Actieplan Energie en Klimaat 2012-2015
Concept versie 12 september 2011 Coördinatie: Renske Zwart SVGV en Heel de Heuvelrug
Concept Actieplan Energie en Klimaat Stichting Vernieuwing Gelderse Vallei en Heel de Heuvelrug
Versie 5, 12 september 2011 Renske Zwart
[email protected],
[email protected], 06-18300583 1
Inhoudsopgave Inleiding........................................................................................................................................... 3 Waarom dit actieplan?.................................................................................................................... 3 2.1 Doelstellingen in de regio ...................................................................................................... 4 2.2 Inrichting Landelijk Gebied/ Agenda Vitaal Platteland.......................................................... 5 2.3 Innovatie ................................................................................................................................ 5 2.4 Opzet en aanpak .................................................................................................................... 6 2.5 Planning ................................................................................................................................. 7 2.6 Financiering en middelen ...................................................................................................... 8 2.7 Mensen .................................................................................................................................. 8 2.8 Werkgebied ........................................................................................................................... 9 3 Energiek Landschap ...................................................................................................................... 10 3.1 Projecten ............................................................................................................................. 10 Biogashubs .................................................................................................................................... 10 Stroomlijnen van bermgras, slootmaaisel, GFT ............................................................................ 13 Groen goud + ................................................................................................................................ 14 Duurzame landgoederen en monumenten .................................................................................. 16 3.2 Mogelijkheden voor de toekomst ....................................................................................... 18 4 Omgaan met energie en leefomgeving......................................................................................... 19 4.1 Projecten ............................................................................................................................. 19 Energie in de leefomgeving........................................................................................................... 19 Zoetwaterhuishouding .................................................................................................................. 20 Duurzaam bodembeheer .............................................................................................................. 22 4.2 Mogelijkheden voor de toekomst ....................................................................................... 23 5 Kennis en middelen....................................................................................................................... 25 5.1 Projecten ............................................................................................................................. 25 Energieatlas................................................................................................................................... 25 Energieteam en Kenniswerkplaats................................................................................................ 26 5.2 Mogelijkheden voor de toekomst ....................................................................................... 28 1 2
Bijlage 1 Klimaat en Energie – Speerpunten per gemeente ......................................................... 29 Bijlage 2 Overzicht bestaande financieringsmogelijkheden Energie en Klimaat .......................... 36
Concept Actieplan Energie en Klimaat Stichting Vernieuwing Gelderse Vallei en Heel de Heuvelrug
Versie 5, 12 september 2011 Renske Zwart
[email protected],
[email protected], 06-18300583 2
1
Inleiding
Energie produceren levert geld op en energie besparen loont. De aanwezigheid van verschillende soorten biomassa, regiogebonden ondernemers en bewuste overheid biedt grote kansen. Kansen om regionaal energie te produceren, dit in de regio te gebruiken en hiermee de regionale economie te stimuleren. Verschillende initiatieven zijn al ondernomen. Deze en nieuwe initiatieven in de regio gezamenlijk oppakken levert meer op dan de som der delen. Om deze economische rentabiliteit te waarborgen is een meegroeiend landschap en ruimtelijke inrichting nodig. Overheden kunnen zichzelf en ondernemers de ruimte bieden om ontwikkelingen mogelijk te maken, maar ook vastleggen waar voor deze ontwikkelingen geen ruimte is. Hoe zorg je voor meer schone energie om de toenemende energievraag het hoofd te kunnen bieden. Bedrijven, particulieren en overheden zijn zich doordrongen van deze opgaven en zien kansen om de oplossingen voor het energievraagstuk werkelijkheid te laten worden. Hoe realiseer je een verminderde emissie aan broeikasgassen met economisch rendement? Verschillende proefprojecten uit de afgelopen jaren laten al resultaten zien. Hoe kunnen we ons aanpassen aan langere perioden van droogte en hitte en hogere piekaanvoeren van water? De te verwachten effecten hebben we al redelijk in beeld, maar de vervolgstappen moeten worden uitgewerkt. Door Natuur en Milieu Federatie Utrecht (NMU) is in 2011 een plan van aanpak Klimaat en Energie voor de Heuvelrug, Gelderse Vallei en Eemland opgesteld. Dit initiatief is een belangrijke aanzet geweest voor dit Actieplan waarin gebiedspartners de verantwoordelijkheid nemen om de klimaaten energievraagstukken in deze regio’s daadwerkelijk aan te pakken. Het actieplan en de projecten zijn flexibel en dynamisch in alle fasen die worden doorlopen. Dit past bij de snelheid waarmee de wetenschappelijke kennis en de technieken zich ontwikkelen. Voortdurend is het mogelijk om het Actieplan en de projecten daaraan aan te passen. Het actieplan bestaat uit drie lijnen. In Energiek landschap werken we aan netwerken en technieken voor besparing en energieopwekking. Hoe we dit zo optimaal mogelijk in onze leefomgeving in kunnen passen, en hoe we omgaan met klimaatverandering werken we uit in Omgaan met energie en leefomgeving. Om beide programmalijnen zo optimaal mogelijk te kunnen uitvoeren ontwikkelen we een aantal middelen in de programmalijn Kennis en middelen, waarin kennisuitwisseling en opbouw in de regio centraal staat.
2
Waarom dit actieplan?
Ondernemer in energie: bevorderen van ondernemerschap en economisch rendement De ontwikkelende energiemarkt biedt ondernemers (landgoedeigenaren, landbouwers e.a.) de kans zichzelf te ontwikkelen tot ondernemer in energie. In de vorm van producent van biomassa, producent van duurzame energie of het realiseren van de benodigde tussenliggende infrastructuur. Ondernemers hebben echter ook een energievraag en kunnen dus gebruik maken van duurzame energie. Energiebesparing, opwekking en gebruik van duurzame energie moeten kostenneutraal kunnen worden uitgevoerd en bij voorkeur een economisch rendement opleveren.
Concept Actieplan Energie en Klimaat Stichting Vernieuwing Gelderse Vallei en Heel de Heuvelrug
Versie 5, 12 september 2011 Renske Zwart
[email protected],
[email protected], 06-18300583 3
Vergroten van het aandeel duurzame energie in gebruik en opwekking van energie Wanneer de gebiedspartners ieder afzonderlijk de gestelde doelen willen bereiken vergt dat een grote investering van iedere partij voor zich. Gezamenlijkheid versnelt en maakt het mogelijk grotere stappen te zetten. Door beleidsmatig ruimte te creëren, door slimme financieringsconstructies mogelijk te maken, door nieuwe samenwerkingsverbanden aan te gaan, door kennis te verspreiden, door aan te jagen, kan de regio de gestelde doelen bereiken en groeien naar zelfvoorzienende regio op het gebied van energie. Verminderen van de uitstoot van broeikasgassen en aanpassen aan klimaatverandering Verschillende sectoren op de Heuvelrug en in de Gelderse Vallei zorgen voor een grote emissie van broeikasgassen, zoals landbouw en transport. Een groot deel van de verlaging van emissie kan worden gerealiseerd door gedragsverandering, wat vaak resulteert in een feitelijke besparing van energiegebruik. Dit levert vaak een economisch voordeel op, wat een goede motivatie is. Kennisverspreiding en bewustwording zijn dan van belang. Kennis over de verschillende maatregelen, beschikbare technieken, mogelijke juridische en financiële afspraken. Bewustwording over de verantwoordelijkheid voor onze leefomgeving en de toekomst. Dit geldt niet alleen voor emissiebeperkende maatregelen, maar ook voor bijvoorbeeld het verminderen van de waterbehoefte, tegengaan van wateroverlast, creëren van de juiste omstandigheden voor natuur om zich aan klimaatverandering aan te kunnen passen en tegengaan van hittestress (klimaatadaptatie). Binnen het thema klimaat en energie is kennisuitwisseling en –opbouw belangrijk. De kenniswerkplaats krijgt een centrale rol binnen dit actieplan om de opgedane kennis in te kunnen verspreiden en nieuwe kennis op te bouwen. 2.1 Doelstellingen in de regio Provincie Gelderland heeft als doel gesteld in 2020 een aandeel 20% duurzame energie in het Gelders energieverbruik te hebben gerealiseerd. Ze streeft naar een klimaatneutrale energiehuishouding in 2050. Ook in 2040 wil men in de provincie Utrecht prettig wonen, werken en recreëren. Daarom heeft de provincie de ambitie gesteld om in 2040 klimaatneutraal en klimaatbestendig te zijn. In het huidige coalitieakkoord ‘Focus, Vertrouwen en Oplossingsgericht’ wil de provincie zich concentreren op kerntaken en die efficiënt uitvoeren met vertrouwen in de partners. Duurzaamheid is geen apart thema, maar is verweven in de aanpak van alle beleidsterreinen, dus ook in het landelijk gebied. Vrijwel alle gemeenten voeren energiebeleid of klimaatbeleid uit. En besteden aandacht aan duurzaamheid of hebben dit geïntegreerd in hun dagelijkse werkzaamheden. De doelstellingen lopen uiteen van ‘klimaatneutrale gemeente in 2030’, naar ‘20% van het energieverbruik is in 2020 duurzame energie’, tot geheel geen doelstellingen of ambities maar wel een aantal acties die gerelateerd zijn aan dit thema. In bijlage 1 is een uitwerking te vinden van een bureauonderzoek naar beleid op dit thema, of beleid gerelateerd aan klimaat en energie (zoals milieubeleid) bij gemeenten. Voor dit bureauonderzoek is gebruik gemaakt van beschikbare informatie op internet en rapporten. Daaruit blijkt dat de nadruk ligt op energiemaatregelen. Minder aandacht gaat (nog) uit naar klimaatadaptatiemaatregelen. In januari 2011 hebben Provincie Utrecht, LTO Noord en gezamenlijke agrarische verenigingen van Utrecht een convenant afgesloten. Doelstellingen van dit convenant zijn: een gezamenlijke reductie van broeikasgassen, 20% energiebesparing en het benutten van de mogelijkheden voor opwekking van duurzame energie. Het convenant loopt tot 31 december 2020. Concept Actieplan Energie en Klimaat Stichting Vernieuwing Gelderse Vallei en Heel de Heuvelrug
Versie 5, 12 september 2011 Renske Zwart
[email protected],
[email protected], 06-18300583 4
Natuurbeherende organisaties en landgoedeigenaren werken aan klimaatverandering door klimaatbuffers te realiseren en natuur zo veel mogelijk te verbinden en te ontsnipperen. Binnen de landbouwsector zijn een aantal (pilot)projecten in uitvoering om met klimaatverandering om te gaan, energie te besparen en op te wekken. Een aantal van deze projecten zijn in dit actieplan terug te lezen. Deze projecten bieden kansen voor opschaling. De waterbeheerders (Waterschap Vallei en Eem en Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden) zijn op diverse vlakken actief met klimaatverandering, zowel in op mitigatie- als adaptatievlak. Dit actieplan voorziet niet in een regionale doelstelling, maar draagt wel bij aan de doelstellingen van iedere gebiedspartner. Dit maakt deelname vanuit de eigen doelstellingen en middelen mogelijk en effectief.
2.2 Inrichting Landelijk Gebied/ Agenda Vitaal Platteland Projecten in het landelijk gebied worden in de regel gedekt vanuit middelen uit Agenda Vitaal platteland (AVP) – Utrecht c.q. PMJP – Gelderland. Provincie Utrecht voert op dit moment de herijking AVP uit. Deze herijking wordt inhoudelijk uitgevoerd, financieel en organisatorisch. Inhoudelijk wordt bepaald wat de doelstellingen van het AVP in deze coalitieperiode zijn. Ook wordt bepaald waar de beschikbare middelen op worden ingezet. Daarnaast vraagt een kleiner budget ook om een reorganisatie van de zeven AVP-gebieden. Deze herijking heeft de grootste gevolgen op het financiële vlak. Dat is een omstandigheid die invloed heeft op de financiering van deze projecten. Bij de uitvoering moet worden verwacht dat er minder middelen beschikbaar zijn en dat een groot deel van de inzet uit het landelijk gebied zelf moet komen. Deze inzet wordt gezocht in samenwerking in menskracht, samenbrengen van verschillende (kleine) budgetten van verschillende gebiedspartners en het werken met andere manieren van financieren. Ook wel bekend als innovatieve financieringsconstructies. Binnen het programma Agenda Vitaal Platteland is in 2010 en 2011 gewerkt aan klimaat en energie door de Natuur Milieu Federatie Utrecht (NMU). Zij heeft voor de zeven gebieden, waaronder Heel de Heuvelrug en Gelderse Vallei, van de provincie Utrecht omschreven welke kansen en mogelijkheden er zijn op het gebied van klimaat en energie. Deze plannen hebben de basis gelegd voor dit actieplan. Voor de provincie Gelderland werkt in het Gelders Klimaatprogramma 2008-2011 'Aanpakken en Aanpassen' aan klimaatverandering. Daarin richt de provincie zich op het aanpakken van de energiehuishouding en het verminderen van de CO2-uitstoot. Gelderland moet vóór 2050 klimaatbestendig zijn ingericht. De provinciale uitvoeringsagenda kent de volgende doelen: - stabilisering van het fossiele energieverbruik in 2015, daarna afname - toename van het aandeel duurzame energie van 6 procent in 2010 tot 10 procent in 2015 en richting 20 procent in 2020 - naar een klimaatneutrale energiehuishouding in 2050 via steun aan energietransities - bijdragen aan het klimaatbestendig maken van Gelderland door maatregelen op het gebied van water, natuur en stedelijke kwaliteit.
