Duurzaam dichter bij de Rotterdammer Programma Duurzaam 2015-2018
Duurzaam dichter bij de Rotterdammer Programma Duurzaam 2015-2018
2 | Programma Duurzaam 2015-2018
Programma Duurzaam 2015-2018 | 3
Voorwoord Duurzaam en dichtbij de Rotterdammer
V
oor u ligt het nieuwe programma Duurzaam 2015-2018, ‘Dichterbij de Rotterdammer’. Het is het resul taat van een basis die aan vele Rotterdammers en stakeholders is voorgelegd en waar zij hun input aan hebben gegeven. Duurzame ambities realiseer je namelijk niet alleen. U leest in dit stuk projecten en maatregelen die de gemeente Rotterdam de komende jaren wil uitvoeren (realiseren) en nemen. Wij blijven iedereen uitdagen met ideeën en initiatieven te komen om mee te bouwen aan een duurzaam Rotterdam. Er gebeurt al zo veel en er is al veel bereikt. Maar we zijn nog niet waar we met de stad willen zijn. Dus ook de komende vier jaar moeten we de handen ineen slaan en samen aan de slag gaan.
“
“
Astrid Brison
Dagmar van Doorn
Ik probeer aan die elementen van duurzaam heid te werken, waar ik zelf grip op heb.”
4 | Programma Duurzaam 2015-2018
We moeten slimmer nadenken over hoe we de planeet kunnen behouden.”
Wij willen in deze periode duurzaamheid dichterbij de Rotterdammer brengen. Dat doen we groot en klein, in de haven en in de wijken. Het is geen discussie dat Rotterdam als grootste haven van Europa het voortouw moet nemen in het tegengaan van de negatieve gevolgen van klimaatverandering. Maar we zetten deze vier jaar meer in op projecten in de stad, de directe leefomgeving van de Rotterdammers. Omdat de Rotterdammers recht hebben op een gezonde, mooie en groene stad. We gaan voor schone lucht, droge voeten en lagere energierekeningen. Zo willen we er voor zorgen dat het programma Duurzaam alle Rotterdammers iets oplevert. We nemen extra maatregelen om de lucht in Rotterdam schoner te maken, daar is extra budget voor vrijgemaakt. Dat doen we door schoner verkeer te stimuleren, door meer laadpalen voor elektrische auto’s te plaatsen, ons eigen wagenpark verder schoon te maken en scheepvaart door de stad schonere brandstoffen te laten gebruiken. Maar we kunnen er ook allemaal aan meewerken: voor korte ritjes kunnen we prima de fiets of het openbaar vervoer nemen. Betere fietspaden en -stallingen en OV-overstappunten maken het aan trekkelijker de auto te laten staan. Zo ontlasten we samen het wegennet, krijgen we meer beweging, en wordt de lucht die we dagelijks inademen schoner.
De gevolgen van klimaatverandering komen op hun beurt ook steeds dichter bij de Rotterdammer. Natte kelders en water op de kades zijn geen uitzondering meer. In Rotterdam hebben we de afgelopen jaren verschillende oplossingen bedacht en gerealiseerd om het water van de steeds hevigere regenbuien goed op te vangen. Rotterdam heeft daarmee een unieke plek verworven in de wereld en is hét voorbeeld voor andere deltasteden. Ook de komende vier jaar zetten wij onze expertise maximaal in voor nieuwe oplossingen, meer opdrachten voor Rotterdamse bedrijven vanuit het buitenland en de extra banen die deze sector ons oplevert. We gaan door met energiebesparing en nieuwe schone energiebronnen zoals wind en zon. In 2030 wekken we meer duurzame energie op dan wij in totaal aan energie in de stad gebruiken. Dat doen we onder andere door hergebruik van restwarmte van de industrie: uiteindelijk worden in 2030 150.000 huishoudens in de stad hiermee verwarmd. Aan het einde van de collegeperiode zijn minimaal 10.000 woningen aangepakt met als resultaat meer wooncomfort en minder energieverbruik. De haven en industrie van Rotterdam zijn het kloppende hart van de Nederlandse economie en een banenmotor voor Rotterdam en omgeving. Uitdaging is te blijven vernieuwen en investeren in innovatieve en schone technieken. Rotterdam is het laboratorium waar nieuwe technieken samen met bedrijven, hogescholen en universiteiten worden bedacht, getest en toegepast. Die kwaliteit blijven we aanmoedigen en versterken zodat die nieuwe technieken nieuwe bedrijven, nieuwe investeringen en heel veel banen naar onze regio brengen. Zo is en blijft het veilig en gezond wonen naast de haven en industrie en blijft het ook in de toekomst de banenmotor die het altijd al geweest is. Pex Langenberg Wethouder Haven, Duurzaamheid, Mobiliteit en Organisatie
Programma Duurzaam 2015-2018 | 5
Inhoud Duurzaam dichter 8 bij de Rotterdammer
Hoe denken 10 Rotterdammers over duurzaamheid?
Ambitie voor een duurzaam Rotterdam
14
Onderzoek 11 Consultatie
12
Ambitie 1:
20
Ambitie 2:
34
Ambitie 3:
48
Groene, gezonde en toekomstbestendige stad
Schonere energie tegen lagere kosten
Sterke en inno vatieve economie
Schone lucht
21
35
Kansen voor CleanTech
49
Meer groen
23
Energiebesparing voor bewoners
Sterkere concurrentie- positie door energiebesparing
50
39
Koploper circulaire economie
53
Ontwikkelen van de biobased economy
54
Schoner transport en logistiek
55
Participatie 12
01 Goed voorbeeld 59 doet goed volgen
02 Samenwerking 63
Groene gebouwen
59
Duurzaam inkopen
60
Lobby 63
Uitvoeringsorganisatie 67
Schoon wagenpark
60
Kennisuitwisseling 63
Financiering 67
Aanpassing Rotterdam Climate Initiative
64
Communicatie 70
CleanTech Delta
64
Meten en evalueren van de voortgang
Bijlage I
08
Droge voeten
27
Duurzame gebieden
31
De Industrie als verwarming 41
Praktische 67 aspecten van de uitvoering
Verduurzamen doen we samen
07
63
03
Energiebesparing voor ondernemers
Winst door wind
42
De zon als bron
45
70
09
04
05
06
72
Ontvangen reacties en resultaten op dit consultatierapport.
Bijlage II
94
Discussie bijeenkomsten
6 | Programma Duurzaam 2015-2018
Programma Duurzaam 2015-2018 | 7
1.
Duurzaam dichter bij de Rotterdammer
In Rotterdam werken we aan een gezellige, groene en veilige stad. We experimenteren en vernieuwen. En we zorgen dat we kansen pakken voor economische groei. Door voor en vooral mét Rotterdammers te investeren in duurzaamheid werken we aan een gezonder en toekomstbestendiger Rotterdam voor iedereen. Met als doel een schonere lucht, een lagere energierekening en meer banen. Aldus het collegeprogramma #Kendoe.
V
oor de komende jaren richt het programma Duur zaam zich op onderwerpen die de Rotterdammer direct aangaan. De focus verschuift van CO2reductie naar schonere lucht, vergroening, schonere energie en energiebesparing (lastenverlichting), droge voeten, en het bewuster omgaan met grondstoffen. De afgelopen jaren hebben we al veel bereikt. We zijn wereldwijd koploper op het gebied van water en deltatechnologie. Een omvangrijk warmtenet is uitgerold in het stedelijk gebied waardoor talloze huishoudens gebruik kunnen maken van industriële restwarmte. Voor elektrische auto’s is een netwerk van oplaadpunten aangelegd. Innovatieve en bijzondere projecten hebben we gestimuleerd. Daardoor is Rotterdam in korte tijd een inspirerend voorbeeld voor elektrisch rijden in andere Europese steden geworden. Binnenvaartschippers maken gebruik van walstroom. In vier jaar tijd heeft Rotterdam met een duurzaamheidsbudget van € 26,5 miljoen in totaal meer dan € 400 miljoen aan duurzame investeringen in stad en haven gegenereerd. Onze koers is inmiddels stevig verankerd in de stad. Duurzaamheid is wederom een collegeprioriteit en sluit aan op de geformuleerde ambities in de Stadsvisie, het Kader Stedelijke Ontwikkeling en de Havenvisie 2030. Het is het kader voor nieuw beleid als de Rotterdamse Mobiliteitsagenda en de Koersnota Luchtkwaliteit. Met het nieuwe programma Duurzaam gaan we verder op de ingeslagen weg en zetten we in op innovatie en het experiment. We doen dat samen met Rotterdammers en met bedrijven, instellingen en maatschappelijke organisaties in de stad en de haven. Met onze partners van het Rotterdam Climate Initiative en Clean Tech Delta stimuleren we investeringen, bevorderen we innovatie en vernieuwing en koersen we op meer banen.
8 | Programma Duurzaam 2015-2018
We hebben Rotterdammers, instellingen en bedrijven gevraagd wat duurzaamheid voor hen betekent, wat zij belangrijk vinden op dit gebied. De conclusies hieruit in hoofdstuk 2 vormen de uitgangspunten van het nieuwe programma Duurzaam 2015-2018 ‘Duurzaam dichterbij de Rotterdammer’. Ons streven is om als Rotterdam hèt inspirerende voorbeeld te zijn voor andere deltasteden in de wereld die de duurzaamheidstransitie doormaken. Dit staat in hoofdstuk 3 nader toegelicht. Daarbij werken we aan drie elkaar overlappende ambities voor 2030: 1. We werken aan een groene, gezonde en toekomstbestendige stad 2. We gaan voor schonere energie tegen lagere kosten en 3. We streven naar een sterke en innovatieve economie In de hoofdstukken 4, 5 en 6 wordt het werkprogramma voor de periode 2015-2018 op hoofdlijnen beschreven. Na de consultatieperiode vullen we deze hoofdstukken aan met acties en projecten die vanuit de stad worden aangedragen. Goed voorbeeld, doet goed volgen. In hoofdstuk 7 staan de acties die de gemeentelijke organisatie zelf zal ondernemen om de eigen bedrijfs voering verder te verduurzamen. De organisatie van het nieuwe programma Duurzaam 2015-2018 en de voorgenomen dekking en besteding van de financiële middelen is te lezen in hoofdstuk 9.
Programma Duurzaam 2015-2018 | 9
2.
Hoe denken Rotterdammers over duurzaamheid?
Onderzoek
Consultatie
D
e houding en kennis van de Rotterdammer ten opzichte van duurzaamheid vormen de basis in een programma dat is gericht op de Rotterdammer. In december 2014 is een onderzoek uitgevoerd om te achterhalen hoe Rotterdammers denken over duurzaam heid en wat zij er zelf aan doen. De uitkomsten van dit onderzoek zijn hieronder kort beschreven.
Om de eerste opzet van het programma Duurzaam te verrijken, zijn er enkele sessies met inwoners en vertegenwoordigers van relevante organisaties (maat schappelijke organisaties, bewonersorganisaties, woningcorporaties, ZZP’ers en kleine bedrijven) georganiseerd over de thema’s “Groen & Water”, “Lucht” en “Energiebesparing, warmte en duurzame energie”. De algemene conclusie is dat men pleit voor een combinatie van grootschalige maatregelen waarin vooral overheid en bedrijfsleven initiërend moeten zijn, naast zeer tastbare projecten waarbij de gemeente inwoners uitdaagt en betrekt. De eigen verantwoordelijkheid van de Rotterdammer wordt benadrukt. Van de overheid verwacht de Rotterdammer bewustwording te stimuleren en te zorgen dat initiatieven van burgers worden geholpen bij de realisatie.
Rotterdammers vinden duurzaamheid belangrijk Ruim driekwart van de Rotterdammers vindt aandacht voor duurzaamheid belangrijk. Een vergelijkbaar aandeel beaamt dat investeren in duurzaamheid zorgt voor een gezonde en toekomstbestendige leefomgeving. Een derde is van mening dat duurzaamheid een hype is. Rotterdammers zijn deels al bewust bezig met duurzaamheid maar zouden dit nog meer willen doen Vier op de tien Rotterdammers zijn op dit moment al bewust bezig met duurzaamheid. Naast energie gerelateerde handelingen zoals de thermostaat lager zetten en de woning voorzien van dubbel glas, worden ook afvalscheiding, vaker gebruik van de fiets en zo min mogelijk gebruik van plastic tasjes genoemd als duurzame activiteiten. De thema’s die het meest zijn gerelateerd aan directe leefomgeving vindt de Rotterdammer het belangrijkst. Meer maatregelen vanuit de gemeente zijn op alle vlakken gewenst. Een kwart van de Rotterdammers wil nog meer bezig zijn met duurzaamheid. Gebrek aan tijd, geld en kennis houdt dit echter tegen. De gemeente Rotterdam kan duurzaam handelen verder stimuleren door Rotterdammers te informeren over hoe ze duurzaam kunnen zijn. Als men er beter over geïnformeerd is, kosten duurzame activiteiten vaak minder tijd. Informatie over duurzaamheid zoekt de Rotterdammer voornamelijk op internet.
1
Duurzaamheid leeft onder de Rotterdammers en zij ver wachten daarbij een actiever beleid van de gemeente.
Hiernaast is gesproken met diverse bedrijven, kennis instellingen en maatschappelijke organisaties. Zij juichen het feit dat duurzaamheid weer een prioriteit van de gemeente is toe. Het belang van samenwerking tussen de belangrijkste partners in Rotterdam benadrukt men, evenals een goede afstemming met Den Haag en Brussel. Men pleit voor een heldere ambitie, een duidelijke stip op de horizon voor een schoner en gezonder Rotterdam met een sterke economie. Voor dat laatste is een goede balans van belang tussen enerzijds de versterking van de bestaande economie door energiebesparing en modernisering en anderzijds het aantrekken en ondersteunen van een nieuwe soort bedrijven op het gebied van Clean Tech. Nadat het programma als Consultatiedocument is gepubliceerd, is een tweede, intensieve ronde georganiseerd. Met het programma als basis is aan meer dan 100 partijen in en om de stad gevraagd om een inhoudelijke reactie. De binnengekomen reacties (ruim 60) zijn samengevat opgenomen in de bijlage ‘Rotterdammers dichter bij duurzaamheid’. Ook is hierin een samenvatting opgenomen van vier grote bijeenkomsten over het programma. Het AD/RD heeft samen met LOKAAL en Nationale Nederlanden een
stadsdebat georganiseerd over Ambitie 2 Vanuit de gemeente is een discussiebijeenkomst met uiteenlopende stakeholders en deskundigen georganiseerd waarin het totale programma tegen het licht is gehouden. Ook de bespreking van het consultatiedocument in de commissie EHMD was onderdeel van deze tweede ronde consultatie en daarnaast is de Adviesraad RCI (de RCI Council) gevraagd hun feedback te geven op het programma. Alle reacties zijn in dit document verwerkt. Er zijn reacties gekomen die direct in de tekst zijn verwerkt, andere reacties vroegen om nadere samenwerking op bepaalde onderdelen. Daar zijn bijvoorbeeld gesprekken over aangegaan, of zijn al concrete verbindingen met (lopende) projecten gemaakt. Uit de ontvangen reacties van deze tweede consultatieronde blijkt dat: • Er groot draagvlak is voor de doelen van het programma Duurzaam en de inzet op de thema’s; • Rotterdam voor een aantal partijen meer ambitie mag hebben met de aanpak op duurzaamheid; • Er veel belangstelling is voor zon en groen op daken. Onder burgers en bedrijven; • De meeste gebiedscommissies graag meedoen bij de implementatie van duurzame maatregelen in hun gebied; • Er veel behoefte is aan voorlichting en advies op het gebied van verduurzaming; Maar ook aan een goede dialoog bij de implementatie van maatregelen zoals de ontwikkeling van windparken. • De markt mag worden uitgedaagd met eigen initiatieven te komen. Biedt daar ruimte voor. • Er zorgen zijn over de milieuconsequenties (lucht en geluid) van belangrijke ontwikkelingstrajecten. Bij de uitvoering van het programma wordt invulling gegeven aan deze punten.
Bron: Blauw Research BV, n= 760, december 2014
10 | Programma Duurzaam 2015-2018
Programma Duurzaam 2015-2018 | 11
Participatie Niet alleen bij het vormen van het programma Duur zaam is het belangrijk te weten wat bewoners en ondernemers willen of vinden. Juist bij de uitvoering van een programma is de input van de Rotterdammer essentieel. Het betrekken van bewoners en ondernemers bij projecten zorgt er voor dat de gemeente extra kennis vanuit de stad binnen haalt en weet waar de behoeftes liggen. Naast het verkrijgen van inhoudelijke input voor projecten levert dit ook extra duurzaam bewustzijn op bij Rotterdammers. Het constructief betrekken van bewoners en ondernemers zorgt voor meer draagvlak en vertrouwen. Rotterdam barst van de goede ideeën waar de stad beter van kan worden, ideeën die het waard zijn om tot uitvoering te brengen. Experimenteren, vernieuwen en meer zeggenschap voor Rotterdammers zijn topprioriteiten van dit college. CityLab010 is een
12 | Programma Duurzaam 2015-2018
gemeentelijk programma om participatie van Rotter dammers bij (o.a.) het programma Duurzaam te stimu leren (€ 440.000 beschikbaar voor duurzame en mobiliteitsoplossingen). Ook het Stadslab Luchtkwaliteit is zo’n voorbeeld. Bewoners zijn op verzoek van de gemeente bij elkaar gekomen met hun ideeën om de luchtkwaliteit op de ’s-Gravendijkwal te verbeteren. De goede ideeën en energie hebben geleid tot een Stadslab dat breder kijkt dan alleen naar de ‘s-Gravendijkwal. Zo werkt participatie meer betrokkenheid in de hand.
1. Bied duurzame oplossingen en verbeteringen in de directe leefomgeving van Rotterdammers;
Uitgangspunten voor het programma
5. Zorg voor een goede band en blijf in gesprek met het Rijk en Brussel;
2. Bied Rotterdammers meer kennis en informatie over duurzame oplossingen en verbeteringen; 3. Stimuleer en help bij initiatieven van Rotterdammers, zorg dat Rotterdammers mee kunnen doen; 4. Versterk samenwerking in de stad tussen gemeente, instellingen en bedrijven;
6. Zorg voor het aantrekken van nieuwe soorten van bedrijvigheid in de stad en haven, zoals Clean Tech.
Op basis van de raadpleging van Rotterdammers en stakeholders hanteren wij de volgende uitgangspunten voor het programma.
Programma Duurzaam 2015-2018 | 13
3.
Ambitie voor een duurzaam Rotterdam
Met het programma Duurzaam richten we ons op de versnelling en opschaling van activiteiten die Rotterdam in deze collegeperiode voor iedereen gezonder en toekomstbestendiger maken. Dat gaat om activiteiten van de gemeente zelf maar vooral ook over activiteiten van Rotterdammers, bedrijven en instellingen. Door gerichte ondersteuning en slimme combinaties kunnen we die activiteiten versterken.
Onze ambitie voor 2030 Rotterdam is hèt inspirerende voorbeeld voor andere deltasteden in de wereld die de duurzaamheidstransitie doormaken. Rotterdammers wonen in een aan trekkelijke, leefbare en groene stad met schone lucht. Wij verplaatsen ons met een minimale impact op de luchtkwaliteit. Op de fiets, met het openbaar vervoer of met elektrische voertuigen. Een stad die ook bij extreme weersomstandigheden veilig is en goed blijft functioneren. Ondanks meer en heviger regenval en hogere waterstanden, houden wij droge voeten.
Rotterdam produceert meer duur zame energie dan wat de Rotter dammers aan energie consumeren. Stad en haven zijn op dit gebied succesvol met elkaar verbonden en de restwarmte uit de haven zorgt voor verwarming en koeling van minstens de helft van alle huizen en gebouwen. Duurzame energie van zon en wind plus energiebesparing maken dat de energiekosten voor de Rotterdammer in 2030 lager zijn dan zonder deze duurzame energietransitie. De daken van de gemeentelijke panden worden waar mogelijk gebruikt voor zonne-energie en groen.
Een stad met een efficiënte en schone haven waarmee Rotterdam in Europa hèt centrum is van de biobased en circulaire economie. Onder andere doordat wij in deze stad ons afval gebruiken als nieuwe grondstof voor producten en als bron van energie. Op wereldschaal is Rotterdam als locatie toonaangevend op het gebied van watermanagement en deltatechnologie. Hiermee is het economische cluster Clean Tech één van de pilaren van de Rotterdamse economie.
Kortom:
Kortom:
Kortom:
we werken aan een groene, gezonde en toekomstbestendige stad
we gaan voor schonere energie tegen lagere kosten
we streven naar een sterke en innovatieve economie
14 | Programma Duurzaam 2015-2018
D
eze drie ambities vormen de uitgangspunten voor het programma Duurzaam. Ze overlappen elkaar en door ze integraal, vanuit één programma aan te pakken, versterken we de uitvoering en maken we logische combinaties van maatregelen. Daarbij willen we als gemeente het goede voorbeeld geven door in onze eigen organisatie en bij ons eigen vastgoed maatregelen te nemen die energie besparen en bijdragen aan een betere luchtkwaliteit. Ook moet elke ruimtelijke verandering leiden tot een verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving. Zo kunnen we nieuwe knelpunten op het gebied van luchtkwaliteit of geluidsoverlast voorkomen en borgen we dat de leefomgeving bijdraagt aan een aantrekkelijke stad en een betere gezondheid van de Rotterdammers. Elke ambitie is gericht op 2030 waarbij de uitvoering van activiteiten, gericht op die langere termijn ambitie, meteen effect moet hebben op een groener, gezonder en economisch sterker Rotterdam in deze collegeperiode.
Daartoe zijn per ambitie meerdere thema’s bepaald, elk met eigen doelen. Wethouder Langenberg is verantwoordelijk voor de portefeuille Duurzaamheid en daarmee voor een groot deel van dit programma. Om de ambities en doelstellingen te bereiken is vanuit de gemeente een collegebrede inzet noodzakelijk. Zo is wethouder Eerdmans verantwoordelijk voor de uitvoering die onder het thema Meer groen valt. De thema’s Duurzame gebieden en Energiebesparing voor bewoners zitten in de portefeuille van wethouder Schneider. De thema’s binnen Ambitie 3 – Sterke en innovatieve economie zijn verdeeld over de wethouders Langenberg en Struijvenberg. Wethouders Visser en De Jong beheren de portefeuilles daar waar het gaat om energiebesparing bij respectievelijk sportverenigingen en scholen. De uitwerking van de ambities staat in de volgende hoofdstukken.
Programma Duurzaam 2015-2018 | 15
Ambitie 3
Groene, gezonde en toekomstbestendige stad
Schonere energie tegen lagere kosten
Sterke en innovatieve economie
Om een gezonde, groene en toekomstbestendige stad te zijn, zetten wij in op de thema’s:
Meer schonere energie en energiebesparing hebben op termijn een kostendrukkend effect op de energielasten. Dit bereiken we via:
Versterken van de bestaande economie en tegelijkertijd aantrekken van nieuwe, Clean Tech bedrijven. Ruimte bieden voor de “next economy”, dat doen wij in deze thema’s:
Energiebesparing voor bewoners: via het programma Versnelling010 pakken we bij huur- en koopwoningen het energie verbruik aan;
Meer groen: toename van bruikbaar groen (in en om) de stad en in de diversiteit daarvan;
Energiebesparing voor ondernemers: door het uitvoeren van energiescans laten we zien waar MKB’ers energie en geld kunnen besparen;
Droge voeten: een combi natie van waterveiligheid en versterken van de veerkracht van de stad; Duurzame gebieden: voor iedere gebiedsontwikkeling komen er standaard kaders en doelstellingen voor duurzaamheid.
De industrie als verwarming: uitbreiden aantal aansluitingen op industriële warmte van het stadsverwarmingsnet; Winst door wind: nakomen van onze ambitieuze af spraken van Rotterdam als wind-wingebied, met directe winst voor Rotterdammers; De zon als bron: zorgen dat er meer gebruik kan worden gemaakt van de zon als energiebron.
16 | Programma Duurzaam 2015-2018
Kansen voor Clean Tech: stimuleren van Clean Tech bedrijvigheid in Rotterdam; Sterkere concurrentie positie door energie besparing: aanleg van grootschalige infrastructuur voor uitkoppeling van industriële restwarmte, stoom en CO2; Koploper circulaire economie: Rotterdam als centrale draaischijf in de circulaire economie; Ontwikkelen van de biobased economy: gericht op groene chemie, biobrandstoffen en biomassa als energiebron; Schoner transport en logistiek: meer gebruik van LNG en waterstof bij transport en logistiek.
ie
bit
Am
Groene, gezonde en toekomstbestendige stad
bit
Schone lucht: optimaliseren van duurzame mobiliteit gericht op minder vervuilende voertuigen in de binnenstad en groeiend gebruik van fiets en OV;
Am
1
Ambitie 2
- Schone Lucht - Meer Groen - Droge Voeten - Duurzame gebieden
Schonere energie tegen lagere kosten
ie 2
Ambitie 1
- Energiebesparing voor bewoners - Energiebesparing voor ondernemers - De Industrie als Verwarming - Winst door Wind - De Zon als Bron
Sterke en innovatieve economie - Kansen voor CleanTech - Sterkere concurrentiepositie door energiebesparing - Koploper circulaire economie - Ontwikkelen van de biobased economy - Schoner transport en logistiek
Ambitie 3
Programma Duurzaam 2015-2018 | 17
“
“
Hans Swart
Kamar Rahbi
Ik doe aan guerillagardening: stoeptegels eruit, planten erin, dat is goed voor de planeet.”
18 | Programma Duurzaam 2015-2018
Mijn broer zou me met de auto naar mijn stage kunnen brengen, maar ik ga bewust op de fiets.”
Programma Duurzaam 2015-2018 | 19
Ambitie 1:
Schone lucht
Groene, gezonde en toekomstbestendige stad
Rotterdammers wonen in een aantrekkelijke, leefbare en groene stad met schone lucht. Wij verplaatsen ons met een minimale impact op de luchtk waliteit. Op de fiets, met het openbaar vervoer of met elektrische voertuigen. Een stad die ook bij extreme weersomstandigheden veilig is en goed blijft functioneren. Ondanks meer en heviger regenval en hogere waterstanden, houden wij droge voeten. Kortom: we
werken aan een gezonde, groene en toekomstbestendige stad.
Dit betekent dat wij de blootstelling aan vuile lucht verminderen, biodiversiteit vergroten, de stad vergroenen en tegelijkertijd de water veiligheid verbeteren en de kans op water overlast verminderen. Zo komt er meer ruimte voor de fietser en de voetganger en nemen we concrete maatregelen ter verbetering van de leefomgevingskwaliteit. Denk hierbij aan fietspaden en -stallingen, uitbreiding van de milieuzone, oplaadpunten voor elektrische voertuigen, een schoon gemeentelijk wagen park, maatregelen bij de scheepvaart en groene rivieroevers. Maar ook het slim inrichten en vormgeven van wijken en gebouwen, het inrichten van de openbare ruimte met oog voor groen en water en een duurzame vernieuwing van het stedelijk en regionaal verkeer- en vervoersbeleid.
