DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2003
Energie en het klimaat zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.
Inhoud Voorwoord
2
Over het verslag
6
Over Nuon
10
Duurzaamheid bij Nuon
16
Beleid Organisatie duurzaamheid
Betrouwbaarheid van de energievoorziening Leveringszekerheid Voorzieningszekerheid Dienstverlening
Duurzaamheid van de energievoorziening
17 20
24 25 28 30
36
Energiebesparing Duurzame energie Groene energie Slim opwekken en distribueren Brandstofmix Emissiehandel in broeikasgas
37 38 44 48 50 51
De medewerkers van Nuon
56
De pijlers van het personeelsbeleid Levensloopbeleid Een nieuw sociaal plan Betrokkenheid medewerkers Gezondheidsmanagement Veiligheid
57 59 60 62 63 65
Verificatierapport
68
Begrippenlijst
70
Colofon
71
1
Voorwoord
Er wordt mij vaak gevraagd of het met alle ontwikkelingen waar onze onderneming voor staat, niet moeilijk is om de activiteiten op het gebied van duurzaamheid te continueren. Hoe houden we als bedrijf vast aan een duurzaamheidsambitie als klanten terecht vragen om een betere service, de politiek ons confronteert met het voornemen de energiesector drastisch te hervormen, onze aandeelhouders vragen om een betere financiële performance en onze medewerkers alles op alles moeten zetten om de klant goed van dienst te kunnen zijn?
Mijn antwoord daarop is als volgt. Ik zie duurzaam ondernemen niet slechts als een activiteit, maar als een mentaliteit. Een bedrijf dat duurzaam onderneemt maakt bij belangrijke besluiten een integrale afweging tussen economische, sociale en milieubelangen. Het realiseren van een gezond financieel resultaat, een veilige en aangename werkomgeving voor medewerkers en een duurzame energievoorziening, betekent dat belangen zorgvuldig afgewogen moeten worden. In die afweging komen de echte dilemma’s naar voren. Een aantal daarvan zult u in dit verslag terugvinden. De dynamiek die zo kenmerkend is voor de energiesector van vandaag, heeft ons echter niet afgeleid van onze ambitie om de Nederlandse energievoorziening en onze eigen bedrijfsvoering verder te verduurzamen. Het aantal klanten dat groene energie afneemt van Nuon is met 40% gestegen naar ruim 650.000. We hebben in 2003 64 MW nieuw duurzaam productievermogen bijgebouwd,
2
DUURZAAMHEIDSVERSLAG
2003
waaronder windparken in de Wieringermeer en Spanje. En we hebben nieuwe innovatieve producten geïntroduceerd voor zowel consumenten als zakelijke klanten, zoals online energiebesparingsadvies voor het MKB, duurzame koudelevering, het groene energieproduct VastePrijsStroom en de Nuon Zoncentrale, die door bijna 7.000 huishoudens is aangeschaft. Onze medewerkers hebben we ook in 2003 met diverse programma’s en instrumenten gestimuleerd om te werken aan hun persoonlijke ontwikkeling, gezondheid en balans tussen werk en privé. Het nieuwe sociaal plan dat op 1 januari jl. is ingegaan, is tot stand gekomen in een open dialoog met de vakorganisaties. Ook de veranderende wetgeving op het gebied van ziekteverzuim hebben we met onder meer de oprichting van een Reïntegratie Centrum voortvarend aangepakt. Onze aandeelhouders kunnen erop vertrouwen dat wij winstgevend investeren, ook als het gaat om investeringen in duurzaamheid. Het alsmaar wijzigende overheidsbeleid op het gebied van financiële ondersteuning van duurzame energieproductie, maakt het ons wat dat betreft niet altijd makkelijk. Het nieuwe instrument dat halverwege 2003 in werking trad, de wet Milieukwaliteit Elektriciteits Productie (MEP), stimuleert slechts duurzame energieproductie in Nederland. Voor onze onderneming, die werkt vanuit de filosofie dat we daar duurzame energie moeten opwekken waar dat geografisch, klimatologisch en financieel het beste is, is dat een enorme tegenvaller. Met het einde van de belastingvrijstelling voor groene energie in zicht, onderzoeken we de mogelijkheden om onze klanten groene energie te kunnen blijven aanbieden tegen een voor hen acceptabel tarief. Ik voorzie dat het koolstofarmer maken van de energievoorziening één van de belangrijkste uitdagingen is waar de energiesector – wereldwijd – voor staat. Niet voor niets is klimaat het thema van dit verslag. Het wordt steeds zichtbaarder, ook in Nederland, dat de groeiende hoeveelheid CO2 in de lucht invloed heeft op het klimaat. Met de overname van de centrales van Reliant Energy Europe is Nuon één van de grotere uitstoters van CO2 in Nederland geworden. Door efficiënt om te gaan met brandstoffen en te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om andere brandstoffen in te zetten, streven we ook in deze centrales naar een zo schoon mogelijke productie. Dit jaar leest u voor het eerst in ons verslag een aantal doelstellingen voor 2004 op het gebied van duurzaamheid waaraan wij ons gecommitteerd hebben. Een belangrijke stap naar meer transparantie en duidelijkheid over waar wij als onderneming voor staan. Omdat we graag van u horen of wij u via dit verslag een goed beeld geven van ons duurzame ondernemerschap, vindt u achterin een mogelijkheid om ons dat te laten weten.
Amsterdam, 3 mei 2004
Ludo van Halderen Voorzitter Raad van Bestuur
3
NUON EN STICHTING NATUUR EN MILIEU
‘Wist je dat Nuon jaarlijks elf miljoen ton CO2 uitstoot? Da’s zo’n 7% van het totaal in Nederland. Staat in hun jaarverslag. Dat ze daar eerlijk over zijn, juich ik toe. Want je kunt jezelf wel profileren als duurzame energieleverancier, maar je moet de feiten niet verbloemen. Wat doe je eraan, daar gaat het om. Nuon en ik komen elkaar tegen bij de windparken. Wij hebben alle plekken in Nederland waar ze zouden kunnen staan, in kaart gebracht. Als er ergens eentje wordt opgezet, werken we samen.’
BIJ MIJ THUIS ‘Ik probeer duurzaamheid en lekker leven te combineren. Praktisch idealisme. Wij op de fiets en de kinderen in het fietskarretje en we eten biologisch vlees, dat wel. Maar ik pak ook wel eens het vliegtuig. En ik woon in een oud huis. Het isoleren daarvan is een meerjarenproject.’
KLIMAATPASPOORT
I JASPER VIS I BELEIDSMEDEWERKER ENERGIE BIJ DE STICHTING NATUUR EN MILIEU
IN MIJN WERK ‘Mensen zijn van nature gemakzuchtig. Verwacht niet dat mensen zomaar hun auto opgeven. Maar je kunt wel een zo zuinig mogelijk auto rijden en de korte ritjes met de fiets doen. Of een zuinige cv-ketel kopen. De duurzame samenleving komt dichterbij door technische snufjes, meer dan door verandering van menselijk gedrag. Dus daar richt ik in mijn werk alle pijlen op. Tegelijkertijd wijs ik op de klimaatverandering. Die is al zichtbaar, meer dan we denken. Ik ga de natuur in met mensen en laat ze zien dat er subtropische korstmossen op onze bomen zitten, dat er minder noordelijke vlinders zijn en meer warmteminnende spinnen.’
Over het verslag Wat is klimaat? Klimaat is het gemiddelde weer. Over een periode van tientallen jaren nemen meteorologen op dezelfde plaats op aarde het gemiddelde van temperatuur, vochtigheidsgraad, luchtdruk, wind, bewolking en neerslag. Daarnaast kijken ze naar dagelijkse en jaarlijkse variaties en hoe vaak extremen voorkomen, zoals hittegolven en zware regens met wateroverlast. Op deze manier kan men zien hoe het klimaat zich over een langere periode ontwikkelt. Waarom stijgt de temperatuur op aarde? De zon verwarmt de aarde. Een deel van de zonnestralen warmt de aardbodem en de zeeën en oceanen op. Een ander deel wordt teruggekaatst in de dampkring of atmosfeer. Hier bevinden zich broeikasgassen (waterdamp, kooldioxide, methaan) die als het ware een warme deken om de aarde leggen. Ze zorgen ervoor dat de warmte uit de teruggekaatste zonnestralen wordt vastgehouden. De opwarmende werking van deze deken wordt het natuurlijke broeikaseffect genoemd. Door dit broeikaseffect is het op aarde niet 18 graden Celsius onder nul, maar gemiddeld 30 graden Celsius warmer, warm genoeg voor leven. De meeste wetenschappers zijn het er wel over eens dat de mens dit natuurlijke broeikaseffect beïnvloedt. Omdat we steeds meer gas, elektriciteit, benzine, kerosine en diesel gebruiken, blazen we steeds meer CO2 in de atmosfeer. De toename van deze concentratie van broeikasgassen versterkt het broeikaseffect, waardoor het op aarde steeds warmer wordt. Als de mens broeikasgassen aan de atmosfeer blijft toevoegen, blijft de gemiddelde temperatuur op aarde stijgen.
6
DUURZAAMHEIDSVERSLAG
2003
In 2003 heeft Nuon haar eerste integrale duurzaamheidsverslag over 2002 gepubliceerd. In dat verslag hebben we vrij nauwkeurig de richtlijnen van het Global Reporting Initiative (GRI) gevolgd en zijn bijvoorbeeld op onderdelen dochterbedrijven in de cijfers meegenomen. In het verslag over het jaar 2003 heeft Nuon een fundamenteel andere keuze gemaakt.
Het verslag is dit jaar meer geschreven vanuit de optiek dat Nuon in het duurzaamheidsverslag verantwoording dient af te leggen over issues die in 2003 maatschappelijk in de belangstelling hebben gestaan. Hiermee volgt Nuon onder andere een aanbeveling van de Vereniging voor MilieuAccountancy (VMA) en het Koninklijk Nederlands Instituut van Registeraccountants (NIVRA), die stellen dat volledigheid op zich belangrijk is, maar de lezer niet mag afleiden van de belangrijkste milieu- dan wel maatschappelijke issues. Nuon heeft voor het verslagjaar 2003 gekozen voor een drietal thema’s: betrouwbaarheid van de energievoorziening, duurzaamheid van de energievoorziening en de medewerkers van Nuon. Ten aanzien van de betrouwbaarheid van de energievoorziening is in 2003 veel aandacht geweest voor leveringszekerheid, voorzieningszekerheid en dienstverlening. In het hoofdstuk ‘Betrouwbaarheid van de energievoorziening’ komen we hier uitgebreid op terug. Ook de duurzaamheid van de energievoorziening heeft in 2003 op de maatschappelijke en politieke agenda gestaan. De belangrijkste ontwikkelingen staan in het hoofdstuk ‘Duurzaamheid van de energievoorziening’. De breed gevoelde maatschappelijke wens om werk en privé beter op elkaar af te stemmen, de Wet Verbetering Poortwachter en de versobering van de pensioenregelingen zijn sociale ontwikkelingen in 2003 waar Nuon in haar personeelsbeleid mee aan de slag is gegaan. U leest hierover in het hoofdstuk ‘De medewerkers van Nuon’.
Omslag van het duurzaamheidsverslag 2002
Het overkoepelende thema van dit jaarverslag is het klimaat. Het klimaat verandert door de toename van de concentratie van broeikasgassen in de atmosfeer. Hierdoor wordt het op aarde steeds warmer, wat leidt tot ernstige verstoringen in het ecosysteem. Energiebedrijven zijn grote uitstoters van het belangrijkste broeikasgas CO2. Nuon wil daarom verantwoording afleggen over haar rol in en bijdrage aan vermindering van dit probleem. En we zijn daarbij niet alleen zelf aan het woord. Door het verslag heen zal een aantal van onze belanghebbenden vertellen wat zij doen om klimaatverandering tegen te gaan.
Reikwijdte De keuze om een beperkt aantal onderwerpen diepgaander te behandelen, heeft consequenties voor de reikwijdte van de cijfers die we rapporteren. In dit verslag zijn de cijfers verwerkt van de bedrijfsonderdelen van Nuon in Nederland, zijnde de divisies Retail Customers, Business Customers, Energy Sourcing en Network Services en daarnaast Continuon Netbeheer. Op 10 december 2003 werd Nuon officieel eigenaar van de elektriciteitscentrales van Reliant Energy Europe. De invloed die deze overname heeft op bijvoorbeeld de CO2-balans van Nuon, is in dit verslag niet meegenomen. De afweging die we daarbij hebben gemaakt is dat we pas vanaf 2004 daadwerkelijk invloed kunnen uitoefenen op de duurzaamheid van deze centrales. Ook rapporteren we dit jaar niet over cijfers die weliswaar voortvloeien uit de bedrijfsvoering van Nuon, zoals cijfers over mobiliteit en afvalstromen, maar die geen directe relatie hebben met de hierboven genoemde thema’s. Cijfers over afvalstromen en SO2- en NOx-emissies zijn wel terug te vinden in de milieujaarverslagen van de productielocaties. Cijfers over mobiliteit van het Nuon-personeel zijn verwerkt in de CO2-balans in dit verslag. Waar de scope van de cijfers afwijkt van de hier beschreven algemene scope, zal dit vermeld worden.
Toetsing eerste duurzaamheidsverslag bij stakeholders
Wat zijn de gevolgen van het broeikaseffect? De gevolgen van klimaatverandering door het versterkte broeikaseffect kunnen ingrijpend zijn. Stijging van de zeespiegel en veranderingen in de waterhuishouding, zoals verandering van gemiddelde neerslag en extremen, zijn mogelijke effecten van klimaatverandering. Daardoor kunnen wereldwijde ecologische, economische en sociale veranderingen optreden.
Op uitnodiging van bestuursvoorzitter Ludo van Halderen heeft een aantal stakeholders in een bijeenkomst bij Nuon besproken wat ze van het duurzaamheidsverslag 2002 van Nuon vinden, waaronder een Natuurstroomklant en een vertegenwoordiger van een natuur- en milieuorganisatie. Het verslag werd boeiend en aantrekkelijk gevonden en gaf een goed beeld van datgene waar Nuon zich mee bezighoudt. Wel hadden de stakeholders behoefte aan meer informatie over de keuzes die Nuon maakt en de dilemma’s die we tegenkomen bij het realiseren van ambities op het gebied van duurzaamheid. Is groene energie voor Nuon een marketinginstrument of een milieudoelstelling? Is evenwichtige groei voor alle belanghebbenden wel vol te houden in een commerciële markt? Daarin mag Nuon volgens de stakeholders transparanter zijn. Andere punten die aan de orde kwamen: geef meer inzicht in waar Nuon staat ten opzichte van anderen, kijk niet alleen terug in het verslag maar schets ook een helder toekomstbeeld en laat zien hoe Nuon duurzaamheid heeft ingebed in de organisatie en managementsystemen. Voor zover mogelijk, hebben we in dit verslag opvolging gegeven aan deze wensen.
Wat zijn de voornaamste broeikasgassen? Broeikasgassen zijn gassen die bijdragen aan de opwarming van de dampkring. De belangrijkste zijn: kooldioxide (CO2 ), methaan (CH4 ), lachgas (N2O) en de fluorverbindingen gehalogeneerde waterstoffen (HFK's), fluorstoffen (PFK's) en zwavelhexafluoride (SF6 ). Kooldioxide is het belangrijkste broeikasgas. Het draagt voor ruim de helft bij aan het versterkte broeikaseffect.
Het verslag is geverifieerd door KPMG Sustainability B.V.. Aangezien dit het tweede integrale duurzaamheidsverslag van Nuon is, is de betrouwbaarheid van de informatie in het verslag soms nog beperkt. Ondanks deze kanttekening geeft dit verslag naar onze mening een goed beeld van onze ambities en resultaten in 2003. Wij blijven werken aan een verbetering van de betrouwbaarheid van de gegevens.
7
KLIMAATPASPOORT
I DIEDERIK KINDS I STUDENT AAN DE TU DELFT EN TEAMCAPTAIN VAN HET NUON SOLAR TEAM
BIJ MIJ THUIS ‘Ik studeer af bij de leerstoel Aerospace Sustainable Engineering and Technology. Via deze leerstoel ben ik betrokken bij projecten als de race met de zonnewagen en een laddermolen met vliegers om hoog wind te vangen. Ik wil graag studie en praktijk combineren. Dat was een drijfveer om mee te doen aan de World Solar Challenge. Ik weet nog niet waar ik ga werken na mijn studie, maar ik wil bezig blijven met duurzaamheid. Om mensen daarvoor enthousiast te maken. Privé ga ik heel bewust om met energieverbruik. Zuinig zijn met water, de verwarming zo laag mogelijk zetten en zuinig autorijden, door bijvoorbeeld de motor af te zetten bij een stoplicht.’
NUON EN IK
‘Wij zochten sponsors voor onze deelname aan de World Solar Challenge in Australië. Nuon was een logische partner omdat het bedrijf bekend staat als koploper in duurzame energie. Nuon brengt duurzaamheid onder de aandacht van jonge mensen. Via de solar race, maar ook door projecten op basisscholen en andere scholen. Dat vind ik een prima initiatief.’
IN DE SOLAR CHALLENGE ‘Ik heb drieduizend kilometer op zonne-energie gereden, dwars door Australië. Geloof me, dan ben je voortdurend bezig met het klimaat. Want de hoeveelheid zonne-energie is niet constant. In het noorden van Australië heb je een tropisch klimaat, in het zuiden een meer wisselvallig klimaat. Om de invloed van het klimaat op ons energieverbruik te berekenen, maakten we gebruik van een speciaal softwareprogramma. De tocht was een succes, maar de praktische toepassing van zonnepanelen op auto’s laat nog wel even op zich wachten. Voor woonhuizen is zonne-energie gelukkig al wel heel goed beschikbaar.’
Over Nuon Windpark Irene Vorrink in Dronten
Wat is het Klimaatverdrag? In 1992 werd in Rio de Janeiro het zogenoemde Raamverdrag Klimaatverandering van de Verenigde Naties (UNFCCC) gesloten. De doelstelling is het stabiliseren van de concentratie van broeikasgassen in de atmosfeer op een zodanig niveau, dat een gevaarlijke menselijke invloed op het klimaat wordt voorkomen. Het Klimaatverdrag valt onder de verantwoordelijkheid van de VN. Verschillende industrielanden hebben destijds afgesproken de groei van hun uitstoot van broeikasgassen te stoppen. Halverwege de jaren negentig werd duidelijk dat stabilisatie van de uitstoot van broeikasgassen ontoereikend is om het uiteindelijke doel van het Klimaatverdrag te realiseren. Dat heeft geleid tot het Kyoto-protocol.
Nuon is een toonaangevend, zelfstandig, internationaal concern in de opwekking, marketing, verkoop en distributie van elektriciteit, gas en warmte en daarmee samenhangende producten en diensten, actief voor miljoenen klanten. Binnen de Europese energiesector willen we een vooraanstaande positie innemen op het gebied van duurzaam ondernemen. Vanuit het besef dat energie een onmisbare rol vervult voor consumenten, bedrijven en de maatschappij werken wij aan evenwichtige groei voor alle belanghebbenden: klanten, aandeelhouders, medewerkers én milieu en maatschappij.
Nuon heeft in Nederland een marktaandeel van 35% in elektriciteit, 30% in gas en 36% in warmte; gemeten naar aantallen klanten zijn we marktleider in Nederland. Daarnaast concentreert Nuon zich op de kernmarkten België en Duitsland. Voor de productie van duurzame energie richten we ons op groeimarkten in Europa. Nuons grootste aandeelhouders zijn de provincies Gelderland, Friesland, Noord-Holland en de gemeente Amsterdam. Zij houden gezamenlijk zo’n 75% van de aandelen Nuon. Het overige deel wordt gehouden door circa 80 kleinere, gemeentelijke en provinciale aandeelhouders.
10
DUURZAAMHEIDSVERSLAG
2003
Nuon werkt sinds het midden van de jaren negentig vanuit een visie die uitgaat van evenwichtige groei voor alle belanghebbenden bij onze onderneming.
Energie en het klimaat zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. CO2 is de verbindende factor. Hieronder staat een overzicht van Nuon-activiteiten die veel CO2-uitstoot veroorzaken. In dit verslag kunt u lezen hoe Nuon maatregelen treft om de CO2-uitstoot die zij veroorzaakt te reduceren.
Wat is het Kyoto-protocol? Het Kyoto-protocol werd in 1997 opgesteld als aanvulling op het Klimaatverdrag. Industrielanden verbinden zich hierin om de uitstoot van broeikasgassen in 20082012 met gemiddeld 5% te verminderen ten opzichte van het niveau in 1990. Per land gelden uiteenlopende reductiepercentages. Nederland moet zijn broeikasgasemissies in 2008-2012 met 6% hebben gereduceerd ten opzichte van 1990. In Kyoto is afgesproken dat het verdrag in werking treedt als alle landen die het ondertekend hebben bij elkaar opgeteld verantwoordelijk zijn voor 55% van de wereldwijde CO2-uitstoot. Tot nu toe hebben 113 landen het Kyoto-protocol ondertekend. Alle ogen zijn op dit moment gericht op Rusland, omdat met Rusland erbij de norm van 55% gehaald zou worden.
Activiteiten
Productie van grijze energie in onze eigen energiecentrales
Nuon
Energiegebruik in Nuon-gebouwen
Gebruik van materialen (kabels, componenten etc.)
