Duurzaamheid als kernkwaliteit
Inleiding
Able to sustain Duurzaamheid als kernkwaliteit Inbo is een creatief bureau op het gebied van advies, stedenbouw, architectuur en bouwkunde. Vanuit een maatschappelijke, culturele en sociale betrokkenheid werken wij aan een duurzame toekomst, betekenis en identiteit van ruimte en gebouwen: nationaal en internationaal. Duurzaamheid is een intrinsieke kracht die wij al veel langer in ons hebben. Dat zien wij onder andere bevestigd in het winnen van de Golden Green Award 2009 voor de High Tech.Campus Eindhoven. Al tien jaar geleden ontwikkelde Inbo voor opdrachtgever Philips - samen met JHK en Juurlink & Geluk - een bedrijventerrein vanuit een langetermijnvisie op landschappelijke kwaliteit, belevingswaarde en ecologie. Het recente Inbo-project De Zunne wordt in publicaties genoemd als hét voorbeeldproject voor ‘cradle to cradle’ waarop de Dutch Green Building Counsel haar duurzaamheidnormen baseert. Onlangs won ook dit project de Golden Green Award 2010 voor deze duurzame insteek. Beide projecten zijn zomaar twee van de vele voorbeelden die aantonen hoe duurzaamheid in ons werk is ingebed. Als vanzelfsprekend bepaalt duurzaamheid onze houding, de oplossingen die wij kiezen en ons gedrag in marktgerichte projecten. Het bepaalt ook onze interne bedrijfsvoering als onderdeel van ons werk. Duurzaamheid is daarom één van de speerpunten van het Inbo-beleid. Het is een kernwaarde. Een drijfveer in ons werk en handelen. Een drijfveer om kennis en ervaring te delen tussen professionals uit verschillende vakgebieden. Toch vinden wij het met elkaar nodig nog explicieter en dwingender om te gaan met duurzaamheid en dit ook zichtbaar te maken. Dat is onze maatschappelijke verantwoordelijkheid. Ook is het nodig om weer een volgende stap te zetten naar een duurzame bedrijfsvoering Ook 2010 en 2011 staan daarom in het teken van het zichtbaar, inhoudelijk en aantoonbaar maken van duurzaamheid binnen Inbo. Een belangrijke stap in het zichtbaar maken is deze herziene versie van de actieve pdf met de titel ‘Able to sustain’, waarin 40 Inbo-projecten de revue passeren. Deze projecten zijn het resultaat van een inventarisatie door het Atelier InboDuurzaam. Doel van deze inventarisatie is inspiratie en kennisdeling om samen te werken aan innovatie en optimalisatie op het gebied van water, energie, materiaal, sociaal en transformatie. Het resultaat is een overzichtelijk beeld van duurzame projecten en hun opvallende karakteristieken.
inhoudelijk, zichtbaar, en aantoonbaar Ook 2010 en 2011 staan in het teken van het inhoudelijk, zichtbaar en aantoonbaar maken van duurzaamheid binnen Inbo. Onderstaand een greep uit de speerpunten.
Duurzaamheid is inhoudelijk - Vanuit InboLab is een bedrag gereserveerd voor innovatief onderzoek op het gebied van duurzaamheid. Inmiddels zijn er een aantal onderzoeken gestart. Voorbeelden hiervan zijn ‘De Duurzame Doorsnede’ en ‘Duurzame Kans Bestaande Kantoren’. - Inbo heeft een Duurzame Tool ontwikkeld. Hiermee kan voor elke situatie, of het nu gaat om nieuwbouw of herontwikkeling, inzichtelijk worden gemaakt welke duurzaamheidsmaatregelen toepasbaar zijn, wat de voor- en nadelen zijn, op welke investeringskosten gerekend moet worden en wat de geschatte terugverdientijd daarvan is. - Duurzaamheid is verankerd in het kenniscentrum. Er is toegang tot een materialen database waar milieukosten en bouwkosten inzichtelijk worden gemaakt. Deze database wordt gekoppeld aan een duurzame materialen- en kleurenstaat. Dit is een vervolg op het Inbo milieubestek zoals ca 10 jaar geleden op basis van de toen aanwezige producten en materialen opgesteld. - Inbo is founding partner van de Dutch Green Building Council (DGBC). De DGBC is een onafhankelijke organisatie, die diverse duurzaamheidslabels aan het ontwikkelen is voor Nederlandse gebouwen en gebieden. De council wil gaan toetsen op basis van het in Egeland ontwikkelde BREEAM. Missie van DGBC is de gebouwde omgeving in Nederland helpen drastisch te verduur zamen. - Diverse medewerkers zijn actief binnen de DGBC. Partner- bestuurder Jeanet van Antwerpen is sinds juni 2009 voorzitter van de sub-advisory board van de DGBC voor het label duurzame gebiedsontwikkeling. Hiermee is straks de duurzaamheidprestatie van niet slechts een enkel gebouw, maar van een heel gebied te beoordelen.
Duurzaamheid is zichtbaar - Vanaf januari 2009 werkt Inbo samen met de Climate Neutral Group. Dit is een non-profit organisatie die bedrijven helpt om producten en activiteiten klimaatneutraal te maken, zodat er geen bijdrage meer wordt geleverd aan de opwarming van de aarde. - Inbo stimuleert het gebruik van duurzaam (openbaar) vervoer. In alle groepen is een NS Businesscard aanwezig om het reizen met openbaar vervoer laagdrempelig en zo comfortabel mogelijk te maken. Nieuw aan te schaffen leaseauto’s zullen alleen nog het A-label hebben met een fiscaal lagere bijtelling vanwege milieuvriendelijkheid. Om reistijd te beperken en gereden kilometers terug te dringen wordt daarnaast gebruik gemaakt van videoconferencing en conference calls. Vooral daar waar het gaat om intern overleg tussen collega’s uit verschillende groepen. - Inbo koopt duurzaam in: van groene stroom tot ecologische en maatschappelijk verantwoorde koffie. Inbo brengt het papier- en tonerverbruik terug en oefent vanuit sociale criteria invloed uit op toeleveranciers. - Inbo vermindert energieverbruik door toepassing van technische maatregelen als aanwezigheidsmelders of tijdklokken en zuinigere afstelling van installaties.
Duurzaamheid is aantoonbaar - Vanaf januari 2009 is Inbo gecertificeerd CO2-neutraal. Het gaat daarbij om Inventariseren, Reduceren en Compenseren: • Inventariseren: er komt een footprint voor alle vestigingen en Inbo als totaal. • Reduceren: we gaan over op groene stroom en willen het energieverbruik reduceren. • Compenseren: door het steunen van duurzame energie projecten in niet-Kyoto landen. - Inbo maakt het duurzaamste gebouw van het jaar en wil daarvoor in 2010/2011 een project met de ambitie het BREEAM- outstanding label te halen verwerven.
- Inbo is de motor achter de initiatiefgroep sociale duurzaamheid. Deze initiatiefgroep richt zich op het vormen van nieuwe coalities om burgers te faciliteren en tegelijkertijd woon- en werkmilieus sterker en duurzamer te maken. Thema’s daarbij zijn zelfbeheer, zelfontwikkeling en zelfzorg.
Visiekomt de titel Hier Met een subtitel Ros niam, venit lore mincidunt prat la feugue dolore tat pratisi tincipit vullaor perciliquam eraestrud exer ipis aliquat numsandipit ipisisit praesse quipisisit, ver susci bla facidunt atum zzril et nostrud dolore facil ip ea alit, con ut ad dolore consequ ipsustrud tio consequatio commy niam quatuero eugiamc ommodolummy nim zzrillam veliquis do consenis adignim amet venis dolore er sed te digna alit wisis augiam zzrillum aut atin utatue ting eugue exercip suscipisisl ulputpat laorpercin hent et, volortis dolobor sequam, conumsa ndignim diatem quipit aliquis acillum ip eu feugait alit, verostin henim augiate conullam, core magna commodo lorperos autpat.
Duurzaamheid in ons werk Ontwerpen door de schalen heen Duurzaam bouwen door integraal te ontwerpen. Dat is de basis filosofie van Inbo van waaruit we zoeken naar mogelijkheden om een nieuwe invulling te geven aan de samenhang tussen welzijn, milieu en economie. Duurzaamheid maakt integraal onderdeel uit van onze vakuitoefening op alle schaalniveaus: gebiedsontwikkeling, landschap, stedenbouw, architectuur en bouwtechniek. Vanuit de samenhang tussen deze schaalniveaus creëren we een hoogwaardige samen leving én leefomgeving die gebruikers positief waarderen. En waar de architectuur vanzelfsprekend aansluit op de stedenbouwkundige structuur.
hIGH tECH CAMPUS eindhoven
Opdrachtgever: Opdrachtgever Ontwerp: Inbo, architect Projectarchitect: Inbo, projectleider Datum oplevering: jaartal
Hier ruimte voor een bescheiden bijschrift
Inhoudsopgave
Inleiding Visie Inhoudsopgave Projecten per discipline Projecten per icoon Verklaring iconen Wonen Scholen Kantoren Publiek domein Stedenbouw en Landschap Gebiedsontwikkeling Ruimtelijk beleid Colofon
Projecten per discipline
Wonen Columbuskwartier, Almere Zuidlarenstraat, Den Haag De Zunne, Groningen Park 2001, Schijndel Muziekwijk, Zwolle
Scholen College DeOpmaat, Hilversum Melkfabriek, Hilversum Novalis College, Eindhoven Hogeschool Utrecht, Utrecht
Kantoren Kraanspoor, Amsterdam Duurzame Kans, Bestaande kantoren Woonunie, Deventer Gemeentekantoor Utrechtse Heuvelrug, Doorn Catalyst, Eindhoven Centric, Gouda Gemeentehuis, Midden-Delfland Gemeentehuis, Westland
Publiek domein Solid IJburg, Amsterdam Studio K, Amsterdam Melkpakken Paviljoen, Apeldoorn Zendstation Radio Kootwijk, Kootwijk Cultuurhuis Woudstaete, Woudenberg
Stedenbouw & Landschap De Rooie Buurt, Katwijk ‘t Duyfrak, Katwijk Franciscushof, Raalte
Gebiedsontwikkeling Bewonersparticipatie Staalmanpleinbuurt, Amsterdam Kauwgomfabriek, Amsterdam Duurzame Doorsnede, Bloemkoolwijken Integrale wijkaanpak Poptahof, Delft High Tech Campus, Eindhoven Kop van Feijenoord, Rotterdam
Ruimtelijk beleid De Gezonde Wijk, Amsterdam Studie Kleine Gaten, Amsterdam Toekomstvisie binnenstad 1012, Amsterdam Lelystad Airport, Lelystad
Projecten per icoon
Columbuskwartier, Almere Solid IJburg, Amsterdam Melkpakken Paviljoen, Apeldoorn Duurzame Kans, Bestaande kantoren Duurzame Doorsnede, Bloemkoolwijken Zuidlarenstraat, Den Haag Woonunie, Deventer Gemeentekantoor Utrechtse Heuvelrug, Doorn Catalyst, Eindhoven High Tech Campus, Eindhoven Novalis College, Eindhoven Centric, Gouda De Zunne, Groningen College DeOpmaat, Hilversum Melkfabriek, Hilversum De Rooie Buurt, Katwijk Zendstation Radio Kootwijk, Kootwijk Gemeentehuis, Midden-Delfland Fransiscushof, Raalte Park 2001, Schijndel Hogeschool Utrecht, Utrecht Gemeentehuis, Westland Muziekwijk, Zwolle
Columbuskwartier, Almere Kraanspoor, Amsterdam Solid IJburg, Amsterdam Melkpakken Paviljoen, Apeldoorn Duurzame Kans, Bestaande kantoren Zuidlarenstraat, Den Haag Woonunie, Deventer Gemeentekantoor Utrechtse Heuvelrug, Doorn Catalyst, Eindhoven High Tech Campus, Eindhoven Novalis College, Eindhoven College DeOpmaat, Hilversum Centric, Gouda De Zunne, Groningen De Rooie Buurt, Katwijk Gemeentehuis, Midden-Delfland Franciscushof, Raalte Park 2001, Schijndel Hogeschool Utrecht, Utrecht Gemeentehuis, Westland Cultuurhuis Woudstaete, Woudenberg Muziekwijk, Zwolle
Duurzame kans, Bestaande kantoren High Tech Campus, Eindhoven Novalis College, Eindhoven Gemeentekantoor Utrechtse Heuvelrug, Doorn Centric, Gouda College DeOpmaat, Hilversum De Rooie Buurt, Katwijk ‘t Duyfrak, Katwijk Franciscushof, Raalte Park 2001, Schijndel Gemeentehuis, Westland Muziekwijk, Zwolle
De Gezonde Wijk, Amsterdam Kraanspoor, Amsterdam Solid IJburg, Amsterdam Staalmanpleinbuurt, Amsterdam Studio K, Amsterdam Duurzame kans, Bestaande kantoren Duurzame Doorsnede, Bloemkoolwijken Poptahof, Delft Zuidlarenstraat, Den Haag Gemeentekantoor Utrechtse Heuvelrug, Doorn Catalyst, Eindhoven High Tech Campus, Eindhoven Centric, Gouda De Zunne, Groningen College DeOpmaat, Hilversum De Rooie Buurt, Katwijk ‘t Duyfrak, Katwijk Zendstation Radio Kootwijk, Kootwijk Lelystad Airport, Lelystad Gemeentehuis, Midden-Delfland Franciscushof, Raalte Kop van Feijenoord, Rotterdam Cultuurhuis Woudstaete, Woudenberg Muziekwijk, Zwolle
Kauwgomfabriek, Amsterdam Kraanspoor, Amsterdam Solid IJburg, Amsterdam Studie Kleine Gaten, Amsterdam Studio K, Amsterdam Toekomstvisie binnenstad 1012, Amsterdam Duurzame kans, Bestaande kantoren Duurzame Doorsnede, Bloemkoolwijken Poptahof, Delft High Tech Campus, Eindhoven De Zunne, Groningen College DeOpmaat, Hilversum Melkfabriek, Hilversum Zendstation Radio Kootwijk, Kootwijk Lelystad Airport, Lelystad Fransiscushof, Raalte Kop van Feijenoord, Rotterdam Park 2001, Schijndel Hogeschool Utrecht, Utrecht Cultuurhuis Woudstaete, Woudenberg Gemeentehuis, Westland
Verklaring iconen
Materialen
Energie
Water
Sociaal
Transformatie
Materialen Hergebruik Materialen uit secundaire grondstoffen toepassen. Dat kunnen gerecyclede materialen uit de bouw zelf zijn; geen kiezels, maar puingranulaat in bijvoorbeeld beton. Demontabel bouwen maakt gebouwonderdelen makkelijker te scheiden en te hergebruiken. Ook kan een volledig gebouw hergebruikt worden; getransformeerd tot een andere functie. Zie ook functieverandering.