O
p het gebied van luchtkwaliteit is de ambitie stevig: Rotterdammers wonen, werken en recreëren in een schone en gezonde stad. De impact van het verkeer in Rotterdam op de gezondheid van de Rotterdammer is minimaal. De stad is goed bereikbaar, maar autoluw. De lucht in Rotterdam is schoon en veroorzaakt zo min mogelijk gezondheidsklachten bij haar inwoners. Fietsen, lopen en reizen met het OV zijn dé manieren om je door de stad te bewegen. Verkeer dat door de stad rijdt, is emissieloos. De kwaliteit van de leefomgeving is hierdoor flink verbeterd en dat maakt Rotterdam een aantrekkelijke stad voor bewoners, bezoekers en ondernemers.
De luchtproblematiek in Rotterdam is serieus. De normen voor stikstofdioxide (NO2) die Europa stelt, worden op diverse plaatsen in de stad niet gehaald. Er is in Neder land een directe koppeling tussen besluitvorming over ruimtelijke plannen en Europese normen. Daarmee ontstaat opnieuw een risico in de procedures voor ruimtelijke plannen. Globale berekeningen wijzen uit dat plaatselijk tot ruim 50% van alle verkeer zou moeten verdwijnen om alle knelpunten voor NO2 in Rotterdam in het komend jaar op te lossen met maatregelen die we zelf kunnen nemen. Zeker omdat deze afname al in het komend jaar zou moeten worden gerealiseerd zouden de maatschappelijke effecten onacceptabel zijn. Nog belangrijker is het feit dat de luchtkwaliteit in de stad een belangrijke oorzaak voor de gemiddeld slechtere gezondheid van de Rotterdammer is. De grootste boosdoener voor de gezondheid is roet (Elementair Koolstof, oftewel EC). En het verkeer is daar de grootste veroorzaker van. De uitdaging voor Rotterdam is om op korte termijn de uitstoot van roet door het verkeer terug te dringen. Naast deze uitdaging moet Rotterdam zich hard maken om de achtergrondconcentraties van de luchtvervuiling naar beneden te krijgen door samen te werken met andere grote steden, de Provincie en de Rijksoverheid. Deze concentraties komen vanuit Europa, Nederland en vanuit de regio Rijnmond (o.a. glastuinbouw, industrie, scheepvaart, rijkswegen). Het college van B&W heeft doelen gesteld voor de luchtkwaliteit. In 2018 is:
20 | Programma Duurzaam 2015-2018
• de concentratie elementair koolstof als gevolg van de verkeersbijdrage (gemiddeld 0,75 µg/m3) versneld afgenomen met 40 procent (t.o.v. 2014). De totale concentratie EC is nu circa 1,5 µg/m3; • het gemeentelijk wagenpark 25% ‘schoner’; • het fietsgebruik op de meetpunten rond de Binnenstad met 10% gegroeid. Duurzame mobiliteit als oplossing Om deze doelen te halen en van Rotterdam een stad met schone lucht te maken zijn maatregelen nodig. Een voorstel voor een pakket aan maatregelen als aanvulling op het voorgaande pakket (met o.a. de Sloopregeling en het vrachtautoverbod ’s-Gravendijkwal) is opgenomen in de Koersnota Luchtkwaliteit. De maatregelen zijn gericht op het steeds verder terugdringen van de bloot stelling aan elementair koolstof en op het verlagen van de concentraties NO2. Hiervoor zijn (structurele) veranderingen noodzakelijk waarbij de voorkeur ligt bij maatregelen met een generiek werkend, brongericht karakter. De belangrijkste bron binnen het stedelijk gebied is gemotoriseerd verkeer. Daarom richt de aanpak zich met name op de verduurzaming van de mobiliteit. Dat doen wij onder andere door: • De huidige milieuzone uit te breiden waardoor de meest vervuilende auto’s worden geweerd uit die zone. Deze uitbreiding kan zowel geografisch zijn als gelden voor voertuigtypes (vrachtwagens, bestelwagens en personenauto’s) en de milieukenmerken van deze voertuigen (Euro-klasse); • De verkeerscirculatie in de stad tegen het licht te houden in het stedelijk mobiliteitsplan. Het stedelijk mobiliteitsplan zal keuzes weergeven die gemaakt worden in de verkeerscirculatie t.a.v. fiets, OV en auto. Keuzes die gemaakt worden vanuit de focus op een gezonde, leefbare en economische stad. Op de langere termijn is het vooral de bedoeling om minder autoverkeer door de binnenstad te laten gaan en auto’s in garages te laten parkeren in plaats van op straat. Daardoor creëren we meer ruimte voor fietsers, voetgangers en openbaar vervoer. Dit is het principe van een Citylounge: de auto is te gast;
Programma Duurzaam 2015-2018 | 21
• Rotterdammers te faciliteren en te stimuleren voor gezond gedrag ten aanzien van mobiliteit, denk aan het geven van informatie over handige/snelle fietsroutes, het stimuleren van het gebruik van Park & Ride-locaties en voortzetting van de succesvolle Sloopregeling; • Te zorgen voor aantrekkelijke Park & Ride voor zieningen. Op deze manier wordt de automobiliteit in het stedelijk gebied teruggebracht. Dit heeft een positief effect op het beperken van de uitstoot van schadelijke stoffen door het verkeer. In het Parkeerplan worden maatregelen voorgesteld die het gebruiksgemak van de P+R voorzieningen verder vergroten; • Het openbaar vervoergebruik te stimuleren door een verbetering van de overstapkwaliteit, van de inrichting van de overstappunten en van de aansluiting met fiets en auto (meer OV-fietsen, ook bij metrostations; Park & Ride). Het streven is 2% -groei van het openbaar vervoer deze collegeperiode. - Als onderdeel in Beter Benutten in samenwerking met andere stakeholders inzetten op kwaliteits verbeteringen op de overstapstations Blaak en Alexander; - Als onderdeel van Beter Benutten in samenwerking met de MRDH onderzoeken of de gemiddelde snel heid van de tramlijnen 23 en 25 en de sneltram in Alexander omhoog kan; - Onderzoeken of op belangrijke OV-corridors bij verkeersregelinstallaties meer prioriteit aan trams kan worden gegeven;
• In lijn met de landelijke ambitie voor elektrisch vervoer en de koploperspositie daarin van Rotter dam, kan het aantal voertuigen in 2020 groeien naar minimaal vijfduizend. In 2025 moeten dit er minimaal vijfentwintigduizend zijn. Nota bene: de onderwerpen verbetering van de lucht kwaliteit en duurzame mobiliteit zijn belangrijke onder delen van de Rotterdamse duurzaamheidsaanpak. Het programma Duurzaam zorgt voor de verbinding in beleid, communicatie en monitoring. De formulering van maatregelen en de uitvoering worden apart in de Koersnota Lucht en in de Rotterdamse Mobiliteitsagenda beschreven. Hiervoor is een apart budget beschikbaar (aanpak luchtkwaliteit, € 11,7 mln, onderdeel van het programma Stedelijke Inrichting, product Milieu).
Belangrijk voor Rotterdam (93%), belang aandacht van de gemeente voor dit thema (75%).
51%
van de Rotterdammers pakt, als het even kan, de fiets
43% maakt, als het even kan, gebruik van tram/bus/metro 20%
heeft een zuinige auto gekocht of rijdt in een zuinige auto Relatieve verdeling naar bronnen voor EC, 2013. De grootte van de taartdiagram verbeeldt de concentratie EC in de lucht.
De verantwoordelijkheid voor schonere lucht legt men vooral bij de Nederlandse overheid en de bedrijven neer, al vindt een vijfde dat de gemeente hier meer verantwoordelijk voor is.
- Onderzoek doen naar mogelijkheden om het OVnet robuuster te maken en naar een multimodale ontsluiting van economische ontwikkellocaties;
De maatregelen vanuit de gemeente voor dit thema ervaren de Rotterdammers als onvoldoende. Zo mag de gemeente volgens de Rotterdammer best wat dwingender optreden door autovrije zones in te stellen, vervuilende auto’s/vrachtwagens
- In overleg met MRDH en RET inzetten op behoud en waar mogelijk verbetering van kwalitatief hoog waardige bediening met bus, tram en metro.
uit de binnenstad te weren en bedrijven/fabrieken aan te spreken op luchtvervuiling. Ook gratis openbaar vervoer wordt genoemd.
- Deelname aan actietraject innovatieve verduurzaming van het openbaar vervoer in de metropoolregio;
22 | Programma Duurzaam 2015-2018
Programma Duurzaam 2015-2018 | 23
Meer groen Belangrijk voor Rotterdam (88%), belang aandacht van de gemeente voor dit thema (75%).
E
en groen Rotterdam zorgt voor een aantrekkelijke en toekomstbestendige stad waar het prettig wonen, werken en recreëren is. Groen is een belangrijke collegeprioriteit (portefeuille van wethouder Eerdmans, Veiligheid, Handhaving en Buitenruimte); het brengt mensen bij elkaar, verleidt mensen om naar buiten te gaan en zorgt voor een gezondere leefomgeving. Het samenwerken aan een groene buurt draagt bij aan de veerkracht van mensen en leefbaarheid van de buurt. In en om Rotterdam is er al veel groen te beleven en te ontdekken. Van de grote parken tot verborgen groen op binnenterreinen en daken. Van natuurgebieden in de stad tot strandjes aan het water. En van monumentale bomen tot babybomen. Rotterdam is groener dan je denkt, maar nog niet groen genoeg. Daarom gaan we samen met Rotterdammers de stad verder vergroenen. Dat doen we door Rotterdammers actief te betrekken bij groen en ervoor te zorgen dat iedereen geïnspireerd aan de slag gaat. In de periode tot en met 2018 gaan we onder meer • samen met bewoners maken we de stenige wijken Oude Noorden, Nieuwe Westen/Middelland, Tarwewijk, Bloemhof en Hillesluis groener. We combineren daar waar mogelijk groen met het beperken van wateroverlast bij extreme regenbuien. We zoeken daarbij ook naar nieuwe vormen als regentuinen; • onderzoeken we waar nog meer dubbel gebruik met groen mogelijk is, zoals groene parkeerplaatsen;
van de gemeente, organiseren we jaarlijks een aantal groene doedagen (actie ‘Tegel eruit, groen erin’). Tijdens deze dagen wordt er gewerkt aan groen in de wijk en worden plantjes uitgedeeld en informatie gegeven. Het doel is zo veel mogelijk vierkante meters te ontharden. We geven zelf het goede voorbeeld bij werkzaamheden in de buitenruimte.
39%
is bereid maatregelen te treffen tegen wateroverlast zoals het aanleggen van een groen dak en tegels uit de tuin
woordelijke voor dit thema. Men verwacht van de gemeente een actievere houding in het aanleggen en onderhouden van groen in de stad. Men heeft namelijk vaak het idee dat groen steeds meer moet wijken voor nieuwbouw. Door zuiniger te zijn op het groen wat er al is of door te groen toe te voegen kan hier meer in tegemoet worden gekomen.
- groene daken geven Rotterdam een groener aanzien en vangen regenwater op. Zeker in stenige gebieden als het centrum en de oude stadswijken zijn groene daken nodig om droge voeten te houden. Groene daken zijn verder energiebesparend (want koeler in de zomer) en zorgen ervoor dat het dak twee keer langer mee gaat. Daarnaast verhogen ze de biodiversiteit in de stad. Doel is 40.000m2 groen dak per jaar. Dit doen we samen met de waterschappen. Instrumenten zijn onder meer een subsidieregeling (die de komende jaren wordt afgebouwd naar 0), actieperiodes, informatiedagen en persoonlijk advies. Daarnaast wordt onderzocht wat de wenselijkheid is van het verplicht stellen van groene daken en de mogelijkheid van borging op langere termijn. • het groen in de stad voor bewoners en bezoekers verder ontsluiten; groen doet goed (bewegen, psychisch welbevinden) en past in het beeld van een hippe en trendy wereldstad als Rotterdam. Daarom ontwikkelen en bundelen we middelen om het gebruik te stimuleren, zoals fietsroutes, wandelroutes, hardlooproutes, ontdekkingsroutes en een groene app;
• bewoners activeren meer groen bij en op hun huis aan te leggen;
• onderzoek en realisatie ondersteunen van een nieuw stadspark, een drijvend bos in de Rijnhaven en groen op het voormalige Hofpleintracé;
24 | Programma Duurzaam 2015-2018
van het totale dakoppervlakte in Rotterdam is een plat dak
De Gemeente Rotterdam wordt gezien als hoofdverant
- met geveltuinen toont de straat niet alleen groener, maar warmt de gevel ook minder op tijdens extreem warme dagen. De aanleg van gevelgroen wordt gestimuleerd door middel van een folder, actief beleid in samenwerking met de gebiedsorganisatie en intermediairs in de wijk.
• meer groen en natuur op, in en langs de Rotterdamse rivieroevers aanleggen zodat de Nieuwe Maas, de Nieuwe Waterweg, de Rotte en de Schie aantrekke lijke groene verbindingen zijn waar het fijn wonen en werken is. We starten op korte termijn met de getijdengeul Mallegatpark en natuurvriendelijke oever Nassauhaven;
- door tegels uit de tuin te halen kan er meer regen water weg en wordt het riool bij extreem weer ontzien. Samen met het Hoogheemraadschap Schieland en Krimpenerwaard en het greenteam
76%
• biodiversiteit stimuleren via groenonderhoud door bijvoorbeeld (verdere) variatie aan te brengen in het bomenassortiment.
Programma Duurzaam 2015-2018 | 25
Droge voeten
R
otterdam is een van de laagstgelegen steden van Europa. Dijken, dammen en keringen beschermen ons, maar met extreem weer zijn we nog steeds kwetsbaar voor wateroverlast. Daarom blijven we investeren om in de toekomst ernstige problemen te voorkomen. Met bewezen technieken en slimme, innovatieve oplossingen. Zo wordt een waterveilig en toekomstbestendig Rotterdam een showcase met nieuwe exportkansen. In het najaar van 2014 is het nationale Deltaprogramma vastgesteld door de Tweede Kamer met de regio Rijnmond-Drechtsteden als één van de belangrijkste regionale onderdelen van dit Deltaprogramma. De waterveiligheidsaanpak zoals omschreven in het Deltaprogramma maakt deel uit van de Rotterdamse Adaptatiestrategie. De strategie is ook gericht op het beperken van wateroverlast ten gevolge van extreme neerslag, waar mogelijk in combinatie met vergroening en verbetering van de buitenruimte in de stad. Met maatregelen op wijk-, straat- en gebouwniveau om gevolgen van extreme neerslag tot een minimum te beperken én wat tegelijkertijd leidt tot een mooiere en groenere stad voor de Rotterdammer. De komende jaren blijft Rotterdam samen met haar partners, zoals de waterschappen en het Havenbedrijf, inzetten op een waterveilige, toekomstbestendige en veerkrachtige stad. Dat doen wij onder andere door: • de Rotterdamse adaptatiestrategie uit te voeren: - met integraal beleid voor het buitendijkse gebied. De focus ligt hier op risicocommunicatie en waterveiligheidsplannen voor drie buitendijkse gebieden (tevens als pilots benoemd in het nationale Deltaprogramma): 1. Kop van Feijenoord/Noordereiland (2015); 2. Merwevierhaven (2015); 3. Botlek (2016). De waterveiligheidsplannen zijn gekoppeld aan gebiedsontwikkeling en vernieuwing van de buitenruimte. Voor Noordereiland is focus op bewonersparticipatie.
26 | Programma Duurzaam 2015-2018
Een veerkrachtig Rotterdam Een duurzame stad is ook een stad die toekomst bestendig, weerbaar en veerkrachtig is. Water veiligheid is slechts één van de opgaven waar de stad mee te maken heeft. De verdergaande energietransitie, de next economy, veroudering, cyber, het zijn stuk voor stuk ontwikkelingen die kansen genereren, maar ook risico’s. Rotterdam dient hierop te anticiperen en veerkracht te ontwikkelen, of te wel ‘resiliency’. Door als onderdeel van duurzaam te werken aan een programma voor weerbaarheid en veerkracht, kan concreet geïdentificeerd worden welke toekomstige risico’s én kansen zich voordoen, zodat gerichte acties kunnen worden gestart. Acties die bijdragen aan de zelfredzaamheid van de Rotterdammer en bedrijven. En die leiden tot slimme integrale oplossingen op wijkniveau en aan de toekomstbestendigheid van de stad als geheel. Deelname aan het 100 Resilient Cities programma van de Rockefeller Foundation helpt Rotterdam met de ontwikkeling van deze strategie, door funding en kennis en best practices van andere steden. Het resilience programma kan dienend en ondersteunend zijn aan de andere pijlers en ambities van het programma Duurzaam. Niet in de laatste plaats door het leggen van verbindingen tussen de verschillende thema’s en door het slim anticiperen op de toekomstige trends.
- met extra waterbergingscapaciteit voor extreme regenbuien in drie binnendijkse wijken: 1, Zomerhofkwartier; 2. Leonidas; 3. Rubroek. In alle pilots is de uitvoering gericht op participatie van bewoners en ondernemers in de wijk.
Programma Duurzaam 2015-2018 | 27
- bij zoveel mogelijk investeringen in de stad adaptatieprincipes mee te nemen: meer klein schalige maatregelen in de wijk door het toepassen van o.a. doorlatende verharding, groene daken (met subsidiemogelijkheid voor bewoners en bedrijven), meer groen op straat en slim ontwerp van de buitenruimte, zoals speeltuinen met waterbergingsmogelijkheden; • met het leveren van capaciteit, inhoud en waar mogelijk financiële steun ruimte te bieden aan inno vaties als polderdaken, bergende wegen, multi functionele dijken, waterspeeltuinen, drijvend bouwen, adaptief bouwen en een 3Di-model om wateroverlast beter te kunnen voorspellen. Participatie aan het regionale “Valorisatieprogramma Deltatechnologie en Water” (met o.a. Waterschappen, Hogeschool Rotterdam, Deltares, TU) helpt bij het genereren van genoemde capaciteit. Het streven is dit succesvolle samenwerkingsverband ook na 2015 te continueren; • de landelijke Deltabeslissingen in Rotterdam uit te voeren, zoals dijkversterkingen op de korte en lange termijn, verbetering van de crisisbeheersing (o.a. pilots en strategie voor lokale evacuatie naar hoge lokaties en/of gebouwen) en vermindering van de kwetsbaarheid van vitale netwerken en objecten voor overstroming;
De Rotterdamse Adaptatiestrategie (2013) zet de koers uit waarlangs Rotterdam zich wil aanpassen aan de veranderingen van het klimaat en laat zien hoe bewoners, bedrijven en stad maximaal kunnen profiteren. Deze strategie biedt het kader en de uitgangspunten voor een toekomstbestendige ontwikkeling van Rotterdam en zorgt ervoor dat voortaan bij elke (ruimtelijke) ontwikkeling vanaf het begin van het proces onderwerpen als waterveiligheid, bereikbaarheid en robuustheid van de stad als uitgangspunten worden meegenomen.
Overstromingsbeeld buitendijks Rotterdam 2100 klimaatscenario W+ met een herhalingstijd van 1 x 1.000 jaar
Bron: Deltares
Belangrijk voor Rotterdam (84%), belang aandacht van de gemeente voor dit thema (66%).
42% 40%
van de Rotterdammers maakt zich zorgen om de stijgende zeespiegel van de Rotterdammers maakt zich zorgen om wateroverlast
Volgens de Rotterdammers is vooral de overheid verant
• in 2015 een ‘Resilience’ strategie met uitwerking op projectniveau op te stellen. In 2016 en verder vindt uitvoering plaats samen met betrokken stake holders, financieel en inhoudelijk gesteund door het 100 Resilient Cities netwerk. Onderwerpen die geadresseerd zullen worden, zijn:
woordelijk voor het voorkomen van wateroverlast. Een overgroot deel weet niet wat de Gemeente Rotterdam op dit vlak doet, meer informatie is gewenst. Het vervangen van rioleringen en onderhouden van afvoergangen en dijken worden als maatregelen genoemd. Wateropgave
Knelpunten en kwetsbare gebieden
- relatie tussen waterveiligheid en energie en ict-zekerheid; - slimme ict toepassingen en zelfredzaamheid;
Risicokaart wateroverlast 2100 De risicokaart toont de gebieden waar in de toekomst een waar borgingstekort kan ontstaan en welke door ongelijke bodemdaling kwetsbaar zijn voor meer intensieve neerslag. Dit betreft vooral op veen gebouwde gebieden. Daarnaast toont de kaart knelpunten met betrekking tot riolering, gronwateroverlast en laag gelegen infrastructuur waaronder tunnels.
- slim datamanagement en data-ontsluiting. Bron: De Urbanisten XXXX
28 | Programma Duurzaam 2015-2018
Programma Duurzaam 2015-2018 | 29
Duurzame gebieden
D
uurzaamheid is een integraal onderdeel van alle gebiedsontwikkelingen in Rotterdam. Duurzame gebieden zijn toekomstbestendige gebieden met een goed leefklimaat. Dat betekent comfortabele en goed bereikbare woningen met lage energielasten, een aantrekkelijke buitenruimte, verantwoord vervoer, schone lucht, optimaal gebruik van voorzieningen, et cetera. Bovendien zijn duurzame gebieden poten tiële moneymakers. Denk aan energieneutrale of zelfs energieopwekkende woningen, grootschalige toepassingen van duurzame energie, zogenaamde smart grids en stadslandbouw. De toepassing van verschillende gecombineerde vormen van duurzame maatregelen levert renderende gebieden op die een toegevoegde waarde in zichzelf bergen. Deze duurzame gebieden vermijden toekomstige en verborgen kosten; ze zijn gezondheidsbevorderend, zijn voorbereid op klimaatverandering (adaptatie) en maken opnieuw gebruik van leegstaand vastgoed.
• Bij de grote gebiedsontwikkelingstrajecten – denk aan Hart van Zuid en Rotterdam Central District – duurzaamheid als eis in de ontwikkelcriteria mee te nemen, bijvoorbeeld in de aanbestedingssystematiek. • In kleinere gebiedsontwikkelingen ervaring op te doen met een instrument waarmee een gebied integraal op duurzaamheidsopgaven kan worden bekeken. Dit instrument is gebaseerd op de internationaal erkende BREEAM-methodiek. Op basis hiervan maakt de gemeente samen met marktpartijen een plan voor de uitvoering van concrete maatregelen. Betaalbaarheid, realisatiepotentieel en wijze van uitvoering zijn aspecten van dit plan. De ervaringen in de huidige pilotgebieden vertalen we bij succes naar andere gebiedsontwikkelingen die de komende jaren in Rotterdam starten. Ons doel is deze methodiek in alle nieuwe gebiedsontwikkelingen te gebruiken, zodat duurzame gebieden niet meer de uitzondering maar de regel vormen.
Dit realiseren we onder andere door: • Bij elke gebiedsontwikkeling aspecten als een groene buitenruimte, luchtkwaliteit, duurzaam bouwen, hergebruik van vastgoed, betaalbaarheid en bereikbaarheid evenals geluid en aandacht voor een beweegvriendelijke inrichting (stimuleren fietsen/wandelen) in samenhang te bekijken en uit te voeren. Daarbij ligt uiteraard een belangrijke verantwoordelijkheid bij de ontwikkelaars van die gebieden. Dit zijn vaak niet de gemeente zelf, maar projectontwikkelaars, woningcorporaties of andere marktpartijen en de laatste jaren ook steeds vaker meerdere ‘kleinere’ partijen (denk aan collectief particulier opdrachtgeverschap en zelfbouw). De gemeente gaat hierin de komende jaren uitdrukkelijk een kaderstellende en faciliterende rol vervullen.
30 | Programma Duurzaam 2015-2018
Programma Duurzaam 2015-2018 | 31
“
Het produceren van energie kan wel op een duurzamere manier vind ik: meer wind- en zonne-energie.”
Montessir Karroumi
“
Met warm water dat op 2 à 3 km in de grond zit kun je oppervlaktewater verwarmen; dat kun je dan weer gebruiken voor de verwarming van overheids- of bedrijfsgebouwen.”
Mario Huiberts
32 | Programma Duurzaam 2015-2018
Programma Duurzaam 2015-2018 | 33
Energie besparing voor bewoners
Ambitie 2: Schonere energie tegen lagere kosten
Rotterdam produceert meer duurzame energie dan wat de Rotterdammers aan energie consumeren. Stad en haven zijn op dit gebied succesvol met elkaar verbonden en de restwarmte uit de haven zorgt voor verwarming en koeling van minstens de helft van alle huizen en gebouwen. Duurzame energie van zon en wind plus energiebesparing maken dat de energiekosten voor de Rotterdammer in 2030 lager zijn dan zonder deze duurzame energietransitie. Kortom: we
gaan voor schonere energie tegen lagere kosten.
Energie besparen betekent minder kosten voor Rotter dammers en Rotterdamse bedrijven. Dat kan door gedragsverandering, door bouwkundige maatregelen zoals isolatie en door zelf energie op te wekken, bijvoorbeeld met zonnepanelen. Wij intensiveren het stedelijk energiebesparingsprogramma voor de gebouwde omgeving (Versnelling010), en zetten in op energiebesparing in commercieel vastgoed. De ambitie is om in 2035 150.000 woningaansluitingen op het warmtenet te hebben. Dit zorgt voor een betaal bare, betrouwbare en duurzame warmtevoorziening en voor een betere luchtkwaliteit. Verder geven wij het goede voorbeeld en pakken we eigen vastgoed aan volgens de eerder uitgevoerde “zwembadenaanpak” waarbij de kosten van de energiebesparingsmaatregelen worden terugverdiend door de gerealiseerde energiebesparing. Wind- en zonne-energie zijn belangrijk om een schone en toekomstbestendige energievoorziening te realiseren. Draagvlak en kennis bij Rotterdammers zijn – net als financieel rendement voor de omgeving – hierbij belang rijk. Participatie en goed overleg met de omgeving staan centraal.
