Tekst: Jos Lichtenberg, voorzitter Slimbouwen
Duurzaamheid als kans Het onderwerp duurzaamheid brengt veel in beweging. Overheden moeten duurzaam inkopen en ook particuliere opdrachtgevers wegen duurzaamheid steeds steviger mee in hun koopbeslissing. Soms verliezen gevelbouwers orders, omdat de propositie milieutechnisch slecht heeft gescoord en dat wekt verwarring in een wereld waarin we nog denken dat het vooral om prijs gaat. De veranderende wereld biedt echter ook enorme kansen. Als relatieve buitenstaander kijk je met verwondering naar de aanbodwereld waar aanbieders duurzaamheid op materiaalniveau uitvechten. Beton, staal, hout en kunststof zetten zich tegen elkaar af. Vaak ook nog slechts op onderdelen van duurzaamheid. Bijvoorbeeld de CO2 emissie per ton materiaal. Heel soms wordt de vergelijking op functioneel niveau gemaakt en worden componenten vergeleken.
Het ene materiaal heeft immers minder kilo’s nodig om een functie zoals een balk of een kozijn te vervullen dan het andere. Heel soms wordt er wat breder dan alleen naar CO2 gekeken. Integraal noemen we dat dan. De verwondering is dat terwijl het kruit op een vanuit de gebruiker gezien weinig interessant onderdeel wordt verschoten er enorme kansen op gebouwniveau blijven liggen. Het echte integrale niveau zit namelijk niet op materiaal- of componentniveau, maar op gebouwniveau. Daar wordt de strijd echt
beslecht. Inno-Experts en de Stichting Slimbouwen voerden in opdracht van de VMRG een studie uit naar de duurzaamheidkansen voor metaal op gebouwniveau. De studie werd gebaseerd op de kernwaarden van Slimbouwen: enerzijds het bereiken van economische efficiëntie en anderzijds het streven naar aan duurzaamheid te linken waarden als flexibiliteit, reductie van materiaal en energiezuinigheid alsmede een hoger kwaliteitsniveau (architectuur, geluidsisolatie, comfort, etc.). Zonder nu de hele studie te bespreken, wordt in ieder geval duidelijk dat het onderwerp flexibiliteit een belangrijk aspect is waarbij metaal een belangrijke duurzaamheidwaarde voor de klant realiseert. Inno-Experts baseert zich daarbij nadrukkelijk op een perspectief vanuit de echte klant, de zogenaamde lange termijn stakeholder. Park 20|20; duurzaamheid op gebouwniveau
58
Dat is degene die lang met het onroerend goed verbonden is en belang heeft bij een goed beheer. Denk aan corporaties en beleggers, maar ook aan particuliere opdrachtgevers en vaak ook gemeentes die wellicht niet eigenaar zijn maar wel vanuit het gebied of de wijk belanghebbende zijn. Het is niet zo dat duurzaamheid gezien door een Greencalc, Breeam of GPR-gebouw bril door het toepassen van Slimbouwen spelregels automatisch gewaarborgd is. Wel creëer je met Slimbouwen een economisch gezonde basis en scoor je al van nature op diverse onderdelen van de genoemde instrumenten. Bij GPR-gebouw, waar het flexibiliteit aangaat, het meest. Staal en aluminium hebben sinds het ontstaan van Slimbouwen van nature een belangrijke rol opgeëist. Vanuit Slimbouwen is er nooit een materiaalvoorkeur uitgesproken, maar waar ook betonskeletten denkbaar zouden zijn, blijkt bij de gerealiseerde projecten staal prominenter aanwezig te zijn en liggen ook lichtere vloeren, vliesgevels en systeemwanden meer voor de hand. Bij al deze systemen komt een drager van al dan niet koudgevormd staal of aluminium relatief veel voor. Overigens zouden hier ook voor hout en kunststof goede mogelijkheden liggen, maar vooralsnog valt vooral de aanwezigheid van metaal op. Al met al levert de studie het inzicht op dat waar de sector zich nu op materiaalniveau druk maakt er nog weinig aandacht is voor de gebruikswaarde op gebouwniveau, terwijl juist daar op duurzaamheid van nature hoog wordt gescoord. De sector is ergens goed in zonder het zelf door te hebben, zo lijkt het. Om de bijbehorende erkenning te krijgen moeten de meetinstrumenten dan wel Slimbouwen kernwaarden als materiaalreductie en flexibiliteit evenwichtiger gaan meewegen. Daar zal naar verwachting met de komst van het nieuwe bouwbesluit meer druk op komen te staan. Voor het eerst zullen hierin duurzaamheidaspecten als flexibiliteit (adaptief vermogen) aandacht gaan krijgen. ❚
Jos Lichtenberg, voorzitter Slimbouwen
59
Duurbeproeving vergrendeling conform EN 12209
Tekst: ir. Jeroen Boersma, SKG
Gek van duurzaamheid Duurzaamheid. Duurzaamheid. Hebt u dat ook wel eens dat u denkt: duurzaamheid, gek word ik van duurzaamheid (vrij naar Dominee Gremdaat). De één heeft het over energiekosten, de ander over materiaalgebruik, weer een ander over lange levensduur van comfort en uitstraling. Allemaal hebben ze (deels) gelijk, en vaak is het (behoorlijk) opgeklopt.