2.3 Innovatie De projecten in het actieplan maken gebruik van bekende technieken en werkwijzen en zijn voor een deel innovatief. De bekende technieken en werkwijzen vergroten de haalbaarheid van de projecten. Concept Actieplan Energie en Klimaat Stichting Vernieuwing Gelderse Vallei en Heel de Heuvelrug
Versie 5, 12 september 2011 Renske Zwart
[email protected],
[email protected], 06-18300583 5
Enkele voorlopers zijn in het gebied al aan de slag met innovatieve technieken en werkwijzen. Voor een aantal projecten geldt dat op basis van deze kennis opschaling in het gebied mogelijk is en dat daarmee dus grote resultaten bereikt kunnen worden. Een deel van de projecten is innovatief, passend bij de behoefte om te blijven ontwikkelen en ontdekken in deze regio. Een belangrijke innovatie kan bijvoorbeeld zijn dat er projecten worden uitgevoerd zonder subsidies voor innovatieve technieken. Voor projecten zal gelden dat ze uiteindelijk economisch rendabel zijn. Dit is innovatief in die zin, dat het nu in veel gevallen nog niet mogelijk is. In de wereld van energiebesparing en duurzame energie buitelen de nieuwe technieken over elkaar heen. De technieken bevinden zich in de fasen van onderzoek tot implementatie en later regulier gebruik. Technieken waarvan de rentabiliteit is onderzocht, en waarbij nu de stap wordt gezet naar gebruik door de markt zijn interessant voor deze regio. Ondernemers en organisaties kunnen bijdragen aan de laatste stap van ontwikkeling van de technieken door deze in gebruik te nemen en hun gebruikerservaringen te delen. Maar ook reguliere technieken zijn interessant, hierdoor bestaat bijvoorbeeld de mogelijkheid van gezamenlijk inkopen en zo een financieel voordeel te realiseren. Het Actieplan zet niet in op het onderzoeken van technieken en werkwijzen die nog geen commerciële toepassing hebben (bv wetenschappelijke onderzoeken). Innovatief: de techniek of werkwijze is net in de markt gezet, het heeft een commerciële toepassing. Een techniek is nog niet in een vergelijkbare situatie ingezet met een goed resultaat. Een manier van werken is nog niet in een vergelijkbare situatie opgezet met een goed resultaat. Het uitvoeren van het project bevat een constant proces van aanpassen en afstellen. Het resultaat is pas bereikt wanneer de techniek of werkwijze goed functioneert.
2.4 Opzet en aanpak Dit actieplan heeft de ambitie om in korte tijd een aantal concrete projecten op te zetten. Want ondanks dat er nog veel onbekend is over de effecten van klimaatverandering, over de verschillende mogelijkheden voor energieopwekking en besparing, en er nog gezocht wordt naar goede manieren om deze ontwikkelingen in te passen in de leefomgeving, kan er al veel gedaan worden. Projecten waarvan we weten dat deze de gewenste resultaten op gaan leveren en projecten waarmee we een nieuwe wereld gaan verkennen door dingen te proberen maken deel uit van dit actieplan. Het actieplan bestaat uit drie lijnen: 1. Energiek Landschap 2. Omgaan met energie en leefomgeving 3. Kennis en middelen Energiek landschap maakt gebruik van netwerken en technieken. De projecten leiden tot opwekking en gebruik van duurzame energie in de regio. In gezamenlijkheid worden door gebiedspartners de projecten uitgevoerd met gebruik van biomassa in de regio. Efficiëntie wordt bereikt door grote volumes te realiseren en een constante aanvoer van biomassa. De belangrijkste resultaten zullen zijn het opzetten van biogashubs die afzet van energie, regionaal opgewekt, mogelijk maken. En het opzetten van netwerken waarin aanbod en vraag naar biomassa zo optimaal mogelijk op elkaar aansluiten. Bij regionale energieopwekking wordt gebruik gemaakt worden van verschillende energiebronnen: zon, biomassa, wind en water. De biomassa komt uit eigen regio en de energie wordt in de regio geproduceerd, daarvoor is ruimte nodig. Slimme beleidsplannen, keuzes en heldere vergunningverlening waarborgen de kwaliteit van onze ruimtelijke inrichting en leefomgeving. En ze voorzien tegelijkertijd in de optimale Concept Actieplan Energie en Klimaat Stichting Vernieuwing Gelderse Vallei en Heel de Heuvelrug
Versie 5, 12 september 2011 Renske Zwart
[email protected],
[email protected], 06-18300583 6
ontwikkelruimte voor dit soort voorzieningen. Dus waar willen we die ontwikkeling wel, en waar niet? Wat is wenselijk en wat niet? Daarnaast zijn water en bodem belangrijke aandachtsgebieden. De klimaatverandering kan zorgen voor een (periodiek) wateroverschot, overvloed en een tekort (dit leidt nu al tot meer extremen), daarbij heeft bodemkwaliteit een grote invloed op de uitstoot van broeikasgassen. Gezamenlijk werken aan deze thema’s kan grote resultaten tot gevolg hebben. Een in de regio gezamenlijke aanpak van ruimtelijke vraagstukken is een van de resultaten. Ook ontwikkelen we een plan met concrete maatregelen om het watervraagstuk aan te pakken. De projecten hebben middelen nodig om goed te kunnen worden uitgevoerd. Deze middelen worden gezamenlijk ontwikkeld en zijn beschikbaar voor alle partners in de regio en daarbuiten. Inzicht in elkaars vraag en aanbod, kennis en mogelijkheden is van belang om met elkaar de ontwikkelingen in te zetten. Kennis wordt actief ingezet door specialisten en met elkaar gedeeld en opgebouwd in de Kenniswerkplaats. Dit actieplan levert een energieatlas op die regionale energieopwekking en gebruik stimuleert. Ondernemers en particuliere landgoedeigenaren kunnen bij een vraagbaak terecht voor allerlei informatie over energieopwekking, en vooral een stimulans en hulp bij het realiseren van hun plannen. Ook voor klimaatadaptatie kan deze vraagbaak een rol spelen. De verschillende lijnen in het actieplan ondersteunen elkaar. Projecten kunnen zelfstandig worden uitgevoerd, maar zullen tot een beter resultaat leiden wanneer gebruik gemaakt wordt van resultaten van andere projecten in andere lijnen. Zo ondersteunt het ruimtelijk beleid de mogelijkheid tot opwekking van duurzame energie en het organiseren van biomassastromen. En kunnen biomassastromen niet goed worden georganiseerd zonder inzicht via een energieatlas. De pijlers en projecten worden uitgevoerd met in het achterhoofd een aantal bekende concepten: People Planet Profit: projecten dragen bij aan het welzijn van de mens, de kwaliteit van de leefomgeving en aarde en levert economisch rendement. Besparing, opwekking en/of gebruik van duurzame energie, compensatie: verminderen van emissie van broeikasgassen begint door zo min mogelijk energie te gebruiken, wat je nog gebruikt is duurzame energie, of zelfs energie dat je zelf op een duurzame manier hebt opgewekt. Het deel niet duurzame energie dat je als gebruiker dan nog nodig hebt, compenseer je door CO2 vast te leggen.
2.5 Planning Onderstaand is de planning van het actieplan weergegeven; eerst de fase voorafgaande aan de uitvoering en vervolgens de uitvoering zelf. Tijdens de uitvoering werken we met een rollende agenda, wat betekent dat projecten aangevuld en afgevoerd kunnen worden en dat in jaarplannen de uitvoeringsplanning wordt herijkt. Periode Onderdeel Mei – Voorverkenning augustus 2011 September 2011 Oktober – december 2011
Besluitvorming Projecten uitwerken
Beschrijving Verzamelen van ideeën, wensen en projecten van partners leidend tot dit actieplan met een eerste aanzet tot projecten. Deze fase is met dit actieplan afgesloten. In gebiedscommissies op heuvelrug en in de vallei wordt het actieplan behandeld en vastgesteld. Bepaling van de exacte invulling van de projecten, opzetten van de uitvoeringsorganisatie (bepalen van trekkerschap en partners), afspraken over financiering, inzet en resultaat.
Concept Actieplan Energie en Klimaat Stichting Vernieuwing Gelderse Vallei en Heel de Heuvelrug
Versie 5, 12 september 2011 Renske Zwart
[email protected],
[email protected], 06-18300583 7
Januari 2012 december 2015
Uitvoering
Organiseren van de dekking van de projecten, ten minste voor het jaar 2012. Uitvoering van de projecten
Op 1 januari 2012 staat hiermee een actieplan dat: - Is uitgewerkt in volledige projectplannen met onderliggende afspraken, gereed voor uitvoering (uitvoeringsbudget en organisatie zijn vastgelegd in gebiedsafspraken) - Wordt uitgevoerd in de vorm van een aantal projecten die reeds zijn gestart - Zicht geeft op de te verwachten resultaten binnen de projecten - Zicht geeft op de nog benodigde acties voordat (een aantal) projecten daadwerkelijk van start kan
2.6 Financiering en middelen Van oudsher zijn programma’s en projecten opgezet met een flinke financiering vanuit de beide provincies via ILG. Dit actieplan gaat nog steeds uit van een financiering vanuit ILG, maar kijkt ook zeker naar andere mogelijkheden. Grofweg kan er gesproken worden over de volgende manieren van financieren: lening, participatie, garantstelling en subsidie. Verschillende partijen (banken, overheden en energiebedrijven) hebben verschillende regelingen opgezet uitgaande van deze manieren van financieren. Binnen dit actieplan wordt zo optimaal mogelijk gebruik gemaakt van de beschikbare middelen in alle vormen (in bijlage 2 is een groot deel van bestaande regelingen beschreven). Ook wordt ernaar gestreefd om vernieuwende concepten uit te werken binnen de projecten, wat naar verwachting zal resulteren in financieringsconstructies die maatwerk zijn. Bij nieuwe financieringsconstructies kan worden gedacht aan een ontwikkelmaatschappij, gebiedsfinanciering, regionaal klimaatfonds, financiering van energieprojecten zonder tussenkomst van energiebedrijven, of constructies waarbij energiebedrijven geen traditionele rol hebben (zoals bij decentrale energieopwekking).
2.7 Mensen Het actieplan wordt aangestuurd vanuit de beide programmabureaus (naar verwachting op termijn één bureau Gelderse Vallei en Heuvelrug). Daar is een coördinator/ projectmanager de komende tijd aangesteld voor 2 dagen per week (0,4 FTE) om de totale uitvoering te coördineren en aan te sturen. De rol van coördinator/ projectmanager verschilt per project. Voor de projecten waar het programmabureau trekker van is, leidt de projectmanager zelf het project. Secretariële en administratieve ondersteuning zijn geborgd in de overhead. De meeste projecten worden getrokken door gebiedspartners. Zij zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de afzonderlijke projecten. Gebiedspartners zijn onder andere: gemeenten, waterschappen, ondernemers, particuliere landgoedeigenaren, natuurbeherende organisaties, landbouwers, eigenaren en beheerders van recreatieterreinen, ketenpartijen in de landbouw en anderen. Zij stemmen hun activiteiten af met de coördinator en maken afspraken over te realiseren doelen, uitvoering en resultaten. Afhankelijk van de voortgang, de ambities en het aantal projecten waar de programmabureaus trekker zijn, kan het aantal FTE worden heroverwogen. Taken van de coördinator/ projectmanager: - Coördinatie van het actieplan Concept Actieplan Energie en Klimaat Stichting Vernieuwing Gelderse Vallei en Heel de Heuvelrug
Versie 5, 12 september 2011 Renske Zwart
[email protected],
[email protected], 06-18300583 8
-
Maken van uitvoeringsafspraken, afsluiten van contracten met trekkers en partners Directe aansturing van projectleiders die door het programmabureau worden uitgevoerd Voortgangsbewaking en rapportering aan gebiedscommissie Opstellen jaarprogramma’s Opstellen werkplanning Bewaken financiering van het actieplan en de projecten Voorzitter/ secretaris van actieplan overleggen Coördinator van het deel Energie en klimaat binnen de Kenniswerkplaats
De trekkers van de projecten komen een aantal keer per jaar bij elkaar om de voortgang te bewaken en het actieplan nader in te vullen. Het team komt in ieder geval tweemaal per jaar bijeen.
2.8 Werkgebied Energie en klimaat zijn thema’s die zowel in het landelijk gebied als in bebouwd gebied spelen. De projecten zijn gericht op het werkgebied Heuvelrug en Gelderse Vallei en liggen in het landelijk gebied. Samenwerking met aangrenzende gebieden Kromme Rijn en Veluwe wordt niet uitgesloten en is in sommige projecten zelfs wenselijk. Combinaties met bebouwd gebied zijn zeker mogelijk of misschien soms wel noodzakelijk. Projecten die als projectgebied compleet in bebouwd gebied liggen worden niet in dit kader uitgevoerd.