R
otterdam stimuleert het energiezuiniger maken van bestaande woningen door intensief samen te werken met allerlei partijen in de stad. Investeren in energiezuinige maatregelen bespaart energie, leidt tot een lagere energierekening en verhoogt het comfort in huis. Bovendien wordt het energielabel van het huis hoger waardoor de woning bij verkoop extra waard is. In 2013 is het samenwerkingsverband Versnelling 010 gestart: de gemeente werkt met vijftien partners uit onder andere de corporatie-, bouw- en energiewereld samen om in een hoger tempo bestaande woningen te verduurzamen. Hierbij gaat het om woningen die worden gerenoveerd en energiezuinig worden gemaakt. Tezamen zal dit op een investering uitkomen van ruim 67 miljoen euro in de bestaande woningvoorraad. Deze investeringen leiden tevens tot extra werkgelegenheid en leerwerktrajecten. Wij zetten in op onder meer de volgende acties. • Het energiezuiniger maken van 7.000 corporatiewoningen - afspraken daarover worden vastgelegd in de prestatieafspraken met de individuele corporaties - gemeente en corporaties trekken samen op in het activeren van huurders, ontsluiten relevante (Europese) financieringsbronnen en innovaties die de aanpak kunnen verbeteren en versnellen. • Het activeren van eigenaar-bewoners, waardoor 3.000 woningen energiezuiniger worden - onderdeel hiervan is een speciale aanpak voor VvE’s zodat 1.500 appartementen energiezuiniger worden, hiervoor is een VvE-loket opgericht en organiseren we workshops - bewoners worden geïnformeerd, geactiveerd en gefaciliteerd. In relatie tot bewustwording, nemen van concrete maatregelen en energiezuinig gedrag.
34 | Programma Duurzaam 2015-2018
Programma Duurzaam 2015-2018 | 35
• Het activeren van buurten - doorpakken op bestaande buurtinitiatieven - met behulp van verbetercoaches stimuleren we buurten energiezuinige woningverbeteringen door te voeren
Belangrijk voor Rotterdam (81%), belang aandacht van de gemeente voor dit thema (53%).
De Nederlandse overheid wordt als belangrijkste verantwoorde lijke gezien voor energiezuinige gebouwen. Desondanks vindt
- daarbij sluiten we aan bij lopende initiatieven zoals programma Particuliere Woningvoorraad, Kansrijke Wijken, etc. • Het creëren en bundelen van aanbod van samenwerkingspartners Versnelling010: - Rotterdamse energiepakketten van bouw- en energiebedrijven, inclusief ‘slimme’ monitoring. - De gemeente heeft samen met Rabobank Rotterdam een lening ontwikkeld die de Rotterdammer kan helpen bij de financiering van energiebesparing. Aflossing en rente zijn daarbij in lijn met de (periodieke) energiebesparing. - gezamenlijke doelgroepgerichte marktbewerking, zoals gemeenschappelijke inkoop, organiseren van marktplaatsen. • Faciliteren en participeren in kansrijke, innovatieve initiatieven van bewoners en bedrijven zoals Blijstroom, Blaakende Zon en Concept House Village zodat nieuwe generieke kennisproducten en relatienetwerken ontstaan die de ontwikkeling en toepassing elders in Rotterdam vergemakkelijkt • Landelijke en Europese inzet en lobby voor het toegankelijk maken van rijksmiddelen voor het verduurzamen van de bestaande woningvoorraad.
het merendeel dat de Gemeente Rotterdam onvoldoende maatregelen neemt om gebouwen energiezuinig te houden/ maken.
66%
van de Rotterdammers zet zijn thermos- taat niet hoger dan noodzakelijk
49%
heeft of gaat zijn woning voorzien van dubbel glas
35%
koopt of gebruikt apparaten die weinig energie verbruiken
29% heeft of gaat zijn woning voorzien van tochtstrippen 23%
heeft of gaat zijn woning isoleren
Rotterdamse huishoudens kunnen in potentie jaar lijks zo’n € 180 miljoen besparen op hun energie rekening (gas en elektriciteit); dat is gemiddeld € 600,- per huishouden, per jaar. Dat is ruim 40% van hun (variabele) energielasten (cijfers 2013). De daadwerkelijke besparingsmogelijkheden kunnen per straat en individueel verschillen; mede afhankelijk van de woning, reeds genomen maat regelen, de gezinssamenstelling en het gedrag.
“
Ik studeer architectuur en daarin probeer ik me te richten op duurzaam bouwen. In 2030 moeten alle nieuwe gebouwen energieneutraal zijn.”
Noortje Weenink
36 | Programma Duurzaam 2015-2018
Programma Duurzaam 2015-2018 | 37
Energiebesparing voor ondernemers
• energiescans aan te bieden aan het Midden- en Kleinbedrijf. De scan bestaat uit een analyse van de energiesituatie van het bedrijf en mogelijke oplossingen voor energiebesparing. Er wordt inzicht geboden in de mogelijke opbrengsten van deze besparingen voor de bedrijven en geadviseerd hoe dit te realiseren. Daarbij houden wij bij welke maatregelen worden uitgevoerd. In 2015 gaat het om 175 scans;
W
ij ondersteunen bedrijven en instellingen uit het MKB om te verduurzamen en energie te besparen in hun (primaire) bedrijfsvoering, gebouwen, producten, etc. Met het programma Duurzaam richten wij ons specifiek op deze ondersteuning, naast de handhaving van wettelijke voorschriften die door de DCMR Milieudienst Rijnmond wordt uitgevoerd in opdracht van de gemeente. Dat doen we door:
38 | Programma Duurzaam 2015-2018
• te participeren in twee pilots voor het zogenaamde EPK-keurmerk. In het kader van het Nationale Energieakkoord en de afspraak om een Energie Prestatie Keurmerk (EPK) te introduceren voor het MKB, heeft het Rijk verzocht om voorstellen voor pilots in te dienen vanuit steden en regio’s. Met een EPK keuring moet energiebesparing in het MKB worden bevorderd. DCMR participeert in pilots voor de metaalsector en voor de grafische industrie. Op deze manier doen we hiermee lokaal ervaring op en kunnen we de daadwerkelijke energiebesparing verder faciliteren. In de evaluatie van de EPK pilots wordt als belangrijke vraag meegenomen hoe we ervoor kunnen zorgen dat het EPK instrument zo kan worden ingezet dat het bijdraagt aan een effectievere uitvoering van handhaving.
Programma Duurzaam 2015-2018 | 39
De industrie als verwarming
W
e gebruiken dagelijks energie. Het grootste deel daarvan gebruiken we voor warmte. Tegelijk is warmte een heel bruikbaar restproduct van de Rotterdamse industrie. Er zit potentieel voor zo’n 1.000.000 gezinnen aan warmte in, en momenteel laten we het merendeel verloren gaan.
“
Met het gebruik van elektriciteit ga ik wel zorgvuldig om, ik laat geen apparaten uren aanstaan.”
Renske van Dijk
“
We zouden iets meer moeten doen aan groene daken en aan groen in de stad. Ik ben ervan over tuigd dat meer groen in de stad het energieverbruik van gebouwen reduceert.”
Arie Romein
Met restwarmte uit de haven zorgen we dat Rotterdamse gebouwen en woningen niet meer afhankelijk zijn van gas uit Groningen of Rusland. De eerste leidingen, de Leiding over Noord en De Nieuwe Warmteweg, zijn al een feit. Ons doel is om de stadsverwarming steeds meer te voeden met restwarmte en met warmte uit duurzame warmtebronnen. Op deze manier voorkomen we extra verbranding van gas in de stad, wat weer een bijdrage levert aan verbetering onze luchtkwaliteit en verlaging van de CO2 emissies. Deze energie kan ook gebruikt worden voor het koelen van de stad. De ambitie is in 2030 te komen tot een betrouwbare collectieve warmtekoudevoorziening, die bijdraagt aan een schone en gezonde stad, en die betaalbaar is voor de eindgebruiker en de partijen uit de keten van warmte- en koudevoorziening. Om meer Rotterdamse gezinnen en gebouwen in staat te stellen restwarmte en duurzame warmtebronnen te gebruiken, dient het aantal aansluitingen op de stadsverwarming te worden uitgebreid: in 2030 zijn 150.000 woningen (bijna de helft van de woningvoorraad) en de helft van het overige vastgoed aangesloten op het warmtenet. Wij zetten de komende periode in nauwe samenwerking met onder andere woningcorporaties, energie- en warmtebedrijven, in op een combinatie van maatregelen. • Communicatie en voorlichting van bewoners om hen bekend te maken met de voordelen van deze warmteen koudevoorziening. • Een warmtekaart die inzicht biedt in gebieden met de hoogste aansluitpotentie. Deze kansenkaart zal vertaald worden naar een totaal visie van de energievoorziening van Rotterdam en de haven.
• Twee pilot projecten, waarbij de aansluiting op warmtenet op gebiedsniveau met betrokken partijen wordt uitgewerkt, leidend tot een aanpak voor de rest van Rotterdam. De eerste pilot is reeds opgestart, dit is een gebied ten noorden van de Reyerdijk. Voor de tweede pilot wordt gekeken naar het aan sluiten naar de Sterrenflats in Prinsenland en de gebiedsontwikkeling Merwevierhavens. • Samenwerking met en lobby richting het rijk om te zorgen dat de randvoorwaarden in wet- en regelgeving deze ambitie haalbaar maken. Deze lobby richt zich onder andere op - het zorgen dat er experimenteer ruimte komt binnen de warmtewet. - het mee laten tellen in de kosten-batenafweging van de maatschappelijke baten (waaronder vermeden kosten van onderhoud van de gasleidingen) - zorgen dat warmte kan concurreren met andere vormen van energie door ze gelijk te behandelen. De hoofdinfrastructuur van gas en elektra wordt bijvoorbeeld op een heel andere manier gefinan cierd. - het borgen van de integratie van de Rotterdamse plannen en de plannen van de warmterotonde in de warmtevisie en in de borging van het Energie Akkoord. (zie ook 6.2. Sterkere concurrentiepositie door energiebesparing)
Belangrijk voor Rotterdam (79%), belang aandacht van de gemeente voor dit thema (59%).
De overheid en de Gemeente Rotterdam zijn volgens de Rotterdammer het meest verantwoordelijk. De gewenste maatregelen concentreren zich met name op het initiëren en ondersteunen van initiatieven die genomen worden om de industriële restwarmte een goede bestemming te geven.
40 | Programma Duurzaam 2015-2018
Programma Duurzaam 2015-2018 | 41
Winst door wind
het kader van deze twee convenanten zijn onder andere: • De ingebruikname van het windpark Hartel 2 in 2015;
Windenergie, belangrijk voor Rotterdam (63%), belang aandacht van de gemeente voor dit thema (46%).
• Realisatie van windparken Nieuwe Waterweg en de Slufter; Rotterdammers zijn van mening dat de Nederlandse overheid
• Start ontwikkeling windparken Landtong Rozenburg en knooppunt Beneluxster;
het voortouw moet nemen ten aanzien van windenergie. Een vijfde van de Rotterdammers vindt dat de Gemeente Rotterdam het meest verantwoordelijk is. Veel Rotterdammers
• Het – onder coördinatie van de provincie en in goed overleg met omwonenden – zoeken van vervangende locaties om de doelstelling voor windenergie te realiseren.
weten eigenlijk niet welke maatregelen de gemeente neemt ten aanzien van windenergie. Als men dat wel denkt te weten dan ervaart men de genomen maatregelen als onvoldoende. De maatregelen die men van de gemeente verwacht, hebben betrekking op het plaatsen van windmolens (ook op daken). Daarnaast denkt men aan samenwerken met verschillende energiemaatschappijen om dit thema beter te positioneren.
O
m schone en toekomstbestendige energie te realiseren voor Rotterdam en de rest van Nederland zet Rotterdam zich in voor meer duurzame energie. Windenergie is hiervoor een belangrijk middel. Tegelijkertijd wil de gemeente Rotterdam dat de Rotterdammer tastbaar profiteert van windenergie. Dit kan in allerlei vormen zoals obligaties voor omwonenden, goedkopere stroom, investeringen in een gebiedsfonds. Financiële participatie voor de directe omgeving is inmiddels een voorwaarde bij de ontwikkeling van toekomstige windprojecten. Dit is dus duidelijke winst voor de Rotterdammer. Hoe de gemeente Rotterdam met de realisatie van windenergie wil omgaan, wordt in een te ontwikkelen Rotterdamse “Leidraad windenergie” uitgewerkt.
De gemeente heeft als ambitie in 2025 350 MW wind vermogen binnen de Rotterdamse gemeentegrenzen te realiseren waarvan minimaal 300 MW in het haven gebied. 350 MW is genoeg voor het jaarlijkse energie verbruik van 200.000 huishoudens. De gemeente Rotterdam ondersteunt het streven naar energie- en grondstoffenverbruik met minder CO2-uitstoot. Wind nergie maakt ons, als onuitputtelijke energiebron minder afhankelijk van fossiele brandstoffen.
42 | Programma Duurzaam 2015-2018
Goed voorbeeld Een goed voorbeeld van hoe wind winst voor de Rotterdammer oplevert is het windpark Nieuwe Waterweg. In Hoek van Holland realiseren drie initiatiefnemers in nauwe samenwerking met de gemeente acht windturbines. Dit levert flink wat op:
Exclusief locaties vanuit Havenconvenant
• duurzame energie voor 33.000 huishoudens • dit betekent dat 70.000 personen van duurzame energie kunnen worden voorzien • 63.317 ton minder uitstoot van CO2 per jaar • 5 procent rendement voor deelnemers aan de obligatielening. In totaal stellen de initiatiefnemers hiervoor 2 miljoen euro beschikbaar • In totaal wordt 800.000 euro gestort in een gebiedsfonds. Dit geld belandt in de directe omgeving: de Oranjebonnen • 12 fte extra arbeidsplaatsen zijn direct gerelateerd aan het windpark De ambities van de gemeente zijn vastgelegd in het convenant windenergie van de stadsregio Rotterdam en in het havenconvenant windenergie. Concrete acties in
Programma Duurzaam 2015-2018 | 43
De zon als bron
R
otterdam zet samen met bewoners, bedrijven en instellingen in op schonere energie. Schonere energie draagt bij aan een schonere lucht, verbetert de concurrentiepositie van Rotterdamse bedrijven en geeft een impuls aan de werkgelegenheid. Zonne-energie is één van de duurzame energiebronnen en drukt in vergelijking met conventionele bronnen veel minder zwaar op het milieu. Rotterdam wil ervoor zorgen dat meer Rotterdammers (burgers, bedrijven, instellingen) met zonne-energie aan de slag kunnen en gaan. In de periode tot en met 2018 gaan we onder meer: • bewoners stimuleren, faciliteren en ondersteunen, leidend tot 4.500 huishoudens met zonnepanelen op de woning; • met woningcorporaties afspraken maken, leidend tot zonnepanelen op ten minste 1500 woningen • minimaal twee pilots voor zonne-energie op maatschappelijk vastgoed uitvoeren om tot verdere uitrol van zonnepanelen te komen (zie 7.1 Groene gebouwen)
Zonne-energie, belangrijk voor Rotterdam (71%), belang aandacht van de gemeente voor dit thema (50%).
• minimaal twee collectieve zonneprojecten in uitvoering. Rotterdam heeft veel zonpotentie. Onder meer door de 18,5 km2 aan platte daken, dat is 70% van het totale dakoppervlak in de stad. Bij de huidige techniek van de zonnepanelen is de zonpotentie voor de stad (excl. bedrijventerreinen) circa 1.500 GWh. Daarmee kan zon zo’n 60% van de elektriciteitsbehoefte van de stad dekken (cijfers 2013). In 2030 streeft Rotterdam naar 1.000 GWh opgewekte zonne-energie. In 2018 20 GWh. Het type en aantal panelen bepalen uiteindelijk de hoeveelheid kWh op de meter.
44 | Programma Duurzaam 2015-2018
14% van de Rotterdammers heeft of wil zonnepanelen
Zonne-energie wordt als belangrijk gezien. Men ervaart echter de maatregelen van de Gemeente Rotterdam als onvoldoende; de Rotterdammer verwacht meer promotie en subsidie.
Programma Duurzaam 2015-2018 | 45
“
In onze kledingzaak hebben we geen plastic tasjes maar papieren tasjes. Ik heb zelf bijna altijd een tas bij me, dus ik gebruik geen plastic tasjes.”
“
Ik heb al in onze flat voorgesteld om beneden in de hal een verzamelpunt voor lege batterijen neer te zetten; zo´n ton effetjes wegbrengen, dat is toch geen probleem?”
Ivar Delgorge A.J. Streur
46 | Programma Duurzaam 2015-2018
Programma Duurzaam 2015-2018 | 47
Ambitie 3:
Kansen voor CleanTech
Sterke en innovatieve economie
Schone technologieën zijn een belangrijke driver voor vernieuwing en daarmee voor de transitie naar een duurzame economie. De stedelijke en de maritieme economie worden zo meer met elkaar verbonden. Daarnaast willen we de huidige economie versterken, zodat de nieuwe “next economy” hier kan ontstaan op de basis van een sterke, moderne, bestaande economie. Dit kan door vanuit het programma Duurzaam in te zetten op energie-besparing en schonere technologieën. Er is zowel bij de industrie als in het Westland en in de steden een groot potentieel voor hergebruik van industriële restwarmte, stoom en CO2. Door slimmer met energie om te gaan en restwarmte te hergebruiken voor verwarming van woningen, gebouwen en tuinbouwkassen, kunnen we de energielasten omlaag brengen en tegelijk zorgen voor duurzame warmte in de stad.
Een stad met een efficiënte en schone haven waarmee Rotterdam in Europa hèt centrum is van de biobased en circulaire economie. Onder andere doordat wij in deze stad ons afval gebruiken als nieuwe grondstof voor producten. Op wereldschaal is Rotterdam als locatie toonaangevend op het gebied van watermanagement en deltatechnologie. Hiermee is het economische cluster Clean Tech één van de pilaren van de Rotterdamse economie. Kortom: we
streven naar een sterke en innovatieve economie
48 | Programma Duurzaam 2015-2018
Via het programma Duurzaam dragen wij bij aan de transitie naar een nieuwe, duurzame economie. Dat doen wij enerzijds door ruimte te bieden voor nieuwe, duurzame innovatieve bedrijvigheid en anderzijds door de bestaande Rotterdamse economie, die nu nog zwaar leunt op fossiele bronnen als olie, kolen en gas, toekomstbestendiger te maken. Wij bevorderen de totstandkoming van een nieuwe, Clean Tech economie, gericht op toe passing van duurzame innovaties op bijvoor beeld het gebied van de biobased economy, de circulaire economie of op het terrein van stedelijk watermanagement, waterveiligheid en deltatechniek. Door de regio als proeftuin in te zetten, kunnen we toegepaste technologieën testen, opschalen en vermarkten.
Het werken aan de duurzaamheidsagenda, stimuleert het investeren van publieke en private partijen in duurzame projecten. In de afgelopen collegeperiode werd met een budget van € 26,5 miljoen meer dan € 400 mln aan duurzame investeringen gegenereerd, een multiplier van 15. Voor de huidige collegeperiode streven we weer naar een bedrag van € 400 miljoen aan duurzame inves teringen in Rotterdam.
D
e markt van nieuwe, schone technologieën heeft al jaren wereldwijd een gemiddelde groei van 10% per jaar. “Clean Tech” is in de regio Delft-Rotterdam-Drechtsteden een steeds sterker economisch cluster aan het worden en dat willen wij verder bevorderen. Momenteel telt de sector in de regio 2.300 bedrijven en 28.000 banen, samen goed voor 7,5% van de bruto toegevoegde waarde. We zetten in op de volgende punten. • Het versterken van de randvoorwaarden voor een vruchtbare en succesvolle Clean Tech business. Het gaat hierbij om het versnellen, verbinden en verleiden van deze bedrijvigheid. En om het verbeteren van het vestigingsklimaat voor deze opkomende en schone technologieën. De focus ligt hierbij in de eerste instantie op het realiseren van concrete en kansrijke projecten door deze te signaleren en in contact te brengen met de juiste kennis en middelen binnen en buiten de gemeente. • Rotterdam nationaal en internationaal te profileren als aantrekkelijk vestigingsgebied voor Clean Tech en koploper op onderdelen daarvan zoals watermanagement, adaptatie en deltatechnologie. Hiertoe zal worden geïnvesteerd in verdergaande samenwerking, krachtenbundeling én gezamenlijke (inter)nationale positionering met regionale partnerbedrijven en –kennisinstellingen. • Deel te nemen aan het regionale Valorisatie programma Deltatechnologie en Water om kansrijke innovaties op deze gebieden te identificeren en als pilot toe te passen in de stad. Zo stimuleren we proeftuinen zoals Aquadock. Dit is een waterproeftuin in de Dokhaven voor het testen, demonstreren en produceren van innovaties op het water. Samen met de Hogeschool, waarmee studenten in aanraking komen met techniek en betrokken worden bij de opgaven van de stad.
Programma Duurzaam 2015-2018 | 49
Sterkere concurrentiepositie door energiebesparing
• Samen met Delft, Den Haag, Westland, de provincie Zuid-Holland, het Havenbedrijf en energie/warmtebedrijven wordt gewerkt aan de “warmterotonde cluster west”. Bedoeling is dat industriële restwarmte uit Rotterdam en warmte uit geothermie wordt geleverd aan de bebouwde omgeving en glastuinbouw.
• Uitbreiding van het bestaande stoomnetwerk in de Botlek en onderzoeken mogelijkheden voor haalbare business cases op dit gebied in andere delen van de haven. • Meer aanbieders en afnemers van warmte op de bestaande warmteleidingen van Warmtebedrijf Rotterdam en van Eneco.
• Stimuleren van de afvang van CO2 bij energiecentrales en de industrie, onder andere voor de uitbreiding van de CO2 levering aan de tuinbouw. Naast Shell en Abengoa gaan meer bedrijven CO2 leveren aan de tuinbouwsector. Tuinbouwers hebben warmte en CO2 nodig voor hun plantengroei.
D
e warmte die in de Rotterdamse haven vrij komt wordt niet meer weggegooid. Door de aanleg van warmte en stoomnetten wordt de warmte naar de stad en regio gebracht (zie ook 5.3. De industrie als verwarming), maar ook naar bedrijven in het Haven gebied zelf. Hiermee neemt de warmtelozing af, daalt door minder gasgestookte verwarming en ketels de stikstofdepostitie in natuurgebieden en kan de haven blijven groeien. De energie infrastructuur is niet alleen duurzaam maar verbetert ook het vestigingsklimaat van bedrijven. Energie-efficiency is eenvoudiger door het warmte- en stoomnet. De industrie in de haven levert industriële restwarmte aan de stad voor de verwarming van woningen en gebouwen via het stadsverwarmingsnet. De afgelopen jaren is hierin door de gemeente, Warmtebedrijf Rotterdam en Eneco fors geïnvesteerd. Naast het vergroten van het aantal aansluitingen op deze rest warmte in de stad (zoals beschreven in hoofdstuk 5)
willen we de levering van industriële restwarmte vanuit de Rijnmond fors uitbreiden. Doel is om ook Delft, Den Haag het Westland en mogelijk zelfs Leiden aan te sluiten. Warmte is er genoeg. De energiebesparing die dit oplevert, verlaagt de energiekosten van de industrie en versterkt haar concurrentiepositie. De tuinbouw gebruikt daarnaast CO2 als meststof voor de planten. Dit vergt grootschalige investeringen in pijpleidinginfrastructuur waarvoor nauwe samenwerking met het rijk nodig is.
Leiden
Den Haag
Cluster West Zoetermeer
Het streven is om hiermee in 2020 20 petajoule aan primaire energiebesparing te realiseren, vergelijkbaar met het energiegebruik van 325.000 huishoudens. Dit is eenvijfde deel van de nationale energiebesparingsdoelstelling die in 2013 voor 2020 is afgesproken in het nationale energie-akkoord.
Rotterdam
Het gaat hierbij onder andere om de volgende activiteiten.
Dordrecht
De Warmterotonde Cluster West levert industriële restwarmte vanuit Rotterdam en warmte uit geothermie aan glastuinbouw en bebouwde omgeving in een groot gebied
50 | Programma Duurzaam 2015-2018
Programma Duurzaam 2015-2018 | 51
Koploper circulaire economie
Hergebruik afval, belangrijk voor Rotterdam (80%), belang aandacht van de gemeente voor dit thema (61%).
Naast de Nederlandse overheid worden ook de bedrijven en de Gemeente Rotterdam als meest verantwoordelijk gezien. Men verwacht dan ook dat de gemeente motiveert en voldoende punten beschikbaar stelt om afval in te leveren.
G
rondstoffen worden schaarser en kostbaarder. We willen hoogwaardige grondstoffen uit ons afval en reststromen terugwinnen en opnieuw gebruiken. Volgens TNO kan de circulaire economie Nederland ruim 7 miljard euro per jaar en 50.000 nieuwe banen opleveren. Ook bedrijven zien het belang hier van in. Binnen Rotterdam komt er steeds meer aandacht voor de circulaire economie. Het hergebruik van industriële restwarmte en –stoom levert een grote bijdrage. Bij de afvang van CO2 wordt eerst gekeken naar nuttig gebruik van de CO2 (bijvoorbeeld voor de kassen in het Westland en als grondstof voor chemie) en dan pas naar ondergrondse opslag. Binnen de biobased economie bestaan grote mogelijk heden om de reststromen van de één, de grondstoffen voor de ander te laten zijn. Een andere visie op grond stoffen, afval en reststromen is nodig voor de verdere ontwikkeling tot een schone, groene en gezonde wereldhavenstad. Als we nog verder kijken biedt een andere omgang met grondstoffen ook nieuwe economische kansen. Afval wordt dan niet meer gezien als iets dat vermeden moet worden en geld kost maar als grondstof die geld op kan leveren. Rotterdam kan vanuit die visie een logisch knooppunt worden en zich tot circulaire hub ontwikkelen. Een geïntegreerde aanpak waarbij reststromen worden ingezet als grondstoffen is een wezenlijk onderdeel van de havenvisie 2030, samengevat onder de noemer ‘use, reduce, recycle, replace’. De gemeente werkt hierin nauw samen met het havenbedrijf en het bedrijfsleven. Als gemeente geven we onder andere via ons inkoop- en afvalbeleid invulling aan de circulaire economie. Door in te zetten op minder verspilling en afval slimmer in te zetten als grondstof, willen we kosten van de gemeente, bedrijven en inwoners besparen en tegelijkertijd werk gelegenheid creëren. Het Rotterdamse doel is om in 2018 op het gebied van afvalscheiding en hergebruik het scheidingspercentage minimaal 40% te verhogen (van 23% in 2011 naar minimaal 31% materiaalhergebruik in 2018); Wij zetten ons in voor het bevorderen van de circulaire economie door onder andere:
52 | Programma Duurzaam 2015-2018
• Met partijen uit de verschillende kringlopen in 2015 een gezamenlijke en samenhangende ambitie op te stellen, opdat Rotterdam optimaal profijt heeft van de kansen die een transitie naar een circulaire economie biedt; • Scheiding van grote afvalstromen zoals papier en glas aan de bron te stimuleren; • Realisatie van een nascheidingsinstallatie voor het scheiden van kunststof verpakkingsafval. Door voort schrijdende technische mogelijkheden zal nascheiding mogelijk ook worden gebruikt voor het scheiden van allerlei andere materialen zoals GFT en dranken kartons; • Bij de Herijking Waterplan 2 in 2013 is het thema afvalwaterketen toegevoegd. Vanuit dit thema is het programma RoSA (Rotterdamse Samenwerking in de Afvalwaterketen) opgezet. De lange termijnvisie die daaruit is opgesteld gaat uit van de kringloop van het afvalwater willen sluiten. Op termijn willen we waterstromen scheiden en opnieuw benutten en grondstoffen en energie terugwinnen uit afvalwater. Dit bereiken we door in te zetten op innovatie en samenwerking met nieuwe partners in de regio zoals kennisinstituten, burgers en bedrijven; • Zelf het goede voorbeeld te geven, te beginnen bij de processen rond slopen en renoveren, groenonderhoud en eigen inkoop- en aanbesteding (zie ook hoofdstuk 7). Er komt een lijst met verbeterpunten voor productie, transport en afval van de producten en diensten die onderdeel zijn van deze processen; • Plastic tasjes zoveel mogelijk uit de stad te bannen door hergebruik en gebruik van tassen van minder milieubelastende materialen te stimuleren; • Marktinitiatieven te ondersteunen, onder andere door samen te werken met het Circularity Center dat in 2014 werd opgericht door het Havenbedrijf, Rabobank en Van Gansewinkel. Doel is om kennis van de markt, techniek en businessmodellen te combineren om kansrijke projecten te kunnen ondersteunen.