Het begrip duurzaamheid is al enige tijd aan inflatie onderhevig en tegelijkertijd blijft het een dermate aantrekkelijk woord, dat het gebruikt blijft worden. Die inflatie neemt ook niet weg, dat er reële behoeftes aan ten grondslag liggen en dat er zinvolle prestaties worden neergezet in het kader van duurzaamheid.
60
Afwegingen De veelheid van aspecten die er onder gevangen kunnen worden, maken het lastig duurzaamheidclaims onderling te vergelijken. Dit heeft geleid tot allerlei pogingen verschillende aspecten te beprijzen of van een puntenwaardering te voorzien. Eén hele fraaie manier daarvan
is DBFMO (Design, Build, Finance, Maintain & Operate), ook wel bekend onder PPS (publiekprivate samenwerking). Kern is dat een opdrachtgever niet langer de opdracht geeft tot een bouwwerk, maar tot het leveren van huisvesting en dienstverlening over een periode van circa 25 jaar. En daarbij worden onderhoud, reparatie,
Duurtestopstelling voor o.a. scharnieren, sloten, paniekbalken en deurdragers
Duurtestopstelling gevelelementen Duurbeproeving krukgarnituur conform EN 1906
beveiliging, schoonmaak en facilitaire diensten meegenomen. Dit leidt tot zeer interessante afwegingen in het ontwerpproces. Pas ik een hoge isolatiewaarde toe, of accepteer ik hogere stookkosten? Gebruik ik tegels of toch maar een gietvloer die eenvoudiger is schoon te maken? Glas dat niet gewassen hoeft te worden, schilderwerk dat weinig onderhoud nodig heeft, een automatische deur die niet meer kan beschadigen door te hard dichtgooien, alles met een terugverdientijd van meer dan 10 jaar wordt in dit concept toch ineens toegepast.
Lange termijn effecten En de gebruiker betaalt naar beschikbaarheid. Is de temperatuur van de ruimte buiten de opgegeven spec, stopt de betaling en die wordt pas weer hervat als de temperatuur op peil is. Is een kantoor niet beschikbaar omdat het tapijt vervangen moet worden, dan wordt er even niet betaald. De overheid heeft een aantal panden onder PPS gerealiseerd
en rekent met 15% kostenreductie. Natuurlijk zijn er ook haken en ogen. Wat is normaal gebruik? Hoe realiseer je aanpassingen gedurende 25 jaar? Er komen heel wat juristen aan te pas voordat de contracten getekend kunnen worden. Maar er is oog voor de effecten op de lange termijn, het is voor beide partijen financieel aantrekkelijk èn het is duurzaam.
Testen gericht op lange termijn Een bouwer (eigenlijk een “faciliteerder”) die betrokken is bij PPS gaf aan dat vele toeleveranciers nog niet mee willen of mee kunnen in deze aanpak. “Welke slotenleverancier kan aangeven hoeveel onderhoud er nodig is in 25 jaar tijd?”, was zijn vraag. Toevallig was hij aan het goede adres. SKG biedt inmiddels heel wat mogelijkheden voor hang- en sluitwerkleveranciers en gevelbouwers om producten over een lange termijn gebruiksperiode te laten beoordelen. Er zijn productnormen voor deuren,
ramen, sloten, scharnieren, beslag, cilinders, drangers, paniekbalken, etc. Komend jaar worden die aangevuld met nieuwe normen voor meerpuntssluitingen en elektronische noodopeners. Naast duurbeproevingen worden aanvullend bijvoorbeeld corrosiewerendheid, bestandheid tegen onvoorzichtig gebruik en inbraakwerendheid beoordeeld. Duurbeproevingen worden in de meeste gevallen uitgevoerd in testdeuren. Zo worden 200.000 bewegingen uitgevoerd binnen 3 à 4 weken. Dit kan vergeleken worden met een toegangsdeur die op werkdagen 10 jaar lang 10 keer per uur wordt geopend en gesloten. Daarbij kan de fabrikant aangeven hoe en hoe vaak er gesmeerd moet worden. Soms geldt daarvoor een minimum aantal tussenliggende cycli. Vaak is tussentijds onderhoud helemaal niet nodig. Op verzoek van de klant kan een specifiek beoordelingsprotocol worden afgesproken of er kan getest worden met een specifieke deurconfiguratie. Daarbij kunnen specifieke zaken mee onderzocht worden: hoger deurgewicht, hogere tochtrubberdruk, hogere sluitkracht (om een verkeerd afgestelde dranger na te bootsen), etc. Dit stelt de leverancier in staat om voor langere tijd achter zijn product te staan. Hij hoeft niet noodzakelijkerwijs zijn product te “verdiensten”, hij kan ook zijn product met een lange garantietermijn aanbieden, òf met een onderhoudscontract.