Concept Actieplan Energie en Klimaat Stichting Vernieuwing Gelderse Vallei en Heel de Heuvelrug
Versie 5, 12 september 2011 Renske Zwart
[email protected],
[email protected], 06-18300583 9
3
Energiek Landschap
Doel: realiseren van een energielandschap waarin energieproducenten zijn gekoppeld aan gebruikers op verschillende schaalniveaus, verschillende bronnen van duurzame energie worden benut, biomassastromen zijn georganiseerd, bij verschillende kenmerken, technieken en omstandigheden. De regio Gelderse Vallei en Heuvelrug biedt mogelijkheden om energie uit biomassa, zon en wind te winnen. Investeringen zijn eerder rendabel bij een bepaalde hoeveelheid aan bijvoorbeeld biomassa (zoals houtige biomassa, bermmaaisel, GFT, mest) of een bepaalde omvang van inkoop ( zoals zonnecellen). De eigendomsstructuur is daarentegen versnipperd, waarbij er ook meerdere partijen zijn die energieleverancier zouden kunnen zijn. Door krachten te bundelen en samenwerkingsvormen op te zetten waarin grotere volumes gerealiseerd kunnen worden, zullen investeringen door ondernemers en overheden eerder rendabel worden. In deze pijler worden nieuwe concepten van energieopwekking ontwikkeld. Ondernemingen, organisaties en overheden worden uitgedaagd om (andere) vormen en combinaties van energieopwekking en samenwerking in te zetten en te proberen. Er moet ruimte zijn om innovatieve technieken in te zetten in innovatieve organisaties. Zo fungeert de regio tegelijkertijd als proeftuin voor partners in de regio en inspirator voor partners in andere delen van het land. Het Energiek Landschap draagt bij aan biobased economy. Dit is een economie waarin op duurzame en uiterst efficiënte wijze biomassa (mest, hout, gras, restproducten van landbouwgewassen e.d.) worden ingezet voor de productie van chemische grondstoffen, materialen, brandstoffen, elektriciteit en warmte, zonder negatieve effecten op biodiversiteit en voedselvoorziening. Volgens het Nationale Platform Groene Grondstoffen zou biomassa in 2030 30% van de in Nederland benodigde grondstoffen en energie kunnen leveren. Energiek Landschap draagt bij aan deze enorme stap voorwaarts in de verdringing van fossiele brandstoffen en efficiënter produceren. Projecten in deze pijler zijn gericht op besparing, opwekking en gebruik van duurzame energie en moeten de regionale economie voeden. Dit maakt de projecten realistisch en duurzaam op lange termijn. Projecten onder deze pijler beschreven vallen of staan bij collectiviteit; meerdere partners in de Gelderse Vallei en Heuvelrug voeren de projecten gezamenlijk uit. De projecten vragen een dusdanige investering, verandering van samenwerkingsverbanden, of aanpassing in ruimtelijk beleid dat de markt of overheid dit niet als vanzelf uitvoert. In dat kader zijn de projecten dus niet regulier en (voor een deel) innovatief te noemen. Alle projecten leveren kennis op die via het programma Kenniswerkplaats kan worden verspreid in de regio of landelijk, tegelijkertijd kan de Kenniswerkplaats bijdragen aan het genereren van kennis om projecten verder te helpen.
3.1 Projecten In deze pijler wordt voorgesteld de volgende projecten op te zetten: - Biogashubs - Stroomlijnen van bermgras, slootmaaisel, GFT - Groen Goud + - Duurzame landgoederen en monumenten Titel Korte beschrijving
Biogashubs Collectief produceren en gebruiken van biogas. In regio’s op de Heuvelrug en Gelderse Vallei liggen kansen om een regionaal
Concept Actieplan Energie en Klimaat Stichting Vernieuwing Gelderse Vallei en Heel de Heuvelrug
Versie 5, 12 september 2011 Renske Zwart
[email protected],
[email protected], 06-18300583 10
Doelstelling
Resultaat
Aanpak
Fasen en mijlpalen
biogasnetwerk te realiseren. Dit concept heet ‘biogashub’. Een biogashub bestaat uit een aantal vergisters (of mestraffinage installaties) die ruw biogas produceren. Deze installaties kunnen dit gas via gezamenlijke infrastructuur (een leiding) aan een installatie leveren die het ruwe biogas van meerdere vergisters opwerkt tot gas dat voor andere doeleinden wordt gebruikt. Zoals biomethaan als transportbrandstof (groengas tanken), warmteproductie (boiler), gas van aardgaskwaliteit (groen gas) en dit invoeden in het gasnet, opwekking van elektriciteit en warmte (WKK) en opwekking van elektriciteit. Dit biogas kan dus worden gebruik voor lokale, regionale of landelijke doeleinden. Hiermee wordt aangesloten op het BION-project van provincie Gelderland. Het stimuleren van productie en gebruik van biogas voor verschillende doeleinden door de gezamenlijke infrastructuur te realiseren in de vorm van biogashubs. Hiermee wordt economisch voordeel behaald, worden investeringen gestimuleerd en doelstellingen in aandeel duurzame energie op langere termijn bereikt. Een aantal biogashubs, waarbij waarschijnlijk de grootste kansen liggen in de Gelderse Vallei vanwege de beschikbare biomassa (mest). Mogelijke regio’s zijn: regio Bunschoten – Nijkerk, regio Barneveld – Ede, regio Renswoude, regio Soest, regio Binnenveld. De biogashubs moeten een economisch rendement leveren (aan betrokken ondernemers en de regio) en dragen bij aan een duurzame energieproducerende regio. Biogas kan direct worden ingezet voor energie, of worden opgewerkt naar groen gas of LNG. Een biogashub wordt opgebouwd met behulp van een groeimodel. Hierbij wordt gestart met een (grote) producent en wordt de biogashub zo ontworpen dat in latere fase andere producenten hierop gemakkelijk aan te sluiten zijn. De producenten hoeven niet gebruik te maken van dezelfde productietechnieken. Door de flexibele groeimogelijkheden is een biogashub budgettair goed beheersbaar en is er ruimte voor verschillende maten biogashubs. In de realisatie wordt gebiedsgericht gewerkt en kunnen grenzen van provincies, gemeenten en eigendom overschreden. Door coalities te vormen per projectgebied wordt een gemeenschappelijke aanpak toegepast op een specifieke situatie. 1. Verkennen: verkennen van de regio, selecteren van mogelijke projectgebieden. In beeld brengen wat de haalbaarheid is, waaronder vraag en aanbod en kansen voor koppelen van meerder initiatieven in beeld brengen. 2. Definiëren: benoemen van het resultaat in de projectgebieden en het oprichten van een projectorganisatie met commitment van marktpartijen en overheid met een bestuurlijke opdracht. 3. Ontwerpen: hoe wordt het project uitgevoerd, wie heeft daarin welke rol? 4. Voorbereiden van de uitvoering: uitwerken van het gedetailleerde ontwerp, aanvragen van vergunningen en bestemmingsplan wijzigingen, financiering vastleggen. 5. Realisatie: de aanleg van de biogashub: de productielocaties inrichten en de gebruikers aankoppelen 6. Gebruik: afronding van de realisatiefase waarna regulier gebruik
Concept Actieplan Energie en Klimaat Stichting Vernieuwing Gelderse Vallei en Heel de Heuvelrug
Versie 5, 12 september 2011 Renske Zwart
[email protected],
[email protected], 06-18300583 11
Beoogd trekker
Beoogde partners
Organisatie
Randvoorwaarden
Kostenraming
Dekking
Risico’s
intreedt. Beheer en onderhoud zijn in deze fase nodig. Op verschillende momenten in het proces wordt de samenwerking tussen de deelnemers vastgelegd in de vorm van een overeenkomst. Stichting Vernieuwing Gelderse Vallei en Heel de Heuvelrug (secretaris van de stuurgroep en projectleider in projectgroepen, of aansturende rol in de uitvoering in een projectgroep). - Provincie Utrecht - Provincie Gelderland - Gemeenten voor zover liggend in projectgebieden - Ondernemers, investeerders, leveranciers en gebruikers - Energie en netwerkmaatschappijen - Specialisten - LAMI Een stuurgroep is verantwoordelijk voor de realisatie van verschillende biogashubs op regionaal niveau. De stuurgroep coördineert de projecten en stuurt de projectgroepen aan. Per projectgebied is een projectgroep werkzaam. Deze bestaat uit de stakeholders, investeerders en overheden die direct betrokken zijn bij het project op die locatie. - Enkele voorlopers in dezelfde regio, minimaal 1 projectgroep kan van start. - Voor de overgang van voorbereiding naar realisatie ligt er een sluitende businesscase, verder zijn er in ieder project enkele go-no go momenten ingebouwd. - Voor de start van iedere projectgroep zijn de eerste fasen in proces gefinancierd. Proceskosten: 500.000 per project (dit is afhankelijk van de grootte en complexiteit van het project) Uitvoeringskosten: tevens afhankelijk van de grootte en complexiteit van de infrastructuur. In de regel zijn dit kostbare projecten: 20 miljoen. De provincie Gelderland heeft de realisatie van biogashubs opgenomen in haar collegeprogramma. Naast de regio Achterhoek is ook Regio FoodValley/ Gelderse Vallei en mogelijk Regio Stedendriehoek gebieden waarin de provincie actief is/wordt. Hiervoor zijn middelen voor proces en uitvoering beschikbaar welke via regiocontracten worden weggezet. In de provincie Utrecht wordt op verschillende locaties biogas geproduceerd. En ze is geïnteresseerd in het concept biogashubs en zou dit graag verder uitwerken. De provincie heeft hiervoor in internationaal verband een Interreg subsidie voor verkregen. Verschillende risico’s kunnen zijn: - beperkingen in ruimtelijke ordening maken de ontwikkeling van een biogashub niet mogelijk - er zijn onvoldoende middelen als investering beschikbaar - een biogashub blijkt onvoldoende economisch rendement op te leveren, de businesscase is dus niet sluitend. - Onzekere biomassabeschikbaarheid (cosubstraat en mestprijs) en biogasafname (ingeval van directe inzet van biogas voor warmte/Wkk en LBG/CNG waar veelal marktvraag moet worden ontwikkeld). - Het verkrijgen van exploitatiesubsidies (anno 2001 SDE+) tbv participerende biogasproducenten en subsidievoorwaarden waar mogelijkheden moete liggen voor een gashub.
Concept Actieplan Energie en Klimaat Stichting Vernieuwing Gelderse Vallei en Heel de Heuvelrug
Versie 5, 12 september 2011 Renske Zwart
[email protected],
[email protected], 06-18300583 12
-
Technische mankementen Innovatie Het werken aan biogashubs is innovatief. Dergelijke netwerken zijn in Nederland wel als idee aanwezig, maar nog niet gerealiseerd. - Innovatieve manieren van vergisting worden gestimuleerd (bijvoorbeeld het droogvergisten van composteerbaar materiaal) - Invoeden in het aardgasnet stimuleert de ontwikkeling van ‘slimme netwerken’ (zogenoemde Smart grids). Kennisverspreiding In dit project wordt kennis opgebouwd over: - financieringvormen - juridische samenwerkingsvormen - technieken - aanleg en uitvoering - waarborging van de continuïteit - Projectorganisatie en het inwerkingstellen ervan Deze kennis kan worden verspreid via de kenniswerkplaats en deels worden verkregen en opgebouwd via de kenniswerkplaats. Titel Korte beschrijving Doelstelling
Resultaat
Aanpak
Fasen en mijlpalen
Beoogd trekker
Stroomlijnen van bermgras, slootmaaisel, GFT Gemeenschappelijke inzameling van bermgras, slootmaaisel, groenafval, GFT ten behoeve van opwekking van duurzame energie in de regio. Het gemaaide bermgras en slootmaaisel wordt op één of meerdere locaties in de regio gebruikt om duurzame energie te produceren. Doelstellingen zijn het afzetten van eigen biomassa in de regio, dat maakt afzet van deze (kleinschalige) biomassastromen rendabel. Door het grotere volume (door de gezamenlijkheid) is de opwekking van duurzame energie eerder rendabel. Een groep voorlopers heeft de biomassastromen georganiseerd, gezamenlijk aanbesteed en bij voorkeur afgezet in de regio. Dit levert de regio een aandeel duurzame energie op. En economisch voordeel. De manier van werken kan worden uitgerold over de gehele regio. Na een nog uit te voeren verkenning is bekend hoeveel bermmaaisel en slootmaaisel er vrijkomt in bepaalde perioden van het jaar. In de regio wordt gezocht naar bestaande locaties of nieuwe locaties waar met deze biomassa energie geproduceerd kan worden. Een aantal voorloper gemeenten, provincies en waterschappen starten met de gezamenlijke aanpak. Andere partners kunnen hier later op aansluiten. Er kan gebruik gemaakt worden van bestaande technieken of innovatieve technieken als droogvergisten van composteerbaar materiaal. De energie kan worden gebruikt in de regio. 1. Inventarisatie beschikbare biomassa: van de biomassastromen bij de betrokken partners zal worden bepaald wat de hoeveelheid is per maand (inclusief seizoensinvloeden) en wat de huidige logistiek is omtrent de inzameling. Er dient geschat te worden wat de kwaliteit van de biomassa is en wat de voor energieopwekking bruikbare fractie is. 2. Definiëren: in beeld brengen mogelijke stromen 3. Ontwerpen en voorbereiden: opzetten van een stroomschema, aanbesteden en afsluiten van contracten (rekeninghoudend met looptijd van lopende contracten) 4. Realisatie en gebruik: uitvoeren, beheren en continueren Stichting Vernieuwing Gelderse Vallei en Heel de Heuvelrug
Concept Actieplan Energie en Klimaat Stichting Vernieuwing Gelderse Vallei en Heel de Heuvelrug
Versie 5, 12 september 2011 Renske Zwart
[email protected],
[email protected], 06-18300583 13
Beoogde partners
