgt. Daarnaast blijken deze deelnemers zeer vaak in de prijzen te vallen, wat een extra motivatie is voor andere studenten maar ook voor het docentencorps. Uit een vergelijking van de Job Odin-enquêtes onder studenten van NWS Summa Engineering in 2012 en 2014 blijkt een hogere waardering ten aanzien van de onderdelen inhoud, actualiteit en variatie van het onderwijsprogramma. De gemiddelde studentenwaardering op de genoemde onderdelen steeg met 0,5 punten. Dit komt neer op een significante stijging van 8 procent. Daarnaast worden er MBO+ cursussen aangeboden - bijvoorbeeld nanotechnologie, 3D-technologie, CNC, CAD CAM en Robotica - in samenwerking met TU/e, Teclab, Fablab en FACT.
4
Verantwoordingsdocument Netwerkschoolproject Summa Engineering TU/e Campus Eindhoven Hoofdstuk 3 Vraag: Welke antwoorden heeft de instelling gevonden op de inzet van ICT om leerprocessen te versnellen, te verbeteren en/of attractiever te maken?
Is er sprake van flexibilisering van het onderwijs en zo ja wat zijn daar de kenmerken van? Is er sprake van maatwerk voor leerlingen en zo ja waar blijkt dat uit?
3.1. ICT in het onderwijs Er is geïnvesteerd om te komen tot een high performance ICT-omgeving, dit geldt voor zowel hard- als software. De verhuizing naar de nieuwe locatie op het TU/e-terrein is aangegrepen om fors te investeren in nieuwe hardware ten behoeve van de studenten (Open Leercentra). Er is tegelijkertijd gekozen voor uniforme technische softwarepakketten die in het onderwijs NWS Summa Engineering-breed gebruikt worden. Gedurende de looptijd van het project is de ELO ingrijpend verbeterd. Dit betreft twee aspecten, te weten: de uniforme inrichting en de content. Dit heeft een belangrijke impuls gegeven aan de toename van blended learning, dat bijdraagt aan een attractiever, eigentijds onderwijs. Het nieuwe digitale aanbod biedt studenten verregaande mogelijkheden om te verdiepen, te verbreden of te versnellen. Ook draagt dit bij aan een andere pijler van de NWS: de verruiming van de onderwijstijd, in de zin dat content online beschikbaar is. 3.2. ICT als communicatiemiddel tussen SE en ouders en bedrijven De ontwikkelingen hebben geleid tot een modernisering van de communicatie tussen NWS Summa Engineering en ouders en bedrijven. In de praktijk betekent dit dat papieren rapporten vervangen zijn door digitale rapporten, en correspondentie vrijwel niet meer per post gaat maar via e-mail. Correspondentie met leerbedrijven verloopt ook via de digitale weg. Dit geldt ook voor de BPV-beoordelingen door leerbedrijven. Momenteel is in samenwerking met onze BPV-bedrijven een pilot in voorbereiding waarbij summatieve beoordelingen digitaal worden ingevoerd en verwerkt. 3.3. ICT en bedrijfsprocessen In de afgelopen projectperiode heeft ook op het gebied van bedrijfsapplicaties een zeer omvangrijke moderniseringsslag plaatsgehad. De eerste grote verandering betreft de implementatie van de applicatie voor registratie en verantwoording van het complete onderwijspakket, Eduarte. Met de introductie van deze applicatie zijn ook de papieren studentendossiers verleden tijd, en wordt voortaan gewerkt met digitale studentendossiers die voor alle betrokken medewerkers online en dus 24/7 beschikbaar zijn. De tweede omvangrijke vernieuwing betreft het gebruik van de onderwijsplanningsapplicatie Xedule. Hiermee wordt altijd de meest actuele versie van het lesrooster voor studenten en docenten automatisch in hun digitale agenda geplaatst. Naast de hiervoor genoemde, sterk onderwijs gerelateerde bedrijfsapplicaties is voor analyse, optimalisatie en vervolgens inzichtelijk maken van uniforme deelprocessen gebruikgemaakt van de procesmanagementtool Protos. Dit betreft zowel deelprocessen in het onderwijsproces alsmede bedrijfsprocessen. 3.4. Professionalisering rond en met ICT Gebleken is dat digitale vaardigheden van docenten ver uiteen liepen. In samenwerking met verschillende externe partijen zijn de vaardigheden van de docenten op verschillende aspecten gemeten met behulp van digitale scans (0-meting en 360 feedback). Basis voor deze scans zijn onder meer de stellingen uit het Kennisnetdocument “Kader ICT-vaardigheden docenten”. Op basis van de uitkomsten van deze scans zijn teambrede, specifieke bijscholingsbijeenkomsten gehouden en daarnaast zijn op individuele basis scholingstrajecten uitgevoerd.