Inkoop van grijze energie voor levering aan eindgebruikers
Mobiliteit van Nuon-medewerkers (auto, trein, vliegtuig)
Nederlands klimaatbeleid Het klimaatbeleid is gestoeld op de afspraken in het Kyoto-protocol en de aansluitende afspraken binnen de EU. Nederland moet de uitstoot van de belangrijkste broeikasgassen (kooldioxide, lachgas, methaan en een aantal fluorverbindingen) in de periode van 2008-2012 met 6% terugdringen ten opzichte van 1990. Dat betekent dat Nederland uiterlijk in 2012 199 Mton, omgerekend naar CO2 (CO2-equivalenten), broeikasgas uitstoot. Dat is 6% minder dan in 1990. De helft van de reductie wil de overheid met binnenlandse maatregelen halen, de rest in het buitenland. Van de binnenlandse doelstelling wil zij tweederde met CO2 realiseren en eenderde met overige broeikasgassen. Het klimaatbeleid is gericht op de sectoren huishoudens, landbouw, verkeer en vervoer, industrie en energie.
11
Kerngegevens Netto-omzet
Bedrijfsresultaat
Nettowinst
(x EUR 1 miljoen)
(x EUR 1 miljoen)
(x EUR 1 miljoen)
600
6.000 5.000
536
5.095 4.357
489
500
4.530
4.000
400
3.000
300
400
375
300
350
236 200
1.000
100
100
0
0
0
Totale omzet naar activiteit 2003
Totale omzet naar activiteit 2002
Bedrijfsresultaat per activiteit 2003
Bedrijfsresultaat per activiteit 2002
(x EUR 1 miljoen)
(x EUR 1 miljoen)
(x EUR 1 miljoen)
(x EUR 1 miljoen)
4.500 4.000 3.500 3.000
4.500 4.000 3.500 3.000
4.057
2.500
3.047
2.000
1.500 1.000
350
2.500
2.000 857
1.500
1.203
1.000
399
500 0
Operations
Netbeheer
350
323
300
250
250
200
200 123
100 520
2002
Supply & Services
300
150 1.047 826
500 0
2003
50
40
DUURZAAMHEIDSVERSLAG
2003
317
150 50
100 50
0
0
-50
-50
2003
Renewables, Water en Overig
Voor een volledig overzicht van de jaarcijfers 2003 verwijzen wij u naar ons financieel jaarverslag.
12
152
200
2.000
62 1 -30
2002
Kerncijfers (geconsolideerde cijfers)
Financiën (bedragen x EUR 1 miljoen)
2003 1)
Netto-omzet EBITDA Bedrijfsresultaat (EBIT) Resultaat na belastingen Investeringen in materiële vaste activa Vrije kasstroom Materiële vaste activa Eigen vermogen Balanstotaal
5.095 1.048 536 236 527 2476.916 4.469 10.553
2002 1) 4.357 783 350 152 633 46.185 4.270 9.623
2001 1)
2000
1999
4.530 914 489 375 561 435 5.934 4.262 8.972
3.716 716 423 352 454 537 5.515 3.899 8.171
3.292 660 407 975 442 618 5.019 3.711 7.913
Eigen vermogen in % van het balanstotaal (solvabiliteit)
42,3%
44,4%
47,5%
47,7%
46,9%
Bedrijfsresultaat in % van de bedrijfsopbrengsten Bedrijfslasten in % van de bedrijfsopbrengsten
9,9% 90,1%
7,4% 92,6%
10,3% 89,7%
10,9% 89,1%
9,9% 90,1%
Resultaat na belastingen per uitstaand aandeel in EUR
1,83
1,18
2,93
3,51
9,75
128.693
128.693
128.101
100.279
100.000
– 8.192 136.885
– 7.433 136.126
160 7.433 135.694
27.855 7.433 135.567
5.059 686 105.745
9.638
9.924
9.544
6.807
6.919
785
680
596
653
490
Aandelen x 1000 stuks (per 31 december) Aantal uitstaand Aantal nog te emitteren uit stockdividend en excedenten Maximaal aantal nog te emitteren uit garanties Totaal
Medewerkers in fte‘s (per 31 december)
Duurzaam opgewekte elektriciteit (in GWh) Eigen productie
1) Presentatiewijziging In lijn met de internationale ontwikkeling van de presentatie van resultaten, worden in het financieel verslag met ingang van 2001 buitengewone baten en lasten slechts als zodanig gepresenteerd, indien zij zich duidelijk onderscheiden van de activiteiten in het kader van de gewone bedrijfsuitoefening. Buitengewone baten en lasten zullen daarom naar verwachting zelden voorkomen. Tot en met 2000 werden als buitengewone baten en lasten de resultaten uit de verkoop van deelnemingen en de dotaties aan reorganisatievoorzieningen gepresenteerd. Verder wordt met ingang van 2001 het dividendvoorstel over het afgesloten jaar niet meer in het eigen vermogen verwerkt.
13
KLIMAATPASPOORT
I JOKE WALLER-HUNTER I EXECUTIVE SECRETARY VAN DE UNFCCC
BIJ MIJ THUIS ‘Hoe ik persoonlijk bijdraag aan een beter milieu? Ik heb sinds 1979 geen auto meer en dat is al een hele goede bijdrage. Moeilijk? Ach, je kunt zelf beïnvloeden hoe moeilijk dat is. Ik zorg dat ik altijd op fietsafstand van mijn werk woon. Elke dag een half uurtje peddelen langs de Rijn is trouwens geen straf. Verder is milieuvriendelijk geproduceerd voedsel hier in Duitsland heel normaal. Veel standaardproducten zijn ecologisch. Dat is de filosofie waar ik in geloof: je moet het de consument makkelijk maken.’
NUON EN UNFCCC
‘In geïndustrialiseerde landen komt 84% van de uitstoot van broeikasgassen van de energiesector. Op den duur moet de koolstof uit de energiehuishouding verdwijnen. Maar om te beginnen: het gebruik van fossiele brandstoffen terugdringen en schoner maken, vernieuwbare energiebronnen aanboren en klanten helpen energie te besparen. De industrie heeft al veel gedaan, veel hangt nu af van de burger. Nuon kan daarbij helpen door het kopen van schone energie zo makkelijk mogelijk te maken.’
IN MIJN WERK ‘Wat de United Nations Framework Convention on Climate Change aan een beter milieu doet is eigenlijk een overbodige vraag: we doen niet ánders. Wij zijn er om de ondertekenaars van het Klimaatverdrag van Rio de Janeiro van 1992 te ondersteunen. Wel is het zo dat daarvoor één keer per jaar 5000 vertegenwoordigers van 190 partijen naar ons toekomen. Met het vliegtuig! We zijn nog niet zover, maar eigenlijk zouden we iedere vlucht moeten compenseren door bijvoorbeeld geld te steken in milieuprojecten.’
Duurzaamheid bij Nuon
Ten behoeve van het project NoordzeeWind is in 2003 in de Noordzee een meetmast van 116 meter hoog geplaatst (zie ook pagina 41)
Nuon kent sinds het midden van de jaren negentig een strategie die gericht is op een evenwichtige groei voor alle belanghebbenden. Groei dus voor aandeelhouders, klanten, medewerkers én milieu en maatschappij. Binnen de Europese energiesector willen we een vooraanstaande positie innemen op het gebied van duurzaam ondernemen.
Nuon ziet duurzaamheid niet als een eindwaarde maar als een proces, een ontwikkeling. Op drie manieren brengen wij duurzame ontwikkeling in de praktijk: door het verduurzamen van de energievoorziening, door het verduurzamen van onze bedrijfsvoering en door een maatschappelijk betrokken bedrijf te zijn.
Duurzame energievoorziening Nuon richt zich op drie stappen om de energievoorziening te verduurzamen. Het beperken van de vraag naar elektriciteit, gas en warmte is de eerste stap. De elektriciteit of warmte die toch nodig is zoveel mogelijk opwekken uit duurzame energiebronnen, is de tweede stap. De derde stap is het zo efficiënt en milieuvriendelijk mogelijk inzetten van fossiele energiebronnen. Verder ziet Nuon een rol voor zichzelf weggelegd op het gebied van compensatie van CO2-uitstoot die vrijkomt bij energieopwekking.
Verantwoorde bedrijfsvoering Het verminderen van de milieubelasting van onze bedrijfsprocessen en de bedrijfsinterne milieuzorg hebben continu onze aandacht. Maar we nemen ook verantwoordelijkheid als het gaat om goed werkgeverschap en streven naar duurzame participatie van onze medewerkers.
16
DUURZAAMHEIDSVERSLAG
2003
Het Nuon Solar Team vervangt een lekke band tijdens de World Solar Challenge 2003 in Australië
Maatschappelijke betrokkenheid Nuon maakt als bedrijf deel uit van de samenleving en wil verantwoord omgaan met die rol. We hebben ondernemingsprincipes, die schetsen op welke wijze wij zaken willen doen. En we willen met onze belanghebbenden een relatie onderhouden op basis van transparantie en dialoog.
Beleid Vanuit het besef dat duurzaam ondernemen meer inhoudt dan actief zijn op het gebied van duurzame energie, heeft Nuon in 2002 besloten om een integraal duurzaamheidsbeleid te gaan ontwikkelen. In 2003 is veel tijd en aandacht besteed aan het opstellen van dit beleid, het formuleren van concrete doelstellingen en het opzetten van een Nuon-breed monitoringsysteem om de voortgang op het gebied van duurzaamheid te meten. Een van de manieren om tot beleid en doelstellingen te komen, is het vergelijken van eigen bedrijfsprestaties met die van andere bedrijven. Nuon heeft in het voorjaar van 2003 haar ambities op het gebied van duurzaamheid laten toetsen door twee vooraanstaande organisaties: SNS Asset Management en Sustainable Asset Management (SAM). Laatstgenoemde voert in opdracht van de Amerikaanse beurs de toetsing uit voor bedrijven die genoteerd willen staan aan de Dow Jones Sustainability Index. De resultaten van de twee vergelijkende onderzoeken hebben geleid tot het verbeteren van een aantal bedrijfsprocessen, met name op het gebied van milieumanagement, en het aanscherpen van onze doelstellingen. Ook in 2004 zal Nuon weer een uitgebreid en cijfermatig vergelijkend onderzoek uitvoeren. Vanuit de overheid komen nieuwe wetgeving en eisen op het gebied van duurzame energie en milieu op de energiesector af. Nuon neemt ten aanzien van deze wetgeving een proactieve houding in. Wat betreft emissies van CO2 en NOx loopt Nuon vooruit op de Europese Emissiehandel die in januari 2005 van start gaat en de gewijzigde Wet Milieubeheer die medio 2004 wordt verwacht. We werken actief aan de ontwikkeling van een strategie, enerzijds gericht op het nog efficiënter en schoner maken van onze fossiele productie, anderzijds op het actief deelnemen aan de CO2- en NOx-emissiehandel. Transparantie is voor ons een belangrijk thema. We verwelkomen dan ook de richtlijn van de Europese Unie die energiebedrijven vanaf 1 juli 2004 verplicht om klanten te informeren over de herkomst van de geleverde stroom via publicatie van de zogenaamde brandstofmix. Nuon publiceert haar brandstofmix al sinds 2001. Onze methodiek om de brandstofmix te berekenen zal mogelijk tot voorbeeld dienen voor andere energiebedrijven. Om onze vooraanstaande positie op het gebied van duurzame energie te consolideren, blijft Nuon investeren in nieuwe vormen van duurzame energieopwekking die tevens voldoen aan de strikte financiële criteria die de onderneming stelt ten aanzien van investeringen. Het overheidsbesluit om vanaf 2005 niet langer de vraag naar duurzame energie te stimuleren maar alleen de productie ervan, heeft grote consequenties voor Nuon. Met veel duurzame productiecapaciteit in het buitenland zal Nuon veel nadeel ondervinden van de nieuwe subsidieregeling, die alleen gericht is op de binnenlandse productie van duurzame energie. Nuon vindt het jammer dat de Nederlandse overheid ten aanzien van duurzame energie niet over de landsgrenzen heen kijkt. Ook maakt Nuon zich zorgen over de gevolgen van de afschaffing van de vraagstimulering van groene energie per 1 januari 2005.
17
Nuon-medewerkers speelden de hoofdrol in onze televisiecommercial over duurzame energie, die in juni 2003 voor het eerst werd uitgezonden
In deze sterk veranderende omgeving, qua wetgeving en fiscaal regime, zal Nuon actief aan de slag gaan met het onderzoeken van de mogelijkheden voor (her)positionering van groene energieproducten. Naast duurzame energie is sinds 2002 duurzame bedrijfsvoering een belangrijk thema voor Nuon. Zo hebben we ons tot doel gesteld om de meest duurzame netwerkoperator van Nederland te zijn. Dit vertaalt zich naar onze activiteiten in de sfeer van leveringszekerheid, afvalmanagement, gebruik van milieuvriendelijke componenten in het net, het beheer en de verwerking van schadelijke stoffen, leveranciersmanagement en het voorkomen en monitoren van milieu-incidenten. Nuon ziet haar medewerkers als belangrijk kapitaal. We ondersteunen onze medewerkers met een gedegen personeelsbeleid zodat ze hun talenten optimaal kunnen gebruiken en ze zich eigenaar van hun werk voelen. Bovendien is het beleid erop gericht om iedere medewerker waarde voor onze belanghebbenden te kunnen laten creëren. Nuon is een belangrijke maatschappelijke speler in een milieugevoelige sector. Als energiebedrijf staan we voortdurend voor het maken van keuzes en moeten we dilemma’s oplossen. Bijvoorbeeld over de plaatsing van windmolens of het meestoken van biomassa. Om beter in staat te zijn om welafgewogen keuzes te maken rond maatschappelijk gevoelige onderwerpen, zal Nuon in 2004 op structurele wijze de dialoog zoeken met betrokken maatschappelijke en milieuorganisaties. Mogelijke onderwerpen zijn de productie van bio-energie, het gebruik van nucleaire energie, de rol van energiebedrijven bij het voorkomen van klimaatverandering en het vasthouden aan duurzame ambities in een volledig vrije markt.
18
DUURZAAMHEIDSVERSLAG
2003
DUURZAAMHEID BIJ NUON
Doelstellingen 2004 Doelstelling
Concretisering 2004
1. Koploper in groene energie
Minimaal 600.000 klanten
2. Gemiddelde stroomonderbrekingsduur per klant
Maximaal 29 minuten per Continuon-klant
3. Nieuwe duurzame productiecapaciteit
Minimaal 200 MW
4. Schoonste brandstofmix van Nederland
Maximaal 0,52 ton CO2 per MWh
5. Milieuovertredingen/-incidenten
Dekkend monitoringsysteem
Ad 1) Koploper zijn in groene energie houdt in dat we voor 2004 een minimum in het aantal groene energieklanten hebben geformuleerd. Deze doelstelling lijkt wellicht niet ambitieus, gezien het huidige aantal klanten, maar houdt rekening met het feit dat de fiscale stimulering van de vraag naar groene energie in 2004 volledig wordt afgebouwd. Ad 2) De gemiddelde stroomonderbrekingsduur is de gemiddelde duur van stroomonderbreking per jaar per Continuon-klant. Ad 3) Nieuwe duurzame productiecapaciteit is de in 2004 nieuw gerealiseerde productiecapaciteit in wind, zon, water, aard- en omgevingswarmte en/of biomassa. Ad 4) De schoonste brandstofmix van Nederland nastreven houdt in dat Nuon per MWh geleverde elektriciteit de laagste CO2-uitstoot van de grote energiebedrijven in Nederland wil realiseren. Dit is een ander begrip dan zo schoon mogelijke eigen productie, aangezien de geleverde brandstofmix ook veel ingekochte elektriciteit bevat. Ook streeft Nuon naar een zo laag mogelijk aandeel kernenergie in haar brandstofmix. Dit voornamelijk vanwege het tot nog toe onopgeloste probleem van kernafval. Helaas hebben we geen inzicht in de geleverde brandstofmix van andere energiebedrijven. Nuon is vooralsnog het enige energiebedrijf in Nederland dat haar brandstofmix jaarlijks publiceert. Ad 5) We doen ons uiterste best om het jaarlijkse aantal milieuovertredingen en/of -incidenten zo laag mogelijk te houden. Daarbij streven we naar een zo goed en volledig mogelijk registratiesysteem.
19
Nuon-medewerkers treffen voorbereidingen voor het plaatsen van een lekbak onder een transformator (zie ook pagina 27)
Nuon onderschrijft de twee centrale uitgangspunten die ten grondslag liggen aan de Nederlandse corporate governance code (Commissie Tabaksblat).
Organisatie duurzaamheid Het duurzaamheidsbeleid van Nuon is erop gericht om zoveel mogelijk verantwoordelijkheid voor het behalen van resultaten bij de bedrijfsonderdelen te leggen. De Raad van Bestuur formuleert het duurzaamheidsbeleid in overleg met de directeuren van de verschillende bedrijfsonderdelen. In de businessplannen van de bedrijfsonderdelen wordt expliciet aandacht besteed aan relevante aspecten van duurzaamheid. De concrete activiteiten op het gebied van duurzaamheid worden door de bedrijfsonderdelen zelf geïnitieerd en uitgevoerd. De bedrijfsonderdelen gaan vanaf 2004 frequenter rapporteren over hun duurzaamheidsprestaties. Het gaat daarbij om zaken als CO2-uitstoot, afvalstromen, mobiliteit, brandstofmix, productieemissies, energiegebruik eigen gebouwen, milieu-incidenten etcetera. De toetsing van de voortgang vindt plaats op centraal niveau. De bedrijfsonderdelen rapporteren ook maandelijks via de zogeheten dashboardsystematiek. Via de dashboards rapporteert elk bedrijfsonderdeel van Nuon over de voortgang die is geboekt ten aanzien van onze vier belanghebbenden, namelijk de aandeelhouder (financieel), de medewerker (HRM), de klant en milieu en maatschappij. De doelstellingen voor de dashboards werken ook door in de businessplannen en in de prestatiecontracten van de managers.
Ondernemingsprincipes De ondernemingsprincipes van Nuon, vastgesteld in 2003, zijn van toepassing op alle medewerkers en onderdelen van Nuon. Onze ondernemingsprincipes richten zich op vier thema’s: zorg voor klanten, medewerkers, aandeelhouders en andere bij de onderneming betrokken partijen; respect voor mensen, wetten, maatschappij en milieu; verantwoord ondernemerschap; en het stimuleren van Nuon als lerende organisatie.
20
DUURZAAMHEIDSVERSLAG
2003
DUURZAAMHEID BIJ NUON
Via dashboards, zoals het voorbeeld hieronder, rapporteren bedrijfsonderdelen van Nuon over de voortgang die is geboekt ten aanzien van onze belanghebbenden
Klanten
Medewerkers
Milieu & Maatschappij
Aandeelhouders
klanttevredenheid
ziekteverzuim
duurzame productiecapaciteit
EVA
reputatie
betrokkenheid
CO2-reductie
Opex
stroomonderbrekingen
aantal ongevallen
% duurzaam in brandstofmix
Capex
Voortbouwend op Nuons ondernemingsprincipes heeft een speciale werkgroep in 2003 een code geformuleerd. Met deze code, ‘Normen, Waarden en Leiderschap’, wordt concreet vorm gegeven aan onze ondernemingsprincipes. De code bestaat uit vier begrippen: - we stellen de klant centraal; - we nemen onze verantwoordelijkheid; - we komen onze afspraken na; - we hebben respect. Deze begrippen zijn besproken met een groep van ongeveer 200 senior medewerkers, in het voorjaar van 2004 wordt dit met alle medewerkers gedaan.
Corporate governance De Nederlandse corporate governance code van de Commissie Tabaksblat is op 9 december 2003 officieel gepresenteerd. Wij onderschrijven de twee centrale uitgangspunten die ten grondslag liggen aan deze code. Deze komen neer op verantwoordelijk en transparant bestuur, en een goed toezicht hierop. Het vertrouwen van belanghebbenden staat of valt met deze beide elementen. De code is primair gericht op beursgenoteerde vennootschappen met statutaire zetel in Nederland, maar een deel ervan wordt ook van toepassing geacht op andere grote ondernemingen zoals Nuon. Nuon treft thans voorbereidingen om in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders in mei 2004 haar aanpak met betrekking tot de code, voorzover deze niet specifiek betrekking heeft op beursgenoteerde vennootschappen, met aandeelhouders te bespreken. Overigens hanteert Nuon in de praktijk nu al veel regels van deze code.
21
KLIMAATPASPOORT
I KOOS VERBEEK I COÖRDINATOR KLIMAATBELEID KNMI
BIJ MIJ THUIS ‘We wonen in een nieuwbouwwoning, dus over de isolatie maak ik me geen zorgen. We hebben net vier zonnepanelen op het dak laten zetten. En natuurlijk letten we op de verwarming en op de lampjes. Geen auto heb ik lang volgehouden. Ik heb pas op mijn negenendertigste mijn rijbewijs gehaald. Tsja. Kinderen, hè?’
NUON EN KNMI
‘Het klimaatprobleem is een energieprobleem en de energiesector is de centrale factor. We moeten over op duurzame energie. Ik zou tenminste de gok niet wagen dat het allemaal wel goed komt met het wassende water. Wellicht dat instrumenten zoals emissiehandel duurzame energie concurrerend kunnen maken. Als die bal eenmaal gaat rollen, gaat de markt een hoop zelf oplossen. Maar we plukken wel laaghangend fruit door zware industrie in het voormalige Oostblok aan te pakken. We kopen er tijd mee, dat is alles. Uiteindelijk zijn ook onze ‘schone’ fossiele centrales nog lang niet schoon genoeg.’
IN MIJN WERK ‘Wij zijn een fabriek die informatie maakt, dus veel elektriciteit gebruiken we niet. Of ons onderzoek bijdraagt aan milieubeleid? Dat hangt er maar vanaf. We zijn een objectief, wetenschappelijk instituut. Dus als we morgen ontdekken dat het klimaat niet verandert, of dat de CO2-uitstoot er niks mee te maken heeft, dan publiceren we dat direct. Overigens zijn wij ervan overtuigd dat het klimaat onmiskenbaar verandert en dat de mens daar toenemende invloed op heeft. Dat is nu al goed te merken in het Nederlandse weer. Was er dit jaar een winter? Precies.’