Lokale materialen/inheemse soorten Lokale materialen gebruiken, dus materialen die in de nabijheid van de bouwplaats worden gefabriceerd. Dit spaart het energieverbruik van het transport. Voor het landschap geldt het gebruiken van inheemse soorten; soorten die in de natuur ook voorkomen op die ondergrond.
Hoge isolatiewaarde Extra isolatie toepassen voor dak, vloer, wanden en glas.
Hernieuwbare bronnen Bouwen met materialen die hernieuwbaar zijn, zoals bijvoorbeeld hout uit productiebossen.
Hier ruimte voor een bescheiden bijschrift
Energie Oriëntatie De ligging van het huis ten opzichte van de zon bepaalt gedurende de hele levens duur de mogelijkheid om gebruik te maken van zonne-energie: zonne-energie wordt zo ‘passief’ benut.
Compact bouwen Compact bouwen beperkt het buitenoppervlak en daarmee materiaalgebruik. Boven dien zal er minder energieverlies optreden. Uiteraard is stapelen en schakelen ook een goede methode om materiaalgebruik en energieverlies terug te dringen.
Open gesloten Openingen in zuid- en noordgevels moeten een bewuste keuze zijn. Veel glas op het zuiden heeft voordelen van herfst tot lente, maar in de zomer kan het (veel) te warm worden. Het meeontwerpen van een natuurlijke zonwering is dan de meest duurzame oplossing. Een overstek beschermt tevens het schilderwerk.
Leidingen Hoe dichter de CV-ruimte ligt bij de ruimten waarin warm tapwater wordt gebruikt (badkamer, keuken), hoe minder verlies er optreedt. Het voordeel is bovendien dat men snel over warm tapwater kan beschikken.
Zonering In de zonering kunnen ruimten gunstig gegroepeerd en geplaatst worden. Factoren als afstanden tot installaties, functies met specifieke temperatuurof ventilatie-eisen en noord/zuidligging kunnen de keuze bepalen. Een aanbouw zoals een onverwarmde berging kan, mits goed geplaatst, dienen als bufferruimte tegen de kou en wind in de winter en de warmte in de zomer.
Zonnecollector en PV-cellen Door het zonnecollectorpaneel loopt een netwerk van buisjes waardoor water stroomt. Zodra de zon schijnt, wordt dit water verwarmd. Dit voorverwarmde water komt in de boiler terecht voor gebruik. Photo-Voltaïsche cellen (PV-cellen) zetten zonne-energie om in elektriciteit. PV-cellen kunnen ook halftransparant op glas aangebracht worden. Belangrijk bij beide systemen is de mogelijkheid tot het plaatsen op een dakvlak, dus de oriëntatie.
Warmte-koude-opslag Het overschot aan warmte in de zomer wordt opgeslagen in de grond tot het moment dat warmte nodig is in de winter. Hetzelfde geldt ook voor koude, zodat het gebouw in de zomer gekoeld kan worden. Hier ruimte voor een bescheiden bijschrift
Lage temperatuurverwarming
Daglichtkokers
Bij lage temperatuurverwarming is het water in het CV-systeem niet meer tussen de 90 en 65 graden, zoals bij conventionele installaties, maar maximaal 50 en vaak zelfs slechts 35 graden. Het is beter bekend als vloer- en wandverwarming of betonkernactivering en is goed te combineren met een zonnecollector. Vloeren wandverwarming geeft een prettige warmte, is stofvrij en levert ruimtewinst door het ontbreken van radiatoren.
Lichtkokers zijn een mogelijkheid om daglicht binnen te laten in een ruimte die niet direct aan de gevel of onder het dak ligt, zoals wc, douche en trappenhuis. Besparing van elektriciteit en het ervaren van dag en nacht zijn het voordeel.
Windenergie
Warmtepomp(boiler)
Windmolens wekken met turbines energie op uit wind. Naast de grote molens in het landschap, zijn de kleine verticale windmolens op hoge gebouwen een goede optie om ook in de stad windenergie op te wekken.
Een warmtepompboiler is een elektrische warmwatervoorziening met een rendement van circa 300%. Het is tevens een goede oplossing voor ruimten waar geen gasleiding in de buurt is.
Biogasinstallatie
Nachtventilatie Nachtventilatie in zomercondities is naast zonwering een goede methode om de overtollige warmte kwijt te raken. Zo koelt het gebouw gedurende de nacht af naar een lager niveau.
bio
Een biogasinstallatie zorgt ervoor dat zwart water (fecaliën en urine) en voedselresten omgezet worden in biogas en meststoffen. Voordelen: een veel lager watergebruik, creëren van een gesloten kringloop, opwekking gas. Het gas kan eventueel omgezet worden in elektriciteit.
Daglichtgestuurde verlichting Wtw lucht
Dit systeem kan verlichtingsterkte regelen, waarbij rekening gehouden wordt met de invloed van het invallend daglicht en met andere externe lichtbronnen.
Gebalanceerde ventilatie wordt meestal gecombineerd met warmteterugwinning (wtw). Met dit systeem haalt een warmtewisselaar warmte uit de afvoerlucht en verwarmt daarmee de aanvoerlucht.
Aanwezigheidsdetectie Aanwezigheidsdetectie voorkomt dat verlichting onnodig brandt in ruimtes die weinig gebruikt worden.
Wtw water De warmte van het afvalwater van het bad, wastafel en voornamelijk de douche kan op zeer simpele wijze teruggewonnen worden. Het koude water naar de CV loopt eerst door een dubbelwandige pijp waarin het opgewarmd wordt door het warme afvalwater.
Daglichtplanken: Daglichtplanken weren direct hinderlijk daglicht en reflecteren het licht verder de ruimte in.
Serre
LED-verlichting
Een aanbouw in de vorm van een serre of kas kan gezien worden als warmteverzamelaar in de winterperiode en in de zomer als buffer tegen oververhitting in de verblijfsgebieden. Het is een overdekte tuin die het hele jaar gebruikt kan worden.
LEDs (Light Emitting Diode) hebben meestal een aanzienlijke energie-efficiëntie en slijten niet door gebruik.
Geothermie of aardwarmte Op diepten van 2 of 3 km is de aarde veel warmer. Deze aardwarmte kan benut worden voor verwarming. Bij hogere temperaturen kan zelfs elektriciteit opgewekt worden.
Werkplekverlichting Verlichting die specifiek gericht is op de plek waar de verlichting nodig is. Het gemiddelde verlichtingsniveau in de ruimte kan daardoor verlaagd worden.
Decentrale energie opwekking Restwarmte Restwarmte is warmte - ofwel energie - die overblijft bij het opwekken van elektriciteit, bij een ander industrieel proces of bij industriële koeling. Deze warmte kan gebruikt worden voor het verwarmen van gebouwen.
Decentrale kleinschalige elektriciteitsgeneratie kan variëren van een losstaande dieselgenerator als back-upsysteem, tot een set zonnepanelen, een brandstofcel of een windmolen. Deze energieleverende systemen zijn meestal op het elektriciteitsnet aangesloten. Het grote voordeel is dat kleinere gebieden onafhankelijk worden wat betreft energie.
CO2 gestuurde ventilatie Ventilatie op basis van de hoeveelheid CO2 die sensoren in een ruimte meten.
Hier ruimte voor een bescheiden bijschrift
Water Regenwateropvang Het opvangen van regenwater is zeer eenvoudig en is te gebruiken voor tuin, autowassen, toiletspoeling en de wasmachine. Hierdoor ontstaat een forse besparing op de gebruikte hoeveelheid water. Opvang kan centraal of per woning plaatsvinden.
Wadi Een wadi is een verlaging in een groenstrook, die bij veel regen kan vollopen. Op de stedenbouwkundige schaal is het wenselijk de waterafdracht naar het riool te vertragen en schoon regenwater in de wijk te laten infiltreren, in plaats van het te mengen met het zwarte water.
Waterbesparing Waterbesparing met waterbesparende douchekoppen, kranen en toiletten is zeer effectief, zonder dat men comfort hoeft in te leveren.
Helofytenfilter Een helofytenfilter bestaat uit riet en waterplanten. Het is geschikt voor het zuiveren van water uit douche, wasmachine, keuken en/of septictank. Zo wordt het water ter plaatse op een natuurlijke manier gezuiverd.
Reductie verhard oppervlak De infiltratie van regenwater in de bodem ontlast de riolereing door meer open oppervlak. Bijvoorbeeld grote boomroosters, open grinttegels, gras en plantsoenen verminderen de verharding.
Grasdak Een gras- of sedumdak is goed voor de vertraging van regenwaterafvoer naar de riolering; het verlaagt de piekbelasting. Het werkt isolerend, bindt fijnstof en werkt temperend op extreme hitte in de stad. Het bevordert de biodiversiteit en kan naast de visuele kwaliteit extra ruimte creëren voor een park of daktuin, waarmee meervoudig ruimtegebruik mogelijk is.
Sociaal Transport Het duurzaam transport stimuleren door een goede toegang tot het openbaar vervoer, lokale voorzieningen op loopafstand, goede en veilige routes en stallingsmogelijkheden voor fietsers.