Programma Duurzaam 2015-2018 | 53
Ontwikkelen van de biobased economy
O
O
p het gebied van productie, handel en logistiek van energie, brandstoffen en chemie stimuleren wij de overgang naar de biobased economy. Hierbij gaat het om de overgang van een economie die louter draait op fossiele grondstoffen naar een economie die ook biomassa als grondstof gebruikt. Dit is een belangrijk onderdeel van de vernieuwing en het toekomstbestendig maken van onze economie. De gemeente werkt hierin nauw samen met het Havenbedrijf en Deltalinqs. Deze aanpak draagt bij aan het doel uit het Nationale Energieakkoord om te komen tot 14% duurzame energie in 2020, oplopend tot 16% in 2023.
m luchtvervuiling, geluidsoverlast en CO2uitstoot door vrachtverkeer over de weg en het water te verminderen en om de positie van de haven en het Rotterdamse bedrijfsleven op dit gebied te versterken, wordt, onder aanvoering van Deltalinqs, gewerkt aan de verdere ontwikkeling van een LNG - en een waterstof infrastructuur en schone mobiliteit. De Rotterdamse haven speelt hierin een belangrijke rol. Op het gebied van LNG is Rotterdam met de GATEterminal de draaischijf van Noordwest Europa en het industriegebied huisvest een grote productiecapaciteit van waterstof. Op termijn wordt waterstof gezien als een belangrijke energiedrager voor mobiliteit. De belangrijkste activiteiten zijn.
Activiteiten zijn onder andere: • Rotterdam biedt zich nationaal en internationaal aan als experimenteergebied waar ruimte is voor pilots en het ontwikkelen van nieuwe concepten. Maar waar ook de noodzakelijke opschaling van processen op industriële schaal plaatsvindt. Op de Tweede Maasvlakte is 80 hectare gereserveerd voor een biobased cluster. We ondersteunen het identificeren en ontwikkelen van verantwoorde bouwstenen uit biomassa voor de vergroening van grondstoffen en brandstoffen. Een voorbeeld is de haalbaarheidsstudie van een consortium voor isobuthanol productie dat gebruikt kan worden in de chemische industrie. Mogelijk mondt dit uit in een pilot-installatie in het industriegebied; • Zorgen dat er goede condities komen om biomassa voor energie en duurzame mobiliteit (biobrandstoffen) te kunnen inzetten, in energiecentrales of als motor brandstof. Dit moet verantwoord (goede duurzaam heidscriteria) en rendabel. Hierbij gaat het voor een belangrijk deel om lobby richting rijk en EU. Inzet van biomassa voor energie is een belangrijke basis voor de groene chemie omdat alleen in combinatie het geheel rendabel te krijgen is;
Schoner transport en logistiek
• Medewerking aan uitvoering Green Deal Zero Emission Stadsdistributie, gericht op emmissieloze stadsdistributie in 2020. Winkels worden bevoorraad door stillere en schonere trucks op LNG; • Zorgen dat motoren van binnenvaartschepen kunnen worden omgebouwd zodat zij op LNG kunnen varen; • Opzetten van een ontwikkelagenda om restafval in te zetten voor biobrandstof voor vliegtuigen en om algenkweek in de Slufter te bevorderen. Hierbij houden wij ontwikkelingen (van andere partijen) in de markt steeds in de gaten om daar eventueel bij aan te sluiten; • Ontwikkelen van nieuwe, innovatieve projecten door consortiavorming te stimuleren en te ondersteunen bij de uitwerking van business cases.
• Op het gebied van bouwlogistiek willen wij een voortrekkersrol op ons nemen. Uit een meerjarig onderzoek van de Stadsregio Rotterdam in 2013 bleek dat dertig procent van het vrachtverkeer bouw gerelateerd is en dat de beladingsgraad slechts veertig procent is. Bouwlogistiek kan efficiënter, zowel in het woon-werkverkeer als in het bouwverkeer zelf. Daartoe zetten wij met partijen in de keten en het rijk in 2015 een “Green Deal efficiënte logistiek in de bouw” op. Hierin maken we afspraken over de gezamenlijke aanpak; • Uitvoeren van een proef met waterstofbussen. De RET zal in 2016 met deze bussen gaan rijden; dit is een belangrijke stap om de busvloot van het stedelijke openbaar vervoer vergaand te verschonen;
“Elektrisch aangedreven voertuigen, waar onder brandstofcelvoertuigen op waterstof, zijn de enige echte Tank to Wheel nulemissie voertuigen die efficiënt omgaan met energie. De toekomstige markt voor elektrisch rijden zal divers zijn en richting 2050 alle door gebrui kers gewenste toepassingen en bereiken stap voor stap dekken. Brandstofcellen op water stof kunnen een brede range van voertuigen aandrijven en bieden een ruime voertuig actieradius met een volle tank. Het tanken van waterstof gaat snel en is vergelijkbaar met de conventionele manier van tanken.” Bron: Visie Duurzame Brandstoffenmix (SER, juni 2014)
• Voor waterstof komen er minimaal twee pilotprojecten voor materieel op haventerminals maar we gaan ook het gebruik van waterstofauto’s in de stad in een proef uitproberen; • Implementatie van een veiligheidsprogramma, onder andere met de brandweer en met TNO.
54 | Programma Duurzaam 2015-2018
Programma Duurzaam 2015-2018 | 55
“
Wij kopen niet te veel eten want anders moet je dat weer weggooien en dat is zonde van het eten en van de natuur.”
“
Opnieuw bedenken hoe we omgaan met afval, met consumeren.”
Luis Ramos
Anouk Reitzema
56 | Programma Duurzaam 2015-2018
Programma Duurzaam 2015-2018 | 57
7.
Goed voorbeeld doet goed volgen
W
e gaan voor een groene, gezonde stad die toekomstbestendig en innovatief is. Dat kunnen we als gemeente niet alleen bereiken, dat doen we met elkaar. Met Rotterdammers, met ondernemers, met de Provincie, het Rijk en allerlei andere (kennis) instellingen. De ambitie die in dit programma is neergezet is stevig. Inzet op allerlei vlakken is nodig, en inzet wensen we van al die partijen die Rotterdam tot die stad maken waarin we met elkaar wonen, werken en recreëren. Die wens blijft echter onvervuld als de gemeente als aanjager van de duurzaamheidstransitie zelf niets of te weinig doet. Goed voorbeeld doet goed volgen. Hoe de gemeente dat goede voorbeeld geeft, beschrijven we in dit hoofdstuk aan de hand van drie categorieën.
Groene Gebouwen De gemeente heeft de ambitie om duurzaamheid te realiseren in haar vastgoed. We zetten vooral in op de kernportefeuille, het maatschappelijk vastgoed. De ambitie is om in 2030 voor het gemeentelijk vastgoed 40% energiebesparing te realiseren. En om waar mogelijk zonnepanelen te plaatsen. Dit doen we onder andere door: • energiebesparing van minimaal 10% te realiseren op indirecte verhuringen en concernhuisvesting; - Uitwerken businesscase om slimmere energiemeters en energiemonitoring in vastgoed op te zetten. - Uitvoeren van een pilotproject door zonnepanelen te plaatsen op vijf panden van concernhuisvesting: districtkantoor noord van de brandweer, sociale werkplaats Zuidlaardermeer, Piekfijnwinkel Aluminiumstraat, districtskantoor zuid stadsbeheer en gemeentewerf stadsbeheer aan de Koperstraat.
58 | Programma Duurzaam 2015-2018
- Pilotproject voor zonnepanelen op de daken van 70 gymzalen. - Uitwerken van financieringsmogelijkheden van maatregelen verduurzaming (koop/lease en verrekening van de plus op energierekening). Als dit succesvol is, dan inventariseren en implementeren we de besparingsmogelijkheden; • een duurzaamheidsparagraaf in de aan te besteden onderhoudscontracten op te nemen; hierin staat dat de opdrachtnemer met voorstellen moet komen om de gebouwen te verduurzamen; • minimaal een “Breeam”-score GOOD voor nieuwbouwprojecten of grootschalige renovaties te realiseren, het streven is om VERY GOOD te behalen. BREEAM is een beoordelingsmethode om de duurzaamheidprestatie van gebouwen te bepalen; • het binnenklimaat voor de top 50 slechte scholen te verbeteren en scholen te ondersteunen bij het realiseren van een Frisse School/gezond binnenmilieu door middel van onderzoek, metingen en advies op locatie. Dit punt wordt meegenomen in het plan van aanpak voor de 50 aandachtspanden; • onder de noemer ‘Scoren met Energie’ samen met Stichting Rotterdam Sportsupport en Rabobank Rotterdam adviseren van sportverenigingen over de mogelijkheden tot energiebesparing en het begeleiden, uitvoeren, monitoren en financieren van concrete maatregelen en ontsluiten van de mogelijkheden tot landelijke subsidiëring. Het energiegebruik van de verenigingen wordt gemonitord. Veel winst wordt behaald met isolatie, energiezuinige (koel)apparatuur en verwarmingsketels, en beter letten op het uitzetten van apparatuur, installatie en verlichting. Dat helpt verenigingen om financieel gezond te blijven.
Programma Duurzaam 2015-2018 | 59
Duurzaam inkopen
Schoon wagenpark
De gemeente koopt per jaar voor ruim 1 miljard euro in aan goederen, diensten en projecten. Door onze marktkracht dragen we bij aan de vergroening van onze economie. Het doel van duurzaam inkopen is een significante bijdrage te leveren aan het realiseren van het economisch-, sociaal- en milieubeleid van de gemeente Rotterdam en de maatschappij als geheel. Duurzaam inkopen betekent dat niet de prijs, maar kwaliteit en duurzaamheid leidend zijn. Het landelijk Manifest Professioneel Duurzaam Inkopen vormt het (minimale) kader waarbinnen de gemeente werkt en is uitgangspunt van denken en handelen. Waar mogelijk en wenselijk ligt de lat hoger. Concrete acties zijn onder andere: • Inkopers en procedurebegeleiders worden verplicht om duurzaamheid vroegtijdig mee te nemen in de specificatiefase bij het uitvoeren van Europese openbare aanbestedingen.
#KENDOE: ‘We geven het goede voorbeeld door minimaal 25% van het gemeentelijk wagenpark verder te verschonen.’
• Leveranciers worden verplicht om managementrapportages op te leveren over milieuen sociale aspecten van hun leveringen en diensten. Voor zover proportioneel eist de gemeente integrale ketenverantwoordelijkheid. • Het verminderen en verschonen van de vervoerskilometers die de gemeente teweeg brengt via inkoop; De gemeente streeft naar zero-emission belevering in 2020 door emissie-eisen, efficiënter bestelgedrag en het bundelen van leveringen. • Stimuleren van circulair inkopen. Ingekochte producten moeten na einde levensduur opnieuw bruikbaar zijn in een hoogwaardige toepassing. Waar het mogelijk is, stelt de gemeente Rotterdam het gebruik van goederen en materialen boven het eigenaarschap. • We werken samen met andere gemeenten in de Metropoolregio Rotterdam Den Haag aan meer uniformiteit in onze duurzame uitvraag richting onze leveranciersmarkt.
60 | Programma Duurzaam 2015-2018
De omvang van het eigen wagenpark, in beheer bij Roteb Lease, schommelt tussen de 1.500 en 1.600 voertuigen. We hanteren drie sporen om de emissie van het eigen wagenpark te beperken: • schoon gebruik van de voertuigen • schone voertuigen • schonere brandstof Schoon gebruik van de voertuigen Onder het label schoon gebruik van de voertuigen vallen drie soorten maatregelen: • beïnvloeding rijstijl (vermindering van het verbruik per kilometer). Dit kan door trainingen, bewustwording en ontmoediging autogebruik door brandstofvergoeding te beperken. Specifiek bij hybride voertuigen letten we op het maximale gebruik van de elektrische aandrijving en zo min mogelijk verbruik van fossiele brandstof (faciliteren d.m.v. laadpunten voor plug in hybride voertuigen).
Schone voertuigen: Elektrisch tenzij We verschonen het wagenpark verder door bij vervanging van voertuigen te kiezen voor een zo schoon mogelijk alternatief. Vervanging houdt sowieso verschoning in, omdat de emissie-eisen aan nieuwe voertuigen steeds strenger worden. Bij de aanschaf van voertuigen ter vervanging, maar ook voor nieuwe taken, is de voorkeursvolgorde voor de aandrijving van voertuigen: 1. volledig elektrisch (batterij en of waterstofbrandstofcel) 2. plug-in hybride 3. hybride 4. benzine 5. diesel De keuze voor “elektrisch tenzij” is mede gebaseerd op de uitkomsten van de praktijkproef Rotterdam Test Elektrisch Rijden. Uit een inventarisatie blijkt dat, met de huidige stand van de techniek, 240 personenauto’s en gewone bestelwagens vervangen kunnen worden door een volledig elektrisch voertuig. In 2015 zullen we 40 volledig elektrische auto’s aanschaffen, ter vervanging van diesel, hybride of benzine voertuigen. Ook het college gaat hier gebruik van maken.
Schonere brandstof Voor zwaardere specialistische voertuigen, zoals kolkzuigers, pick-ups en huisvuilophaalauto’s, die doorgaans een dieselmotor hebben, is vervanging door elektrische aandrijving op korte termijn geen optie. Op grond van in het kader van RAL45 uitgevoerd onderzoek is duidelijk geworden dat gebruik van GTL (Gas To Liquid, een synthetische (vloeibare) brandstof, voor dieselmotoren, gemaakt van gas) een aanzienlijke beperking van de roetuitstoot van dieselvoertuigen tot gevolg heeft. Een tweede onderzoek door TNO heeft dit bevestigd. Weliswaar is GTL een brandstof van fossiele oorsprong, maar bij gebrek aan en in afwachting van volwaardige emissiearmere alternatieven is gebruik van deze brandstof een nuttige en effectieve transitiemaatregel. Een bijkomend voordeel van het gebruik van GTL is de lagere geluidsproductie. Het doel is om in de regio zoveel mogelijk tankstations te voorzien van GTL, waardoor deze schonere brandstof meer en meer wordt gebruikt. Dit doel bereiken we alleen samen met leveranciers van GTL en pomphouders.
• vermindering van het aantal kilometers. Dit kan door verandering van de bedrijfsvoering (aanmoediging van het gebruik van andere vervoersmodaliteiten en optimalisatie van de bedrijfsvoering). • vermindering van het aantal voertuigen. Bij naderende afloop van het leasecontract wordt overlegd over vervanging. Dit is het moment bij uitstek om onderzoek aan te kaarten naar de mogelijkheid om anders te voorzien in de vervoersvraag. Uitvoering van deze maatregelen behelst vooral communicatie.
Programma Duurzaam 2015-2018 | 61
8.
Samenwerking
Verduurzamen doen we samen
D
e gemeente kan de duurzame ambities die we in dit programma verwoorden, alleen realiseren wanneer we dat in samenwerking doen met Rotterdammers, met bedrijven, met kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties en andere overheids organen. We gaan samenwerkingsverbanden aan om projecten in de stad te realiseren waarbij de gemeente vaak een faciliterende rol heeft. Projecten hebben soms net even een zetje nodig om een vliegende start te krijgen. Dat zetje kan gegeven worden door expertise in te brengen, partijen bij elkaar te brengen door een platform te creëren of door vooronderzoek of business cases te laten uitvoeren. Hiervoor is het programma Duurzaam bedoeld. Het relatief beperkte budget werkt zo als een vliegwiel voor grootschaliger investeringen van publieke en private partijen.
“
“
Ik zorg ervoor dat ik Ik let er op dat ik de voldoende kennis heb om verwarming niet te hoog zelf te kunnen overleven en zet, ook in het gebouw om dat aan anderen over te waar ik werk.” kunnen dragen.” Lillith van der Linden
Amin Tsouli
Natuurlijk zijn er in het kader van de nieuwe manier van werken van de overheid diverse (reguliere) over leggen met maatschappelijke organisaties, bewoners organisaties en bewoners. Er is regelmatig overleg met natuur- en milieuorganisaties als de Zuid-Hollandse Milieufederatie, Greenpeace, Stichting Natuur en Milieu en het Rotterdams Milieu Centrum. Die laatste blijft een belangrijke partner voor ons in het contact met de Rotterdammer. Voor de verduurzaming van de bestaande woning voorraad worden met de woningcorporaties afspraken vastgelegd in de tussen gemeente en corporaties af te sluiten prestatieafspraken. Op het gebied van water, waterveiligheid en klimaatadaptatie, bestaat het “Bestuurlijk overleg water en klimaat” en als onderdeel van het nationale Deltaprogramma zit Rotterdam het “Gebiedsoverleg Rijnmond-Drechtsteden” voor. De Rotterdamse inbreng in deze overlegstructuren wordt voorbereid en ingevuld vanuit het programma Duurzaam.
Lobby Samenwerken betekent ook samen optrekken richting andere overheden om ons duurzame belang voor het voetlicht te brengen. Bijvoorbeeld in Brussel om
62 | Programma Duurzaam 2015-2018
te zorgen dat er goede duurzaamheidscriteria voor biomassa komen, dat het emissiehandelssysteem goed gaat werken waardoor CO2 uitstoten echt geld gaat kosten en investeringen in duurzame maatregelen economisch haalbaar worden, en door te pleiten voor ondersteuning en goede wet- en regelgeving om hergebruik van industriële restwarmte te bevorderen. Zowel op landelijk als internationaal niveau heeft Rotterdam mede door de samenwerking onder de noemer Rotterdam Climate Initiative, een groot bestuurlijk draagvlak. Rotterdam heeft hierdoor in Den Haag en in Brussel een positie als serieuze en relevante gesprekspartner. Met name waar het gaat om de wateropgave en de energie-uitdagingen bij de industrie. Deze positie willen we behouden en blijven gebruiken. Voor de economische en innovatieopgave van het programma Duurzaam zijn daarnaast instrumenten nodig die de innovatiekracht en business development versterken. De gemeente faciliteert dit door private investeringsfondsen aan te trekken (eventueel via participatie) of door te helpen bij het aantrekken van overheidsfinanciering, bijvoorbeeld vanuit Europese fondsen.
Kennisuitwisseling Om duurzaamheid standaard te maken in ons gemeentelijk denken en ons doen, blijven we koersen op een goede kennisuitwisseling en –verspreiding. Ook nemen we actief deel aan nationale en internationale samenwerkingsverbanden en netwerkorganisaties van steden en lokale overheden. Zo leren wij van andere steden maar kunnen wij ook onze kennis en die van Rotterdamse bedrijven naar elders exporteren. Dit doen wij onder andere via het voorzitterschap van het door ons opgerichte netwerk Connecting Deltacities (waarin 12 steden samenwerken op het gebied van deltavraagstukken), onze deelname aan de C40 Cities Climate Leadership Group (een alliantie van ruim 60 grote steden over de hele wereld die klimaatverandering willen aanpakken), het 100 Resilient Cities Program van de Rockefeller Foundation en ICLEI (Local Governments for Sustainability). Deze geven Rotterdam een podium maar ook toegang tot extra kennis en middelen.
Programma Duurzaam 2015-2018 | 63
Aanpassing Rotterdam Climate Initiative Om te zorgen dat Rotterdam schoner, groener en duurzamer wordt en om te zorgen dat we ook in de toekomst een sterke economische positie hebben, richten we ons niet alleen op de stad maar ook op onze haven en het industriële complex. Stad en haven zijn in Rotterdam immers onlosmakelijk met elkaar verbonden, zowel in de lusten (zoals werk, inkomen, activiteit, energie) als in de lasten (denk aan de milieu-impact en het verkeer). Daarom werken we in RCI verband samen met het Havenbedrijf, Deltalinqs, VNO-NCW Rotterdam en Provincie Zuid-Holland, ondersteund door de Milieudienst DCMR. Voor de gemeente is het RCI belangrijk voor overleg en advies op het gebied van het thema duurzaamheid in brede zin. Nationaal en internationaal staat deze aanpak stevig op de kaart bij overheden, NGO’s en kennisinstellingen op het gebied van energietransitie, duurzame innovatie, duurzame mobiliteit en water- en deltatechnologie. Dit helpt ons in de gesprekken met het Rijk, EU en breder internationaal over wet- en regelgeving en subsidies ter bevordering van de duurzaamheidstransitie. Bovendien helpt deze samenwerking ons fondsen en projecten naar Rotterdam te halen gericht op duurzame innovatie. Hierdoor worden extra investeringen en daarmee werkgelegenheid gecreëerd voor de Rotterdamse regio. De partners hebben elk hun eigen visie en uitvoerings agenda op het gebied van duurzaamheid waarover in RCI verband wordt afgestemd. Deze zijn vastgelegd in onder andere de ‘Havenvisie 2030’, het ‘Deltalinqs Energy Forum-programma 2014-2018’ en het programma Duurzaam van de gemeente. Ingegeven door de prioriteiten van collegeprogramma “#Kendoe” wordt
64 | Programma Duurzaam 2015-2018
de samenbindende koers onder de noemer van het RCI nu gewijzigd. De nieuwe focus is op groene groei, innovatie, energie-efficiency en schonere vormen van energie, gericht op minder overlast voor de stad (schonere lucht), verbetering van de concurrentiepositie en aantrekken van nieuwe Clean Tech bedrijvigheid. Forse vermindering van CO2-emissies is niet meer het primaire en samenbindende doel maar een positief effect van de te realiseren projecten en te treffen maatregelen. Daarbij zal Rotterdam haar aandeel leveren om de nationale en Europese klimaatdoelen te verwezenlijken. Deze insteek draagt bij aan het versterken van de relatie tussen stad en haven. Dit is nodig omdat stad en haven nog onvoldoende van elkaar profiteren. Zo werd in het OECD rapport “The competitiveness of Global portcities” (2013) geconcludeerd dat de haven van Rotterdam zich in tal van opzichten goed ontwikkelt, maar dat men daar binnen de stadsgrenzen nog meer van zou kunnen profiteren.
Clean Tech Delta Waar we voor wat betreft de vernieuwing en verduur zaming van de haven-economie in RCI verband samenwerken met het Havenbedrijf en Deltalinqs, de koepelorganisatie van haven- en industriële bedrijven, speelt Clean Tech Delta een belangrijke rol in het realiseren van nieuwe Clean Tech business in de stad. Clean Tech Delta is een coöperatieve vereniging van bedrijven, kennisinstellingen en regionale overheden gericht op het realiseren van innovatieve projecten op het gebied van nieuwe, groene technologie. Dit speelt een belangrijke rol binnen de pijler “Sterke en Innovatieve Economie”. Beide, RCI en CTD, brengen we dichter bij elkaar om de verbinding tussen stad en haven op deze terreinen te versterken.
“
Kleding die ik wegdoe is meestal niet versleten, dus die lever ik in voor mensen met een minimum. Ik vind dat dat een tweede kans moet hebben.”
“
We moeten zo zorgvuldig mogelijk met onze omgeving omgaan, met de natuur maar ook met wat we bouwen.”
A.N. de Graaf Michael Leys
Programma Duurzaam 2015-2018 | 65
9.
Praktische aspecten van de uitvoering
Uitvoeringsorganisatie
O
p bestuurlijk niveau ligt de coördinatie van en de verantwoordelijkheid voor het programma, inclusief de voor het programma geoormerkte gelden, bij de wethouder Haven, Duurzaamheid, Mobiliteit en Organisatie (HDMO). Het programma raakt echter alle portefeuilles en delen zullen onder verantwoordelijkheid van andere wethouders worden uitgevoerd. Onder coördinatie van de wethouder HDMO worden hierover binnen het college afspraken gemaakt. De uitvoering van al deze activiteiten gebeurt door en voor Rotterdammers en Rotterdamse bedrijven. De gemeente faciliteert en initieert en stelt kaders waar dat nodig is. Binnen de gemeentelijke organisatie
Begroot budget in €
Financiering Budget In de meerjarenbegroting van de gemeente zijn de middelen voor de financiering van de activiteiten van het programma Duurzaam, zowel personeelskosten als materiële kosten voor het faciliteren, initiëren en kaders stellen, als volgt verdeeld over de jaren:
2015
2016
2017
2018
B&W middelen voor programma Duurzaam
2.000.000
3.000.000
4.000.000
4.000.000
Inzet bestemmingsreserve RCI
2.500.000
1.500.000
500.000
30.000
172.000
143.000
0
0
Overig
17.000
17.000
16.000
16.000
Totaal
4.689.000
4.660.000
4.516.000
4.046.000
Bijdrage Rockefeller Foundation (resilience)
66 | Programma Duurzaam 2015-2018
worden deze activiteiten zoveel mogelijk belegd in de lijnorganisatie. Zo zorgen we voor optimale borging van duurzaamheid in de organisatie. De algemeen directeur van cluster Stadsontwikkeling is verantwoordelijk voor de uitvoering van het programma dat in de dagelijkse aansturing onder een programmamanager valt.