Betrouwbaarheid van de energievoorziening
Testnet van Continuon in Lelystad Met behulp van promovendi van de Technische Universiteit Eindhoven onderzoekt Continuon in Lelystad welke invloed de verschillende vormen van elektriciteitsopwekking hebben op het netwerk. Een gedeelte van het distributienet in Lelystad-Zuid wordt ingericht als testnet. Aan dit net zijn verschillende vormen van decentrale opwekking gekoppeld zoals windturbines, zonnepanelen en gasmotoren. Verder is er sprake van verschillende gebruikers, zodat gemengde belasting aanwezig is. In 2003 is het net gemodelleerd en doorgerekend. In de komende jaren zullen zaken als vermogenselektronica, gelijkstroomtoepassingen, opslagsystemen en regelmechanismen uitgetest worden. Een van de doelen van het onderzoek is om uit te vinden hoe het net zodanig kan worden aangepast en voorzien van intelligente besturingselektronica dat er een maximum aan decentrale opwekking op het net kan worden aangesloten, zonder dat de energielevering aan kwaliteit inboet.
24
DUURZAAMHEIDSVERSLAG
2003
Onze maatschappij zal een steeds grotere energiebehoefte aan den dag leggen. Een betrouwbare energievoorziening, nu en in de toekomst, is dan ook van vitaal belang. Mede met het oog op de internationalisering van de energiemarkt, de voorgenomen liberalisering van de energiemarkt en de mogelijke privatisering van de (nu nog) publieke energiebedrijven staan de onderwerpen leverings- en voorzieningszekerheid hoog op de maatschappelijke agenda.
Het begrip leveringszekerheid betreft de zekerheid van energielevering. Het gaat hierbij vooral om de vraag of de gas- en elektriciteitsnetten van goede kwaliteit zijn. Als we het over voorzieningszekerheid hebben, gaat het vooral om de productiecapaciteit en de investeringen die nodig zijn om op langere termijn voldoende energie te kunnen blijven opwekken en leveren. Samenleving en politiek discussiëren in deze periode intensief over de structuur en toekomst van energieondernemingen. Dit debat is gestimuleerd door het in december 2003 bij de Tweede Kamer ingediende ontwerp voor een Interventiewet. Op 31 maart 2004 volgde een voorstel van het kabinet om de netwerken per uiterlijk 1 januari 2007 volledig af te splitsen van de bestaande, geïntegreerde Nederlandse energiebedrijven. Voor ons staat vast dat een gedwongen opsplitsing van energieondernemingen een zeer gevaarlijk, onherroepelijk experiment is, dat forse nadelen oplevert voor de consument én voor de betrouwbaarheid en milieukwaliteit van de energievoorziening.
Hoeveel hebben we in Nederland over voor 100% leveringszekerheid?
De betrouwbaarheid van de energievoorziening op middellange termijn wordt aangetast omdat de energiebedrijven, als gevolg van de gedwongen splitsing, financieel worden verzwakt. Als gevolg daarvan kunnen ze veel minder dan noodzakelijk investeren in kapitaalintensieve en risicovolle projecten, zoals nieuwe productiecapaciteit. Internationaal gezaghebbende instituten, zoals het IEA (Internationaal Energie Agentschap) in Parijs, voorzien voor de jaren na 2007 een stroomtekort in Europa, tenzij tijdig wordt begonnen met een fors investeringsprogramma ter grootte van naar schatting EUR 250 miljard. De kans is groot dat ons land door deze ontwikkelingen in toenemende mate afhankelijk wordt van productie én investeringen in het buitenland. Gezien de dreigende Europese monopolievorming en de reeds bestaande discussies rondom de voorzieningszekerheid vinden we dit een zorgwekkende ontwikkeling.
Leveringszekerheid Nuon is eigenaar van circa een derde deel van de Nederlandse elektriciteits- en gasnetten. De Nederlandse energiewetgeving bepaalt dat het beheer van deze netten gescheiden moet zijn van de productie en levering van elektriciteit en gas. De energiebedrijven hebben hun netwerk daarom ondergebracht in aparte bedrijven: de netbeheerders. Een netbeheerder is een onafhankelijke partij. Om deze onafhankelijkheid te garanderen is een toezichthouder ingesteld, de Dienst uitvoering en toezicht Energie (DTe). De DTe bepaalt de spelregels en oefent controle uit, opdat de netbeheerders hun wettelijke verplichtingen naleven. Nuon heeft dochterbedrijf Continuon Netbeheer opgericht voor aanleg, onderhoud en beheer van haar netten in Flevoland, Friesland, Gelderland, Noord-Holland en voor een deel Zuid-Holland. De DTe heeft recent onderzoek gedaan naar de kosten van stroomonderbrekingen voor huishoudens en kleine en middelgrote bedrijven. Kleinverbruikers van elektriciteit zijn tevreden met het huidige betrouwbaarheidsniveau van de Nederlandse elekticiteitsnetten. De schade als gevolg van stroomuitval bedraagt voor een huishouden gemidddeld EUR 3 per jaar. Voor kleine en middelgrote bedrijven is dit circa EUR 34 per jaar.
Explosie in Amsterdamse coffeeshop Een gasexplosie heeft op 18 augustus 2003 de voorgevel uit een klein Amsterdams pand geblazen waarin een coffeeshop was gevestigd. Eerder op de dag was tijdens graafwerkzaamheden een lek ontstaan in de gasleiding. Medewerkers van Nuon stelden hierop de situatie veilig, en even later kwamen monteurs van een aannemer de gasleiding in opdracht van Nuon vervangen. Tijdens de werkzaamheden deed zich een explosie voor. Twee medewerkers liepen brandwonden op en zijn tijdelijk in het ziekenhuis opgenomen. Ook een bezoeker raakte gewond. Onderzoek wees uit dat de monteurs van de aannemer een fout hebben gemaakt. Mede door dit ongeval kwam naar voren dat geen van de beide monteurs van de aannemer een veiligheidsopleiding van Nuon had gevolgd. In 2002 is besloten voor heel Nuon de regionale veiligheidsinstructies om te zetten naar een uniforme Veiligheidsinstructie GAS. Dit geschoeid op de leest van de landelijke VIAG 2001 (VeiligheidsInstructie Aardgas), die wordt uitgegeven door EnergieNed. Dit heeft geresulteerd in de VIAG 2003, een combinatie van het landelijke model en het Nuonsupplement. Voor de zomer van 2004 worden alle interne monteurs én externe aannemers volgens deze veiligheidsinstructie opgeleid. Op grond van eerder genoemde ervaringen is eind 2003 al gestart met de opleiding van de monteurs van externe aannemers in Noord-Holland, waar duidelijk een prioriteit lag.
25
Een Nuon-medewerker speurt met een gaslekdetector naar gaslekken
Jaarlijkse onderbrekingsduur stroomlevering Continuon Netbeheer 35 minuten / jaar per klant
30 25 20 Laagspanningsnet Middenspanningsnet Hoogspanningsnet Hoogspanning + Middenspanning + Laagspanning landelijk 5 jaar gemiddeld (29 minuten)
15 10
2000
2001
2003
2002*
5 0
* Wegens een herberekening medio 2003 is het aantal minuten onderbrekingsduur laagspanning in 2002 gewijzigd ten opzichte van de weergave in het duurzaamheidsverslag 2002.
Continuon Netbeheer wil in 2006 de duurzaamste netbeheerder van Nederland zijn, op het terrein van zowel elektriciteit als gas. De belangrijkste duurzaamheidsissues waren voor Continuon in 2003 het beheer van oliedrukleidingen en transformatoren, gaslekdetectie en de aansluiting van duurzaam productievermogen op het netwerk. Daarnaast heeft Continuon een uitgebreid onderzoeks- en innovatieprogramma dat grotendeels gericht is op de verduurzaming van het netwerk.
Gaslekdetectie Gasleidingen worden met gaslekdetectieapparatuur gecontroleerd op lekdichtheid, conform de regelgeving die hiervoor geldt. In de afgelopen drie jaar heeft zich een aantal gasexplosies voorgedaan. De impact en de emotionele reacties die daarmee gepaard gaan zijn groot. Helaas zijn niet alle incidenten te voorkomen. Zo zijn werkzaamheden van derden een grote veroorzaker van gaslekkages. Continuon heeft in het afgelopen jaar in samenwerking met Arcadis gekeken naar andere mogelijkheden naast het reguliere gaslekonderzoek, om zwakke plekken in het leidingnet inzichtelijk te krijgen. Door bodemeigenschappen te koppelen aan gebruikte materialen, kunnen gebieden die voor de aanwezige leidingen minder gunstig zijn in kaart worden gebracht. Op deze plekken worden maatregelen getroffen. Niet alle storingen in het gasnet veroorzaken een onderbreking van de levering. Als bijvoorbeeld een hoofdleiding lek raakt door graafwerkzaamheden, dan zal dit in het merendeel van de gevallen niet leiden tot een leveringsonderbreking. Het merendeel van de gasnetten is zo ontworpen dat bij uitval van het ene component, een ander component de levering overneemt. De Gaswet bepaalt dat een storingsmonteur binnen twee uur na een storingsmelding ter plaatse moet zijn. Continuon maakt een onderscheid in de urgentie van de melding van de klant. Een melding van een piepende gasmeter is minder urgent dan bijvoorbeeld gaslucht. In 2003 waren er in totaal 14.326 storingsmeldingen gas, waarvan er 9.612 als urgent zijn onderkend. Gemiddeld waren we bij de urgente storingen in 1 uur en 13 minuten ter plaatse. In 7% van de urgente meldingen lukte het niet om in 2 uur ter plaatse te zijn.
26
DUURZAAMHEIDSVERSLAG
2003
BETROUWBAARHEID
Een hennepkwekerij is een grootverbruiker van stroom
Stroomuitval Klanten die via het netwerk van Continuon elektriciteit afnemen hebben in 2003 gemiddeld 31,9 minuten geen stroom ontvangen. In 2002 was dit nog gemiddeld 30,2 minuten. De oorzaak van de stijging ligt voor een groot deel in graafwerkzaamheden, die plaatsvinden bij bijvoorbeeld weg- en woningbouw. Ook gaven oude verbindingsstukken in het netwerk, de zogenaamde Nekaldiet kabelmoffen, problemen. In een groot project is in 2003 30% van deze moffen getest en waar nodig vervangen. In 2004 onderzoeken we nog eens 30% van de oude moffen. Bovenstaande oorzaken zorgden voor een stijging van de gemiddelde storingsduur. Ook het nog niet volledig ingewerkt zijn van de in 2003 aangepaste storingsorganisatie heeft hieraan bijgedragen. Gedurende 99,994% van het jaar heeft het netwerk goed gefunctioneerd, waarmee ons netwerk een van ’s werelds best presterende netwerken is. Het aantal klanten dat werd getroffen door een stroomstoring daalde met 1,2% naar ruim 1 miljoen klanten.
Milieukwaliteit elektriciteitsnetwerk Om de kwaliteit van het elektriciteitsnetwerk op peil te houden, heeft Continuon in 2003 EUR 40 miljoen geïnvesteerd in vervangingen, bijvoorbeeld van kabels, aansluitingen, schakelaars en transformatoren. Continuon onderzocht in 2003 of het noodzakelijk is om oude oliedrukkabels te vervangen om mogelijke milieubelasting te voorkomen. Door grote elektriciteitskabels loopt olie voor – afhankelijk van de temperatuur – isolatie of warmte-afvoer. Het is gebleken dat structurele vervanging niet noodzakelijk is. Het netbedrijf slaagde er in 2003 in om de 800 transformatoren die nog polychloorbifenylen-houdende olie (PCB’s) bevatten, aan te pakken. Hiermee wordt voldaan aan de wettelijke eisen op dit gebied. In 2002 werd de olie van transformatoren met de hoogste concentraties PCB’s al vervangen. Van de 800 resterende transformatoren werden er 700 vervangen die vanwege ouderdom of lekkages niet gespoeld konden worden. De overige 100 trafo’s zijn gespoeld en voorzien van PCB-vrije olie. Onder alle distributietransformatoren van Continuon in waterwin- en beschermingsgebieden worden vóór 2006 lekbakken geplaatst, zodat de kans op grondvervuiling bij eventuele lekkage daar minimaal wordt.
Onderzoek en innovatie Continuon wil in 2006 de meest duurzame netbeheerder in het land zijn, en loopt voorop in onderzoek naar mogelijkheden voor verduurzaming van de netten. In 2003 heeft Continuon mede als gevolg daarvan belangrijke stappen gezet om met nieuwe diagnostische technieken in het elektriciteitsnetwerk storingen sneller te kunnen lokaliseren en verhelpen. Verder heeft Continuon gezocht naar nieuwe innovatieve gaslekdetectietechnieken waarmee gaslekken beter te vinden zijn. Daarnaast heeft Continuon onderzoek gedaan naar het toepassen van biologisch afbreekbare olie in transformatoren. Op de agenda voor de komende jaren staan ook onderzoek naar mogelijkheden voor opslagcapaciteit voor elektriciteit, flexibele en intelligente netten, transport van waterstof door het gasnet, inpassing van windmolens in zee op het netwerk en duurzaam inkopen.
Fraudeteam Nuon pakt fraude al sinds jaar en dag aan, maar in 2003 hebben we een speciaal fraudeteam opgericht. Dit team, dat werkt in opdracht van Continuon Netbeheer, is verantwoordelijk voor het opsporen en bestrijden van fraude aan aansluitingen en diefstal van elektriciteit en gas. Het meest bekende voorbeeld is dat van de hennepkwekerijen. Voor het telen van wietplanten is veel stroom nodig en kwekers nemen daardoor niet zelden hun toevlucht tot illegale aansluitingen. Het fraudeteam komt in actie bij een oproep van de politie of wanneer Nuon-medewerkers, buren of andere mensen duidelijke signalen van fraude opvangen, zoals bijvoorbeeld een verdacht laag energieverbruik.
Netverlies Bij het transport van elektriciteit en gas treden netverliezen op. Netverlies staat voor de hoeveelheid gas en elektriciteit die gedurende het transport naar de afnemer verloren gaat. Netverlies is er in twee soorten: technisch en administratief. Technisch netverlies ontstaat door lekkages (gas) of weerstand (stroom). Dit betekent in het geval van elektriciteit dat er meer stroom geproduceerd moet worden dan feitelijk nodig is om in de behoefte van de klant te voorzien. Administratief netverlies ontstaat door administratieve fouten en fraude in de vorm van illegale aftapping. Op afstand uitleesbare
27
Op de tradefloor van Nuon worden de weersomstandigheden permanent gemonitord
meters verhogen niet alleen de servicegraad voor klanten, maar kunnen tevens helpen om op te sporen waar netverlies optreedt. In 2003 heeft Continuon hiermee een proef gedaan.
Duurzaam productievermogen Een van de taken van Continuon Netbeheer is het verzorgen van netwerkaansluitingen voor nieuw gebouwde productiecapaciteit in haar verzorgingsgebied. Met name de aansluiting van windparken op het netwerk vergt door de grillig verlopende energieproductie van windmolens bijzondere aanpassingen aan het netwerk. Duurzame energieproductie zelf wordt met subsidie gestimuleerd door de overheid, maar de aanpassingen in het netwerk die daarvoor nodig zijn, niet. De netbeheerder draait op voor die kosten. Op zich geen probleem, ware het niet dat de toezichthouder DTe met dit gegeven bij het vaststellen van de maximale transporttarieven geen rekening houdt. Momenteel is ongeveer 60% van het windproductievermogen in Nederland aangesloten op het netwerk van Continuon, omdat ons voorzieningsgebied zeer windrijk is. Continuon draait daardoor onevenredig zwaar op voor investeringen om het transport van duurzaam opgewekte energie mogelijk te maken. In samenwerking met Energiened en de DTe zoekt Continuon naar een oplossing voor dit probleem.
Voorzieningszekerheid Code Rood Hoeveel energie en het weer met elkaar te maken hebben, werd duidelijk in de zomer van 2003. In Nederland dreigde als gevolg van de hitte een stroomtekort. De reserveproductiecapaciteit had een absoluut minimum bereikt, wat aanleiding was voor Tennet om voor het eerst sinds negen jaar de zogeheten Code Rood af te kondigen. Via de media werd opgeroepen om het stroomgebruik te beperken en zoveel mogelijk te verspreiden over de dag. De daling van de reservecapaciteit hing samen met het hete weer. Daardoor was de temperatuur van het water, dat elektriciteitscentrales gebruiken om te koelen, gestegen. Hoe hoger de temperatuur van het water, hoe minder er gekoeld kan worden en hoe minder stroom er kan worden opgewekt. Dankzij de diverse maatregelen die zijn genomen is er geen onderbreking van de stroomlevering geweest.
Nederland kent een relatief sterke decentralisatie van de elektriciteitsvoorziening. Elektriciteit wordt op veel verschillende plaatsen opgewekt. Warmtekrachtcentrales zijn, net als windmolenparken, een goed voorbeeld van die decentrale structuur. Nuon heeft ongeveer tweehonderd warmtekrachtcentrales in bezit. In Nederland heeft Nuon 231 MW duurzame productiecapaciteit opgesteld staan. Verder heeft Nuon in Buggenum een kolenvergassingscentrale met een vermogen van 250 MW. Het productiepark van Nuon is eind 2003 uitgebreid met de aankoop van de energiecentrales van Reliant Energy Europe.
Nuon verwerft Reliant-centrales Op 10 december 2003 werd Nuon officieel eigenaar van de elektriciteitscentrales van Reliant Energy Europe. Nuon verwierf daarmee ongeveer 3.500 MW productievermogen, oftewel 17% van het totale productievermogen in Nederland. De centrales die daarmee in handen van Nuon kwamen staan in Amsterdam (1.298 MW), Utrecht (1.179 MW) en Velsen (990 MW) en kunnen voorzien in circa 55% van de vraag van onze klanten naar elektriciteit. In combinatie met de inkoop- en handelsactiviteiten kunnen we nu ook op langere termijn zorgen voor een betrouwbare energielevering. De overname past in onze strategie om als producent en distributeur van elektriciteit voldoende schaalgrootte te hebben om zelfstandig te kunnen blijven opereren op de Noordwest-Europese energiemarkt. Los van de vaste contracten waarmee een energieleverancier stroom ruim voor de afname kan inkopen, koopt Nuon ook energie in op de energiebeurs APX. Met name in piekuren en in tijden van dure grondstoffen kan het voorkomen dat er ineens veel hogere prijzen betaald moeten worden voor energie die verhandeld wordt op de energiebeurs, waar de wetten van vraag en aanbod gelden. Om aan die afhankelijkheid een eind te maken koos Nuon voor meer eigen ‘access to generation’. Niet om alle vermogen per definitie voor eigen klanten aan te wenden, maar vooral vanuit de wens om de prijs en beschikbaarheid van energie meer in eigen hand te hebben. Nuon ziet voorzieningszekerheid als een belangrijk onderdeel van haar maatschappelijke verantwoordelijkheid en met de centrales van Reliant heeft ze een belangrijke stap gezet op dit gebied. Nuon streeft ernaar door efficiënte inzet van brandstoffen, het verder omlaag brengen van de emissies bij de productie en het toepassen van biomassa als brandstof, de milieuvriendelijkheid van de centrales verder te vergroten.
28
DUURZAAMHEIDSVERSLAG
2003
BETROUWBAARHEID
Machinevloer Reliant-centrale Merwedekanaal, Utrecht
Hoe past de aankoop van de Reliant centrales in het duurzaamheidsbeleid van Nuon?
De invloed van het weer Rond de 70% van de energiebehoefte ligt al van tevoren vast en kunnen we zelf opwekken of verwerven via contracten met andere energieproducenten. Ongeveer 30% van de inkoop van energie is echter variabel omdat de stroombehoefte nooit volledig te voorspellen valt. Met name weersomstandigheden vormen een grote bron van onzekerheid. Als bijvoorbeeld aan het eind van de middag een onweersbui overdrijft met somber weer tot gevolg, kan het gebeuren dat we plotseling 10% extra energie moeten inkopen omdat de lichten onverwacht vroeg aangaan in huishoudens en kantoren. Ook goed weer heeft een groot effect op de inkoop van energie. De extreem goede zomer van 2003 had bijvoorbeeld een onmiskenbaar effect. Op warme dagen stijgt de stroombehoefte, met name door het intensieve gebruik van koelkasten en airconditioningapparatuur. Een normale zomer kent twintig van die warme dagen, en daar heeft Nuon de inkoop van energie via contracten dan ook op afgestemd. Het jaar 2003 telde echter 45 warme dagen, waardoor met name in augustus relatief veel energie op de beurs ingekocht moest worden. Het energieverbruik lag in die maand zo’n 14% hoger dan in andere jaren. In deze situatie zijn nauwkeurige weersvoorspellingen op zowel korte als lange termijn van cruciaal belang om de opbrengst uit duurzame energiebronnen goed te kunnen voorspellen en om de behoefte aan extra inkoop tijdig te kunnen voorzien. Belangrijke bijkomstigheid is dat we dagelijks twee uur van tevoren moeten doorgeven aan Tennet, de beheerder van het grootste deel van het Nederlandse hoogspanningsnet, wat we denken zelf op te wekken en wat we gaan afzetten. Voor iedere vijftien minuten dat die voorspelling te hoog of te laag uitvalt, betalen energiebedrijven een ‘boete’ aan Tennet: een zeer hoge extra inkoopprijs van soms dertig keer de prijs van de dag ervoor. Als 30% van de energie-inkoop variabel is door weersomstandigheden, is het alleen al met het oog op deze boetes belangrijk om steeds nauwkeuriger het weer te voorspellen.