5
Verantwoordingsdocument Netwerkschoolproject Summa Engineering TU/e Campus Eindhoven
Hoofdstuk 4 Vraag: Is de onderwijsinstelling erin geslaagd om leerlingen nadrukkelijk te focussen op het ondernemerschap? Met andere woorden: is de school erin geslaagd om studentenondernemingen te integreren in het opleidingsaanbod en wat is dan het gekozen model? Bij NWS Summa Engineering is geëxperimenteerd met studentenondernemingen. Uit de evaluatie daarvan bleek dat de leeropbrengsten te weinig aansloten bij de eisen uit het kwalificatiedossier, ondernemendheid versus ondernemerschap. Verder bleek dat studenten veel tijd kwijt waren , gegeven het kwalificatiedossier, met minder relevante aspecten van ondernemerschap, zoals inschrijving bij de Kamer van Koophandel, praktische zaken als bankrekeningen, visitekaartjes, telefoon etc. De conclusie was dan ook dat de focus meer zou moeten komen te liggen op ondernemendheid en minder op ondernemerschap. Daarom is bij NWS Summa Engineering gekozen voor een tweesporenbeleid. 4.1. Ondernemerschap als onderdeel van de opleiding Voor alle studenten NWS Summa Engineering is bedrijfskunde een belangrijk onderdeel van het curriculum in alle uitstroomvarianten. Dit geldt voor alle leerjaren en borgt daarmee een basisniveau bedrijfskunde voor alle studenten. Daarnaast is de Certificeerbare Eenheid Ondernemerschap integraal onderdeel van het curriculum in het laatste leerjaar. Het certificaat is door het ministerie van OCW en het ministerie van EL&I erkend. Deze module is in het schooljaar 2013-2014 uitgevoerd als pilot in opdracht van NWS Summa Engineering door het Centrum voor Ondernemerschap (CvO), dat een onderdeel is van Summa Business en tot doel heeft mensen hun ambitie waar te laten maken op het gebied van ondernemerschap. Tijdens deze module leren potentiële startende ondernemers
hoe een eigen onderneming vormgegeven kan worden hoe het financiële gedeelte moet worden aangepakt hoe een onderneming op een handige manier in de markt gezet kan worden
Deze pilot werd uitgevoerd op basis van vrijwillige aanmelding die openstond voor alle vierdejaarsstudenten. Na afloop is dit traject geëvalueerd met alle betrokkenen. Belangrijkste conclusies:
De belangstelling voor deze module was groot, gezien het aantal inschrijvingen van 42 op een totaal van 80 studenten die daarvoor in aanmerking kwamen. Het aantal behaalde certificaten was 35, wat neerkomt op een 100 procent-score op het aantal voor het examen aangemelde deelnemers. Uit de inhoudelijke evaluatie onder de deelnemers bleek dat de inhoud goed aansloot bij de verwachtingen van de studenten en dat deze module een meerwaarde heeft in de opleiding.
4.2. Projectorganisatie als onderdeel van de opleiding Door de hele opleiding heen werken studenten aan projecten die als resultaat concrete toepassingen of oplossingen moeten hebben die in de praktijk voor het opdracht gevende bedrijf bruikbaar zijn. Deze projecten worden procesmatig begeleid en gemonitord op de aspecten inhoud, haalbaarheid, relevantie, kosten, doorlooptijd, kwaliteit. In lijn met het motto van het Summa College “Haal het beste uit jezelf” wordt studenten de ruimte geboden om zich te richten op multidisciplinaire projecten waar ze zelf eigenaar van zijn. Van het begin tot het einde van de opleiding maken deze projecten onderdeel uit van het aangeboden programma, waarbij de eisen ten aanzien van een professionele, projectmatige aanpak in de voortgang van de opleiding worden aangescherpt.