Programma Duurzaam 2015-2018 | 67
Met deze middelen geven we de impuls aan de verduur zaming van Rotterdam. Op sommige onderdelen die in dit programma beschreven staan, werkt dit budget als een plus op andere beschikbare middelen. Dit geldt voor de uitvoering van de afvaltaken, de investeringen in aanleg en onderhoud van groen en de uitvoering van de “klassieke” milieutaken van de DCMR. Voor de aanpak luchtkwaliteit, dat ook onder de noemer van het programma Duurzaam wordt uitgevoerd, wordt door het college apart budget vrijgemaakt. De omvang van dat budget wordt bij de behandeling van de begroting 2016 vastgesteld. Naast dit programma budget zijn er investeringskredieten voor respectievelijk het Groene Daken-programma en voor de aanleg van waterbergingscapaciteit in de openbare ruimte (zoals waterpleinen). In deze collegeperiode zijn hiervoor respectievelijk € 2,6 mln en € 6,4 mln beschikbaar. Bijdragen van derden en subsidies De uitvoering van alle activiteiten vergt investeringen die publiek en privaat gefinancierd zullen worden. Daarvoor wordt nadrukkelijk getracht om financiering vanuit EU-regelingen, van het Rijk en van de provincie naar Rotterdam te halen. Met het ministerie van Infrastructuur en Milieu zijn wij in gesprek over voortzetting van de bijdrage van het Rijk aan de lokale luchtproblematiek. Ook bepaalde NGO-fondsen (zoals recentelijk de Rockefeller Foundation en de European Climate Foundation) zullen worden aangesproken. Voor 2015 zijn de volgende bijdragen en toegezegde subsidies reeds bekend:
• Het Havenbedrijf financiert haar eigen activiteiten die onder de noemer van het RCI bijdragen aan de realisatie van dit programma Duurzaam. Aan materiele en personeelskosten betreft dit voor de komende jaren op jaarbasis naar schatting een bedrag van ruim € 1,5 miljoen.
Besteding Voor de gehele collegeperiode is een inschatting gemaakt van de verdeling van de beschikbare middelen over de activiteiten, geclusterd naar de drie hoofdambities, het goede voorbeeld geven en versterkende activiteiten en programmamanagement.
• Het Havenbedrijf heeft een eigen luchtkwaliteits programma en duurzaamheidsaanpak die met de gemeente zorgvuldig worden afgestemd. Het budget hiervoor is de komende jaren ruim € 4 miljoen per jaar. Hierbij gaat het onder andere om maatregelen op het gebied van walstroom, ontgassen, stimuleren gebruik van LNG, uitrol NOx management (stikstofdeposities) etcetera.
Elk najaar wordt op basis van de dan geldende inzichten een gedetailleerd werkplan gemaakt met beoogde activiteiten, op te leveren resultaten en begrote besteding van de middelen voor materiele kosten en personeelslasten van het daarop volgende jaar. Deze meerjaren begroting is dus een inschatting op hoofdlijnen die elk jaar wordt geactualiseerd en gedetailleerd naar activiteiten.
• Bijdrage van bedrijven die deelnemen aan het Deltalinqs Energy Forum, het vehikel van Deltalinqs om activiteiten in het kader van RCI uit te voeren. Voor deelname aan de business platforms, het DEFlidmaatschap en aan de uitvoering van specifieke projecten, schat Deltalinqs deze bijdrage in op € 1 miljoen per jaar.
Begrote besteding in €
Investeren in samenwerking Voor de uitvoering van activiteiten die in het havenindustrieel complex bijdragen aan de doelen van het programma Duurzaam zijn programmamiddelen beschikbaar voor Deltalinqs. De projecten van Deltalinqs worden in 2015 hiermee voor € 300.000 gecofinancierd. Uitgegaan wordt van een voortzetting van deze samenwerking met Deltalinqs in deze collegeperiode. Eventuele cofinanciering van projecten door de gemeente wordt van jaar tot jaar bepaald. De inzet van DCMR voor het programma Duurzaam is onderdeel van het gemeentelijke werkplan en betreft onder andere de monitoring, de MKB benadering en kennisondersteuning bij diverse projecten. Voor 2015 is de omvang van deze opdracht € 350.000. Van jaar tot jaar wordt deze inzet en daarmee het bedrag van de werkopdracht opnieuw bepaald. Deze bedragen zijn in de tabel “begrote besteding”, verwerkt.
2015
2016
2017
2018
929.000
1.000.000
980.000
870.000
1.770.000
1.730.000
1.690.000
1.500.000
1.050.000
1.000.000
950.000
850.000
Voorbeeldfunctie en versterkende activiteiten (w.o. participatie, communicatie en profilering, monitoring)
490.000
480.000
460.000
426.000
Programma-management (4 FTE)
450.000
450.000
436.000
400.000
4.689.000
4.660.000
4.516.000
4.046.000
Ambitie 1
• ELENA-subsidie van de EU (European Local Energy Assistance) voor de uitvoering van vernieuwende projecten om seriematig schoolgebouwen te verduur zamen: € 400.000 beschikbaar.
Groene, gezonde en veerkrachtige stad
• Restant Green Deal RCI met het Rijk(2011): € 350.000 voor Groene Gebouwen (uitrol ESCO-formule) en € 1 mln als bijdrage voor een stoomnetwerk.
Ambitie 3
Ambitie 2 Schonere energie tegen lagere kosten
Sterke en innovatieve economie
Totaal
3 Cijfers op basis van de voorlopige jaarrekening 2014
68 | Programma Duurzaam 2015-2018
Programma Duurzaam 2015-2018 | 69
Communicatie De strategie en uitvoering van communicatie over duurzaam bouwt voort op de kennis, ervaring en resultaten van de afgelopen jaar. De komende jaren ligt de nadruk op het dichterbij brengen van duurzaamheid bij Rotterdammers door steeds de toegevoegde waarde van duurzaam voor Rotterdammers centraal te zetten en Rotterdammers te betrekken bij projecten. Projecten van de gemeente Rotterdam positioneren we ook echt als gemeentelijk en niet als RCI-project. Zo is duidelijker wat de gemeentelijke inspanningen en resultaten zijn. Om consistent over duurzaam te communiceren maken we gebruik van een kernboodschap. De komende jaren zetten we in op de volgende belofte:
Door te blijven investeren in duurzaamheid, werken we aan een gezond en toekomst bestendig Rotterdam voor iedereen. Met als doel schone lucht, meer groen, droge voeten, schonere energie tegen lagere kosten en meer banen in stad, haven en industrie. Zo is de grootste havenstad van Europa ook op het gebied van innovatie en duurzaam een inspirerend voorbeeld voor andere steden in de wereld.
Met deze kernboodschap zullen we deze collegeperiode duurzaam Rotterdam positioneren. Afhankelijk van de context, doelgroep en doel worden bepaalde onderdelen extra benadrukt. Het programma Duurzaam is het inhoudelijk kader van de communicatie over en met duurzaam Rotterdam: alle communicatie-inspanningen richten zich uiteindelijk op het uitdragen, versterken en versnellen van de doelstellingen en ambities. De communicatiestrategie is gebaseerd op vijf principes. In alle programma- en projectcommunicatie komen deze terug. Het gaat om:
70 | Programma Duurzaam 2015-2018
1. Het zichtbaar en informatief ontsluiten van de Rotterdamse inspanningen en (deel)resultaten. 2. Het actief betrekken van Rotterdammers bij het formuleren en/of realiseren van duurzame ambities. 3. Het stimuleren van duurzaam gedrag door het actief aanbieden van een breed pakket van Rotterdamse handelingsperspectieven. 4. Het profileren van Rotterdam als duurzame wereldhavenstad en voorbeeld deltastad. 5. Het anticiperen op communicatieve kansen, ontwikkelingen en actualiteiten.
Meten en evalueren van de voortgang Meten is weten. Om de uitvoering van het programma te kunnen aan- en bijsturen is goede informatie nodig. Liggen we op koers op weg naar de realisatie van de ambities? Realiseren we werkelijk de gewenste resultaten? Bereiken we het beoogde effect? Om deze vragen te beantwoorden rapporteren we jaarlijks over de bereikte resultaten en effecten in de Rotterdamse Duurzaamheidsmonitor. Daarin tonen we per ambitie aan de hand van de belangrijkste indicatoren de actuele situatie en zetten deze af tegen de targets. Daarnaast brengen we via de bestuursrapportages de voortgang van het programma in beeld. Belangrijk onderdeel is de weergave van de realisatie versus de planning waarbij twee vragen centraal staan:
“
Ik leer mijn zoontje ook om op de fiets te gaan naar school.”
“
Wij kijken op school naar het Jeugdjournaal en dan leer je dingen over het milieu.”
S.J. Valies Ines Fernandes de Brito
1. Hebben we gedaan wat we beoogden te doen? 2. Hoe staat het met de benutting van het begrote budget? Op basis hiervan worden eventueel voorstellen voor bijsturing gedaan.
Programma Duurzaam 2015-2018 | 71
Bijlage I Ontvangen reacties en resultaten op dit consultatierapport.
72 | Programma Duurzaam 2015-2018
V
anaf 1 april 2015 is in een tweede ronde een groot aantal Rotterdammers, stakeholders, kennisinstituten en andere belanghebbenden gevraagd om te reageren op het consultatie-document programma Duurzaam 2015-2018. Ook de gebieden, de Hoogheemraadschappen in dit gebied, de provincie en de metropoolregio is om een reactie, c.q. om advies gevraagd. Alle ontvangen reacties zijn in de afgelopen weken beoordeeld en verwerkt. In deze tweede ronde hebben we 63 reacties ontvangen. Hiervan waren 12 van individuele Rotterdammers, 20 van publieke instanties, 12 van koepelorganisaties en 19 van bedrijven. Van deze reacties waren er 4 partijen die aangaven geen inhoudelijke reactie te geven en in 11 gevallen ging het om het aanbieden van diensten of producten. Deze partijen hebben een antwoord ontvangen vanuit het programma Duurzaam. In het overzicht in deze bijlage staan deze reacties niet vermeld. Hier gaat het om de inhoudelijke reacties en die zijn in een aantal gevallen behoorlijk gedetailleerd. Het overzicht bevat de samenvattingen van de reacties en ons antwoord hierop. In veel gevallen gaan we het gesprek aan om te bezien hoe we in samenwerking de uitwerking verder kunnen concretiseren.
Nr.
Indiener
Verkorte weergave inhoud reactie
Reactie / Verwerking
1
Heer en mevrouw Pennings
De prijs voor stadsverwarming is haast gelijk aan gas. De vraag is daar iets aan te doen als over duurzaamheid wordt gepraat, want de mensen kunnen hun geld dan weer aan iets anders uitgeven zoals dubbel glas.
Het programma duurzaam richt zich niet alleen op de uitbreiding van het warmtenet. Ook het verbeteren van de gebouwen (isolatie) staat met Versnelling010 hoog op de agenda. De warmtewet schrijft voor dat warmtebedrijven niet veel mogen verdienen aan de warmte. Onderzoek van ACM wijst uit dat dit ook zeker niet het geval is. Met het warmtenet wordt voorkomen dat we gas gebruiken voor onze verwarming. Gas is nu nog goedkoop, maar zorgt ook voor luchtvervuiling. Rotterdam wil een duurzame en efficiënte energievoorziening, waarbij we nu en in de toekomst zo min mogelijk afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen. Het isoleren van woningen en het gebruiken van duurzame energie voor zowel elektriciteit als warmte is de beste en goedkoopste combinatie aan maatregelen.
2
Dhr. Monster
Dhr. Monster woont in een huurhuis van Woonstad Rotterdam en wil graag een bijdrage leveren aan het opwekken van groene energie. Naar aanleiding daarvan heeft hij gevraagd of zijn woning in aanmerking komt voor zonnepanelen.
Er is contact gezocht met de voor dit onderwerp bij Woonstad verantwoordelijke medewerker. Deze heeft meegedeeld dat Woonstad in 2015 (weer) start met een zonnepanelenproject. De complexen die er voor in aanmerking komen worden geïnventariseerd. Specifiek zal hierbij worden gekeken naar het complex waar dhr. Monster woont.
3
Dhr. Schrijer
Dhr. Schrijer is student en voor zijn stage adres voert hij momenteel een onderzoek naar duurzaamheid met als doel te onderzoeken welke maatregelen er genomen kunnen worden om zijn stage adres uiteindelijk (in een periode van 3 tot 10 jaar) onafhankelijk te maken van externe energie.
Hartelijk dank voor het doorgeven van de resultaten van uw zoektocht en voor het feit dat u uw sugges ties met ons deelt, én om zo zelf bij te dragen aan de duurzaamheidsdoelstellingen van Rotterdam.
4
Dhr. van Schie
Dhr. Schrijver deelt vervolgens de resultaten en suggesties van zijn onderzoek.
Dhr. Van Schie is hartelijk bedankt voor zijn suggestie om het aantal plastic tassen terug te dringen in de stad. Voor de reductie van plastic tasjes hebben we inmiddels een prijsvraag uitgeschreven. Het idee voor een Rotterdamtas kan daarbij worden ingediend, al dan niet samen met Susan Bijl. Indieners wordt wel gevraagd om zaken uit te werken als financiën, wijze van verspreiding et cetera, zodat we een goede afweging kunnen maken tussen de verschillende voorstellen.
Programma Duurzaam 2015-2018 | 73
Nr.
Indiener
Verkorte weergave inhoud reactie
Reactie / Verwerking
Nr.
Indiener
Verkorte weergave inhoud reactie
Reactie / Verwerking
5
Dhr. Thomas
Dhr. Thomas woont in een nieuwbouwcomplex in Delfshaven, een complex van circa 12 woningen met een gedeeld plat dak. De vraag aan de gemeente is wat wij vinden van de mogelijkheid om hier zonnepanelen te plaatsen, eventueel in combinatie met een groen dak, en of de gemeente hierin iets kan betekenen.
Uiteraard juichen wij, vanuit onze duurzaamheiddoelstellingen, particulier initiatief om platte daken te gebruiken voor de opwekking van zonne-energie en het vergroenen van daken van harte toe. Vanuit het loket Duurzaam Rotterdam is dhr Thomas geïnformeerd over de mogelijkheden vanuit de gemeente omtrent de realisatie van zonnepanelen en groene daken (zie ook de reactie bij nummer 6 en 9).
11
Mevr. Kluytenaar
Mevrouw is verbaasd dat er nog zo weinig wordt gekeken naar dingen waarop we energie kunnen bezuinigen of kunnen voorkomen. Zo brandt er, bijvoorbeeld heel veel straatverlichting na 24.00 uur, volgens haar eigenlijk veel te veel. Hier zou met 'voelers' gewerkt kunnen worden voor een veilig gevoel op straat.
6
Mevr. Hoogstad
Mevrouw Hoogstad heeft complimenten voor het duurzaamheidsprogramma. Zij vraagt naar de mogelijkheden om voor het nieuwbouwblok aan de kade op Katendrecht waar zij woont, en de vergelijkbare blokken in de buurt, zonnedaken aan te leggen en daktuinen/ groene daken en geveltuinen te realiseren.
Per e-mail is mw. Hoogstad, om haar verder op weg te helpen met het concretiseren van haar ideeën over inrichting van de daken op Katendrecht, verwezen naar onze website: www.rotterdam.nl/groenedaken.
Rotterdam heeft al behoorlijk energie zuinige verlichting. Vorig jaar is besloten om alleen nog maar ledverlichting toe te passen. Dat betekent dat we jaarlijks ca. 4.000 armaturen (van de 106.000) vervangen naar led. Waarom niet alles te gelijk? De technische levensduur van een armatuur is ca. 25 jaar. Alles in een keer vervangen betekent dus een behoorlijke kapitaalvernietiging omdat de leeftijdsopbouw van het areaal redelijk gelijkmatig is verdeeld.
12
Mevr. Bijl
Mevrouw Bijl heeft in reactie op het consultatiedocument programma Duurzaam 20152018 laten weten voornemens te zijn zonnepanelen aan te schaffen. In dat kader heeft zij gevraagd of er de mogelijkheid van subsidie voor aanschaf en montage van de zonnepanelen bestaat.
Aan mw. Bijl is meegedeeld dat de gemeente Rotterdam geen eigen subsidiemogelijkheden heeft voor de aanschaf van zonnepanelen. Zij is verder geattendeerd op het feit dat zij wellicht gebruik kan maken van de landelijke mogelijkheden om BTW terug te krijgen over de aanschaf en montage van zonnepanelen. Ons regioloket de WoonWijzerWinkel (www.woonwijzerwinkel.nl) kan meer informatie over de mogelijkheden verstrekken.
13
Mevr. Moelker
Mevrouw Moelker heeft, als deelnemer aan het klantenpanel RET, het consultatiedocument op hoofdlijnen bestudeerd. Onder vermelding van een aantal redactionele suggesties, is zij positief over vormgeving en redactie van het document. Graag wordt zij op de hoogte gehouden van het vervolgtraject.
Onder dankzegging voor de geleverde bijdrage is de reactie van mw. Moelker doorgezet naar de betrokken ambtenaren. Tevens is zij geïnformeerd over het vervolgtraject richting vaststelling van het definitieve programma.
14
BewustWijzer, de duurzame school methode
BewustWijzer is een duurzame school methode die bij enkele PO en VO scholen in Rotterdam en omgeving wordt toegepast. O.a. om de klimaatvoetafdruk van de schoolgebouwen te verbeteren. Men doet dit samen met de leerlingen en de docenten bedden deze manier van betekenisvol onderwijs zoveel mogelijk in de leerlijn van de school.
Wij hebben hiervan met interesse kennis genomen. Via het door de gemeente (S&C) verzorgde aanbod van natuur- en milieueducatie (lessen, bezoeken aan kinderboerderijen en diverse activiteiten) wordt op scholen aandacht besteed aan het thema duurzaamheid. Dit is aanvullend op het reguliere aanbod aan natuuronderwijs, dat scholen zelf verzorgen. In de vorige periode is, in het kader van het programma Duurzaamheid, gewerkt aan de vernieuwing van het NME-aanbod. Vanuit het vorige programma Duurzaam zijn hiervoor impulsen geleverd.
7
Mevr. Boer
Mevrouw Boer woont sinds kort in Rotterdam en verbaasd zich over de wijze waarop veel inwoners met hun afval omgaan en veel verpakkingen en rommel op straat gooien.
Hartelijk dank voor het doorgeven van de resultaten van jouw zoektocht en voor het feit dat je jouw suggesties met ons deelt, én om zo zelf bij te dragen aan de duurzaamheidsdoelstellingen van Rotterdam.
8
Mevr. Waterreus
Mevrouw Waterreus voelt zich als inwoner van Rotterdam zeer betrokken bij duurzaamheid, en ook de groenvoorziening.
Dhr. Van Schie is hartelijk bedankt voor zijn suggestie om het aantal plastic tassen terug te dringen in de stad. Voor de reductie van plastic tasjes hebben we inmiddels een prijsvraag uitgeschreven. Het idee voor een Rotterdamtas kan daarbij worden ingediend, al dan niet samen met Susan Bijl. Indieners wordt wel gevraagd om zaken uit te werken als financiën, wijze van verspreiding et cetera, zodat we een goede afweging kunnen maken tussen de verschillende voorstellen.
9
Mevr. van Beek
Mevrouw Van Beek heeft met belangstelling het stuk gelezen waarin wordt aangegeven dat het plan is om de komende jaren 5 versteende wijken, waaronder Nieuwe Westen, groener te maken. Uit hoofde van de VvE waartoe mw Van Beek behoort is zij in eerste instantie met name geïnteresseerd in informatie en advies. De VvE is momenteel aan het sparen om de daken binnenkort een onderhoudsbeurt te geven en dat lijkt een goed moment om te bekijken (in het kader van duurzaamheid) of er een mogelijkheid van vergroening is. Graag zou de VvE hierbij hulp krijgen van de gemeente. Gevraagd wordt naar een contactpersoon om daar een afspraak mee te maken.
Hartelijk dank voor de door u getoonde belangstelling voor het programma Duurzaam 2015-2018, 'Duurzaam dichter bij de Rotterdammer'. Vanuit het programma voor begroeide daken (onderdeel van het programma Duurzaam) kunnen wij ondersteuning bieden in de vorm van informatie, advies én subsidie voor vergroening van uw dak. Graag bekijken wij samen met u welke mogelijkheden er zijn en wat voor uw VvE de meest geschikte oplossing is. U kunt hiervoor vrijblijvend contact op nemen met het Infopunt duurzaam Rotterdam, telefoon 010-489 5489, email: e-mail:
[email protected]. Meer informatie over het gemeentelijke programma voor begroeide daken vindt u op: www.rotterdam.nl/groenedaken.
De ambitie om de stad duurzamer te maken sluit goed aan bij de visie van BewustWijzer “wij willen namelijk in 2020 het niet meer over duurzaamheid in het onderwijs hebben en gewoon doen”. Met wil graag in gesprek over mogelijke samenwerking.
15 10
Dhr. Kühne
Deheer Kühne heeft een vraag naar de haalbaarheid van het voorzien van het dak van appartementen complex de Weenahof op het Weena met zonne- of windenergie. Binnen de diverse commissies van de VvE de Weenahof leeft het idee dat dit niet rendabel te maken valt door enerzijds hoge aanschaf kosten en anderzijds hoge onderhoudskosten.
74 | Programma Duurzaam 2015-2018
Dit hangt af van diverse factoren. Vanuit het programma Duurzaam is daarom contact gezocht om de specifieke situatie te bespreken.
Evasie.nl
Mevrouw Bes vraagt wil als huurder van een gemengd huur – koop complex (VvE met o.a. Havensteder) op het openbare dak zonnepanelen. Zij vraagt hierbij steun en stimulans om de woningcorporatie Havensteder de plaatsing van zonnepanelen serieus te laten overwegen. En de corporatie die plaatsing willen te helpen. Daarnaast heeft zij gevraagd met welke corporaties de gemeente in gesprek is over het onderwerp zonnepanelen.
De visie op deze vernieuwing is vastgesteld in het Beleidskader “NME heeft de toekomst” uit 2013. Momenteel wordt gewerkt om deze vernieuwingsslag structureel in het NME-aanbod door te voeren. Met mw. Bes is door de projectleider van het VvEloket contact opgenomen. In goed overleg zijn de mogelijkheden verkend en is er contact met Havensteder gelegd. Begin mei 2015 was een overleg gepland.
Programma Duurzaam 2015-2018 | 75
Nr.
Indiener
Verkorte weergave inhoud reactie
Reactie / Verwerking
16
KPMG KPMG in hoedanigheid lid Council RCI
Als inspiratiebron een goed verhaal met duidelijke programmalijnen. KPMG doet verder suggesties die de programma-uitvoering ten goede komen zoals het opnemen van een risicoanalyse in relatie tot de doelenboom en het duidelijker maken van de bijdrage van de activiteiten aan de doelen. Ook pleit KPMG voor het transparanter maken van het "onhaalbaar zijn van de oorspronkelijke RCI doelen (voor een groot deel door factoren waar je als Rotterdam niets aan kan doen)"
Het programma geeft naar ons idee een goede weergave van de hoofdlijnen van de aanpak. Bij de nadere uitwerking in jaarlijkse werkplannen besteden we aandacht aan de risico's in relatie tot de doelen. In deze werkplannen wordt het budget per thema gedetailleerd op basis van een begroting van de kosten van de activiteiten.
17
VVE Quadenoord 1-47
Dhr. Van der Terp woont in de wijk Rijeroord en heeft een oude CV-ketel en wil het moment van vervanging gebruiken om aan te sluiten bij het streven van Rotterdam om meer te doen met stadsverwarming. Tot op heden is het dhr. Van der Terp niet gelukt afspraken te maken om aangesloten te raken op stadsverwarming. In de omgeving van de woning van dhr. Van der Terp zijn diverse appartementen-complexen, VvE’s, en ook twee complexen voor ouderen. Tevens staan er diverse scholen. De vraag is of de gemeente wellicht een faciliterende rol kan spelen.
18
D’66 Rotterdam
De circulaire- en biobased economie zou breder geformuleerd moeten worden dan ‘afval=grondstof’. Ook de andere ‘cirkels’ rond hergebruik van producten, componenten, materialen en biobased chemie en nieuwe biobased materialen bieden grote kansen voor Rotterdam. Overigens ook in het creëren van werkgelegenheid: de benodigde innovatie en processen van betere scheiding, en selectie van mogelijkheden tot hergebruik op het hoogst haalbare niveau, vragen véél. Betrek Rotterdammers door samen met hen, met innovatieve pilots te experimenteren op met slimme, service-gerichte gescheiden inzamelingsconcepten. Betrekken van de Rotterdammers en goede communicatie is daarbij essentieel. Een wijkgerichte aanpak, wellicht i.s.m. gebiedscommissies en ‘right to challenge’, biedt daarvoor handvatten, immers afvalinzameling en scheiding in een wijk met kleine appartementen en containers in de stoep, biedt andere kansen en uitdagingen dan een villawijk met grote tuinen en ruimte voor verschillende rolcontainers. Verder wordt geadviseerd om de kansen voor een circulaire economie en voor de biobased economie in Rotterdam beter in beeld te brengen bijvoorbeeld met een kaart van product/materiaal/ grondstoffenstromen in de haven en in de stad. Dat geeft richting aan beleid en inspireert ondernemers om nieuwe concepten te ontwikkelen. Bio-based economy gaat niet alleen over het verbranden van biomassa! Juist nieuwe innovaties om op biologische basis, nieuwe materialen te
76 | Programma Duurzaam 2015-2018
Wat de aanpassing van het RCI betreft: dit staat beschreven in hoofdstuk 8 Samenwerking. Rotterdam is met haar partners van het RCI niet minder ambitieus. Zij legt nu geen nadruk op hoge CO2 ambities, maar op de realisatie van belangrijke projecten en maatregelen op onder andere het gebied van energie-efficiency en duurzame energie. Rotterdam ondersteunt VvE’s met duurzaamheid initiatieven vanaf 1 januari 2015 via het VvE Energieloket van de gemeente. De vraag past uitstekend binnen de facilitering van dit loket. Energie-adviseurs van dit loket kunnen de VvE voorzien van een onafhankelijk maatwerkadvies en verbinding leggen voor de opvolging van het advies met Nuon, maar bijvoorbeeld ook met de Rabobank voor financiering van de VvE. Het advies is vrijblijvend. Indien nodig kunnen de adviseurs op de VvE-vergadering het advies toelichten. Aan dhr Monster is aangeboden om samen met de projectleider van het VvE-loket de omliggende VvE’s te benaderen om schaalvoordeel te organiseren.
Nr.
Indiener
Verkorte weergave inhoud reactie maken zijn heel interessant: hoogwaardige voedingsproducten, plastics, olie uit algen of zeewier, geavanceerde materialen uit de suikers van suikerbieten, plantenafval, etc, waar in Zeeland en Wageningen, maar ook in de Rotterdamse chemie enorme vooruitgang wordt geboekt door Nederlandse bedrijven die wereldwijd vooroplopen. Een grote kans voor de eerder genoemde Rotterdamse grondstoffenrotonde en voor de (nieuwe) Rotterdamse chemie! Dat verbranden van (het laatste restje) biomassa is het afvoerputje, dus die bijdrage aan duurzame energie zou je zeker niet als eerste moeten noemen.
