Duurzame regionale ontwikkeling Green Agenda training-seminar voor Roemeense en Bulgaarse NGO's Tirgu Mures – Roemenië 24 – 26 februari 2007
Verslag van inbreng Nederlandse ervaringen en praktijkvoorbeelden
In opdracht van: Opgesteld door:
Milieukontakt Oost-Europa Marien Sonneveld Interactive - Advies en Management
Dit rapport is onderdeel van het Green Agenda trainingsproject voor Roemenië en Bulgarije, dat Milieukontakt Oost-Europa begeleidt. Dit project wordt financieel ondersteund door het Matra programma van het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse Zaken.
Colofon In opdracht van:
Milieukontakt Oost-Europa Paul Kosterink en Willem Tjebbe Oostenbrink Postbus 18185 1001 ZB Amsterdam +31 (0)20-5318930 www.milieukontakt.nl
Opgesteld door:
Marien Sonneveld Interactive - Advies en Management Hooftweg 123 3211 XE Geervliet +31 (0) 181-669109
[email protected]
Datum: Ref.:
maart 2007 GA-070309nl (excl. bijlagen) (Betreft een Nederlandse vertaling van het Engelstalige rapport. Deze vertaling bevat niet de bijlagen met presentaties en achtergrondinformatie)
Dit rapport is onderdeel van het Green Agenda trainingsproject voor Roemenië en Bulgarije, dat Milieukontakt Oost-Europa begeleidt. Dit project wordt financieel ondersteund door het Matra programma van het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse Zaken.
Inhoud Voorwoord
2
Voorbereidingen
2
Programma
2
Conclusies
5
Aanbevelingen
6
Bijlagen (Engelstalig. Aparte bijlagen, niet toegevoegd) Introduction to sustainable development - app. 1 historical milestones
7
-
app. 2
difficulties and questions in Dutch society
9
-
app. 3
manifest Brabant 2050
11
-
app. 4
sustainability triangle
12
-
pres. 1
sheets Introduction to sustainable development
18
Organisation and directing the area's responsibility - pres. 2 sheets Organising the area's responsibility
21
Regional branding - pres. 3 sheets Regional branding
24
1
-
brochure about Regional branding by Marien Sonneveld (in assignment of the Dutch NGO: IDM)
-
pres. 4
sheets Stakeholders analysis, and Sustainability topics in practice (partly presented)
27
-
pres. 5
sheets: example of a Dutch NGO and a sustainability project (partly presented)
29
Intersectoral cooperation in chains and networks - pres. 6 sheets: Chains and networks, theory and practice
1
separate brochure, not added to this report
-1-
30
Voorwoord Bij de voorbereidingen van het training-seminar voor de Bulgaarse en Roemeense NGO's heeft Milieukontakt Oost-Europa via een "call for expert" gezocht naar expertise en ervaring in duurzaamheid, regionale ontwikkeling en publiekprivate samenwerking, aangevuld met Nederlandse voorbeelden van lokale of regionale projecten. Van de gezochte deskundige werd gevraagd bij te dragen aan de training door middel van een aantal presentaties en achtergrondinformatie bij praktijkvoorbeelden.
Voorbereidingen Het training-seminar maakte onderdeel uit van de ondersteuning door Milieukontakt aan de NGO's in Bulgarije en Roemenië bij de voorbereiding en indiening van voorstellen voor Green Agendaprojecten (GA). In een voorbereidingsgesprek hebben we geconstateerd, dat de NGO's het beste geholpen zouden zijn met informatie en ondersteuning, die is toegesneden op hun ideeën en eerste voorstellen voor projecten. In afwachting van die voorstellen is een voorlopig programma voor het training-seminar opgesteld, dat door Milieukontakt is aangevuld. Na afstemming met Focus Eco Centre, de Roemeense organisator van het seminar, is het uiteindelijke programma voorafgaand aan de training aan alle deelnemers toegezonden. Aansluiting op de projectvoorstellen vanuit de NGO's bleek lastig, omdat die voorstellen pas daags voor de training beschikbaar waren. Niettemin boden de bestaande contacten en beschikbare achtergronddocumentatie2 over de NGO's voldoende informatie voor een adequaat programma. De deelnemende NGO's hebben over het algemeen een focus op milieuaspecten. Maar de beoogde, in te dienen projecten dienen gericht te zijn op de brede invalshoek van duurzame ontwikkeling. Naast de Green Agenda, die als procesinstrument in de training al aan de orde zou komen, is in het begin van het programma een presentatie opgenomen over inhoudelijke aspecten van duurzaamheid. Verder is informatie verzameld van een aantal Nederlandse projecten, die tijdens de training als voorbeeld zouden kunnen dienen. Uitgangspunt was een flexibel programma, dat desgewenst tijdens het training-seminar zou kunnen worden aangepast.