Aanbieders van de biomassa: overheden, waterschappen, land- en tuinbouwers, recreatieterreinen - Bedrijven met werkzaamheden waar biomassa bij vrij komt (loonwerkers) - Afnemers van de biomassa: ondernemers met een duurzame energieinstallatie Randvoorwaarden - Er is een groep voorlopers die de organisatie opzet en de benodigde contracten afsluit. - Er zijn één of meerdere locaties in de regio waar de biomassa kan worden afgezet. Kostenraming Proceskosten: 50.000 Uitvoeringskosten: wanneer er voldoende locaties zijn in de regio om de biomassa aan te kunnen leveren zijn de uitvoeringskosten laag. Wanneer er locaties moeten worden gerealiseerd is een investering nodig in infrastructuur en de installatie. De hoogte van de investering is afhankelijk van de grootte en complexiteit van het project. Dekking Proceskosten: eigen uren van deelnemende (in eerste instantie de voorlopers) instanties, uren programmabureau vanuit regiocontract en AVP-middelen. Uitvoeringskosten: binnen Gelderland vanuit het regiocontract. Binnen Utrecht vanuit AVP-budget (POP-middelen specifiek inzetbaar voor energie). Risico’s Verschillende risico’s kunnen zijn: 1. bestaande contracten zitten op de korte termijn een andere vorm van aanbesteden in de weg 2. er zijn onvoldoende mogelijkheden om de biomassastroom om te zetten in bio-energie omdat door andere oorzaken de infrastructuur en installaties niet kunnen worden gerealiseerd. Innovatie Bij de omzetting van deze biomassa in energie kan gebruik gemaakt worden van vernieuwende technieken, zoals droogvergisten. Ook het gezamenlijk aanbesteden van deze biomassastroom door meerdere overheden en/of partijen is vernieuwend. Kennisverspreiding In dit project wordt kennis opgebouwd over: - gezamenlijke aanbesteding - juridische samenwerkingsvormen - technieken - waarborging van continuïteit Deze kennis kan worden verspreid via de kenniswerkplaats en deels worden verkregen en opgebouwd via de kenniswerkplaats. Titel Korte beschrijving
-
Groen goud + Restmateriaal van landschapsonderhoud en bosbouw zijn een waardevolle grondstof in de biobased economy. Deze biomassa kan lokaal worden verzameld en in dezelfde regio worden verwerkt. Het aanbod van houtige biomassa uit Nederland is op dit moment beperkt. Dat komt, behalve door de lage prijs die op de wereldmarkt wordt betaald, ook door de afstand tussen groeiplaats en bestaande energiecentrales. Transport maakt benutting van restmateriaal uit landschap al snel milieuonvriendelijk en te duur om uit te kunnen. Dit kan worden opgelost door groeiplaats en vrager dichter bij elkaar te brengen. En vergt een slimme afstemming tussen aanbod en vraag met een dosis lef en een voorinvestering. De functie van het biomassaplein is hierbij het distribueren van de biomassa en het opwerken tot een hoogwaardiger
Concept Actieplan Energie en Klimaat Stichting Vernieuwing Gelderse Vallei en Heel de Heuvelrug
Versie 5, 12 september 2011 Renske Zwart
[email protected],
[email protected], 06-18300583 14
Doelstelling
Resultaat
Aanpak
Fasen en mijlpalen
Beoogd trekker Beoogde partners
Randvoorwaarden
Kostenraming
Dekking
energiedrager. Dit levert tevens een CO2 reductie in de regio op. Het organiseren van een of meerdere regionale biomassamarkten in Gelderse Vallei en Heuvelrug. Het landschapsbeheer en bosbouw worden hierdoor duurzamer en rendabel. Als neveneffect ontstaat hiermee een mooi en goed onderhouden landschap passend bij de eigen identiteit. Eigenaren van houtige biomassa creëren een bijkomende inkomstenbron in plaats van kostenpost. Daarbij kan dit een extra impuls zijn voor het herstellen en onderhouden van cultuurhistorische elementen (zoals hakhoutbossen). - uitgewerkt businessplan binnen project Groen Goud - Projectplannen voor biomassapleinen in andere delen van de regio Gelderse Vallei en Heuvelrug (het opplussen van het project Groen Goud) Landschap Erfgoed Utrecht heeft in 2011 subsidie gekregen voor het initiatief Groen Goud (rijkssubsidie via Mooi Nederland, AVP-subsidie provincie Utrecht). Dit project realiseert een businessplan voor een regionaal biomassaplein. Dit zal in de omgeving Leusden worden ontwikkeld. Dit project is het vliegwiel voor verdere uitrol over de gehele regio (het +-deel). Het businessplan geeft inzicht in de randvoorwaarden en risico’s. Op basis hiervan kunnen andere projectgebieden worden aangewezen waarvoor projectplannen en businessplannen worden gerealiseerd. 1. Start met project Groen Goud door Landschap Erfgoed Utrecht (verwachte doorlooptijd 10 maanden) 2. Verkenning: op basis van de eerste resultaten van project Groen Goud (randvoorwaarden voor logistiek systeem, keten en landschapseisen) regio Gelderse Vallei en Heuvelrug bepalen van projectgebieden en organisaties voor Groen Goud +. Hiermee kan worden begonnen zodra Groen Goud positieve resultaten laat zien. 3. Ontwerpen: per projectgebied opstellen projectplan en aanzet businesscase. Hiervoor de benodigde financiering verkrijgen. 4. Voorbereiding van realisatie: businessplannen opstellen 5. Realisatie en gebruik: realiseren van biomassapleinen en gebruiken Landschap Erfgoed Utrecht - Stichting Vernieuwing Gelderse Vallei en Heel de Heuvelrug - Natuurbeherende organisaties - Particuliere (landgoed) eigenaren - Landbouw - Gemeenten - Provincies - Bosgroep - Eigenaren en beheerders van recreatieterreinen en voorzieningen - het onttrekken van hout uit natuurgebieden kan niet concurreren met het gewenste aandeel dood hout - De biomassa komt zo veel mogelijk uit eigen regio en blijft in eigen regio Groen Goud: 95.000 (in uitvoering, deze kosten zijn gedekt) Groen Goud +: 150.000 (er vanuit gaande dat de opgebouwde kennis opnieuw kan worden ingezet en dit een besparing van 50% oplevert) Proceskosten om uitrol te realiseren en nazorg gedurende 3 jaar: 50.000 Groen Goud: is gedekt met subsidie Mooi Nederland (47.500), AVP Heel de Heuvelrug (23.750), Aeolus fonds (5.000), Nationale Postcodeloterij (18.700)
Concept Actieplan Energie en Klimaat Stichting Vernieuwing Gelderse Vallei en Heel de Heuvelrug
Versie 5, 12 september 2011 Renske Zwart
[email protected],
[email protected], 06-18300583 15
Groen Goud +: uit toekomstig AVP budget provincie Utrecht en regiocontract provincie Gelderland, eigen middelen gebiedspartners, fondsen. Risico’s Verschillende risico’s kunnen zijn: - Uit het project Groen Goud blijkt dat het binnen die geselecteerde regio niet mogelijk is economisch rendement te halen uit houtige biomassa. Dit kan een go- no go moment opleveren voor andere projectgebieden, afhankelijk van de oorzaak. Innovatie In Nederland zijn de afgelopen jaren verschillende plannen voor biomassapleinen gelanceerd (en gerealiseerd?). In de regio vergt het een vernieuwende manier van werken omdat ook hier geldt: hoe groter het volume des te groter het economisch rendement. Kennisverspreiding In dit project wordt kennis opgebouwd over: - beschikbare biomassa in de regio - efficiënt organiseren van biomassastromen (over te nemen bij de organisatie van andere stromen) - de schaalgrootte van een projectgebied waarbinnen dit concept economisch rendabel is Deze kennis kan worden verspreid via de kenniswerkplaats en deels worden verkregen en opgebouwd via de kenniswerkplaats. Titel Korte beschrijving
Doelstelling
Resultaat
Aanpak
Duurzame landgoederen en monumenten Op de Heuvelrug en in Gelderse Vallei liggen van oudsher landgoederen, vaak met één of meerdere al dan niet monumentale panden. Deze panden vergen maatwerk, omdat deze uniek zijn in hun soort en vaak een monumentale status hebben die een bepaalde verantwoordelijkheid met zich meebrengt. Afhankelijk van de grootte van de panden en het landgoed (als biomassaproducent) kunnen verschillende maatregelen worden ingezet om energie te besparen (dubbele beglazing, isolatie) en energie te produceren (kleine houtkachels om 1 ruimte te verwarmen, energievoorziening voor een aantal panden of aansluiten bij een biomassaplein om biomassa grootschaliger af te kunnen zetten). Dit project kan goed aansluiten bij de uitvoeringsagenda Historische buitenplaatsen 2012 – 2015 van de provincie Utrecht, hierin wordt gewerkt aan restauratie en behoud, ruimtelijke kwaliteit en ontwikkeling. Behoud van cultuurhistorie en erfgoed door het aanpassen van al dan niet monumentale, aangezichtsbepalende panden aan de huidige standaard. Bevorderen van ondernemerschap bij landgoedeigenaren door benutting van eigen biomassastromen voor het eigen landgoed of voor afnemers, dus het benutten van biomassa als inkomstenbron. En daarbij landgoederen zoveel mogelijk zelfvoorzienend maken in energie. - Bij een deel van de landgoedeigenaren met één of meerdere gebouwen al dan niet bedrijfsmatig in gebruik is een energiescan uitgevoerd. Deze brengt per landgoed de mogelijke besparing in beeld, de mogelijke maatregelen en de bijbehorende kosten. - Bij voldoende animo het gezamenlijk inkopen van maatregelen wat een positieve invloed heeft op de prijs. - Een groep voorlopers is actief aan de slag met het resultaat van de energiescans en dient als voorbeeldproject in de regio, en landelijk. Aansluiting bij het project Groen Goud + is mogelijk. Na een verkenning van de omvang van het aantal landgoederen dat hiervoor in aanmerking kan komen, worden energiescans ontwikkeld en aangeboden.
Concept Actieplan Energie en Klimaat Stichting Vernieuwing Gelderse Vallei en Heel de Heuvelrug
Versie 5, 12 september 2011 Renske Zwart
[email protected],
[email protected], 06-18300583 16
Fasen en mijlpalen
Beoogd trekker Beoogde partners
Randvoorwaarden
Kostenraming
Dekking
Risico’s
Innovatie
Landgoedeigenaren ondernemen zelf initiatief om aan de slag te gaan met de maatregelen. Daarvoor zullen ze een businessplan moeten opstellen, op basis van een voorbeeld van één van de voorloperlandgoederen. Daarin worden zij gefaciliteerd door programmabureau (voorbeelden, gezamenlijk aanbesteden, beschikbaarheid van kennis en kunde over infrastructuur en technieken, financieringsmogelijkheden e.d.) en andere partners in dit project. 1. Verkennen: bepalen om welke landgoederen het gaat en wat de mogelijke energiewinst is 2. Ontwerpen: opzetten van energiescan en deze bij drie voorloperlandgoederen uitvoeren in een pilot 3. Voorbereiden: werven van landgoedeigenaren op basis van de ervaringen in de pilot 4. Realiseren: uitvoeren van de energiescans en ondersteuning bij de opstelling van businessplannen 5. Gebruik: landgoedeigenaren realiseren de businessplannen en realiseren een duurzaam landgoed en pand. Landschap Erfgoed Utrecht en/ of Utrechts en Gelders Particulier Grondbezit en/ of NMU. - Provincies Gelderland en Utrecht (Cultuur en Milieu) - Rijksdienst voor Cultuur en Erfgoed/ Welstand en Monumenten Midden Nederland (WELMON) - Specialisten - Steunpunt Archeologie en Monumenten Utrecht (STAMU) - Natuurbeherende organisaties - Bosgroep - Landgoederen/ eigenaren nemen zelf initiatief, daarin zijn voorlopers en meelopers te onderscheiden - De panden hebben monumentale status of worden vanuit provinciaal oogpunt van cultuurhistorisch belang geacht - De landgoederen hebben landgoederenstatus Proceskosten: 40.000 (projectleiding en advieswerk) Uitvoeringskosten: verschillen per landgoed en dus per situatie. Mogelijkheid bestaat tot een motivatiebudget: totaal 100.000 (als stimulans voor bijvoorbeeld de eerste 10 of 20 buitenplaatsen/ historische panden). Proceskosten: worden gedekt uit AVP, regiocontract en erfgoedbudgetten. Uitvoeringskosten: voor landgoedeigenaren en ondernemers bestaan verschillende financieringsmogelijkheden. Uitgaande van een terugverdientijd is een investering voor een bepaalde periode realistisch. Wanneer een te lange terugverdientijd aan de orde is zijn hiervoor bestaande financiële regelingen beschikbaar om de terugverdientijd (aanmerkelijk) te verkorten. Een bijdrage wordt verwacht vanuit provincies en Rijk. Verschillende risico’s kunnen zijn: - Landgoedeigenaren kunnen de financiële investering niet doen - Monumenten zijn gebonden aan bepaalde regels, waardoor sommige maatregelen niet kunnen worden uitgevoerd. - Naast het nemen van maatregelen is in veel gevallen gedrag ook belangrijk wat een voordeel op kan leveren. - Economisch voordeel is niet altijd een geldend argument In Nederland zijn enkele monumenten met succes energiezuinig gemaakt (zoals Kasteel Amerongen). Daar is al enige ervaring in opgedaan. Maar omdat ieder
Concept Actieplan Energie en Klimaat Stichting Vernieuwing Gelderse Vallei en Heel de Heuvelrug
Versie 5, 12 september 2011 Renske Zwart
[email protected],
[email protected], 06-18300583 17
pand anders is, is met regelmaat de uitvoering van dit soort projecten innovatief te noemen. Innovatief is het verbinden van de verantwoordelijkheid voor cultuurhistorie en erfgoed aan duurzaamheid. Verder wordt op enkele plekken in Nederland onderzocht of een landgoed haar eigen energie kan produceren met de beschikbare biomassa. Ook dit vergt maatwerk. Kennisverspreiding In dit project wordt kennis opgebouwd over: - Energiebesparende en producerende maatregelen bij monumenten, historische panden en landgoederen - Financieringsmogelijkheden van particulieren (anders dan inwoners binnen de bebouwde kom) Deze kennis kan worden verspreid via de kenniswerkplaats en deels worden verkregen en opgebouwd via de kenniswerkplaats.