Prettig binnenklimaat De aanwezigheid van extra glas, verse lucht en planten verhogen het welzijn. Verhoogd comfort op gebied van daglicht en ventilatie wordt ook volgens Breeam gehonoreerd. Planten hebben een effect op stofbinding en luchtvochtigheid, temperen de temperatuur en schijnen zelfs stress te verminderen.
Identiteit Zorgvuldig omgaan met een plek en de versterking van de goede en bijzondere eigenschappen behouden de identiteit voor de toekomst, maken de plek leefbaarder en verlengen de levensduur.
Activering Nieuw leven inblazen van een ‘plaats’, een ‘systeem’ of een ‘object’.
Betrokkenheid Mensen van alle partijen en gebruikers mee laten denken en doen, ofwel laten participeren in het ontwikkelingsproces, de uitvoering en het uiteindelijke gebruik.
Transformatie Flexibel bouwen Flexibel bouwen is essentieel voor de levensduur van het gebouw. Zowel verdiepingshoogte als ook een flexibele draagconstructie maken verschillende functies mogelijk.
Functiemenging Diversiteit in het programma brengen verbetert de leefbaarheid en levert flexibiliteit voor nu en de toekomst.
Functieverandering SCHOOL
Het omvormen van een ‘plaats’, een ‘systeem’ of een ‘object’ naar nieuw of ander gebruik, verlengt de levensduur ervan en benut daardoor beter de gebruikte materialen en middelen.
Inbreiding Het opnieuw en slimmer gebruiken van bestaande bouwgrond.
Layout
Columbuskwartier Almere Het Columbuskwartier is een nieuwe wijk waar duurzaamheid en kindvriendelijkheid vooropstaan. Op alle rijwoningen van het project zijn 10m2 PV-cellen zichtbaar, als onderdeel van de architectuur geplaatst. De rijwoningen krijgen deels het certificaat ‘zonnewoning’ en deels ‘passiefwoning’. Een passief woning is een woning met een minimale energiebehoefte. Dit principe wordt toegepast op de rijwoningen van BAM, op hun bouwsysteem Waarde+Riant. Dit zijn huurwoningen. De woningen zijn genomineerd voor de Golden Green Award 2010.
Gebruik van duurzame materialen, zoal FSC-hout. Een passiefwoning dankt haar minimale energiebehoefte aan zeer vergaand isolerende materialen, als drievoudig glas en geïsoleerde houten kozijnen.
Energiebehoefte is minimaal door de toepassing van zeer vergaand isolerende materialen, een zonneboiler, zomernachtventilatieluiken, stadsverwarming en 10m2 PV- cellen per woning. Passief- en zonnewoningen maken bovendien optimaal gebruik van lichtinval.
passief woning
Opgave: Wonen Opdrachtgever: Rabo Bouwfonds en combinatie Bam-Ballast Nedam Contact: Jeroen Simons, Hans van Velzen, André Kanters
Hier ruimte voor een bescheiden bijschrift
Zuidlarenstraat Den Haag La Ligne is het eerste nieuwbouwproject met een aansluiting op diepe aardwarmte (2 km). De woningen krijgen een modern klimaatsysteem met vloerverwarming. In totaal worden 4000 nieuwbouwwoningen in Den Haag Zuidwest op deze schone energiebron aangesloten. Het gebruik van warmte die van ruim twee kilometer diepte wordt opge pompt, scheelt jaarlijks 5000 ton CO2 in de lucht.
Zoveel mogelijk onderhoudsarme materialen zijn gebruikt, HR ++ Glas en alleen hout met het FSC-Keurmerk.
De woningen hebben geen gasaansluiting nodig, vanwege het geothermiesysteem, dat via vloerverwarming de woning verwarmt.
De herstructurering van Den Haag Zuid-West is een belangrijke stap voor het sociaal zwakke stadsdeel en wordt groots opgepakt.
Opgave: Wonen Opdrachtgever: Ceres Projecten Den Haag Contact: Jeroen Simons, Angela Lott
aard warmte
Hier ruimte voor een bescheiden bijschrift
De Zunne Groningen In deze kleine herstructureringsopgave in de stempelwijk de Wijert in Groningen zal een zestal appartementenblokjes plaatsmaken voor 32 grondgebonden woningen. Inbo won samen met VDM-woningen de prijs vraag van woningcorporatie Lefier. De woningen sluiten op ingetogen wijze aan bij de omringende bebouwing. Passieve zonne-energie geeft de huizen een eigen karakter, in de vorm van zogenaamde erkerbakjes. Het project werd onlangs bekroond met de Golden Green Award 2010.
Het straatwerk is van hergebruikte klinkers. Deze klinkers komen dus uit opgebroken wegen, maar zijn zeker nog geschikt voor gebruik van bestrating van het middenterrein. De parkeerplekken zijn van grasklinkers. Hierdoor kan het regenwater goed in de grond infiltreren en het zorgt ervoor dat parkeerplaatsen op een zachte manier overgaan in de tuinen. Het gebruikte plaatmateriaal DHF heeft het Duitse Umwelt Zeichen en het Stora Enso Thermowood Vuren C heeft het Keurmerk Keurhout. Het door VDM gebruikte vuren heeft het PEFC-keurmerk en komt uit productiebossen. Doordat Inbo onder KOMO-keur het hout vingerlast, kan met zeer weinig restmateriaal worden geproduceerd. Rogips is gebruikt; kwalitatief volwaardig gips, afkomstig van het reinigen van rookgassen. Dit spaart primaire grondstoffen en afval. De resten Rogips die bij de bouw overblijven kunnen hergebruikt worden voor nieuwe gipsplaten.
pilot proj ect
De woningen hebben een EPC van 0,62 door een Rc-waarde van 5 (warmteweerstand van de constructie).
Deze stedelijke herstructurering, vergroot het aantal grondgebonden woningen in een appartementenwijk. Het gemeenschappelijke binnenterrein biedt ruimte voor eigen initiatief bij het inrichten. Woongevels kijken direct op openbaar groen, voor sociale controle. De naburige school hielp bij het scheiden van bouwafval, in een werk/leertraject.
Stedenbouwkundige transformatie: bestaande bouwvolumes worden opnieuw neergezet, andere programmagrondgebonden woningen vervangen appartementen.
Opgave: Wonen Opdrachtgever: VDM Contact:bijschrift Eerde Schippers, Dennis Heins Hier ruimte voor een bescheiden
Park 2001 Schijndel Het project Park 2001, ligt in een rustig, royaal opgezet woongebied in Schijndel. De 12 luxe ‘parkvilla’s’ en het appartementengebouw, van 5 luxe ‘hoekappartementen’ en 5 ‘lofts’, hebben een EPC van 1,0; voor die tijd ruim onder de norm. Rondom het gehele plangebied staan vrijstaande woningen aan rustige woonstraten. Opvallend is de hoge kwaliteit van de woonomgeving, het ontspannen en groene karakter van de buurt en de natuurlijke overgangen van privé naar openbaar.
De kozijnen zijn gemaakt van Dark Red Meranti en er is HR++ -beglazing. Voor de overige geveldelen is blank gelakt Stellac Wood gevelbekleding gebruikt en gevelmetselwerk van handvorm baksteen.
Met warmtepompen wordt energie uit het grondwater gewonnen; duurzaam, milieubewust en energiezuinig. De warmtepomp wordt gecombineerd met een gebalanceerd ventilatiesysteem met warmteterugwinning. Het pakket van standaardvoorzieningen voor alle woningen heeft een energiezuinigheid die veel verder gaat, dan de toenmalige eisen hiervoor vanuit het Bouwbesluit. Zo is er naast de warmtepomp ook hoogwaardige vloer-, gevel- en dakisolatie gebruikt. In het gevelontwerp is ook rekening gehouden met een optimale open/dicht verhouding van 50/50. Om oververhitting in de zomer tegen te gaan is buitenzonwering aangebracht (screens). De combinatie van maatregelen resulteert in een energieprestatiecoëfficiënt van 1,0. Voor het jaar 2001 lag dit ver beneden de norm.
Voor de toiletspoeling zijn waterbesparende reservoirs toegepast.
woonom geving
SCHOOL
Voor de duurzaamheid van de woonkwaliteit, de ‘levensloopbestendigheid’, zijn de uitgangspunten van het Senioren Label in het ontwerp meegenomen. Het is een inbreidingsopgave; nieuwbouw binnen een bestaande woonwijk.
Opgave: Wonen Opdrachtgever: TSG Projectontwikkeling Contact:bijschrift Aron Bogers, Bert van Breugel Hier ruimte voor een bescheiden
Muziekwijk Zwolle
Door het toepassen van veel glas in de architectuur hebben de woningen direct zicht op de woonomgeving en wordt sociale interactie in de gemeen schappelijke hoven gestimuleerd. De woningen krijgen veranda’s of stoepen die grenzen aan de groene binnenhoven. De bewoners van de oude wijk worden actief betrokken bij het nieuwe plan en genieten voorkeursrecht bij de terugplaatsing vanuit de woningbouwvereniging.
In de Trapjeswijk in Zwolle, een stempelplan uit de jaren ’50, wordt de voormalige Muziekwijk getransformeerd tot een duurzame moderne woonwijk. Het karakter van moderne, stoer en eigentijdse woonblok ken in een groene setting is ingezet als beeldbepalend element. Groene hoven tussen de woonblokken verbinden het wonen met het water en hebben ieder een eigen sfeer. Ook de woonblokken worden door verschillende architectuur herkenbaar.
Opgave: Wonen Opdrachtgever: SWZ Zwolle ism Hegeman Bouwgroep Almelo Contact: Trude de Vroomen, Jan Bloemendal
Het casco van de woningen bestaat uit prefab betonelementen die de montage en een eventuele demontage vergemakkelijkt. Deze prefabricage vermindert het materiaalverlies, versnelt de bouw en schaadt ook het milieu aanzienlijk minder. In het kader van hergebruik wordt beton met puingranulaat toegepast.
N W
O Z
Met een EPC van 0,35 ligt het energieverbruik van de woningen ver onder de huidige eisen. Al in het stedenbouwkundig ontwerp is rekening gehouden met een gunstige oriëntatie van de woningen. De verwarming van de gehele wijk vindt plaats via een centraal warmtenet dat met een houtpelletketel werkt. Deze ketel gebruikt 90% van de warmte nuttig. De woningen worden door middel van lage temperatuurverwarming verwarmd. De totale schil krijgt een hoge isolatiewaarde. De architectuur van de woningen houdt rekening met een gunstige open dicht verhouding in de gevel onder andere door het toepassen van lamellen als zonwering bij de zuidelijk georiënteerde woningen.
In de hele wijk wordt waterinfiltratie toegepast. Daarnaast krijgt elke woning zijn eigen regenton waarin regenwater wordt opgevangen ten behoeve van het sproeien van de tuin of het wassen van de auto.
modern stoer eigentijds
Hier ruimte voor een bescheiden bijschrift
Layout
College de OpMaat Hilversum De school is ontworpen vanuit het toezicht op de leerling. Alle ruimten zijn georganiseerd rondom een centrale aula met atrium waarin een monumentale trap het hart van het gebouw vormt. Vanaf elk punt in de school is formeel en informeel toezicht mogelijk: zien en gezien worden. De massa van het gebouw is een geometrisch volume in stoere baksteen. Het gebouw heeft een stoere, solide buitenschil van baksteen en een open en licht interieur ontworpen rondom een cen trale aula met atrium.
De toegepaste materialen hebben een lange levensduur en zijn onderhoudsarm zoals baksteen, glas en het aluminium-hout kozijnsysteem.
frisse school Bij het gebouw wordt een warmte koude opslag systeem toegepast, waarbij gebruik gemaakt wordt van lage- temperatuur vloerverwarming. In de zomersituatie beperkte dit de koeling aanzienlijk. Een aantal voorzieningen beperken het energieverbruik: een laag geïnstalleerd vermogen voor verlichting, daglichtschakeling en een aanwezigheidsdetectie. De EPC van het gebouw is 40 % lager dan de huidige bouwbesluit-eis.