Denkomslag Het zal een denkomslag zijn voor veel partijen. Ontwerpers die teruggestuurd werden omdat het ontwerp “onverkoopbaar duur” werd, moeten wellicht iets langer aan tafel blijven zitten. En duurtesten die werden afgebroken bij 100.000 cycli, moeten wellicht worden voortgezet tot 1 miljoen cycli. ❚
61
Aan de spoorzijde ligt tussen de zijvleugels de brede opgang en het entreegebied.
Life College in Schiedam op een bijzondere locatie gebouwd
Veilig tussen spoor en snelweg Het is een merkwaardige plek voor een schoolgebouw: achter het spoor, vlak naast station Schiedam en pal tegen de drukke A20. Schieveste heet de strook grond – tachtig tot tweehonderd meter breed en twee kilometer lang – en er liggen ambitieuze plannen voor bebouwing. Als eerste is aan het smalle oosteinde van de strook een uit de kluiten gewassen school voor VMBO en MBO gerealiseerd, het Life College. Het U – vormige complex, ontworpen door SP Architecten, biedt plaats aan zo’n duizend leerlingen en heeft een bruto vloeroppervlak van 12.686 vierkante meter. Het zal geen verwondering wekken dat er maar liefst 34 verschillende glaspakketten in de gevels zijn aan te treffen.
Het Life College heeft een heldere structuur: in de zijvleugels van de U – vorm zitten de afdelingen – links het MBO, rechts het VMBO – en in het middenstuk bevinden zich de aula, een onderwijsplein, restaurant, de centrale entree, kantoren
62
en andere algemene functies. In de opvallende, groen, geel en grijs gekleurde bovenste verdieping zijn sportfaciliteiten en techniekruimten gehuisvest. Deze constructie wordt gedragen door de constructieve kernen in de zijvleugels. De hoofdentree
van de school ligt in de armen van de U – vorm aan een groot plein aan de spoorzijde (zuid) en is te bereiken via luie brede trappen die je direct op de eerste verdieping brengen. Het meeste geveloppervlak is opgetrokken uit oranje metselwerk.
Vijftig procent Aluverre Gevelbouw kreeg de opdracht voor alle ramen, deuren en vliesgevels. In totaal zijn er 1590 vierkante meter vliesgevel en 295 kozijnen geplaatst, respectievelijk van het Schüco- systeem FW50+ en AWS65. Voor Jan Smit, directeur van Aluverre Gevelbouw, was vooral de diversiteit aan glastypen een belangrijk gegeven. “Er zitten 34 verschillende glastypen in het gebouw: thermisch isolerend, zonwerend, brandwerend, doorvalbeveiligd en natuurlijk geluidswerend [tot 46,1 dBA, Red.] en dat in allerlei combinaties. Dat leidde soms tot vijf centimeter dikke glaspakketten. Zelfs in één vliesgevel kun je vier soorten aantreffen. De grote vliesgevel aan de snelwegkant voor de aula heeft bijvoorbeeld drie niveaus geluidswering, doorvalbeveiliging en brandwering om doorslag bij de verdiepingsvloer te voorkomen. Dan is het niet zo vreemd dat van zo’n vliesgevel vijftig procent van de kosten in het glas gaan zitten waar dat normaliter twintig zou zijn”. Een andere complicerende factor was het kleurgebruik. Smit zegt hierover: “Er zijn vijf verschillende kleuren in de gevels toegepast: grijs, groen, donkergroen, wit en geel. Het mag duidelijk zijn dat het logistieke deel van deze opdracht geen doorsnee verloop kende!” Het totaalresultaat is opmerkelijk. Op een plek die voortdurend belaagd wordt door geluid en uitstoot van motorvoertuigen, staat een school. Gek genoeg is die snelweg juist een decor voor de gebruikers van de school; daarom is bijvoorbeeld het restaurant als een amfitheater georiënteerd op die snelweg. En zit iedereen veilig achter glas. ❚
Open hoek met vliesgevels in de VMBO – vleugel
Life College aan de snelwegzijde (noord). De bovenste verdieping wordt schijnbaar gedragen door twee grijze blokken. Tussen deze blokken bevindt zich de grote gevel van de aula. De opvallende, bovenop “liggende” sportverdieping heeft een 5,6 meter hoge gevel met zonwerend doorzichtglas en panelen in twee kleuren.