DoepelStrijkers
DoepelStrijkers attendeert ons op www. thedutchwindwheel.com waar het plan wordt uiteengezet om een grote windattractie aan de oevers van de Maas te bouwen.
Het idee van DoepelStrijkers is bekend. Met de afdeling Economie van het cluster SO wordt overleg gepleegd over de haalbaarheid van een mogelijke pilot in het Merwe4Havensgebied.
20
Hogeschool Rotterdam
De Hogeschool Rotterdam wil studenten bedrijfskundige initiatieven laten bedenken voor ‘Duurzaam dichterbij de Rotterdammer’. Daarbij zouden de beste ideeën worden geselecteerd om verder uit te werken als bijdrage aan de doelen van het programma Duurzaam.
Vanuit de ambtelijke organisatie van het programma Duurzaam is een gastcollege gegeven voor 80 betrokken studenten van de Hogeschool Rotterdam. Hierbij zijn afspraken gemaakt over de selectie van de ideeën van de studenten. Waar mogelijk worden de beste ideeën meegenomen in de uitvoering van het programma.
21
Woonstad Rotterdam
Vraag welke rol ziet de gemeente voor zichzelf bij Versnelling010 en bij aanpak warmte Sterflats / Prinsenland
Onze rol als gemeente hebben we verwoord in het Uitvoeringsprogramma Versnelling010 voor deze collegperiode: “De rol van de gemeente is faciliterend en waar nodig initiërend en kaderstellend. Onder meer met het vaststellen van (brede) samenwerkingsconvenanten met individuele woningcorporaties, lobby, (Europese) fondswerving, het samenbrengen van partijen en het ondersteunen van de gemeenschappelijke communicatie richting de Rotterdammer. Zoals gezegd is de (gemeentelijke) inzet voor de langere termijn gericht op het bestendigen van een markt- en bewonersgestuurde aanpak.”
Ter algemene toelichting kan het volgende worden vermeld: • Met circulaire hub bedoelen we ook grondstoffen rotonde; • Het betrekken van Rotterdammers is inderdaad belangrijk en zullen we ook expliciet benoemen
• Het aantrekken van nieuwe biobased bedrijvigheid om de overgang naar de biobased economy moge lijk te maken is daarbij essentieel. Daarnaast het aantrekken van voldoende duurzame biomassa (in eerste instantie vaak voor een energietoepassing) om massa te creëren voor de overgang; • De praktijk van de cascadering is grilliger. Zo zitten er forse investeringen in biofuels. Maar ook technologieontwikkeling zoals bijv. het isobiuthanoltraject, gaat eerst via energie
toepassing, dan naar chemische building blocks en vervolgens aromaten. Maar er zijn gelijktijdig technieken die toegepast gaan worden op afvalstromen etc. De opzet is dat de biobased agenda op de volle breedte inzet.
19
De gemaakte opmerkingen sluiten goed aan bij onze ambities en zullen dan ook grotendeels worden overgenomen. Er wordt aan D’66 een reactie gegeven die ingaat op de tekstuele wijzigingen.
• Het is inderdaad belangrijk om kansen in kaart te brengen voor Rotterdam , Rotterdamse innovaties in de etalage te zetten, en nieuwe partners te betrekken. Al deze zaken zullen worden mee genomen bij het opstellen van de gezamenlijke ambitie;
Reactie / Verwerking
De gemeente vindt de aansluiting van de Ster flats in Prinsenland op (rest)warmte wenselijk en zal dit ondersteunen met eventueel noodzakelijke communicatie en lobby (zoals richting de Autoriteit Consument & Markt). 22
Gebiedscommissie Hoek van Holland
Gebiedscommissie Hoek van Holland heeft Programma Duurzaam dichter bij de Rotterdammer ter kennisneming aangenomen en inhoudelijk geen op- of aanmerkingen.
Er is geen reactie gevraagd.
23
Gebiedscommissie Feijenoord
Gebiedscommissie Feijenoord is van mening dat er een ambitieus en concreet programma ligt dat de komende jaren zal worden uitgevoerd, waardoor Rotterdam zich als inspirerend voorbeeld goed kan profileren. Feijenoord realiseert zich dat duurzaamheid gebiedsoverschrijdend is en is tevreden met de aandacht die besteed wordt aan de
Belangrijk uitgangspunt van het nieuwe programma Duurzaam is om dit dichter bij de Rotterdammer te brengen. Wij betrekken hen daarom nauw bij de uitvoering, bijvoorbeeld op het Noordereiland waar we met inbreng van bewoners waterveiligheidsplannen opstellen die gekoppeld zijn aan gebiedsontwikkeling en vernieuwing van de buitenruimte. Verder noemen
Programma Duurzaam 2015-2018 | 77
Nr.
Indiener
Verkorte weergave inhoud reactie
Reactie / Verwerking
specifieke uitvoering in de wijken. Men wijst er hierbij op dat Duurzaamheid sterk afhankelijk is van het draagvlak in de wijken en pleit voor zorgvuldige communicatie en voorlichting.Bijvoorbeeld op het gebied van vergroening en “droge voeten”. Specifiek wordt aangegven dat zoveel mogelijk moet worden aangesloten op bestaande activiteiten en adviseert de commissie om scholen te betrekken om vervuiling te voorkomen. Verder wordt aandacht gevraagd voor het onderwerp ‘Schone lucht’ in Feijenoord rondom de Laan op Zuid en geluidsoverlast vanaf de rivier in Katendrecht en op het Noordereiland. Decommissie adviseert om bij het versterken van de samenwerking tussen gemeente en instellingen de corporaties te betrekken.
we in dit verband de campagne ‘Tegel eruit, groen erin’ ter bewustwording van de bewoners om zo min mogelijk de tuinen te betegelen. Tevens de subsidie gekoppeld aan het groene daken programma. En het Waterloket waar de nodige informatie over de ‘droge voeten’ aanpak is te vinden. Verder zal gericht worden gecommuniceerd met de bewoners als in de betreffende wijk gezocht gaat worden naar maatregelen, waarbij participatie van de inwoners gewenst en van belang is. Andersom proberen we aan te sluiten op bestaande activiteiten en stimuleren en ondersteunen we initiatieven van Rotterdammers, bijvoorbeeld via CityLab010. Ten aanzien van de samenwerking met woningcorporaties: met hen hebben we ambitieuze afspraken gemaakt over de verduurzaming van de woningvoorraad in de aanpak Versnelling010. Over de overige door de gebiedscommissie genoemde gebiedsgerichte maatregelen op het gebied van duurzaamheid en de zorgen die er zijn over de luchtkwaliteit en geluidsoverlast in het gebied, gaan wij graag met de commissie in gesprek om de oplossingsmogelijkheden te verkennen en te bezien hoe deze geborgd kunnen worden in het gebiedsplan. Hiertoe wordt vanuit het programma Duurzaam contact opgenomen.
24
Gebiedscommissie Rozenburg
De gebiedscommissie waardeert de wijze van consulteren maar had graag meer tijd gehad om een echte gebiedsparticipatie uit te kunnen voeren. Onder verwijzing naar de betreffende pagina’s in het consultatiedocument geeft Rozenburg een aantal aandachtspunten mee voor het definitief maken van het programma. Ten aanzien van “schone lucht” bevat dit hele concrete aandachtspunten voor verbetering van het openbaar vervoer. Bij “Meer groen” vraagt de commissie aandacht voor de aantrekkelijkheid van de rivieroever van het Scheur en bij “Energiebesparing voor bewoners” wordt aandacht gevraagd voor aansluiting van Rozenburg op het warmtenet, voor het Power2Gas project in Rozenburg en voor getijdenstroom. Ten aanzien van windenergie merkt de commissie op dat een windpark op de Landtong zich niet verdraagt met de recreatiefunctie van het gebied. Het stimuleren van LNG gebruik door de binnenvaart vindt men positief en er wordt aandacht gevraagd om ook het wagenpark van IRADO (vervult de schoontaak in Rozenburg) duurzamer gemaakt zou moeten worden.
Het college stelt de concreetheid van de reactie van Rozenburg zeer op prijs en zal ervoor zorgen dat bij de uitvoering van de in het programma opgenomen activiteiten en subprogramma’s een goede afweging plaatsvindt van de voorgestelde punten. Voor wat betreft lucht gaat dit om het programma Luchtkwaliteit en de uitvoering van de Rotterdamse Mobiliteitsagenda. Het programma Duurzaam vormt daarvoor het kader. Ten aanzien van de opmerkingen over “energiebesparing voor bewoners” geldt dat ook het aansluiten van Rozenburg op het warmtenet het streven is, maar dat dit afhankelijk is van de economische haalbaarheid. “Landtong Rozenburg” is in 2012 opgenomen als locatie voor een windpark in het stadsregionale convenant windenergie. Momenteel vinden nadere studies plaats naar de haalbaarheid van een windpark op die plaats. Daarbij wordt ook het belang van andere functies (recreatie, maritiem) afgewogen. Ten aanzien van het in Rozenburg gerealiseerde project Power2Gas en het door de commissie genoemde getijdenstroom geldt dat dit interessante ontwikkelingen zijn die wij met belangstelling volgen, maar waar vanuit het programma Duurzaam geen trekkende rol voor de gemeente is voorzien. Over de overige door de gebiedscommissie genoemde gebiedsgerichte maatregelen op het gebied van duurzaamheid gaan wij graag met de commissie in gesprek om te bezien hoe deze geborgd kunnen worden in het gebiedsplan. Hiertoe wordt vanuit het programma Duurzaam contact opgenomen.
78 | Programma Duurzaam 2015-2018
Nr. 25
Indiener
Verkorte weergave inhoud reactie
Reactie / Verwerking
Gebiedscommissie Prins Alexander
De gebiedscommissie Prins Alexander vindt het programma Duurzaam ambitieus en gericht op de langere termijn en dat maakt het volgens de commissie kwetsbaar. Omdat het programma volgens de commissie niet op alle punten concreet is, biedt dit ook weer kansen. Men vindt dat de communicatie beter kan zodat burgers, instellingen en bedrijven meet worden uitgenodigd om mee te doen. Per ambitie:
In het programma Duurzaam geven we aan wat wij in deze collegeperiode gaan doen en willen bereiken op weg naar onze langere termijn ambities richting 2030. Sommige zaken zijn daarbij heel concreet, zoals bijvoorbeeld de energiebesparing in de gebouwde omgeving via het programma versnelling 010, andere zijn nu nog meer in de visieen planvormingsfase. Dat geldt bijvoorbeeld voor de ambities op het gebied van de circulaire economie.
Een groene, gezonde en toekomstbestendige stad • gesuggereerd wordt goede voorbeelden van acties van burgers, bedrijven en verenigingen verder uit te dragen. Genoemd wordt het initiatief van “Makers en Doeners” om zelf de groenvoorziening te doen. Daarnaast noemt men de sportvereniging XerxesDZB die gesloten achtergevels heeft bekleed met klimplanten waardoor de gevel groener, duurzamer en prettiger oogt.
• Het is nadrukkelijk de bedoeling om duurzame activiteiten van Rotterdammers, burgers en bedrijven, te ondersteunen en verder uit te dragen. Onder andere hiervoor hebben wij CityLab010 gelanceerd maar dit is ook een opgave voor de inzet van communicatie van het programma Duurzaam en de manier van werken van de projectleiders. De genoemde initiatieven voor isolatie en zonnepanelen op daken zijn hier goede voorbeelden van. Het genoemde voorbeeld van “Makers en Doeners” die zelf de groenvoorziening doen, leren wij graag beter kennen. Mogelijk is dit ook in andere gebieden toepasbaar.
• zorg over de mogelijk negatieve gevolgen voor lucht- en leefkwaliteit bij het verbinden van de A13 en de A16 Schonere energie tegen lager kosten • suggestie dat gemeente initiatieven voor isolatie en plaatsen van zonnepanelen op daken faciliteert en breder uitdraagt alsmede uitbouwt naar groene daken Sterke en innovatieve economie: naar duurzaam ondernemen • de commissie mist een gebiedsgerichte aanpak waarbij ondernemers, beheerders/verhuurders en overheid samen tot een duurzaamheidsbeleid • komen waarbij alle betrokken partijen voordeel kunnen behalen. Dit vraagt om een masterplan voor bedrijventerreinen, winkelcentra en Alexandrium. • er zouden duurzaamheidskringen moeten komen, een innovatieprijs voor duurzaam ondernemen en een duurzaamheidsmarkt met informatie voor ondernemers. Naast een keurmerk Veilig Ondernemen zou een keurmerk Duurzaam Ondernemen niet misstaan. • samen met het Hoogheemraadschap zou waterbeheer in relatie met duurzaamheid moeten worden onderzocht. De commissie pleit verder voor meer aandacht voor duurzaamheid in het onderwijs: “Voor een positief effect in de toekomst begin je met de generatie die nu op school zit”.
• Bij de inpassing van de verbinding A13 - A16 worden door gemeente Rotterdam en Metropool Rotterdam - Den Haag middelen beschikbaar gesteld om extra maatregelen te kunnen treffen voor de inpassing van de rijksweg waaronder voor lucht en geluid. • Voor wat betreft het waterbeheer zijn wij het met de commissie eens dat dat hand in hand moet gaan met duurzaamheid en innovatie. Op dit vlak werken we nauw samen met het Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard. De context waarin dat gebeurt is het Waterplan en de Rotterdamse Adaptatie Strategie. • Waar het gaat om de door de commissie gesuggereerde gebiedsgerichte aanpak waarbij ondernemers, beheerders/verhuurders en overheid samen tot een duurzaamheidsbeleid moeten komen, dagen wij de gebiedscommissie graag uit om met een concreet voorstel te komen dat zou kunnen worden uitgevoerd binnen de context van het gebiedsplan. • Via het door de gemeente (S&C) verzorgde aanbod van natuur- en milieueducatie (lessen, bezoeken aan kinderboerderijen en diverse activiteiten) wordt op scholen aandacht besteed aan het thema duurzaamheid. Dit is aanvullend op het reguliere aanbod aan natuuronderwijs, dat scholen zelf verzorgen. In de vorige periode is, in het kader van het programma Duurzaamheid, gewerkt aan de vernieuwing van het NME-aanbod. Vanuit het vorige programma Duurzaam zijn hiervoor impulsen geleverd. De visie op deze vernieuwing is vastgesteld in het Beleidskader “NME heeft de toekomst” uit 2013. Momenteel wordt gewerkt om deze vernieuwingsslag structureel in het NME-aanbod door te voeren.
Programma Duurzaam 2015-2018 | 79
Nr.
26
Indiener
Gebiedscommissie Overschie
Verkorte weergave inhoud reactie
De gebiedscommissie Overschie onderschrijft het belang om duurzaamheid dichter bij de (Overschiese) Rotterdammer te brengen en heeft daarvoor een aantal suggesties gedaan. Veel daarvan staat in het Gebiedsplan Overschie en in de adviezen over Luchtkwaliteit, Rotterdamse Mobiliteitsagenda en het Fietsplan. Per ambitie en onderwerp doet men voorstellen voor invulling, c.q. nadere uitwerking. We noemen er hier enkele. Een groene, gezonde en toekomstbestendige stad Meer aandacht is gewenst voor de luchtkwaliteit in Overschie. Graag wil men een verkennende studie uitvoeren naar de mogelijkheid van een milieuzone in de woonkern van Overschie. Daarnaast wordt gevraagd te onderzoeken hoe het aantal tweetaktscooters teruggedrongen kan worden en wil mv en meer ambitie op het gebied van elektrisch vervoer. Verder zijn er veel suggesties voor het verbeteren van het openbaar vervoer en de bereikbaarheid van Overschie. Ook zouden de fietsvoorzieningen verbeterd moeten worden.Aandacht wordt gevraagd voor duurzame gebiedsontwikkeling met aandacht voor de bodemdaling in Overschie. Bij deze duurzame gebiedsontwikkeling zou de BREEAM-methodiek in Overschie goed toegepast kunnen worden. Schonere energie tegen lagere kosten Hier doet de commissie suggesties voor het opwekken van energie met water, slimme thermostaatklokken en het multifunctioneel gebruiken van gevels, bijvoorbeeld voor groen, opvang van fijnstof of opwekken van zonne-energie. Overschie wil ook meer inzet op het scheiden van afval. Sterke en Innovatieve economie: Schoner transport en logistiek Naast de aandacht voor het duurzamer maken van de haven door in te zetten op schonere brandstoffen en schepen, zou men graag zien dat ook de ambitie wordt opgenomen om in te zetten op schone luchtvaart bijvoorbeeld door “alleen nog maar de schoonste vliegtuigen te laten landen en gebruik te laten maken van schonere brandstoffen.” Daarnaast suggereert de commissie om meer flexwerkplekken in de stad te creëren waardoor minder mensen de auto tijdens de spits gebruiken. De commissie stel verder dat er meer aandacht moet zijn voor het promoten van bewustwording over duurzaamheid bij het bedrijfsleven.
80 | Programma Duurzaam 2015-2018
Reactie / Verwerking
Nr.
Indiener
Verkorte weergave inhoud reactie
Reactie / Verwerking
Over de suggesties van de commissie en de door hen genoemde gebiedsgerichte maatregelen op het gebied van duurzaamheid gaan wij graag met de commissie in gesprek om te bezien hoe deze geborgd kunnen worden in het gebiedsplan. Het genoemde voorbeeld van “Makers en Doeners” die zelf de groenvoorziening doen, leren wij graag beter kennen. Mogelijk is dit ook in andere gebieden toepasbaar. Vanuit het programma Duurzaam zal contact worden opgenomen om dit en de andere gegeven adviezen nader te bespreken.
27
Gebiedscommissie KralingenCrooswijk
De gebiedscommissie Kralingen-Crooswijk heeft geen relevante bruikbare reacties uit het gebied ontvangen en ziet daarom af van een inhoudelijk advies over het programma.
Graag gaan wij nader in gesprek met de gebieds commissie over de uitvoering van duurzame maatregelen in het gebied. Hiertoe wordt vanuit het programma Duurzaam contact opgenomen.
28
Gebiedscommissie HillegersbergSchiebroek
Het programma bevat voor Hilligersberg-Schiebroek veel positieve elementen, maar op bepaalde onderdelen ontbreekt volgens de commissie de concrete gerichte uitwerking die van belang is voor het gebied en waarbij medewerking van derden nodig is, bijvoorbeeld bij de investering van energiebesparende maatregelen bij sport verenigingen en afspraken met corporaties op het gebied van de verduurzaming van de woning voorraad. De commissie wil hier graag op actieve manier aan bijdragen, zodat het programma Duurzaam nader kan worden geconcretiseerd en meer gebiedsgerichte elementen bevat. Verder wijst men er op dat Rotterdam The Hague Airport niet wordt genoemd terwijl duurzaamheid in relatie tot het vliegveld weldegelijk van belang is.
Het programma bevat weliswaar heel veel activiteiten en projecten maar de concrete uitwerking daarvan in de gebieden komt bij de uitvoering aan de orde. Daarbij wordt nadrukkelijk gekeken naar de specifieke karakteristieken van een gebied. Graag gaan wij nader in gesprek met de gebiedscommissie over de uitvoering van duurzame maatregelen in het gebied. Hiertoe wordt vanuit het programma Duurzaam contact opgenomen.
Het college stelt de concreetheid van de reactie van gebiedscommissie Overschie zeer op prijs en zal ervoor zorgen dat bij de uitvoering van de in het programma opgenomen activiteiten en subprogramma’s een goede afweging plaatsvindt van de voorgestelde punten. Voor wat betreft de luchtkwaliteit zijn de maatregelen die zijn vastgelegd in de Koersnota Lucht het uitgangspunt. Daarin is niet voorzien in een milieuzone in Overschie en een sloopregeling voor tweetakt scooters. De luchtkwaliteit in Overschie en de overlast van tweetaktscooters hebben zeker onze aandacht en daarover gaan wij graag nader met de commissie in gesprek. Wat betreft de doelstellingen voor elektrisch vervoer in Rotterdam: die zijn naar ons idee al erg ambitieus. Ons eigen wagenpark gaan we verder verschonen: tegen het eind van de collegeperiode is minimaal 25% elektrisch of hybride. Een concrete ambitie en strategie voor de wat langere periode zullen we op gaan stellen.
De gebiedscommissie heeft een aantal suggesties van bewoners bijgevoegd en tevens een brief van bewoners tegen vliegtuigoverlast Rotterdam The Hague Airport. (Deze brief is apart vermeld in dit overzicht).
De opmerkingen over openbaar vervoer en bereikbaarheid willen we meenemen bij de verdere uitwerking van de plannen in het kader van de Rotterdamse Mobiliteitsagenda. Een extra ring van de metro van west naar oost met een halte in Overschie maakt hier overigens geen deel van uit.
Ook het terugdringen van geluidsoverlast door vliegverkeer, dat weliswaar niet expliciet als programmadoelstelling in het programma Duurzaam is opgenomen, heeft in de volle breedte aandacht. Het gaat daarbij om geluid veroorzaakt door vliegverkeer (ookal is Rotterdam zelf daarvoor niet het bevoegd gezag maar het ministerie van I&M). Samen met de overige BRR-partners (Lansingerland, Schiedam, provincie) heeft Rotterdam als zienswijze op de nota R&D voor de MER van de aanvragen voor het Luchthavenbesluit aangegeven dat ontwikkeling van de luchthaven (airside) mogelijk is binnen de huidige geluidcontour. Daarnaast werkt Rotterdam aan een nieuwe samenwerkingsovereenkomst met Schiphol (de exploitant van RtHA), waarin partijen afspraken (willen) maken over het beperken van de milieuhinder, en het bevorderen van duurzame maatregelen bij de ontwikkeling van de luchthaven..
Ten aanzien van de kwaliteit van de buitenruimte en de duurzame ontwikkeling van gebieden willen we graag nader met Overschie onderzoeken wat de mogelijkheden zijn voor verdere vergroening van de wijk en het gebruik van de BREEAM methodiek voor de gebiedsontwikkeling. Dat geldt ook voor het isoleren van woningen die kunnen worden meegenomen in de aanpak van Versnelling 010. De commissie noemt de mogelijkheid van het uitvoeren van een pilot met waterenergie in Overschie. Energie opwekken met water ligt in ons vlakke land niet meteen voor de hand maar wij staan open voor elk innovatief idee. Over de overige door de gebiedscommissie genoemde gebiedsgerichte maatregelen op het gebied van duurzaamheid gaan wij graag met de commissie in gesprek om te bezien hoe deze geborgd kunnen worden in het gebiedsplan. Hiertoe wordt vanuit het programma Duurzaam contact opgenomen.
Voor wat betreft de luchthaven geldt dat de specifieke problematiek van lucht en geluid rondom het vliegveld nadrukkelijk onze aandacht heeft ondanks dat RTHA niet expliciet in het consultatiedocument staat vermeld. Bij het bevorderen van de schone lucht geldt dat dit voor alle gebieden in de stad een belangrijk streven is, ook op en rondom het vliegveld. Voor zover het het luchthaventerrein zelf betreft: hiervoor is de gemeente het bevoegd gezag. Er wordt op dit moment gewerkt aan een bestemmingsplan voor dit terrein. Hierbij worden grenzen gesteld aan de geluidplafonds middels vaststellen van een geluidzone voor een deel van de inrichting. Dit wordt planologisch vastgelegd in het bestemmingsplan en de daarop gebaseerde vergunning. Daarbij zal altijd een goede afweging plaatsvinden met andere ambities zoals economische en ruimtelijke ambities, uiteraard zijn de geldende normen hiervoor leidend.
29
Gebiedscommissie Delfshaven
Gebiedscommissie Delfshaven komt nog terug met wat men in het gebied heeft opgehaald aan input en aanvullingen op het consultatiedocument. Voor nu wordt aandacht gevraagd voor een aantal onderwerpen. Ten aanzien van vergroening pleit men voor het aansluiten op de “groene dynamiek en de initiatieven die er van onderop zijn en ontstaan”. De commissie geeft aan dat Delfshaven actief mee zal werken aan het ontarden van de wijk, bijvoorbeeld
Het programma bevat weliswaar heel veel activi teiten en projecten maar de concrete uitwerking daarvan in de gebieden komt bij de uitvoering aan de orde. Daarbij wordt nadrukkelijk gekeken naar de specifieke karakteristieken van een gebied. Het programma Versnelling 010 (thema “Energiebesparing voor bewoners”) zet in op het verduurzamen van corporatiewoningen en woningen van particulieren, al dan niet via Vereningingen
Programma Duurzaam 2015-2018 | 81
Nr.
Indiener
Verkorte weergave inhoud reactie
Reactie / Verwerking
via “tegel eruit, groen erin”. Daarnaast adviseert zij te overwegen of de groene daken susidieregeling kan worden gehandhaafd. Voor de wateropgaven (droge voeten) ligt er volgens Delfshaven een kans in de combinatie met vergroening en ecologie.
van Eigenaren. Ook in Delfshaven. Graag gaan wij nader in gesprek met de gebiedscommissie over de uitvoering van duurzame maatregelen in het gebied. In dat gesprek kunen dan ook de ideeen en suggesties besproken worden die de gebiedscommissie heeft opgehaald uit het gebied. Hiertoe wordt vanuit het programma Duurzaam contact opgenomen. Op enkele punten gaan wij hier kort in:
Het adaptatieprincipe spreekt de commissie aan. Integraal werken door projecten te combineren om zo met beperkte extra middelen meer te bereiken, wordt door de commissie onderschreven. De commissie mist de component educatie rond groen en duurzaamhheid en pleit voor samenwerking met het Rotterdamse Milieu Centrum in de gebieden. Wat betreft het vuil op straat geeft Delfshaven aan dat naast handhaving meer gedaan moet worden aan voorlichting, bijvoorbeeld door inititieven uit de wijk te ondersteunen of aan te moedigen met een prijsvraag. Ook met lokale inzameling van afval is volgens de commissie meer mogelijk. Het MerweVierhavensgebied wordt expliciet genoemd als magneet voor “duurzaamheidsdenkers, -doeners en start ups”. Delfshaven telt veel corporatiewoningen die relatief oud zijn en waar veel energie te besparen valt. In dit kader wordt ook de grote particuliere woningvoorraad in Oud-Mathenesse genoemd. Men vraagt te kijken of hier extra aandacht gegeven kan worden aan energiebesparing en isolatie. Dat geldt ook voor de panden van winkeliers in Delsfhaven.
Nr.
Indiener
Verkorte weergave inhoud reactie
Reactie / Verwerking
1. groen subsidie voor daken;
1. De subsidieregeling voor groene daken is voor 2015 gehandhaafd maar zullen we daarna afbouwen, hiervoor is geen nieuw budget vrijgemaakt.