Het schoolterrein is voorzien van Hemelwaterinfiltratie zodat het riool minder belast zal worden.
Het College de OpMaat is als het eerste nieuwbouwproject een aanjager voor nieuwe ontwikkelingen in de buurt.
Door de inpassing in de historische stedenbouwkundige context op een voormalig fabrieksterrein wordt rekening gehouden met de historie van de plek. Een monumentale boom wordt ingepast in het stedenbouwkundige concept.
Opgave: Scholen Opdrachtgever: CVO ‘t Gooi Contact: Jeroen Simons,bijschrift Ben van der Wal Hier ruimte voor een bescheiden
Melkfabriek Hilversum De herbestemming van de Campina Melkfabriek, gebouwd in de peri ode 1954 - 1957 in opdracht van de Gooise Melkbedrijven, is een van de eerste projecten in het kader van de door de gemeente Hilversum gewenste ontwikkeling van maatschappelijke voorzieningen langs de Larenseweg. In het complex, een gemeentelijk monument, komt naast een basisschool met kinderopvang en peuterspeelzaal ook kantoor ruimte, 43 woningen en een ondergrondse parkeergarage.
Deze karakteristieke gevels van de Melkfabriek hebben een constructief betonraster “ingevuld” met metselwerk en originele betonkozijnen. Daar waar het gevelbeeld, in de loop van jaren en na vele verbouwingen, is aangetast, zal zoveel als mogelijk het originele gevelbeeld en materialisering worden teruggebracht.
SCHOOL
De grote centrale hal, het atrium is een ander beeldbepalend element. Het specifieke karakter ervan wordt bepaald door de grootse betonnen schaaldaken waarin lichtstroken zijn opgenomen. Het atrium onder deze schaaldaken zal een functie krijgen als hal, entree en circulatieruimte met eromheen gelegen ruimten die worden herbestemd voor woningen en nieuwe bedrijfsruimten. Ook de karakteristieke hoge schoorsteen aan de achterzijde van het complex krijgt een functie in het ontwerp. Zij zal in de toekomst gebruikt gaan worden ten bate van de ventilatie van de nieuwe ondergrondse parkeerkelder.
Opgave: Scholen Opdrachtgever: Dudok Wonen, Hilversum Contact: Erik Seur, Mark Jansen
schaal daken Hier ruimte voor een bescheiden bijschrift
Novalis College Eindhoven Het Novalis college is met haar nieuwe gebouw, samen met de gemeente Eindhoven een pilotproject gestart voor milieuvriendelijk bouwen in het onderwijs. Milieuvriendelijkheid van het gebouw had bij de start in 2000 direct een hoge prioriteit, maar vooral wilde het lerarencollege een school waar leerlingen zich veilig en thuis zouden voelen, een gebouw dat uitnodigt om elkaar te ontmoeten en zo het leren als vanzelf ondersteunt. Het ontwerp is door het Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie doorgerekend.
Het Noord-Europees vurenhout van de houtskeletbouw is afkomstig uit duurzaam beheerde bossen. Voor isolatie is gekozen voor ecologisch isolatiemateriaal van houtvezels. De buitenmuren zijn opgetrokken uit hergebruikte bakstenen. Alle wanden en plafonds zijn eerst voorzien van een rieten laag. Daarop is in drie lagen leemstuc, dat bijdraagt aan een aangenaam binnenklimaat, aangebracht.
Voor opwekking van elektrische energie, zijn PV-cellen opgenomen in de dakbedekking en gecombineerd met een zonneboilersysteem. Als een van de weinige scholen in Nederland is er gekozen voor warmte-koudeopslag in de bodem. Twee bronnen zijn hiervoor geboord. In de winter zorgen laagtemperatuur vloerverwarming en balansventilatie voor een behaaglijk thermisch binnenklimaat. Om een goede ventilatie te garanderen, gebeurt dit mechanisch, uitgebalanceerd met warmteterugwinning. In elke ruimte wordt in de winter verwarmde lucht ingeblazen. Warmteterugwinning bespaart dan bovendien energiekosten. De binnenkomende lucht wordt gefilterd, waardoor de kwaliteit beter is dan de buitenlucht.
Het hemelwater dat op de daken van de school valt, wordt door een vijver op het schoolterrein afgevoerd. Het bovenste gedeelte van dit oppervlaktewater wordt gebruikt voor de spoeling van toiletten.
leemstuc Opgave: Scholen Opdrachtgever: Novalis College, Eindhoven Contact: Tako Postma en Wieke van Dongen (Vrijvorm architectuur)
Hier ruimte voor een bescheiden bijschrift
Hogeschool Utrecht Utrecht Het faculteitsgebouw voor Natuur en Techniek (FNT) is aanjager van de stedelijke vernieuwing in een ‘vergeten’ deel van Utrecht. Door de integratie van gebouwdelen uit 1953 en 1962 met een nieuwe vleu gel ontstaat een open, uitnodigende, transparante atmosfeer: een etalage voor plezier in techniek. Het FNT-gebouw, dat ook de studie richting Installatietechniek huisvest, wordt het schoolvoorbeeld van duurzame, energiebesparende installatietechniek, met een behaaglijk binnenklimaat.
Het hout in de liggers, het atriumdak, het vliesgevelsysteem van de entreehal en de zelfdragende scheidingen van de projectruimten is van inheemse soorten.
Het gebouw heeft lage temperatuurverwarming met vloerverwarming, gekoppeld aan een WKO-bron. De verlichting werkt met daglichtregeling. De grote, bestaande glasvlakken op het zuiden hebben nieuwe, gereguleerde uitvalzonwering, waardoor zonne-energie in de winter passief wordt benut. Experimenteel is de sprinklerinstallatie, die niet op een voorraadbassin, maar op een WKO-bron is aangesloten.
SCHOOL
Sloopafval is beperkt doordat bestaande gebouwdelen zijn opgenomen in het ontwerp, inclusief de gevel. De gevelonderdelen van het gesloopte deel zijn hergebruikt. Deze investering in de kwetsbare buurt Pijlweerd jaagt de stedelijke vernieuwing aan in dit ‘vergeten’ deel van Utrecht. De realisatie van de ambitie een stedelijke Technocampus te creëren start met dit FNT-gebouw.
aanja ger Opgave: Scholen Opdrachtgever: Hogeschool van Utrecht Contact: Jeroen Simons, Angela Lott
Hier ruimte voor een bescheiden bijschrift
Layout
Kraanspoor Amsterdam Kraanspoor Amsterdam is de transformatie van het historische industriële kraanspoor tot een glazen kantoorgebouw met een lengte van 270 meter, breedte van circa 13 meter en een oppervlakte van 13.000 m2. Het ontwerp is van Trude Hooykaas, de uitwerking van Inbo. De breedte van spoor en opbouw is gelijk, de vier oude trappen huizen zijn stijgpunten. De relatie tussen oud en nieuw is overal voelbaar. Van binnenuit is er zicht op de stalen constructie en op de weidse havenomgeving.
De klimaatgevel dient als buffer; de dubbele glazen gevel zorgt voor het voorverwarmen van ventilatielucht. De warmtepomp brengt het water uit het IJ op de juiste temperatuur voor verwarming en koeling met betonkernactivering.
Het kantoor staat binnen het innovatieve ontwikkelingsgebied AmsterdamNoord, onderdeel van de voormalige NDSM werf; een gebied dat nog een aantrekkelijke vestigingsplek voor bedrijven moet worden.
SCHOOL
Het Kraanspoor met oorspronkelijk een tweetal kranen is getransformeerd naar een hoogwaardig kantoor. Het nieuwe kantoor op het bestaande kraanspoor is geheel opgebouwd volgens de IFD-normen (Industrieel Flexibel Bouwen) en heeft daarvoor de Greenaward van MIPIM 2008 gekregen.
klima atgev el Opgave: Kantoren Opdrachtgever: ING Real Estate, Den Haag/Ontwerpgroep Trude Hooykaas BV Contact: Wilco van Gils
Hier ruimte voor een bescheiden bijschrift
Duurzame kans Bestaande kantoren Steeds meer kantoorgebouwen staan lange tijd leeg omdat deze niet meer aan de eisen van de gebruikersmarkt voldoen. Jarenlang was nieuwbouw aantrekkelijker. In de huidige economische situatie vormt nieuwbouw voor veel gebruikers een te risicovolle investering. Het maken van een slag in de duurzaamheid van het leegstaande kantoorareaal is nu een interessant alternatief om te komen tot pas sende huisvesting in balans met de investering. De door Inbo, DTZ Zadelhoff en Deerns integraal ontwikkelde methodiek helpt kantoor eigenaren, overheid en adviseurs bij het maken van de juiste keuzes.
In de ontwikkelde werkmethodiek komen we samen met de opdrachtgever in 4 stappen tot een duurzame aanpak van het gebouw en de locatie. Stap 1 We starten we met een gebouwopname en een locatieverkenning waarbij we een scorelijst invullen.
score lijst
Stap 2 Als hieruit blijkt dat gebouw en locatie over voldoende potentie beschikken, gaan we met de opdrachtgever een gesprek aan over zijn/haar ambities aan de hand van een zestal geformuleerde doelen: verbetering van verhuurbaarheid, imago, uitstraling, welbevinden, energiebesparing en geldbesparing. Stap 3 Onder de doelen zijn circa honderd maatregelen gecategoriseerd. Samen focussen we op een passende selectie van de verschillende maatregelen. Om een toegesneden set maatregelen te kunnen selecteren wordt de toepasbaarheid en het effect van elke maatregel integraal bekeken. Stap 4 Het effect van de maatregel maken wij vervolgens inzichtelijk en overdraagbaar in beeld, energieprestatie en in kosten.
Opgave: Kantoren Opdrachtgever: InboLab in samenwerking met DTZ Zadelhoff en Deerns Contact: Jeroen Simons, Trude de Vroomen
Hier ruimte voor een bescheiden bijschrift
Woonunie Deventer Het ontwerp voor het kantoor van woningbouwcorporatie de Woonunie is een uitbreiding van een bestaand kantoorgebouw. Het nieuwe kantoor vervlecht nieuwe en bestaande gebouwdelen, die bovendien gerenoveerd worden. Hart van het gebouw is nu de centrale hal van twee verdiepingen, met een brug op de eerste verdieping en de woonwinkel. De hal verbindt oud en nieuw door alle ruimtes aan elkaar te koppelen. Het interieur is ook door Inbo ontworpen.
Het nieuwe kantoor voor de Woonunie vervlecht nieuwe en bestaande, gerenoveerde gebouwdelen. Ook het bestaande kantoor heeft een volledige metamorfose ondergaan. Het gebouw heeft zonder sloop een compleet nieuwe uitstraling gekregen.
Speciale aandacht voor milieu- en energiebewust bouwen blijkt bijvoorbeeld uit het weglaten van delen van de plafonds in de kantoren, zodat gebruik kan worden gemaakt van het accumulerend vermogen van de constructie. Daarnaast brengen lichtplanken door reflectie meer daglicht in de nieuwe kantoren, waardoor er minder kunstlicht nodig is.
Opgave: Kantoren Opdrachtgever: Woningbouwcorporatie de Woonunie Contact: Dick Ringeling, Jaco Troost
Hier ruimte voor een bescheiden bijschrift
Gemeentekantoor Utrechtse Heuvelrug Doorn Dit winnend structuurontwerp heeft een hoge duurzaamheidsambitie met een GreenCalc+ score van 234+, wat zich vertaalt naar een ¬A-¬¬label. Een drietal gebouwen staat passend in de omgeving en vormt een aanvulling op het naastgelegen Cultuurhuis. De verbin dingen tussen de gebouwen onderling en het Cultuurhuis zijn onder gronds, zodat de landschappelijke kwaliteit nadrukkelijk aandacht krijgt. Uitgangspunt is dat de ruimte tussen de paviljoens net zo belangrijk is als de gebouwen zelf.
Het souterraindak heeft een daktuinopbouw, die regenwater buffert en de afvoer ervan vertraagt. Bijkomend voordeel is dat begroeing fijnstof opvangt, waardoor de luchtkwaliteit verbetert. De toiletspoeling met regenwater en waterbesparende kranen.