3.2 Mogelijkheden voor de toekomst In deze pijler wordt voorgesteld de volgende projecten niet actief uit te werken, maar op te pakken wanneer dat aansluit bij bovenstaande projecten: - Groengas tanken - Duurzame kleine kernen in het landelijk gebied Groengas tanken Doel: op de Heuvelrug en met name in de Gelderse Vallei (Foodvalley) vindt veel transport plaats. Het biogas wat wordt geproduceerd in de regio kan worden ingezet als brandstof voor transportvoertuigen. Als wordt gekeken naar vermeden hoeveelheid fossiele CO2 uitstoot, de onrendabele top en de kosten per ton vermeden CO2, dan is rijden op biomethaan een zeer goede oplossing. Aanpak: aansluitend op het realiseren van biogashubs kan het realiseren van een tankpunt voor biomethaan interessant zijn voor de afzet van het geproduceerde gas. Hierbij kan binnen de provincie Utrecht worden aangesloten op het programma Groen Gas Geven. De provincie verstrekt subsidie voor aardgasafleverinstallaties en aardgasvoertuigen: www.aardgasinuwwagenpark.nl. Duurzame kleine kernen in het landelijk gebied Doel: Een kleine kern die de eigen energievraag produceert in duurzame energie. En daarbij klimaatneutraal is, en dus de uitstoot van broeikasgas heeft geminimaliseerd en compenseert. Aanpak: in dorpskern De Glind onderzoekt men in het tweede half jaar van 2011 wat de verschillende mogelijkheden zijn. Naar aanleiding van de resultaten kan worden besloten dit uit te werken tot een project vallend onder het actieplan.
Concept Actieplan Energie en Klimaat Stichting Vernieuwing Gelderse Vallei en Heel de Heuvelrug
Versie 5, 12 september 2011 Renske Zwart
[email protected],
[email protected], 06-18300583 18
4
Omgaan met energie en leefomgeving
Doel: een optimale ruimtelijke planning en een prettige leefomgeving passend bij de klimaatverandering. Energielandschappen vragen om ruimte. Export en import van biomassa, productie van verschillende soorten biomassa. En niet te vergeten de inrichting van biomassa-installaties (zowel vergistings- als verbrandingsinstallatiesn en mestraffinage installaties). Ook moet worden gedacht aan gas- of warmwaterleidingen en pompstations. Om lokale en regionale projecten te stimuleren en daarbij de ruimtelijke inrichting en kwaliteit te behouden is een ruimtelijke planning nodig. Met al het beleid wat die ruimtelijke planning ondersteunt. Daarnaast kan een gezamenlijk bewustzijn bijdragen aan het verlagen van bepaalde risico’s, door bijvoorbeeld bij bosbeheer rekening te houden met het verlagen van de kans op bosbranden. Waterhuishouding is van belang in de Gelderse Vallei en op de Heuvelrug. Verdroging wordt ervaren in verschillende natuurgebieden, wat wellicht door klimaatverandering zal toenemen. De zoetwatervoorziening blijft van belang in tijden van droogte, maar ook wateroverlast en zelfs overstromingen zijn een risico dat groter wordt naarmate de klimaatverandering zich verder voltrekt. Het sluiten van kringlopen op het boerenbedrijf heeft niet alleen economisch voordelen, maar kan ook bijdragen aan het waterbergend vermogen van de bodem. Dus ook vanuit het perspectief van zoetwatervoorziening zijn een aantal ontwikkelingen interessant. 4.1 Projecten In deze pijler wordt voorgesteld de volgende projecten op te zetten of op te schalen: - Energie in de ruimte (opzetten) - Verdroging (voortzetten van Taskforce verdroging in lokaal verband) - Duurzaam bodembeheer (opschalen van lopend project) Titel Korte beschrijving
Doelstelling Resultaat
Energie in de leefomgeving Overheden bepalen de mogelijkheden en beperkingen in de inrichting van de leefomgeving. Bij het verzamelen van biomassa en het opwekken van duurzame energie is ruimte nodig. Warmtekoudeopslag vraagt om ruimte in de bodem en zonne- en windenergie vragen om een visie op uiterlijk van het landchap. Een gezamenlijke visie en aanpak, als uitwerking van de structuurvisie en als hulp bij bestemmingsplannen, wordt opgezet door betrokken overheden. Geen nieuw toetsingskader, maar een gebiedsafspraak om de mogelijkheden te maximaliseren en duurzaam om te gaan met de ruimte. Deze gebiedsafspraken onderschrijven de gezamenlijke doelstellingen. En geven input aan de gezamenlijke doelstellingen. Gebiedsafspraken over opwekking en gebruik van energie in de ruimte. Een gezamenlijke visie en aanpak op energiemaatregelen in landelijk gebied. - eenduidigheid en helderheid op het gebied van vergunningverlening - transparantie in locatiekeuze en stimulering van benutting van deze locaties, creëren van ruimte, zoals rond opslag en transport van biomassa en het realiseren van een energie-installatie op biomassa - ruimte voor energie en warmte in beleid, zoals bodembeleid waar het gaat om Warmte Koude Opslagprojecten (WKO) of geothermie - in alle ruimtelijke plannen een paragraaf over de wijze waarop het plan
Concept Actieplan Energie en Klimaat Stichting Vernieuwing Gelderse Vallei en Heel de Heuvelrug
Versie 5, 12 september 2011 Renske Zwart
[email protected],
[email protected], 06-18300583 19
rekening houdt met energiebesparing en opwekking van duurzame energie. Aanpak Een aantal partners heeft in visie ontwikkeld op verschillende onderdelen, zoals over mestvergisting. In een gezamenlijk proces wordt onderzocht waar behoefte aan is en een visie en aanpak beschreven. Hierin wordt rekening gehouden met de landschappelijke kwaliteiten, zoals beschreven in de kwaliteitsgidsen van de provincie Utrecht. In de voorontwerp structuurvisie van provincie Utrecht zijn voldoende aanknopingspunten om regionaal afspraken te maken en gemeentelijk beleid hierover af te stemmen (pagina 24). Grondwatersbeschermingsbeleid kan bij worden aangesloten. In dit project kan worden aangesloten op het Beeldkwaliteitsplan Gelderse Vallei of gebruik worden gemaakt van die werkwijze. Fasen en mijlpalen 1. Verkennen: starten met de voorloper gemeenten 2. Definiëren en ontwerpen: invulling geven aan energie in de ruimte als in een strategische visie op de regio, vertaald naar heldere acties in beleid en vergunningverlening 3. Realiseren: besluitvorming en inbedding in overheidsbeleid Beoogd trekker Regio Foodvalley (met gemeenten uit de rest van de regio) Partners - Gemeenten in de gehele Gelderse Vallei en Heuvelrug (evt. ook NoordHolland). - Provincie Utrecht - Provincie Gelderland - LTO en ondernemerskringen - Belangenorganisaties Randvoorwaarden - enkele voorloper gemeenten moeten bereid zijn de eerste stappen te zetten naar ‘ruimte voor een energielandschap’. - Ontwikkelingen passen binnen de kenmerken van het landschap, zoals in Nationaal Landschap Arkemheen-Eemland of Foodvalley - Ontwikkelingen passen binnen grondwaterbeschermingsbeleid Kostenraming Proceskosten: 30.000 (coördinatie programmabureau, 1 jaar 1 dag per week) met eigen uren, afhankelijk van de inzet. Dekking Proceskosten: partners zetten eigen uren in om dit project te realiseren. De dekking voor procesmanagement vanuit programmabureau komt uit AVPbudget en regiocontracten. Risico’s Mogelijke risico’s zijn: - overheden en de verschillende bestuurslagen daarin hebben hun eigen interpretatie van problematiek en mogelijkheden. De verschillen kunnen daarin op sommige vlakken te groot zijn om te komen tot een gezamenlijke visie en aanpak. Innovatie Het maken van gebiedsafspraken op deze schaal, met als doelstelling om regionale en lokale energie de ruimte te geven is vernieuwend. Kennisverspreiding In dit project wordt kennis opgebouwd over: - opwekking van duurzame energie in de ruimtelijke ordening - behoud van een cultuurhistorisch landschap in een tijd van ontwikkeling Titel Korte beschrijving
Zoetwaterhuishouding In de Gelderse Vallei en op de Heuvelrug is veel aandacht voor de zoetwaterhuishouding. Klimaatverandering zorgt voor langere drogere perioden en dus geregeld voor een tekort aan water. Daarbij komt dat slechts
Concept Actieplan Energie en Klimaat Stichting Vernieuwing Gelderse Vallei en Heel de Heuvelrug
Versie 5, 12 september 2011 Renske Zwart
[email protected],
[email protected], 06-18300583 20
Doelstelling Resultaat
Aanpak
Fasen en mijlpalen
Beoogd trekker
Beoogde partners Randvoorwaarden
Kostenraming Dekking
Risico’s
Innovatie
een heel beperkt gebied geschikt is voor wateraanvoer. Toenemende perioden met watertekort zijn daarom voor de landbouwbedrijven een groeiend risico. Daarnaast zullen er ook meer perioden met wateroverlast zijn. In een aantal gebieden is sprake van verdroging. Waar nu verdroging is zal dit in de toekomst mogelijk toenemen. Dit zelfde geldt voor wateroverlast en -tekort. Het beëindigen van de bestuursovereenkomst en dus het tekort aan middelen op al bestaande projectinitiatieven kan voor een deel al voor inhoudelijke invulling zorgen van dit project. Ontwikkelen van een aantal projectvoorstellen gericht op de zoetwaterhuishouding en stimuleren van de regionale zelfvoorziening. Plannen van aanpak voor verschillende problemen op verschillende locaties. Zoals om verdroging, watertekort en wateroverlast tegen te gaan of veiligheid te vergroten. Met een of meerdere werkgroepen bestaande uit grondeigenaren, natuurbeheerders, overheid, waterschappen worden problemen benoemd en locaties aangewezen. SVGV en HdH ondersteunen de partners in het opzetten van een projectorganisatie en het komen tot een plan van aanpak. Voor veel onderwerpen kan worden gewerkt vanuit bestaand beleid of kennis, zoals Taskforce Verdroging en het Deltaprogramma. Dit project leidt tot een gebiedsgerichte en gezamenlijke aanpak om bijvoorbeeld verdroging tegen te gaan, wateroverschotten te benutten voor tekorten in andere perioden en andere projectvoorstellen. 1. Verkennen: Bepalen van gebieden en problemen. 2. Ontwerpen: opzetten projectgebied, bijbehorende organisatie. Gezamenlijk uitwerken plan van aanpak, in samenwerking met overheid en waterschappen. (gereed begin 2012) 3. Realisatie: uitvoeren plan van aanpak, wat bestaat uit kleinschalige maatregelen die snel resultaat leveren. Per projectgebied zijn waterschappen, eigenaren of natuurbeheerders trekker. De SVGV/ HdH ondersteunt, agendeert, stimuleert en betrekt partners in het project. Natuurbeheerders, grondeigenaren, waterschappen, gemeenten, Rijk, NMU, provincies, kenniscentra. - Er wordt gebruik gemaakt van bestaande kennis, deze is ook beschikbaar - Eigenaren, beheerders en waterschappen voelen zich verantwoordelijk en nemen de rol van trekker of volwaardig partner op zich. Proceskosten: 30.000 (coördinatorschap bij programmabureau) Uitvoeringskosten: PM, per projectgebied te bepalen Proceskosten: worden gedekt uit eigen uren van organisaties en AVP-gelden/ regiocontract Uitvoeringskosten: bijdrage van overheden (zoals regiocontract of AVP), waterschappen, fondsen en grondeigenaren en – beheerders. - Door waterschap, grondeigenaren en – beheerders wordt de noodzaak niet ervaren, daarmee is er geen project. - De partners worden het niet eens over probleem, locatie of aanpak. - De maatregelen die in de plannen van aanpak naar voren komen kunnen niet worden gefinancierd of hebben onvoldoende draagvlak in de directe omgeving van het projectgebied Dit project maakt gebruik van bestaande kennis en kan leiden tot nieuwe
Concept Actieplan Energie en Klimaat Stichting Vernieuwing Gelderse Vallei en Heel de Heuvelrug
Versie 5, 12 september 2011 Renske Zwart
[email protected],
[email protected], 06-18300583 21
inzichten en onderzoeksvragen. Kennisverspreiding Dit project levert kennis over: - verdrogingsmaatregelen met een lokaal effect Kennis opgedaan in dit project wordt verspreid via de Kenniswerkplaats. Titel Korte beschrijving
Doelstelling
Resultaat Aanpak
Fasen en mijlpalen
Beoogd trekker Beoogde partners
Duurzaam bodembeheer Duurzaam bodembeheer draait om het optimaliseren van de kringloop op het melkveebedrijf. Kostenbeheersing, vakmanschap en ondernemerschap staan voorop. De focus ligt op schoon en zuinig. Samen met het verbeteren van de mineralenkringloop is er vaak ook economisch winst te behalen. Het sluiten van kringlopen en het beter benutten van eigen grondstoffen bepaalt in belangrijke mate ook de uitstoot van de broeikasgassen CO2 en lachgas in de melkveehouderij. Pensfermentatie, bodememissies en het gebruik van externe grondstoffen zoals krachtvoer en kunstmest zijn de belangrijkste bronnen van broeikasgasemissie. Met duurzaam bodembeheer daalt de emissie van CO2, lachgas als gevolg van een lager gebruik van grondstoffen en een betere benutting van stikstof in de bodem. Op bedrijven neemt ook de organisch stof gehalte in de bodem toe en verbetert de waterkwaliteit. Het verhogen van het organisch stofgehalte kan ook leiden tot het beter vasthouden van water, zodat de bodem kan fungeren als waterbuffer. Op dit moment wordt een project duurzaam bodembeheer uitgevoerd in de provincie Utrecht. Dit wordt door partners ervaren als een succes. Dit project kan vervolgstappen formuleren en het huidige project opschalen. Het sluiten van de mineralenkringloop met als gevolg: verbetering van de bedrijfsresultaten, vermindering van de broeikasgasemissie en verhoging van de waterkwaliteit en het beter vasthouden van water. Het project duurzaam bodembeheer is uitgerold in de gehele melkveesector in de Gelderse Vallei. In het huidige project worden de maatregelen uitgevoerd op de deelnemende bedrijven en zijn studiegroepen gevormd waarin kennis wordt uitgewisseld. Deze groep deelnemende bedrijven wordt opgeschaald. In het huidige project duurzaam bodembeheer is het nodig demonstratieprojecten te realiseren. Daarnaast kan in de tweede helft van 2011 gestart worden met het uitwerken van vervolgacties door het projectteam. 1. Evalueren: Op basis van tot nu toe behaalde resultaten binnen het huidige project de succesfactoren bepalen en vervolgstappen formuleren 2. Verkennen, ontwerpen en voorbereiden: bepalen demonstratieprojecten en uitwerken van de vervolgstappen naar concrete acties bij bedrijven. Uitbreiden van het aantal deelnemende bedrijven ((dit is van belang in het Gelderse deel aangezien Gelderland in de huidige opzet niet participeert). 3. Realisatie: treffen van voorgeschreven maatregelen op de deelnemende bedrijven en monitoring. Realiseren van de demonstratieprojecten. Agrarische Natuurvereniging en/of LAMI en programmabureaus - provincies Utrecht en Gelderland (Utrecht financiert huidige project, Gelderland kan deelnemen aan de opschaling en vervolgstappen).