29
In 2003 verwerkte het Customer Care Center van Nuon 2.522.111 telefoontjes, 158.843 brieven en 235.960 emails
Dienstverlening In 2003 brachten we onze administratieve organisatie verder op orde, met name op het gebied van de facturering, de incassoprocedures en de klachtenafhandeling. Over de gehele linie is de kwaliteit van deze processen in 2003 verbeterd. Ten aanzien van vrijwel al onze marktrollen – zoals aanleg, aansluiting, transport, levering, datamanagement, facturering en service – is het niveau van de prestaties verder verhoogd. Binnen gespecialiseerde programma’s voor de consumentenmarkt en de zakelijke markt hebben honderden medewerkers bijgedragen aan deze operationele verbeteringen. Grootschalige problemen met administratieve systemen, zoals in 2002, zijn opgelost. Onze klanten beginnen dit ook te herkennen. De gemiddelde tevredenheid van consumenten nam in 2003 toe tot ruim 80%. Ook de tevredenheid van onze zakelijke klanten vertoont, na een dieptepunt in 2002, een stijgende lijn. Met de minister van Economische Zaken en enkele belangenorganisaties, waaronder VNO/NCW en MKB Nederland, zijn in het najaar afspraken gemaakt om de facturering voor de zakelijke markt aanzienlijk te verbeteren. Het resultaat van deze afspraken is per 1 maart 2004 getoetst door een onafhankelijk instituut. Deze toetsing gaf aan dat Nuon de doelstellingen op dit terrein heeft gerealiseerd. Achter de operationele verbeteringen schuilt een sterk verbeterd management én investeringsprogramma op het gebied van informatietechnologie. Computers en datasystemen behoren ook in de energiesector tot het hart van de onderneming. Dit wordt in de toekomst alleen nog maar sterker door de liberalisering van de markt, waardoor meer klanten zullen gaan switchen en meer nieuwe diensten en producten op de markt zullen komen. In 2004 zal de service aan onze klanten verder worden verbeterd, mede dankzij de invoering van nieuwe systemen. In 2003 werd een begin gemaakt met de invoering van een CRM-systeem (Customer Relationship Management) dat de processen binnen ons Customer Care Center vereenvoudigt en versnelt. De volledige implementatie van dit systeem vindt plaats in de eerste helft van 2004.
30
DUURZAAMHEIDSVERSLAG
2003
BETROUWBAARHEID
Wanneer wordt het onverantwoord om klanten af te sluiten van energielevering?
Verscherpte aanpak wanbetalers Nuon heeft in 2003 haar incassoprocedure verscherpt: wanbetalers worden voortaan sneller dan voorheen afgesloten van energielevering. Dit heeft in totaal niet geleid tot meer afsluitingen, omdat er in 2003 minder medewerkers actief waren in de buitendienst. In totaal zijn er in 2003 6.621 afnemers afgesloten, tegenover 7.400 in 2002. Het gaat hier om klanten die ondanks betalingsherinneringen, aanmaningen, overleg met de klant en relevante maatschappelijke instanties, incassobureaus en de deurwaarder weigerden te betalen. Met verschillende gemeentelijke sociale diensten en de GGD zijn afspraken gemaakt over betalingen. In een aantal gevallen zijn we terughoudend met afsluiten, bijvoorbeeld indien er sprake is van langdurige strenge vorst. Nuon voerde dit verscherpte beleid door om een aantal redenen. Naast een bedrijfseconomische reden is de betrouwbaarheid van onze facturen in 2003 sterk toegenomen waardoor we aantoonbaar kunnen maken dat de problemen niet zijn ontstaan door Nuon. Diverse instanties in de schuldhulpverlening hebben ons bovendien duidelijk gemaakt dat niemand ermee geholpen is als schulden blijven oplopen. Zeker niet de wanbetalers zelf, die daarmee dieper en dieper in de problemen komen. In de toekomst zal deze handelswijze alleen maar relevanter worden. In een geliberaliseerde markt mag je van marktpartijen verwachten dat ze zich volwassen opstellen, maar dat geldt evenzeer voor consumenten, die hun grotere keuzevrijheid op een verantwoordelijke manier dienen in te vullen. Overigens bestaat de mogelijkheid voor hulpverlenende instanties om voor hun cliënten een verzoek tot minnelijke schuldsanering in te dienen. Per maand ontvangt Nuon ongeveer 1.000 verzoeken. Het aantal minnelijke saneringen groeit. Naar verwachting zal het aantal schuldsaneringen in 2004 met 50 tot 75% toenemen.
31
Welke verantwoordelijkheid neem je als energiebedrijf wanneer de vrije keuze van klanten verkeerd uitpakt?
Faillissement nieuwkomer op energiemarkt Op 18 augustus 2003 heeft energiebedrijf EnergyXS uit Almelo faillissement aangevraagd. Alle 60.000 klanten van EnergyXS, waaronder 15.000 zakelijke afnemers, moesten daardoor op zoek naar een nieuwe elektriciteitsleverancier. Daarvoor kregen zij tien werkdagen de tijd. De regionale netbeheerders moesten in de overgangsperiode de noodlevering van elektriciteit verzorgen. Tegelijk speelden de netbeheerders een coördinerende en administratieve rol bij de overgang van klanten van EnergyXS naar nieuwe elektriciteitsleveranciers. Omdat het faillissement van EnergyXS een noviteit was in de energiemarkt werd bestaande wet- en regelgeving op zijn houdbaarheid getest. Door interpretatieverschillen ontspon zich een maatschappelijke en politieke discussie over wat regionale netbeheerders en energieleveranciers bij faillissement van een energiebedrijf wel en niet mogen. De discussie richtte zich enerzijds op de (mogelijk dubbele) betaling van transportkosten en anderzijds op het in rekening brengen van administratiekosten door de regionale netbeheerders. Consumenten betaalden hun elektriciteitsrekening aan EnergyXS. Daarin zaten de kosten voor zowel de levering als het transport van elektriciteit. EnergyXS betaalde op zijn beurt de in rekening gebrachte transportkosten aan de diverse regionale netbeheerders. EnergyXS bleek echter niet alle transportkosten aan de regionale netbeheerders betaald te hebben. Die stonden op hun beurt voor de vraag of zij die niet ontvangen transportkosten alsnog mochten verhalen op de klanten van EnergyXS, zelfs wanneer de klanten deze reeds aan EnergyXS hadden voldaan. De rechter heeft uiteindelijk besloten dat een consument niet twee keer voor hetzelfde hoeft te betalen. Wanneer een consument de transportkosten heeft voldaan aan zijn energieleverancier hoeft hij deze niet alsnog te betalen aan de regionale netbeheerder wanneer blijkt dat zijn leverancier de netbeheerder niet heeft betaald. Overigens had de uitspraak van de rechter uitsluitend betrekking op de consumenten.
32
DUURZAAMHEIDSVERSLAG
2003
BETROUWBAARHEID
Daarnaast ontstond discussie over het in rekening brengen van administratiekosten door de regionale netbeheerders. De administratiekosten moesten de kosten dekken die de regionale netbeheerders moesten maken voor de administratieve afhandeling van het faillissement (klanten informeren via brieven, klanten switchen van leverancier, factureren van klanten voor de periode van de noodleverantie). EnergyXS had op het elektriciteitsnet van Continuon Netbeheer 22.000 klanten, waaronder 700 zakelijke afnemers. Uiteindelijk heeft Continuon Netbeheer besloten om haar klanten geen administratiekosten in rekening te brengen, aangezien het de eerste keer was dat er in Nederland een energieleverancier failliet ging en de regelgeving onvoldoende helder en eenduidig bleek.
Campagne Vrije Energiekeuze Op 16 februari 2004 startte het Ministerie van Economische Zaken de landelijke campagne vrije energiekeuze. Televisie- en radiospotjes maken aan ondernemers in het MKB duidelijk dat zij vanaf 1 juli kunnen kiezen van welke leverancier zij hun stroom en gas willen afnemen. Vanaf medio mei richt de campagne zich ook op consumenten.
Inmiddels heeft minister Brinkhorst van Economische Zaken laten weten het faciliteren van een ordentelijke faillissementsafwikkeling als zijn verantwoordelijkheid te zien en de lessen uit het EnergyXS-faillissement mee te nemen in de nieuw te ontwerpen regelgeving.
33
KLIMAATPASPOORT
I LUCIA VAN POORTEN I SAMEN MET PARTNER TON JOLING EIGENAAR VAN CATERINGBEDRIJF TOP CATERING
BIJ MIJ THUIS ‘Ook thuis stroomt er groene stroom door de snoeren. Er staat een hoogrendementsketel op zolder, we hebben zonnepanelen op het dak en we scheiden het afval. Leuk, het begint een sport te worden om milieubewuste en duurzame keuzes te maken.’
NUON EN TOP CATERING
’Nuon wees mij op groene stroom. We moeten nog een paar eeuwen mee en alle kleine beetjes helpen, dacht ik vervolgens. Daarvóór was het niet echt iets waar ik bij stilstond. Je steekt de stekker in het stopcontact en er is stroom. Door Nuon ben ik erover gaan nadenken. En nu merk ik dat ik steeds bij alles rekening probeer te houden met het milieu.’ Top Catering is de 100.000ste zakelijke groene energieklant van Nuon.
IN MIJN WERK ‘Ik maak voor mijn bedrijf gebruik van groene stroom. Zolang groene stroom niets extra kost, is dat een makkelijk besluit. Maar ik vind het wel zo belangrijk dat ik het blijf doen, ook als het iets duurder wordt dan ‘gewone’ stroom. En ik koop milieubewust in, zoals ecologische producten. Ik heb dan ook klanten die dat willen: wilde zalm, graskalf en Max Havelaar-koffie. Verder let ik op wasmiddelen, zeep, mailen in plaats van papier versturen, afvalscheiding. Binnen de catering wordt best veel plastic gebruikt, zoals handschoenen. Maar dat is in het belang van de voedselveiligheid. Want die staat – logisch – op nummer 1!’
Duurzaamheid van de energievoorziening
Nuon richt zich – analoog aan de Trias Energetica – op drie stappen om de energievoorziening te verduurzamen. De eerste stap behelst uiteenlopende manieren om de vraag naar energie te beperken. Dit doen we door klanten adviezen te geven over energiebesparing en het gebruik van energiebesparende producten te stimuleren. Ten tweede investeren wij in duurzame energie en verkopen we deze energie aan klanten. De derde stap houdt in dat we de noodzakelijke energieopwekking met fossiele brandstoffen zo efficiënt mogelijk proberen te doen. Nuon heeft zelf nog een vierde stap geformuleerd: compensatie van de uitstoot van CO2 door bijvoorbeeld boscertificaten. Daarnaast bereiden wij ons actief voor op de emissiehandel die in 2005 in Europa van start gaat. Dat laatste doen wij omdat we met ons eigen productiepark tegen het plafond van de toegestane CO2-uitstoot zullen aanlopen. Anderzijds erkennen we de commerciële perspectieven die de emissiehandel opent.
36
DUURZAAMHEIDSVERSLAG
2003
De website www.bespaarjedeenergie.nl
Nuon is een van de weinige ondernemingen die haar klanten aanmoedigt om minder van haar producten te gebruiken in plaats van meer.
Energiebesparing Nuon investeert in onderzoek naar efficiencyverbeteringen in haar eigen centrales, maar ziet ook kansen om aan de gebruikerskant tot energiebesparing te komen. Spaarzaam energiegebruik draagt bij aan een schoner milieu. Geld besparen en het milieu een dienst bewijzen gaan hier hand in hand. In 2003 heeft Nuon een aantal grote campagnes gevoerd om energiebesparing bij zowel zakelijke als particuliere klanten te stimuleren, onder meer via internet, brochures en radio- en televisiecommercials. Om de boodschap van energiebesparing ook aantrekkelijk te maken voor een relatief jonge doelgroep bleek internet een succesvol medium. Via de actiesites www.bespaarjedeenergie.nl en www.hollandinzee.nl zijn op verfrissende wijze energietips gecommuniceerd die meer dan 160.000 bezoekers aan het denken hebben gezet over energiebesparing. Ook voor ondernemend Nederland opende Nuon in 2003 een aantal sites. De website www.nuonenergieconsult.nl geeft zakelijke bezoekers de gelegenheid een test uit te voeren en biedt gratis energieconsult. Het energieconsult dient als een soort Energie Prestatie Advies voor ondernemers en helpt ze om een plan voor energiebesparing in hun organisatie te maken. De Nuon Subsidiedesk (www.nuonsubsidiedesk.nl), een gratis online service voor ondernemers die startte op 23 oktober 2003, trok in de eerste maand van zijn bestaan al 20.000 bezoekers. Daarvan voerden 17.000 de zogenaamde subsidiescan uit. Aan de hand van deze scan kunnen ondernemers ontdekken voor welke subsidies ze in aanmerking komen. Daarnaast bood Goedgeregeld, onderdeel van Nuon, via brochures en www.goedgeregeld.nl energiebesparende producten en diensten aan zoals HR-ketels, zonneboilers en service en onderhoud van de cv-installatie. Goedgeregeld is de verzamelnaam van de producten en diensten die in het verlengde liggen van de energielevering en die de klant ontzorgen in en rondom de woning. Via diverse communicatiemiddelen werd klanten uitgelegd waarom ze hun ketel zouden moeten vervangen of laten onderhouden.
37
Nuon heeft 15 medewerkers in dienst die EPA-adviezen kunnen uitbrengen. EPA staat voor Energie Prestatie Advies. Deze EPA-adviseurs komen op afspraak langs om te kijken hoe in een woning energie kan worden bespaard en het comfort in huis verhoogd kan worden. Mede door het succes van het nieuwe product de Nuon Zoncentrale zijn er in 2003 voor een kleine 40.000 woningen EPA-adviezen uitgebracht.
MAP-gelden Het Milieu Actie Plan (MAP) ging in 1991 van start als tienjarige landelijke actie van de energiedistributiesector. Afnemers van energie betaalden – met uitzondering van tuinders en bijzondere grootverbruikers – een toelage op de openbare tarieven. Met dat geld heeft de energiesector projecten gefinancierd die hielpen de CO2-uitstoot terug te dringen. Nadat de MAP als landelijke actie in 2000 afliep had Nuon nog een restbedrag op de balans voor bestedingen in dit kader. Net als in 2001 en 2002 is in 2003 een bestedingsplan opgesteld om het nog resterende MAP-geld – EUR 69 miljoen – te besteden aan projecten die de CO2-uitstoot helpen verminderen.
Nuon Zoncentrale Nuon bood klanten in 2003 via de actie Nuon Zoncentrale de kans om voor een laag bedrag zonnepanelen aan te schaffen. Deze lage prijs was mede mogelijk dankzij een subsidie van de overheid op de aanschaf van zonnepanelen. Het kabinet maakte op Prinsjesdag bekend dat de subsidieregeling vroegtijdig beëindigd zou worden. Uiteindelijk kon Nuon in 2003 bijna 7.000 klanten bedienen. Het totaal van meer dan 26.000 zonnepanelen dat gedurende deze succesvolle actie is geplaatst levert voldoende elektriciteit op om 654 huishoudens van duurzame energie te voorzien.
1000
30 1800
46
400 6 3
15
50
Besteding MAP-gelden per groep
Duurzaam Warmte Besparing Innovatie Subsidies
30% 6% 15% 3% 46%
1000
Verwachte vermeden CO2-emissies in kiloton per groep (schatting) Duurzaam Warmte Besparing Innovatie Subsidies
1.000 400 1.000 50 1.800
De uitbetaling van de MAP-gelden loopt deels door in 2004.
Duurzame energie Nuon heeft in 2003 ongeveer 64 MW aan nieuwe duurzame energieprojecten bijgebouwd. Het gaat hierbij met name om windparken. Nuon richt haar pijlen sinds vorig jaar grotendeels op grootschalige wind- en biomassaprojecten. Naast de kernlanden Nederland, België en Duitsland investeert Nuon ook in duurzame energie in landen die wij als strategisch kenmerken voor onze (duurzame) doelstellingen: Spanje, Frankrijk, Engeland en Noorwegen. In deze landen is voldoende ruimte voor windenergie, en in de meeste van deze landen stimuleert de overheid duurzame energieopwekking.
38
DUURZAAMHEIDSVERSLAG
2003
DUURZAAMHEID
De serre van bosrestaurant ’t Peeske van Natuurmonumenten in het Gelderse natuurgebied Bergherbos heeft een dak dat bestaat uit zonnepanelen
Productie van duurzame energie door Nuon wereldwijd in 2003 Duurzame energie
Productievermogen
Nuon
in MW *
Productie in MWh **
Wind Nederland
182
Wind buitenland
243
217.004 417.874
Wind totaal
425
634.878
Kleinschalige waterkracht Nederland
24
46.535
Kleinschalige waterkracht buitenland
14
60.626
Water totaal Zon thermisch (zonneboilers)
38 22.554 stuks
107.161 18.000***
Zon fotovoltaïsch (zonnepanelen)
11
4.148
Zon totaal
11
22.148
Bio-energie
8
19.608
Bio-energie totaal
8
19.608
Warmtepompen
6
1.600 ***
Aard- en omgevingswarmte totaal
6
1.600 ***
Totaal
489
785.395
* Productievermogen is de capaciteit van de installatie om stroom te leveren. ** Productie is de hoeveelheid elektriciteit die de installatie daadwerkelijk heeft geleverd; het betreft hier alleen het Nuon-aandeel.
*** De weergegeven cijfers betreffen productie in duurzame elektriciteitequivalenten; voor de omrekening wordt verwezen naar de begrippenlijst.
In het kader van de samenwerking met Natuurmonumenten realiseert Nuon kleinschalige duurzame energieprojecten in Nederland. Het betreft zonnepanelen, warmtepompen, zonneboilers, waterkrachtcentrales, elektrisch aangedreven rondvaartboten en diverse andere creatieve oplossingen voor energiezuinige of duurzame toepassingen. De bovenstaande tabel geeft inzicht in de hoeveelheid duurzame energie die Nuon met haar eigen duurzame productiecapaciteit in 2003 heeft opgewekt. De hoeveelheid duurzame energie die Nuon zelf heeft geproduceerd wordt niet allemaal ingezet voor Nederlandse klanten. Veel van de in het buitenland geproduceerde windenergie wordt plaatselijk afgezet. Deze elektriciteit mag om administratieve of kan om fysieke redenen niet naar Nederland worden getransporteerd.
39
Zonne-energie voor De Nederlandsche Bank
Maatschappelijke weerstand tegen windmolens Nieuwe windenergieprojecten worden in de regel vertraagd of stopgezet door bezwaren van buurtbewoners. Nadat in Buren een windmolenproject werd afgeblazen na bezwaren van omwonenden, besloot Nuon het in Zelhem anders aan te pakken door meer informatie te verschaffen, onder meer door huisbezoeken af te leggen. Nadat dit aanvankelijk goed leek te werken, is toch een handtekeningenactie in gang gezet en moesten we er ook hier mee ophouden. Een fervente tegenstander wees er tijdens een bezwaarbijeenkomst zelfs op dat hij zijn dochter niet naar de Teletubbies liet kijken, omdat hij er stellig van overtuigd was dat de ‘windenergielobby’ de serie sponsorde. Er komt inderdaad een windmolen in voor. Het project Windpark Obdammerdijk kreeg voor Nuon een beter einde. Na touwtrekkerij tussen de gemeente, tegenstanders (die geluidsoverlast en gevaar voor vleermuizen als argument aanvoerden) en Nuon stelde de rechtbank uiteindelijk Nuon in het gelijk.
Hieronder volgt een overzicht van in 2003 gerealiseerde duurzame energieprojecten én projecten die Nuon in ontwikkeling heeft.
Ecowind In Engeland sloeg Nuon haar vleugels uit in 2003. De overname van de bedrijfsactiviteiten van de ontwikkelingsmaatschappij Ecowind in augustus is daarvan het tastbare resultaat. Deze overname bestond uit het windmolenpark Parc Cynog in Wales. Vijf turbines met een vermogen van 720 kW per stuk leveren daar jaarlijks een kleine 10 GWh duurzame elektriciteit. Belangrijker is echter de projectontwikkelingstak van dit bedrijf, dat onder de naam Nuon Renewables momenteel voor ruim 400 MW aan projecten in ontwikkeling heeft.
Windmolenplan Wieringermeer Nuon heeft samen met 23 agrariërs op 27 januari 2003 het grootste windmolenplan van Nederland geopend, bestaande uit de vier windparken Oudelandertocht (20 MW), Groettocht (11,5 MW), Waardtocht (8,5 MW) en Waterkaaptocht (14 MW). De laatste drie windparken zijn in 2003 in bedrijf genomen, windpark Oudelandertocht was in 2002 al operationeel. In totaal produceren deze parken jaarlijks zo’n 80 GWh duurzame elektriciteit, voldoende voor circa 27.000 huishoudens.
Zonne-energie voor De Nederlandsche Bank Op het dak van het hoofdkantoor van De Nederlandsche Bank heeft Nuon in 2003 een PV-installatie gebouwd met een grootte van 158 kilowattpiek. Deze installatie produceert jaarlijks voldoende stroom om circa 45 gezinnen van elektriciteit te voorzien.
Windpark Slufterdam Op de Slufterdam, een deel van de Rotterdamse Maasvlakte, nam Nuon in december negen nieuwe windmolens in gebruik. Het waait daar zo hard dat de energieopbrengst van de windmolens te vergelijken is met de opbrengst van windmolens die in zee staan, waar het doorgaans veel harder waait dan op het land. De negen windmolens hebben samen een vermogen van 13,5 MW.