In de opzet van het aantal parkeerplaatsen worden in totaal 50 parkeerplaatsen minder gemaakt dan de norm. Om dit te compenseren zijn er meer voorzieningen voor fietsen, bijvoorbeeld elektrische bedrijfsfietsen met oplaadpunten. Verder wordt er rekening gehouden met de Milieu-index Bedrijfsvoering uit Greencalc+.
Opgave: Kantoren Opdrachtgever: Gemeente Utrechtse Heuvelrug Contact: Jeroen Simons, Aron Bogers, Bert van Breugel Keuze voor zoveel mogelijk duurzame materialen volgens het LCA-model. De materialisering sluit naadloos aan bij het gewenste rustieke gevelbeeld: dubbele ramen en deuren met drievoudig glas (HR++) in een gevel met stucwerk op een isolatielaag van 200 mm. EPS, waardoor een Rc-waarde van ruim 5 wordt gehaald voor de gehele gevel. Keramische dakpannen zijn duurzaam in deze boomrijke omgeving.
Betonkernactivering verwarmt en koelt het gebouw. Bron is warmte-koudeopslag, waarop een warmtepomp is aangesloten. Een gebouwsimulatie van het systeem zal uitwijzen of naast de intelligente regeltechniek additioneel een HR-ketel benodigd is om de traagheid van het systeem op te vangen. Het groene dak zorgt voor verbeterde warmte- en koude isolatie, die temperatuurschommelingen vermindert. De open/dichtverhouding in de gevel is ongeveer 30/70. De buitenzonwering met luiken is actief te beïnvloeden door de medewerkers en bedekt ongeveer 30% van de gevel. De daglichtgestuurde armaturen hebben aanwezigheidsdetectie. Een centrale stand-byregeling voor de hardware voorkomt zoveel mogelijk sluipverbruik. Optioneel kunnen PV-cellen worden ingezet.
energie label a
Het souterraindak heeft een daktuinopbouw, die regenwater buffert en de afvoer ervan vertraagt. Bijkomend voordeel is dat begroeing fijnstof opvangt, waardoor de luchtkwaliteit verbetert. De toiletspoeling met regenwater en waterbesparende kranen. Hier ruimte voor een bescheiden bijschrift
Catalyst Eindhoven Catalyst is de nieuwe incubatorfaciliteit op de Technische Universiteit Campus in Eindhoven. Inbo heeft de architectenselectie gewonnen met een overtuigende visie op dit nieuwe bedrijfsverzamelgebouw voor jonge technostarters. De Catalyst is een initiatief van Brainport Development i.s.m. de TU/e en de gemeente Eindhoven en heeft als doel een adequate en hoogwaardige werkomgeving te ontwikkelen voor technostarters waarbij de synergie tussen gebruikers essentieel is. De verbinding van de TU/e campus met de stad maakt deze plek de ideale plek die ruimte biedt aan jonge ambitieuze kenniswerkers en nieuwe bedrijvigheid.
Het ontwerp gaat uit van een compact, en daardoor duurzaam gebouwvolume. De ruimte op de plot wordt efficiënt gebruikt om de parkeerbehoefte op een goede manier op te lossen en het landschappelijke karakter van de plek te versterken. Door een intelligent installatieconcept en een hoogwaardige gebouwschil verbruikt het gebouw een zeer geringe hoeveelheid energie. Het gebouw integreert in het bestaande WKO-systeem van de TU/e. Naast de daglichttoetreding diep in het gebouw werkt het atrium ook als klimatologisch instrument. Retourlucht van kantoren wordt gebruikt in het atrium. De labs en zonnepanelen op de sheddaken weren de warmte van de zon en wekken elektrische energie op.
dynamiek in het atrium
Het gebouw is letterlijk vorm gegeven als katalysator voor ontmoeting en interactie. Het centrale atrium vormt het hart van het ontwerp. De grote daklichten en de verspringende vides creëren een bijzonder ruimtelijk binnengebied dat uitnodigt tot ontmoeten. De werkruimten zijn gelegen aan de rustige buitengevel, met uitzicht op een groene bosrijke omgeving. Deze rust functioneert als tegenhanger van de dynamiek in het atrium.
Opgave: Kantoren Opdrachtgever: Twice Eindhoven b.v. Contact: Aron Bogers, Niels Kranenburg
Hier ruimte voor een bescheiden bijschrift
Centric Gouda Een uitnodigend atrium met tussenvloeren, trappen en liften vormt het dynamische hart van het bedrijf. De twee carrévormige bouwdelen aan weerszijde van dit atrium hebben flexibel indeelbare kantoor vloeren. Op basis van de Greencalc-methode behoort het project tot de top 10 van de minst milieubelastende kantoorgebouwen in Nederland. Op de Milieu-Index-Gebouwen (MIG) krijgt het gebouw met 203 punten het zogenaamde B-label.
Duurzame materialen zorgen voor een GPR-gebouwscore van 8.1 (eis 7.0). De goede score komt vooral door het geprefabriceerd betonskelet en de verhoogde isolatiewaarde van gevel, vloeren en dak en door zonwerend glas. Er is een laag geïnstalleerd vermogen voor verlichting in combinatie met armatuurafzuiging, veeg- en daglichtschakeling en aanwezigheidsdetectie.
Met de installatie voor warmte-koudeopslag en daglichtregeling wordt de gewenste GPR-gebouwscore van 7.0 royaal gehaald. Het gebouw heeft een lage temperatuurverwarming in combinatie met een hoge temperatuurkoeling.
Het gebouw heeft kranen met doorstroombegrenzers, toiletten met spoelonderbreking en urinoirs. Het regenwater wordt opgevangen en terug gevoerd naar het oppervlaktewater.
greencalc methode
Het gebouw geeft een goede aanzet voor de revitalisering van een oud bedrijventerrein aan de rand van een woongebied. Het gebouw sluit aan bij de groene identiteit van de plek in de Goudse Poort; een ecologische zone met groen en water, tegenover een groot park. Inrichting met heggen, bomen en groene taluds bepalen de sfeer van het terrein.
Opgave: Kantoren Opdrachtgever: OVG projectontwikkeling b.v. Contact: Jeroen Simons, Ben van der Wal
Hier ruimte voor een bescheiden bijschrift
Gemeentehuis Midden-Delfland Het nieuwe gemeentehuis van Midden-Delfland is op alle ontwerp niveaus ontleend aan haar omgeving. Het gebouw verbeeldt deze groene gemeente. Een geplooid rieten dak op de glazen volumes, toont letterlijk de verbondenheid met het omringende landschap. Het klimaatconcept is een integraal ontworpen vloerpakket, waarin betonkernactivering - met als bron diep in de bodem opgeslagen water - een aangenaam en energieslim binnenklimaat verzorgt.
Bij de materiaalkeuze zijn duurzaamheid en duurzame inkoop het uitgangs punt. Aandacht is er ook voor de verlenging van de levensduur van het gebouw. De vliesgevels zijn opgebouwd met inlands hout, het riet voor de goed isolerende dakbedekking is ook lokaal te betrekken. Koperen boeiboorden staan borg voor een lange levensduur. Tripple glas is er ter beperking van warmtetransmissie en verhoging van het welbevinden.
Betonkernactivering is de basis voor het klimaatconcept. Gebruik van warmtepompen in combinatie met opslag in de bodem zorgt voor een minimaal energieverbruik, met name voor koeling. In diepe aardlagen opgeslagen water is de bron voor betonkernactivering. PV-cellen op het dak en in de gevel leveren energie en vormen tevens zonwering.
Cittá slow
Het gemeentehuis verbeeldt waar Midden-Delfland - de eerste Cittá- slow-gemeente in Nederland - voor staat. Het gebouw bekroont de gemeentelijke herindeling, waaruit Midden-Delfland is voortgekomen, en moet het ‘thuis’ worden van alle inwoners.
Opgave: Kantoren Opdrachtgever: Gemeente Midden-Delfland Contact: Arnold Homan, Jeroen Simons
Hier ruimte voor een bescheiden bijschrift
Gemeentehuis Westland De nieuwbouw van het Gemeentehuis Westland heeft invloed op de hele regio. Het gemeentehuis wordt met dit ontwerp niet slechts een gebouw, maar vooral ook een plek in de openbare ruimte, die als een tuin met vele duurzaamheidaspecten is ingericht. Het gebouw met gras- en sedumdaken bevindt zich deels onder de grond en draagt deze tuin. Het gebouw geeft hoogte en richting aan de tuin. Met de hoogtes aan de randen sluit het gebouw aan op de aangrenzende bebouwing. Alle kansen voor verbetering in de oude kern van Naald wijk worden benut. Het versterkt de locatiekwaliteiten en herstelt de heelheid van de kern, zodat de omliggende gebieden weer verbinding krijgen. Deze openbare ruimte in het centrum van Naaldwijk biedt daarmee een zeer duurzame meerwaarde. Het ontwerp is als tweede in de competitie geëindigd.
duurzame meerwaar de
Er is voorkeur voor duurzame materialen die lang meegaan, zoals beton, glas, hout en gras. Zoveel mogelijk lokale materialen zijn gebruikt; inlands betongranulaat en Europees hardhout. Er is materiaalbesparing door grote overspanning en de Wing-vloerconstructie die voor optimale integratie van installatie en reductie van verdiepingshoogte zorgt. De gras- en sedumdaken zorgen voor fijnstofbinding.
Aanwezigheidsdetectie bij sanitaire en utilitaire ruimtes spaart energie. Reflectieplanken zorgen voor korter kunstlicht gebruik. Er is minder achtergrondverlichting nodig door de werkplekverlichting. HR-verlichting zorgt samen met veegschakeling voor verdere energiebesparing. De koellast van dit gebouw met veel glazen gevels, wordt gereduceerd met schaduw door de tactische plaatsing van bomen, door dakoverstekken, reflectievlakken en glasprints. Warmte-koudeopslag en betonkernactivering zorgen voor duurzame warmtevoorziening. De gras- en sedumdaken hebben een extra isolerende werking en zorgen voor warmteaccumulatie. Ramen zijn te openen en bij extreem warme dagen te combineren met nachtkoeling. Daarnaast heeft het gebouw mechanische ventilatietoevoer en –afvoer met hoogwaardige terugwinning door warmtepompen en warmtewielen.
De gras- en sedumdaken zorgen met geavanceerde microbiotopen en een watercirculatiesysteem met waterval, voor het drainerend vermogen en vermindering van de rioolbelasting. De kranen hebben doorstroombegrenzers. De toiletspoeling met opgevangen hemelwater bespaart drinkwater.
De gebouwvorm is zeer compact door de ruime stramienmaat van 21,60 meter. De gevellengte is met 30% gereduceerd, vergeleken met een conventioneel kantoor. Het gebouw is flexibel indeelbaar. Hierdoor kan het gebouw meegroeien met veranderende wensen. Deze vrije indeelbaarheid is door de Wing-vloeren ook in de installaties mogelijk.
Opgave: Kantoren Opdrachtgever: Gemeente Westland Contact:bijschrift Hans Toornstra Hier ruimte voor een bescheiden
publiek domein Layout
Solid IJburg Amsterdam Inbo doet de uitwerking van de Solid in Amsterdam IJburg van Baum schlager – Eberle (Oostenrijk). Solids zijn gebouwen, die in staat zijn door de jaren heen op verschillende manieren te functioneren en daardoor 200 jaar blijven staan; zo is het streven. Het zijn duurzame gebouwen in economische, functionele, technische en emotionele zin. Het accommodatievermogen en de dierbaarheid van de Solid zorgen daarvoor. De functies die door elkaar heen in het gebouw voor kunnen komen, zijn bijvoorbeeld: wonen, vergaderruimten, gezond heidszorg, kantoren, logies, onderwijs, sport enz.
De Solid heeft een betonnen casco van kolommen, betonkernen en plaatvloeren, gecombineerd met houtskeletbouw-elementen met houten kozijnen en een buitenschil van natuursteen beplating.