Programma Het totale programma besloeg twee dagen training, afgewisseld met een volle dag werkbezoeken aan projecten, en voorafgegaan door een informele meeting. Dit was vooral van belang voor kennismaking en het sociale acclimatiseren. Onderstaand volgt een korte toelichting op enkele programmaonderdelen, waarbij Nederlandse kennis en voorbeelden zijn ingebracht.
2
Public participation in sustainable regional development in EU-accession countries Romania and Bulgaria, Milieukontakt Oost-Europa, April 2006
-2-
DAG 1 Introductie in duurzame ontwikkeling • Kort overzicht van de aandacht voor duurzame ontwikkeling vanaf het rapport voor de Club van Rome (1972). Plaatsing van duurzame ontwikkeling in historisch perspectief toont de verandering in de benaderingswijze door de jaren heen op macro niveau; op micro niveau vinden vergelijkbare processen plaats. Inzicht daarin is van belang voor stimuleren van bottom-up initiatieven en maatschappelijke zelforganisatie. •
Schets van duurzaamheidsvraagstukken in de Nederlandse/ Brabantse situatie. Illustratie van een traject voor het mobiliseren van maatschappelijke actoren (manifest Brabant 2050) en relativering: niet de visie maar het proces was van belang.
•
Presentatie en toelichting op de Duurzaamheidsbalans, een instrument voor monitoring met nadrukkelijke inbreng van stakeholders. Betreft een eerste kennismaking. Dit instrument kan een goede aanvulling zijn op de procesaanpak volgens de Green Agendamethode.
Begeleiding werkgroep • Na een toelichting door Milieukontakt op aanpak en belang van inventarisatie en analyse van stakeholders heb ik één van de subgroepen begeleid bij de heroverweging van hun projectvoorstel op dit onderdeel. Regie in regionale ontwikkeling • Stapsgewijs opgebouwde presentatie van thema's en typen actoren, die een rol spelen bij regionale ontwikkeling, en hoe deze inter-acteren en daarmee de slagingskans van succesvolle regie in regionale ontwikkeling beïnvloeden. •
Voortgekomen uit de analyse en conclusies van een groep ervaringsdeskundigen, die een jaar lang 6 gebieden in Nederland volgden die bezig zijn met regionale ontwikkeling.
•
Bedoeling was om tijdens de training ook enkele cases uit die 6 gebieden te presenteren, die aansluiten bij de in ontwikkeling zijnde projectvoorstellen voor de GA-aanpak. Door bijstelling van prioriteiten tijdens de training heeft dit niet plaatsgevonden.
DAG 2 Werkbezoeken/ excursies • Gedurende deze dag zijn vijf locaties bezocht waar milieu- en of gebiedsprojecten lopen. De projecten bevatten een diversiteit aan thema's, doel en aanpak. Reeds tijdens de bezoeken vonden discussies plaats over relevantie, bijdrage aan duurzaamheid en uitstraling naar de regio. •
De werkbezoeken illustreerden de breedte van mogelijke initiatieven voor duurzaamheid én toonden hoe abstracte thema's als economische perspectief, regionale ontwikkeling, sociaal-cultureel kapitaal en natuur(-lijke) waarden op operationeel niveau invulling kunnen krijgen.