40
DUURZAAMHEIDSVERSLAG
2003
DUURZAAMHEID
Windmolenpark Parc Cynog, Wales
Het park zal jaarlijks 45 GWh windenergie produceren, voldoende om 15.000 huishoudens van elektriciteit te voorzien.
Windparken Culemborg en Zutphen Nuon werkt in Gelderland aan de ontwikkeling van twee windparken in de gemeenten Culemborg en Zutphen. In beide gemeenten zullen drie windmolens van circa 1,5 MW gebouwd worden, die samen jaarlijks ruim 20 GWh schone stroom gaan opwekken. De gemeente Zutphen mag zich straks de eerste Gelderse gemeente met een windpark noemen. Dit windpark zal eind 2004 operationeel zijn. Het windproject is ook om een andere reden bijzonder: het kwam tot stand in goede samenwerking met de Gelderse Milieufederatie, Vogelbescherming Nederland en de omwonenden.
Flame Award Nuon is op woensdag 10 september 2003 onderscheiden met de Flame Award voor haar inspanningen op het gebied van duurzame energie. Bestuursvoorzitter Ludo van Halderen nam de award in ontvangst tijdens een congres over de toekomst van de Nederlandse energiesector. De Flame Award is een Europese prijs die enkele jaren geleden is ingesteld door een gezelschap van leidende industriekenners op het gebied van stroom en gas. Nuon kreeg als enige Nederlandse energiebedrijf een award voor haar bijdrage aan duurzame energie. De jury was lovend over onze langjarige activiteiten op het gebied van de ontwikkeling van duurzame energie en onze aanzienlijke investeringen hierin. Daarnaast werd opgemerkt dat Nuon actief betrokken is in veel onderzoeks- en pilotprogramma’s, veel groene energieklanten heeft en een uitstekend duurzaamheidsverslag 2002 heeft uitgebracht.
NoordzeeWind Shell en Nuon hebben in 2003 de voorbereiding van het project NoordzeeWind voortgezet. Het beoogde park met 36 windmolens komt ongeveer tien kilometer uit de kust bij Egmond aan Zee te staan. Het totale vermogen komt uit op 99 MW, goed voor de levering van duurzame energie aan 110.000 huishoudens. Na uitgebreide analyse en gesprekken met het ministerie van Economische Zaken bleek dat dit project ook onder de nieuwe stimuleringsmaatregelen van duurzame energie rendabel kan zijn. Onder de nieuwe MEP-regeling (Milieukwaliteit van de Elektriciteits Productie) ontvangt het project gedurende tien jaar subsidie. Bovendien krijgt het project een eenmalige investeringssubsidie uit het CO2-reductieplan. Nadat de vergunningen volledig zijn verleend valt in 2004 het definitieve investeringsbesluit. Op dat moment zijn ook de laatste onderzoeken afgerond, bijvoorbeeld een aanvullend bodemonderzoek dat reeds in 2003 is uitgevoerd. Bij een positief investeringsbesluit start de bouw in 2004 en kan het park in het najaar van 2005 in productie worden genomen. Vooruitlopend op de bouw is eind 2003 al een zogenaamde meetmast geplaatst. De mast van 116 meter hoog staat op een platform, dat op zijn beurt rust op een 55 meter lange buispaal die in de zeebodem is geheid. In de mast hangt apparatuur die op drie hoogtes de windsnelheden meet: op het hoogste punt van de wieken, ter hoogte van de as van de toekomstige windmolens, en op het laagste punt dat de wieken bereiken. De apparatuur in de mast wordt via zonnepanelen en kleine windmolentjes van stroom voorzien.
41
Spaanse windmolens Het dochterbedrijf van Nuon in Spanje, DESA, is eigenaar van zes windmolenparken die in 2003 samen ongeveer 250 GWh produceerden. In Spanje heeft Nuon op een aantal plaatsen vaart gemaakt met de bouw van nieuwe parken. In december 2003 bijvoorbeeld startte de bouw van windpark Lugo, dat met 78 windmolens goed zal zijn voor 70 MW. Met een productie van ongeveer 240 GWh per jaar kunnen ongeveer 75.000 huishoudens van stroom worden voorzien. Het windpark Santa Quiteria, waarvan de bouw in september 2003 startte, bestaat uit veertig windmolens met een totaalvermogen van 36 MW en levert straks jaarlijks 100 GWh, voldoende voor 33.000 huishoudens. Windpark Llanos de la Esquina tenslotte telt zeven windmolens op het eiland Tenerife. Met een productie van 19 GWh kan dit park 6.000 huishoudens bedienen. In september 2003 startte de bouw van dit park.
Windmolenpark in Antwerpse haven
Nuon Watt’s Next Award Nuon heeft eind 2003 de Watt’s Next Award gelanceerd. Deze award heeft als thema duurzaamheid en richt zich op kinderen en jongeren tussen de 6 en 18 jaar. De komende jaren willen wij via deze award kinderen en jongeren bewust maken van het belang van duurzaamheid en nodigen we ze uit om hun ideeën over duurzaamheid met ons te delen. In 2003 hebben wij ons op de doelgroep kinderen in de leeftijd van 6 tot 12 jaar gericht met een van de aspecten van duurzaamheid, te weten duurzame energie. Kinderen leerden wat duurzame energie is en hoe belangrijk die is voor het milieu. Hierbij speelde het stripfiguur Volty Power de hoofdrol. Samen met Fox Kids is een internetspel met prijsvraag ontwikkeld. De 12-jarige Stijn Verhagen uit Mierlo was de winnaar van de Nuon Watt’s Next Award 2003. Op de vraag ‘welke energie ga jij later gebruiken en waarom’ heeft een jury uit ruim 4.500 inzendingen zijn idee om energie op te wekken uit natuurrampen verkozen tot de meest creatieve en originele inzending.
42
DUURZAAMHEIDSVERSLAG
2003
In samenwerking met de Belgische projectontwikkelaar Vleemo heeft Nuon van het havenbedrijf Antwerpen een concessie gekregen voor de ontwikkeling van circa 90 MW windenergie in de haven van Antwerpen. Met een jaarproductie van 223 GWh kan het park 74.250 huishoudens van stroom voorzien. Het windpark is het eerste grote windenergieproject van Nuon in België en wordt gelijk het meest omvangrijke windmolenpark in dat land. België heeft in totaal een opgesteld windvermogen van ongeveer 40 MW.
Windpark Plouvien in Frankrijk Nadat in maart 2003 een bouwvergunning voor een windmolenpark in het Bretonse Plouvien was opgeschort omdat er geen ‘enquête publique’ had plaatsgevonden, diende Nuon in december een nieuwe aanvraag in. De enquête vindt alsnog in april 2004 plaats. Als de dossiers eenmaal zijn behandeld en de bouwaanvraag is goedgekeurd, hopen we begin 2005 het park in bedrijf te kunnen stellen. Met 10,4 MW productievermogen en een jaarproductie van 21 GWh kan het park 6.500 huishoudens van stroom voorzien.
Het grootste Europese on-shore windpark in Noorwegen Nuon ontwikkelt samen met joint venture partner Statkraft het grootste on-shore windpark van Europa. Nuon heeft met Statkraft een samenwerkingsovereenkomst voor de ontwikkeling van drie windparken in Noorwegen met een totaal vermogen van 205 MW. Het eerste windpark Smøla I is operationeel sinds 2002. In 2003 is het contract getekend voor de bouw van zowel het windpark Hitra (55 MW) als het windpark Smøla II (110 MW). Van beide parken is de bouw in 2003 gestart. De drie windparken liggen aan de noordwestkust van Noorwegen in de buurt van Trondheim. Hitra zal naar verwachting eind 2004 opgeleverd worden en Smøla II begin 2006.
Biomassacentrale Corus In Nederland wordt op jaarbasis 120.000 ton frituurvet ingezameld. De traditionele afzetmarkt is de mengvoederindustrie. Per 1 november 2002 is echter een verbod van kracht geworden voor het gebruik van frituurvet in diervoeding. Daarmee is het omzetten van frituurzet in duurzame elektriciteit of warmte een interessante optie geworden. Nuon heeft een project in ontwikkeling waarbij een bestaande warmtekrachtinstallatie op het terrein van Corus wordt omgebouwd om er frituurvet in te kunnen verbranden. In 2003 zijn proeven uitgevoerd en zijn de voorbereidingen gestart voor de milieuvergunning en aanvraag voor de MEP. In het voorjaar van 2004 verwacht Nuon de definitieve beslissing te kunnen nemen voor de ombouw van de installatie.
DUURZAAMHEID
Windmolenpark Santa Quiteria, Spanje
Uitgangspunten biomassa Er zijn soorten biomassa waarover maatschappelijke discussie plaatsvindt, zoals kippenmest en rioolslib. Ons uitgangspunt is dat per bio-energieproject bekeken moet worden wat de milieumeerwaarde is van het toepassen van de biomassa. Het vaststellen of het toepassen van een biomassasoort meerwaarde heeft voor milieu en maatschappij is een complex proces, waarin een heleboel aspecten meegenomen en tegen elkaar afgewogen moeten worden. Wij hebben in 2003 richtlijnen opgesteld voor het toepassen van bio-energie. Deze zijn: 1. Als definitie voor biomassa hanteert Nuon de EU-richtlijn 2001/77/EG: ‘De biologisch afbreekbare fractie van producten, afvalstoffen en residuen van de landbouw (met inbegrip van plantaardige en dierlijke stoffen), de bosbouw en aanverwante bedrijfstakken alsmede de biologisch afbreekbare fractie van industrieel en huishoudelijk afval.’ 2. Alle emissies die vrijkomen bij het omzetten van de biomassastroom in elektriciteit, gas of warmte moeten binnen de geldende wettelijke normen liggen. 3. De Nederlandse wetgeving ten aanzien van emissienormen, de prioriteitenvolgorde voor het omgaan met afval (zgn. Ladder van Lansink) en de Milieu Effect Rapportage (MER) worden als ondergrens gehanteerd. Bij activiteiten op het gebied van biomassa in het buitenland streven we ernaar de Nederlandse wetgeving te hanteren. Indien elders gehanteerde lokale normen stringenter zijn dan de Nederlandse wetgeving, gelden de lokale normen. 4. Het toepassen van de biomassastroom voor productie van elektriciteit, gas of warmte heeft aantoonbaar een meerwaarde vanuit milieuoogpunt ten opzichte van de alternatieve toepassingen van de biomassastroom. Dit beoordeelt Nuon aan de hand van een Life Cycle Analysis (LCA) die conform de ISO14040-reeksen wordt uitgevoerd. 5. Transparantie in onze communicatie is het uitgangspunt. We communiceren wat we doen en, indien daarom gevraagd, geven we ook aan waarom we het doen. Daarbij stellen we onze klanten in staat zich te informeren over de samenstelling van onze groenproducten.
43
Groene energie Een groot deel van de duurzame energie die Nuon zelf produceert of inkoopt, leveren we in de vorm van groene energie aan onze klanten. Nuon biedt een gedifferentieerd productaanbod als het gaat om groene energie. Nuon Natuurstroom is een 100% emissievrij product en wordt uitsluitend uit wind, water en zon opgewekt. Voor Nuon Natuurstroom betaalde de consument bij een gemiddeld verbruik EUR 5 per maand extra. Nuon Groenstroom is een CO2-neutraal product en wordt voornamelijk uit biomassa en een klein deel wind en/of water opgewekt. Voor Nuon Groenstroom betaalde de consument in 2003 niets extra. Daarnaast is het afgelopen jaar een nieuw product gelanceerd: Nuon VastePrijsStroom. Dit is elektriciteit uit biomassa voor een vaste prijs met een keuze voor 1, 2 of 3 jaar vast. Voor dit product geldt dat als de bestaande subsidies voor groene stroom vervallen, de klant automatisch wordt overgezet op gewone stroom.
Nuon Nature Nuon streeft ook in België naar een groter aandeel groene energie in haar energieproducten. Vandaar dat Nuon België heeft gekozen voor het product Nuon Nature, dat naast het gewone product Nuon Comfort wordt verkocht. Nuon Nature bestaat voor 100% uit wind en kleinschalige waterkracht. De prijs is vergelijkbaar met die van gewone elektriciteit aangeboden door de standaardleverancier. Daarnaast heeft Nuon België met Natuurpunt, een milieuorganisatie met 50.000 leden, een overeenkomst gesloten dat per Nuon Nature-klant een bedrag wordt besteed aan het planten van een boom in een Belgisch natuurgebied. Ook het Nuon Comfort-product bedraagt overigens 18% duurzame energie, een gevolg van het streven om zo schoon mogelijke elektriciteit te produceren en in te kopen. De brandstofmix in Vlaanderen dient van overheidswege standaard 2% groen te bevatten in 2004 met de doelstelling voor 6% in 2010.
44
DUURZAAMHEIDSVERSLAG
2003
De afgelopen jaren nam het aantal Nuon Natuurstroomklanten en Nuon Groenstroomklanten fors toe. Daarmee liep Nuon in de pas met een landelijke ontwikkeling, die in 2003 zou uitmonden in 2,4 miljoen Nederlandse huishoudens die voor groene stroom hadden gekozen. Het aantal Nuon Natuurstroomklanten liep in 2003 terug tot 160.000 (in 2002: 217.000), het aantal Nuon Groenstroomklanten en VastePrijsStroomklanten steeg sterk naar 487.000 (in 2002: 241.000). Veel kleinzakelijke ondernemers stapten over op Nuon Groenstroom. Ook het aantal zakelijke klanten dat Nuon Greenpower en Greenstep afneemt is in 2003 fors gestegen van 350 eind 2002 naar 6.261 eind 2003. Nuon Greenpower en Greenstep bestaat uit elektriciteit uit biomassa en kleinschalige waterkracht. Door deze groei op de zakelijke markt mochten wij in 2003 onze 100.000ste zakelijke groene energieklant verwelkomen.
De prijs van groene energie Wegens wijzigingen in de belastingvrijstelling is de prijs van Nuon Natuurstroom per 1 januari 2003 omhooggegaan. Dit heeft geresulteerd in een daling van het aantal klanten. De prijs van Nuon Groenstroom heeft Nuon in 2003 gelijk kunnen houden aan die van gewone stroom. Door de grote aandacht in de media voor wijzigingen in de belastingvrijstelling voor groene energie, durfden veel consumenten de overstap naar dit milieuvriendelijke product niet te wagen. Om de angst bij consumenten voor prijsverhogingen als gevolg van wijzigende overheidsregelgeving weg te nemen, hebben we onze Groenstroomklanten een overstapgarantie gegeven. Dit houdt in dat als de prijs van Nuon Groenstroom hoger wordt dan die van gewone stroom van Nuon, de klant altijd direct en kosteloos kan overstappen op gewone stroom van Nuon. We zullen ons blijven inspannen om onze klanten groene producten aan te bieden en hun vertrouwen te winnen. In onze optiek speelt de overheid echter een centrale rol in de stimulering van de vraag.
Van vraag- naar aanbodstimulering Helaas voert de overheid in dit opzicht geen consistent beleid. Na een aantal jaren van belastingvoordeel voor consumenten die kozen voor groene energie, heeft de overheid in 2003 besloten om niet langer de vraagzijde te stimuleren, maar de aanbodzijde. Vanaf 1 juli 2003 subsidieert de Nederlandse overheid de productie van duurzame energie door middel van de MEP (Milieukwaliteit Elektriciteit Productie). Deze maatregel neemt stapsgewijs de plaats in van de belastingvrijstelling voor groene energie, die in twee stappen wordt afgebouwd. Per 1 juli 2004 wordt de vrijstelling gehalveerd en vanaf 1 januari 2005 komt de vrijstelling van energiebelasting voor groene energieklanten geheel te vervallen. Tegelijk verhoogt het kabinet de MEP-premie voor het produceren van duurzame energie in ons land. Daarmee hoopt de Nederlandse regering de omvang van het duurzame productievermogen in Nederland uit te breiden.
DUURZAAMHEID
Alleen nog subsidie op binnenlandse duurzame energie Hoewel Nuon positief staat tegenover het stimuleren van duurzaam productievermogen in Nederland, hebben wij twijfels of de MEP voldoende kostenefficiënt is bij het realiseren van voldoende productievermogen in Nederland. Tegelijk maken wij ons zorgen over de effecten van de beleidswijziging op de korte en middellange termijn. Wij weten namelijk uit eigen ervaring dat duurzaam productievermogen in Nederland uitermate traag tot stand komt, onder meer door het vergunningenstelsel en de inspraakprocedures. Hierdoor zal het aanbod van in Nederland geproduceerde duurzame energie achter blijven bij de vraag naar groene stroom. Import van duurzame energie blijft op korte en middellange termijn dus noodzakelijk om aan de vraag van 2,4 miljoen groene stroomklanten te voldoen. Door het wegvallen van de belastingvrijstelling worden leveranciers geconfronteerd met het vraagstuk of ze groene stroom voor dezelfde prijs kunnen blijven aanbieden als grijze stroom. Een in opdracht van Nuon uitgevoerd onderzoek door TNS NIPO in 2003 wijst uit dat een relatief kleine groep Nederlandse consumenten bereid is om meer te betalen voor groene energie dan voor grijze energie. Zo komen de vooruitzichten voor een groenere energieconsumptie in Nederland er niet gunstig uit te zien. Nuon heeft voor haar klanten geïnvesteerd in windparken in Noorwegen, omdat het er harder waait en we dus goedkoper windenergie dáár kunnen opwekken dan in Nederland. Deze kostenefficiënte manier om duurzame energie te produceren wordt door de overheid niet langer financieel ondersteund vanaf 1 januari 2005, alleen omdat de productie niet in Nederland plaatsvindt. Terwijl de kostprijs van Noorse windenergie tweemaal zo laag is als van Nederlandse windenergie. Nuon vindt dit geen goede situatie en pleit in dit kader dan ook voor een vorm van subsidiëring van kwalitatief hoogwaardige geïmporteerde stroom die aantoonbaar ten goede komt aan de Nederlandse consument.
Pleidooi voor een Europees verplichtingsstelsel voor duurzame energie Nederland heeft zich in Europees verband verplicht om in 2010 een aandeel van 9% van het totale elektriciteitsverbruik duurzaam te laten zijn. Nederland kan proberen dat aandeel volledig uit binnenlands productievermogen te realiseren, maar dat is relatief duur en niet eenvoudig realiseerbaar als gevolg van de geografische beperkingen. Nuon stelt een andere aanpak voor om de doelstelling van 9% in 2010 te bereiken; via een verplichtingsstelsel. Het Energieonderzoek Centrum Nederland toonde aan dat het efficiënter en effectiever zou zijn om energieleveranciers te verplichten een bepaald percentage duurzame energie in hun brandstofmix op te nemen. Het verplichte percentage zal worden afgestemd op Europese afspraken en een daaruit voortvloeiende Nederlandse doelstelling. Als de verplichting gecombineerd zou worden met een systeem van verhandelbare groencertificaten, kunnen energieleveranciers aan hun verplichtingen voldoen door groencertificaten te kopen. Handel in groencertificaten bevordert de concurrentie tussen producenten van groene stroom en heeft daardoor naar verwachting positieve gevolgen voor de productiekosten ervan.
Waterstofbussen in Amsterdam Waterstof zou weleens de brandstof voor de toekomst kunnen worden. Op dit moment is echter nog veel energie nodig om waterstof te maken. Nuon participeert in onderzoek naar rendabele toepassingen van waterstof en doet mee aan experimenten met waterstof. Zo ook in een twee jaar durende proef van het Gemeentelijk Vervoerbedrijf van Amsterdam. In de gemeente rijden vanaf december 2003 drie schone en stille stadsbussen met brandstofcellen en een elektromotor. Het GVB heeft gekozen voor de meest duurzame productiemethode van waterstof, elektrolyse, en heeft hiervoor een productie-unit en een tankstation in een busremise neergezet. De benodigde elektriciteit voor de elektrolyse wordt geleverd door Nuon.
Nuon is zich ervan bewust dat een verplichtingsstelsel vooral kans van slagen heeft als het door alle lidstaten van de Europese Unie tegelijk wordt ingevoerd. Op deze wijze zal een effectieve handel in groenestroomcertificaten ontstaan, en zal duurzame energie geproduceerd worden op de plekken die het beste rendement geven tegen de laagste kosten. Nuon hoopt dat de Nederlandse overheid de mogelijkheden onderzoekt om onder de lidstaten draagvlak te creëren voor de invoering van een verplichtingsstelsel in Europees verband.
45
Waterkrachtcentrale Maurik
Groene energie 2003 1) Groene
Aantal
Aantal
Geleverd
Geleverd
Huishoud-
energie
klanten
klanten
in 2002
in 2003
equivalenten
eind 2002
eind 2003
in MWh
in MWh
in 2003
Nuon Natuurstroom HH/KZM Natuurstroom GZM/PWGM Totaal
217.127
160.349
711.457
498
493
100.231
576.429 121.182
217.625
160.842
811.688
697.611
232.537
Groenstroom en VastePrijsstroom HH/KZM/ PWGM
240.853
487.038
309.163
1.463.728
Totaal
240.853
487.038
309.163
1.463.728
487.909
Nuon Greenpower en Greenstep GZM/PWGM
350
6.261
70.990
706.346
Totaal
350
6.261
70.990
706.346
235.449
458.828
654.141
1.191.841
2.867.685
955.895
Totaal groenproducten
HH: huishoudens, KZM: kleinzakelijke markt, GZM: grootzakelijke markt, PWGM: gemeenten en woningbouwcorporaties.
Accountantsverklaring Opdracht Wij hebben het overzicht Groene energie 2003 en de Natuurstroomboekhouding 2003 van n.v. Nuon te Amsterdam, zoals weergegeven op pagina 46 en 47 van het Duurzaamheidsverslag 2003, gecontroleerd. Dit verslag is opgesteld onder verantwoordelijkheid van de leiding van de vennootschap. Het is onze verantwoordelijkheid een accountantsverklaring inzake bovengenoemde informatie te verstrekken.