6
Verantwoordingsdocument Netwerkschoolproject Summa Engineering TU/e Campus Eindhoven
4.3. Kwaliteitswaarborg onderwijsprojecten De projectgroepen functioneren als kleine ondernemingen en hebben alle kenmerkende aspecten van ondernemen in zich. In die zin zijn deze te beschouwen als miniondernemingen, in lijn van de NWS-gedachte. Uit oogpunt van waarborgen van de kwaliteit van de uitgevoerde projecten, om overzicht te hebben over lopende projecten en om docenten te ondersteunen in hun begeleiding van deze processen, is een projectorganisatie ingericht en geoperationaliseerd volgens onderstaand model.
Uitvoeren onderwijsproject Netwerkschool
7
Verantwoordingsdocument Netwerkschoolproject Summa Engineering TU/e Campus Eindhoven
Hoofdstuk 5 Vraag: Welke stappen zijn er gezet om de betrokkenheid van leerlingen en ouders te vergroten en wat zijn hiervan de resultaten? 5.1. Ouderbetrokkenheid In het kader van het project NWS zijn er experimenten gedaan gericht op het vergroten van de ouderparticipatie in zaken als curriculumontwikkeling, onderwijsprojecten en betrokkenheid bij vakwedstrijden. Gebleken is dat ouders zeer veel belangstelling hebben als het gaat over direct opleiding-gerelateerde onderwerpen. Er bleek daarentegen te weinig animo te zijn om een structurele ouderinbreng te formaliseren in een ouderraad. Door implementatie van nieuwe bedrijfsapplicaties kan nog beter worden voldaan aan de informatiebehoeften van ouders over de studievoortgang van de studenten. De volledigheid en de toegankelijkheid van de gegevens is hierdoor toegenomen. Eduarte vormt een belangrijke basis bij de inrichting van Passend Onderwijs. Ouderbetrokkenheid tijdens de opleiding blijft geborgd door een serie van contactmomenten, die begint bij het voorlichtings- en intakeproces. Bij aanvang elke opleiding volgt een ouderinformatieavond over inhoud en de opzet van opleiding. Daarnaast vinden de gebruikelijke ouderavonden over de studievoortgang plaats. Over de gedurende de opleiding uitgevoerde projectopdrachten informeren de studenten hun ouders, praktijkopleiders en andere belangstellenden tijdens informatieavonden. 5.2. Studentenbetrokkenheid Gedurende de looptijd van het project NWS heeft, mede door gerichte professionalisering van alle betrokken medewerkers maar zeker ook door de verhuizing naar het TU/e-terrein, een cultuuromslag plaatsgevonden die er onder meer geleid heeft tot een verkleining van de afstand tussen personeel en studenten. De behoefte aan een officiële studentenraad blijkt door de ontstane laagdrempeligheid niet te bestaan. Studenten weten in geval van problemen of vragen de weg naar de juiste personen snel te vinden. Een ander fenomeen waaruit de betrokkenheid van de studenten valt op te maken, is dat een selecte groep studenten fungeert als ambassadeur tijdens diverse evenementen. De laatste ontwikkeling op dit vlak is de vorming van een onlangs opgericht “promoteam Engineering”, bestaande uit negen studenten, evenredig afkomstig uit de teams: Werktuigbouwkunde, Industrieel Product Ontwerpen en Mechatronica. De hoofddoelstelling van het promoteam is bevordering van instroom van nieuwe studenten. Het promoteam tracht deze doelstelling te realiseren door inzet bij diverse externe activiteiten. Hierbij valt te denken aan voorlichting, promotie of een specifieke rol bij open dagen. Het promotieteam is in het schooljaar 2014-2015 voor het eerst operationeel. Na afloop van dit eerste jaar zullen alle activiteiten geëvalueerd worden. Deze evaluatie zal als basis gebruikt worden voor de planning van het daaropvolgende jaar. Met de studenten die geselecteerd zijn voor het promoteam is een contract opgesteld waarin onder andere een vergoeding is opgenomen. Dit is deels als waardering voor de geleverde inspanningen, maar anderzijds om hun rol binnen NWS Summa Engineering te formaliseren. Ook is de animo onder studenten om de school te vertegenwoordigen tijdens bijvoorbeeld nationale en/of internationale vakwedstrijden groot. Opvallend is dat de afgelopen jaren zowel bij de jaarlijkse Toppersverkiezing als ook bij eerder genoemde vakwedstrijden de studenten van NWS Summa Engineering veelvuldig in de prijzen vallen.