Warmte-koudeopslag is gecombineerd met een WTW-installatie.
De dierbaarheidfactor van de Solid gaat over de identiteit van het gebouw, over de mate waarin mensen zich eraan hechten. Die mensen zijn niet alleen de gebruikers van het gebouw, maar ook alle anderen, zoals bezoekers en gebruikers van de openbare ruimte om het gebouw. Investeringen in kwaliteiten van het casco liggen daarom boven de gebruikelijke norm.
wisselen de functi emix
SCHOOL
Het gebouw krijgt een wisselende functiemix door het brede accommodatie vermogen. Iedere opeenvolgende gebruiker heeft per verdieping de vrijheid om het eigen deel van de Solid aan te passen aan specifiek gebruik. Om dat te kunnen waarborgen hebben de vloeren een hoog draagvermogen, grote overspanningen, veel ruimte en een grote verdiepingshoogte (3,6 m).
Opgave: Publiek domein Opdrachtgever: Kristal | Het Oosten (nu Stadgenoot) Contact: Elmer Bronkhorst, Piet van der Ploeg
Hier ruimte voor een bescheiden bijschrift
Studio K Amsterdam De voormalige ambachtsschool in Amsterdam Zeeburg is verbouwd tot een verzamelgebouw voor jonge creatieve functies, met de bedoe ling een geheel nieuwe doelgroep aan te trekken in de Indische buurt. In het gebouwdeel dat door Inbo is ontworpen zijn diverse functies. Het nieuwe sociale, culturele hart van de buurt; Studio K met filmzalen, muziekstudio’s, een club en grand café. Daarnaast zijn het conferen tie- en onderzoekscentrum IIRE, een digitaal buurthuis Cybersoek en kantoren voor kleine startende ondernemingen in het gebouw gevestigd.
De renovatie van de school is een indrukwekkend voorbeeld van het verbinden van een gebouw met de buurt. Het effect op het alledaagse leven in de wijk is enorm. Bewoners, maar ook een nieuwe groep bezoekers komen hierop af, wat een positief effect heeft op de wijk.
SCHOOL
Deze renovatie van de oude ambachtsschool toont aan hoe flexibel een oud gebouw kan zijn en hoe met behoud van sfeer en identiteit, een bestaand gebouw getransformeerd kan worden tot een nieuw en aansprekend gebouw. Achter de imposante en intact gebleven historische gevel is het gebouw grondig getransformeerd en bruist het van de nieuwe activiteiten. Dit was aanleiding voor het toekennen van de Geert Brinkgreve bokaal voor het beste Renovatieproject in Amsterdam van 2007.
amba chtss chool
Opgave: Publiek domein Opdrachtgever: Ymere, Stichting Kriterion Contact: Tako Postma
Hier ruimte voor een bescheiden bijschrift
Melkpakken Paviljoen Apeldoorn Voor de Dag van de Architectuur en de Internationale Triënnale ontwierp Inbo een tijdelijk ecologisch verblijf van 3.000 melkpakken. Het paviljoen behaalde de derde prijs in de prijsvraag van deApeldoornse stichting Bouwhuis. De drankverpakking is een afvalproduct dat iedereen kent en bijna dagelijks weggooit. Het eindigt gewoonlijk op de afvalberg of krijgt na recycling een tweede leven. Inbo ziet een alternatief en tovert oude melkpakken van de Groene Koe om tot bouwstenen. Het zijn geen hergebruikte pakken, maar wel pakken die uit de handel waren genomen. Het paviljoen van zogenaamde ‘pakstenen’ heeft 15 kolom men, die een licht dak dragen. Het dak zelf is van ongesneden karton, om het waterdicht te maken.
Afvalproduct in de vorm van 3000 pakken melk (licht blauw), yoghurt (licht groen), karnemelk (rood), volle melk (donker blauw) en volle yoghurt (donker groen). Voor de stabiliteit is uiteindelijk wel gekozen voor een versteviging van lokaal Veluws hout, omdat het paviljoen in de openbare ruimte kwam te staan. Het dak is waterdicht en gemaakt van misprints van melkpakken op rol.
tijdel ijk ge bruik
Opgave: Publiek domein Opdrachtgever: Bouwhuis / prijsvraag Contact: Wim Westinga
Hier ruimte voor een bescheiden bijschrift
Zendstation Radio Kootwijk Kootwijk De bussinesscase van Inbo over dit leegstaande complex geeft aan dat op korte termijn, ‘niets doen’ uiteindelijk net zoveel kost als tijde lijk beheer. Leegstand is achteruitgang, waardoor meer grondstoffen nodig zullen zijn voor een herbestemming. Met tijdelijk beheer kan het gebouw uiteindelijk een nog duurzamer herbestemming krijgen, al is het nog onduidelijk wat de nieuwe duurzame functie kan zijn.
Onderhoud en gebruik van het gebouw voorkomt achteruitgang, waardoor hergebruik van meer aanwezig materiaal mogelijk zal zijn.
Het behouden van dit cultureel erfgoed zorgt voor maatschappelijke duurzaamheid, versterkt onze culturele waarden en het behoudt onze historie voor toekomstige generaties.
SCHOOL
Dit is het belangrijkste duurzaamheidaspect van dit project. Het maakt transformatie uiteindelijk mogelijk. Dit bestaande gebouw kan duurzaam gebruikt worden voor huidige en toekomstige generaties.
tijdelijk beheer
Opgave: Publiek domein Opdrachtgever: Boei en Staatsbosbeheer Contact: Marleen Sanders
Hier ruimte voor een bescheiden bijschrift
Cultuurhuis Woudstaete Woudenberg Een gesloten bankgebouw is getransformeerd naar een open cultuur huis met de openbare bibliotheek, een leescafé, expositiefaciliteiten en kantoorruimte. Een ‘powerroof’ en optimale flexibiliteit dragen sterk bij aan de duurzaamheid. De bestaande kolomstructuur van het gebouw wordt voortgezet in de uitbreiding. Naar behoefte van de nieuwe gebruikers kunnen stramienen worden toegevoegd, zonder dat dit het ontwerpconcept aantast. Ook in de toekomst kan een voudig gewisseld worden van programma.
Een ander onderdeel van het powerroof zijn de PV-cellen in de schuine dakdelen, die voldoende energie leveren voor de elektra. Door de vides dringt het daglicht diep in het gebouw, waardoor kunstmatige verlichting minder nodig is en energie wordt gespaard. Lamellen voor de grote glasvlakken voorkomen dat de ruimten teveel opwarmen. Het grote platte dakvlak heeft een Energy Roof R&R-systems in combinatie met een warmtepomp en warmte-koudeopslag. Water wordt door leidingen in het dakvlak gepompt, waardoor in de zomer de zonnewarmte het water verwarmt, waarna het wordt opgeslagen. Hiermee wordt het gehele gebouw in de winter met lagetemperatuurverwarming verwarmd. Het koude water koelt het dakvlak bovendien in de zomer.
power roof
Het conceptontwerp met de vrije vloervelden en de vrij te plaatsen vides leent zich goed voor de participatie van de toekomstige gebruikers bij het ontwerp. Samen met de gebruikers wordt de definitieve indeling van het gebouw ontworpen. Het Cultuurhuis zal een belangrijke rol gaan vervullen als sociaal baken van het dorp.
SCHOOL
Van een gesloten introvert bankgebouw transformeert dit gebouw naar een open, extrovert cultuurhuis. Het thema ‘cultuurhuis onder één dak’ wordt optimaal doorgezet, door het dak vorm te geven als bindend duurzaam element van het gebouw. Ook in de toekomst kan eenvoudig uitgebreid en gewisseld worden van programma: het is ‘futureproof’.
Opgave: Publiek domein Opdrachtgever: Gemeente Woudenberg Contact:bijschrift Trude de Vroomen, Ton van de Lagemaat Hier ruimte voor een bescheiden
& Hier ruimte voor een bescheiden bijschrift
De Rooie Buurt Katwijk De ‘Rooie Buurt’ is een historisch waardevolle volksbuurt én gemeen telijk monument. Op dit moment vindt er renovatie en restauratie plaats en zelfs sloop en nieuwbouw. Bij deze zorgvuldige vernieuwing is veel aandacht voor de openbare ruimte. Doel van Inbo is die zo te ontwerpen dat de integrale omgevingskwaliteit gebaseerd is op de historische waarde. Dit versterkt de identiteit van de wijk.
Speelaanleidingen zijn van duurzame materialen, zoals bijvoorbeeld Robiniahout en zwerfkeien.
Er is led-verlichting in de openbare ruimte.
sterke identit eit
Molgoten voeren het hemelwater bovengronds af, gebruikmakend van de natuurlijke hoogteverschillen in de wijk.
Er zijn autovrije straten, met geconcentreerd parkeren in de randen van de wijk. De buitenruimte is in samenspel met de bijzonder gedetailleerde architectuur ontworpen, hetgeen de museale kwaliteit behoudt en versterkt. Bij binnenkomst is direct duidelijk dat dit een unieke wijk van Katwijk is; er is een herkenbare, sterke identiteit.
Opgave: Stedenbouw & Landschap Opdrachtgever: Gemeente Katwijk Contact: Arnold Meijer, Frank Maas Hier ruimte voor een bescheiden bijschrift
’t Duyfrak Katwijk De identiteit van Valkenburg bij Katwijk, als rustig tuindersdorp in het slagenlandschap aan de Oude Rijn bij Katwijk, mag niet verlo ren gaan als het dorp Valkenburg en haar bevolking in de komende vijftien jaar verdubbelen. Met het voornemen om circa 1400 wonin gen te bouwen in ‘t Duyfrak en de aangrenzende deelgebieden, komt die verdubbeling eraan. Voor het nieuw in te richten gebied baseert Inbo daarom de visie op deze uitbreiding op de dorpse identiteit van Valkenburg, het waterrijke landschap en haar bevolking.
Water is alomtegenwoordig in het plan van het slagenlandschap; in de nieuwe grachtjes maar ook in de vorm van de altijd voelbare Oude Rijn. Dit water is een belangrijke factor in de duurzaamheid van de planontwikkeling, waarop vanaf het begin is ingezet. Uit de voorlopige DPL-waardering (Duurzaamheids Profiel op Locatie) blijkt dan ook dat de wijk zeer goed scoort op water en groen in de wijk, waterbeheer en verkeersveiligheid.
Het voor ’t Duyfrak ontworpen stedenbouwkundige plan is gebaseerd op het onderliggende slagenlandschap en sluit aan bij de dorpse identiteit van Valkenburg en haar bevolking.
Opgave: Stedenbouw & Landschap Opdrachtgever: Gemeente Katwijk Contact: Pieter van Wesemael, André Langenberg
slagen landsc hap Hier ruimte voor een bescheiden bijschrift
Franciscushof Raalte Duidelijk is hier de interdisciplinaire benadering van duurzame gebiedsontwikkeling. De landschappelijke kwaliteiten vormen de drager van het plan; de ontwikkeling van 380 woningen op het voor malige zorgterrein van de St. Franciscushof. Hier komt een woonland schap, waarin de Sallandse landschappelijke en cultuurhistorische waarden als onderlegger dienen. De differentiatie in het landschap geeft aanleiding tot verschillende woonmilieus en leefomgevingen.
Er is een gesloten grondbalans en materiaal, beplanting en puin worden hergebruikt voor de cunetten. Franciscushof behoudt en versterkt (cultuurhistorische) waardevolle elementen in landschap en natuur en treft maatregelen uit het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen en GIW.
Gevels, daken en vloeren krijgen een hoge isolatiewaarde. Er is zonneenergiewinning met PV-zonnepanelen en met het warmtepompsysteem benadert het gebied CO2 neutraliteit. Er is collectieve groene stroom in de objectmatige woningen en een energiezuinige openbare verlichting.
De onderbemaling in het gebied wordt stopgezet. De afvoer van het hemel water is bovengronds, bijvoorbeeld in wadi’s en er komt een waterpartij voor de waterberging van hemelwater en kwel. Het kalkrijke water zorgt voor een vis- en plantenrijke waterpartij, waarbij de oevers natuur- en beheervriendelijk aangelegd worden.