Werkzaamheden Onze controle is verricht overeenkomstig in Nederland algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controleopdrachten. Volgens deze richtlijnen dient onze controle zodanig te worden gepland en uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat het overzicht Groene energie 2003 en de Natuurstroomboekhouding 2003 geen onjuistheden van materieel belang bevatten. Een controle omvat onder meer een onderzoek door middel van deelwaarnemingen van informatie ter onderbouwing van de gegevens. Wij zijn van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel.
Oordeel Wij zijn van oordeel dat het in dit verslag opgenomen overzicht Groene energie 2003 en de Natuurstroomboekhouding 2003, zoals weergegeven op pagina 46 en 47 van het Duurzaamheidsverslag 2003, een getrouwe weergave zijn van het aantal geleverde MWh en ingezette groencertificaten. Eindhoven, 6 mei 2004 KPMG Accountants N.V.
46
DUURZAAMHEIDSVERSLAG
2003
DUURZAAMHEID
Nuon Natuurstroomboekhouding 2003 1) Aantal Nuon Natuurstroomklanten en geleverde MWh Levering
Huishoudelijk en kleinzakelijk Grootzakelijk Totaal
Aantal klanten
Geleverd in 2003
per 31-12-2003
in MWh *
160.349
576.429
493
121.182
160.842
697.611
* en ingezette groencertificaten
Ingezet vanuit het groencertificatensysteem Wind
Hoeveelheid in MWh
Eigen productie Nederland
225.435
Inkoop Nederland
195.986
Eigen productie buitenland Inkoop buitenland Totaal wind
155.155 9.309 585.885
Kleinschalige waterkracht
Hoeveelheid in MWh
Eigen productie Nederland
41.377
Inkoop Nederland Inkoop buitenland Totaal kleinschalige waterkracht Zon
92 67.720 109.189 Hoeveelheid in MWh
Eigen productie Nederland
2.537
Totaal zon
2.537
Totaal ingezet voor Nuon Natuurstroom
697.611
Investeringen in Natuurstroom 2003 (exclusief subsidies) EUR Wind
42.532.571
Zon
4.456.757
Kleinschalige waterkracht
Totaal
55.614
47.044.942
Industriepark Oberbruch In 2000 heeft Nuon alle aandelen van Industriepark Oberbruch GmbH & Co. KG (IPO) in Duitsland overgenomen. IPO verzorgt de volledige energievoorziening van het industriepark, waaronder elektriciteit, stoom, koude, perslucht en afvalwaterzuivering. Een warmtekrachtcentrale levert elektriciteit, stoom en warmte. In 2003 werd verder geïnvesteerd in het verduurzamen van de bedrijfsvoering. Zo is de olie in een 100 kVa transformator vervangen door biologisch afbreekbare olie. Voor de openbare verlichting op het park zijn nieuwe, efficiëntere technieken toegepast, waarmee de onderhoudsfrequentie omlaag kan en het rendement van de verlichting wordt verhoogd. Van de 4.320 ton zuiveringsslib is in 2003 de helft verwerkt in plaats van gestort. Ook is er geïnvesteerd in een ‘Denitrifikationsstufe’ voor de afvalwaterzuivering, zodat het stikstof in het water wordt gereduceerd van 10 naar 8 milligram per liter.
1) De afzetgegevens in de Natuurstroomboekhouding en in de tabel ‘Groene energie 2003’ zijn gebaseerd op het aantal ingezette certificaten vanuit het groencertificatensysteem en niet op de hoeveelheid gefactureerde stroom.
47
Nuon-medewerkers graven geulen voor ondergrondse kabels
Slim opwekken en distribueren Nuon hecht eraan om de energievoorziening groener te maken, maar realiseert zich dat voor een betrouwbare energievoorziening fossiele brandstof nog lange tijd nodig zal zijn om te voldoen aan de groeiende vraag naar energie. Toch kan ook energieopwekking met fossiele brandstoffen in meerdere of mindere mate milieuvriendelijk gebeuren. Bijvoorbeeld door zuinig en efficiënt met brandstof om te gaan. Met warmtekrachtkoppeling (WKK) worden elektriciteit en warmte geproduceerd, waarbij de warmte nuttig gebruikt kan worden in de industrie of voor de verwarming van woningen en utiliteitsgebouwen met behulp van een grootschalig distributienet voor stadsverwarming.
Warmtekrachtcentrales Een warmtekrachtinstallatie benut de warmte die vrijkomt bij het opwekken van elektriciteit. Bij een elektriciteitscentrale zonder warmtekrachtkoppeling verdwijnt die warmte ongebruikt via de lucht of in koelwater. Hoewel warmtekrachtcentrales veelal worden gestookt op kolen en gas, leveren ze door het benutten van de warmte wel een aanzienlijke bijdrage aan de CO2-doelstellingen. Door het gebruik van de warmte wordt het gebruik van kostbaar aardgas vermeden. Investeren in nieuwe warmtekrachtcentrales ligt met de huidige hoge gasprijzen en relatief lage elektriciteitsprijzen om bedrijfseconomische redenen niet altijd meer voor de hand. Met name in daluren kunnen warmtekrachtcentrales niet concurreren met goedkoop aangeboden stroom. Nuon is daarom terughoudend met investeringen. In 2002 en 2003 stelde Nuon circa 200 van haar 430 warmtekrachtcentrales buiten bedrijf vóór het aflopen van het contract met de klant. In de meeste gevallen heeft Nuon waar contracten in 2003 afliepen zelf geen nieuwe installaties meer geplaatst. Wel sloten we nieuwe contracten af met klanten in de glastuinbouw en namen we De Kleef Energie BV in Arnhem over. Dit bedrijf verzorgt de utiliteitsvoorziening op industriepark Kleefse Waard in Arnhem. Een warmtekrachtcentrale met een elektrisch vermogen van 50 MW maakt daar deel van uit. Daarnaast namen we een nieuwe warmtekrachtcentrale in gebruik in Emmen.
Warmte Op plaatsen waar grote industrieën gevestigd zijn, waar afvalverbranding plaatsvindt of waar energiecentrales staan wordt veel restwarmte opgewekt en geloosd, 24 uur per dag. Nuon zoekt actief naar locaties waar die restwarmte effectief kan worden gedistribueerd naar bijvoorbeeld woonwijken. Daarmee wordt een aanzienlijke reductie van CO2-uitstoot gerealiseerd. Ook van overheidswege ziet men dit als een milieuvriendelijke energievorm die ondersteuning verdient. De prijs die klanten voor deze warmtevoorziening betalen mag de prijs van verwarming met gas niet overstijgen. De tariefstelling wordt na de liberalisering gekoppeld aan de commerciële gasprijzen en kunnen daardoor sterker gaan variëren.
48
DUURZAAMHEIDSVERSLAG
2003
DUURZAAMHEID
Een greep uit de projecten van Nuon Warmte 1 2 3 4 5
6 7 8 9 10 11 12
Langedijk-Mayersloot Heerhugowaard Alkmaar-Boekelermeer Purmerend* Amsterdam Zuideramstel, Zuidoost, Westpoort, IJburg, meerdere Wkk projecten Zaanstad-Saendelft Zandvoort-Duinwijk Leiden Lelystad Almere-Stad Apeldoorn Hilversum-Arenapark
13 Arnhem-Schuytgraaf 14 Duiven / Westervoort 15 Wageningen Ede-Kernhem 16 Nijmegen-Waalsprong Nijmegen-Mariënburg Roemenië Sibiu Targoviste
1 32 9 4 7 6 5 10 12 8
11 15 13 14 16
* Project van de gemeente Purmerend: Nuon verzorgt totale uitvoering en beheer
Nuon Warmte ontwerpt, bouwt en onderhoudt eigen warmtenetwerken in heel Nederland, zo’n dertig in getal. Daarmee worden 80.000 klanten bediend. Het kleinste project levert warmte aan ongeveer vijfhonderd huishoudens, het grootste (in Almere) levert warm water aan 40.000 klanten. Hele wijken worden aangesloten op deze geïsoleerde pijpleidingen met warm water. Ook grote bedrijven, zoals de RAI in Amsterdam en het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) zijn op warmtenetten aangesloten. Het is een zorgeloze vorm van verwarmen, want als klant heb je geen ketel in huis (dus geen onderhoud) en beschik je altijd over water op de juiste temperatuur. Voor Nuon is het vaak een kwestie van lange adem. Een project begint klein en het netwerk groeit mee met de stadsuitbreiding. Een koppeling van een bestaand wijknet aan een bestaande warmtebron kan ook interessant zijn. Zo nam Nuon in oktober 2003 een warmteleiding in gebruik tussen een elektriciteitscentrale op het Arnhemse bedrijventerrein Kleefse Waard en het wijkverwarmingsnet in het centrum van Arnhem. Daardoor werd een monumentaal ketelhuis met gasmotoren overbodig. Met die verbinding reduceert Nuon voor de gemeente de uitstoot van CO2 met 3.250 ton per jaar, ofwel de uitstoot van 650 personenauto’s die gemiddeld een afstand van 25.000 kilometer afleggen.
Minister-president bij warmteproject van Nuon in Roemenië Op 26 november 2003 bracht Jan Peter Balkenende een bezoek aan een warmteproject van Nuon in de stad Sibiu in Roemenië. Sibiu telt ongeveer 200.000 inwoners en de meerderheid ervan is aangesloten op een stadsverwarmingssysteem dat gevoed werd met warmte uit 32 door de stad verspreide ketelhuizen. De samen met de gemeente Sibiu in 1996 opgerichte joint venture NUONSIB heeft de plaatsing van nieuwe warmtekrachtinstallaties en de vervanging van de warmtenetten en de warmteoverdrachtstations, evenals van de overige verouderde installaties, gerealiseerd. Vandaag geldt NUONSIB in Roemenië als een schoolvoorbeeld van moderne techniek, goed management, zorg voor het milieu en oog voor de klant.
49
Schematische weergave van koudelevering waarbij gebruik wordt gemaakt van natuurlijke bronnen
Koude aan de Amsterdamse Zuidas Naast warmte levert Nuon in een aantal gevallen ook koude voor koelingsdoeleinden. Bijvoorbeeld in het Amsterdamse Bos en Lommer, waar met een ondergronds energieopslagsysteem vanaf de zomer van 2004 vijf kantoren en veertig winkels van koude en warmte worden voorzien. Aan de Amsterdamse Zuidas trof Nuon in 2003 voorbereidingen voor een milieuvriendelijk alternatief voor conventionele elektrische koeling. Door een leidingsysteem wordt op een diepte van dertig meter in het nabijgelegen Nieuwe Meer water opgepompt. Dat water heeft een temperatuur van 6 tot 8 graden Celsius. Via een koudedistributienetwerk gaat het water naar een overdrachtstation. De koude wordt daar overgedragen op het koudeleidingnet, een gesloten circuit met leidingwater dat de koude naar de gebouwen aan de Zuidas transporteert. Hierdoor wordt de dure en energieverslindende conventionele koeling overbodig. Na koeling van het gebouw verdwijnt het opgewarmde water in de bovenste laag van het meer. Door de mogelijke toevoeging van zuurstof aan het afgevoerde water zou in het meer de algenvorming kunnen afnemen. Naar de gevolgen voor het milieu wordt onderzoek verricht. Veel bedrijven hebben inmiddels interesse voor dit duurzame initiatief getoond. Nuon doet dit samen met het Zweedse bedrijf Capital Cooling, dat al uitstekende ervaringen met een dergelijk systeem in Stockholm heeft.
Brandstofmix De brandstofmix geeft de verhouding aan van soorten brandstoffen die gebruikt zijn voor elektriciteitsopwekking. De brandstofmix hiernaast geeft de samenstelling weer van de elektriciteit die Nuon in 2002 en 2003 heeft geleverd aan eindgebruikers (consumenten en bedrijven) in Nederland. Per 1 juli 2004 worden alle energiebedrijven in Nederland wettelijk verplicht de geleverde brandstofmix te vermelden op de eindafrekening aan klanten en in jaarverslagen. Nuon publiceert haar jaarlijkse brandstofmix al sinds 2001. In 2003 bedroeg de CO2-uitstoot van onze brandstofmix 520 gram per kWh, ten opzichte van 440 gram in 2002. Het aandeel duurzame energie in onze brandstofmix daalde van 23% in 2002 naar 18,4% procent in 2003. Hiervan wordt 16% direct gebruikt voor het leveren van groene energie aan onze klanten. Het verschil tussen de brandstofmix van 2002 en 2003 is deels het gevolg van een andere indeling in categorieën en deels van een ander inkoopportfolio.
50
DUURZAAMHEIDSVERSLAG
2003
DUURZAAMHEID
Brandstofmix (in %) 2003
2002
2,5
2,4 3,3
10,1
5,8
16,8
30,2
3 4
34
1,7
1,8
3,2
1 26,7
14,9
21,9
16,5
Cijfers in percentages
Cijfers in percentages Duurzaam Waterkracht klein Wind Biomassa Zon
18,4% 5,8% 2,5% 10,1% 0,01%
Duurzaam Waterkracht klein Wind Biomassa Zon
Niet duurzaam
81,6%
Niet duurzaam
Gas 30,2% Warmtekracht 14,9% Kolen 26,6% Kernenergie 1% Afval 1) 1,8% Olie 0,1% Import grijze stroom 2) 4% Waterkracht groot 0% Diversen 3%
23% 16,8% 2,4% 3,3% 0,01% 77%
Gas 34% Warmtekracht 16,5% Kolen 21,9% Kernenergie 3,2% Afval 1) 1,7% Olie 0,1% Import grijze stroom 2) Waterkracht groot 0,1% Diversen -
1) Betreft het niet-organische deel; het organische deel is biomassa. 2) De geschatte grijze import bedraagt: Gas 13,7% Kolen 27,5% Kernenergie 48% Afval 1,2% Olie 1,3% Grootschalige waterkracht 8,4%
Het verschil is dat in 2003 de categorie ‘Import’ apart wordt verklaard. In 2003 hebben we 4% van de elektriciteit voor eindgebruikers geïmporteerd. De post ‘Kernenergie’ in de brandstofmix over 2003 lijkt op het eerste gezicht te zijn gedaald, maar is ongeveer hetzelfde gebleven als in 2002. Van de 4% elektriciteit die we hebben geïmporteerd is namelijk naar schatting circa 48% afkomstig van kerncentrales. Het hogere percentage kolen (stijging circa 5%) is het gevolg van meer inkoop van energiebedrijven die kolencentrales hebben. Waar in 2002 nog veel kleinschalige waterkracht is ingekocht, heeft in 2003 een verschuiving plaatsgevonden naar inkoop van biomassa.
Emissiehandel in broeikasgas In juli 2003 is het Europees Parlement akkoord gegaan met de invoering van een verplicht Europees emissiehandelssysteem dat op 1 januari 2005 van start zal gaan. Dit betekent dat bedrijven uit de energie- en elektriciteitsproductiesector die onder de EG-richtlijn ‘Handel in broeikasgasemissierechten’ vallen een CO2-vergunning moeten hebben om CO2 te mogen uitstoten. Elk van deze deelnemende bedrijven krijgt een hoeveelheid CO2-rechten toegewezen. Een bedrijf moet na elk kalenderjaar zijn CO2-emissies dekken door het inleveren van rechten. Dit geeft hen de keuze de eigen emissies binnen de grenzen van de toebedeelde hoeveelheid rechten te houden, of emissierechten bij te kopen op de emissiemarkt. Bedrijven met installaties die minder CO2 uitstoten dan waarvoor ze rechten hebben, kunnen het overschot aan rechten ook verkopen op de markt.
51
Nederland heeft zich verplicht om de uitstoot van broeikasgassen in de periode 2008-2012 met 6% te verminderen ten opzichte van 1990
Binnen Europa omvat het systeem circa 12.000 inrichtingen, waarvan meer dan de helft in Duitsland. In Nederland zullen 259 inrichtingen emissierechten ontvangen. Samen zijn deze inrichtingen goed voor circa 90% van de CO2-uitstoot van de industrie, inclusief de energiesector. Het Europese systeem begint met een eerste fase die loopt van 2005 tot en met 2007. Het gaat vooral om CO2-emissies; andere broeikasgassen volgen in de tweede fase van het systeem (2008-2012). Het Europese emissiehandelssysteem kan worden gezien als een doorbraak in de aanpak van het klimaatprobleem. Het creëert mogelijkheden voor bedrijven kosteneffectief hun bijdrage daaraan te leveren. De totale hoeveelheid toe te wijzen CO2-rechten is afgeleid van de Nederlandse Kyotodoelstelling. Nederland realiseert deze doelstelling deels door aankoop van CO2-emissierechten in het buitenland. De binnenlandse emissieruimte is voor CO2 verdeeld over de sectoren landbouw, industrie (incl. energie), verkeer en vervoer en gebouwde omgeving. Voor de jaren 2005-2007 is de totale CO2-ruimte voor de industrie (incl. energie) vastgesteld op 115 Mton per jaar. Deze 115 Mton omvat alle emissies, dus ook de emissies van bedrijven die niet onder de richtlijn vallen. In totaal is er 98,3 Mton beschikbaar voor de deelnemers aan de handel. Nuon heeft daarvan 9,7 Mton CO2emissierechten toegekend gekregen in het allocatieplan van de Nederlandse overheid. De Nederlandse overheid werkt tegelijkertijd aan de invoering van de handel in NOx vanaf januari 2005. De handel in NOx-emissierechten is onderdeel van het beleid tegen verzuring en grootschalige luchtverontreiniging. NOx is geen broeikasgas, maar draagt bij aan verzuring en smog. Het systeem van NOx-emissiehandel richt zich uitsluitend op de zware industrie in Nederland.
Nuons activiteiten in het kader van de emissiehandel Binnen Nuon werkt een brede groep mensen (milieu-, energie-, financiële en marketingmedewerkers) aan de voorbereiding van de emissiehandel. Ze houden zich bezig met nieuwe producten en diensten die we onze zakelijke en huishoudelijke klanten kunnen aanbieden en die verband houden met de introductie van de emissiehandel. Verder werkt Nuon verder aan een emissiestrategie. Vanaf 2005 krijgen onze grotere centrales immers gezamenlijk een emissieplafond opgelegd, dat naar verwachting lager is dan de totale uitstoot van de centrales. Overigens werkt Nuon al langer intensief aan vermindering van emissies in het kader van de bestaande afspraken uit het Kolenconvenant en het Convenant Benchmarking Energie-Efficiency. Nuon richt zich op het beperken van de emissies van de eigen centrales. We ontwikkelen plannen om biomassa mee te stoken in onze kolencentrales en bestuderen de mogelijkheden om de centrales nog efficiënter te maken. Tegelijk kijken we over onze landsgrenzen heen. Omdat veel van Nuons centrales modern en al erg efficiënt zijn, is het relatief erg duur om de uitstoot te verminderen. Zo duur dat het nauwelijks opweegt tegen het milieueffect. Om die reden zoekt Nuon ook actief naar mogelijkheden om te investeren in bedrijven in Oost-Europa, waar nog veel vuile centrales staan die met relatief weinig geld maatregelen kunnen nemen om hun uitstoot te verminderen. Door te investeren koopt Nuon emissiereducties die nodig zijn om het teveel aan eigen emissies te compenseren. Verder kijken we naar de mogelijkheden om emissierechten te kopen uit projecten in ontwikkelingslanden. Investeringen in energiezuinige en schone technologieën reduceren in die landen de uitstoot van CO2. Bedrijven kunnen deze uitgespaarde emissies als CO2-kredieten kopen. Deze kredieten tellen als eigen emissiereductie mee volgens de Europese Richtlijn die de link legt tussen het Europese emissiehandelssysteem en de zogenaamde ‘Kyoto-mechanismen’ Joint Implementation (vooral broeikasgasprojecten in Oost-Europa) en Clean Development Mechanism (CDM, in ontwikkelingslanden). Het mooie is dat ontwikkelingslanden en Oost-Europa zelf ook gebaat zijn bij dit soort projecten.