Concept Actieplan Energie en Klimaat Stichting Vernieuwing Gelderse Vallei en Heel de Heuvelrug
Versie 5, 12 september 2011 Renske Zwart
[email protected],
[email protected], 06-18300583 22
-
waterschappen LTO Belangenorganisaties, verenigingen van landbouwers Randvoorwaarden het provinciaal project Duurzaam Bodembeheer moet voldoende resultaat hebben opgeleverd om met opschaling te kunnen starten - Voor een deel van het mogelijk vervolg en opschaling is deelname van provincie Gelderland essentieel. Kostenraming Proceskosten: 50.000 (1/2 dag per week voor 3 jaar, programmabureaus) Uitvoeringskosten: 200.000 (demonstratieprojecten, opschaling en vervolgstappen e.d.) Dekking Vanuit AVP-middelen, regiocontracten, waterschap Risico’s - onvoldoende ondernemers zijn enthousiast om deel te nemen - (semi)overheden onderkennen het maatschappelijk en regionaal belang niet en dragen niet bij aan het project Innovatie Duurzaam bodembeheer is niet vanzelfsprekend binnen het boerenbedrijf. Iedere ondernemer kiest hierin zijn eigen weg. Binnen de gehele regio Gelderse Vallei hierop een ambitie bepalen met een hoog percentage aan deelnemers is vernieuwend te noemen. Kennisverspreiding Met dit project wordt kennis opgedaan over: - vitale landbouw en sluitend maken van kringlopen Alle kennis wordt verspreid via de kenniswerkplaats. Ook is de kenniswerkplaats geschikt om verschillende (onderzoeks-)vragen te beantwoorden.
4.2 Mogelijkheden voor de toekomst Een aantal projecten kan worden opgezet wanneer daar in de toekomst kansen voor ontstaan: - Grebbedijk, Klimaatdijk - Certificering in de landbouw, het label van de Gelderse Vallei Grebbedijk, Klimaatdijk Doel: agenderen en aanjagen huidige project uit Deltaprogramma, de Grebbedijk. Aanpak: het meest gangbare overstromingsscenario voor de Grebbedijk is een doorbraak ter hoogte van de Blauwe Kamer. Het overstroomde gebied strekt zich dan uit van de Neder-Rijn tot aan de Randmeren. Dit leidt volgens modelberekeningen tot een directe economische schade van circa € 10 miljard en circa 250.000 getroffenen. In het effectgebied bevinden zich verschillende steden waaronder Amersfoort en Veenendaal. Uit studies is gebleken dat de huidige veiligheidsnorm (1:1250) niet meer in verhouding staat tot de gevolgen van een dijkdoorbraak. Door de aandacht te vestigen op het risico en het belang van de Gelderse Vallei in dit project kan de voortgang worden gestimuleerd. Wellicht ontstaan er in de toekomst mogelijkheden om concreet een bijdrage aan dit project te leveren vanuit het gebied Gelderse Vallei. Certificering in de landbouw, het label van de Gelderse Vallei Doel: het verbeteren van de productiviteit en bedrijfsresultaten door presteren en belonen. Omgaan met de ruimte en energie vraagt om inventieve projecten en stimulans. Niet alles levert direct een voordeel op en zal dus als vanzelf uitgevoerd worden. Regionaal kan de ambitie worden opgevoerd van het uitvoeren van een aantal projecten, tot het opzetten van een systeem dat is gebaseerd op het principe van presteren en belonen waar deze projecten een plek in hebben. Aanpak: binnen het programma Ruimte voor boeren, in het kader van MVO worden de komende maanden de mogelijkheden verkend. Het benoemen van ambities in de regio, met daarbij een Concept Actieplan Energie en Klimaat Stichting Vernieuwing Gelderse Vallei en Heel de Heuvelrug
Versie 5, 12 september 2011 Renske Zwart
[email protected],
[email protected], 06-18300583 23
systeem van presteren en belonen kan een toekomstig scenario worden. Een toekomstig scenario wat de landbouw economische voordelen op kan leveren door zo hoog mogelijk op duurzaamheid en bedrijfsresultaat te kunnen scoren. Klimaatbuffers, inrichting van het groen en blauw Doel: met de inrichting en het beheer van ons landschap kunnen we invloed uitoefenen op de effecten van klimaatverandering. Welke mogelijkheden bieden de heuvelrug en vallei ons? Welke kansen liggen hier? En hoe zien die eruit in de praktijk? De mogelijkheden en aanpak zijn bekend. Aanpak: klimaatverandering heeft een effect op bijvoorbeeld luchtkwaliteit, water, biodiversiteit. Gebiedpartners kunnen gezamenlijk optrekken in het uitwerken van ideeën over hoe om te gaan met de effecten van klimaatverandering en hoe deze kunnen worden verminderd. Dit kan leiden tot projecten die bijvoorbeeld gericht zijn op de inrichting van het groen rondom veestallen (luchtkwaliteit en verkoeling), gebruik van een recreatiewatergebied als klimaatbuffer (watertekort en –overschot), beheer van bosranden, akkerranden en lijnelementen (verhoging biodiversiteit).
Concept Actieplan Energie en Klimaat Stichting Vernieuwing Gelderse Vallei en Heel de Heuvelrug
Versie 5, 12 september 2011 Renske Zwart
[email protected],
[email protected], 06-18300583 24
5
Kennis en middelen
Doel: het stimuleren van gebruik en opwekking van duurzame energie in de regio door middel van kennisverspreiding en -ontwikkeling Bij het ontwikkelen en uitvoeren van projecten gericht op energie, netwerken en de ruimte zijn middelen nodig. Middelen om de financiële randvoorwaarden te organiseren, de informatie vrij te geven en kennis te delen. Hieronder volgen een aantal middelen die in het kader van dit programma, kunnen worden ontwikkeld. Maar die ook zeker een rol kunnen spelen in andere projecten en programma’s in de Gelderse Vallei en Heuvelrug, of zelfs in de gehele provincie Utrecht en/of Gelderland.
5.1 Projecten Projecten binnen deze pijler zijn: - Energieatlas - Energieteam en kenniswerkplaats Titel Korte beschrijving
Doelstelling
Resultaat
Aanpak
Fasen en mijlpalen
Energieatlas In de energieatlas is vraag en aanbod zichtbaar van alle vormen van duurzame energie (zon, wind, biomassa). Ook locaties waar biomassa kan worden omgezet en mogelijkheden voor transport. Dit inzicht levert slimme koppelingen op en maakt het opzetten van projecten makkelijker. Goede voorbeelden zijn: Energieatlas van Overijssel (http://gisopenbaar.overijssel.nl/Website/energieatlas/energieatlas.html) en www.opdekaartvanutrecht.nl, thema klimaat en energie, van NMU. De energieatlas moet provinciebreed worden ontwikkeld waaraan Gelderse Vallei en Heuvelrug een bijdrage leveren. Efficiënte stromen van biomassa ontstaan in de regio. Bewustwording van de mogelijkheden wordt vergroot door dit middel. Vraag een aanbod is zichtbaar in één oogopslag. Ruimtelijke oplossingen, succesvolle projecten worden op een kaart in beeld gebracht. De hoeveelheid biomassa of energie die beschikbaar is wordt zichtbaar gemaakt en een gebruiker kan zich direct aan deze aanbieder verbinden. Alle partijen zijn aangesloten op deze energieatlas die een rol (kunnen) spelen in de opwekking van duurzame energie. Deze gezamenlijke energieatlas dekt de regio Gelderse Vallei en Heuvelrug. Eventueel bestaat de mogelijkheid deze in samenwerking met beide provincies te ontwikkelen, zodat een groter gebied gedekt wordt dan deze regio. De atlas geeft de omzettingslocaties (bedrijven met biomassa-installaties), beschikbare biomassa, afzetmogelijkheden voor biogas en afzetmogelijkheden voor warmte. Een database gekoppeld aan een geo-informatiesysteem geeft de actieve weergave op een website. De website wordt gevuld met gegevens van aangesloten ondernemers en andere partners via een inlog. 1. Verkennen: wat zijn de verschillende mogelijkheden en de wensen? Wat moet deze energieatlas precies kunnen laten zien? Hoe kan deze het beste aansluiten op andere vergelijkbare initiatieven die grenzen aan onze regio? Maak gebruik van andere concepten.
Concept Actieplan Energie en Klimaat Stichting Vernieuwing Gelderse Vallei en Heel de Heuvelrug
Versie 5, 12 september 2011 Renske Zwart
[email protected],
[email protected], 06-18300583 25
2. Ontwerpen: het product Energieatlas is beschreven 3. Realisatie: de ontwikkeling van de atlas en vullen met informatie 4. Gebruik: constant bijwerken en vullen met nieuwe informatie. Beoogd Trekker Provincie Utrecht en Gelderland Beoogde partners - Provincies - Gemeenten - Ondernemers (uit bv landbouw- en recreatiesector) Randvoorwaarden - het systeem is voor iedereen toegankelijk - de opzet garandeert het gebruik en de actualiteit op de lange termijn - bij de opzet is gebruik gemaakt van andere voorbeelden en concepten in Nederland Kostenraming Proceskosten: 30.000 Uitvoeringskosten: 100.000 (opzet website en database) Dekking Proceskosten: coördinatie door programmabureaus, gedekt in regiocontract en AVP-budget, inzet eigen uren van partners Uitvoeringskosten: provincies en regionale partners Risico’s Mogelijke risico’s zijn: - de website blijft niet up to date, omdat deze niet goed wordt bijgehouden Innovatie Er zijn verschillende vergelijkbare initiatieven in Nederland. Kennisverspreiding Dit project is een middel om kennis te verspreiden. Titel Korte beschrijving
Doelstelling
Resultaat
Energieteam en Kenniswerkplaats Een energieteam jaagt aan tot meer besparing, opwekking en gebruik van duurzame energie. Het team maakt gebruik van bestaande certificaten en keurmerken, zoals Greenkey. Het team fungeert als vraagbaak, loket en kennisbank, en beschikt dan dus ook over meerdere disciplines en vaardigheden. Ook klimaatadaptatie kan hierin een plek krijgen. Vermeerdering van de kennis over duurzame energie en besparing bij overheden, ondernemers en belangenorganisaties. Dit project realiseert het verbinden van kennis. Dit project creëert een gemakkelijke start voor ondernemers, een samenwerking gebaseerd op uitwisseling. Ook speelt de vraagbaak een rol in de oplossing van vraagstukken op het gebied van klimaatadaptatie. - er zijn energiescans uitgevoerd in verschillende sectoren (landbouw, recreatie, landgoedeigenaren) - jaarlijks is er een netwerkbijeenkomst, startend in februari 2011 - met regelmaat wordt op locatie in de regio een goed voorbeeld getoond, deze ondernemers vormen de voorlopersgroep - er is een wegwijzer ontwikkeld voor ondernemers die in de regio Gelderse Vallei en Heuvelrug wil starten met het produceren van duurzame energie uit biomassa. - Een energieteam biedt ondersteuning bij de stappen in de wegwijzer. - In de recreatiesector is de werking van het energieteam, de wegwijzer en energiescans gekoppeld aan het concept Greenkey. Het aantal recreatieondernemers dat hierbij is aangesloten is aanzienlijk gegroeid. - Als gevolg van de ondersteuning en stimulans zijn verschillende projecten met mestvergisters, houtvergassers, zonne-energie, (kleinschalige) windenergie e.d. opgezet. - Betere aansluiting van bestaande initiatieven op elkaar, waardoor
Concept Actieplan Energie en Klimaat Stichting Vernieuwing Gelderse Vallei en Heel de Heuvelrug
Versie 5, 12 september 2011 Renske Zwart
[email protected],
[email protected], 06-18300583 26
Aanpak
Fasen en mijlpalen
Beoogd trekker Beoogde partners
Randvoorwaarden
Kostenraming
bereik wordt vergroot. Een team van ambassadeurs jaagt ondernemers en overheden aan om doelstellingen te formuleren, om maatregelen te treffen om deze te halen. Deze ambassadeurs zijn werkzaam in de regio en dus gebiedspartner in HdH of SVGV. Een team van specialisten adviseert ondernemers en overheden bij het SMART maken van doelstellingen, in de te nemen maatregelen en de risico’s. De mogelijkheid bestaat om aan te sluiten bij Utrecht Sustainability Institute (USI) en/ of samenwerkingsverband Foodvalley. Het LAMI speelt een grote rol en ook bij RAAM kan goed worden aangesloten. Daarnaast kan aansluiting worden gezocht bij het energieconvenant wat is gesloten tussen provincie Utrecht en LTO Noord. Verschillende initiatieven kunnen ontstaan zoals gezamenlijke inkoop van zonne-energie in de landbouw, wanneer dit ook rendabel blijkt te zijn. Greenkey kan sectorbreed in de recreatiesector worden verspreid. Er zijn instrumenten voor handen om dit te realiseren. Met dit project kan het bereik worden vergroot. Van veel financieringsbronnen is met name de landbouwsector een doelgroep. Dit project heeft een bredere spreiding, en biedt dus ook kansen deze financieringsbronnen in te zetten in andere sectoren als de recreatiesector. Er zijn verschillende goede netwerken en voorbeelden waar gebruik van kan worden gemaakt, of die kunnen worden opgepakt, zoals de Kenniswerkplaats of projecten die worden uitgevoerd door bijvoorbeeld scholen in de omgeving (zoals Hogeschool van Utrecht). In de aanpak kan ook een stimuleringsteam voor klimaatadapatatie worden opgezet. Dit team kan gebiedspartners ondersteuning bieden bij lokale klimaatmaatregelen en afwegingen. In dit project wordt gebruik gemaakt van regionale netwerken die bestaan. 1. Verkennen (1): samenstellen teams ambassadeurs en specialisten 2. Verkennen (2): bepalen hoe overheden en ondernemers benadert worden, welke middelen hiervoor worden gebruikt (zoals de energiescan van de provincie Utrecht) 3. Realisatie: aanjagen, informeren en adviseren van ondernemers en overheden, zij zijn koplopers 4. Een van de middelen die kan worden gebruikt is de energiescan welke eerder is uitgevoerd door de provincie Utrecht bij een aantal bedrijven in de Gelderse Vallei. Op basis van uitkomsten van een enquête wordt bepaald of deze manier effectief is gebleken en of deze opnieuw wordt ingezet. Overheden, LAMI, stichting Greenkey, RECRON - Provincie Utrecht en energieteam - Ondernemers- en belangenorganisaties - Gemeenten - Ketenpartijen in de landbouw - Recreatiebedrijven - Adviesbedrijven, energiebedrijven e.d. - een aantal inspirerende voorbeelden is aanwezig in de regio - het energieteam van de provincie Utrecht krijgt zijn gelijke in provincie Gelderland en ondervindt doorgang in 2012. Proceskosten: 90.000 (coördinatie gedurende 3 jaar, ook inzetbaar voor advies)
Concept Actieplan Energie en Klimaat Stichting Vernieuwing Gelderse Vallei en Heel de Heuvelrug
Versie 5, 12 september 2011 Renske Zwart
[email protected],
[email protected], 06-18300583 27
Uitvoeringskosten: 500.000 (stimuleringsbudget, beschikbaar voor ontwikkeling van tools) Dekking Proceskosten: vanuit regiocontracten en AVP-budget Uitvoeringskosten: vanuit regiocontracten en AVP-budget, milieubudgetten van verschillende organisaties en overheden Risico’s Mogelijke risico’s zijn: - het team van ambassadeurs en specialisten draait deels op eigen inzet, deels op basis van inkoop of vergoeding. De inzet kan door vrijwilligheid een lagere prioriteit hebben en daardoor een matige kwaliteit opleveren. Ook kunnen de middelen onvoldoende zijn om de vraag te kunnen beantwoorden. Innovatie Het team van ambassadeurs en specialisten zijn deels vakdeskundig en dus op de hoogte van innovaties. Deze kunnen direct bij de ondernemers en overheden onder de aandacht gebracht worden. Kennisverspreiding Dit project heeft als doelstelling kennisverspreiding en is goed aangesloten bij de Kenniswerkplaats, of het team bestaat (deels) uit partners uit de Kenniswerkplaats.