8
Verantwoordingsdocument Netwerkschoolproject Summa Engineering TU/e Campus Eindhoven
Een derde aspect waaruit studentenbetrokkenheid blijkt, is dat bij de uitvoering van een aantal zeer succesvolle projecten in de afgelopen jaren bleek dat studenten unieke, specialistische kennis en kunde ontwikkeld hadden. Door hun enthousiasme en gedrevenheid laten deze studenten hun mede-studenten maar ook de docenten delen in de opgedane kennis. Het effect hiervan is dat studenten kennis de school binnen brengen en gelijktijdig docenten en studenten scholen op het betreffende onderwerp. Door de positieve ervaringen tijdens het project met deze vorm van werken, is door de NWS Summa Engineering gekozen om hier een structurele vorm van kennis-import van te maken. De op deze wijze binnengehaalde nieuwe technologieën zullen in de toekomst vaak onderdeel uit gaat maken van het curriculum. Voor potentiële studenten wordt structureel de mogelijkheid geboden voor meeloopdagen en diepteoriëntaties. Doelstellingen hierbij zijn de nieuwe studenten op de juiste opleiding te plaatsen en de kans op vroegtijdig schoolverlaten zo klein mogelijk te maken. De cijfers over de afgelopen jaren tonen aan dat dit een goed instrument is.
9
Verantwoordingsdocument Netwerkschoolproject Summa Engineering TU/e Campus Eindhoven
Hoofdstuk 6 Vraag: Hoe is de betrokkenheid van bedrijven in de regio met het Netwerkschoolproject geweest? Waaruit blijkt dit en wat zijn hiervan de opbrengsten? 6.1. Brainport Eindhoven De bedrijven, kennisinstellingen en overheden in de Brainport-regio hebben de ambitie om de positie van Brainport verder te versterken en uit te bouwen tot een technologische topregio van wereldformaat. Daarvoor zijn niet alleen goede technici nodig maar de regio moet ook aantrekkelijk zijn om in te wonen, te werken en te recreëren. Naast goede voorzieningen zal dus ook het opleidingsniveau van het gehele MBO op orde moeten zijn. Het businessmodel van de privaat-publieke samenwerking bestaat uit:
Topopleidingen voor studenten (MBO+) Ontwikkel- en onderzoeksfaciliteiten voor opleidingen, onderzoek en commerciële exploitatie Uitdagende onderzoeksprojecten, voor opleidingen en commerciële exploitatie Masterclasses en stages voor studenten, praktijkopleiders en (toekomstige) docenten Maatwerk voor studenten
Summa Engineering werkt intensief samen met het bedrijfsleven in Brainport regio Eindhoven - de slimste regio van de wereld. Aansprekende projecten waarbij theorie en praktijk hand in hand gaan, spelen een belangrijke rol. De studenten worden tijdens de BPV begeleid door ervaren en deskundige praktijkopleiders. 6.2. Teclab, Fablab en FACT Zeker in deze regio zijn goede technici hard nodig. Ook worden er steeds hogere eisen gesteld aan technisch personeel. Daarnaast is innovatie in de high tech-sector continu aan de orde. Teclab, Fablab en FACT spelen hierop in door studenten een topopleiding op MBO-niveau 4 (MBO+) aan te bieden, waarmee zij hun kansen in de high tech-sector aanzienlijk kunnen vergroten. Daarnaast voorzien deze partners in kennis, productie- en onderzoekfaciliteiten, die ook ter beschikking staan aan het regionale bedrijfsleven. Medewerkers van bedrijven kunnen hier worden bijgeschoold. 6.3. Duale route NWS Summa Engineering is met een aantal partners een convenant aangegaan om opleidingen met een zogeheten Duale Route voor de uitstroomdifferentiaties Werktuigkundige Installaties en Elektrotechnische Installaties te ontwikkelen. De convenantpartners denken met deze Duale Route een impuls te kunnen geven aan de aantrekkingskracht en de kwaliteit van de genoemde differentiaties. Zij stellen zich ten doel vanuit een gezamenlijke visie en aanpak de potentiële krapte op de arbeidsmarkt het hoofd te bieden. De Duale Route is een onderwijsroute waar bedrijven invloed hebben op de uitvoeringswijze en inhoud van de opleiding. Studenten in het derde en vierde leerjaar van de opleiding gaan drie dagen per week aan de slag bij een van de deelnemende bedrijven. Bedrijven investeren in kwalitatief hoogwaardig onderwijs en State-of-the-Art leermiddelen door een financiële bijdrage voor iedere student die bij hen in opleiding is. Deze studenten hebben de mogelijkheid om na afronding van de MBO-opleiding in een doorlopende leerlijn een HBO-diploma te behalen.