•
Tijdens de busreis en gedurende de lunch werden "plenair" vergelijkingen gemaakt met Nederlandse praktijksituaties.
-3-
Typering van de bezochte projecten • Project 1: afvalproblematiek. Doel: het structureel terugdringen van de hoeveelheid zwerfafval door het opzetten van een vuilophaaldienst voor een regio met ca. 36.000 inwoners. •
Project 2: strohoedenmuseum. Men onderzoekt hoe dit museum de katalysator kan worden om de toeristische attractiviteit van de regio te bevorderen, om daarmee de regionale ontwikkeling te initiëren. Vooral private initiatieven zouden hier de aanzet kunnen geven tot duurzame ontwikkeling van de regio.
•
Project 3: modeldorp, aangemeld voor de werelderfgoedlijst van de UNESCO. Er is samenwerking opgestart tussen private initiatiefnemers, lokale autoriteiten, NGO's en universiteiten. Na diverse studies en inventarisatie zoekt men nu naar een strategie voor duurzame ontwikkeling.
•
Project 4: oude ambachten als stimulator van regionale ontwikkeling. In een regio zonder agrarische mogelijkheden hebben ondernemers oude ambachten opgepakt, waarmee de werkgelegenheid is verbeterd en het toerisme in de regio is gestimuleerd. Tot op heden een succesvolle ontwikkeling. Vraag is hoe deze ontwikkeling verduurzaamd kan worden.
•
Project 5: zorg- en welzijntoerisme. Inzet van de plaatselijke, niet meer in gebruikzijnde zoutmijn voor het ontwikkelen van eco-toerisme, m.n. gericht op zorg en welzijn.
Algemene opmerking Elk van de bezochte projecten bevatte interessante aanknopingspunten voor duurzame ontwikkeling, maar de meeste zijn bedoeld om de economische ontwikkeling te stimuleren. Verbreding van de "projectagenda" naar dúúrzame ontwikkeling kan ook die economische ontwikkeling een extra impuls geven. Belangrijke aandachtspunten daarbij zijn: 1) bewustwording van de noodzaak van duurzame i.p.v. alleen economische ontwikkeling; 2) het betrekken van lokale overheden bij lokaal-regionale ontwikkelingen (m.n. met die verbrede agenda); 3) het creëren van voldoende schaalomvang; 4) versterking van de organisatiegraad, regie en professionaliteit.
DAG 3 Regional branding als gebiedsproces • Toelichting wat 'regional branding' kan betekenen voor regionale ontwikkeling aan de hand van ervaringen uit Cork – Ierland, Het Groene Woud – Nederland en Finland. Regional branding is meer dan gebiedsmarketing; het initieert een proces en mobiliseert actoren. Branding neemt de identiteit (kernwaarden) van een regio, zoals die door bewoners en bezoekers beleefd worden, als uitgangspunt voor diensten en producten, die aansluiten op de maatschappelijke behoeften van consumenten (markt) en burgers (publieke diensten). Aan de orde komen vragen als: wat is het, welke doelen dient het, hoe werkt het in de praktijk, hoe pak je het aan? •
Door uitloop van andere agendapunten is slechts zijdelings aandacht besteed aan de wijze waarop men op lokaal niveau mensen kan mobiliseren en verbinden in projecten voor duurzame ontwikkeling (voorbeeld van Innovatieplatform Duurzame Meierij - IDM).
•
Handvatten voor een stakeholdersanalyse (onderdeel van de presentatie over IDM).
-4-
Intersectorale ketens en netwerken • Verband tussen ketens en netwerken, waardeketens en duurzaamheid. •
Leidende principes voor ontwikkeling van nieuwe waardeketens op het platteland.
•
Intersectorale samenwerking biedt nieuwe kansen, zoals bv. verbinden van de agroketens aan de energiesector en zorgsector. Juist intersectorale samenwerking kan tegemoet komen aan de maatschappelijke behoefte aan de mix van markt- én publieke producten en diensten.