Dit unieke, in de plek verankerde Sallandse woonlandschap heeft een sterke identiteit met een variatie aan woonmilieus.
woon lands chap
Het gebied transformeert van zorgterrein in landelijk gebied naar landschappelijke woonomgeving. Opgave: Stedenbouw & Landschap Opdrachtgever: Gemeente Raalte i.s.m. AM Vastgoedontwikkeling Contact:bijschrift Arnold Meijer, Frank Maas Hier ruimte voor een bescheiden
gebiedson twikkeling
Staalmanpleinbuurt Amsterdam Onder de noemer “We gaan het samen maken” bereidt de Alliantie een integrale aanpak van de Staalmanpleinbuurt in Amsterdam Slotervaart voor. Fysieke vernieuwing gaat hierbij hand in hand met een ambitieus sociaaleconomisch programma, waarbij het toekomstperspectief van de huidige en toekomstige bewoners centraal staat. Cruciaal onderdeel hierbij is de participatie van bewoners uit de Staalmanpleinbuurt. Inbo coördineert dit interactieve participatieproces inhoudelijk en procesmatig.
Bewonersparticipatie is een speerpunt: sociale duurzaamheid is naast de fysieke vernieuwing een cruciale voorwaarde voor de revitalisering van de Staalmanpleinbuurt. Bewoners zijn actief betrokken bij de vernieuwing van hun buurt. Het nieuwe woonmilieu komt optimaal tegemoet aan de wensen van bewoners en biedt hen perspectief. De onderlinge betrokkenheid groeit daarmee ook. De belangrijkste onderdelen van het intensieve participatieproces: - Bewoners zijn regelmatig geïnformeerd en geraadpleegd over de vernieuwing, via nieuwsbrieven, folders, website, persoonlijke benadering op informatiebijeenkomsten en een-op-een-gesprekken. - Het stedenbouwkundige plan is samen met een multiculturele bewonersgroep uitgewerkt. De stedenbouwkundigen zijn vooraf door de bewoners zélf geselecteerd. - Moeilijk bereikbare bewoners zijn bereikt met laagdrempelige bijeenkomsten, waarin kleine ‘droomgroepen’ brainstormen over concrete aspecten van de vernieuwing. - Inspelend op hun interesses en capaciteiten is een groep allochtone buurtbewoonsters getraind (‘empowered’) om actief te participeren, bijvoorbeeld in de werving en organisatie van evenementen. - Bewoners beslisten zelf over de toekomst van hun buurt door met grote meerderheid van 73% voor het uitwerkingsplan te stemmen. Zij stemden voor een ingrijpend sloop/nieuwbouwtraject. Ook in de volgende fase van ontwerp en uitvoering zullen bewoners een cruciale rol vervullen, door op te treden als adviseurs en op onderdelen zelfs als medeproducenten. Het credo “We gaan het samen maken” is inmiddels volmondig overgenomen door bewoners.
samen maken
Opgave: Gebiedsontwikkeling Opdrachtgever: De Alliantie Contact: Sietske Draaisma, Guido Wallagh
dressering/ ssering/ tbaarheid chtbaarheid
Kauwgomballenfabriek Amsterdam
De kauwgomballenfabriek bevindt zich op het kruispunt van twee stedelijke systemen. De as Amstel-Amstelscheg en de as Zuidas-Arenaboulevard. Dit locatieoverstijgende perspectief verscherpt de keuze voor pioniersfuncties, die juist hier de transformatie naar een binnenstedelijk milieu kunnen dragen. De mix van culturele functies en bedrijvigheid ziet Inbo als voorwaarde voor succes om een voormalig fabriekscomplex het gewenste vervolg te geven.
Hier ruimte voor een bescheiden bijschrift
broed plaats Complexmatige Complexmatige samenhang samenhang
Opgave: Gebiedsontwikkeling Opdrachtgever: De Kauwgomballenfabriek BV (Lingotto Vastgoed) Contact: Pieter van Wesemael, Joost van den Hoek
Volume Volume opbouw opbouw
SCHOOL
Openbare Openbare ruimte ruimte
Adressering/ Openbare ruimte Volume opbouw Complexmatige Adressering/ Openbare ruimte Volume opbouw Complexmatige Zichtbaarheid samenhang Zichtbaarheid samenhang
De transformatie van de voormalige kauwgomballenfabriek in Amsterdam Overamstel vindt in fases plaats. Van industrieel fabriekscomplex - via culturele broedplaats - tot toonaangevend centrum van de creatieve- en kenniseconomie; het nieuwe leven van de plek. Uitgangspunt bij deze herontwikkeling is de overtuiging dat cultuur een aanjager is van transformatieprocessen.
Duurzame Doorsnede Bloemkoolwijken Na de wijken uit de jaren 60 zijn de wijken uit de jaren 70/80 (de zgn. Bloemkoolwijken) toe aan wijkverbetering. Dit is hét moment om hierin een verduurzamingslag te maken. De woningvoorraad gebouwd in deze periode betreft ca. 35% van de totale woningvoorraad. Veel van deze woningen staan in bloem koolwijken. Het verduurzamen van deze woningen en wijken levert daarmee een belangrijke bijdrage aan het verduurzamen van de bestaande woningvoorraad. In een team met diverse disciplines onderzoekt Inbo de kenmerken van de bloemkoolwijken en zoekt Inbo naar mogelijkheden om de wijk en de woningen duurzaam te verbeteren.
De “Duurzame Doorsnede” is een procestool. Hierbij bekijk je de wijk als totaal en breng je de verschillende maatregelen met elkaar in verband. Niet alleen maatregelen op woning- of gebouwniveau maar juist ook op het niveau van de woonomgeving en de wijk komen aan de orde. Hierbij zoeken we naar maatregelen met een onderlinge samenhang. Hierbij betrekken we alle partijen door het bespreken van ambities, kansen en mogelijkheden om te komen tot concrete projecten. Een wijk aanpakken doe je samen. Bij het verduurzamen van een wijk heb je in tegenstelling tot het verduurzamen van een woning te maken met verschillende eigenaren, de gemeenschap, de individuele bewoner en bedrijven, betrokken organisaties en de gemeente. Alleen door alle belangen en mogelijkheden en de onderlinge verbanden in kaart te brengen kom je tot een integraal pakket van maatregelen welke meerwaarde heeft. Na een aantal pilots willen we deze werkmethodiek in kunnen zetten voor het ondersteunen van gemeentes, corporaties en bewonersorganisaties bij de opgave voor het verduurzamen van bestaande wijken.
Opgave: Gebiedsontwikkeling Opdrachtgever: InboLab Contact: Trude de Vroomen, Menno Moerman
bloem kool wijken
Hier ruimte voor een bescheiden bijschrift
Poptahof Delft In de herontwikkeling van deze naoorlogse wijk kreeg Inbo als procesen programmamanager de taak mee te werken aan een nieuwe impuls voor de wijk op sociaal en economisch gebied, gekoppeld aan de fysieke vernieuwing. Doel: een leefbare wijk met goede ontplooiings mogelijkheden. De ontwikkelingsaanpak was integraal, met aandacht voor de participerende bevolking, het actief betrekken van andere par tijen en een interactief identiteits- en brandingsproces. Resultaat een proactief sociaal-, economisch- en beheerprogramma en een nieuw, kleurrijk ontwikkelingsconcept voor Poptahof.
Participatie in de transformatie van zowel huidige bewoners en ondernemers als van (vertegenwoordigers van) de toekomstige doelgroepen.
SCHOOL
Uniforme, naoorlogse woonblokken (stempels) vormen de hoofdopzet van de oude wijk, waar groepen bewoners zonder keus op de woningmarkt komen te wonen. Dit gold ook voor de winkelstrook aan één zijde van het gebied. In de nieuwe opzet zijn voor zeer verschillende leefstijlen verschillende aantrekkelijke woonblokken bedacht, met bijpassende winkels, diensten en ontmoetingsplekken in de nabije omgeving. Door de variëteit is een wooncarrière binnen de buurt ook heel goed mogelijk.
nieuwe impuls
partic ipatie
Opgave: Gebiedsontwikkeling Opdrachtgever: Gemeente Delft Contact: Francien de Groot
Hier ruimte voor een bescheiden bijschrift
High Tech Campus Eindhoven Eindhoven De campus demonstreert de focus van Philips op duurzaam en milieuvriendelijk ondernemerschap. Vanaf de oprichting is samen gewerkt met milieuorganisaties, nationale autoriteiten en andere toegewijde organisaties om duurzaam en verantwoord gedrag te stimuleren. Inbo werkte sinds 1998 in een team met JHK Architec ten en Juurlink en Geluk aan de ontwikkeling van de campus. HTCE investeerde meer dan 50 miljoen euro in maatregelen, die met name energie besparen en CO2-reduceren. Het project heeft de Golden Green Award 2009 in de categorie gebiedsontwikkeling gewonnen.
Op de campus staat ruim 300.000 vierkante meter aan kantoor- en laboratoriumfuncties, die transparant en in het landschap zijn ontworpen. Goede zonwerendheid van de gevel was ook voorwaarde. De vrijwel zonder uitzondering glazen gevels hebben alle zonwerende hoog rendement beglazing en hebben buitenzonwering. Op de campus is een keur aan buitengevelsystemen te zien, zowel horizontale- als verticale lamellen, screens en louvres.
Innovatief is het warmte-koudeopslagsysteem (WKO) van de Campus. In de bodem bevinden zich - in de goed isolerende zandhoudende lagen - twee waterreservoirs. Eén voor opslag van koud water, de andere voor warm water. In de zomer koelt het koude water de gebouwen. Daarbij warmt het op, waarna het wordt opgeslagen in het warmwaterreservoir. Dit water verwarmt vervolgens in de winter de gebouwen. Het WKO geeft een energiebesparing van ruim 40%. Alle nieuwe gebouwen op de campus hebben een energiezuinig ontwerp, met bijvoorbeeld automatisch geregelde zonwering en grote glasfaçades die voor een hoog daglichtniveau zorgen. De parkeergarage langs de A2 is uitgevoerd met PV-cellen, die de stroom leveren aan het net van de Campus.
Het waterbeheersysteem filtert regenwater en buffert het in een nieuw gegraven ven. Natuurbouw en een hoogwaardige werkomgeving zijn daarmee geïntegreerd. Hier ruimte voor een bescheiden bijschrift
HTCE laat zien dat een sterk concept in gebiedsontwikkeling door een consistente houding en werkwijze, een slimme ontwikkelingsstrategie en een sterk en duurzaam ontwerp succesvol is. Er is steeds vanuit de identiteit van het gehele gebied gedacht. Door juist vanaf de snelweg het zicht op het gebied te bewaren en het een echt hart (de Strip) te geven met in de nabijheid de werkgebouwen, is een aantrekkelijk gebied voor bedrijven en werknemers ontstaan. Hierdoor is niet de zichtlocatie langs de A2 volgebouwd, wat meestal het eerste is wat in Nederland gebeurt. Het is een mythe dat bedrijven alleen maar warm lopen voor zichtlocaties.
hIGH tECH CAMPUS stimuleert
Een uitgekiend ontwerp op alle schaalniveaus; van landschapsontwikkeling tot het meubilair in de openbare ruimte, is cruciaal voor het juiste binnen- en buitenklimaat. Het ontwerp moet het concept op een aansprekende en heldere manier vertalen, vanuit de verschillende gebruikers bedacht: wie bezoeken het gebied, waaraan hebben zij behoefte en hoe kan dat via het ontwerp worden gerealiseerd? Het ontwerp moet flexibiliteit én duidelijkheid bieden. Bij het ontwerp van de HTCE stond vooraf een aantal bepalende zaken vast. Zo was afgesproken dat auto’s altijd in gebouwde voorzieningen worden geparkeerd, zonder uitzondering. Ook zouden er geen vergaderzalen of restauratieve voorzieningen in de afzonderlijke gebouwen komen. Dit stimuleert beweging door het landschap en enseneert ontmoeting. Dit heeft strijd gekost, maar er is wel aan vast gehouden. De Campus stimuleert de reductie van CO2-uitstoot ook door het fietsgebruik middels een financiële regeling aantrekkelijk te maken. Er zijn voorzieningen voor carpoolen. De Campus is aangesloten op het lokale busnetwerk met een snelle verbinding naar station Eindhoven. Met een autoluw midden terrein en een 100-tal eigen Campusfietsen stimuleert HTCE verplaatsing te voet of op de fiets; vervoer op de ideale ‘ontmoetingssnelheid’.