Bouwinfo Opdrachtgever Ontwerp Uitvoering Gevelbouwer Systeemleverancier Glasleverancier Tourniquet
Lentiz Onderwijsgroep, Vlaardingen SP Architecten, Waddinxveen Bouwonderneming Stout bv, Hardinxveld-Giessendam Aluverre Gevelbouw, Hardinxveld-Giessendam Schüco Nederland, Mijdrecht Saint-Gobain, Amersfoort Boon Edam, Edam
63
Het nieuwe hoofdkantoor van de Van Leeuwen Pipe and Tube Group in het Zuid-Hollandse Zwijndrecht bestaat uit 2 door een atrium verbonden, met natuursteen beklede gebouwen. Voor het ontwerp liet Lugten Malschaert Architecten zich inspireren door rivierdijken met basaltkeien en rietkragen. BRS Building Systems, een specialist in maatwerkconstructies van staal en glas, mocht het energiezuinige kantoorgebouw op innovatieve wijze verbinden.
Staal en duurzaam koud gebogen glas verbinden 2 kantoorvleugels in Zwijndrecht
'Wij produceren transparantie' Duurzaam is het gebouw geworden door een WKO-systeem en de zonnecollectoren op het dak; zelfs op de fietsenstallingen zijn PV-cellen
64
voorzien. Een ander innovatief element: het water van de sprinklerinstallatie wordt aangevoerd via de boogspanten van het atrium.
Werkelijk vernieuwend is echter de combinatie tussen duurzaamheid in gebruik en energieproductie enerzijds, en uitstraling en werkklimaat
onze basis als staalconstructeur. Wij hebben veel geïnvesteerd in de samenwerking met architecten en daaruit volgend groeide ons bedrijf door tot een ontwikkelende staalconstructeur met een specialisme in architectonisch staal en glas, meer specifiek zelfs koud gebogen glas. Er zijn er niet zoveel die dat laatste beheersen in ons land”.
Bouwintegratie
anderzijds – met een belangrijke rol voor het verbindende atrium. “Het is niet zozeer de vraag wat kan je, maar of je de vraag van de opdrachtgever kunt beantwoorden”,
zegt BRS-directeur Peter Thun om te beginnen. “Wij noemen onszelf ook liever geen gevelbouwer, maar ontwikkelen gevelsystemen op maat. Dat is natuurlijk zo gegroeid vanuit
Het hoofdkantoor van de Van Leeuwen Pipe and Tube Group in Zwijndrecht, dat op 13 september 2011 werd geopend door Prinses Máxima, heeft een atriumoverkapping bestaande uit koud gebogen isolatieglas met zonnepanelen. Op deze manier combineert het gebouw energiezuinigheid met energieproductie. 85% van de opvallende zonne-energie wordt omgezet in elektriciteit. Lugten Malschaert Architecten benaderde BRS Building Systems voor de productie van het 200 m² tellende, hoog-gespecificeerde atriumdak. De architect koos daarbij voor geperforeerde PV-cellen met 10% celtransparantie voor een hightechuitstraling en een visueel gelijkmatige lichtinval. Thun: “Van buiten af lijkt het dak ondoorzichtig, maar van binnenuit wordt het licht op precies de goede wijze gefilterd met behoud van zicht naar buiten toe. Zo ontstaat een ideale combinatie van lichtinval, werkbaarheid, rendement en energieprestaties. Wij gaan op dit gebied steeds een stap verder. Hoe? Door te kiezen voor toeleveranciers en/of mede-ontwikkelaars met ruime ervaring in bouwintegratie; wij zijn bovendien volledig onafhankelijk in de keuze van die toeleveranciers. Elk project vraagt tenslotte om een maatwerkbenadering en wij zijn vaak de spil; dan kies je voor de beste oplossing op dat moment voor het betreffende project”. ›
65
Rank BRS Building Systems leverde ook een brandwerend trappenhuis en de transparante liftschacht voor het atrium. Thun: “Het geheel is een combinatie van duurzaamheid en esthetiek”. De grote glasvlakken van de gevel van het atrium accentueren het volume; de 18 meter hoge gevel kent maximaal doorzicht dankzij een slanke buis- en kokerconstructie; in totaal werden 30 ruiten gebruikt van 1800x3100mm. De keuze voor koud gebogen glas is vaak een esthetische, erkent Thun, “maar dat hoeft niet te betekenen dat het minder presteert; alle glasdiktes en prestatievarianten zijn te leveren in deze vorm, maar het buigen en de montage is en blijft een specialisme”.