10
Verantwoordingsdocument Netwerkschoolproject Summa Engineering TU/e Campus Eindhoven
6.4. Overige ontwikkelingen Binnen NWS Summa Engineering is bij alle opleidingen het bedrijfsleven betrokken. Deze betrokkenheid begint bij de invloed die bedrijven hebben op het curriculum en doordat bij invulling van de BPV en afname van de Proeve van Bekwaamheid (examinering) vertegenwoordigers van bedrijven een cruciale rol hebben. Binnen de nieuw ontwikkelde curricula is voor alle uitstroomvarianten gekozen voor onderwijsmodulen/ workshops die verzorgd worden door technische experts uit het bedrijfsleven. Deze vorm van kennisimport is een vorm van kruisbestuiving. Enerzijds draagt het bij aan uitdagend, eigentijds onderwijs dat een positieve invloed heeft op de motivatie van studenten. Anderzijds worden diezelfde studenten beter toegerust voor functioneren in het moderne bedrijfsleven. Door diverse successen van de NWS Summa Engineering, zoals bijvoorbeeld de hoge klasseringen bij vakwedstrijden en succesvolle samenwerkingsprojecten met bedrijven, zijn we in staat gebleken prestigieuze projecten te verwerven met aanzienlijke cofinanciering en inhoudelijke inbreng van verschillende toonaangevende, regionale bedrijven. Een sprekend voorbeeld hiervan is de toekenning van subsidie uit het investeringsfonds MBO van het ministerie van Onderwijs voor het project System Integrator. De potentie van dit prestigieuze project wordt ook onderschreven door de bereidheid van de Provincie Noord-Brabant om ook een aanzienlijke investering in dit project te doen. Dergelijke projecten maken het ook voor de toekomst mogelijk state-of-the-art opleidingen aan te bieden. Dit schooljaar is gestart met een project in samenwerking met Avans Hogescholen. Eerstejaarsstudenten medische technologie en technische bedrijfskunde van Avans voeren een medisch technisch gerelateerde opdracht uit die ontwikkeld wordt volgens de systematiek “methodisch ontwerpen”. Het resultaat is een technisch ontwerp dat vervolgens door de vierdejaarsstudenten van NWS Summa Engineering wordt beoordeeld op kosten, haalbaarheid etc. Daarna wordt gezamenlijk een werkvoorbereiding opgesteld voor de daadwerkelijke productie, uitgevoerd door onze tweedejaarsstudenten in onze werkplaatsen. Met TU/e is een project in voorbereiding om op basis van een prototype een elektrisch aangedreven Formule 1wagen te modificeren en te produceren. In dit project komen verschillende technische disciplines samen. De projectgroep is samengesteld uit studenten van Fontys, TU/e en Summa Engineering. Het project zal uitgevoerd worden op de Automotive Campus in Helmond. De studenten van NWS Summa Engineering zullen in dit project hun afstudeeropdrachten uitvoeren.
11
Verantwoordingsdocument Netwerkschoolproject Summa Engineering TU/e Campus Eindhoven
Hoofdstuk 7 Vraag: Wat zijn de opbrengsten op het thema van de professionalisering van de medewerkers? • • •
Zijn de arbeidsvoorwaarden aangepast/gemoderniseerd? Hoe ziet de teamsamenstelling van een netwerkschool eruit? Wat is de inzet van het bedrijfsleven om mensen en middelen beschikbaar te stellen voor het verzorgen van onderwijsmodulen?