5.2 Mogelijkheden voor de toekomst In deze pijler wordt voorgesteld volgende projecten niet uit te werken, maar als mogelijkheid op de agenda te houden en te starten met uitwerken wanneer daar de mogelijkheid voor is: - organiseren van CO2 credits - financieringsconstructies Organiseren van CO2 credits Doel: verdienen van CO2-credits door het vastleggen van CO2 (bijv. in de bodem), dit kan een economische motivatie zijn voor het vastleggen van CO2 in de regio. Aanpak: Het opzetten van een verdienmodel waardoor het vastleggen van CO2 in de regio interessant wordt. De landbouw is een goede sector om de mogelijkheden in te onderzoeken. Financieringsconstructies Doel: financieren van projecten ten behoeve van energiebesparing en opwekking Aanpak: wanneer behoefte ontstaat voor andere vorm van financiering dan nu mogelijk is met de huidige voorzieningen, bestaat de mogelijkheid nieuwe manieren te ontwikkelen. Een voorbeeld waarbij wellicht kan worden aangesloten is het concept Ontwikkelmaatschappij dat zowel binnen de provincie Utrecht als Gelderland wordt uitgewerkt.
Concept Actieplan Energie en Klimaat Stichting Vernieuwing Gelderse Vallei en Heel de Heuvelrug
Versie 5, 12 september 2011 Renske Zwart
[email protected],
[email protected], 06-18300583 28
Bijlage 1 Klimaat en Energie – Speerpunten per gemeente Onderstaande tabel is het resultaat van een bureauonderzoek. In dit bureauonderzoek is via internet en andere bronnen verzameld welk klimaat/energiebeleid gemeenten voeren en welke projecten word uitgevoerd. De inventarisatie is gericht op beleid in het buitengebied, dit verklaart ook de verschillen per gemeente, aangezien niet iedere gemeente hiervoor beleid heeft ontwikkeld. Bijna alle gemeenten volgen de lijn van het rijksbeleid waardoor er ook veel overeenkomsten zijn (verminderen energieverbruik, duurzame energie etc.). Nr. Gemeente Aanknopingspunten / Projecten / Beleid 1 Amersfoort > Diverse biomassa projecten (overzicht op de site) > Huidig beleidsplan is tot 2011 > Amersfoort neemt deel aan Klimaat op Kop. Komt voort uit klimaatbeleid van de provincie Utrecht > Amersfoort heeft een beperkt buitengebied. 2 Baarn > Grootschalige Duurzame energieopties: 3% van de energie die binnen de gemeentegrenzen wordt gebruikt, wordt duurzaam opgewekt en geleverd via grootschalige en/of collectieve opties: wind, biomassa, waterkracht en warmte/koudeopslag. > Er is aansluiting gezocht bij SLOK; > Gemeente Baarn ziet het klimaatbeleid als een belangrijk onderdeel van het milieubeleid. Doelstellingen hebben een positief effect op de kwaliteit van de leefomgeving. Het is volgens de gemeente dan ook gerechtvaardigd om structureel geld vrij te maken voor de uitvoering van het klimaatbeleid. > Geactualiseerd waterbeleid (klimaatbestendige riolering); > Groene stroom uit een waterkrachtcentrale; > Bewustwording en educatie van leerlingen (belangrijke rol NMC); > Inzet op LED verlichting; > Inzet in het buitengebied Baarn beperkt, zet hoofdzakelijk in op gebruik van duurzaam opgewekte energie. Verdere controle op de naleving van de energieregels. 3 Barneveld > Gemeente zit in de Denktank Energie; > Subsidiemogelijkheden voor o.a: Duurzame energieopwekking bij agrarische bedrijven (haalbaarheidsonderzoeken en concrete maatregelen); > De gemeente zou tijdens de looptijd van het milieubeleidsplan een aantal Concept Actieplan Energie en Klimaat Stichting Vernieuwing Gelderse Vallei en Heel de Heuvelrug
Versie 5, 12 september 2011 Renske Zwart
[email protected],
[email protected], 06-18300583 29
Bron > Klimaatactieplan 20092011
> Plan van aanpak Klimaatbeleid 2009-2013
> Barneveld Milieu(klimaat)bele idsplan 2009-2013
4 Bunschoten
5 De Bilt
subsidiefondsen opzetten. In het uitvoeringsprogramma zijn de planning en budgetten opgenomen; > Gemeente stimuleert duurzame energie; > Gemeente wil meer doen op gebied van klimaat en energie, daarom is gekozen om te gaan voor ambitieniveau "plus" binnen het programma SLOK. Daarnaast probeert de gemeente zoveel mogelijk aan te sluiten bij of aanvullend te zijn op initiatieven vanuit Rijk/Provincie; > In regioverband wordt ingezet op de realisatie van een aantal bio-energie-installaties en de realisatie van aardgastankstations. Actiepunt van de gemeente: >Aanbieden van voorlichting op het gebied van energie, klimaat en duurzaamheid; >Inzet op energie besparing; > Opstellen energiebeleid om te voldoen aan rijksdoelstelling 20% van energieverbruik duurzaam opwekken in 2020; > Gemeente werkt samen d.m.v. de RAAM-projecten. Vanuit dit samenwerkingsverband worden verschillende duurzame projecten in de regio geïnitieerd. Zie bijlage van de Nota Milieu en Beleid voor een overzicht v/d projecten; > Voor het bereiken van de doelen op gebied en van Energie en Klimaat leunt de gemeente op de "Trias Energetica" aanpak (voorkomen is beter dan genezen); > Centrale ambitie: Het vormgeven en uitvoeren van energiebeheer gericht op beperking van het gebruik van fossiele brandstof door energie besparing en opwekken van duurzame energie; > Beleidsuitgangspunt: (1.)Gemeente biedt voldoende ruimte aan initiatiefnemers om duurzame initiatieven te ontplooien. (2.)Iedereen is vrij om op zijn eigen grond te doen wat hij wil zolang anderen er maar geen last van hebben; > Actiepunt: met agrariërs kijken naar mogelijkheden voor duurzame energie uit agrarische rest projecten (RAAM project) > 1999 was De Bilt landelijk koploper met een grote energiebesparingscampagne waarmee de landelijke energieprijs (de energie award) werd gewonnen; > Voor 2011/2014 zet de gemeente in op energiebesparing. Biomassa wordt ook genoemd maar geen concrete acties; > het uitvoeren van SLOK acties zoals: - Het verminderen van energieverbruik van pompen en gemalen
Concept Actieplan Energie en Klimaat Stichting Vernieuwing Gelderse Vallei en Heel de Heuvelrug
Versie 5, 12 september 2011 Renske Zwart
[email protected],
[email protected], 06-18300583 30
> Nota Milieu beleid 2011-2014
>Milieubeleidsplan 2006-2009 (1 jaar verlengd) > Nota Duurzaamheid >Milieubeleidsplan
6 Ede
7 Eemnes
>Aandachtpunten: energiebesparing en toepassing duurzame energie (Note: op dit punt heeft de gemeente "ad hoc ambitie" (lage ambitie)) > Het milieubeleidsplan 2006-2009 is met 1 jaar verlengd; > Gemeente kiest voor het opstellen van een samenhangend klimaatbeleid conform BANS en vertaalt energiedoelen door naar andere beleidsvelden (wonen, RO, economie etc.); > Er is door de gemeente een laag ambitieniveau vastgesteld voor de milieuthema's: duurzame energie/klimaatbeleid. Dit houdt in dat er in principe geen uitvoering wordt gegeven aan dit thema! Voor sommige projecten wordt gekeken of de gemeente op ad hoc basis kan deelnemen. > De gemeente hecht veel waarde aan groen en duurzaam klimaat beleid en heeft daarom een aparte website opgericht (http://www.edehoudtvandetoekomst.nl/home.html). Hier staan oa klimaatplan, uitvoeringsprogramma klimaat en eindrapportage klimaatbeleid; > Vanaf 2011 wordt GFT afval van de gemeente vergist voor opwekking van duurzame energie; > In het uitvoeringsprogramma klimaat 2009-2012 staan 5 grootschalige duurzame energie-opties (windturbines, GFT voor duurzame energie, vergroten inzet gem. biomassa, onderzoek inzamelstructuur houtfractie landschapbeheer, stimuleren bioenergie initiatieven); >In het klimaatplan 2009-2012 staat het doel ongeveer 600 Terajoule uit lokale hernieuwbare bronnen te benutten. Hiertoe moeten oa projecten als biomassa, koud/warmte opslag en windpark A30 bijdragen; >Doel: faciliteren van minimaal drie bio-energie-initiatieven (in het kader van het regiocontract 2008-2011); > Educatieprojecten voor scholen; > Gemeente Ede stimuleert, adviseert en faciliteert veehouders die mestvergisting op hun bedrijf willen toepassen. (afd. vergunningen). > In het milieubeleidsplan Eemnes staat weinig genoemd omtrent energie, zet hoofdzakelijk in op "energie besparking"; > Gemeente werkt samen met Natuur- en milieueducatie (NME) om lessen voor leerlingen te verzorgen; > Eemnes heeft een nieuw Klimaatbeleid. Hierin staat een duidelijke ambitie voor duurzame energie (pagina 18);
Concept Actieplan Energie en Klimaat Stichting Vernieuwing Gelderse Vallei en Heel de Heuvelrug
Versie 5, 12 september 2011 Renske Zwart
[email protected],
[email protected], 06-18300583 31
2011-2014
> Klimaatbeleidsplan 20092012 > Ede uitvoeringsprogramma 20092012 > Website edehoudtvandetoe komst.nl
> Milieubeleidsplan Eemnes 2008-2012 > Klimaatbeleidsplan 20112020
8 Ermelo
9 Leusden
10 Nijkerk
> Gemeente hanteert 3 speerpunten voor de ontwikkeling van duurzame energie: - Duurzame energie en energiebesparing in bestaande woningbouw; - Duurzame energie voor de agrarische sector - Mogelijke inzet van gemeentelijke biomassastromen voor duurzame energie > Komt geen invulling aan windenergie; > Vanuit de gemeente krijgt de agrarische sector speciale aandacht omdat hier zich een groot deel van het bio-energiepotentieel bevindt (bijvoorbeeld mestvergisting). > Gemeente geeft duurzaamheidslening voor o.a. zonnepanelen, warmtepomp etc. > In het Klimaatactieplan 2009-2012 staat een overzicht met projecten. Weinig projecten gericht op het landelijk gebied; > Gemeente heeft specifiek middelen beschikbaar voor Duurzame Energie. > Wordt een aardgasvulpunt gerealiseerd in de gemeente; > De regio heeft onder andere ten doel gesteld minimaal één mestvergistinginstallatie, één bio-energie-installatie; > Voor het realiseren van duurzame energieopties wordt actief samengewerkt met de markt; > Het huidige beleid waarbij initiatieven gestimuleerd en actief ondersteund worden en er afspraken worden gemaakt over toepassen van duurzame energiesystemen wordt voortgezet; > In 2020 zal 20% van het energieverbruik in Nijkerk bestaan uit duurzame energie. Speerpunt is bio-energie en in mindere mate windenergie; > In 2012 zal 50% van het gemeentelijke wagenpark rijden op biobrandstof; > Hanteren van verruimde terugverdientermijn om inzet van energiemaatregelen mogelijk te maken; > gemeente wil "duurzaamheidsdenken" uitdragen (samenwerking, communicatie en educatie); Projecten (o.a.): > Project communicatie over klimaat- en energieprojecten opstarten (ambitie) > Implementatie van een energiemanagmentsysteem (ambitie) > Projectproject starten met LED-verlichting (ambitie) > Onderzoeken naar opwekken van duurzame energie (bio-energie, windmolens, vergisting, etc.) in de regio (taak); > Bijdrage leveren op regionaal niveau aan doelstelling m.b.t. duurzame energie (taak) > Onderzoek naar effectiviteit en haalbaarheid inzet kleinschalige windturbines (ambitie);
Concept Actieplan Energie en Klimaat Stichting Vernieuwing Gelderse Vallei en Heel de Heuvelrug