Bouwinfo Opdrachtgever Ontwerp Uitvoering Leverancier zonnepanelen Glasoppervlak atriumdak Opleverdatum
Een specialisme dat voortkomt uit een marktvraag, benadrukt Thun. “Wij maken ook luifels, windschermen en zijn wereldwijd één van de belangrijkste spelers op het gebied van 'speedgates' (snel te openen toegangspoorten voor parkeergarages e.d.). Noem ons maar een ontwikkelaar van glas- en staalconstructies
Van Leeuwen Pipe and Tube Group Lugten Malschaert Architecten Slavenburg bv met koud gebogen glas en staalconstructie: BRS Building Systems B.V. 200 m² 2011
onder architectuur in dit verband, maar wij zijn zo breed als de markt van ons vraagt. Onze producten zijn in alle gevallen rank, slank en licht omdat veel van de door ons ontwikkelde objecten in het zicht staan en onder architectuur geëngineerd worden. Wij produceren transparantie”. ❚
De VMRG-Kwaliteitseisen en Adviezen 2012 zijn uit De nieuwe uitgave van de VMRG-Kwaliteitseisen en Adviezen® 2012 is beschikbaar. Dit kwaliteitshandboek van de VMRG wordt jaarlijks vernieuwd met de meest recente eisen en adviezen voor de gevelbranche. De belangrijkste aanvullingen dit jaar betreffen een extra hoofdstuk over zonne-energie, het toevoegen van milieuaspecten van staal en een aanvulling over reinigen bij hoge buitentemperaturen.
66
In het boek zijn de geldende VMRGAlgemene Voorwaarden 2003 en de complete VMRG-leden - en partnerlijst opgenomen. Iedere bouwprofessional dient dit document in zijn bezit te hebben om op de hoogte te zijn van de actuele kwaliteitseisen van metalen gevelelementen.
Alle VMRG-leden zijn in het bezit van dit keurmerk en leveren en produceren conform deze eisen.
Deze VMRG-Kwaliteitseisen en Adviezen 2012 worden op 1 januari 2012 geldig. Uiteraard kan dit document al op een eerder tijdstip van kracht
De VMRG-Kwaliteitseisen en Adviezen 2012 zijn verkrijgbaar bij de VMRG voor € 53,-- per stuk en te bestellen met het bestelformulier
verklaard worden, indien dat onderling en schriftelijk overeengekomen wordt. Dit kwaliteitsdocument vormt de basis van het VMRG-Keurmerk®.
(zie www.vmrg.nl/contact/ informatie-aanvragen) of aan te vragen per telefoon 030-6053644 / e-mail
[email protected]. ❚
MEESTERSTUK
MR.BETTINA
Sti
HERTS TEIN MEESTERSTUK
Hybride is hot
Onlangs overlee Mulisch. Volgen van ‘De Grote D stond onmidde opkomende en klaar om onze t met verhalen o voor H.M.. Zond ze allemaal reu geraakt door di enkeling werd h als ‘de Homeru De inspiratie do echter niet gara eigen scheppen Mulisch adepte niet geoorloofd ondenkbaar. Oo een niet onbeke
MR. BETTINA
HERTSTEIN
H
ybride is helemaal ‘in’. In de zoektocht naar duurzaam gebruik van brandstoffen zag de eerste auto die op benzine maar ook op elektriciteit kan rijden reeds jaren geleden het levenslicht. Overigens is de ouderwetse muilezel de daadwerkelijke ‘prius’ (Latijn voor ‘de eerdere’) van de hybride vervoersmiddelen. Immers de muilezel als kruising van een hengst en een ezelin, voldoet aan de definitie van hybride: uit twee heterogene elementen bestaand. En met distels, grove grassen en hooi is hij zuinig in het gebruik.