7.1. Arbeidsvoorwaarden Arbeidsvoorwaarden gelden nog steeds volgens CAO BVE. Tijdens de looptijd van het project heeft er een herziening plaatsgevonden ten aanzien van het FUWA OOP. Eenzelfde actie staat gepland voor medio 2015 voor wat betreft het FUWA OP. 7.2. Functieprofiel docent NWS Naar aanleiding van de vanuit het programma geïnitieerde HRM-sessie in Ede, is besloten een Summa Engineering werkgroep HRM te vormen die zich heeft beziggehouden met het opstellen van een functieprofiel van de NWS-docent en de NWS-medewerker. In deze werkgroep participeerden vertegenwoordigers van de dienst P&O, een bedrijfsjurist, manager Onderwijs en de Programma Manager NWS. In dat kader is een studentenlunch georganiseerd met een representatieve vertegenwoordiging bestaande uit e e 1 - en 2 -jaarsstudenten van alle uitstroomrichtingen. Tijdens deze bijeenkomst zijn niet alleen HRM-aspecten de revue gepasseerd maar is de gelegenheid aangegrepen om studenten op meerdere onderwerpen te bevragen. Concreet is de mening van de studenten gevraagd over de volgende thema’s: 1. 2. 3. 4. 5.
Behoefte aan inspraak/invloed via een studentenraad Facilitaire voorzieningen (gebouw, lokalen, kantine, dislocaties) Jaarplanning en keuzevrijheid Leerstijlvoorkeur en begeleidingsbehoefte Taak en rol docent en omgang met de docenten
Ten aanzien van punt 1 verwijzen we naar het antwoord bij vraag 5 onder het kopje Studentenbetrokkenheid 1e alinea. Het thema Facilitaire voorzieningen (punt 2) is in het kader van dit project niet relevant. Voor wat betreft punt 3: ten aanzien van het punt jaarplanning geven de studenten aan geen behoefte te hebben aan een grote mate van vrijheid als het gaat om het plannen van vrije dagen, vakanties etc. Ook zien zij nogal wat praktische bezwaren ten aanzien van de geprogrammeerde lessen en het in groepen werken aan projecten, zoals beschreven bij Vraag 4.2. Wel geven studenten aan het plezierig te vinden als de mogelijkheid zou bestaan om bijvoorbeeld 5 verlofdagen op jaarbasis zelf in te plannen. Ten aanzien van keuzevrijheid geven studenten aan dat een breder aanbod in technische vakken mogelijk interessant kan zijn. Een mogelijkheid om dit praktisch te realiseren is een breder aanbod van minoren. Punt 4: Ten aanzien van begeleiding zeggen studenten een voorkeur te hebben voor kleinere klassen omdat er dan meer contact mogelijk is met docenten. Verder is in grote klassen de wachttijd te lang om vragen te kunnen stellen. Er lijkt ook behoefte te zijn aan meer autoriteit van docenten en structuur in de lessituaties.
12
Verantwoordingsdocument Netwerkschoolproject Summa Engineering TU/e Campus Eindhoven Ten aanzien van leerstijlvoorkeur vinden studenten dat te lange uitleg niet rendabel is. Ze geven de voorkeur aan korte uitleg, om vervolgens zelf aan de slag te gaan en toelichting te vragen wanneer daar behoefte aan is. Hierbij bestaat voorkeur voor meer inzet en gebruik van ICT. Wat door studenten als zeer prettig wordt ervaren is als studenten van alle leerjaren gemixt werken. Dit bevordert een goede interactie tussen studenten uit verschillende leerjaren. Bij punt 5 blijkt uit de antwoorden op de vraag naar de taak en rol van de docenten dat het persoonlijk contact tussen docenten en studenten goed is. Studenten geven aan bij aanvang van de opleiding behoefte te hebben aan een overzicht van de inhoud van de totale opleiding. Daarnaast willen zij aan het begin van het schooljaar van elke docent een planning van het lesprogramma voor dat schooljaar. Studenten hebben een voorkeur om zelf te werken aan lesstof onder begeleiding van docenten en indien nodig individueel of in projectgroepjes uitleg te krijgen. Ook bestaat de behoefte aan beschikbaarheid van uitleg en uitwerkingen van taken en opdrachten op Fronter, de ELO bij NWS Summa Engineering. Studenten waarderen het als docenten goed gebruikmaken van moderne technologieën zoals smartbeamers in de les. Uit cijfers van de Job Odin-enquête blijkt dat op de vraag ‘Vind je je docenten goed en vind je het contact met je docenten goed’, er over de projectperiode een significante stijging van de beoordeling is gerealiseerd. De gemiddelde studentenwaardering op de genoemde onderdelen steeg met 0,5 punten. Dit komt neer op een stijging van 5 procent.