52
DUURZAAMHEIDSVERSLAG
2003
DUURZAAMHEID
De ijskappen op de Noordpool slinken (9% per decennium); de bovenste foto toont de situatie in 1979, de onderste de situatie in 2003
CO2-balans Nuon De CO2-balans van Nuon geeft inzicht in de CO2-uitstoot van onze activiteiten. De balans bevat geen exacte cijfers, omdat het model op onderdelen uitgaat van berekeningen en aannames. Nuon stelt haar CO2-balans op volgens het Greenhouse Gas Protocol, dat ontwikkeld is door het World Resources Institute (WRI) in samenwerking met het World Business Council for Sustainable Development (WBCSD), het bedrijfsleven en non-gouvernementele organisaties (NGO’s). In het algemeen moet worden opgemerkt dat in de CO2-balans van 2003 de dochterbedrijven van Nuon en bedrijven waarvan het Nuon-aandeel gelijk is aan of kleiner is dan 50%, niet zijn meegenomen. De CO2-balans heeft geen direct verband met de CO2-plafonds die Nuon krijgt toegewezen in het kader van het Europese CO2-emissiehandelssysteem. De cijfers in de CO2-balans betreffen andere bronnen en worden op een andere wijze berekend dan de CO2-emissierechten. Scope 1 betreft de CO2-uitstoot van de elektriciteitsproductie van Nuon-centrales. In 2003 gaat het om de uitstoot van Buggenum en de productie van alle warmtekrachtinstallaties van Nuon. De CO2-uitstoot van de centrales van Reliant is niet meegenomen, omdat die nog buiten de reikwijdte van dit verslag valt. Deze CO2-uitstoot bedroeg in 2003 12,8 Mton. Met brandstofgebruik wordt het elektriciteits- en gasgebruik ten behoeve van de Nuon-gebouwen bedoeld. Voor wat betreft het elektriciteitsgebruik is de CO2-uitstoot hierbij laag, aangezien voor eigen gebouwen het emissievrije product Natuurstroom wordt ingezet. Scope 2 betreft de CO2-uitstoot die gepaard gaat met de hoeveelheid elektriciteit en warmte die Nuon heeft ingekocht voor levering aan eindgebruikers. Bij warmte gaat het over restwarmte uit afvalinstallaties en grote warmtekrachtcentrales. In scope 3 wordt de CO2-uitstoot vermeld die gepaard gaat met de mobiliteit van Nuon-medewerkers in de vorm van vliegreizen, bedrijfs- en leaseautovervoer en reizen per trein. De vermeden CO2-uitstoot als gevolg van groene energielevering bedroeg in 2003 ongeveer 2,7 miljoen ton CO2. Dit betekent dat als Nuon geen groene energie had geleverd uit inkoop en eigen productie, de CO2-uitstoot van de brandstofmix bijna 3 miljoen ton hoger zou zijn. Dit is het equivalent van de uitstoot van ongeveer 250.000 personen bij gemiddelde consumptie, energiegebruik en mobiliteit. CO2-balans: uitstoot in tonnen Emissiebron
Scope 1
Scope 2
1.110.300
9.233.000
Scope 3
Totaal
Energiegerelateerde emissies Elektriciteit Brandstofgebruik Warmtekracht
10.343.300
4.000
4.000
831.800
831.800
Warmte
136.000
136.000
Transportgerelateerde emissies Vliegtuig
310
310
Auto
12.730
12.730
Trein
280
280
13.320
11.328.420
Totaal
1.946.100
9.369.000
Nuon heeft in 2003 de uitstoot van 23.000 ton CO2 gecompenseerd door aankoop van boscertificaten via Trees for Travel.
53
NUON EN DUURZAAMHEID
‘Ik vind dat Nuon hierin een van de koplopers is. We participeren in veel windmolenparken, behoren daarin tot de grootste van Nederland. We lopen vooruit op internationale ontwikkelingen, die afgeleid zijn van het Kyoto-protocol. Maar ook reclamecampagnes om consumenten te stimuleren zuiniger om te springen met aardgas, vind ik goed. Ook de aankoop van de Reliant units past in ons duurzaamheidsbeleid. Dat lijkt tegenstrijdig, maar je kunt kolen deels vervangen door andere brandstoffen, zoals biomassa. In samenhang met de bedrijfseconomische belangen die Nuon heeft, kijken we daar heel intensief naar.’
BIJ MIJ THUIS 'Wat ik privé aan duurzaamheid doe? In het huis uit 1970 waar ik tot voor kort woonde, zat overal enkelvoudig glas. Dat heb ik allemaal vervangen door dubbel glas. Dat leverde me een flinke besparing op de energierekening op. Verder stop ik bijna overal een spaarlamp in, voorzover dat mogelijk is. Ook voor het nieuwbouwhuis dat ik straks betrek, heb ik al geïnformeerd of het goed geïsoleerd is. En ik rijd op LPG, net iets schoner dan andere brandstoffen.’
KLIMAATPASPOORT
I ROBERT DE KLER | TECHNICAL CONTROL MANAGER BIJ NUON
IN MIJN WERK 'Wat ik in mijn directe omgeving bij Nuon merk aan duurzaam gedrag? Ons kantoor is duurzaam ingericht, dat merk je en dat voel je. Sensoren zorgen ervoor dat de airco of lampen vanzelf uitgaan als er zich geen mensen meer in de vergaderzaal bevinden. Wat me nog meer opvalt? Ik werk in een hele grote ruimte, de trade floor, zo ingericht dat je beperkt papier kunt opslaan. We zijn dus zuinig met het printen van papier of uitdraaien van een PowerPoint. En het draaien aan de knoppen van de verwarming heeft geen zin. Het verwarmingssysteem werkt automatisch en zorgt voor een perfecte, duurzame klimaatbeheersing.’
De medewerkers van Nuon
Nuon maakt deel uit van de Nederlandse samenleving. Niet alleen door de producten en diensten die we leveren, maar ook omdat we met meer dan 10.000 medewerkers uit alle lagen van de bevolking een afspiegeling van de maatschappij vormen. Alleen door ons personeelsbeleid te laten aansluiten op ontwikkelingen om ons heen kunnen wij gezond blijven groeien. De mensen van Nuon vormen zelf ook een kleine samenleving. Met een zorgvuldig en vooruitstrevend personeelsbeleid creëren wij de kaders waarbinnen medewerkers zichzelf, elkaar en de organisatie verder helpen. We houden daarbij de bedrijfseconomische belangen scherp in het vizier, maar hanteren tegelijkertijd de menselijke maat.
56
DUURZAAMHEIDSVERSLAG
2003
In 2003 daalde de werkgelegenheid in Nederland weliswaar, maar dat gebeurde ook met het aanbod van goed geschoold personeel op de arbeidsmarkt. Mensen met een baan nemen in tijden van economische teruggang weinig risico’s. Ook nu bleek men minder dan enkele jaren ervoor geneigd om over te stappen naar een nieuwe werkomgeving. Het was dan ook allerminst eenvoudig om goed personeel aan te trekken. Ondernemingen voerden – en voeren – een heuse ‘war for talent’. Nuon mengde zich in die strijd, onder meer via landelijke wervingsacties, mede omdat de veranderingen in ons bedrijf om nieuwe expertise vragen. Daarbij gaven we extra aandacht aan de werving van technici, pas afgestudeerde academici en allochtone medewerkers. Ook de relatief hoge gemiddelde leeftijd van Nuon-medewerkers (gemiddeld 42,7 jaar) noodzaakt ons om actief op zoek te gaan naar nieuwe instroom. Nuon kreeg in het afgelopen jaar te maken met de breed gevoelde maatschappelijke wens om werk en privé beter op elkaar af te stemmen. Ook de vraag hoe werk en zorgtaken gecombineerd kunnen worden komt daarbij naar voren. We speelden hierop in door de arbeidsvoorwaarden verder te flexibiliseren en door in onze strategie expliciet aandacht aan de balans tussen werk en privé te geven. Ook veranderingen in de wetgeving gingen niet aan ons voorbij. Zo hebben wij de Wet Verbetering Poortwachter voortvarend aangepakt. We werden daarnaast geconfronteerd met een versobering van de pensioenregeling die momenteel wordt doorgevoerd door pensioenfondsen. In het algemeen zien wij dat de overheid zich terugtrekt, en dat meer verantwoordelijkheden komen te liggen bij mensen en bedrijven zelf. Duurzame participatie van mensen in het arbeidsproces krijgt meer en meer nadruk.
Slagvaardige organisatie In 2003 hebben we een begin gemaakt met de omvorming van de organistatiestructuur van 24 separate bedrijfsonderdelen naar vier divisies: Retail Customers, Business Customers, Energy Sourcing en Network Services met daarnaast Continuon Netbeheer. De transparantie, slagkracht en flexibiliteit van de organisatie nemen daardoor sterk toe. De komende liberalisering van de energiemarkt onderstreept de urgentie van de nieuwe aanpak. Die aanpak heeft ingrijpende gevolgen voor medewerkers. Zo is ‘verandering’ een constante in hun werkzame leven geworden, net als de doorlopende noodzaak om te innoveren. Kennismanagement is daarbij steeds belangrijker geworden; van medewerkers verwachten we dat ze met elkaar communiceren en zichzelf en hun vak blijven ontwikkelen. Er wordt dan ook op gestuurd dat de mensen van Nuon geen afwachtende werknemers zijn, maar proactieve eigenaren van hun werk. Het personeelsbeleid stimuleert de houding en het gedrag die daarbij passen.
De pijlers van het personeelsbeleid Nuon ziet haar medewerkers als belangrijk kapitaal. We ondersteunen onze medewerkers met een gedegen personeelsbeleid zodat ze hun talenten optimaal kunnen gebruiken en ze zich eigenaar van hun werk voelen. Bovendien is het beleid erop gericht om iedere medewerker waarde voor onze belanghebbenden te kunnen laten creëren.
Nuon Solar Skelter Battle Vijf teams van Regionale Opleidings Centra en zeven teams van Nuon streden op 13 december 2003 tegen elkaar tijdens de Nuon Solar Skelter Battle in Amsterdam. Met deze wedstrijd wilde Nuon jongeren interesseren voor techniek. Scholieren zijn tegenwoordig steeds minder geneigd om voor een technische opleiding te kiezen, terwijl Nuon juist steeds meer behoefte heeft aan nieuwe technici. De twaalf teams bouwden een eigen skelter en gingen op het racecircuit in de pits met elkaar de strijd aan op de onderdelen assembleren, originaliteit en presentatie. Op het racecircuit zelf werden een snelheidsrace, krachtproef en duurproef gehouden. Na een spannende wedstrijd werden de Warmte Gigajewels van Nuon Warmte winnaar van de zeven Nuonteams. Het Clean Machine Team uit Ede was het beste team van de scholen.
De liberalisering van de energiemarkt brengt met zich mee dat Nuon nieuwe competenties nodig heeft. In het kader van talentontwikkeling letten we er bij de werving en selectie nadrukkelijk op dat we toptalent aantrekken. Daarnaast blijven voortdurende ontwikkeling, carrièreplanning, brede inzetbaarheid en interne mobiliteit van medewerkers belangrijke speerpunten in het ontwikkel- en opleidingsbeleid.
57
Nuon stimuleert haar medewerkers om zich eigenaar van hun werk te laten voelen, en gedreven en resultaatgericht te werken.
De energie van Samuel Okubamikael Het diversiteitsbeleid van Nuon richt zich op het betrekken van diverse doelgroepen bij de onderneming, zoals bijvoorbeeld gehandicapten en allochtonen. Zo heeft Nuon jaarlijks twintig werkervaringsplaatsen voor allochtonen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Samuel Okubamikael, afkomstig uit Eritrea, kwam in 1998 als politiek vluchteling naar Nederland. In Eritrea was hij senior technicus bij Ethiopian Airlines. Per 4 augustus 2003 is Samuel bij Nuon Warmte aan de slag gegaan. Hij is meteen begonnen met een veiligheidscursus (VCA) en een op warmte toegespitste veiligheidscursus (VEWA). Omdat er een formatieplek in het team is vrijgekomen en Samuel zijn diploma’s heeft gehaald, is besloten hem als exploitatiemonteur Warmte aan te nemen.
58
DUURZAAMHEIDSVERSLAG
2003
Het thema Leiderschap heeft in 2003 een duidelijke plaats gekregen door het formuleren van wat effectief leiderschap inhoudt en het vertalen ervan in leiderschapscompetenties. Ook is gestart met talentmanagement met als doel het voortdurend optimaliseren van de performance van het huidige management en het kunnen realiseren van kwalitatieve en kwantitatieve managementopvolging. Nuon stimuleert haar medewerkers om zich eigenaar van hun werk te laten voelen, en gedreven en resultaatgericht te werken. Die inzet tonen mensen alleen als ze zich thuis voelen bij hun werkgever. Daarom hebben we een uitgekiend gezondheidsmanagement, besteden we veel aandacht aan veiligheid, nemen we de medezeggenschap en communicatie met medewerkers zeer serieus en kunnen mensen rekenen op een flexibel arbeidsvoorwaardenpakket. Jaarlijks meten we of onze inspanningen vrucht afwerpen. Aan de hand van intensief onderzoek meten we op voor medewerkers belangrijke gebieden de betrokkenheid. Medewerkers moeten bij het uitoefenen van hun functie weten waaraan ze bijdragen, en op welke manier ze toegevoegde waarde voor alle stakeholders kunnen creëren. Persoonlijke resultaats- en ontwikkelingsplannen helpen daarbij. Prestatiecontracten voor managers leiden ertoe dat zij de overeengekomen targets, bijvoorbeeld op het terrein van duurzaam ondernemen, ook daadwerkelijk realiseren. Nuon voert ook een proactief diversiteitsbeleid dat zowel past bij onze stakeholdersfilosofie als bij onze HRM-visie. De kwaliteiten van mensen met een andere culturele achtergrond, andere inzichten, eigen leiderschapsstijlen en bijzondere netwerken kunnen zeer waardevol zijn voor een organisatie in een snel veranderende omgeving. We gebruiken de verscheidenheid van ons personeel dan ook als een manier om de kracht van de organisatie te vergroten. Diversiteitsbeleid is een verzamelnaam voor beleid dat we specifiek richten op categorieën medewerkers als allochtonen, vrouwen, ouderen en arbeidsgehandicapten.
DE MEDEWERKERS
Omslag van het boekje ‘De energie van duurzaam ondernemen’, met samenvattingen van de lezingen die onder andere Jan Pronk en Herman Wijffels in 2003 bij Nuon hebben gehouden tijdens de Masterclasses Duurzaamheid
Levensloopbeleid Nuon streeft naar een blijvende en brede inzetbaarheid van medewerkers en kiest daarom voor een actief levensloopbeleid. Medewerkers hebben op verschillende leeftijden verschillende wensen of behoeften; iemand van 23 jaar oud stelt immers andere eisen aan zijn leven – en dus ook aan zijn werk, ontwikkeling en arbeidsvoorwaarden – dan een 39-jarige. Onze filosofie steunt op drie uitgangspunten: Future Fit, Family Fit en Fysiek Fit. Oftewel, het FIT-model.
Future Fit Future Fit staat voor de permanente persoonlijke ontwikkeling die medewerkers nodig hebben om flexibel en breed inzetbaar te blijven. Onder deze noemer biedt Nuon College, ons eigen opleidingsen trainingscentrum, tal van programma’s, trainingen en cursussen. Het kernprogramma, het introductieprogramma en de Nuon Energy Course werden in 2003 goed gevolgd met respectievelijk 104, 235 en 276 deelnemers. Ook de aantallen deelnemers aan het teamleiderprogramma (18), diverse workshops (231), de Nuon Project Aanpak (91) en uiteenlopende maatwerkprojecten (431) voldeden aan de verwachtingen. In 2003 hebben relatief veel medewerkers vaardigheidstrainingen gevolgd. Bijvoorbeeld medewerkers van het Customer Care Center, die met een zogenaamd skilled based routingsysteem aan de slag moeten: een systeem waarmee de klant snel wordt doorgeleid naar een medewerker die deskundig is in het type vraag dat de klant heeft. In 2003 namen 1.386 medewerkers deel aan een van de programma’s van Nuon College. Op het terrein van duurzaamheid organiseerde Nuon een serie van 17 masterclasses over duurzaam ondernemen, waarin vooraanstaande sprekers zoals Jan Pronk en Herman Wijffels hun visie op duurzame ontwikkeling uiteenzetten. Meer in de lijnactiviteiten verweven, maar ook in het kader van persoonlijke ontwikkeling, is de zogenaamde PRO-systematiek voor medewerkers. Met medewerkers wordt aan het begin van het jaar een persoonlijk resultaat- en ontwikkelingsplan opgesteld. Daarin wordt vastgesteld welke prestaties door de medewerker gerealiseerd gaan worden, hoe de medewerker zich dient te ontwikkelen ten aanzien van competenties en functionele expertise en hoe Nuon de medewerker daarbij ondersteunt. Voor de topmanagers in het bedrijf vindt de evaluatie plaats middels een 360 graden review. Zij worden met behulp van een intranettoepassing beoordeeld door collega’s, leidinggevenden en medewerkers. Deze toepassing zal in de loop van 2004 ook beschikbaar komen voor een bredere groep medewerkers. Daarnaast is in 2003 gekozen voor de aanschaf van een zogenaamde Loopbaanscan, hetgeen medewerkers meer zal stimuleren persoonlijk invulling te geven aan hun carrièreplanning. Deze scan wordt in 2004 operationeel.
Fysiek Fit Fysiek Fit staat voor de mogelijkheden die medewerkers in en buiten werktijd hebben om aan hun lichamelijke gezondheid te werken, een andere voorwaarde voor een goede inzetbaarheid. Onder de paraplu van Duurzaam Fit loopt er een aantal succesvolle programma’s. Denk daarbij aan begeleid sporten in het programma ‘In Beweging’, maar ook aan functiegerichte trainingen om RSI en overbelasting van de rug tegen te gaan (onder de naam Fit in je Functie). In de curatieve sfeer draait het programma Beter Terugkomen, dat reïntegrerende medewerkers middels bewegen helpt om sneller weer te kunnen terugkeren in het arbeidsproces. In Fysiotherapie Advies krijgen medewerkers advies over bewegingsklachten. Het Programma Terug in Balans ten slotte richt zich op het verhogen van de mentale en fysieke belastbaarheid van medewerkers die op korte termijn dreigen uit te vallen.
59
Via het programma Duurzaam Fit kunnen Nuon-medewerkers in en buiten werktijd aan hun conditie werken
In totaal deden ruim 3.000 medewerkers in 2003 mee aan een onderdeel van Duurzaam Fit. Het drukst waren de bijeenkomsten van In Beweging, waar een kleine 2.000 medewerkers op af kwamen. In 2004 ontwikkelt Nuon onder meer de mogelijkheid om ook dicht bij de woonplaats te kunnen bewegen en werken we aan speciale Duurzaam Fit-programma’s voor verschillende leeftijdsgroepen.
Family Fit Family Fit betreft de manier waarop Nuon medewerkers helpt om een goede balans te vinden tussen hun werkzame en privé-leven, wetende dat evenwicht van cruciaal belang is voor de wijze waarop mensen in hun werk staan. Allerlei vormen van bijzonder verlof vallen onder deze noemer, waaronder (deels betaald) ouderschapsverlof, maar ook bijvoorbeeld flexibele arbeidsvoorwaarden waarbij medewerkers brutoloon of vakantiedagen in kunnen ruilen voor bijvoorbeeld een fiets, computer of (pre)pensioenaanvulling. In 2004 werkt Nuon verder aan de verfijning van sabbaticalmogelijkheden en deeltijdpensionering.
Een nieuw sociaal plan In 2003 is onderhandeld over een nieuw sociaal plan voor 2004 en 2005. Dat gebeurde vanuit een nieuwe filosofie. Het nieuwe sociaal plan, dat op 1 januari 2004 is ingegaan, is een mijlpaal in de ontwikkeling van Nuon. De nieuwe marktomstandigheden vergen op het terrein van personeelsbeleid en arbeidsvoorwaardelijke consequenties van reorganisaties een andere insteek. Het sociaal plan is daar een weerspiegeling van. Nuon blijft veranderen om steeds efficiënter en klantgerichter te kunnen werken. Soms leiden organisatieveranderingen onvermijdelijk tot personeelsreducties. Het sociaal plan is in dat kader eerder een vangnet dan een garantie op levenslang emplooi. Het geldt voor alle medewerkers met een dienstverband voor onbepaalde tijd. Medewerkers die boventallig worden krijgen een algemene werkbegeleidingsgarantie van een half jaar. Deze kan zonodig verlengd worden met een individuele werkbegeleidingsgarantie van ten hoogste twaalf maanden. Alleen op advies van een toetsingscommissie is hierna nog verlenging mogelijk. Nuon respecteert overigens de individuele garanties van eerdere sociale plannen, voorzover deze bij het aflopen van het oude sociaal plan al waren ingetreden. Het nieuwe sociaal beleid is van toepassing op alle medewerkers met een vast dienstverband.
60
DUURZAAMHEIDSVERSLAG
2003
DE MEDEWERKERS
Nuon-medewerker bij het zonnescherm langs de A9 tijdens de opname van de Nuon-commercial over duurzame energie
Het nieuwe sociaal plan is in nauwe samenwerking met de vakorganisaties totstandgekomen. Het open en transparante overleg heeft ertoe bijgedragen dat het akkoord met een positief advies kon worden voorgelegd aan de leden. Opmerkelijk daarbij was een zestal goed bezochte informatiesessies (in totaal 1.400 medewerkers), waarbij de bonden en Nuon met de medewerkers in dialoog traden over het nieuwe sociaal plan. Deze sessies vonden al plaats toen de onderhandelingen nog niet waren afgerond. Ook via het intranet zijn medewerkers groepsgewijs geïnformeerd over de voortgang en het resultaat.
JobCenter JobCenter, het Nuon-onderdeel voor re- en outplacement, blijft succesvol in het begeleiden van mensen die hun baan verliezen in de Nuon-organisatie. In 2003 is voortgeborduurd op het verder uitbouwen van collectieve loopbaantrajecten, onder meer voor het verwerken van baanverlies en het trainen van arbeidsmarktvaardigheden. Dit is met name ingezet op groepen medewerkers die tegelijk instroomden vanwege de veranderingen in het bedrijfsonderdeel Infraservices. In totaal zijn in 2003 183 boventallig verklaarde medewerkers nieuw ingestroomd bij JobCenter. Het bemiddelingspercentage steeg naar gemiddeld 86,5%. Loopbaancoaching en bemiddeling heeft zich in 2003 sterker dan het jaar ervoor gericht op de interne markt. Dit werd ingegeven door de omvang van het aantal ingehuurde medewerkers en de minder gunstige arbeidsmarkt buiten Nuon. JobCenter heeft in 2003 de focus verbreed van alleen outplacement naar zowel re- als outplacement. Daarnaast zijn trajecten opgezet om groepen boventalligen alsnog op te leiden voor functies binnen Nuon. Samen met Infraservices is hiertoe een intern opleidings- en stagetraject opgezet, waarbij groepen mensen binnen een vastomlijnd plan en een bepaalde tijdsduur alsnog een vaste baan binnen de organisatie konden verkrijgen. Nauw verweven met JobCenter is het Nuon Resource Center, dat zich sinds zijn start in september 2003 hard maakt voor een betere afstemming van vraag naar (tijdelijke) arbeidscapaciteit en aanbod van tijdelijk en vast werk binnen Nuon. De inzet van deze twee afdelingen heeft ertoe bijgedragen dat de interne arbeidsmarkt transparanter werd en het aantal extern ingehuurde medewerkers in 2003 teruggebracht kon worden van 1.800 naar 1.300.