Versie 5, 12 september 2011 Renske Zwart
[email protected],
[email protected], 06-18300583 32
> Klimaatbeleid (zie korte samenvatting op de website)
> Klimaat actieplan 20092012 > Milieubeleidsplan 2009-2012
> realisatie aardgasvulpunt (taak) 11 Putten
12 Renswoude
13 Rhenen
14 Scherpenzeel 15 Soest
16 Veenendaal
> Er is een beleidsplan t/m 2012, staat niet op de site; > Gemeente putten zit in Regionaal klimaatactieplan (Noord-Veluwe) met 7 andere gemeenten. Dit bestaat uit 41 projecten die tot doel hebben om de klimaatverandering een halt toe te roepen en zuinig om te gaan met grondstoffen. > In een raadsvoorstel wordt verwezen naar een milieujaarprogramma en -verslag dat wordt opgesteld door omgevingsbeheer (niet online te achterhalen) Telefoonnotitie: De gemeente heeft het meeste werk uitbesteed bij Milieudienst ZuidOost-Utrecht. Zie voor meer info punt 21 uit deze tabel. > Er wordt jaarlijks een milieuprogramma geschreven; > Campagne "rijden op aardgas"; > Energie scans; > Stimuleren onderzoek collectieve duurzame energie- installaties; > Benutten van duurzame energieopties; > De Raad heeft de ambitie om in 2030 klimaatneutraal opereren; > Bij renovatie en onderhoud wordt naar duurzame en energiebesparende maatregelen gekeken. Gemeente zet in op besparing bij woningen. Verder op de website niks te vinden over klimaat of energie. > Er is SLOK- subsidie en eigen gemeentelijke bijdrage voor dekking van klimaatprojecten; > Zie bijlage v/h Duurzaamheidsplan voor Overzicht Duurzaamheidsprojecten; > Beperken restafval en zwerfafval; > Warmte winning uit afvalwater; > Lesmateriaal voor Natuur- en Milieu educatie (volgens NME kwaliteitsmeter); > Organisatie is in 2015 klimaat neutraal; > Duurzaam inkopen per 2015 op 100%; > 100% opwekking duurzame energie gem. gebouwen; > Eigen voertuigen op alternatieve brandstoffen. > Veenendaal heeft 2009 triple-aaa status gekregen voor klimaatbeleid (klimaatverbond) > Gemeente Veenendaal heeft een vooruitstrevend klimaatbeleid, helaas is deze niet op de website te achterhalen;
Concept Actieplan Energie en Klimaat Stichting Vernieuwing Gelderse Vallei en Heel de Heuvelrug
Versie 5, 12 september 2011 Renske Zwart
[email protected],
[email protected], 06-18300583 33
-
-
>Milieu programma 2011 >Milieu Beleidsplan
> Duurzaamheidplan 2010-2014
-
17 Wageningen
18 Woudenberg
19 Zeist
> Kansen kaart Bio-energie (zie website gemeente); > Oprichting en deelname stichting zonne-energie Wageningen; > Bedrijven en particulieren minimaal 20% besparen op elektriciteitgebruik; > Verminderen CO2 reductie, o.a. door: verbeteren fietsroutenetwerk + fietsparkeren; > Voor alle landbouwbedrijven: overschakelen naar hernieuwbare energiebronnen (inkoop groen stroom, zon, wind en bio-energie) en het verminderen van het gebruik van kustmest en bestrijdingsmiddelen; > 100% duurzaam inkopen per 2015; > klimaat neutraal 2030. >Op de website staan o.a. de volgende klimaatambities geschreven: - Gemeente wil zelf het goede voorbeeld geven; - t.o.v. 2007 wordt in 2012 10% minder energie gebruikt bij o.a. bestaande bouw; - Gemeente beheert klimaat/energie op een actief niveau zoals geformuleerd op de prestatie kaarten Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC) en Energie Prestatie op Locatie (EPL) van senternovem. >Weinig info op de website. > De Milieudienst Zuidoost-Utrecht, hét kenniscentrum in de regio voor duurzaam wonen, leven en werken. Ze voeren omgevingstaken uit voor de gemeenten Bunnik, De Bilt, Renswoude, Rhenen, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Vianen, Wijk bij Duurstede en Zeist. Zeist stelt bij de milieudienst €850.000,- (12.200uren) ter beschikking voor de uitvoering van de milieutaken (o.a. energie/klimaat); > In het Milieubeleidsplan (pag. 9) wordt gesproken over een "gebiedsgericht milieubeleidsplan". Hierin wordt per gebiedstype (bv. woongebied, natuurgebied) aangegeven wat de kwaliteitscriteria zijn op o.a. het gebied van klimaat. Het is nog onduidelijk of dit gebiedsgericht milieubeleidsplan al bestaat); > Zeist heeft voor 2004-2008 subsidie gekregen vanuit BANS-klimaatconvenant; > Gemeente streeft naar een voorlopend klimaatbeleid. In het uitvoeringsprogramma Klimaat worden projecten geformuleerd die bijdragen aan de gestelde rijksdoelstellingen (versie van 2010(!) toegevoegd); > Gemeente wil het tempo van energiebesparing komende jaren verdubbelen van 1% naar 2% per jaar.
Concept Actieplan Energie en Klimaat Stichting Vernieuwing Gelderse Vallei en Heel de Heuvelrug
Versie 5, 12 september 2011 Renske Zwart
[email protected],
[email protected], 06-18300583 34
> Samenvatting routekaart 2011 >Eindrapport IKS planstudie
-
> Milieubeleidsplan 2008-2011 > Uitvoeringsprogramma 2010
20 Goois Natuur Reservaat
Telefoonnotitie: het Gooisnatuurreservaat gaat voor de eigen organisatie een duurzaamheidsscan uitvoeren. Deze gaan ze ook aan het bestuur presenteren (wethouders etc.). Verder voeren ze voor de diverse gemeenten geen beleid of projecten op dit gebied uit. Ze hopen echter wel dat de energiescan een eerste aanzet is en ze zouden in de toekomst een partij kunnen vormen die zich voor Energie en Klimaat inzet (wens). 21 Gemeente > Huidige Milieubeleidsplan loopt tot 2012; Utrechtse > In 2035 hele gemeente klimaatneutraal (gemeentelijke organisatie in 2015); Heuvelrug > Op de website van de gemeente worden diverse handreikingen gedaan voor bedrijven om duurzame energie te promoten, zo wordt gerefereerd naar: - Programma Energie Onderzoek Subsidie (EOS); - Energie-investeringsaftrek (EIZ) - Subsidieregeling duurzame energieproductie (SDE) > In de samenvatting van het Milieubeleidsplan wordt aangegeven dat wind- en zonneenergie niet voor de hand ligt maar dat biobrandstof een interessantere optie is; > Gemeente is aangesloten bij de Milieudienst zuidoost Utrecht; > In het Milieubeleidsplan wordt Duurzame landbouw als voorbeeld sector genoemd voor duurzame economische ontwikkeling; > Gemeente maakt gebruik van het “afwegingskader duurzaamheid”. Bijlage 1 v/h milieubeleidsplan; > Project 24 (Haalbaarheidsstudie naar lokale biomassacentrales) in het Milieubeleidsplan, onduidelijk of dit project uitgevoerd is, geeft wellicht aanknopingspunten; > Project 25 (Landschap geeft energie) in het Milieubeleidsplan, betreft een 3 jarig proefproject om snoeihout af te voeren naar bestaande biomassacentrales. 22 Milieudiens > De Milieudienst Zuidoost-Utrecht, hét kenniscentrum in de regio voor duurzaam t zuidoost wonen, leven en werken. Wij voeren omgevingstaken uit voor de gemeenten Bunnik, De Utrecht Bilt, Renswoude, Rhenen, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Vianen, Wijk bij Duurstede en Zeist. Telefoonnotitie: Milieudienst heeft in het verleden de SLOK subsidie gedaan voor de gemeenten, en ze adviseren aan de gemeenten. Ook voeren ze projecten op dit vlak uit. Daarnaast wordt op dit moment gekeken of ze gezamenlijk kunnen aanbesteden op gebied van biomassa (afvalstromen). Concept Actieplan Energie en Klimaat Stichting Vernieuwing Gelderse Vallei en Heel de Heuvelrug
Versie 5, 12 september 2011 Renske Zwart
[email protected],
[email protected], 06-18300583 35
Bijlage 2 Overzicht bestaande financieringsmogelijkheden Energie en Klimaat Meer kansrijk: Naam SLOK (Senternovem), Stimulering lokale klimaatinitiatieven SDE+ (Subsidieregeling duurzame energieproductie) Subsidieregeling voor duurzame stallen (LNVBM) EIA Energie investeringsaftrek Energiesubsidiewijzer
ARK programma (Nationaal programma adaptatie ruimte en klimaat) Programma DEN +Agentschap NL
Energie Convenant (Utrecht)
Gemeente Leusden
Minder kansrijk: Naam IKS2, Innovatieprogramma klimaatneutrale steden 2 Marktintroductie energie-innovatie
1
Wat Rijksuitkering voor provincies en gemeenten. Gericht op duurzaamheid en CO2reductie.
Link1 Ja
Rijkssubsidie ter bevordering van de productie van duurzame energie die relatief goedkoop is op te wekken. Bleker heeft toegezegd de subsidieregeling voor duurzame stallen flink uit te breiden. Nog weinig info over gevonden. Met EIA kan je als ondernemen 41,5% van de investeringskosten aftrekken van de fiscale. Een energiesubsidiewijzer. “voor welke subsidie of regeling kom je in aanmerking”. Deze link staat o.a. op de website van Amersfoort. Een programma gericht op klimaatbestendig maken van Nederland.
Ja
Agentschap NL voert overheidsbeleid uit op het gebied van verduurzaming van de energievoorziening en ondersteunt dit met regelingen op het gebied van financiering, implementatie, kennis en innovatie. Het programma DEN is een kennis- en implementatieprogramma. Op deze site vindt u informatie over overheidsbeleid en publicaties over duurzame energie. De provincie Utrecht en LTO Noord willen de energiebesparingsdoelstelling die het Rijk voor de landbouw heeft vastgesteld (20% minder energie in 2020) al in 2015 realiseren. Hiervoor hebben de provincie Utrecht en LTO Noord een energieconvenant getekend. Lening van 2% voor o.a. zonnepanelen, zonneboiler, warmte pomp etc.
Ja
Ja
Ja Ja
Ja
Ja
Ja
Wat Tbv innovatie projecten gericht op klimaatneutrale stad(!).
Link Ja
Op dit moment niet aan te vragen. Gericht op glastuinders. Subsidie voor: semigesloten kassystemen en overige innovatieve
Ja
Klik op het woord ‘Ja’ in de kolom link, om de bijbehorende website te openen.
Concept Actieplan Energie en Klimaat Stichting Vernieuwing Gelderse Vallei en Heel de Heuvelrug
Versie 5, 12 september 2011 Renske Zwart
[email protected],
[email protected], 06-18300583 36
Green Deal
NER 300 (NER300NL)
Energy Valley
TASC Duurzame warmte voor bestaande woningen
energiesystemen. Liep tot 1 juni 2011, onduidelijk of er een vervolg komt. Is gericht op projecten voor energiebesparing of opwekking van (lokale) duurzame energie. Tender momenteel verlopen. Doel van de regeling is de ontwikkeling van innovatieve productie op het gebied van de afvang en opslag van CO2 en hernieuwbare energiebronnen. Netwerkorganisatie voor 3 noordelijke(!) provincies. Samen met publieke en private partners geeft de organisatie invulling aan regionale groeikansen v/d energiesector. Wellicht aanknopingspunt voor samenwerkingsverbanden in regio vallei/heuvelrug? Publiekprivate samenwerking gericht op wetenschappelijk onderzoek (o.a. op energie). Subsidieregeling ‘duurzame warmte’ stelt subsidie beschikbaar voor eigenaren van bestaande woningen die en zonneboiler, warmtepomp of micro-warmtekrachtketel installeren.
Concept Actieplan Energie en Klimaat Stichting Vernieuwing Gelderse Vallei en Heel de Heuvelrug
Ja
Ja
Ja
Ja Ja
Versie 5, 12 september 2011 Renske Zwart
[email protected],
[email protected], 06-18300583 37