7.3. Professionaliseringsactiviteiten Nagenoeg het complete personeelsbestand NWS Summa Engineering heeft de How-training gevolgd. Dit professionaliseringstraject was met name gericht op persoonlijk leiderschap. De gehanteerde hoe en wat-aanpak heeft invloed gehad op de cultuur binnen de school. Deze hoe en wat-aanpak heeft ook consequenties gehad voor de manier van sturen. Er wordt gewerkt met een review-structuur waardoor een cyclus van PDCA van werkvloer tot bestuur is geïmplementeerd. Scholing in het kader van ICT-vaardigheid van medewerkers, zie hoofdstuk 3. Technische, vakinhoudelijke scholing van de docenten vond altijd al plaats, maar in het kader van dit project heeft een aantal scholingen op specifieke onderdelen plaatsgevonden, inspelend op nieuwe technologieën en technische ontwikkelingen. Voorbeelden hiervan zijn Lean Management, 3D-technologie, lasertechnologie, ontwerptechnieken volgens CAD, Composieten.
7.4. Teamsamenstelling Er heeft gedurende de looptijd van het experiment NWS een uitbreiding van het team plaatsgevonden. Dit gebeurde op basis van een gerichte selectie, waarbij verjonging, ontwikkel- en innovatiekracht, een flexibele inzet en meer bedrijfsmatige inzet en planning voor de toekomstige medewerkers de belangrijkste speerpunten waren. Door de benoeming van de nieuwe medewerkers is de verhouding OP/OOP gewijzigd. De uitbreiding heeft ook invloed gehad op de omvang van de flexibele schil. Ook is gekozen om een aantal workshops te laten verzorgen door flexkrachten. In de loop van het experiment, mede door de verhuizing bevorderd, is het team meer multidisciplinair gaan werken. De daaruit voortvloeiende uitwisseling tussen teams blijkt bij te dragen aan een toename aan het plezier in het werk. Dit blijkt ook een katalysator te zijn om beweging te krijgen in ontwikkelingen.
13
Verantwoordingsdocument Netwerkschoolproject Summa Engineering TU/e Campus Eindhoven
7.5. Toekomst Op basis van hiervoor beschreven ontwikkelingen, is een beleid ingezet waarbij in de toekomst NWS Summa Engineering gaat naar een integraal eigenaarschap van teams van docenten voor het complete traject van intake tot diplomering van de student. Hiervoor is het in de toekomst noodzakelijk dat de taak van de docent meer nog dan nu uitgebreid wordt van vakspecialistisch naar meer generiek. Het beleid ten aanzien van meerjarenformatieplan en meerjaren-scholingsplan is dus gericht op docentenrollen zowel op content-, begeleidings- als op organisatieniveau.
7.6. Inzet mensen en middelen uit het bedrijfsleven
Voor dit onderwerp zie Hoofdstuk 6.4.
14
Verantwoordingsdocument Netwerkschoolproject Summa Engineering TU/e Campus Eindhoven
Hoofdstuk 8 Vraag: Zijn de scholen erin geslaagd om de openingstijden op te rekken door een openstelling van 24/7 te realiseren? En zo niet: wat zijn de argumenten dan om niet het jaar rond open te zijn? Een van de kenmerken van Blended Learning is dat het een combinatie is van online leren en contactonderwijs. De traditionele, concentrische lesstofopbouw van een aantal basis-technische vakken blijft binnen de MKEopleiding noodzakelijk en leent zich minder voor zelfstudie en e-learning. In de afgelopen projectperiode is – mede door de gevoerde discussies over de modernisering van het curriculum – daar waar mogelijk een ELO ingericht die studenten in staat stelt om buiten de traditionele schooltijden online gebruik te maken van de beschikbare content. Veel andere faciliteiten zijn ook buiten reguliere openingstijden beschikbaar. Te denken valt aan de mogelijkheden van de faciliteiten die SPOMM, Teclab, Fablab en FACT bieden. Genoemde faciliteiten zijn behoudens de kerstperiode en drie weken gebouwsluiting in de zomer beschikbaar. De gekozen vernieuwingen in het curriculum, waarbij werken aan projecten waarvan studenten zelf eigenaar zijn gestimuleerd wordt, blijkt zo motiverend te werken, dat de effectieve leertijd de regulier geprogrammeerde onderwijstijd ruim overstijgt. Een vergelijkbaar fenomeen doet zich voor bij studenten die de school te vertegenwoordigen tijdens nationale en/of Internationale vakwedstrijden. Ook bij de voorbereiding en aanloop naar dit soort evenementen blijken studenten bereid bijna dag en nacht door te werken om een goed resultaat neer te kunnen zetten. Tot grote tevredenheid van studenten en het team van NWS MKE blijkt uit de behaalde successen in de afgelopen jaren bij eerder genoemde vakwedstrijden dat de investeringen in tijd en moeite hun vruchten hebben afgeworpen.