•
Toelichting aan de hand van het voorbeeld van nieuwe concepten voor Heuvelland – Limburg: probleembeschrijving, vernieuwende aanpak via kansenkaarten, conceptontwikkeling en interesseren van bedrijven en (private) investeerders.
Vraagbaak De agenda voor het middagdeel is in overleg met de deelnemers aangepast. Er is deze dagen een overweldigende hoeveelheid informatie uitgewisseld. Een belangrijk deel van de middag is ingeruimd voor de vraagbaakfunctie, zodat de NGO's gericht vragen konden stellen en aanvullende informatie konden verzamelen voor hun in ontwikkeling zijnde projectvoorstellen. Naast de anderen (Milieukontakt, Focus Eco Center, deelnemers) heb ik in antwoord op vragen zoveel mogelijk overwegingen en suggesties meegegeven voor hun projecten.
Conclusies •
De verschillende projecten van de deelnemende NGO's (en bezochte locaties) vertonen veel overeenkomsten.
•
Projecten en ontwikkelingen zijn in wezen niet anders dan elders in (West) Europa. Wel zijn er verschillen in context, initiatiefnemers en fasen van ontwikkeling.
•
Overzicht van mogelijkheden en ontwikkelingen en inzicht in samenhang ontbreken veelal. Ook: de invalshoek van (de deelnemende) NGO's is veelal het milieu; duurzame ontwikkeling vraagt een bredere oriëntatie.
•
Grote behoefte aan (en mogelijkheden voor) praktische handvatten, zowel qua aanpak en organisatie (proces), verbinden van inhoudelijke thema's (integrale praktijkoplossingen) als instrumenten (checklists, formats e.d.).
•
Kloof tussen bereidheid en initiatief vanuit private partijen en NGO's enerzijds en interesse of prioriteiten van (boven-lokale) autoriteiten anderzijds.
•
Gevaar van versnipperde inspanning en te kleinschalige aanpak om echte maatschappelijk relevante veranderingen te initiëren.
•
Kwetsbaarheid van de huidige NGO's door geringe capaciteit (veelal vrijwilligers).
•
Kansen voor en noodzaak tot professionalisering, zowel qua competenties als organisatiegraad. De kunst is om op Europees niveau mee te denken over ontwikkelingen, beleid, programma's en fondsen en tegelijkertijd praktische projecten op te zetten, die herkenbaar zijn en op lokaal/regionaal niveau zichtbaar bijdragen tot verbeteringen.
-5-
Aanbevelingen •
Meer (interregionale en internationale) uitwisseling voor NGO's (maar ook andere organisaties) om kennis te nemen van projecten en ontwikkelingen elders en tegelijk de eigen kennis, inzicht en ervaring te vergroten.
•
Organiseren van aansluiting (projectmatig, programmatisch of structureel in netwerken) bij andere partijen en projecten met vergelijkbare of aanpalende doelen. Soms spelen in andere regio's exact dezelfde ontwikkelingen of lopen vergelijkbare projecten en programma's. Te vaak wordt hetzelfde wiel opnieuw uitgevonden. Maar: voorkom incorporatie van organisaties en projecten tot logge, bureaucratische of abstracte eenheden; handhaaf het rechtstreekse contact met mensen in een regio én blijf het bottom-up initiatief stimuleren en koesteren.
•
Intensievere en structurele begeleiding van de afzonderlijke NGO's bij voorbereiding van projecten, organisatie van stakeholders en netwerken, en uitvoering en implementatie. Bij ontbreken daarvan dreigen initiatieven niet vol wasdom te komen. Alle eerder verrichte inspanning voor projectinitiatie én ondersteuning zijn dan vergeefs geweest. Dit kan bijvoorbeeld door "personele" uitwisseling van deskundigheid te stimuleren en te faciliteren. Daarmee ontstaat parallel aan het spoor van inhoudelijke projecten een leertraject van internationale uitwisseling van kennis en ervaring. Ook hier is aansluiting op vergelijkbare initiatieven te verkiezen boven het opnieuw organiseren (vergelijk bijvoorbeeld het Nederlandse programma Leren voor Duurzame Ontwikkeling).
-6-