2. vermindering OZB bij aanschaf/gebruik zonnepanelen 3. stimuleren en ondersteunen van groene hagen in plaats van schuttingen 4. faciliteren fietsparkeren bij OV stations
• Het is nadrukkelijk de bedoeling om duurzame activiteiten van Rotterdammers, burgers en bedrijven, te ondersteunen en verder uit te dragen. Onder andere hiervoor hebben wij CityLab010 gelanceerd maar dit is ook een opgave voor de inzet van communicatie van het programma Duurzaam en de manier van werken van de projectleiders.
5. regenwateropvang groot en klein 6. meer natuurlijke beplanting (zoals vroeger vlinderstroken) 7. stimuleren en faciliteren meer groen in tuint(en) i.v.m. wateropname 8. bedrijventerreinen aansluiten op restwarmte industrie
• Het idee om mensen door middel van een prijsvraag uit te dagen met goede initiatieven te komen, omarmen wij. Zo hebben we recent een prijsvraag uitgeschreven voor het beste idee om het gebruik van plastic tassen zoveel mogelijk in te dammen. Afval en het goed hergebruiken daarvan in het kader van de circulaire economie, is een belangrijk thema binnen het programma.
9. verlaging gemeente belasting voor bedrijkven na investeren in groene energie 10. investeren in kennis bewoners van gebruik energie.
• Via het door de gemeente (S&C) verzorgde aanbod van natuur- en milieueducatie (lessen, bezoeken aan kinderboerderijen en diverse activiteiten) wordt op scholen aandacht besteed aan het thema duurzaamheid. Dit is aanvullend op het reguliere aanbod aan natuuronderwijs, dat scholen zelf verzorgen. In de vorige periode is, in het kader van het programma Duurzaamheid, gewerkt aan de vernieuwing van het NME-aanbod. Vanuit het vorige programma Duurzaam zijn hiervoor impulsen geleverd.
Gebiedscommissie Hoogvliet
Gebiedscommissie Hoogvliet geeft naar aanleiding van het consultatiedocument programma Duur zaam 10 aandachtspunten mee die mogelijk zouden kunnen worden meegenomen in de Nota Duurzaamheid. Het gaat om:
82 | Programma Duurzaam 2015-2018
Hieronder volgt op elk van de gegeven aandachts punten van Hoogvliet onze reactie. Graag gaan wij nader in gesprek met de gebiedscommissie over de uitvoering van duurzame maatregelen in het gebied. Hiertoe wordt vanuit het programma Duurzaam contact opgenomen.
4. Fietsparkeren bij OV-stations heeft al enkele jaren onze aandacht. De continuering van de aanpak komt in het Fietsplan aan de orde. 5. ,6 en 7: Dit wordt bij de uitwerking van de thema’s “Meer groen” en “Droge voeten” meegenomen. Daarbij wordt gekeken hoe verschillende maatregelen geintegreerd kunnen worden, bijvoorbeeld vergroening in combinatie met waterberging.
9. Hiervoor geldt hetzelfde als voor het verlagen van OZB bij aanschaf of gebruik van zonnepanelen. Wanneer bedrijven investeren in energiebesparing of groene energie verlagen zij hun energiekosten en vergroten zij het comfort en vaak ook de waarde van het pand. Stimuleren van deze maatregelen via de gemeentelijke belastingen is niet aan de orde. 10. Via Versnelling 010 (zie thema “Energiebespring voor bewoners”) wordt voorlichting gegeven over de maatregelen die mensen zelf kunnen nemen op het gebied van energiebesparing en duurzame energie-opwekking. Graag komen wij in contact met actieve (bewoners-)groepen of verenigingen van eigenaren om één en anders samen verder op te pakken.
• De ideeën van de commissie over vergroening en integraal werken komen overeen met de aanpak die wij voorstaan. De subsidieregeling voor groene daken is voor 2015 gehandhaafd maar zullen we daarna afbouwen, hiervoor is geen nieuw budget vrijgemaakt.
30
3. Bij de communicatie en voorlichting over wat Rotterdammers zelf kunnen doen om te vergroenen, kan dit worden meegenomen als suggestie.
8. We hebben een grote opgave voor het vergroten van het aantal aansluitingen op het warmtenet. Hierin werken we nauw samen met de concessie houders Eneco en Nuon. Aansluiten van bedrijve terreinen is onderdeel van de aanpak.
• De visie op deze vernieuwing is vastgesteld in het Beleidskader “NME heeft de toekomst” uit 2013. Momenteel wordt gewerkt om deze vernieuwingsslag structureel in het NME-aanbod door te voeren.
• Merwe-Vierhavens is bij uitstek een gebied waar de door de gebiedscommissie genoemde bedrijvigheid tot zijn recht komt. In de ontwikkeling van het gebied en bij het aantrekken van bedrijven om zich hier te vestigen is hiervoor veel aandacht.
2. Wij zijn hier geen voorstander van want het aanschaffen van zonnepanelen is voor particulieren vaak al een rendabele investering. Gebrek aan geld voor de investering en de rompslomp van de installatie zijn vaak grotere belemmeringen. Hier besteden wij in onze aanpak met partners aandacht aan.
31
Gebiedscommissie Pernis
De drie pijlers van het programma Duurzaam worden ondersteund door Pernis en kunnen op de bijdrage van de gebiedscommissie rekenen. Pernis ziet graag dat Rotterdam meer nationale en internationale aandacht zou vestigen op het gebruik van waterstof. Graag zou Pernis een pilotproject waterstof in haar gebied huisvesten. Men stipt tevens het belang aan van de kansen voor verdurzaming van de woningvoorraad en zou graag zien dat de gemeente afspraken maakt op dat gebied met Wonbron dat meer dan 30% van het woningaanbod in Pernis
Het college stelt de concreetheid van de reactie van gebiedscommissie Pernis en het aanbod om de uitvoering van het programma te steunen, zeer op prijs en zal ervoor zorgen dat bij de uitvoering van de in het programma opgenomen activiteiten en subprogramma’s een goede afweging plaatsvindt van de voorgestelde punten. Graag gaan wij nader in gesprek met de gebiedscommissie over de uitvoering van duurzame maatregelen in het gebied en om te bezien of en hoe deze geborgd kunnen worden in het gebiedsplan. Hiertoe wordt vanuit het programma Duurzaam contact opgenomen.
Programma Duurzaam 2015-2018 | 83
Nr.
Indiener
Verkorte weergave inhoud reactie
Reactie / Verwerking
bezit. De gebiedscommissie stipt diverse andere raakvlakken aan met het programma Duurzaam die van belang zijn voor de uitvoering van het programma in Pernis: frisse scholen, ontwikkeling van een Wijk Sport Voorziening, koppeling duurzame energie aan het zwembad en de aansluiting van Pernis op het restwarmtenet. Ten aanzien van de ontwikkeling van een windpark rondom de Beneluxster wil de commissie graag in overleg om te bezien hoe dit kan bijdragen aan Pernis, mogelijk via het vormen van een gebiedsfonds. Pernis werpt zich verder op als gebied waar innovatie en creatieve ideeen een kans moeten krijgen , bijvoorbeeld op het gebied van de maritieme dienstverlening. Tot slot noemt de commissie de waterkant van Pernis als unieke lokatie waar een extra impuls gegeven zou moeten worden aan de fiets- en wandelroute.
Op enkele van de specifiek genoemde punten gaan wij hier nader in:
Nr.
Indiener
• Gebouw en of gebied in samenwerking met bijvoorbeeld woningbouwcooperatie voor langere tijd [75 jaar] ter beschikking stellen aan een ondernemers collectief. Zie ook Holzpltaz in Berlijn. 34
Provincie Zuid-Holland
• Woonbron is een van de deelnemers aan het consortium Versnelling 010 gericht op energiebesparing en duurzame energie bij woningen. Woonbron is actief op het gebied van energiebesparing, meest gekoppeld aan (regulier) onderhoud. Specifieke gebiedsafspraken over (bijvoorbeeld) Pernis worden (nog) niet gemaakt.
De provincie (gedeputeerde Veldhuijzen) heeft waardering voor het nieuwe programma Duurzaam en ziet daarin veel onderwerpen die ook voor de provincie belangrijk zijn zoals warmte/koude voorziening, deltaplan energie-infrastructuur, windenergie en stimuleren van innovatieve bedrijvigheid. Voor de definitieve versie van het programma worden enkele aandachtspunten gegeven.
• Graag vernemen wij of er naar uw mening specifieke kansen liggen in Pernis. Voor de woningen van Woonbron maar ook andere woningen, bijvoorbeeld actieve bewoners verenigingen of verenigingen van eigenaren.
33
Gebiedscommissie Noord
RotterZwam Coöperatie UA
Omdat het consultatiedocument vooral het stedelijk verhaal bevat wil de gebiedscommissie Noord een bijeenkomst organiseren met partijen die in Noord actief zijn. De suggesties die dit oplevert zal de commissie verzamelen en melden aan wethouder Langenberg. (Ten tijde van het opstellen van dit document is deze informatie nog niet ontvangen).
RotterZwam is een innovatieve startup (o.a. kweken van oesterzwammen op basis van koffiedik) die een aantal suggesties geeft waar ondernemers zoals zij mee geholpen zouden zijn: • Regel luwe zones voor ondernemers die wel afgebakend zijn op een aantal punten zoals bijvoorbeeld de openbare veiligheid; • Geen geld maar zaken in natura leveren. Bijvoor beeld een ponton uitlenen dat in bezit is van de gemeente; • Faciliterende overheid door middel van project ondersteuning van enkele uren in de week om projecten vlot te trekken;
84 | Programma Duurzaam 2015-2018
Wij gaan graag nader in gesprek met RotterZwam en andere ondernemers om suggesties vanuit de markt te bespreken.
• Gebiedsgerichte samenwerking tussen bedrijven biedt extra kansen om energie en geld te besparen. Door de voorgenomen toepassing van de BREEAM methodiek mede te richten op samenwerking, kunnen deze kansen worden benut.
• Bij de warmteleveranciers genoemd op p 49 (Eneco, Warmtebedrijf) is Nuon vergeten; ==> NUON draagt zorg voor de warmtelevering aan huis in Rotterdam Zuid. Eneco en Warmtebedrijf staan hier genoemd omdat zij de bestaande warmteleidingen vanuit het industriegebied naar de stad exploiteren.
De voorstellen vanuit het gebied voor uitwerking van het programma Duurzaam 2015-2018 op lokaal niveau zien wij met belangstelling tegemoet. Graag gaan wij op basis daarvan nader in gesprek met de gebiedscommissie om te bezien of en hoe deze geborgd kunnen worden in het gebiedsplan. Hiertoe wordt ter zijner tijd vanuit het programma Duurzaam contact opgenomen. De gemeente is bezig om haar rol van faciliterende overheid verder in te vullen, ook op het gebied van ondersteuning van ondernemers. Het gaat hierbij om het verbinden van ondernemers en netwerken van ondernemers, onderwijs en overheid, het faciliteren bij knelpunten en het versnellen van kansen. Dit doen we primair bij activiteiten en projecten die aansluiten op de sterke clusters van de stad (medisch, food, maritiem, cleantech) en de ontwikkeling van de binnenstad, stadshavens en Hart van Zuid.
Wij waarderen de langjarige samenwerking met de provincie op het gebied van verduurzaming en klimaatverandering en zetten dat graag on verminderd voort. Wij nemen de suggesties van de provincie graag mee bij de uitvoering van het programma. Op enkele daarvan gaan we hieronder specifiek in:
• Vervanging van individuele gasstook door stadsverwarming draagt, naast duurzame mobiliteit, bij aan verbetering van de lokale luchtkwaliteit (verlaging NO2 gehalte); ==> de verbetering van de luchtkwaliteit in de stad is een zeer belangrijke reden om stadsverwarming met industriële restwarmte in te zetten. Door levering aan de tuinbouw wordt tevens een grote bijdrage geleverd aan het neerslaan van stikstof (NO2) in de duingebieden.
• of het mogelijk is om woningen in Pernis op het warmtenet aan te sluiten hangt af van de financiële haalbaarheid. Exploitant Nuon heeft dit eerder onderzocht en toen was sprake van te geringe warmtevraag om de business case rond te krijgen. 32
Reactie / Verwerking
• Subsidie regelingen voor schoon elektrisch vervoer niet alleen richten op auto’s en bestelbussen maar bijv ook voor elektrische bakfiets;
• het is op dit moment nog niet bekend waar de komende jaren de pilotprojecten op het gebied van waterstof gaan plaatsvinden, dat is onder andere afhankelijk van wie de initiatiefnemers zijn. • de ontwikkeling van een windpark rondom de Beneluxster vereist een zeer nauwkeurige afweging van alle belangen waaronder die van bewoners in de buurt. Daarbij is het voor ons van groot belang dat omwonenden de kans krijgen om te profiteren van zo’n windpark. Bijvoorbeeld door financiele participatie voor de directe omgeving mogelijk te maken of via investeringen in een gebiedsfonds.
Verkorte weergave inhoud reactie
• Rotterdam heeft op termijn, naast restwarmte, ook een gunstig potentieel, voor benutting van aardwarmte. ==> Dat is zeker het geval, bij het thema “Sterkere concurrentiepositie door energiebesparing” wordt hiertoe warmte uit de diepe ondergrond (geothermie) genoemd als bron van verwarming naast industriële restwarmte. 35
Rotterdams Milieu centrum
Het RMC is blij dat Duurzaamheid wederom een collegeprioriteit is en omarmt het dichter bij de Rotterdammer brengen van duurzaamheid. Wel gaat het qua ambities voor het RMC niet ver genoeg en zou Rotterdam moeten vasthouden aan het uitgangspunt om CO2 en andere broeikasgassen te reduceren. Het faciliteren, inspireren en stimuleren van bewonersinitiatieven is corebusiness van het RMC. RMC biedt aan om wederom mee te helpen de initiatieven van Rotterdammers verder te brengen
Het Rotterdams Milieucentrum is voor ons de afgelopen jaren een belangrijke partner geweest voor het betrekken en voorlichten van Rotter dammers bij ons duurzaamheidbeleid. Graag zetten wij die samenwerking voort. Met het recent geïntroduceerde CityLab010 hebben wij een concreet instrument om duurzame initiatieven van Rotterdammers (financieel) te kunnen ondersteunen. Wat de ambities van Rotterdam op dit gebied betreft: die blijven hoog maar we laten ons liever voorstaan
Programma Duurzaam 2015-2018 | 85
Nr.
Indiener
Verkorte weergave inhoud reactie
Reactie / Verwerking
door nieuwe samenwerkingen aan te gaan, kennis uit te wisselen, concreet handelingsperspectief te bieden en de burgers praktisch te ondersteunen. RMC vraagt verder onder andere aandacht voor een coördinatiepunt voor duurzaam binnen het college van B&W, natuur en milieu-educatie, een goede monitoring van de effecten van het programma, een visie op de duurzame stad in 2030, het belang van ecologie en de verbinding van de stad met het omliggende landschap, stikstofemissies bij de aanpak van luchtkwaliteit, versterking en opschaling van Versnelling010 en beleid op het verminderen van de “voedsel-voetafdruk” van de Rotterdammers.
Nr.
Indiener
Verkorte weergave inhoud reactie
Reactie / Verwerking
op het uitvoeren van de goede maatregelen en projecten dan op het hebben van hele hoge ambities. De voortgang van de te bereiken effecten houden we nauwlettend in de gaten met onze duurzaamheidmonitor die we nu aanpassen aan dit nieuwe programma.
• het belang van samenwerking tussen Mainport en Greenport, bijvoorbeeld in het kader van de realisatie van de zgn “Leiding over West” waarbij industriële restwarmte (en aardwarmte) en mogelijk CO2 geleverd kan worden aan de tuinbouw.
Over samenwerking op het gebied van de biobased economy gaan wij graag nader in gesprek. Vanuit het programma Duurzaam wordt hiertoe contact opgenomen met gemeente Westland.
Wij zien geen aanleiding om nog meer thema’s aan dit brede programma toe te voegen maar blijven uiteraard scherp op het wegnemen van knelpunten die een gezonde en aantrekkelijke leefomgeving in de weg staan. Ook als deze niet zijn opgenomen in het programma.
• suggestie om te kijken naar vergroten transport over water i.p.v. over de weg, bijvoorbeeld om de Nieuwe Waterweg over te steken • suggestie om meer samen te werken op het gebied van de biobased economy, de tuinbouwsector in het Westland en het potentiële biobased cluster op de Maasvlakte II
Inmiddels zijn we nader in gesprek met het RMC om te kijken waar we elkaar in onze aanpak verder kunnen versterken. 36
Metropoolregio Rotterdam Den Haag
MRDH vindt het een ambitieus en inspirerend programma en in zijn algemeenheid blijft MRDH tijdens de uitvoering van het Programma Duurzaam graag in gesprek over mogelijkheden om gezamenlijk op regionale schaal de economie en bereikbaarheid van de regio duurzaam te versterken. Specifieke punten: • Bij gemeenten in de MRDH bestaat de behoefte om van elkaar te leren en gezamenlijk projecten op te pakken waar dit meerwaarde heeft, ook op het gebied van duurzaamheid. In het programma wordt regionale samenwerking op het terrein van mobiliteit, warmte en inkopen al benoemd. Dit zijn inderdaad bij uitstek thema’s waar de regionale schaal voordelen biedt. Ook op het gebied van groenontwikkeling, clean tech en next economy biedt regionale samenwerking voor alle betrokken partijen voordelen.
Bij alle door de Metropoolregio aangegeven punten is regionale samenwerking zeer relevant. Rotterdam zal zich hierin proactief en constructief opstellen. Wij gaan graag nader in gesprek met MRDH om ten aanzien van de specifieke punten afspraken te maken die de uitvoering van de activiteiten van het programma versterken.
Verder heeft men de uitdrukkelijke wens dat op bestuurlijk en op ambtelijk niveau - waar mogelijk - een vruchtbare samenwerking tussen Westland en Rotterdam ontstaat op het vlak van stimuleren duurzaamheid. 38
Blijstroom
Blijstroom is blij met de titel van het document en enthousiast over de drie hoofdpijlers. De bijdrage van Blijstroom zit vooral in het reduceren van energielasten voor alle Rotterdammers (besparen en opwekken). Daarbij geeft Blijstroom aan op te kunnen trekken met de gemeente in creëren van draagvlak en overdragen van kennis. Koppelen energiebesparingen aan investeringen in de wijk.
Wij zijn blij met de samenwerking met Blijstroom in de vorlichting van Rotterdammers over energie besparing en duurzame energie opwekking in het kader van het programma Versnelling 010. Van daaruit verkennen we graag verder met Blijstroom de mogelijkheden voor creëren van draagvlak en kennisoverdracht.
39
Eneco
Eneco geeft complimenten voor het programma en het initiatief om aan de invulling bij te mogen dragen. De visie van de gemeente zoals verwoord in het programma sluit naadloos aan op de visie van Eneco op duurzaam. Aan de hand van het programma en de activiteiten en expertise van het bedrijf wil Eneco graag in gesprek met de gemeente over twee denkrichtingen die in de visie van Eneco veel maatschappelijke winst voor Rotterdam zullen betekenen:
Wij zetten graag de samenwerking met Eneco op het gebied van verduurzaming van de stad voort en maken graag gebruik van de expertise en uit voeringskracht van Eneco waar dat mogelijk is. Dit kan versterking en verdieping van de uitvoering van het programma betekenen.
• Waar samenwerking op het gebied van duurzaam heid past binnen de Bereikbaarheidsagenda en de Agenda Economisch Vestigingsklimaat kan dit worden ondersteund vanuit de MRDH. • Voor het thema energie, met de nadruk op collectieve (rest)warmte, wordt vanuit de MRDH een netwerk opgericht voor afstemming tussen de gemeenten. Rotterdam kan daar een belangrijke rol in vervullen.
1. De inzet en realisatie van optimale decentrale energievoorziening per wijk samen met burgers, bedrijven en woningcorporaties; 2. Inzetten en realiseren van de optimale infrastructurele footprint en de daaraan verbonden maatschappelijke kosten.
• De Rotterdamse koploperspositie op het gebied van elektrisch vervoer kan worden benut door de regiogemeenten en Rotterdam kan profiteren van de schaal die de 2,2 miljoen inwoners van de regio biedt bij de contractvorming voor het plaatsen van oplaadpunten. 37
Gemeente Westland
Complimenten van Westland voor het programma Duurzaam en voor het initiatief om “in den brede” reactie te vragen. Veel waardering is er voor de Rotterdamse lijn om het begrip Duurzaamheid dichter bij de inwoners te brengen. Westland noemt de volgende specifieke punten:
86 | Programma Duurzaam 2015-2018
Inmiddels wordt deze samenwerking in gezamenlijk overleg nader uitgewerkt.
Eneco heeft een presentatie bijgevoegd ter inspiratie met activiteiten die Eneco nu al ontplooit in Rotterdam met gemeente, burgers en bedrijven en met aanvullende ideeën uit andere regio’s. Wij hechten veel belang aan de samenwerking met gemeente Westland. Op het gebied van het hergebruiken van industriële restwarmte werken we nauw samen (met nog negen andere partijen) aan de onderzoeken voor de realisatie van een warmteleiding vanuit de haven richting Delft, Den Haag en het Westland. Naast warmte komt hierbij ook CO2 levering aan de orde.
40
Vereniging Bewoners tegen Vliegtuigoverlast Rotterdam Airport (BTV)
De vereniging BTV juicht het opstellen van een meerjarig gemeentelijk programma gericht op duurzaamheid toe, maar heeft kritiek op het feit dat geen woord is gewijd aan RTHA (Rotterdam -The Hague Airport) en maatregelen gericht op het terugdringen van geluidsoverlast en bevorderen van schone lucht rondom het vliegveld. Men vraagt
Het RTHA staat weliswaar niet expliciet genoemd in het consultatiedocument, maar de specifieke problematiek van lucht en geluid rondom het vliegveld heeft nadrukkelijk onze aandacht. Bij het bevorderen van de schone lucht geldt dat dit voor alle gebieden in de stad een belangrijk streven is, ook op en rondom het vliegveld. Voor zover het het
Programma Duurzaam 2015-2018 | 87
Nr.
41
Indiener
Deltalinqs
Verkorte weergave inhoud reactie
Reactie / Verwerking
om een goede analyse van het onderzoek van het ministerie van I en M en de RIVM naar ultrafijnstof bij luchthavens zoals RTHA. De vereniging vraagt om een stiller/duurzamer RTHA expliciet toe te voegen als subdoel. Ook zou het gebied rondom RTHA moeten worden opgenomen als gebied “waarop de ontwikkelingen (zoals uitbreidingsplannen van RTHA) kritisch zullen worden bekeken op hun duurzaamheidaspecten”.
luchthaventerrein zelf betreft is de gemeente het bevoegd gezag. Er wordt op dit moment gewerkt aan een bestemmingsplan voor dit terrein. Hierbij worden grenzen gesteld aan de geluidplafonds middels vaststellen van een geluidzone voor een deel van de inrichting. Dit wordt planologisch vastgelegd in het bestemmingsplan en de daarop gebaseerde vergunning. Daarbij zal altijd een goede afweging plaatsvinden met andere ambities zoals economische en ruimtelijke ambities, uiteraard zijn de geldende normen hiervoor leidend. Ook het terugdringen van geluidsoverlast door vliegverkeer, dat weliswaar niet expliciet als programmadoelstelling in het programma Duurzaam is opgenomen, heeft in de volle breedte aandacht. Het gaat daarbij om geluid veroorzaakt door vliegverkeer (ook al is Rotterdam zelf daarvoor niet het bevoegd gezag maar het ministerie van I&M). Samen met de overige BRR-partners (Lansingerland, Schiedam, provincie) heeft Rotterdam als zienswijze op de nota R&D voor de MER van de aanvragen voor het Luchthavenbesluit aangegeven dat ontwikkeling van de luchthaven (airside) mogelijk is binnen de huidige geluidcontour. Daarnaast werkt Rotterdam aan een nieuwe samenwerkingsovereenkomst met Schiphol (de exploitant van RTHA), waarin partijen afspraken (willen) maken over het beperken van de milieuhinder, en het bevorderen van duurzame maatregelen bij de ontwikkeling van de luchthaven.
Deltalinqs is als koepelorganisatie van de industriele en maritieme bedrijven in Rotterdam één van de partners in het Rotterdam Climate Initiative en medeuitvoerder van dit programma Duurzaam. Deltalinqs geeft de volgende punten mee: • aandacht voor concrete zonnepanelen projecten in het havengebied, dit mede om een structurele oplossing te vinden voor de volgens Deltalinqs hoge precariorechten en de legeskosten. • in de nota duidelijk maken dat er voor de komende jaren financiële middelen beschikbaar zijn voor projecten met de partners. • naast het accent op elektrische mobiliteit vraagt deltalinqs aandacht voor inzet op LNG en Waterstof, bijvoorbeeld voor stadsdistributie. • Deltalinqs benadrukt het belang van snel handelen bij het uitbreiden van het gebruik van industriele restwarmte, o.a. richting Den Haag • de nota zou in aankleding en tekst meer aandacht mogen geven aan de haven en de mensen die daar werken.
De duurzaamheidsrapporteurs
De Duurzaamheidsrapporteurs benadrukken het belang van een goede monitoring van het programma om de voortgang te kunnen meten en
88 | Programma Duurzaam 2015-2018
43
Indiener
Hoogheemraad-schap Delfland
• Bij “De zon als bron” staat dat we in deze collegeperiode minimaal twee collectieve zonneprojecten in uitvoering willen hebben. Daarbij wordt goed onderzocht wat de gemeente kan doen om de realisatie te vergemakkelijken of de business case te verbeteren. • Ons uitgangspunt is om de succesvolle samenwerking in RCI verband voort te zetten. Daarbij zijn voor goede projecten in principe financiële middelen beschikbaar.
Wij onderschrijven het belang van een goede en transparante rapportage. Jaarlijks zullen wij, net als de afgelopen jaren, rapporteren over de bereikte
Reactie / Verwerking
waar nodig bij te kunnen sturen. Gerenommeerde bedrijven gebruiken hiervoor dé internationale standaard voor duurzaamheidsverslaggeving: het Global Reporting Initiative. Dit is een standaard met meer dan 200 criteria. Het geeft stakeholders van de organisatie een compleet inzicht in het beleid op het gebied van duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Gemeenten maken nog niet of nauwelijks gebruik van de GRI. Iets wat volgens de Duurzaamheidsrapporteurs zou moeten veranderen. Voor Rotterdam kan dit volgens hen een grote kans zijn om voorop te lopen.
resultaten en effecten. Dit doen wij in de vorm van de Rotterdamse duurzaamheidsmonitor. Daarin tonen wij per ambitie aan de hand van de belangrijkste indicatoren de actuele situatie en zetten deze af tegen de targets. In het najaar van 2015 verschijnt de nulmeting van de Duurzaamheidsmonitor van dit nieuwe programma Duurzaam.