15
Verantwoordingsdocument Netwerkschoolproject Summa Engineering TU/e Campus Eindhoven
Hoofdstuk 9 Vraag: Is de doelstelling van de Netwerkschool 2.0 gerealiseerd om beter onderwijs tegen dezelfde kosten aan te bieden? 9.1. Kosten Er is op basis van het tussen alle Netwerkscholen en de programmadirectie overeengekomen format een berekening gemaakt van de kosten van de opleiding van de NWS Summa Engineering-studenten in de periode tussen 2010 en 2014. De in kaart gebrachte parameters zijn:
Personeelskosten bestaande uit netto FTE’s van kernteam, flexibele schil, instructeurs, LIO’s en inhuur externen op basis van facturen Huisvestingskosten op basis van netto vierkante meters Studentenaantallen
Uit de berekening van de kostprijs per student is een licht dalende tendens zichtbaar over de gehele projectperiode. Daarmee lijkt deze doelstelling voor wat betreft de kosten gerealiseerd.
9.2. Kwaliteit Onze studenten vinden na het behalen van hun diploma direct passend werk en/of stromen door naar het HBO in dezelfde beroepskolom met een goede aansluiting. Hiermee levert NWS Summa Engineering haar bijdrage aan de verdere ontwikkeling van Brainport Regio. De objectieve metingen en cijfers ten aanzien van diplomaresultaten, jaarresultaten, VSV en de Job Odinenquêtes bevestigen dit beeld ten aanzien van de kwaliteit van de opleiding.
16
Verantwoordingsdocument Netwerkschoolproject Summa Engineering TU/e Campus Eindhoven
Hoofdstuk 10 Vraag: Hoe is de positie van de Netwerkschool-leerlingen op de arbeidsmarkt? Bij bedrijven in de regio is een grote vraag naar afgestudeerde studenten Middenkader Engineering van de NWS Summa Engineering. Studenten krijgen vaak al tijdens de stage in hun opleiding arbeidscontracten aangeboden aansluitend op het behalen van een diploma. Van de afgestudeerde studenten heeft honderd procent na het behalen van een diploma NWS Summa Engineering direct een baan die aansluit op hun opleiding. Dat wil zeggen, als ze niet kiezen voor doorstroom naar het HBO, wat traditioneel rond de 70 procent wel doet en veelal met succes.
17
Verantwoordingsdocument Netwerkschoolproject Summa Engineering TU/e Campus Eindhoven
Kwantitatieve gegevens Schooljaar
2010-2011 2011-2012 2012-2013 2013-2014 2014-2015
Aantal Instroom Aantal Aantal VSV (<23 Ongediplomeerde Jaarresultaat studenten(1 diploma’s jaar geen uitstroom okt) startkwalificatie) 448 125 101 24 80,80% 445 154 90 36 71.42% 427 141 102 12 26 79,69% 433 160 68 7 28 70,83% 484 180 1 -
JOB Monitor MKE crebo 94420/94421
2012
2014
Welk rapportcijfer geef je jouw opleiding?
6,8
7,3
Welk rapportcijfer geef je jouw school?
6,0
6,5
18
Verantwoordingsdocument Netwerkschoolproject Summa Engineering TU/e Campus Eindhoven
Verklarende lijst afkortingen CAD
Computer Aided Design
CAM
Computer Aided Manufactory
Cnc
Computer Numerical Control
ELO
Elektronische Leeromgeving
Fablab
Fabricage Laboratorium
FACT
Festo Authorized Training Centre
FRC
First Robotic Challenge
FTC
First Tech Challenge
FUWA OOP
Functiewaardering Onderwijs Ondersteunend Personeel
FUWA OP
Functiewaardering Onderwijspersoneel
PDCA
Plan Do Check Act
SPOMM
Stichting Praktijk Opleidingen Metaal en Mechatronica
Teclab
Technology and Education Lab
19