SCHOOL
De High Tech Campus Eindhoven is een duurzame en ecologisch intelligente werkomgeving. Het initiatief van Philips heeft het voormalige Natlab-terrein getransformeerd in een landschap dat onderdeel is van de stad. Het door Inbo/JHK en Juurlink en Geluk vormgegeven masterplan is gebaseerd op de integratie van het onderliggende Brabantse landschap. Het vormt een nieuwe duurzame grondlaag voor gebouwontwikkeling, die ondergeschikt is aan de eikenlanen, het heide- en zeggenlandschap, het transparante berkenbos en het Dommeldal met zijn bijzondere micromilieu. Het is een kwaliteitsgebied, dat mensen nu al dierbaar is.
Opgave: Gebiedsontwikkeling Opdrachtgever: Philips Contact: Bert van Breugel, Jeanet van Antwerpen, Hans Toornstra, Hier ruimte voor een bescheiden bijschrift Jacques Prins, Jeroen Simons
Kop van Feijenoord Rotterdam De vertaling van het Masterplan voor de Kop van Feijenoord naar passende woonconcepten en bouwprogramma’s heeft alles te maken met sociale duurzaamheid. Het is belangrijk ‘sociale stijgers’ in de wijk te houden en doelgroepen van buiten aan te trekken met een hoger inkomen en voorkeur voor een multifunctionele woonomgeving, nabij het centrum van Rotterdam en de Kop van Zuid. Het Masterplan is door drie partijen opgesteld, die tevens deze opdracht verstrekten; De Wilgen Vastgoed, BAM en Woonstad.
Belangrijk is het behoud van ‘sociale stijgers’ in de wijk, het behoud en versterking van bestaande sociale structuren en het verbeteren van het voorzieningenniveau in de wijk. Het water biedt extra locatiekwaliteit aan de woningen en voorzieningen.
SCHOOL
Transformatie oude bedrijventerreinen naar woningbouw met functiemenging.
sociale stijgers
Opgave: Gebiedsontwikkeling Opdrachtgever: De Wilgen Vastgoed, BAM en Woonstad Contact: Dennis Gudden, Rogier Boogaard
Hier ruimte voor een bescheiden bijschrift
ruimtelijk beleid
De Gezonde Wijk Amsterdam Voldoende dagelijkse lichaamsbeweging voorkomt overgewicht en andere chronische aandoeningen in sterke mate. De directe woon omgeving speelt in het dagelijkse beweegpatroon een rol. Dit aspect van overgewicht legt zo een unieke koppeling tussen gezondheid en stedenbouw. Inbo heeft samen met het VU Medisch Centrum onder zoek gedaan naar de effecten van de vormgeving en inrichting van de woonomgeving op de dagelijkse beweging van bewoners.
Het beweegpatroon van de bewoners van vier Amsterdamse buurten is in kaart gebracht en naast de gemiddelde BMI-waarden (Body Mass Index) gelegd, waarmee de mate van overgewicht wordt aangeduid. De buurten verschillen duidelijk in stedenbouwkundige opzet, terwijl de bevolking een vergelijkbare sociaaleconomische status heeft. Dit liet een duidelijk verschil in beweging zien. In de meer stedelijke wijken wordt veel meer gelopen en gefietst dan in meer suburbane woonwijken. Bovendien is het aantal mensen met ernstig overgewicht in de stedelijke wijken duidelijk kleiner. Conclusie van het onderzoek is dat de verschillen in beweegpatroon en de BMI-waarden wel degelijk deels te maken hebben met de stedenbouwkundige indeling van de wijken. Deze wetenschappelijke inzichten zijn direct gekoppeld aan concrete, voor stedenbouwkundigen en beleidsmakers herkenbare aanbevelingen. De aanbevelingen in het onderzoek geven richtlijnen voor een beweegvriendlijke opzet en inrichting van de woonomgeving. Deze richtlijnen kunnen worden toegepast in uitleggebieden, maar ook bij herinrichting van bestaande woonwijken.
bewee g vrien delijk
Opgave: Ruimtelijk beleid Opdrachtgever: Stichting Stimuleringfonds Openbare Gezondheidszorg (Fonds OGZ) Contact: Pieter van Wesemael, Menno Moerman, i.s.m. VU Amsterdam Hier ruimte voor een bescheiden bijschrift
Studie Kleine Gaten Amsterdam Deze studie van Inbo laat zien dat er binnen de grenzen van de his torische stad nog veel inbreidingskansen voor woningbouw onbenut zijn. Amsterdam wil 4.000 nieuwe woningen per jaar bouwen, voor namelijk op grootschalige uitbreidingslocaties zoals IJburg. Door binnen de bestaande stad te bouwen, zijn minder uitbreidingsgebieden nodig en vermindert de negatieve invloed die zij op hun directe omge ving hebben.
Inbo toont aan dat er woningen kunnen worden gebouwd op plaatsen waar mensen echt graag willen wonen. De kwaliteit van wonen in de Amsterdamse binnenstad is al decennia onomstreden. De onroerendgoed-prijzen zijn hoog en de woningen zijn goed aangesloten op bestaande infrastructuur, zowel van NUTS als van openbaar vervoer. In veel gevallen bestaat de mogelijkheid om een aantal littekens die in het verleden in de stad zijn geslagen te herstellen. Inbo geeft in het onderzoek de mogelijkheden aan die de - weinig voor de hand liggende – ‘kleine gaten’ van de stad bieden. Het wordt ook duidelijk dat dit een kwaliteitsimpuls aan de stad als totaal geeft.
inbre iding
Opgave: Ruimtelijk beleid Opdrachtgever: Op eigen initiatief Contact: Rik Bakker
Hier ruimte voor een bescheiden bijschrift
Toekomstvisie binnenstad 1012 Amsterdam Wat zijn de programmatisch-ruimtelijke kansen voor postcodege bied 1012, het gebied langs de Wallen en het Damrak-Rokin? En wat gebeurt er als de dominantie van criminogene functies in het gebied wordt doorbroken? Om deze vragen te beantwoorden, ontwikkelt Inbo in opdracht van de bestuurlijke coalitie tussen centrale stad en stadsdeel centrum een gentrificatiestrategie. Hierin wordt de toekom stige potentie uitgedrukt in gewenste sferen met pioniers op strategi sche plekken. Het perspectief kan als leidraad worden gebruikt voor toekomstige ontwikkelingen.
SCHOOL
De transformatiepeilers voor het gebied zijn: versterken, veranderen en toevoegen. Allereerst worden de kracht en kwaliteit van het historische, hedendaagse en toekomstige Amsterdam versterkt. Er liggen namelijk mooie kansen om dit gebied, dat dienst doet als entree én tegelijkertijd historische kwaliteiten heeft, een krachtigere identiteit te geven. Ten tweede verandert de wijk door initiatieven van onderop te stimuleren. Om dit te bewerkstelligen komt er ondersteunend beleid vanuit alle gemeentelijke sectoren zodat burgers, ondernemers en opiniemakers kans krijgen om mee te denken over de transformatie van 1012. Het toevoegen van nieuwe functies, ten slotte, moet nieuwe bezoekers trekken. Deze nieuwe bezoekers doorbreken de bestaande eenvormigheid en vergroten en passant de diversiteit van 1012. Zo wordt het nieuwe 1012 zowel een huiskamer voor de stad worden als de etalage van de stad.
Opgave: Ruimtelijk beleid Opdrachtgever: InboLab Contact: Pieter van Wesemael, Frank Suurenbroek
Hier ruimte voor een bescheiden bijschrift
reizen mode & gadgets
wonen aan de grachten
uitgaan, wonen goede dagelijkse boodschappen
kleine rosse buurt
uitgaan in de Spuistraat
China Town versie 21ste eeuw
hoog dynamisch winkelen in het midden segment
etaleren cultuurbeleving designcenter culinair
Rosse buurt spannend, maar vermenselijkt
high end segment winkelen mooie terassen
fashion en culinair, wonen in de luwte
specialistische winkeltjes frontoffice Amsterdam kennisstad
Opdrachtgever: Opdrachtgever Ontwerp: Inbo, architect Projectarchitect: Inbo, projectleider Datum oplevering: jaartal
Universiteitsbibliotheek Boekenstad Amsterdam
Hier ruimte voor een bescheiden bijschrift
Lelystad Airport Lelystad Op 16 oktober 2009 ondertekenden minister Eurlings en minister Cramer het aanwijzingsbesluit voor verdere ontwikkeling van Lelystad Airport tot regionale luchthaven. Een toename van het aantal vluchten en de verschuiving van het karakter van die vluchten levert goede kansen voor een economische spin-off op de luchthaven en op het te ontwikkelen naast gelegen businesspark Larserknoop. In de uitbreiding van Lelystad Airport en de gebiedsontwikkeling van de Larserknoop vormt duurzaamheid een centraal thema.
Vanaf de start van het planningsproces zijn verschillende belanghebbenden actief betrokken. Bewoners en agrariërs in en om het gebied, milieuen natuurbelangenorganisaties, bedrijfsleven, buurgemeenten en overheid hebben zo direct invloed gehad op de planvorming van de gebiedsontwikkeling. De participatie in het ontwikkelproces heeft geleid tot de breed gedragen ‘Gebiedsvisie Larserknoop’, die door de gemeenteraad van Lelystad in mei 2009 is vastgesteld. Het in deze gebiedsvisie uitgewerkte ontwikkelscenario ‘Garden City’ verknoopt de stedelijke kwaliteiten van de stad met de groene open kwaliteiten van het landschap en geeft zo een sterke eigen identiteit aan het gebied.
SCHOOL
De gebiedsvisie zet sterk in op behoud van de bestaande agrarische functie en het bieden van mogelijkheden voor ontwikkeling van additionele, aan het agrarisch gebruik gelieerde functies. Deze flexibiliteit biedt de agrariërs in het gebied de mogelijkheid om de continuïteit van hun bedrijfsvoering nu en in de toekomst te verzekeren. Deze additionele functies als een theehuis, lunchroom, kinderdagopvang of verkoop van streekproducten zijn een aantrekkelijk voor werknemers in de vier bedrijvenclusters én hebben aantrekkingskracht op andere gebruikers van het gebied als recreanten en passanten. De ontwikkeling van groene verbindingen in het gebied gecombineerd met de aanleg van recreatieve fietsroutes sluit hier bij aan.
Opgave: Ruimtelijk beleid Opdrachtgever: Gemeente Lelystad Contact: Jeanet van Antwerpen, Erik van ‘t Klooster
werk sess ies
Hier ruimte voor een bescheiden bijschrift
Colofon
Deze inventarisatie van duurzame projecten is mede mogelijk gemaakt dankzij de inzet van het Atelier Sustainabilty.
Postbus 57 3930 EB Woudenberg T 033 286 82 11 E
[email protected] www.inbo.com Contactpersonen Atelier InboDuurzaam Trude de Vroomen -
[email protected] Angela Lott -
[email protected] Teksten Joline Korthoven, Bureau Kort, Amsterdam Paula van Gemen, de Tekstlounge Beeldmateriaal Inbo, Thea van den Heuvel, Teun van den Dries, Monique Koooijmans, Juurlink + Geluk Stedenbouw + Landschap, Dieuwertje Komen, Henk Honing, Luuk Kramer, Jeroen Mush, Norbert van Onna, Johan Slager,Ger van der Vlugt, Alex Sievers, Marjan Hoogervorst, Maarten Haff Vormgeving Linda Sterk september 2010