Het Hoogheemraadschap complimenteert Rotterdam voor de opzet en inhoud van het document en met aandacht aan waterveiligheid en het voorkomen of terugdringen van wateroverlast.
Het college is blij met de constructieve reactie; de genoemde punten zijn herkenbaar. Ten aanzien van de waterkwaliteit en droogte kunnen we melden dat deze onderwerpen ook zijn benoemd in de Rotterdamse Adaptatie Strategie. Graag treden we in overleg met Delfland en de andere waterschappen om te bezien hoe deze onderwerpen een stap verder te brengen. Dit zal ook aandacht krijgen in het Rotterdam Resilience Programma.
Wij zullen de principes van het GRI bestuderen om te bepalen of daarmee de Duurzaamheidsmonitor kan worden verbeterd.
Voor verdere innovatieontwikkeling maken we graag gebruik van de gezamenlijke participatie in het Valorisatieprogramma Deltatechnologie en Water.
Ten slotte vraagt Delfland de beschreven ambities waar mogelijk te vertalen naar concrete acties en biedt hierin haar samenwerking aan. 44
Vereniging ter Milieubescherming (VTM), de Stichting Gezond Overschie (SGO) en de Stichting Milieu Dichterbij (SMD)
De drie organisaties geven aan dat de duurzaam heidsaanpak van het college het verdient om breed gedragen en verder ingevuld te worden. Vanuit hun specifieke ervaring en expertise geven zij bijna 40 ideeën, suggesties en aandachtspunten voor de uitvoering van het programma, gerubriceerd naar de drie centrale ambities.
Het college stelt de uitgebreide en gedetailleerde lijst zeer op prijs. Deze kunnen zeer behulpzaam zijn bij de uitvoering van het programma. De projectleiders binnen de gemeente en van de betrokken partners zijn hiervan inmiddels op de hoogte gesteld.
45
Hoogheemraad-schap Schieland en Krimpenerwaard
Het programma sluit wat HHSK betreft in het algemeen goed aan op de wateraanpak zoals die is ingezet vanuit de herijking Waterplan 2 Rotterdam, de RAS en het Water&Klimaatoverleg en geeft geen aanleiding voor fundamenteel commentaar. Wel heeft HHSK diverse suggesties voor aanvulling en verduidelijking van de tekst die men in het consultatiedocument heeft aangegeven. Expliciet vraagt men aandacht voor het realiseren van extra waterbergingscapaciteit in een drietal wijken waarover men gaarne in gesprek gaat.
De reden dat deze pilotwijken zijn gekozen is niet alleen vanwege de klimaatadaptatie, maar vooral ook omdat er activiteiten in de buitenruimte lopen of zijn gepland waarmee kan worden meegekoppeld om de wijken klimaatbestendiger te maken. Denk aan ontharding en vergroening. Bovenal zijn er veel initiatieven van bewoners en bedrijven waar we op willen inspelen. ZoHo is in dit verband een hele belangrijke. Leonidas is meer gericht op innovatieve bouw, drijvende wegen etc. En dus vooral een proeftuin voor innovaties. In Rubroek wordt vooral slim meegekoppeld. Het aanbod voor afstemming over deze laatste en vervolgpilots nemen wij graag aan.
• De inzet van LNG en waterstof voor transport is een belangrijk onderdeel van het thema “Schoner transport en logistiek” • Ook wij vinden snelheid van handelen van groot belang in het warmtedossier, naast zorgvuldigheid. Dit met het oog op noodzakelijke aanpassingen in wet- en regelgeving ten aanzien van warmte en benodigde financiële ondersteuning bij het aanleggen van grootschalige pijpleidinginfrastructuur.
Verkorte weergave inhoud reactie
In het programma mist Delfland de aandacht voor waterkwaliteit en droogte. Deze onderwerpen worden steeds belangrijker bij de verwachte klimaatsverandering: langere droge perioden en hogere temperaturen. De vraag naar water met zwemwaterkwaliteit zal toenemen, terwijl het lastiger wordt om bij hitte de waterkwaliteit op peil te houden. Delfland vraagt in het programma aandacht aan dit onderwerp te besteden. Delfland is bezig is met de verduurzaming van zijn eigen bedrijfsuitvoering. Hierbij is ook sprake van allerlei innovatieve ontwikkelingen die aansluiten bij het programma Duurzaam. Het is zeker nuttig om ontwikkelingen op dit gebied uit te wisselen.
We gaan hier punt voor punt op de reactie in:
• In de zogenaamde “look en feel” van het programmadocument moet inderdaad de balans tussen stad en haven goed tot zijn recht komen. 42
Nr.
Programma Duurzaam 2015-2018 | 89
Nr.
Indiener
Verkorte weergave inhoud reactie
Reactie / Verwerking
46
DCMR Milieudienst Rijnmond
DCMR geeft een aantal suggesties mee voor de operationalisering van de beschreven doelstellingen in werkplannen. Daarbij vraagt DCMR aandacht voor een nadrukkelijkere link naar het havenindustrie complex omdat de leefomgevingskwaliteit van de inwoners van de stad voor een belangrijk deel worden beinvloed door de gedragingen van de industrie buiten de stad. Van de doelstellingen van het programma zouden gemeenschappelijk gedragen inspanningsverplichtingen gemaakt moeten worden. Hergebruik van industriele restwarmte en besparen op primaire energie zijn daarbij belangrijke onderwerpen.
Bij de totstandkoming van dit programma is nadrukkelijk de input van RCI partners Havenbedrijf, Deltalinqs (industrie) en DCMR meegenomen. Bij de uitwerking in concrete projecten zijn deze partners van groot belang. De door DCMR gegeven adviezen zullen we in RCI verband bespreken en meenemen bij de uitwerking van activiteiten.
Ten tweede stelt DCMR zich een meer proactieve benadering van het college voor ten aanzien van de gewenste tranistie van de voornamelijk op petrochemie gerichte industrie naar een blijvend internationaal concurrerend chemisch en biobased cluster. De economische structuurversterking die daarmee wordt beoogd, zal ook bijdragen aan adequate aandacht voor milieu-gerelateerde thema’s.
47
VNO-NCW West
VNO-NCW West vindt het document opbouwend en inspirerend en is verheugd deel uit te maken van de RCI board waarbij er ook gekeken wordt naar landelijke en globale ontwikkelingen. Rotterdam kan hierbij belangrijke rol spelen. Men is kritisch op de aanpak van de luchtkwaliteit dmv milieuzonering vanwege de “hoge druk op economisch effect voor met name kleinere ondernemers”. Dat afwegend tegen het totale effect voor de stad kan VNONCW de uitbreiding van dergelijke zones niet ondersteunen. De aanpak van de luchtkwaliteit vindt men te weinig innovatief, met weinig aandacht voor de ondernemers en weinig doordachte regelgeving. De autobereikbaarheid van Rotterdam is een troef van de stad die niet op het spel gezet moet worden en met dit programma gaat het college te gemakkelijk voorbij aan de omvang van de publieke middelen die nodig zijn voor de inzet op het OV. Er zou meer aandacht moeten zijn voor innovatieve oplossingen uit de markt voor het personenvervoer. De Green Deal zero emission stadsdistributie wordt gemist. Op het gebied van energiebesparing vindt men de financiering nog onvoldoende uitgewerkt en bij het vergroten van het hergebruik van industriele restwarmte vraagt VNO-NCW zich af hoe om te gaan met de hierdoor groter wordende afhankelijkheidsrelatie. En wat doet de gemeente extra om het voor de industrie aantrekkelijk te
90 | Programma Duurzaam 2015-2018
Nr.
Indiener
Binnen dit programma Duurzaam is het hergebruik van industriële restwarmte een zeer belangrijk onderdeel en dit komt op twee plaatsen terug: eerst bij de tweede ambitie onder het thema “De industrie als verwarming” en verderop bij de derde ambitie onder het thema “Sterkere concurrentiepositie door energiebesparing”.
Verkorte weergave inhoud reactie
Reactie / Verwerking
maken om te blijven? Bij wind en zon pleit men voor zorgvuldige omgang met publieke middelen. Ten aanzien van de circulaire economie oppert men om ondernemers de ruimte te geven om te komen met circulaire oplossingen voor maatschappelijke problemen die via de markt worden betaald. Het beleid op bioased economy is te veel gericht op energie en gaat volgens VNO NCW voorbij aan het cascadeprincipe. Men vraagt zich verder af waar de voornemens om zelf groene daken en gevels aan te leggen, in dit programma zijn verwerkt en of het mogelijk is om net als in Madrid alle straatverlichting te vervangen door LED. In één project met een gunstige business case. De inkoopmacht van de gemeente kan zo gepaard gaan aan een innovatief bedrijfsleven.
(geïmporteerde) fossiele brandstoffen goed is voor het vestigingsklimaat van bedrijven. Daarbij doen wij ook een beroep op VNO-NCW om met ideeën en initiatieven te komen. In het samenwerkingsverband RCI waar u deel van uitmaakt, zal dit ter sprake komen.
Deze twee sporen worden in zeer nauwe samenhang met elkaar uitgevoerd. Het besparen op primair energiegebruik, door maatregelen op eigen terrein te nemen, vinden wij primair de verantwoordelijkheid van de industrie zelf die daarover afspraken heeft gemaakt met het Rijk, vastgelegd in convenanten. Via Deltalinqs, Deltalinqs Energy Forum, worden bedrijven bij elkaar gebracht om kennis uit te wisselen en worden energiescans uitgevoerd en energiebesparingsprojecten geïnitieerd. Ten aanzien van het tweede belangrijke punt dat DCMR maakt over de gewenste transitie van de petrochemische industrie zijn wij het volledig eens. Dit is een belangrijke prioriteit binnen het programma Duurzaam, in de Havenvisie en in onze agenda om de economische structuur langjarig te versterken. De besluitvorming over de milieuzonering is onderdeel van het proces van vaststelling van de koersnota “Luchtkwaliteit”. Lokaal beleid blijkt naast (Europees) bronbeleid noodzakelijk om onze luchtkwaliteit te verbeteren. Het invoeren van de milieuzone is hierbij één van de meest effectieve en efficiënte middelen. Uiteraard wordt getracht ondernemers in het gebied die negatieve economische effecten ondervinden, zoveel mogelijk tegemoet te komen. Overigens staat het behouden van een goede bereikbaarheid van de binnenstad buiten kijf. Dat zien wij als een goede troef van Rotterdam, niet per se de autobereikbaarheid. Wij staan open voor innovatieve oplossingen vanuit de markt en bieden daar ook alle ruimte voor, dat geldt ook voor de living-lab gedachte. Graag vernemen wij uw ideeën hiervoor. Overigs is de Green Deal zero emission stadsdistributie opgenomen in het programma (bij thema “Schoner transport en logistiek”). Wat betreft uw opmerkingen over energiebesparing en restwarmte: de zorgen en uitdagingen die u noemt, herkennen wij en zullen we meenemen bij de uitwerking van de betreffende onderdelen. Door te werken aan een open warmte-systeem met meerdere vragers en aanbieders van warmte wordt juist gezorgd dat er geen afhankelijkheid is van één partij of bron. Wij menen dat het hebben van een energie infrastructuur die minder afhankelijk is van
Op het gebied van de biobased economy is het cascade-principe juist het uitgangspunt. Daarbij richten wij ons met HBR en Deltalinqs op de toepassing van biomassa in de chemie (groene, biobased chemicals), biobrandstoffen en biomassa voor energie-doeleinden. Binnen strikte, nationale en internationale voorwaarden voor duurzaamheid van de biomassa. Groene daken en gevels komen aan de orde bij het thema “meer groen”, uitgangspunt is om bewoners in staat te stellen en te ondersteunen om zelf actie te ondernemen. De subsidieregeling groene daken loopt af. Hier worden geen nieuwe middelen aan toegevoegd. Rotterdam heeft al behoorlijk energie zuinige verlichting. Vorig jaar is besloten om alleen nog maar ledverlichting toe te passen. Dat betekent dat we jaarlijks ca. 4.000 armaturen (van de 106.000) vervangen naar led. Waarom niet alles te gelijk? De technische levensduur van een armatuur is ca. 25 jaar. Alles in een keer vervangen betekent dus een behoorlijke kapitaalvernietiging omdat de leeftijdsopbouw van het areaal redelijk gelijkmatig is verdeeld. Daarnaast is zoals gezegd het areaal al relatief energiezuinig, waardoor een businesscase niet gunstig zal uitpakken. Voor de inkoop van led-armaturen heeft Rotterdam vorig jaar een groot meerjarig leverantietender uitgezet. Die heeft zeer gunstig uitgepakt. Nog meer uit de markt halen lijkt ons op dit moment niet goed mogelijk.
48
NIDA
NIDA vindt het concept van het nieuwe programma Duurzaam 2015-2018 is een goed begin, maar het is nog niet af. De uitdaging van de wethouder om met ideeën en initiatieven te komen nemen we graag aan. NIDA geeft de volgende aandachtspunten mee: 1. Jong geleerd is oud gedaan: verzorg duurzaam heidsvoorlichting/lessen op scholen en maak van elke docent een RMV-er (Rotterdamse MilieuVoorlichter). 2. Intensiveer gesprekken rond circulaire economie: nu ligt de focus te veel op afval/huishoudelijke grondstoffen. 3. Plaatselijk verbod bestrijdingsmiddelen om het grondwater en de flora en fauna bij met name volkstuinverenigingen in bescherming te nemen. 4. Stadse ecologische hoofdstructuur: elke wijk krijgt aaneengesloten groene wandelroutes, waarbij de wijken ook op elkaar zijn aangesloten. 5. Uitbreiden groene golf: Groen licht voor de auto die de stad verlaat.
Het college dankt NIDA voor haar reactie en suggesties en gaat hierbij kort in op de genoemde punten: 1. Via het door de gemeente (S&C) verzorgde aanbod van natuur- en milieueducatie (lessen, bezoeken aan kinderboerderijen en diverse activiteiten) wordt op scholen aandacht besteed aan het thema duurzaamheid. Dit is aanvullend op het reguliere aanbod aan natuuronderwijs, dat scholen zelf verzorgen. In de vorige periode is, in het kader van het programma Duurzaamheid, gewerkt aan de vernieuwing van het NMEaanbod. Vanuit het vorige programma Duurzaam zijn hiervoor impulsen geleverd. 2. Het is niet de bedoeling dat de focus alleen ligt bij de eindgebruiker. Rotterdam streeft ernaar om een logisch knooppunt voor de circulaire economie/reststromen te worden en zich tot circulaire hub ontwikkelen. Een geïntegreerde aanpak waarbij reststromen worden ingezet als grondstoffen is ook een wezenlijk onderdeel van de havenvisie 2030, samengevat onder
Programma Duurzaam 2015-2018 | 91
Nr.
Indiener
Verkorte weergave inhoud reactie 6. Shoppen met de Tuk Tuk: zet een proef op om Rotterdammers die hun boodschappen bij de markt/plaatselijke winkelstraat inkopen, met elektrische Tuk Tuks in de wijk afgezet worden. 7. Lantaarnpalen met sensors: versnel de terugkoppeling van de proef met sensorlantaarnpalen die nu gaande is in Rotterdam. 8. Groene parkeerplaatsen: maak gebruik van open tegels bij het aanleggen van parkeerplaatsen in straten. 9. Budget voor initiatieven uit de samenleving om draagvlak te creëren voor een duurzaam Rotterdam is dat van essentieel belang. 10. Zonnepanelen voor iedereen:stel Rotterdammers, die om wat voor reden dan ook geen eigen panelen kunnen plaatsen in de gelegenheid om een aandeel te nemen in de zonnepanelen die elders geplaatst gaan worden. 11. Restwarmte geen eindhalte: onderkennen dat restwarmte geen duurzame oplossing is, maar slechts optimaal is binnen het huidige systeem. Het moet gezien worden als een tussenvorm naar een transitie naar een energie neutrale Rotterdam. Op de langere termijn kijken naar mogelijkheden om aardwarmte (geothermie) te gebruiken in Rotterdam om bijvoorbeeld panden (zwembaden) te verwarmen.
Reactie / Verwerking de noemer ‘use, reduce, recycle, replace’. De gemeente werkt hierin nauw samen met het havenbedrijf en het bedrijfsleven. 3. Het Rijk is hier actief mee aan de gang, onder meer met de nota “Gezonde groei, duurzame oogst. Tweede nota gewasbescherming 2013-2023”van ministerie van Economische Zaken, Den Haag, mei 2013. Specifieke regels voor Rotterdamse burgers zijn lastig in te voeren (immers we hebben daar niet de bevoegdheid toe) en nog lastiger is het handhaven daarvan. Voorlichting bij en door bijv. volkstuinverenigingen zelf kan helpen: zelfregulering en onderling aanspreken op gedrag, etc. 4. Groen is een belangrijk aandachtspunt voor Rotterdam. Verbinden van groengebieden tot een ecologische hoofdstructuur evenzeer. Een en ander is vastgelegd in de Natuurkaart Rotterdam (maart 2014). Wandelroutes zijn niet direct te bestemmen als ecologische verbindingsroutes; de vraag is immers of dat gaat werken als ecologische verbindingen. Mede in het kader van kindvriendelijke wijken willen we aantrekkelijke routes maken voor o.a. kinderen. Groen kan daarbij een verbindend element zijn, wat ook kan ook voor dieren aantrekkelijk is. 5. Op de belangrijkste uitvalswegen (de bundels) zijn reeds groene golven aangebracht voor het autoverkeer voor zowel stad in als stad uit. In het verkeerscirculatieplan zal ook gekeken worden waar nog meer mogelijkheden zijn om verkeerslichten op elkaar af te stemmen.
Nr.
Indiener
Verkorte weergave inhoud reactie
Reactie / Verwerking 9. Er is zeker wel budget voor initiatieven op gebied van duurzaam, mobiliteit en luchtkwaliteit. Totaal budget hiervoor van 440.000 euro binnen Citylab010. Daar komen op dit moment aanvragen op binnen. 10. Daar lopen initiatieven op. Langs de A20 komen zonnepanelen op de geluidswal, waar bewoners in de buurt (zgn. postcode roos gebied) op kunnen inschrijven. Zelfde geldt in MerweVierhavengebied (restaurant ‘Uit je eigen stad’). En op een sporthal aan de Noorderhavenkade (vanuit energiecooperatie Blijstroom). We zijn de aanpak van zon op gemeentelijk vastgoed, zoals gymzalen aan het uitwerken. Veel hangt af van rijksregelgeving over salderen; daar zijn nog onzekerheden voor de lange termijn. Bewoners moeten lange termijn zekerheid hebben. Meest gunstige is zon op eigen dak (ook van VvE’s). 11. Zoals NIDA aangeeft zijn er verschillende vormen van restwarmte te benutten. Dat is het voordeel van het stadswarmtenet. Warmte van energiecentrales zal tijdelijk (moeten) zijn. Maar er zal altijd warmte vrijkomen van industrie, datacentra, metrobuizen, etc. Het is zaak deze zo goed mogelijk te benutten. Er zal dus sprake zijn van een transitie naar verschillende (duurzame) vormen van warmte. Op dit moment verdwijnt er nog veel in lucht of water.
6. Het vervoeren van boodschappen met elektrisch vervoer naar bijv. P&R locaties buiten de stad is eerder als idee geopperd, maar nooit door de markt opgepakt. 7. Er loopt op dit moment een proef op het Havenspoorpad. Het licht gaat branden als een fietser langs rijdt en dimt daarna weer tot een achtergrondniveau. De proef loopt nog maar kort en over een aantal maanden komen resultaten beschikbaar. 8. Een sympathiek voorstel. Ontharden helpt bij waterafvoer. Dat doen we door aanleggen van meer groen in de stad en waar dat kan en nuttig is, worden ook parkeerstroken benut/opgeheven om kleinschalig groen in stenige wijken te realiseren. Open tegels blijken lastig/duurder te zijn qua onderhoud voor Stadsbeheer. En niet alle bewoners zijn er even enthousiast over. Daarbij aandachtspunt dat kleine dieren de kans krijgen om aangereden te worden op plekken waarvan zij denken dat het groen is. Zoals discussie rond dode egels op groene trambanen.
92 | Programma Duurzaam 2015-2018
Programma Duurzaam 2015-2018 | 93
Bijlage II Discussie bijeenkomsten
Stadsdebat 16 juni 2015 In dit debat, georganiseerd door AD Rotterdams Dagblad, LOKAAL en Nationale-Nederlanden gaat het over nut en noodzaak van windenergie en over de duurzame ambities van Rotterdam. Voor- en tegenstanders, uit de politiek, de wetenschap, de bevolking en de windsector komen aan het woord. Windmolens zijn broodnodig om te voldoen aan de duurzaamheidseisen van Europa, waar Nederland zich aan heeft gecommitteerd. In Nederland moet in 2030 14 procent van alle energie opgewekt worden uit duurzame bronnen. Windenergie is daarvoor volgens hoogleraar Rotmans broodnodig. LR raadslid De Jong ziet te veel nadelen. Volgens hem zijn de wind molens te duur en hij pleit voor meer zonne-energie. Dat kan echter in Rotterdam niet zoveel energie leveren als windenergie. Meerdere aanwezigen vallen ook over de geluidsoverlast, de slagschaduw en de waardedaling van de naastgelegen huizen. Algehele conclusie is dat als windenergie dan toch moet, dan niet te dicht bij de gebouwde omgeving. Verwezen wordt naar de haven als plaats voor windenergie. Tevens wordt een pleidooi gehouden voor het energie neutraal maken van tienduizenden woningen in de stad. Verdergaand dan het programma Versnelling 010. Tilburg en Utrecht worden genoemd als steden met een veel hogere ambitie op dit gebied en een aanpak die bovendien budgetneutraal zou zijn. Wethouder Langenberg geeft aan open te staan voor goede ideeën maar volgens de woningcorporaties zitten de belemmeringen voor een grootschaliger aanpak echt in de kosten en de beperkte financiële ruimte die de corporaties zelf hebben. Duurzaamheidsbijeenkomst stakeholders en deskundigen 4 juni 2015 Een solide plan met goede activiteiten en projecten; een plan dat lekker leest, maar te weinig innovatief is. Dat is de conclusie van de deelnemers aan deze bijeenkomst. De ambities zijn helder, maar meer van hetzelfde. Waar de deelnemers unaniem op hameren is ‘verbinden, verslimmen en schaalbaar maken’. De gemeente kan het niet alleen, er zijn meer dan voldoende initiatieven in de stad die kunnen helpen.
94 | Programma Duurzaam 2015-2018
‘Right to challenge’ staat centraal. De gemeente moet meer inzetten op partijen bij elkaar brengen en ruimte geven aan initiatieven. Creëer regelvrije zones waarin innovatieve start-ups hun gang kunnen gaan, geef hen inzicht in de data van de gemeente (Open Data) zodat zij met oplossingen kunnen komen, bijvoorbeeld voor de circulaire economie. Verbind de ‘oude’ industrie met de nieuwe. Waar en hoe doen we dingen samen? Daag Rotterdammers uit, sluit aan bij initiatieven, geef delen van je uitvoering weg aan het bedrijfsleven (laat bijvoorbeeld het verduurzamen door middel van zonnepanelen op de daken van 70 gymzalen in een aantal gevallen aan bedrijven over). Denk groot en zorg ervoor dat je alleen initiatieven ondersteunt die opschaalbaar zijn. Durf en laat durven! Is de oproep. De bijeenkomst zat vol energie met een zeer constructieve inbreng van alle partijen. Alle deelnemers waren het er over eens dat dergelijke bijeenkomsten vaker door de gemeente moeten worden georganiseerd. Commissie EHMD 3 juni 2015 Ook de bespreking van het consultatiedocument in de commissie EHMD is onderdeel van deze tweede ronde consultatie. Aan de orde kwamen diverse zaken zoals het belang van het dichter bij de Rotterdammer brengen van deze aanpak, het verlaten van de CO2 reductiedoelstelling, de benodigde zorgvuldigheid bij het plannen van wind molenparken (niet te dicht bij woningen), het belang van het verduurzamen van de woningvoorraad en de verantwoordelijkheid van woningcorporaties op dit vlak, de uitwerking van het programma in jaarwerkplannen met concrete maatregelen, de jaarlijkse rapportage over resultaten en effecten in de duurzaamheidsmonitor, helderheid over de besteding van de middelen en de onduidelijkheid over de subsidie voor groene daken. Wat dat laatste betreft: er worden geen nieuwe middelen toegevoegd aan de subsidieregeling groene daken, deze loopt dus af. Geveltuinen en gevelgroen vallen hier niet onder. Hiertoe is de formulering onder het thema “Meer groen aangepast”.
Toegezegd werd om jaarlijks te rapporteren in de Duur zaamheidsmonitor en daarbij in te gaan op de voortgang van de ambities in Programma Duurzaam. Dit staat in de nota aangegeven in hoofdstuk 9 onder “Meten en evalueren van de voortgang”. Daarnaast werd toegezegd om in de definitieve nota terug te komen op de suggestie voor een aantrekkelijke omgeving voor innovatieve bedrijven in de haven. Hiertoe is de tekst van het thema “Kansen voor CleanTech”, hoofdstuk 6, uitgebreid. Adviesraad RCI (RCI Council) 20 mei 2015 Vanuit de council is er veel lof voor het programma dat helder en inspirerend wordt genoemd en goede duiding geeft aan acties en verantwoordelijkheden. Nogmaals (ook in de eerste consultatieronde werd dit genoemd) pleit men voor een goede visie op de langere termijn en het belang om koers te houden, ook in volgende collegeperiodes, met een concrete vertaling naar activiteiten en doelstellingen nu. De link naar de internationale context mag sterker. Rotterdam loopt op een aantal terreinen binnen duurzaam internationaal voorop, zoals op het gebied van klimaatadaptatie en restwarmtebenutting. Daar zou meer uitgehaald moeten worden. Versterking van de internationale koploperspositie is ook goed voor de Rotterdammer. Geadviseerd wordt om de internationale context en de langere termijn te verbinden aan de adviezen van de Economic Advisory Board.
Programma Duurzaam 2015-2018 | 95
Notities
96 | Programma Duurzaam 2015-2018
Programma Duurzaam 2015-2018 | 97
Colofon Programma Duurzaam 2015-2018 Gemeente Rotterdam Vormgeving: IN10 Communicatie Drukwerk: Veenman+ Fotografie: Eric Fecken, Hans Reitzema, Maarten Laupman
Contact Heeft u vragen of suggesties voor een duurzaam Rotterdam? Mail dan naar
[email protected]
98 | Programma Duurzaam 2015-2018
“
Ik zou in mijn persoonlijk leven eigenlijk wat beter moeten letten op duurzaamheid, maar ik ben toch vaak een beetje makkelijk.”
Jorrit de Vries