Pensioenregeling Nuon-medewerkers, werkzaam onder de Enb CAO, zijn deelnemer bij de regeling van het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP). Ook de reserves van dit pensioenfonds zijn de afgelopen jaren onder druk komen te staan. Een versobering van de regeling was dan ook onvermijdelijk. De kern van de verandering is de wijziging van een eindloonregeling naar een middenloonregeling, een aanpassing van premies en franchise en een halvering van het Nabestaandenpensioen. Kort gezegd ontvangen medewerkers na hun pensioendatum nu een percentage van hun gemiddelde beloning over de jaren dat zij gewerkt hebben. In de oude regeling hadden ze recht op een pensioenuitkering die een percentage was van hun laatstverdiende loon. De nieuwe pensioenregeling is ingegaan per 1 januari 2004. Nuon heeft in 2003 samen met de andere bedrijven uit de energiesector een pensioenstudie laten verrichten met als doel mee te kunnen praten met de vakbonden en het pensioenfonds over de toekomst van de pensioenvoorziening voor medewerkers die werkzaam zijn in de energiebranche. Want de komende tijd zullen de vraagstukken omtrent de betaalbaarheid van de pensioenen en de gevolgen van de prepensioenen geadresseerd moeten worden.
61
Betrokkenheidsbarometer 2003 versus 2002
Compleet verantwoordelijkheidsgebied Beeldvorming
10 Regelbevoegdheid
7 Inzicht & informatie
Samenwerkingsvermogen
5
Rekenschap afleggen
Organiserend vermogen
1 Ondernemerschap
Vakmanschap
oktober 2002 oktober 2003
oktober 2002 oktober 2003
Algehele betrokkenheid
Betrokkenheid medewerkers Op regelmatige basis meten we de betrokkenheid van medewerkers. De uitkomsten daarvan komen terecht in de zogenaamde Betrokkenheidsbarometer. Voor het eerst werden de resultaten van de barometer in 2003 uitgewerkt op afdelingsniveau. Begin december ontvingen managers van afdelingen met meer dan 25 medewerkers een schriftelijke rapportage over de resultaten van het onderzoek en de verbeterpunten. De algehele betrokkenheid in 2003 bleef met het cijfer 7 op een schaal van 10 gelijk met 2002. Op een aantal punten verbeterde de waardering licht, bijvoorbeeld voor het afleggen van rekenschap, leiderschap, en ‘inzicht en informatie’. De betrokkenheid bij de eigen afdeling en het eigen onderdeel steeg licht, de betrokkenheid bij Nuon als geheel bleef laag. De externe beeldvorming over Nuon, die staat voor de beleving die medewerkers hebben van wat anderen over Nuon zeggen en schrijven, daalde enigszins. Nuon wil in 2006 een van de beste energiebedrijven in Europa zijn. In 2004 brengen we onze organisatie volledig op orde om klaar te zijn voor de wedstrijd. Dit is dus het jaar van ‘getting fit for the race’. Daarbij is het van belang om de bewustwording over de normen en waarden van Nuon, maar ook de kennis van de organisatie en haar doelen beter over het voetlicht te brengen. Medewerkers zijn vaak nog te veel gericht op hun eigen unit, en weten niet precies wat hun rol in het grotere geheel is. Een zogenaamde ‘learning map’ zal alle medewerkers bijspijkeren in hun kennis over het bedrijf en ze motiveren ook Nuon als geheel te omarmen.
In- en uitstroom De in- en uitstroom van medewerkers is in 2003 goeddeels volgens verwachting verlopen. Het aantal medewerkers dat ultimo 2003 in dienst was bij Nuon, kwam uit op 9.638, ongeveer driehonderd minder dan in 2002. Deze daling is een gevolg van de uitstroom die per saldo optrad als gevolg van de acquisitie van Reliant en de verkoop van dochter Norit eind 2003. Voor de reguliere vervangingsvraag lijkt Nuon uit een grotere poel van werkzoekenden te kunnen putten. Dat is echter maar schijn, want door de economische situatie stappen mensen die al ergens werken minder snel over dan in tijden van voorspoed. Nuon heeft zich dan ook actief op de arbeidsmarkt begeven, bijvoorbeeld met campagnes om storingmonteurs en administratieve krachten te werven.
62
DUURZAAMHEIDSVERSLAG
2003
DE MEDEWERKERS
Nuon-medewerkers doen mee aan de warming-up voor een wandeltest
Kerngegevens over de werknemer
2003
2002
Aantal werknemers in fte’s*
9.638
9.924
Percentage allochtone werknemers Percentage vrouwen** Percentage ziekteverzuim (excl. zwangerschaps- en bevallingsverlof) Aantal WAO-intreders
5%
5%
20%
18%
5,3%
6,2%
42
53
* Het betreft hier alle medewerkers van Nuon, inclusief dochters en deelnemingen in binnen- en buitenland. ** Inclusief Nuon België, Nuon Duitsland en Reliant.
Gezondheidsmanagement Nuon voerde in 2003 een vooruitstrevend gezondheidsbeleid, gericht op een integrale benadering van preventie, begeleiding en reïntegratie. Al met al resulteerde dit in 2003 wederom in een lager ziekteverzuim. Na 7,1 procent in 2001 en 6,2 procent in 2002 kwam het percentage in 2003 uit op 5,3 procent (exclusief zwangerschaps- en bevallingsverlof).
Preventie De eerste pijler van gezondheidsmanagement is preventie. Hier geldt het aloude adagium ‘voorkomen is beter dan genezen’. Preventie vormt dan ook de basis van het Nuon-gezondheidsmanagement. Het concentreert zich op het bieden van een optimaal werkklimaat en goede arbeidsomstandigheden, en bevordert gezond (werk)gedrag en een gezonde leefstijl. Leidinggevenden en de individuele medewerkers dragen samen de verantwoordelijkheid voor het benutten van de middelen die Nuon op het gebied van preventie ter beschikking stelt. Zij bepalen dan ook of preventie succesvol is. Leidinggevenden creëren de randvoorwaarden van het werk maar hebben een even belangrijke rol bij het bieden van optimale arbeidsomstandigheden, binding van de medewerkers met het werk en de collegialiteit binnen de organisatie. Op individueel niveau richten de middelen zich vooral op het verhogen van de belastbaarheid en weerbaarheid van de medewerkers. Dat doen we door medewerkers te motiveren om gezond te leven en tijdig te ontspannen.
Verzuim Mensen die ziek thuis zitten hebben aandacht nodig om weer snel aan het werk te kunnen. Hierbij hanteren wij het motto ‘weer aan het werk, tenzij…’. Persoonlijk contact met leidinggevenden en directe collega’s speelt hierin een belangrijke rol en bespoedigt de werkhervatting aanzienlijk, is onze ervaring. Nieuw in 2003 was de invoering van een bijzonder verzuimmodel. Dit model gaat nog een stap verder dan de Wet Verbetering Poortwachter voorschrijft. Vanaf 1 oktober 2003 krijgen de medewerkers niet meer een ziekte-informatieformulier thuis gestuurd met het verzoek dit terug te sturen naar de Arbodienst, maar bepaalt de leidinggevende samen met de (zieke) medewerker welke stappen ondernomen moeten worden om herstel te bevorderen. De mogelijkheden zijn divers. Centraal bij de verzuimbegeleiding staat de terugkeer naar werk. Naast de centrale rol van de leidinggevende is inbreng van deskundigen, interventie, noodzakelijk. Wij hebben ervoor gekozen de specifieke deskundigheid ten aanzien van verzuimbegeleiding en interventies niet zelf uit te voeren. Hiervoor hebben wij contracten afgesloten met Achmea Arbo, Pim Mulier, Prometheus en Loyalis Mens en Werk. De nieuwe aanpak blijkt te werken, want de zogeheten interventietijden – de tijd tussen de ziekmelding en het eerste bezoek aan een professional – verbeterden in 2003.
63
Werkzaamheden aan het netwerk in Friesland
De slag die Nuon in 2004 wil maken is om meer managers te trainen in hoe ze met ziekteverzuim om moeten gaan. In 2003 hebben de eerste groepen van de circa zevenhonderd leidinggevenden deelgenomen aan de training. Eind 2004 zal het merendeel van het management de training gevolgd hebben. Ziekteverzuim is een van de parameters waarop managers worden beoordeeld.
Reïntegratie De derde, en laatste, pijler van gezondheidsmanagement is reïntegratie. Doel van reïntegratie is een snelle terugkeer naar werk. Daarbij bestaat de keuze uit drie mogelijkheden. Ten eerste een gehele of gedeeltelijke werkhervatting van iemands oude werk, ten tweede acceptatie van een andere of aangepaste functie binnen iemands eigen bedrijfsonderdeel of elders binnen Nuon. Herplaatsing bij een andere werkgever is de laatste optie. Nuon spant zich maximaal in zieke medewerkers te reïntegreren en neemt het standpunt in dat er geen belemmeringen mogen zijn voor begeleiding en reïntegratie van zieke medewerkers. Sinds de invoering van de Wet Verbetering Poortwachter zijn de plichten en verantwoordelijkheden van werkgever en werknemer in het eerste ziektejaar aanzienlijk aangescherpt. De nadruk ligt op het opstellen en uitvoeren van een plan van aanpak voor de reïntegratie van de zieke werknemer. Om deze nieuwe regels te ondersteunen heeft Nuon in het najaar van 2003 onderzocht of er behoefte zou bestaan aan diensten van een Reïntegratie Centrum. Op basis van deze conclusies is per 1 november 2003 een Reïntegratie Centrum gestart. Het Reïntegratie Centrum is een bundeling van kennis en kunde op het gebied van sociale zekerheid en reïntegratie. Naast haar doelstelling om Nuon-medewerkers te behouden voor werk, beoogt het Reïntegratie Centrum bij te dragen aan integraal gezondheidsmanagement.
64
DUURZAAMHEIDSVERSLAG
2003
DE MEDEWERKERS
Naast haar doelstelling om Nuon-medewerkers te behouden voor werk, beoogt het Reïntegratie Centrum bij te dragen aan integraal gezondheidsmanagement.
Veiligheid Nuon heeft een registratiesysteem voor ongevallen en incidenten die met veiligheid te maken hebben. Ieder ongeval of incident wordt gerapporteerd. Nuon hecht veel waarde aan dit systeem, dat informatie levert voor evaluaties en trendanalyses. Niet alleen de ongevallen, maar ook de zogenaamde bijnaongevallen en incidenten leveren deze noodzakelijke informatie. We brengen daarom in kaart wat de onderliggende oorzaken zijn. Op die manier kunnen we trends ontdekken en daarop beleid ontwikkelen. Bovendien willen we een arbo-index opzetten, waarmee we per unit of divisie een goed beeld krijgen van de ontwikkelingen. Het overlijden van een van onze collega’s bij werkzaamheden aan het elektriciteitsnet op 1 november 2003 heeft veel losgemaakt in de hele organisatie. Met name mensen in de technische infrastructuurfuncties vroegen zich af of zoiets hen ook zou kunnen overkomen. De Arbeidsinspectie heeft het onderzoek naar het tragische ongeval nog niet afgerond. Een eigen intern onderzoek heeft onder meer geleid tot de conclusie dat veiligheidsprocedures nog verder aangescherpt en de opleidingen voor onderhouds- en storingsmonteurs verbeterd dienen te worden. In het begin van 2004 zal dit worden gerealiseerd. Inclusief dit fatale ongeval zijn er 72 ongevallen gemeld (inclusief Feenstra, Ebod en Reliant), waarvan er 34 verzuim tot gevolg hadden. Het totaal aantal verzuimdagen als gevolg van een ongeval bedroeg 1.038, oftewel 0,76% van het totaal aantal verzuimdagen. In 2003 zijn er 173 bijna-ongevallen, incidenten en gevaarlijke situaties gemeld.
65
KLIMAATPASPOORT
I JAN JAAP DE GRAEFF I DIRECTEUR VERENIGING NATUURMONUMENTEN
BIJ MIJ THUIS ‘Thuis doe ik de dingen die milieubewuste mensen tegenwoordig doen, niets bijzonders. Ik leef wel met een zekere bescheidenheid. Vanuit die basishouding doe ik niet mee aan de race naar meer en beter. Bezit remt. Ik hoef geen groter huis, geen tweede huis, beschouw mijn auto niet als statussymbool. Zo leidt bescheidenheid tot duurzaamheid, ook al is dat niet direct zo bedoeld. Oh, ja… ik ben ook net overgestapt op het openbaar vervoer voor woon-werkverkeer.’
NUON EN NATUURMONUMENTEN
‘Wat voor natuurbeheersing geldt, gaat ook op voor klimaatbeheersing: het begint bij bewustwording. Nuon kan daarbij helpen. Door intensief te communiceren groeit het bewustzijn en kunnen consumenten hun persoonlijke verantwoordelijkheid pakken. Mensen kunnen dan kiezen voor een vorm van energieverbruik die het klimaat zo min mogelijk belast. Zo verminderen de effecten van ons energiegebruik op het klimaat.’
IN MIJN WERK ‘Ik heb me altijd actief ingezet voor het leefmilieu, maar altijd in harmonie met andere – bijvoorbeeld economische – belangen. Dat streefde ik na bij de VNO-NCW, later als dijkgraaf bij een groot waterschap, en nu bij Natuurmonumenten. Hoewel wij geen zelfstandig CO2-beleid hebben, is zulk beleid voor ons wel belangrijk. Nu staat bijvoorbeeld de biodiversiteit in ons land hoog op onze agenda. Nederland moet in de huidige klimaatveranderingen ‘vluchtroutes’ creëren voor planten en dieren om te kunnen verkassen. Dat kan alleen maar als – in de ecologische hoofdstructuur – natuurgebieden aaneengesloten worden. Dat vergt onze uiterste inspanning. Ik ben daarin misschien niet de bevlogen visionair, maar wel een taaie doorzetter. Dat is een vorm van duurzaam gedrag, toch?’
Verificatierapport
Windpark Havøygavlen, Noorwegen
De Raad van Bestuur van nv Nuon (Nuon) te Amsterdam heeft ons verzocht het Duurzaamheidsverslag 2003 (Verslag) te verifiëren. Het Verslag is opgesteld onder verantwoordelijkheid van de Raad van Bestuur van Nuon. Het is onze verantwoordelijkheid een verificatierapport inzake het Verslag te verstrekken.
Scope Het Verslag als geheel is object van verificatie, zowel de tekstuele informatie als de cijfers. In het hoofdstuk ‘Over het verslag’ (pagina 6) zijn de inhoud van het Verslag en de grondslagen voor rapportage nader toegelicht. De verificatie heeft zich gericht op de vraag in hoeverre de Raad van Bestuur het Verslag op een zorgvuldige wijze tot stand heeft gebracht, alsmede op het beoordelen van de betrouwbaarheid van het Verslag. Deze verificatie geeft een beperkte mate van zekerheid.
Verrichte werkzaamheden Voor de planning en uitvoering van de verificatie hebben wij een multidisciplinair team samengesteld. De grondslagen waarop wij onze werkzaamheden hebben gebaseerd zijn afgeleid van de International Standard for Assurance Engagements zoals uitgevaardigd door de International Federation of Accountants. Hierbij onderkennen wij overigens dat, naar maatstaven van controle van financiële gegevens, in het algemeen de aard van niet-financiële gegevens en de methoden waarmee dergelijke gegevens worden gemeten, berekend of geschat, inherente beperkingen voor de nauwkeurigheid van deze gegevens met zich meebrengen. Onze werkzaamheden gericht op het verkrijgen van een beperkte mate van zekerheid bestonden uit:
68
DUURZAAMHEIDSVERSLAG
2003
• een beoordeling van de gerelateerde systemen en processen van informatieverzameling en -verwerking; • een beoordeling van de interne grondslagen van informatieverzorging en verslaggeving die bij het opstellen van het verslag zijn gebruikt; • een beoordeling van de betrouwbaarheid en overige kwaliteitscriteria van de informatie in het verslag, inclusief belangrijke schattingen mede gebaseerd op de betreffende passages van de Sustainability Reporting Guidelines van het Global Reporting Initiative (part B); • het evalueren van het algemene beeld van het Verslag aan de hand van onderliggende informatie en externe publicaties, zoals onderzoeksrapporten en persberichten; • het beoordelen of de in het Duurzaamheidsverslag opgenomen financiële informatie juist is afgeleid van de door de accountant gecontroleerde jaarrekening 2003 van Nuon.
Conclusies Op basis van onze verificatie concluderen wij dat de Raad van Bestuur het Duurzaamheidsverslag op een zorgvuldige wijze tot stand heeft gebracht. Ons is niet gebleken dat het verslag niet betrouwbaar is. Amstelveen, 6 mei 2004 KPMG Sustainability B.V. Ir. J. van der Kolk, directeur
69
Begrippenlijst m3 aardgas
CO2
Duurzame elektriciteitequivalent
Groencertificaten
Huishoudequivalent J GJ GW GWh kW
kWh MAP MJ MW MWh NOx
SO2
W
70
DUURZAAMHEIDSVERSLAG
2003
Een kubieke meter (1.000 liter) aardgas; het gemiddelde aardgasverbruik per huishouden is ca. 1.800 m3, waarvan zo’n 20% voor het gebruik van warm water. Kooldioxide; komt voornamelijk vrij bij de verbranding van fossiele brandstoffen zoals aardgas en steenkool; draagt bij aan de versterking van het broeikaseffect. Bij de opwekking van elektriciteit met fossiele brandstoffen wordt per kWh in Nederland gemiddeld 0,53 kg CO2 uitgestoten. Dit gemiddelde verschilt per land. In Duitsland is het bijvoorbeeld 0,542, in Frankrijk 0,045, en in Noorwegen 0,018. Rekeneenheid voor duurzaam opgewekte warmte. De warmte die wordt opgewekt met duurzame bronnen (zonneboilers, warmtepompen en stortgasprojecten) wordt omgerekend naar kWh duurzame elektriciteitequivalent om optelling bij duurzaam opgewekte elektriciteit mogelijk te maken. Dit gebeurt door de CO2-emissie te berekenen die wordt vermeden met de duurzame warmte en vervolgens de hoeveelheid kWh duurzaam opgewekte elektriciteit waarmee dezelfde emissiereductie zou zijn bereikt uitgaande van 0,53 kg vermeden CO2-emissie per kWh. Groencertificaten zijn certificaten van oorsprong voor groene energie. Groencertificaten en hoe ermee omgegaan mag worden is vastgelegd in de Nederlandse wetgeving. De certificaten geven de klant garanties over de manier waarop stroom is opgewekt en dat deze niet meermalen als ‘groen’ is verkocht. Groencertificaten zijn verhandelbaar. Het gemiddelde elektriciteitsverbruik per huishouden. Dit is circa 3.000 kWh in Nederland. Joule; eenheid voor energie, meestal gebruikt voor warmte. Gigajoule; dit is 1.000.000.000 joule. 1 GJ komt overeen met circa 29 m3 gas of 278 kWh. Gigawatt; 1 gigawatt komt overeen met 1.000.000 kW. Gigawattuur; dit is 1.000.000 kWh. Kilowatt; dit is 1.000 Watt. kWe; eenheid voor elektrisch vermogen. kWth; eenheid voor thermisch vermogen. Kilowattuur; eenheid voor elektriciteit. MilieuActiePlan. Megajoule; dit is 1.000.000 joule. Megawatt; 1 megawatt komt overeen met 1.000 kW. Megawattuur; dit is 1.000 kWh. Stikstofoxide; gassen die bij verbranding van brandstoffen ontstaan doordat lucht van nature stikstof bevat. Deze gassen veroorzaken zure regen en smogvorming. Zwaveldioxide; een gas dat ontstaat bij de verbranding van zwavel of stoffen die zwavel bevatten (bijvoorbeeld steenkool). SO2 is de belangrijkste veroorzaker van zure regen. Watt; eenheid van vermogen.
Colofon Adresgegevens n.v. Nuon Spaklerweg 20 1096 BA Amsterdam Postbus 41920 1009 DC Amsterdam E-mail:
[email protected] Internet: www.nuon.com
Uitgave ©
n.v. Nuon, 2004
Grafische vormgeving Dart Design, Amsterdam
Tekst Maters & Hermsen Journalistiek, Leiden
Fotografie Raimon Wouda (themafotografie), Dick Brouwers, Hans-Peter van Velthoven, Chris Rushton, NASA, Frank Barnhoorn, Jaap Spieker, Ellen Martens, Sabine Christiaens, Gemeentelijk Vervoerbedrijf Amsterdam, Ministerie van Economische Zaken
Druk en lithografie Hollandia Equipage, Heerhugowaard
Papier SpeedCopy, omslag 250 gr/m2, binnenwerk 120 gr/m2 SpeedCopy is voorzien van het milieukeurmerk Nordic Swan. Dit is een milieucertificaat dat wordt toegekend aan papierfabrikanten die de emissies tijdens het productieproces op een zeer laag niveau weten te houden. Ook dienen er tijdens het proces milieuvriendelijke chemicaliën te worden gebruikt en moet het papier te recyclen zijn. Dit jaarverslag wordt gedrukt in waterloos-offset. Bij deze drukmethode is de milieubelasting 70 tot 80% lager dan bij normaal drukwerk (inclusief energie, water en chemicaliën). Meer exemplaren van dit duurzaamheidsverslag kunnen worden opgevraagd bij Nuons Customer Care Center, telefoonnummer 0900 - 0808. Dit duurzaamheidsverslag is ook in het Engels verkrijgbaar.