Ook de bouw maakt intussen volop gebruik van hybride constructies. Naast synergie van esthetische en constructieve aard zijn er veelal (kosten)besparingsmogelijkheden op het gebied van warmtewinning, isolatie en regulatie. Dat eveneens de bouwrechtjuristen al een tijdje hybridisch (mee)denken, moge blijken uit de – nog steeds veelvuldig gebruikte – Model Bouwteamovereenkomst uit 1992 van VGBouw, een rechtsvoorganger van Bouwend Nederland. De bouwteamovereenkomst kan worden gezien als de muilezel van de contracten. Hij vertoont trekjes van het traditionele bouwmodel van gescheiden ontwerp en uitvoering maar heeft tegelijkertijd kenmerken van het geïntegreerde model waarin ontwerp en uitvoering in één hand gaan. De Model Bouwteamovereenkomst gaat uit van een samenwerkingsverband tussen opdrachtgever, ontwerper en aannemer. Anders dan bij het traditionele model schuift de aannemer al in de ontwerpfase aan bij de opdrachtgever en de ontwerper en kan hij reeds
in de beginfase meedenken over het ontwerp. Door zijn uitvoeringsexpertise en kostendeskundigheid kan hij kostenbesparende materialen en/ of werkwijzen voorstellen. Zou hij het ontwerp pas onder ogen krijgen nadat het klaar is, dan kunnen de naar zijn mening benodigde aanpassingen kostbaarder uitvallen en misschien niet meer realiseerbaar zijn. De beloning voor zijn ‘meeontwerpen’ is dat hij na de afronding van de ontwerpfase de eerste en enige gegadigde is om het werk te mogen uitvoeren. Een gedetailleerde regeling over hoe tot prijsovereenstemming tussen de opdrachtgever en de aannemer dient te worden gekomen en hoe moet worden gehandeld indien geen overeenstemming wordt bereikt, is vastgelegd in het VGBouw Model. Nu de geïntegreerde contracten een opmars hebben gemaakt, kan men zich afvragen waarom een hybride contract als de bouwteamovereenkomst nog gewenst zou zijn. De meeste opdrachtgevers – zeker in de B&U bouw – willen graag zelf de teugels in handen houden bij het te realiseren project, hetgeen bij een bouwteamovereenkomst optimaal
Mr. Bettina Hertstein
www.bouwrechtbedrijf.nl
mogelijk is. Dat is bij geïntegreerde contracten minder het geval. Er zit bij de bouwteamovereenkomst echter een addertje onder het gras. Reeds in 1982 heeft de Raad van Arbitrage bepaald dat een fout in het ontwerp gemaakt in een bouwteam, niet een gezamenlijke aansprakelijkheid voor die fout inhoudt. De Model Bouwteamovereenkomst legt in navolging van deze uitspraak de verantwoordelijkheid voor adviezen en ontwerpen bij degene in het bouwteam op wiens specifieke terrein die adviezen en ontwerpen betrekking hebben, mits diegene die adviezen en ontwerpen heeft aanvaard en tot de zijne heeft gemaakt. Neem dus altijd uw eigen verantwoordelijkheid voordat u uw goedkeuring geeft aan een advies, ontwerp of constructie van een ander.
Recentelijk moe van een arbiter geboden in een opdrachtgevers aannemer de ho Deze opdrachtg aannemer, op gr van hun archite overeenkomst v twee-onder-één In de technische behorend bij de opgenomen: “He uitdrukkelijk niet van het ontwerp uitvoer te (laten) schriftelijke goedk opdrachtgevers.” E oplevering van d aannemer een b bestaande uit tw kapwoningen. De opdrachtgev bouwplan onmi het ontwerp van vertoont en derh zijn ontleend aa mening, unieke woningen. Daar nemer onrechtm van het ontwerp
Zoekt u adviezen die u tot de uwe kunt maken? De leden van de VMRG behartigen graag uw zaken!
Mr. Bettina Hertstein www.bouwrechtbedrijf.nl ❚
67
column
Green Inspirations Rob Hootsmans was van 1988 tot 1997 werkzaam bij diverse architectenbureaus waaronder Koen van Velsen en Ben van Berkel / UN studio. Naar aanleiding van het winnen van de Prix de Rome architectuur 1995, nodigde de toenmalig Rijksbouwmeester Wytze Patijn hem uit om als coördinerend architect bij de Rijksgebouwendienst aan het werk te gaan. Sinds september 2006 is hij zijn eigen bureau begonnen. Hootsmans architectuurbureau is een middelgroot bureau, gevestigd in de binnenstad van Amsterdam.
Het aanzien Zal het denken over duurzaamheid het aanzien van Nederland, en daarmee bedoel ik letterlijk het (gevel)beeld, wezenlijk kunnen gaan veranderen?
Op dit moment lijkt het begrip duurzaamheid zich vooral te beperken tot reeksen getallen, het verstrekken van ‘certificaten’ of technische vernieuwingsdrang zoals windmolens, bodemopslag en zonnecellen. Tegelijkertijd zien de meeste gebouwen die nu worden opgeleverd volgens de laatste eco-trends er niet wezenlijk anders uit dan andere gebouwen. Ze zijn net zo lelijk of net zo prachtig als minder duurzame gebouwen. Een nieuwbouw woonwijk in Almere ziet er hetzelfde uit als een woonwijk in Venlo of Emmen. De gevels, de inde-
ling van de plattegronden en de stedenbouwkundige opzet zijn allemaal gelijk. Hetzelfde geldt voor bedrijventerreinen: ze zien er overal hetzelfde uit. Allemaal grote dozen van metaal en veel glas. Goed beschouwd weet je niet meer waar je bent in Nederland! Het wordt wellicht allemaal meetbaar gezonder, maar tegelijk ook weinig vernieuwend. De vraag die zich aandient is hoe Nederland er uit zou zien als een duurzame maatregel zoals het beperken van transportbewegingen rigoureus
zou worden doorgevoerd: gebouwen worden dan gemaakt met meer lokaal specifieke technieken en materialen, door bouwers uit de buurt. Het feit dat de bodem in Venlo uit andere grondstoffen bestaat dan die van de Flevopolder en dat specialistische knowhow lokaalgebonden wordt ingezet komt daarmee tot uitdrukking in de architectuur. Op die manier moet een gebouw in Groningen er toch anders uit gaan zien dan een gebouw in Middelburg. Van eenheidsworst naar lokale delicatesse. ❚
Het dossier over groen en duurzaam bouwen is te volgen op www.vmrg.nl onder themadossiers/Green Inspirations. 68
column Er worden steeds meer hybride kozijnen en gevelelementen op de markt en in de pers gesignaleerd. Men doelt hiermee op combinaties van materialen die voorheen in de belevingswereld van velen als elkaars concurrent werden gezien. Je was voor hout en dus tegen kunststof en aluminium. Dit militante is nu toch wel echt verdwenen. Eigenlijk is die strijd onzin want gevelelementen zijn per definitie hybride. Een gevelelement is een gecompliceerde bouwcomponent die meerdere functies vervult. En die vele functies, op het gebeid van o.a. comfort, ventilatie, veiligheid, esthetica, duurzaamheid kan een gevel en een gevelelement slechts vervullen omdat het uit verschillende onderdelen en materialen is samengesteld. Zo ontleent bijvoorbeeld een pvc kozijn sterkte en stijfheid aan een metalen kern en kan een metalen kozijn aan nieuwe esthetische eisen voldoen door de binnenzijde van een houten schil en de buitenzijde van metaal te vervaardigen. Ontwerpers gaan steeds meer op zoek naar nieuwe combinaties (overigens een van de definities van de Oostenrijkse Econoom Schumpeter voor innovatie “nieuwe combinaties”). We kunnen eigenlijk vaststellen dat uit de bereidheid en het besef van productenten van gevels en gevelelementen om de strakke en beperkte focus op een enkel materiaal los te laten een wil tot innoveren spreekt.Nu al zijn er nieuwe nog minder bekende gevelmaterialen en gevelcomponenten in opkomst die de ontwerpers en architecten een oneindig scala aan mogelijkheden bieden. Bijvoorbeeld composiet gevels en geïntegreerde gevels. Dat we materiaalgrenzen overstijgen is evident; nu nog de grenzen die de verschillende bouwdisciplines en gebouwfuncties gescheiden houden. De krampachtigheid die we eerder aantroffen bij materialen is ook aanwezig tussen de installatiediscipline en geveldiscipline. Wij zijn er echter van overtuigd dat de integratie van deze disciplines niet alleen logisch en noodzakelijk is voor gestroomlijnd functioneren van een gebouw, maar dat dit een innovatieve ontwikkeling is die de bouw verder kan brengen dan het ambachtelijke karakter van het verleden. Vandaar dat de VMRG de ontwerp- en organisatietechnologie van Slimbouwen (www. Slimbouwen.nl) ziet als voertuig voor de toekomstige ontwikkeling. En dit is hybride op en top.
Bert Lieverse Directeur VMRG ❚
69
Zeist
Villa in het bos
Opdrachtgever: Architect: Gevelbouwer: Oplevering:
particulier Zeerover Architecten, Werkhoven Metaglas, Tiel Voorjaar 2011
Dit markante landhuis in Zeist biedt de opdrachtgevers - een gezin met kinderen - precies de gewenste balans tussen modern en klassiek. Geïnspireerd door een moodboard van de opdrachtgevers, ontwierp Rob Heijmerink van Zeerover Architecten een L-vormig landhuis: een hoger gebouw evenwijdig aan de straat met haaks daarop een laag paviljoen. In het grote woongebouw draait alles om de grote woon-leefkeuken en de aangrenzende kinderkamer. De leefruimte is via een metersbrede glazen Methermo vouwpui van Metaglas direct verbonden met de tuin. Ook de kamers in de aangrenzende vleugel en op de bovenverdieping hebben door de extra grote schuiframen panoramisch uitzicht over het bos. De slanke profielen van de glazen schuifpuien gaan schuil achter de gevel, zodat alleen het glas - en daardoorheen het bos - te zien is. Het lichte stucwerk met enkele gekleurde accenten, de eikenhouten spiraaltrap, de leistenen vloer en de Methermo raamprofielen in een fraaie matte donkergrijze tint dragen heel genuanceerd bij aan de natuurlijke sfeer. De contouren, materialen en kleuren sluiten harmonieus aan op elkaar en op de omringende natuur. ❚
Venlo
De Innovatoren is dé blikvanger van de wereldtentoonInnovatoren stelling ‘Floriade’ die van april tot en met oktober 2012 in Venlo plaatsvindt. De thema’s duurzaamheid en C2C Opdrachtgever: staan centraal in het ontwerp van architect Jo Coenen. Architect: De zeventig meter hoge Innovatoren krijgt na de de FloGevelbouwer: riade namelijk een tweede leven als kantoorgebouw. Het complex bestaat naast de kantoortoren uit een entreegeLeverancier glas: bouw en een atrium. Scheuten Glas, gespecialiseerd in de ontwikkeling en Oplevering: productie van hoogwaardige glasproducten, levert maar liefst 4100 m2 glas in verschillende samenstellingen voor het bouwwerk. Duurzaamheid is het thema dat centraal staat in het ontwerp van de Innovatoren. Er worden daarom zeer duurzame materialen en energiezuinige installaties verwerkt in het gebouw. Ook Scheuten draagt bij aan het duurzame karakter van de Innovatoren dankzij de levering van Isolide® Superplus. Op dit isolatieglas is een HR++ coating aangebracht waardoor uitstekende isolatiewaarden bereikt kunnen worden. Hierdoor neemt niet alleen de energiebehoefte af, maar ook de uitstoot van CO2 dat het milieu belast. Daarnaast draagt Scheuten ook bij aan de veiligheid van het gebouw door de levering van brandwerende beglazing en zorgt de toepassing van Colorsafe® gezeefdrukt glas voor een strakke en moderne uitstraling. ❚
70
Provincie Limburg Jo Coenen Hurks Geveltechniek, Veldhoven Scheuten Glas Nederland BV, Venlo december 2011
Hoofdkantoor Piet Boon® Op een prachtige zichtlocatie op de grens van Amsterdam en Oostzaan staat het hoofdkantoor van designer Piet Boon. Met een uitstraling die past bij een headquarter van een internationaal opererend bedrijf. Het is de pater familias. Het hoofdkantoor van designstudio Piet Boon® vormt de eerste in een hiërarchie van vier multifunctionele kantoorgebouwen in dezelfde architectuurstijl. Een vijfde particulier pand van drukkerij Van Wijk sluit deze reeks af. 'Het Bos Oostzaan', zoals het cluster van kantoor- en bedrijfunits heet, is als geheel een eyecatcher. Met op de kop van de kavel een landmark dat de aandacht trekt door speelse vormen, grotere hoogte en bijzondere printgevels. Het is luxer dan de drie 'familiepanden'. Alle panden beschikken over het Kingspan Benchmark gevelsysteem, waarbij vrijelijk een architecturale façade kan worden gekozen. Voor de pater familias is dat een decoratieve printbeplating van Trespa panelen in Piet Boon grijs met kantpatroon. Een patroon dat zelfs in de zonwering achter de markante verticale raampartijen doorloopt. ❚
Opdrachtgever: Architect: Gevelleverancier: Oplevering:
Piet Boon® Studio Architectenbureau cepezed, Delft Kingspan Duurzame Bouwsystemen, Tiel Juni 2011
Purmerend
Woningen Helsinkihaven Opdrachtgever: Architect: Gevelbouwer: Systeemleverancier: Opleverdatum:
VOF De Noordtuinen (Bouwfonds Ontwikkeling/ Ymere)/ Woningstichting Wherestad Heren 5 Architecten, Amsterdam Hendriks geveltechniek, Veenendaal Alcoa Architectuursystemen, Harderwijk juli 2011
In de uitbreidingswijk Weidevenne in Purmerend is afgelopen zomer Helsinkihaven opgeleverd. Dit bestaat uit 98 woningen met een mix van appartementen en grondgebonden eengezinswoningen. De woningen zijn rondom een groen binnenhof gebouwd, waardoor het project doet denken aan een oud-Hollands dorp, maar dan in een frisse, moderne uitvoering. Hendriks geveltechniek heeft hier aluminium staalrenovatieprofielen van Alcoa toegepast. De houten voordeuren zijn gecombineerd met houten bovenlichten in aluminium kozijzen en beschikken over inbraakwerendheidsklasse 2. ❚
71